Biunenlandsch Nieuws.
Gemengd Nieuws.
eene halfrond der aarde naar het andere kon reizen,
zonder daar mij zelf rekenschap van te geven, en
zonder mij er op het oogenblik'iets van te herinne
ren? Zelfs, ingeval ik in Madrid terug komen zou,
wie kon mij dan garandeeren, dat ik op een goeden
dag weer niet zou verdwijnen en mijzelf in een
onbekend hiiis in Piccadilly street of in den kelder
van een huis in Calcutta zou terugvinden. Of wat
wel het allerergstewas, in een maagdelijk oerwoud
in Centraal Afrika! Neen, mijn leven was voor al
tijd verwoest. In de angstaanjagende stilte kwam het
mij voor, alsof het trapgat, waarin ik mij vergist
had, begon te leven. Ik begon vreemde geluiden te
hooren: diep.e zuchten, lichte voetstappen, en zooiets
als het gedempt tikken van een groote klok. Er is
geen plok, waar het zoo vol is van geheimzinnige,
doffe geluiden als een trapportaal om drie uur in
den morgen. Wanneer u het niet gelooven wilt,
luistert u op een nacht aan een kier van uw deur,
een kort oogenblik maar. Pe gewone spoken, die de
kleine kinderen schrik aanjagen, zweven in het
rond; ook eenige andere droefgeestige verschijningen,
die wij uit nachtmerrie's kennen; kermend en hij
gend gaan ze de treden op en'af en klagen in het
donker; bleek zijn zij als alle andere spoken, omdat
zij alleen in den nacht worken. Zij komen en gaan, zij
verspreiden zich over alle verdiepingen. Zij fluiste
ren, zij hoesten, zij trappelen mot de voeten.....
Dit alles is nu juist niet aangenaam voor een
mensch, die op een onbekende trap zijn sleutel ver
loren heeft. Ik begon opnieuw te zoeken en tastend
ging ik door een groote vlakke ruimte voorwaarts.
Daar beroerden mijn handen een hek. Ik voelde een
grendel. Ik trachtte opnieuw mij de plaats, waar ik
mij bevond, voor te stellen. Maar plotseling hoorde ik
beneden luide voetstappen, zij kwamen naderbij
Reeds waren zij vlak bij..» Toen riep ik; „Wie
daar?"
De aangekomene bleef staan. Een stem, die on
der mijn schoenen vandaan scheen te komen, vroeg
angstig: „Wie bent u zelf?" „Ik verzoek u mij te
antwoorden!" hield ik vol, Een stil zwijgen volgde.
Dan klonk weder de steip: „Wat doet u daar bo
ven?"
„Ik heb mij vergist."
„Hm!" bromde de man uit het donker. Toen
hoorde ik een zeker metaalachtig geluid, een paar
vloeken aan het adres van zijn lucifersdoosje. „Wel
nu" hernam de man weer „wie bent u eigen
lijk?"
Ik neem aan, dat ik mij aan de deur van een
trapportaal bevind, dat door een leuning omgeven
is; maar of ik nu binnen of buiten die leuning ben,
kan ik niet zeggen. Den grendel heb ik in mijn hand,
maar dien terugschuiven durf ik niet."
„Dat zal wel de deur van de lift zijn!" Ik zweeg
een oogenblik.
„Uitgesloten" zei ik toen „Want ik sta
met mijn voeten op het gras. Om mijn woorden te
bevestigen, rukte ik een bosje droog gras uit.
„Het komt mij eerder voor" bromde de onbe
kende „alsof U bezig bent de deurmat van mevrouw
Gonzalez te ruineeren. Verontschuldig mij deze vraag:
U drinkt wel gaarne cognac?"
„Ik drink nooit"
„Bent u dan misschien een inbreker? U kunt
het gerust zeggen".
„Neen, ik ben geen inbreker. Ik zweer het. Wat
mij betreft kunt u gerust boven komen"
„Een duivel" mompelde hij tusschon zijn tan-
de».
Daarop hoorde ik nog een licht krhken, waaruit
ik opmerkte, dat hij op zijn teenen naar beneden
sloop. Plotseling scheen het mij toe, als werd bij door
een hevige angst aangepakt, want nu stormde hij
met groote passen de trappen af naar heneden.
Toen zette ik mij tegen het ijzerwerk van de lift
aan en wachtte tot het aanbreken van den morgen.
PLANTENZIEKTENLEBR.
209.
Baar ik voorloopig afwezig zal zijn, raad ik de
lezers mijner rubriek aan, als zij zieke planten heb
ben op te sturen of vragen te stellen, zich te wen
den tot den plaatselijken correspondent of regelrecht
tot den Inspecteur, Hoofd van den Plantenziekten-
kundigen Dienst ie Wageningen.
DE BLADROLZIEKTE DER AARDAPPELPLANT.
Deze door de praktijk dikwijls maar ten on
rechte krulziekte genoemd, riche telken jare groote
verwoestingen aan in de aardappelperceelen. Om een
juist inzicht te rijgen in hetziekteheeld, dient tmen
onderscheid te maken tusschen primair en secun
dair zieke planten.
Primair zieke struiken verkeeren dn het eerste
jaarstadium der kwaal en zijn maar in lichten
graad ziek, wat het onderkennen der ziekte niet ge
makkelijk maakt. Meestal zijn in dat stadium de top-
blaadjes licht gerold, <Lw.z. naar boven toe in de
lengterichting omgebogen. De opbrongst van derge
lijke planten is gewoonlijk gelijk aan of blijft niet ver
beneden die van volkomen gezonde struiken.
Secundair ziee planten hebben zich ontwikkeld
uit poters van struiken, welke reeds het vorige jaar
aangetast waren en zij maken een geheel anderen
indruk. Zij groeien niet uit, blijven klein en gedron
gen en hebben door hot stijf opstaan der bladstelep.
«,*n spichtig voorkomen. Alle blaadjes, he>c sterke
die aan het ondorste deel der plant zijn om den
maddennerf naar boven omgevouwen. Daarbij zijn zij
broos en hard en maken, wanneer men de plant be
weegt, een blikachtig, rammelend geluid, waarmee
de naam „rammelaars" in verband staat. Verder
krijgt de plant een min of meer lichtgroene kleur,
vooral veroorzaakt, doordat de lichtgroene onder
kant der blaadjes zichtbaar wordt. De opbrengst be
staat meestal slechts uit een handvol kriel.
Men meene echter niet dat elke rolling, der.blaad
jes van een aardappelstruik toe te schrijven is aan
hladroü. Sterke droogte, overmaat van vocht, bescha
diging van den stengelvoet door zwammen, insecten
of andere oorzaken kan omkrullen der blaadjes ver
oorzaken. Men heeft echter zoo goed als zeker met
bladrol fte doen, wanneer de sterkste rolling aan de
onderste blad oren wordt waargenomen, de stengel
voet blank en ongeschonden is en de stengel stevig
in den grond staat.
Door de onderzoekingen van P'rof. Quanjer is aan
getoond, dat hij de bladrolziekte de afvoer der in het
blad geproduceerde stoffen het zetmeel naar
de onderste deelon niet kan geschieden, doordat de
kanalen, waardoor de afvoer plaats moet vinden, d*
z. de zoefvaten, verwoest zijn. Het zetmeel blijft dus
in het blad opgehoopt, wat ten gevolge heeft dat de
bladeren zich omkrullen maar tevens, dat de ont
wikkeling der knollen en wortels zeer ongunstig be
ïnvloed wordt.
Men is er nog niet in geslaagd de eigenlijke oor
zaak van het verwoesten der zeefvaten te vinden.
Wel is uit de onderzoekingen van Prof. Quanjer en
Dr. Oortwijn Botjes gebleken, dat die verwoesting toe
te schrijven is aan een smetstof, maar deze heeft
men echter nog niet zichtbaar kunnen maken.
De smetstof of m.a.w. de besmetting kan op ver
schillende wijzen van de eene plant op de andere
worden overgebracht, nl. door ziek pootgoed te ne
men.
Bij uitpoten van knollen, afkomstig van primair
zieke planton, krijgt men struiken, die de bladrol
ziekte in sterke mate vertoonon. Van zieke planten
mag dus in geen geval pootgoed worden genomen,,
maar ook niet van verdachte.
Wanneer men een gewas heeft, waarin nogal een
groot aantal aangetaste planten voorkomen, ie het
zeer verstandig geen enkele aardappel van d&t per
ceel voor poten te bestemmen. De kans is immers
niet gering dat zelfs de oogenschijnlijk geheel ge
zonde planten toch de ziekte onder de leden hebben.
Wordt vervolgd.
Baarn. K. V AN KEULEN. -
EXAMEN-KNOEIERIJ.
Twee jongens hebben bij het eindexamen van den
S-jarigeD cursus van de 'Handelsschool aan den Berg-
singel te Rotterdam van den conciërge, zekeren B.,
die belast was met het vermenigvuldigen van de
examenopgaven, die opgaven in handen weten te
krijgen. Een derde jongen heeft door hun bemidde
ling het werk gezien en een vierde is van een ge-
dèelte ervan op de hoogte gekomen.
Bij het examen is door verschillende omstandig
heden cn na een minutieus onderzoek van een com
missie uit de leeraren dit geknoei aan het licht ge
treden.
De conciërge is geschorst, de drie jongens, die do
opgaven in haar geheel in hun beZit hebben gehad
krijgen geen diploma, de vierde moet een gedeelte
van het examen overdoen.
EEN INTERNATIONAAL ZAKKENROLLER GE
SNAPT.
Gisteravond heeft een rechercheur van 'de rijkspo
litie op het station D. P. te Rotterdam den 34-jarigen
J. A. uil Oekraine op heeterdaad betrapt bij het
zakkenrollen.
Op het oogenblik, dat' de D-trein BazelAmsterdam
hier aankwam, liep A. over het perron. Dicht bij hem
stonden 3 handlangers, van wie een zich eensklaps
liet vallen. De beide andere handlangers drongen op
waarbij zij togen een bejaarden heer, die zoo juist
uit den trein gestapt was, aanbotsten. Van deze ge
legenheid maakte A. gebruik om de portefeuille van
den heer uit diens binnenzak te stelen. De recher
cheur. die A. wel kende, was mee gaan opdringen en
kon op die manier precies zien wat er gebeurde. Hij
hield A. aan en bracht hem naar het politiebureau
aan het Haagscheveer over, waar hij is opgesloten.
Af. is een welbekende internationale zakkenroller,
die reeds geruimen tijd door ons land reisde en op
zijn meeste tochten door de politie gevolgd werd. Bij
zijn verhoor vertelde 'hij, eerst gisteren over de Bel
gische grens gezet te zijn. Het is evenwel gebleken,
dat hij reedé eenige weken in Den Haag verblijf
heeft gehouden. Zijn vingerafdrukken komen voor in
de dactyloscopische registers van de politie te Am
sterdam en Rotterdam. Hét is dus niet de eerste
maal, dat de politie hier met hem te maken kreeg.
ZIJDEWIND.
De bouw van een drietal koolschuren alhier, is op
gedragen aan den heer E. van Leeuwen aldaar.
ONS VEE OP CEYLON.
De waarnemend consul-generaal te Calcutta, de
heer Klein-Moiekamp, deelt in „H.ber." enkele bij
zonderheden mede mot betrekking tot de ervaringen,
welke deze fokker op Ceylon met ons zwartbont vee
heeft opgedaan.
Deze fokker was de eerste, die dit veeslag op Cey
lon importeerde; in 1921, Ï923 en in dit voorjaar voer
de hij stieren in en dit jaar ook een vaars. Hij houdt
zijn vee in 't warme en vochtige laagland van Cey
lon, ongeveer 60 mijlen van Colombo, op kokosplan-
tages. Er is altijd weidegrond tusschen de kokospal
men, maar het gras is vrij armelijk, daar de boomen
te veel voedsel aan den grond onttrekken.
Het streven van den fokker is,kruisingen te ver
krijgen van de ingevoerde stieren met Indische koeien
en ook met Shorthorn en Ayrshire koeièn, die op de
heuvels van Ceylon gefokt zijn. De koeien der eerste
kruisingen gaven tweemaal zooveel melk al9 de moe
ders en de bedoelde fokker is dan ook van meening
dat het Friesch-Hollandsche vee, mits het goed ver
zorgd wordt, zich op Ceylon heel goed houdt. Het
weerstaat den invloed van het klimaat beter dan
eenig ander buitenlandsch veeras, waarmede de fok
ker proeven genomen had. De stieren, producten der
kruising, zijn uitstekend geschikt voor transport werk.
De ingevoerde stamboekstieren worden in den stal
met „guinea"gras gevoederd, hetwelk het geheele
jaar door. verkrijgbaar is. Daarbij krijgt elk dier nog
krachtvoeder, terwijl de beesten eiken morgen en
avond uitgelaten worden om tusschen de kokospal
men te grazen en wat beweging te nemen.
In den laatsten tijd zijn ook de theeplanters in de
hooger gelegen streken begonnen met den invoer van
Fjriesch-Hollandsch vee. Daar krijgen de dieren uit-
sluitend stalvoeder, aangezien daar geon weiden aan
wezig zijn.
De directeur van landbouw op Ceylon schreef met
betrekking tot het op bovenbedoeld bedrijf gehouden
vee: „Onder de in de lage landen van Ceylon gefokte
kruisingen komen mooie exemplaren voor en ik ge
loof dat het Friesch-Hollandsche *ee geschikt zal blij
ken te zijn voor de warmere en meer vochtige deelen
van de tropen."
Van het vee op een andere onderneming (waar in
1922 een 3-tal volbloed Friesch-Hollandsche runderen
uit Engeland waren ingevoerd en waar thans 12 die
ren van zuiver en 23 yan gekruist ras aanwezig zijn)
werd door genoemde autoriteit gezegd: „De volbloed
dieren waren alle van goed type, een koe en de
stier waren buitengewoon goed. De raszuivere dieren
komen mij veelbelovend voor en zij doorstaan het kli
maat goed."
VOOR VERLAGING VAN POSTTAREEVEN.
Het comité voor, verlaging van de posttarieven
wijst er in oen nieuw adres den directeur-generaal
der Posterijen en telegrafie op, dat verschillende be
perkingen, in den postdienst doorgevoerd, als ver
mindering van het aantal bestellingen, verschillende
bezwaren opleveren voor handel en bedrijf, die zich
echter hierin schikken, in de hoop dat vermindering
van lasten voor het bedrijf der posterijen -tariefsver
laging mogelijk zal maken. Hiervan, aldus het adres,
komt echter nog steeds niets. Al zijn de maatrege
len omtrent vermindering van porto bij verzending
van partijen drukwerk van eenig belang in verband
rnet* de verlaging 'der onkosten door de voorwaar
den, welke hierbij; gesteld zijn, is de besparing, op
deze rekening verkregen, gering en zij weegt in
geenen deele op tegen de verbetering, welke een
vehlaging van het porto der briefkaarten zou brengen
Adressanten dringen nogmaals met klem aan op
verlaging van de binnenlaridsche tarieven voor brief
kaarten en brieven en ook van 't drukwerk in het
algemeen.
Het comité is er zich volkomen van bewust, aldu£
verder bet adres, dat de tariefsverlaging over de ge
heele lijn, -die het volstrekt noodzakelijk acht, al
thans in den aanvang eon vermindering van de ba
ten van het bedrijf zal medebrengen. Maar daar staat
in de eerste plaats tegenover dat de begrooting van
het bedrijf thans nog een niet onbelangrijk batig
saldo aanwijst. Voorts zal ongetwijfeld door toepas
sing Van denkbeelden neergelegd1 in de verléden jaar-
uitgebrachte rapporten tot reorganisatie van het be
drijf en zijn onderdeelen, een vermindering van las
ten kunnen worden verkregen.
De tariefsverlaging moet algemeen zijn en betee-
kenen een streven naar terugkeer tot de, aan de hand
van het indexcijfer naar de huidige verhoudingen ge
corrigeerde tarieven van vóór. den oorlog.
DE CABARETARTIEST MET PRINCIPES.
Op een van de eerste dagen van Juli kwam een
onbekende man bij een bewoonster van de Jacob
Catsstraat te Rotterdam postpapier te koop aanbie
den. De juffrouw had geen schijfpapier van noode,
maar gaf den man een dubbeltje. Kort daarop kwam
de man terug en toen vertelde hij haar, dat hij tot
voor kort een orgelzaak in de Noordmolenstraat ge
dreven had. De dood van zijn moeder had hot voort
bestaan van do zaak onmogelijk gemaakt on zoodoen
de was hJJ werkloos geworden. De man vertelde
voorts, dat hij zeer muzikaal was en dat hij vele
muziekinstrumenten vermocht te bespelen. Deze ta
lenten hadden hem in staat gesteld, een botrekking
in een cabaret te aanvaarden Het druischte evenwel
te zoér tegen zijne beginselen in, langer voor het da-
gelijksch brood te arbeid hl een dergelijk Instelling.
dan dat hij nog lang?" c^aret-mvricus kon blijven.
In afwachting van een gunstiger schikking van het
lot had hij het tot op dat oogenblik met zijn prin
cipes op een accoordje gegooid. Nu echter kon hij in
Den Haag een hem passende betrekking aanvaarden.
Alleenvoor deze betrekking had hij een bepaald
soort van jasje noodig en zijn geheele garderobe drceg
hij aan het lijf. De kosten voor de aanschaffing van
een dergelijk jasje bedroegen f2. De vraag was nu
of de juffrouw, die reeds eerder van haar goeder
tierenheid had doen blijken, door het schenken van
twee gulden aan een armen drommel, deze zich van
de plaats des verderfs zou willen verloaen.
De juffrouw, geroerd door het schoono verhaal en
verheugd mede te kunnen worken aan het, behoud
van 'n jongen man, schonk de twee gulden. Zich uit
puttende in dankbetuigingen verdween de cónscien-
cieuso musicus. Drie dagen later verscheen hij op
nieuw bij zijn weldoenster, ditmaal om te vertellen,
dat nergens in de stad het zoo begeerde jasje voor
twee gulden te koop was. Wel kon hij heele costuums
krijgen, maar deze kostten f 10. Hij was er evenwel
van overtuigd, dat hij na loven en bieden den prijs
nog lager zou kunnen krijgen.
De juffrouw gaf ditmaal f8, waarop de man om
aan zijn dankbaarheid lucht te geven deze laatste
onderhandeling had reeds in de huiskamer van de
weldoenster plaats gehad - naar het m die kamer
opgestelde harmonium snelde en op dit instrument
de melodie van het welbekende „Nader mijn God bij
li"- ten beste gaf.
Gisteren kwam hij opnieuw in de Jacob Catsstraat
om geld te vragen. De juffrouw had evenwol in dien
tusschentijd eens naar haar beschermeling geïnfor
meerd. Deze* had opgegeven Willemsen té heeten en
aan den Goudschen Singel te wonen. Toen bleek, dat
deze Willemsen aan het opgegeven adres onbekend
was, is de juffrouw naar de politie gegaan en deze
meent uit het signalement op te kunnen maken, dit
de juffrouw het slachtoffer is geworden van 'n wel
bekenden oplichter. Naar dien man wordt nu een
onderzoek ingesteld N. R. Ct.
ONGELUK.
In de fabriek voor chemische industrie Katwijk te,
Katwijk aan Zee is gisteren een ongeluk gebeurd,
Nadat een motorschuit gelost was, wilde de fabrieks
arbeider J. D. te Katwijk aan Zee zich met een door
mechanische kracht gedreven lier naar de derde
■verdieping laten optrekken. Op deze hoogte gleed de
arm uit den ring van de lier. tengevolge waarvan
de man naar beneden stortte. Hij was dadelijk dood.
Het slachtoffer laat een vrouw en vier kinderen
achter.
EEN VALSCHE CHEQUE VAN f52.000.
Belga meldt uit Brussel:
Een Antwerpsche bank heeft een cheque van 52.000
gulden uitbetaald aan iemand, die daarop verdwenen
is. Later ontdekte men, dat de cheque, uitgegeven
door de Rotterdamsche Bankvereeniging, valsch was
en dat de handteekening van den president van de
Bankvereeniging was nagemaakt.
OTËRLEEK.
Ds. Nijenhuijs Ockhuijzen, voorheen predikant te
Winkel, heeft het beroep naar Tilburg aangenomen.
ELF KNAPEN VERDRONKEN.
'Uit Feterborough (Ontario), 22 Juli. Elf knapen
in den ouderdom van zestien tot twintig jaar, die
aan de oevers van het Balzacmeer kampeerden, zijn
gisteren verdronken toen een sloep gedurende een
rukwind omsloeg. Vier jongens wisten zich door
zwemmen te redden. Zij klampten zich gedurende
vijf uren aan de boot vast.
De slachtoffers, die allen kondon zwemmen, go-
raakten langzamerhand uitgeput en verdronken in
het woelige water.
VLIEG-AVONTUREN BOVEN INDIA
Het Indisch Militair Tydsohrift vertelt hoe op
20 April jl. enkele vliegeniers en hunne passagiers
ondervonden hebben dat ook in de meestal zoo rus
tige tropische atmospheer zich geweldige* woelin
gen kunnen voordoen, van welkerbestaan do zioh
op de aarde bewegende mensch niet het geringste
vermoeden heeft.
Op dien dag koerden de luitenants-vliegenier Klip
fier, Duynstee en Molï van het vliegveld Tjililitan
(bij Batavia) naar Andir terug. Op de noordgrens
van de Preanger Regentschappen werd over de
G. Sanggaboeana langs de Z.W' zijde van do Boe-
rangrang gekoerst om daarna in meer Zuidelijke
irhting naar Andir te vfiegon. Boven het Preungor
nd en vooral' nabij de hellingen van don Roo-
rangnuig^ werden de vliegtuigen op niet bepaald
zachtzinnige wijze door 't luchtruim geslingerd. Her
haaldelijk had men heftige „remous" klappen te
verduren, waarbij de toestellen plotseling 30 h 40
meter omlaag stortten.
De le luitenant-vlieger Wegner, dio eveneens
dien dag van Tjililitan naar Bandoen# terugkeer
de, meldde het volgende:
„Van Tjililitan naar Bandoeng terugkeerenlde
bevond ik raii met do H. 130 om 2 uur 5 mm.
n.m. nabij' het: noodlanilingsterreiui Tambakan, op
een hoogte van 6600 voet. Vanaf Batavia had ik met
sterken wind in den rug gevlogen. Om den Tjiater-
pas te 'kunnen overtrekken moest ik niyn koers
in Z. richting veranderen on kreeg dahrbij den.
wind dwars in de vliegrichting. Om het afdrijven
in O. richting zooveel mogelijk te voorkomen zette
ik den motor vol open en vl'oog met 80 miji's vaart
in de richting van den Tangkoeban-Prahoe. Bij
Segala-Herang kwam ik in een remous, zóó hevig
als ik in mijn 4-jarige vliegemiersloopbaan nog nooit
had meegemaakt. Het toestel slingerde pre wol cl ig,
maakte links dan rechts' een halve „roll" (draaiing
om de lengteas), kreeg snelheden tot 110 mijl om
dan plotseling weer tót „stallen" over te gaan.
Boven de onderneming Djagandek voelde ik het
vliegtuig wegzakken, ondanks de 80 mijFs Snolheid
en keek ik tegen den Tiiaterpas ,aan. De hoogte
meter sloeg tot 5200 voet naar beneden, zoodaf ik
in dien korten tijd met vol motor en 80 mijl vlie
gende, zeker 1400 voet gezakt moest zijn. Ik keerde
terug naar Tambakan, bracht het toestel1 op 6400
voet en deed een nieuwe poging, ditmaal meer uit
N.Wl richting met den wind schuin achter. Weder
om zakte het toestel1 weg tot 5600 voet en juist was
ik van plan terug te keoren om eon anderen weg te
nemen, toen het toestel werd opgenomen en do
hoogtemeter tot 8000 voet opliep. Boven #den kam
pong Wates werd de hoogte, zonder dat ik hoogte
stuur gaf; 8400 voet om daarna, bij het nootdïan-
dingsterrein Tjibodas weer plotseling tot 8000 voet
te verminderen. Hot verdere verloop dor vlucht
verliep zonder bijzonderheden."
Ook de adjudant-onderoffïcier-vliegonior Kok on
dervond de gevolgen van de woelingen in de
atmospheer, toen htf den 20sten April' met de H.
21 in ballast van KaJidiatie naar Andir terugkeerde
Hii vloog van Kalidjatie in Z.W. richting mot. het
doel over het noodlandingsterroin Tjileuntja langs
de westelijke hellingen van don Boernngrnng te
vliegen. Er stond oen stevige W. wind. Hoe moer
hii' do hellingen van den Boerainprang naderde, des
te moor werd het toestel heen en wpor geslingerd
nu eens werd het op de reehter dan weer oe de
linker zij dq geworpen, meermalen zakte het plotse
ling honderden voeten om het volgende oogenblik
weer krachtig omhoog te worden getrokken.
De hevigste gevolgen van de verradorl'ijko fuchh-
stroomingen werden echter ondervonden, toen het.
toestel zioh boven den westelijken nitlooner van den
Boorancrang bevond en het noodTnmdingstorreïn
TjiTonntJa was gepasseerd. De vliegenier was toen
op een hoogte van 4500 roet. De machine dook
plotseling met den neus omlaag en werd met zóé-
voel kracht omlaag getrokken, dat do bosiuurdor
van zijn zitplaats werd gelicht. Het was of hot toe
stel1 kraakte onder de zware klappen, welke liet
tad te verduren. Kok beschrijft daarna, wat hij
hierop doed. ,Ak hield mot beide banden kramp
achtig* den stuurstokomvat, en, hoewel ik Ju erbij
den 6tok geheel' naar achteren drukte, reageerde
l et vliegtuig hierop niet. Na ongeveer 8ü0ti voet
cp die wijze to zijn neergestort, richtte 't toc.hol
zioh weder op, waarbij do vleugels klapperden en
c.e heele machine trilde."
De verdere vlucht tot Andir .verliep, behoudens
enkele zware remousklappen, zonder byzojiclèrht don
Men zegt, dat een toestel' „stallt" aJs liet
met den neus naar boven reoht omhoog wordt go-
trokken. Het verliest daardoor zijn snelheid on
valt dan voorover omlaag. Als hot toestel in zijn al
weer voldoende sncliiieid heeft gekregen, kan 't in
horizontalen stand worden teruggebracht.
MOET ONS ETEN LANG KOKEN?
Men hooft het in allerlei boeken als oen vooruit-,
gangvan de beschaving geduid, dat wy ons meeste
voedsel niet moer in rauwen, maar in gdkoekten t
toestand nuttigen. Bij physiologischo proeven in
cie vorige eeuw scheen dit koken ten goede to komen
£,an de betere vertering; daarbij werden scuadeiijko.
bacillen en ingewandswurmen by het koken gedood,
"zoodot het koiaen van het voedsel wel een byzonder
nuttige maatregel scheen.
in den iaatscen tijd heeft men bij hot onder
zoo^ van de vitaminen gemerkt, dat gekookt voed
sel in sommige opzichten achterstond by rauwe
spijzen. By heb koken worden nl. de vitaminen,
bescnadigd. Prof. Priedberger te Berlijn heeft nu
nog eens onderzocht, hoe 't staat mot liet li
chaamsgewicht van ratten, die met gewoon eten
uit ©en restaurant gevoed wordenoen andere serie
dieren werd daarnaast met hetzelfde ©ten gevoord,
nadat dit verscheidene uren by 1U0 gr. was ver
warmd, Daarbij bleek nu in de eerste pbuits, dat
de ratten die met hot kort gekookte voedsel gevoerd
waren, veel meer in gewioiit toenamen, dun zij die
het overgure eten te nuttigen kregen.
Dat was in het licht der vitaminen bezien, niet
verwonderlijk., Veel vreemder eeJiter was het, dat
de ratten van het overgare eten belangrijk meer
aten en niettemin toch minder zwaar wogen. Een
rat benoeft van rauw resp. kort gekookt voedsel
veel minder te gebruiken dan van zeer gaar ge
kookt eten.
Eriedberger heeft zoowel met jonge als met vol
wassen ratten gewerkt en by beide kreog hy het
zelfde resultaat.
Zouden deze proeven ook- geldcm voor menschep,
dan zou daarbij in de eerste plaats blijken, hoe
verkeerd het is, hot eten langen tijd warm te hou
den, zooaLsdit vooral in restaurants wel gebeurt.
ïViaar bovendien moet men zioh afvragen of men
niet weer moet terugkomen tot het rauwe voedsel,
jtiierby niet gerekend de gevallen waarin koken
gewenseht is, b.v. om bederf te voorkomen. Groen
ten echter kunnen met succes in vele gevallen rauw
worden genuttigd, worteltjes, slade, enz. in het
licht van deze proeven zal men zulks moeten be
vorderen. Priodberger meent, dat het voordeel van
even gekookt boven lang gokookfc voedsel; niet motst
gezocht wordon in de vitaminen, maar iii iets an
ders, dat nog onbokeold is. Of hy hiermee gelijk
heeft, kan betwijfeld worden, maar doét ook wei
nig ter zake.
Bij hot mesten van varkens doet zich hetzelfde
vraagstuk voor: het zou best mogelijk zijn. dat deze
dieren beter gedijen met rauw of oven gekookt dan
met gaar voedsel. Priedborger is bezig dit te on
derzoeken. „Munoh. Mod. Wbchensehr."
UIT HET PARIJS CHE LEVEN.
Er is wederom één dier Parijsche processen be
recht, welke groot opzien baren en waar een we
reldse h publiek op afkomt als op een mondmuo ver
makelijkheid. En natuurlijk is het met-de vrijspraak
van den beklaagde geëindigd.
Do heer bancel, de vervaardiger van de bekende
maroquin damestaschjes. doodde in Januari jl. met
enkele revolverschoten 'den minnaar zijner vrouw,
Reeds lang had hij het vermoeden «1 at zijn echtge-
noote hem ontrouw was; toen een „welwillende
vriendin" hem- waarschuwde, stuurde hij er een ge
heime detective op af, die de gangen der jeugdige
vrouw naging en constateerde, dat zij zich op be
paalde dagen naar het appartement begaf van een
jongen man, Marge geheeten, een sportief type en be
kend autohandelaar.
Tezamen inet eenige zijner vrienden, waaronder
een paar dames en zelfs een jong meisje, liet de heer
Lancel zich in den ochtend van den 20en Januari
naar de woning van Marge brengen. Ilij slaagde er
in tot het appartement door te dringen en trof daar
zijn echtgenoote en haar minnaar aan in omstan
digheden. welke eiken twijfel buitensloten. Het kwam
tot een heftige woordenwisseling, waarbij, volgens
Lancel. zijn echtgenoote hem geringschattend had
bejegend en Marge hem had bedreigd. Lancel ver
loor alle zelfbeheersching en loste eenige schoten,
welke Marge doodelijk troffen. Hij zag toen hoe zijn
vrouw wanhopig neerknielde bij hot lijk van haur
vriend.
Tijdens bot proces is veel droevigs en s'uitends
naar voren gekomen. Mme. Lancel bleek vroegerf
reeds gehuwd to zijn geweest met een zekeren Le-
vesque. die zich van haar had laten scheiden we-,
gens haar wangedrag. Zij was toen als typiste in
dienst gekomen bij do firma Lancel, waar zij spoe
dig met haar chef amoureuze betrekkingen aan
knoopte, die op zijn beurt weer in relaties met een
jong meisje stond. In 1923 verbrak Lancel deze lam
ste verhouding on huwde zijn typiste die hem ook
spoedig weer bedroog. Om, de kinderen uit haaj* ver
schillende huwelijken bekommerde zij zich ternau
wernood.
Een groote menigte was eergisteren en gisteren
naar de rechtzaal gestroomd om van het schandaal
te genieten. Aan de bepaling, van een vorigen minis
ter van justitie. Laval, dat alleen personen, die van
speciale kaarten zijn voorzien bij rechtzaken tegen
woordig kunnen zijn, werd geenszins de hand ge-
houden. Het was er vol van modieuse vrouwen, be
lust op melódramatiekS Zij waren teleurgesteld toen
werd medegedeeld, dat Mme Lancel wegens ziekte
niet kon verschijnen.
Opmerkelijk was dat alle vriendinnen van den heer
Lancol, die aanstonds bereid waren met hem mede
te gaan naar de woning van Marge, om de vrouw
te betrappen, tijdens de terechtzitting ziclj nie; meer
wisten te herinneren, 'hoe het korte drama zich had
afgespeeld. Zij wilden blijkbaar buiten alle moeilijk
heden blijven.
Twee dagen heeft het proces in beslag genomen.
Lancel. die door mr. PaulBoncour werd verdedigd
(de familie van Marge, die zich civiie partii hud ge
stold had inr. dé Moro Giaffcrri als advocaat.) slaag
de er in de rechters te overtuigen dat zijn daad zui
ver een crime passionnel was geweest, en dat hij
zijn oer hoog had moeten houden. Hij werd vrijge
sproken., nadat reeds de vorigo week zijn ech schei
ding te zijnen gunste uitgesproken was.
WAT HET REFERENDUM DE SOCIALISTEN GE
KOST HEEFT.
Men meldt uit Berlijn:
Het bestuur van de sociaal-democratische partij
doolt rnodo voor de netje van Hot referendum van 20
Juni jl. over het onteigenen der eigendommen der
Duitsche vorsten zonder schadeloosstelling, in lust g.1-
neel 2.042.056.91 mark'te hebben uitgegeven. Er zijn
72j4 millioen circulaires verspreid, 31j millioen bil
jetten werden aangeplakt, 6 millioen brochures rond
gedeeld. Do partiji heelt 32.920 openbare vergaderin
gen belegd.