Biunenlandsch Nieuws. Gemengd Nieuws. eene halfrond der aarde naar het andere kon reizen, zonder daar mij zelf rekenschap van te geven, en zonder mij er op het oogenblik'iets van te herinne ren? Zelfs, ingeval ik in Madrid terug komen zou, wie kon mij dan garandeeren, dat ik op een goeden dag weer niet zou verdwijnen en mijzelf in een onbekend hiiis in Piccadilly street of in den kelder van een huis in Calcutta zou terugvinden. Of wat wel het allerergstewas, in een maagdelijk oerwoud in Centraal Afrika! Neen, mijn leven was voor al tijd verwoest. In de angstaanjagende stilte kwam het mij voor, alsof het trapgat, waarin ik mij vergist had, begon te leven. Ik begon vreemde geluiden te hooren: diep.e zuchten, lichte voetstappen, en zooiets als het gedempt tikken van een groote klok. Er is geen plok, waar het zoo vol is van geheimzinnige, doffe geluiden als een trapportaal om drie uur in den morgen. Wanneer u het niet gelooven wilt, luistert u op een nacht aan een kier van uw deur, een kort oogenblik maar. Pe gewone spoken, die de kleine kinderen schrik aanjagen, zweven in het rond; ook eenige andere droefgeestige verschijningen, die wij uit nachtmerrie's kennen; kermend en hij gend gaan ze de treden op en'af en klagen in het donker; bleek zijn zij als alle andere spoken, omdat zij alleen in den nacht worken. Zij komen en gaan, zij verspreiden zich over alle verdiepingen. Zij fluiste ren, zij hoesten, zij trappelen mot de voeten..... Dit alles is nu juist niet aangenaam voor een mensch, die op een onbekende trap zijn sleutel ver loren heeft. Ik begon opnieuw te zoeken en tastend ging ik door een groote vlakke ruimte voorwaarts. Daar beroerden mijn handen een hek. Ik voelde een grendel. Ik trachtte opnieuw mij de plaats, waar ik mij bevond, voor te stellen. Maar plotseling hoorde ik beneden luide voetstappen, zij kwamen naderbij Reeds waren zij vlak bij..» Toen riep ik; „Wie daar?" De aangekomene bleef staan. Een stem, die on der mijn schoenen vandaan scheen te komen, vroeg angstig: „Wie bent u zelf?" „Ik verzoek u mij te antwoorden!" hield ik vol, Een stil zwijgen volgde. Dan klonk weder de steip: „Wat doet u daar bo ven?" „Ik heb mij vergist." „Hm!" bromde de man uit het donker. Toen hoorde ik een zeker metaalachtig geluid, een paar vloeken aan het adres van zijn lucifersdoosje. „Wel nu" hernam de man weer „wie bent u eigen lijk?" Ik neem aan, dat ik mij aan de deur van een trapportaal bevind, dat door een leuning omgeven is; maar of ik nu binnen of buiten die leuning ben, kan ik niet zeggen. Den grendel heb ik in mijn hand, maar dien terugschuiven durf ik niet." „Dat zal wel de deur van de lift zijn!" Ik zweeg een oogenblik. „Uitgesloten" zei ik toen „Want ik sta met mijn voeten op het gras. Om mijn woorden te bevestigen, rukte ik een bosje droog gras uit. „Het komt mij eerder voor" bromde de onbe kende „alsof U bezig bent de deurmat van mevrouw Gonzalez te ruineeren. Verontschuldig mij deze vraag: U drinkt wel gaarne cognac?" „Ik drink nooit" „Bent u dan misschien een inbreker? U kunt het gerust zeggen". „Neen, ik ben geen inbreker. Ik zweer het. Wat mij betreft kunt u gerust boven komen" „Een duivel" mompelde hij tusschon zijn tan- de». Daarop hoorde ik nog een licht krhken, waaruit ik opmerkte, dat hij op zijn teenen naar beneden sloop. Plotseling scheen het mij toe, als werd bij door een hevige angst aangepakt, want nu stormde hij met groote passen de trappen af naar heneden. Toen zette ik mij tegen het ijzerwerk van de lift aan en wachtte tot het aanbreken van den morgen. PLANTENZIEKTENLEBR. 209. Baar ik voorloopig afwezig zal zijn, raad ik de lezers mijner rubriek aan, als zij zieke planten heb ben op te sturen of vragen te stellen, zich te wen den tot den plaatselijken correspondent of regelrecht tot den Inspecteur, Hoofd van den Plantenziekten- kundigen Dienst ie Wageningen. DE BLADROLZIEKTE DER AARDAPPELPLANT. Deze door de praktijk dikwijls maar ten on rechte krulziekte genoemd, riche telken jare groote verwoestingen aan in de aardappelperceelen. Om een juist inzicht te rijgen in hetziekteheeld, dient tmen onderscheid te maken tusschen primair en secun dair zieke planten. Primair zieke struiken verkeeren dn het eerste jaarstadium der kwaal en zijn maar in lichten graad ziek, wat het onderkennen der ziekte niet ge makkelijk maakt. Meestal zijn in dat stadium de top- blaadjes licht gerold, <Lw.z. naar boven toe in de lengterichting omgebogen. De opbrongst van derge lijke planten is gewoonlijk gelijk aan of blijft niet ver beneden die van volkomen gezonde struiken. Secundair ziee planten hebben zich ontwikkeld uit poters van struiken, welke reeds het vorige jaar aangetast waren en zij maken een geheel anderen indruk. Zij groeien niet uit, blijven klein en gedron gen en hebben door hot stijf opstaan der bladstelep. «,*n spichtig voorkomen. Alle blaadjes, he>c sterke die aan het ondorste deel der plant zijn om den maddennerf naar boven omgevouwen. Daarbij zijn zij broos en hard en maken, wanneer men de plant be weegt, een blikachtig, rammelend geluid, waarmee de naam „rammelaars" in verband staat. Verder krijgt de plant een min of meer lichtgroene kleur, vooral veroorzaakt, doordat de lichtgroene onder kant der blaadjes zichtbaar wordt. De opbrengst be staat meestal slechts uit een handvol kriel. Men meene echter niet dat elke rolling, der.blaad jes van een aardappelstruik toe te schrijven is aan hladroü. Sterke droogte, overmaat van vocht, bescha diging van den stengelvoet door zwammen, insecten of andere oorzaken kan omkrullen der blaadjes ver oorzaken. Men heeft echter zoo goed als zeker met bladrol fte doen, wanneer de sterkste rolling aan de onderste blad oren wordt waargenomen, de stengel voet blank en ongeschonden is en de stengel stevig in den grond staat. Door de onderzoekingen van P'rof. Quanjer is aan getoond, dat hij de bladrolziekte de afvoer der in het blad geproduceerde stoffen het zetmeel naar de onderste deelon niet kan geschieden, doordat de kanalen, waardoor de afvoer plaats moet vinden, d* z. de zoefvaten, verwoest zijn. Het zetmeel blijft dus in het blad opgehoopt, wat ten gevolge heeft dat de bladeren zich omkrullen maar tevens, dat de ont wikkeling der knollen en wortels zeer ongunstig be ïnvloed wordt. Men is er nog niet in geslaagd de eigenlijke oor zaak van het verwoesten der zeefvaten te vinden. Wel is uit de onderzoekingen van Prof. Quanjer en Dr. Oortwijn Botjes gebleken, dat die verwoesting toe te schrijven is aan een smetstof, maar deze heeft men echter nog niet zichtbaar kunnen maken. De smetstof of m.a.w. de besmetting kan op ver schillende wijzen van de eene plant op de andere worden overgebracht, nl. door ziek pootgoed te ne men. Bij uitpoten van knollen, afkomstig van primair zieke planton, krijgt men struiken, die de bladrol ziekte in sterke mate vertoonon. Van zieke planten mag dus in geen geval pootgoed worden genomen,, maar ook niet van verdachte. Wanneer men een gewas heeft, waarin nogal een groot aantal aangetaste planten voorkomen, ie het zeer verstandig geen enkele aardappel van d&t per ceel voor poten te bestemmen. De kans is immers niet gering dat zelfs de oogenschijnlijk geheel ge zonde planten toch de ziekte onder de leden hebben. Wordt vervolgd. Baarn. K. V AN KEULEN. - EXAMEN-KNOEIERIJ. Twee jongens hebben bij het eindexamen van den S-jarigeD cursus van de 'Handelsschool aan den Berg- singel te Rotterdam van den conciërge, zekeren B., die belast was met het vermenigvuldigen van de examenopgaven, die opgaven in handen weten te krijgen. Een derde jongen heeft door hun bemidde ling het werk gezien en een vierde is van een ge- dèelte ervan op de hoogte gekomen. Bij het examen is door verschillende omstandig heden cn na een minutieus onderzoek van een com missie uit de leeraren dit geknoei aan het licht ge treden. De conciërge is geschorst, de drie jongens, die do opgaven in haar geheel in hun beZit hebben gehad krijgen geen diploma, de vierde moet een gedeelte van het examen overdoen. EEN INTERNATIONAAL ZAKKENROLLER GE SNAPT. Gisteravond heeft een rechercheur van 'de rijkspo litie op het station D. P. te Rotterdam den 34-jarigen J. A. uil Oekraine op heeterdaad betrapt bij het zakkenrollen. Op het oogenblik, dat' de D-trein BazelAmsterdam hier aankwam, liep A. over het perron. Dicht bij hem stonden 3 handlangers, van wie een zich eensklaps liet vallen. De beide andere handlangers drongen op waarbij zij togen een bejaarden heer, die zoo juist uit den trein gestapt was, aanbotsten. Van deze ge legenheid maakte A. gebruik om de portefeuille van den heer uit diens binnenzak te stelen. De recher cheur. die A. wel kende, was mee gaan opdringen en kon op die manier precies zien wat er gebeurde. Hij hield A. aan en bracht hem naar het politiebureau aan het Haagscheveer over, waar hij is opgesloten. Af. is een welbekende internationale zakkenroller, die reeds geruimen tijd door ons land reisde en op zijn meeste tochten door de politie gevolgd werd. Bij zijn verhoor vertelde 'hij, eerst gisteren over de Bel gische grens gezet te zijn. Het is evenwel gebleken, dat hij reedé eenige weken in Den Haag verblijf heeft gehouden. Zijn vingerafdrukken komen voor in de dactyloscopische registers van de politie te Am sterdam en Rotterdam. Hét is dus niet de eerste maal, dat de politie hier met hem te maken kreeg. ZIJDEWIND. De bouw van een drietal koolschuren alhier, is op gedragen aan den heer E. van Leeuwen aldaar. ONS VEE OP CEYLON. De waarnemend consul-generaal te Calcutta, de heer Klein-Moiekamp, deelt in „H.ber." enkele bij zonderheden mede mot betrekking tot de ervaringen, welke deze fokker op Ceylon met ons zwartbont vee heeft opgedaan. Deze fokker was de eerste, die dit veeslag op Cey lon importeerde; in 1921, Ï923 en in dit voorjaar voer de hij stieren in en dit jaar ook een vaars. Hij houdt zijn vee in 't warme en vochtige laagland van Cey lon, ongeveer 60 mijlen van Colombo, op kokosplan- tages. Er is altijd weidegrond tusschen de kokospal men, maar het gras is vrij armelijk, daar de boomen te veel voedsel aan den grond onttrekken. Het streven van den fokker is,kruisingen te ver krijgen van de ingevoerde stieren met Indische koeien en ook met Shorthorn en Ayrshire koeièn, die op de heuvels van Ceylon gefokt zijn. De koeien der eerste kruisingen gaven tweemaal zooveel melk al9 de moe ders en de bedoelde fokker is dan ook van meening dat het Friesch-Hollandsche vee, mits het goed ver zorgd wordt, zich op Ceylon heel goed houdt. Het weerstaat den invloed van het klimaat beter dan eenig ander buitenlandsch veeras, waarmede de fok ker proeven genomen had. De stieren, producten der kruising, zijn uitstekend geschikt voor transport werk. De ingevoerde stamboekstieren worden in den stal met „guinea"gras gevoederd, hetwelk het geheele jaar door. verkrijgbaar is. Daarbij krijgt elk dier nog krachtvoeder, terwijl de beesten eiken morgen en avond uitgelaten worden om tusschen de kokospal men te grazen en wat beweging te nemen. In den laatsten tijd zijn ook de theeplanters in de hooger gelegen streken begonnen met den invoer van Fjriesch-Hollandsch vee. Daar krijgen de dieren uit- sluitend stalvoeder, aangezien daar geon weiden aan wezig zijn. De directeur van landbouw op Ceylon schreef met betrekking tot het op bovenbedoeld bedrijf gehouden vee: „Onder de in de lage landen van Ceylon gefokte kruisingen komen mooie exemplaren voor en ik ge loof dat het Friesch-Hollandsche *ee geschikt zal blij ken te zijn voor de warmere en meer vochtige deelen van de tropen." Van het vee op een andere onderneming (waar in 1922 een 3-tal volbloed Friesch-Hollandsche runderen uit Engeland waren ingevoerd en waar thans 12 die ren van zuiver en 23 yan gekruist ras aanwezig zijn) werd door genoemde autoriteit gezegd: „De volbloed dieren waren alle van goed type, een koe en de stier waren buitengewoon goed. De raszuivere dieren komen mij veelbelovend voor en zij doorstaan het kli maat goed." VOOR VERLAGING VAN POSTTAREEVEN. Het comité voor, verlaging van de posttarieven wijst er in oen nieuw adres den directeur-generaal der Posterijen en telegrafie op, dat verschillende be perkingen, in den postdienst doorgevoerd, als ver mindering van het aantal bestellingen, verschillende bezwaren opleveren voor handel en bedrijf, die zich echter hierin schikken, in de hoop dat vermindering van lasten voor het bedrijf der posterijen -tariefsver laging mogelijk zal maken. Hiervan, aldus het adres, komt echter nog steeds niets. Al zijn de maatrege len omtrent vermindering van porto bij verzending van partijen drukwerk van eenig belang in verband rnet* de verlaging 'der onkosten door de voorwaar den, welke hierbij; gesteld zijn, is de besparing, op deze rekening verkregen, gering en zij weegt in geenen deele op tegen de verbetering, welke een vehlaging van het porto der briefkaarten zou brengen Adressanten dringen nogmaals met klem aan op verlaging van de binnenlaridsche tarieven voor brief kaarten en brieven en ook van 't drukwerk in het algemeen. Het comité is er zich volkomen van bewust, aldu£ verder bet adres, dat de tariefsverlaging over de ge heele lijn, -die het volstrekt noodzakelijk acht, al thans in den aanvang eon vermindering van de ba ten van het bedrijf zal medebrengen. Maar daar staat in de eerste plaats tegenover dat de begrooting van het bedrijf thans nog een niet onbelangrijk batig saldo aanwijst. Voorts zal ongetwijfeld door toepas sing Van denkbeelden neergelegd1 in de verléden jaar- uitgebrachte rapporten tot reorganisatie van het be drijf en zijn onderdeelen, een vermindering van las ten kunnen worden verkregen. De tariefsverlaging moet algemeen zijn en betee- kenen een streven naar terugkeer tot de, aan de hand van het indexcijfer naar de huidige verhoudingen ge corrigeerde tarieven van vóór. den oorlog. DE CABARETARTIEST MET PRINCIPES. Op een van de eerste dagen van Juli kwam een onbekende man bij een bewoonster van de Jacob Catsstraat te Rotterdam postpapier te koop aanbie den. De juffrouw had geen schijfpapier van noode, maar gaf den man een dubbeltje. Kort daarop kwam de man terug en toen vertelde hij haar, dat hij tot voor kort een orgelzaak in de Noordmolenstraat ge dreven had. De dood van zijn moeder had hot voort bestaan van do zaak onmogelijk gemaakt on zoodoen de was hJJ werkloos geworden. De man vertelde voorts, dat hij zeer muzikaal was en dat hij vele muziekinstrumenten vermocht te bespelen. Deze ta lenten hadden hem in staat gesteld, een botrekking in een cabaret te aanvaarden Het druischte evenwel te zoér tegen zijne beginselen in, langer voor het da- gelijksch brood te arbeid hl een dergelijk Instelling. dan dat hij nog lang?" c^aret-mvricus kon blijven. In afwachting van een gunstiger schikking van het lot had hij het tot op dat oogenblik met zijn prin cipes op een accoordje gegooid. Nu echter kon hij in Den Haag een hem passende betrekking aanvaarden. Alleenvoor deze betrekking had hij een bepaald soort van jasje noodig en zijn geheele garderobe drceg hij aan het lijf. De kosten voor de aanschaffing van een dergelijk jasje bedroegen f2. De vraag was nu of de juffrouw, die reeds eerder van haar goeder tierenheid had doen blijken, door het schenken van twee gulden aan een armen drommel, deze zich van de plaats des verderfs zou willen verloaen. De juffrouw, geroerd door het schoono verhaal en verheugd mede te kunnen worken aan het, behoud van 'n jongen man, schonk de twee gulden. Zich uit puttende in dankbetuigingen verdween de cónscien- cieuso musicus. Drie dagen later verscheen hij op nieuw bij zijn weldoenster, ditmaal om te vertellen, dat nergens in de stad het zoo begeerde jasje voor twee gulden te koop was. Wel kon hij heele costuums krijgen, maar deze kostten f 10. Hij was er evenwel van overtuigd, dat hij na loven en bieden den prijs nog lager zou kunnen krijgen. De juffrouw gaf ditmaal f8, waarop de man om aan zijn dankbaarheid lucht te geven deze laatste onderhandeling had reeds in de huiskamer van de weldoenster plaats gehad - naar het m die kamer opgestelde harmonium snelde en op dit instrument de melodie van het welbekende „Nader mijn God bij li"- ten beste gaf. Gisteren kwam hij opnieuw in de Jacob Catsstraat om geld te vragen. De juffrouw had evenwol in dien tusschentijd eens naar haar beschermeling geïnfor meerd. Deze* had opgegeven Willemsen té heeten en aan den Goudschen Singel te wonen. Toen bleek, dat deze Willemsen aan het opgegeven adres onbekend was, is de juffrouw naar de politie gegaan en deze meent uit het signalement op te kunnen maken, dit de juffrouw het slachtoffer is geworden van 'n wel bekenden oplichter. Naar dien man wordt nu een onderzoek ingesteld N. R. Ct. ONGELUK. In de fabriek voor chemische industrie Katwijk te, Katwijk aan Zee is gisteren een ongeluk gebeurd, Nadat een motorschuit gelost was, wilde de fabrieks arbeider J. D. te Katwijk aan Zee zich met een door mechanische kracht gedreven lier naar de derde ■verdieping laten optrekken. Op deze hoogte gleed de arm uit den ring van de lier. tengevolge waarvan de man naar beneden stortte. Hij was dadelijk dood. Het slachtoffer laat een vrouw en vier kinderen achter. EEN VALSCHE CHEQUE VAN f52.000. Belga meldt uit Brussel: Een Antwerpsche bank heeft een cheque van 52.000 gulden uitbetaald aan iemand, die daarop verdwenen is. Later ontdekte men, dat de cheque, uitgegeven door de Rotterdamsche Bankvereeniging, valsch was en dat de handteekening van den president van de Bankvereeniging was nagemaakt. OTËRLEEK. Ds. Nijenhuijs Ockhuijzen, voorheen predikant te Winkel, heeft het beroep naar Tilburg aangenomen. ELF KNAPEN VERDRONKEN. 'Uit Feterborough (Ontario), 22 Juli. Elf knapen in den ouderdom van zestien tot twintig jaar, die aan de oevers van het Balzacmeer kampeerden, zijn gisteren verdronken toen een sloep gedurende een rukwind omsloeg. Vier jongens wisten zich door zwemmen te redden. Zij klampten zich gedurende vijf uren aan de boot vast. De slachtoffers, die allen kondon zwemmen, go- raakten langzamerhand uitgeput en verdronken in het woelige water. VLIEG-AVONTUREN BOVEN INDIA Het Indisch Militair Tydsohrift vertelt hoe op 20 April jl. enkele vliegeniers en hunne passagiers ondervonden hebben dat ook in de meestal zoo rus tige tropische atmospheer zich geweldige* woelin gen kunnen voordoen, van welkerbestaan do zioh op de aarde bewegende mensch niet het geringste vermoeden heeft. Op dien dag koerden de luitenants-vliegenier Klip fier, Duynstee en Molï van het vliegveld Tjililitan (bij Batavia) naar Andir terug. Op de noordgrens van de Preanger Regentschappen werd over de G. Sanggaboeana langs de Z.W' zijde van do Boe- rangrang gekoerst om daarna in meer Zuidelijke irhting naar Andir te vfiegon. Boven het Preungor nd en vooral' nabij de hellingen van don Roo- rangnuig^ werden de vliegtuigen op niet bepaald zachtzinnige wijze door 't luchtruim geslingerd. Her haaldelijk had men heftige „remous" klappen te verduren, waarbij de toestellen plotseling 30 h 40 meter omlaag stortten. De le luitenant-vlieger Wegner, dio eveneens dien dag van Tjililitan naar Bandoen# terugkeer de, meldde het volgende: „Van Tjililitan naar Bandoeng terugkeerenlde bevond ik raii met do H. 130 om 2 uur 5 mm. n.m. nabij' het: noodlanilingsterreiui Tambakan, op een hoogte van 6600 voet. Vanaf Batavia had ik met sterken wind in den rug gevlogen. Om den Tjiater- pas te 'kunnen overtrekken moest ik niyn koers in Z. richting veranderen on kreeg dahrbij den. wind dwars in de vliegrichting. Om het afdrijven in O. richting zooveel mogelijk te voorkomen zette ik den motor vol open en vl'oog met 80 miji's vaart in de richting van den Tangkoeban-Prahoe. Bij Segala-Herang kwam ik in een remous, zóó hevig als ik in mijn 4-jarige vliegemiersloopbaan nog nooit had meegemaakt. Het toestel slingerde pre wol cl ig, maakte links dan rechts' een halve „roll" (draaiing om de lengteas), kreeg snelheden tot 110 mijl om dan plotseling weer tót „stallen" over te gaan. Boven de onderneming Djagandek voelde ik het vliegtuig wegzakken, ondanks de 80 mijFs Snolheid en keek ik tegen den Tiiaterpas ,aan. De hoogte meter sloeg tot 5200 voet naar beneden, zoodaf ik in dien korten tijd met vol motor en 80 mijl vlie gende, zeker 1400 voet gezakt moest zijn. Ik keerde terug naar Tambakan, bracht het toestel1 op 6400 voet en deed een nieuwe poging, ditmaal meer uit N.Wl richting met den wind schuin achter. Weder om zakte het toestel1 weg tot 5600 voet en juist was ik van plan terug te keoren om eon anderen weg te nemen, toen het toestel werd opgenomen en do hoogtemeter tot 8000 voet opliep. Boven #den kam pong Wates werd de hoogte, zonder dat ik hoogte stuur gaf; 8400 voet om daarna, bij het nootdïan- dingsterrein Tjibodas weer plotseling tot 8000 voet te verminderen. Hot verdere verloop dor vlucht verliep zonder bijzonderheden." Ook de adjudant-onderoffïcier-vliegonior Kok on dervond de gevolgen van de woelingen in de atmospheer, toen htf den 20sten April' met de H. 21 in ballast van KaJidiatie naar Andir terugkeerde Hii vloog van Kalidjatie in Z.W. richting mot. het doel over het noodlandingsterroin Tjileuntja langs de westelijke hellingen van don Boernngrnng te vliegen. Er stond oen stevige W. wind. Hoe moer hii' do hellingen van den Boerainprang naderde, des te moor werd het toestel heen en wpor geslingerd nu eens werd het op de reehter dan weer oe de linker zij dq geworpen, meermalen zakte het plotse ling honderden voeten om het volgende oogenblik weer krachtig omhoog te worden getrokken. De hevigste gevolgen van de verradorl'ijko fuchh- stroomingen werden echter ondervonden, toen het. toestel zioh boven den westelijken nitlooner van den Boorancrang bevond en het noodTnmdingstorreïn TjiTonntJa was gepasseerd. De vliegenier was toen op een hoogte van 4500 roet. De machine dook plotseling met den neus omlaag en werd met zóé- voel kracht omlaag getrokken, dat do bosiuurdor van zijn zitplaats werd gelicht. Het was of hot toe stel1 kraakte onder de zware klappen, welke liet tad te verduren. Kok beschrijft daarna, wat hij hierop doed. ,Ak hield mot beide banden kramp achtig* den stuurstokomvat, en, hoewel ik Ju erbij den 6tok geheel' naar achteren drukte, reageerde l et vliegtuig hierop niet. Na ongeveer 8ü0ti voet cp die wijze to zijn neergestort, richtte 't toc.hol zioh weder op, waarbij do vleugels klapperden en c.e heele machine trilde." De verdere vlucht tot Andir .verliep, behoudens enkele zware remousklappen, zonder byzojiclèrht don Men zegt, dat een toestel' „stallt" aJs liet met den neus naar boven reoht omhoog wordt go- trokken. Het verliest daardoor zijn snelheid on valt dan voorover omlaag. Als hot toestel in zijn al weer voldoende sncliiieid heeft gekregen, kan 't in horizontalen stand worden teruggebracht. MOET ONS ETEN LANG KOKEN? Men hooft het in allerlei boeken als oen vooruit-, gangvan de beschaving geduid, dat wy ons meeste voedsel niet moer in rauwen, maar in gdkoekten t toestand nuttigen. Bij physiologischo proeven in cie vorige eeuw scheen dit koken ten goede to komen £,an de betere vertering; daarbij werden scuadeiijko. bacillen en ingewandswurmen by het koken gedood, "zoodot het koiaen van het voedsel wel een byzonder nuttige maatregel scheen. in den iaatscen tijd heeft men bij hot onder zoo^ van de vitaminen gemerkt, dat gekookt voed sel in sommige opzichten achterstond by rauwe spijzen. By heb koken worden nl. de vitaminen, bescnadigd. Prof. Priedberger te Berlijn heeft nu nog eens onderzocht, hoe 't staat mot liet li chaamsgewicht van ratten, die met gewoon eten uit ©en restaurant gevoed wordenoen andere serie dieren werd daarnaast met hetzelfde ©ten gevoord, nadat dit verscheidene uren by 1U0 gr. was ver warmd, Daarbij bleek nu in de eerste pbuits, dat de ratten die met hot kort gekookte voedsel gevoerd waren, veel meer in gewioiit toenamen, dun zij die het overgure eten te nuttigen kregen. Dat was in het licht der vitaminen bezien, niet verwonderlijk., Veel vreemder eeJiter was het, dat de ratten van het overgare eten belangrijk meer aten en niettemin toch minder zwaar wogen. Een rat benoeft van rauw resp. kort gekookt voedsel veel minder te gebruiken dan van zeer gaar ge kookt eten. Eriedberger heeft zoowel met jonge als met vol wassen ratten gewerkt en by beide kreog hy het zelfde resultaat. Zouden deze proeven ook- geldcm voor menschep, dan zou daarbij in de eerste plaats blijken, hoe verkeerd het is, hot eten langen tijd warm te hou den, zooaLsdit vooral in restaurants wel gebeurt. ïViaar bovendien moet men zioh afvragen of men niet weer moet terugkomen tot het rauwe voedsel, jtiierby niet gerekend de gevallen waarin koken gewenseht is, b.v. om bederf te voorkomen. Groen ten echter kunnen met succes in vele gevallen rauw worden genuttigd, worteltjes, slade, enz. in het licht van deze proeven zal men zulks moeten be vorderen. Priodberger meent, dat het voordeel van even gekookt boven lang gokookfc voedsel; niet motst gezocht wordon in de vitaminen, maar iii iets an ders, dat nog onbokeold is. Of hy hiermee gelijk heeft, kan betwijfeld worden, maar doét ook wei nig ter zake. Bij hot mesten van varkens doet zich hetzelfde vraagstuk voor: het zou best mogelijk zijn. dat deze dieren beter gedijen met rauw of oven gekookt dan met gaar voedsel. Priedborger is bezig dit te on derzoeken. „Munoh. Mod. Wbchensehr." UIT HET PARIJS CHE LEVEN. Er is wederom één dier Parijsche processen be recht, welke groot opzien baren en waar een we reldse h publiek op afkomt als op een mondmuo ver makelijkheid. En natuurlijk is het met-de vrijspraak van den beklaagde geëindigd. Do heer bancel, de vervaardiger van de bekende maroquin damestaschjes. doodde in Januari jl. met enkele revolverschoten 'den minnaar zijner vrouw, Reeds lang had hij het vermoeden «1 at zijn echtge- noote hem ontrouw was; toen een „welwillende vriendin" hem- waarschuwde, stuurde hij er een ge heime detective op af, die de gangen der jeugdige vrouw naging en constateerde, dat zij zich op be paalde dagen naar het appartement begaf van een jongen man, Marge geheeten, een sportief type en be kend autohandelaar. Tezamen inet eenige zijner vrienden, waaronder een paar dames en zelfs een jong meisje, liet de heer Lancel zich in den ochtend van den 20en Januari naar de woning van Marge brengen. Ilij slaagde er in tot het appartement door te dringen en trof daar zijn echtgenoote en haar minnaar aan in omstan digheden. welke eiken twijfel buitensloten. Het kwam tot een heftige woordenwisseling, waarbij, volgens Lancel. zijn echtgenoote hem geringschattend had bejegend en Marge hem had bedreigd. Lancel ver loor alle zelfbeheersching en loste eenige schoten, welke Marge doodelijk troffen. Hij zag toen hoe zijn vrouw wanhopig neerknielde bij hot lijk van haur vriend. Tijdens bot proces is veel droevigs en s'uitends naar voren gekomen. Mme. Lancel bleek vroegerf reeds gehuwd to zijn geweest met een zekeren Le- vesque. die zich van haar had laten scheiden we-, gens haar wangedrag. Zij was toen als typiste in dienst gekomen bij do firma Lancel, waar zij spoe dig met haar chef amoureuze betrekkingen aan knoopte, die op zijn beurt weer in relaties met een jong meisje stond. In 1923 verbrak Lancel deze lam ste verhouding on huwde zijn typiste die hem ook spoedig weer bedroog. Om, de kinderen uit haaj* ver schillende huwelijken bekommerde zij zich ternau wernood. Een groote menigte was eergisteren en gisteren naar de rechtzaal gestroomd om van het schandaal te genieten. Aan de bepaling, van een vorigen minis ter van justitie. Laval, dat alleen personen, die van speciale kaarten zijn voorzien bij rechtzaken tegen woordig kunnen zijn, werd geenszins de hand ge- houden. Het was er vol van modieuse vrouwen, be lust op melódramatiekS Zij waren teleurgesteld toen werd medegedeeld, dat Mme Lancel wegens ziekte niet kon verschijnen. Opmerkelijk was dat alle vriendinnen van den heer Lancol, die aanstonds bereid waren met hem mede te gaan naar de woning van Marge, om de vrouw te betrappen, tijdens de terechtzitting ziclj nie; meer wisten te herinneren, 'hoe het korte drama zich had afgespeeld. Zij wilden blijkbaar buiten alle moeilijk heden blijven. Twee dagen heeft het proces in beslag genomen. Lancel. die door mr. PaulBoncour werd verdedigd (de familie van Marge, die zich civiie partii hud ge stold had inr. dé Moro Giaffcrri als advocaat.) slaag de er in de rechters te overtuigen dat zijn daad zui ver een crime passionnel was geweest, en dat hij zijn oer hoog had moeten houden. Hij werd vrijge sproken., nadat reeds de vorigo week zijn ech schei ding te zijnen gunste uitgesproken was. WAT HET REFERENDUM DE SOCIALISTEN GE KOST HEEFT. Men meldt uit Berlijn: Het bestuur van de sociaal-democratische partij doolt rnodo voor de netje van Hot referendum van 20 Juni jl. over het onteigenen der eigendommen der Duitsche vorsten zonder schadeloosstelling, in lust g.1- neel 2.042.056.91 mark'te hebben uitgegeven. Er zijn 72j4 millioen circulaires verspreid, 31j millioen bil jetten werden aangeplakt, 6 millioen brochures rond gedeeld. Do partiji heelt 32.920 openbare vergaderin gen belegd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 10