DAMRUBRIEK.
0
0
0:
0
0
0.
0
0
0
Hf
0
0
0,
0
0
is
0
m
0
0
wM
SP
m
m
m
w
11
8
m
'9
UI
B
H
MK
i!
MM
it
m
m
m
9
m
m
De Wereld der Vrouw
ROMMELKRUID-
m
Üf
m
il
0.
0
0
0
0
in
m
fH
0
0
0
IS
0
n
u
BI
SI
0
0
n
0
0
IS
lil
0
1®
Hül
Even Lachen.
Nuttige Wenken.
Verzoeke alles betreffende deze rubriek te zenden
aan C. AMELS Wz., WINKEL*.
PROBLEEM No. L
ZWART.
I
6
11
<w;
16
21
26
31
36
41
46
-
Wir.
8 10 13 14
Stand Zwart, 14 schijven op: 2 5
15 19 23 25 29 33 39.
S.and Wi 12 schijven, op: 16 17 21 22 26 27
30 31 32 42 49 50.
PROBLEEM No. 2.
ZWART.
WIT.
Stand Zwart, 16 schijven, op: 2 4 7 9 tot 12 15
17 20 21 25 26 27 35 36.
Stand Wit, 16 schijven, op: 13 19 23 28 29 33 34
37 tot 40 43 44 45 47 50.
1
Voor beginners den volgenden stand:
Stand Zwart, 6 schijven, op: 15 1 18 20 27 36.
Stand Wit, 6 schijven, op: 29 33 34 38 41 42.
Op de volgende manier wint Wit op tempo:
Wft 29—24, Zwart 20X40, Wit 38—32, Zwart
36X29, Wit 32X45.
OPLOSSING PROBLEEM No. 1.
Wit:. 22—18, 16X7, 27—22, 42-38, 50—44, 31—27,
21X3, 3X31.
I
OPLOSSING PROBLEEM No. 2.
Wit: 13—8, 37—31, 38—32, 34—30, 40—34, 28—22,
45X3, 3X6.
I HET VLUGGE PAARD.
Toerist: ..Koetsier, 'kan je niet wat vlugger voor
uit komen?"
Koetsier: „Ja ik wel, maar ik kan mijn paard niet
alleen laten."
f
JANTJE WIST HET.
Onderwijzer: i,,Wij 'hebben ons cijfer-svMeem VaD
de Arabieren, onzen halender Van do lïoru-J
or.s geld- en bankwezen- van de Italianen. Wie kan
nog-een dergelijk voorbeeld noemen?"
Jantje: „Ik meester, wij hebben onze koekepan
van juffrouw Jansen, de trapleer van de Meyers en
den jkinderwagen van de familie Willemse."
EEN REUZE-BOF.
Onderwijzer: „Als je vader wist hoe slecht jij je
in de school gedraagt, zou hij grijze haren krijgen
van ergernis."
Leerling: „Dan zou hij reuze in z'n nopjes zijn,
meester, 'want hij heeft heelemaal geen haar."
f DA'S TE BEGRIJPEN* i
Echtgenoot wien zoo juist een tweeling wordt ge
presenteerd: „Vrouwtje daar moet je nu niet een
gewoonte van maken."
HIJ WIST HET WEL.
Een oude Israëliet lag op sterven. Zijn gezin stond
rond zijn bed en vroeg hem de namen 'te poemen
van hen, die hem nog geld schuldig waren.
Hij noemde er een, twee, tot pen dozijn toe.
„Vader", zei nu de oudste zoon, „noem ons nu ook
de namen van hen, aan wie /u nog geld ischuldig
bent."
„Als die dood gaan", zei ide oude man, „zullen zij
't jou ook wel zeggen."
EEN GELDIGE HEDEN.
Lies: „Wat hebben ze bij Wies thuis toch op' dien
jongen van haar tegen?"
Mies: „Ze zijn bij haar thuis met zijn zevenen, en
in zijn auto is maar plaats voor zes!
HIJ HAD ZIJN ZIN.
Ontevreden klant: ,ïk heb dien wagen nog niet uit
de garage gehad, vanaf den dag, dat ik hem van U
kocht het ding wil eenvouudig niet ioopenl
Autohandelaar: „Nou meneer, maar herinnert U
zich dan niet, dat U zei, dat 0 een auto wilde heb
ben, die heel weinig benzine gebruikte?"
ETJ ZES DE fWJL-SESML
De kinderen waren in de wolken, want de nieuwe
winkel in het dorp gaf aan alle kinderen een bal
lon cadeau. Eén jochie vroeg, of hij er geen twee
mocht hebben?
„Nee, dat gaat niet," zei de winkelier. „Elk kind
krijgt er maar één. Maar misschien heb je een
broertje, thuis."
Het jongetje was erg eerlijk, maar ihij wilde toch
ook erg graag nog zoon' ballon hebben.
„Nee," antwoordde hij spijtig, „maar mijn zusje
h9eft er wel een ei. vc». dx. bi srtje zou ik er graag
een meenemen.
p
EERST SCHUBDEN.
Toen mevrouw Donderkop in de keuken kwam,
zag ze tot haar stomme verbazing, dat Grietje, het
daghitje, met een vuurrood hoofd stond te springen,
alsof haar leven ervan afhing.
„Wat beteekent die malligheid", brieschte me
vrouw.
„O, mevrouw, ik heb mijn drank ingenomen en
toen heb ik vergeten eerst-te schudden!"
PARUS CHE MODE.
De japon, links op onze teekening, is een alleraar
digst kleedingstuk voor tennis- en vacantiedracht en
is uitgevoerd in ivoor-kleurige crêpe de chine met
een ^roode ceintuur en roode stiksels. Een das, van
rood-en-witte foulard zijde geeft het geheel een
vroolijk effect.
De andere japon is gemaakt van lila linnen met
een kruissteekversiering van een eenigszins diepere
kleur. De stroohoed is lichtbruin (de tzoogonaamde
zonnebrand-kleur) met een (bloemen-motief-van stroo.
De baret, welke bij de eerste japon gedragen wordt,
is van rood vilt.
Een knippatroon voor elk der beide modellen is
verkrijgbaar in de maten 42, 44, 46 en 48 onder op
gave van No. 349a of 350a. Kosten 85 cents.
MOEDERS EN HAAR KINDEREN.
Een aardig geschenk.
Een moeder zegt:
„Het is soms heel moeilijk om iets nuttigs uit te
denken als geschenk voor een nieuwe baby, vooral
wanneer men weinig tijd heeft. Van oen stuk Zwit-
sersch borduursel, gekocht voor kinderjurkjes, kan
men een prachtig kussensloopje maken voor de
wieg of den kinderwagen. Men gebruikt' dan de ge
borduurde zijde voor den open kant."
minstens vier en twintig uru blijven staan.
Na deze vier en twintig uur moet de vloeistof sterk
geroerd worden, zoodat van het zaksel niets meer te
speuren valt. De regenjas, welke men maken wil,
ir Msschen' volkomen droog geworden 'zijn,
waarna men haar geheel onderdompelt in het lood-
water, desnoods met iets zwaars er op. Zoo moet de
jas minstens acht en veertig uur blijven staan. Later
moet men het kleedingstuk te drogen hangen en dn
geen geval wringen. Volgt men deze voorschriften
correct op, dan zal de regen niet meer in de stof trek
ken, maar er afrollen.
HOE MEN INMAAKEANNEN SCHOONMAAKT.
Behalve de Keulsche ipotten zijn ook nog de
ouderwetsche koperen inmaakpannen veel in ge
bruik en een van de belangrijkste dingen hiervoor is,
dat men terdege zorg draagt voor het steeds rein
blijven der pannen. Koper oxideert namelijk heel
spoedig en men moet daarom het inwendige der pan
nen steeds schoonmaken met zout en zand; twee
deelen zand tegen een deel zout. Dit mengsel moet
stevig op het koper worden gewreven met een dik
ken, flanellen lap. Eventueele vlekken aan den bui
tenkant kan men verwijderen met een weinig ci
troensap. Als de pan eenmaal goed schoon is moet
alles nog worden gepolijst met een zacht stuk rub
ber.
HOE MEN EEN JAS WATERDICHT KAN MAKEN.
Om een gewone jas waterdicht te maken, moeten
eerst alle knoopen en gespen verwijderd worden, en
indien dit aanwezig is, ook al het linnen. Daarna
moet men de jas op de gewone wijze uitborstelen en
wasschen, waarna zij goed drogen moet. Nu maakt
men een mengsel van een ons poeder-aluin en een
ons loodgruis. Dit moet worden vermengd met drie
liter water (of vier, als de jas bijzonder gToot is) en
WETEN SWAARDIGHED EN.
Is het U bekend:
dat muggen eerder blonde menschen met'een lich
te, rozige huid, "dan donkere, met een donkerder ge
laatstint steken?
dat Londen per dag per hoofd van de bevolking
130 liter water gebruikt?
dat we per jaar ongeveer 4.446 uur zonneschijn
kunnen hebben?
dat we er in het jaar, geëindigd 30 April jl. slechts
1.312 hebben geh,ad?
dat mieren in hun „steden" graanschuren, speel
kamers, enz. hebben? v
dat zij ook kamertjes hebben met andere insec
ten, die ze er hij wijze van huisdieren op na hou
den?
dat giraffen zeer nerveuze pn teere dieren zijn?
dat in Ehgeland haar wordt ingevoerd uit Italië
en Duitschland, omdat het haar van de gemiddelde
Engelsche vrouw niet fijn genoeg is voor haarwer-
ken?
dat het Londensche telefoonboek 2 Kg. weegt pn
1366 bladzijden telt?
dat er 320.000 namen van abonnó's in istaan?
dat het duurste hotel te New York is het St. Regis-
hotel?
dat de duurste pensionprljs in dat hotel is f 300
per persoon fcer dag?!
DE EERSTE ZILVERVOS SENFOKK EB IJ IN
NEDERLAND.
In hei Geldersche dorp Westervoort is het begir
gemaakt met een iniernv bedrijf waarvoor twellicM
in ons land een groote toekomst is weggelegd: hc
fokken van zilvervossen. De zilvervos is, naast, hc
sabeldier, de drager van het kostbaarste en vog?
menschen die zich de weelde ervan kunnen veroor
loven, meest gewilde bont, maar deelt met andere
pelsdieren het droevig lot van in wildon staat vrij
wel uitgeroeid te zijn. Hij hoort thuis in Canada en
toen na den oorlog de Vraag naar bont zoo ontzag
lijk toenam, is het dier in zijn vaderland in den na
tuurstaat zoo goed als verdwenen. Vóór hot echrer
zoo ver kwam, zijn in 'Canada groote fokkerijen op
gericht, die zich tot zeer lucratieve bedrijven (ont
wikkeld hebben en wat nu van de kostbare vachten,
waarvan het haar in het midden wit en aan do
punten en den wortel zwart is, aan de markt komt,
is vrijwel uitsluitend 'afkomstig van in gevangen
staat gefokte dieren. In Amerika was men reeds ge-
ruimen tijd geleden begonnen met het fokken in
gevangenschap van alle mogelijke kostbare pels
dieren, zooals de mink (of nerz), de waschbeer, de
skunk, de blauwe vos en d'e zilvervos. Het verste
heeft men het gebracht met het fokken van- zilver
vossen. Het begin van de teelt dagteekent van 1885
en de eerste huiden werden, nadat de fokkers vele
moeilijkheden hadden moeten overwinnen, in 1910
te Londen aan de markt gebracht, waar hun buiten
gewoon mooie hoedanigheid opzien baarde en ruim
6500 gulden het stuk opbrachten. In korten tijd wer
den deze pioniers millionnairs. wat niet te verwon
deren is, als -men een berekening nagaat, die wij in
een artikel in de „Bedrijfspluimveehouder" (waaraan
wij ook andei'e g&gevens jontleenen) aantroffen. Vol
gens deze berekening kan een fokker die het eerste
jaar drie paren zilvervossen voor f 7125 heeft aan
gekocht, in het vierde jaar, wanneer zijg bezft op
zijn minst tot twaalf paar oude en twaalf jonge vos
sen toegenomen kan zijn, na aftrek van allerlei on
kosten voor voederen en onderhoud van de rennen,
een winst van pl.m. f 97.000 gemaakt hebben.
Het Nederlandsche klimaat schijnt zich voor 4e
teelt heel goed te leenen. Heide- an zandgrond, die
door de zon gedesinfecteerd wordt, is eigenlijk nog to
prefereeren boven den kleigrond van Westervoort.
Het risico is gering, het dier is heel sterk en bij vol
wassen dieren-bedraagt de sterfte minder dan 1 pet.
De aanschaffingskosten van de eerste fokdieren zijn
weliswaar hoog (wij noemden hierboven den prij?
van drie paren: f 7125), maar (gelijk elk kostbaar
bezit is het natuurlijk ook mogelijk zijn zilvervossen
te verzekeren.
De heer Paul Frenzel te Westervoort., de eersto
zilvervosfokker op Nederlandschen bodem en eige
naar van de Emma E'verdina-hoeve, rekent voor een
redelijk bestaan met vijf paren als fokmateriaal te
moeten 'beginnen. Men voedert de dieren als honden
met melk en, hondenkaak en 's winters krijgen zi.i
ook vleesch voor een goede pelsvorming. In negen
maanden is de jonge zilvervos reeds volwassen en
na het eerste jaar kan er reeds met do dieren ge
fokt worden. Gemiddeld rekent men op vier jongt.»
per paar, dikwijls worden er echter vijf of zes gebo
ren (in de berekening hierboven waren als ongun
stigst geval slechts twee jongen per paar aangeno
men).
De kostbare wintervacht wordt in December ge
wonnen. Het is eigenlijk hard voor den eigenaar die
het vertrouwen van de van nature zoo schuwe die
ren van lieverlee verworven heeft, ze te moeten doo-
den om de vacht, maar dat kan niet anders, wil het
bedrijf rendeeren. Hef. dooden geschiedt door een
inspuiting met blauwzuur of door verstikking in een
gesloten kist, .waarin koolzuur geblazen wordt of
ook door het indrukken van de borstkas, alles om
de huid te spaden, die juist bij het vangen van wilde
dieren in klemmen of vallen nog al eens te lijden
heeft. De enkele van vallenzetters, afkomstige hui
den, .die nu nog weieens aan de markt komen, zijn.
behoudens de veel voorkomende beschadiging, (niet
zoo goed en zoo fijn als die van de farm-dieren. En
toch is de teelt van 'den zilvervos eenvoudiger dan jdie
van menig huisdier, zooals het varken, het rund of
het paard, dat zoozeer aan het risico .van allerlei-
ziekten onderhevig is. De beste 'vachten komen niet
uit de koudste streken, zelfs worden zij daar grover
en minder zijdeachtig. Fijne vellen brengt 'vooral
Prins Eduard's eiland voort, dat een betrekkelijk
zacht klimaat heeft. Aangezien de vos in het uitge
strekte Canadeesche gebied met zoo verschillend
klimaat overal aardt, is de acclimatisatie van het
dier in Europa en met name in Nederland niet
moeilijk, waarbij nog komt dat de vos een echte om
nivoor en dus niet van bepaald 'voedsel afhankelijk
is. Do overervingsfactor speelt veel grootcr rol en-
wie een fokkerij beginnen wil, doet daarom jgoed
zich slechts puike, door de Canadeesche overheid
zorgvuldig gekeurde dieren aan te schaffen.
Wereldkroniek.
DE HOUTWINNING IN CANADA.
Geen bedrijf heeft grooter veranderingen onder
gaan dan dat van de' houtwinning. Dat is voorname
lijk het geval in Canada on in do Vereenigdo Sta
ten, waar de [methode om boomen te vellen en uit de
wouden te vervoeren, een onderwerp van studie is
geworden. Nog slechts weinig, jaren geloden werden
de hoornen daar met do hand omgehakt en (de stam
men aan kabels over rollen voortgetrokken naar den
spoorweg of de rivier. Thans brengt men de woud
reuzen door mechanisch .gedreven zagen ten val en
gebruikt men stoomkracht om hen te vervoeren naar
de houtzagerijen.
Ofschponi stoomkracht en mechanischo hulp bijna
overwegend zijn geworden, is de handenarbeid in de
wouden nog geenszins verdrongen. Eer het togen- j
'deel' is het geval. Meer arbeiders dan 'ooit worden
bij de houtwinning gebruikt en nog velen zijn er
noodig, want het .werk is meer geschoold en heter
georganiseerd, terwijl er hooge loonen worden be
taald, wat gerechtvaardigd is door de toenemende
productie.
Canada ibezit de mooiste en grootste wouden van
de geheele wereld. Ell^e boomsoort treft men hin-
non zijn grenzen aan en het schoonste cn het zeld
zaamste hout wordt er in groote hoeveelheden ge
wonnen. Het land levert meer hout op dan alle an-