iliiitm Nltm- Mmintit- In WOUDA's Dinsdag 27 Juli 1926. Jaargnog. No. 788?. Uitgevers i N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Raad Callanfsoog. Feuilleton. Eenmaal voet aan boord Zelfrijzend Bakmeel Gemengd Nieuws. SCHAGER COURANT. Dit blad vorachljnt viermaal por woolc: Dinsdag, Woonsdag, Donder dag on Zaterdag. DIJ inzonding tot 'a morgens 8 uur, wordon Advor- tontlön nog zoovool mogelijk in hot oeretultkornond nummoc goi>luatut. POSTltlüClCNING No. 23330. INT. TELEF. no. 20. Prijs pej 8 maandon fl.05. Losso nummoza 0 cont. ADVERTEN- TïttN van 1 tot 5 rogola f 1.10, iodoro jrogol moor 20 cont (bowljeno, lnbogropon). Grooto loltora woftlon naar plaatst«ilmto horokoncL DIT MUMMER BESTAAS UXÏ ETWKE BLAAEN. Vergadering van den Raad op Maandag 26 Juli 1926, des morgens 10 uur. Voorzitter de heer Mr. D. Breebaart, waarnemend secretaris de heer Kooiman. Ziekte en hooibroel. Voorzitter opent do vergadering en deelt mede, dat tot zijn spijt de vergadering niet voltallig is. Van den heer MooiJ n.1. is bericht ingekomen, dat hij we gens ongesteldheid de vergadering niet kan bijwo nen, terwijl mededeeling is ontvangen dat de heer Vries verhinderd is aanwezig te zijn. Voorzitter spreekt den wensch uit, dat de heer Mooij weer spoe dig hersteld in ons midden zal kunnen verschijnen. De notulen worden, onder dankzegging aan den waarnemenden secretaris, onveranderd vastgesteld. Nog volgens een oude regeling. Van het Prov. Bestuur is <-e mededeeling ontvan gen, dat do uitkeering over 1926, ingevolge de wet van 1867, aan onze gemeente zal bedragen f 1066.06Y*. B. en W. stellen voor hierop geen beroep in te stel len, maar wijzen er den Raad op dat onze gemeente een uitkeering geniet van fl.66M per inwoner, wat in verhouding met andere gemeenten in de buurt een heel laag bedrag is. De norm is vastgesteld naar den toestand in 1867 en het komt B. en W. niet aanbevelenswaard voor om een dergelijke regeling te treffen over een zoo groot tijdsbestek. Beter was een regeling voor den tijd van 5 jaar. B. en W. zul len te zijner tijd zich dan ook tot de regeering en de Tweede Kamer wenden ten einde te trachten ver hooging van de bijdrage te krijgen tot het niveau van de andere gemeenten in de buurt. Het schrijven wordt voorts voor kennisgeving aangenomen. De heeren A. Vader en F. Veul zonden bericht, dat zij hunne benoeming als lid van het Burgerlijk Arm bestuur aannemen. Watergebrek. Van enkele inwoners van Callantsoog is een schrij ven ingekomen, dat zij door grooten afstand niet zijn aangesloten aan het P.W.È. Door de droogte hebben zij geen voldoende water, terwijl het nog voorradige water niet meer is te gebruiken. Adressanten vra gen nu het plaatsen van een kraan op den hoek Ab- besteeërwegZwarteweg. In het prae-advies wijzen B. en W. erop dat na het inkomen van bet adres, het sindsdien heeft geregend en de bakken dus wel weer gevuld zullen zijn. Met net oog op de kosten, vinden B. en W. het boven dien rliet gewenscht een kraan te plaatsen. Zij heb ben zich tot den lieer Baken gewend en deze heeft zich bereid verklaard, desgewenscht water af te ge ven tegen 2K cent per emmer van 20 liter. Op deze wijze oordeelen B. en W. het een oplossing, die wei nig kost en toch aan haar doel beantwoordt. Zonder bespreking wordt aldus besloten. Ged. Staten hebben goedgekeurd een suppletoire begrooting, dienst 1925. 35. door A. S. M. HUTGHINSON, Voor Nederland bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr. De hemelsblauwe oogen van den professor dansten van blijdschap. Ilij richtte zich op op zijn oude, beven de beenen; was, voor George het hem beletten kon, het haardkleedje overgestrompeld en drukte hem hartelijk en warm de hand. „Kranig, George!" jubelde hij. „Kranig! Kranig! Dat is het schitterendste nieuws. In geen tijden heb ik zoo'n gelukkigen dag gehad. Dokter! Het is schitte rend! Schitterend!" Hijgend van opwinding viéT hij in zijn stoel' terug. „Bel eens, Georg-e. Dat moeten we feeste lijk vieren." Een dienstbode kwam.,Susan," reide de profes sor, „breng erven eon kleine flèsoh Champagne een twee glazen. Mr. George is door zijn examen. Wat vlug Susan." Susan was vltLg; de kurk sprong; de glazen schuimden. „Nu zullen we ieder een glas nemen," zeide de professor. „Ik geloof, dat het mi? op dit uur .dooden zal, en als mijn vrouw mij betrapt,, zal zij mij naar bed sturen; dus moeten we ogy- sohieten. Op jo gezondheid, George; God zegene je en veel geluk 1" Als de dappere oude man, die hif was, dronk hij ad fundum, waarna hij Susan vroeg vlug allés weg te nemen voor dat mevrouw het merkeu kon. i „En vertel me nu j'e plannen' eens, George. Wel ken weg noem je naar Harley Street?. Toen vertelde George aan den 'hartallijkeni ouden man de heele tragische geschiedenis 't meisje, waarmede hij' wilde trouwen; de praktijk, die hij wilde koopen; de man, die zijn mooie scherpen, zelfs nog voor hu ze in zee gebracht had, schipbreuk: had doen lijden. .De professor, die Zelfs niet in staat was vrek kigheid te begrijpen, werd woedend in zijn afschuw over wat hij hoorde. Toen 't verhaal uit was, barstte hij los: „.Maar het is van jou. Het geld is van jou! Het is een onwettige toeëigening. „Dat is Juist wat ik ook zeg!" „Er moet gezorgd worden, dat bij het j'e geeft." George laonte bitter.. „Dat zeg ik ook. Maar hoe?" „Ben je zeker van j'e feiten, George?" „^k ben naar Somersetis House geweest en heb het testament van mijn moeder gelezen." „Dan zullen we hem door de wet «drongen het te geven." „Daarheb ik over gedacht," zeide George. ,ïk geloot niet, dat het mogelijk is. De passage luidt Een gunstig rapport van den schoolarts. Van den schoolarts is rapport ontvangen over het afgeloopen jaar. Rapporteur wijst er op dat hij, door dat hij -tevens nagenoeg overal als huisarts optreedt, zeer goed op de hoogte is met den gezondheidstoe stand der leerlingen en dit jaar dan ook weer heel weinig verbetering behoefde te worden aangebracht. Een woord van hulde wordt gebracht aan het on derwijzend personeel voor de goede samenwerking. Aan het einde van het rapport wordt nog de wen- schelijkheid uitgesproken de privaten te vervangen door één met waterspoeling. Voorzitter dankt den schoolarts voor de inzending van het rapport. Wat den wensch betreft over de ver betering van de privaten, prijsopgaaf is gevraagd en na ontvangst der opgave, zullen B. en W. met nadere voorstellen in den Raad komen. Een aantal ingekomen verslagen zal bij' de leden circuleeren en voorzitter hoopt dat de leden ze minutieus zullen doorwerken. Een verzoek om subsidie van het Genootschap tot zedelijke verbetering van gevangenen, zal bij de begrooting worden behandeld. Vastgesteld wordt een suppletoire begrooting 1926, tot een bedrag van f252, zoomede een suppletoir ko hier hondenbelasting, tot een bedrag van f10. Wijziging geldleenlngsbeslnlt. Was er in de vorige vergadering een besluit geno men tot converteeren van 4 geldleeningen in één geldleening, aan te gaan met de Bank van Ned Ge meenten, gebleken was dat Ged. Staten bun goed keuring aan dit besluit niet zouden verleenen. Nadat om die reden getracht was van de Bank van Ned. Gemeenten gedaan te krijgen dat zij haar aanbod een maand langer gestand zou doen en deze Bankinstel ling zich daartoe bereid had verklaard, bleek uit het inmiddels ingekomen scürijven van Ged. Staten, dat dit College niet accoord ging met de aangebrachte wijziging in de termijnen van aflossing, maar daar entegen de oude aflossingsregeling gehandhaafd wil de zien. Hoewel H en W. hefc. beter oordeelden, dat de aflossingen volgens bun idee zouden plaats vinden, nl. ieder jaar van de nieuw aan te gane geldleening een gelijk bedrag, stellen zij voor aan het verlangen van Ged. Staten te voldoen. In de eerste jaren zal de conversie thans alleen wat rentevoordeel' geven. De heer Visser informeert nog naar de wijze van aflossen, waarop de Voorzitter mededeeling daar over doet en de heer Kruisveld tot den heer Visser zegt: Je grootvader-zeggers kunnen er nu genot van hebben. VAN R IJ S W IJ K'S hebben zij den smaak van menschenvleesch gekregen. SCHOENHANDEL. SCHOENMAKERIJ. Er zullen 400 jagers, waaronder bekende Europeesche, UITGEBREIDE KEUZE. met inlandsche helpers aan de campagne deelne- PRIJZEN UITERST BILLIJK. men. Overeenkomstig het voorstel van Bi. en W. wordt besloten. L'I De ilnanclëele uitkomst over 1825. Aangeboden worden diverse rekeningen en wel": de gemeenterekeninpr, dienst 1925, aangevende voor aen gewonen dienst: ontvangsten f39304.01, uitgaven f 48160, nadeelig saldo f3855.99; kapitaal- dienst: ontvangsten f 42312.82, uitgaven 42063.15, Voordeeüg salao f 249.67; de rekening van het Burgerlijk Armbestuur: ont vangsten f 3638.37, (uitgaven f 3132.15, batig Saldo f 506.22. Voorzitter deelt mede, dat voor volgend Jaar het Burg. Armbestuur f 100 minder subsidie Zal vragen. De rekening van het G.E.B. sluit voorts nog, voor den gewonen dienst, ontvangsten f 11904.02Va, uit- g.alVen f 11347.49, batig saldo f 556.53V2, de kapitaals- dienst sluitin ontvangst en uitgaaf op f 3006.53V8. De rekeningen zullen nagestien worden door de leden van den raad, uitgezonderd de beide web houders. Bü de rondvraag verlangt niemand ider leden het woord, aoodat sluiting volgt. Voor Winkeliers bij Gross. v.h. M. DE HAAS te Alkmaar. woordelijk aldus: „Aan mijn broeder Christopher Marrapit 4000 pond, en ik verlang dat hrj mijn George opvoedt in het medische beroep. Niet DE MYSTERIEUZE ZIEKTE. De moerasziekte in het gebied van de Ohle breidt zich uit. Ook in het district Reichenbaph, het over stromingsgebied van de Peile, Liegnitz en de Ne- der-Silezische districten Lüben en Glogau hebben zich gevallen voorgedaan. Te Langenbielau werden tot dusver 300 personen aangetast. Hier en in an dere plaatsen kwamen ook typhusgevallen voor. EEN ROOVERSBENDE TE BRESLAU. Sedert ongeveer een half jaar werden te Breslau in het centrum der stad talrijke rooverijen, over vallen en afpersingen gepleegd. De politie is er thans in geslaagd de bende in handen te krijgen. Zij be stond uit 10 personen. BRAND IN DE HAVEN VAN SJANGHAI. Uit Sjanghai wordt gemeld, dat een hoeveelheid thee in het entrepot van de haven ter waarde van 60.000 pd. st. verbrand is. De totale schade van den brand wordt op 90.000 pd. sterling geschat. EEN CAMPAGNE TEGEN LEEUWEN. Het blad „African World" meldt, dat de gouver neur der provincie Mozambique in Portugeesch Oost-Afrika een campagne voorbereidt tegen de leeu wen, die vele slachtoffers maken onder de inlanders ten N. en ten Z. van de delta van de Zambesi. Ge raamd wordt dat er jaarlijks aldus 4000 inlanders worden gedood. Deze staat van zaken wordt aan den oorlog toegeschreven in dien zin, dat door de groote troepenbewegingen in de districten van Mozambique en Quilimane het kleine wild is weggetrokken, waar door de wilde verscheurende dieren, geen voedsel meer vindend, op de lijken van onbegraven of onvol doende begraven inlanders zijn gaan azen. Zoodoende DE HITTEGOLF IN AMERIKA. Ondanks de voorspellingen, dat de warmte zou af nemen, bleef de hoogo temperatuur gisteren overdag aanhouden. Des nachts trachtten de menschen buiten eenige rust te vinden. Er bestaat eenige beducht heid nopens het voldoende zijn der drinkwatervoor ziening, maar er is geen reden tot ongerustheid. Niet temin bevelen de autoriteiten zuinigheid aan bij het verbruik. DRASTISCHE MAATREGELEN IN BELGIS. Krachtens een reeks bepalingen welke de minister raad besloten heeft aan den koning voor te leggen, zal de minister van Nijverheid een maximumprijs voor steenkool kunnen vaststellen en den uitvoer er van kunnen beperken. De publieke vermakelijkheden zullen om een uur '8 nachts worden gesloten, met uitzondering van die in de badplaatsen. Het zal verboden zijn des namid dags warme maaltijden op te dienen. De m inisterraad heeft voorts de heffing overwogen van een belasting van tien francs op buitenlandsche auto's bij het binnenrijden in België. DRAMA DER ELLENDE. Te Saint-Denis heeft een man van tachtig Jaar zelf moord gepleegd na eerst zijn oen-en-tachtlg Jarige vrouw in haar slaap te hobbon doodgeschoten. Dit drazna der ellende heeft zich op do volgende wijze afgespeeld. Het echtpaar Beaufils hoeft zijn leven lang hard gewerkt, de man de laatste dertig jaar als monteur bij denzelfden baas. Zij waren arm maar tevreden en ondanks zijn hoogen leeftijd werkte de man nog geregeld. Een jaar geledon werd de vrouw, die een jaar ouder was dan haar man, bedlegerig en de ellende deed haar intrede in de woning der oudjes. De man kon niet meer geregeld naar zijn werk gaan, want wie moest er, als hij niet thuis was. de oude vrouw helpen? Alras werden dus de spaarduitjes aangesproken, want uit de berichten, die men in de Fransche bladen over dit tragische geval kan lezen, blijkt nergens, dat de tachtigjarige man, na dertig jaar bij denzelfden baas te hebben gewerkt, eenig pensioen genoot. Toen bet overgespaarde geld op was, werd de gemeentelijke armenzorg om onder steuning gevraagd, maar deze was zoo gering, dat de beide oude menschen aan bet zwartste gebrek wa ren overgeleverd. Toen beeft de man zijn wanhoops daad gepleegd. DE TOENEMENDE DUURTE IN BELGIë. Naar de correspondent der N.R.Ct. te Brussel meldt, valt ten gevolge van de toenemende duurte der le- vensmiddelen,'speciaal van het brood, onder de ar beiders een zekere beroering waar te nemen. In de industrieele centra van bet Walenland, vooral in de Borinage en de streek van Charleroi, wordt, door de communisten, van deze onrust gebruik gemaakt om zooveel mogelijk agitatie te verwekken en de arbeiders tegen de socialistische ministers op te zet ten. Ook in den schoot van de Arbeiderspartij zelf be gint de oppositie bet hoofd op te steken en reeds heb ben de Brusselsche afdeeling der Metaalbewerkers- centrale een het Arbeiders verbond van Vilvoorde aan de Brusselsche Federatie van de Socialistische Ar beiderspartij moties gezonden, waarin verklaard wordt dat, voor de sociaal-democratische ministers, zoon wIL_Jeens staat er „waarmede ik verlang." Ik! geüouf nieb, dat er jean wettelijke manier is om bet gelid te krijgen, dab ik noodig, neb 500 pond." II. Tien minuten lang antwoordde professor Wyvern niet. Hij staarde in bet vuur en nu en dan deed eed van zijn giohellachjes Zijn gebogen oude schouders schudden. Dan wendde bij zich tot George: „Niet wettelijk, wat zou jo dan van onwettelijk .zeggen, George?" George begTeep bem niet. „Er is een heel slecht denkbeeld bij mij opge komen," ging de professor voort. „Ik zou me er voor moeten schamen, maar dat doe ik niet. Th geloof, dat bet heel grappig zóju zijn; ik geloof, dat je oom bet zou verdienen. Ik weet zeker, dab het grappig zou^tijn, en ik geloof, dat 't heel' goed te „Vertel," zeide George. De oude schouders van den Professor schudden weer. „Neen, ik zeg het je niet,'.' zeide hij. Ik wil er geen deel aan hebben, omdat, wanneer mijn vrouw erachter kwam, zij mij naar bed sturen en daarin houden zou. Maar ik wil1 je een kléine geschiedenis vertellen, George. Als die een weg opent, welken jij volgen wilt, dan geloof ik, dat liet heeHgrai>pigi zou zijn. Maar je moet het mij niet „Het is heel1 geheimzinnig. Maar vertel 'de ge schiedenis. „Dat zal1 ik. Toen ik student in Duitsöhabd was, hadden we een professor, Meyer genaamd. Hij droeg een pruik, omdat hij heelemaal kaal was. Hij was erg gervoelig over die kaalheid en wilde niet, dat iemand het wist maar wij wisten het. Op een middag zou. er een beroemde violist in onze stad spelen. Allé professoren kondigden' aan, dat zij hun colleges op een ander uur zouden gevetiy zoodat de studenten het concert zouden kunnen bij wonen. Maar professor Meyer zeide, dat hij er niet aan dacht. Heb was een schakel^ in een reeks die niet gemist kon worden zijn leerlingen,, waartoe ik behoorde, waren dus woest, te meer daar we recht hadden op een vacantiedag. Nu meest een week voor het concert de burgemeester van onze stad een groot banket geven ter viering van den honderdjarigen geboortedag van een beroemd bur ger. Daar moest onze professor Meyer een rede voering honden. Welnu, toen hij hardnekkig bleef weigeren om vacantie te geven, belegden we een groote vergadering en besloten ons die vacantie te verschaffen, welke ons rechtmatig toekwam. Onze meest lief had hü zou z'ijti pruik verliezen twee dagen voor het banket bij dan burgemeester. Een onzer Zou, wanneer hij 's avonds naar zijn kamer ging hem zijn pruik afrukken. Voor zijn verslagen heid zouden wjj veel' iruodeljj(ien toonem en hem bot- j vendien onze hulp aanbieden. Misschien zou hij onze j Sogingen aanmoedigen door den prijs aan te bieden, i ien wij het meest begeerden. De samenzwering leidde bot een schitterend succes. We namen de pruik. We hulden hem in ons medelijden. „Vindt en geeft mij mijn pruik terug," zeide Hij, „en jullie krijgt je vacantie." We vonden de pruik en kregen i vacantie. Dat is het verliaaL" George begreep de bedoeling met. Hij stak een been uit, staarde naar de teen. Hij staarde naar i het vuur; hij staarde naar den professor, die zich gichelend in zijn handen wreef. „Ik begrijp niet hoe die geschiedenis mij helpen ken," zeide hij. „Dan moet je er maar eens goed over denken,'- antwoordde professor Wyvern. „Meer durf ik niet te zeggen. Ik mag geen deel hebben aan de conolu- i sie, die eruit getrokken kan worden. Maar begrijp io niet, dat het ding, dat professor Meyer het liefst had, zijn pruik was. Welnu Bill heeft me verteld, dat heb ding, dat je oom het meest ter j wereld lief heeft, is - Uit George's oogen schoten vexnken. Hij sprong met een vuurrood gezicht op. „Zijn kat!" riep hij. „Zijn Boos van Saron! Ik begrijp het. Ik begrijp het! Bij God, ik zal het doen. Duister eens „Neen, dat zal ik niet" zeri.de do professor. Ik wil er absoluut niets van webecn. Daar hoor ik mijn vrouw." „Ik begrüp het. In orde.r Maar vertel het aan niemand, zedis niet aan Bill." „Ik kan het niet vertellen, want ik weet niets' Maar ik vermoed, dat liet iets heel' grappigs is." En de professor Jiet een J.uid: „Ha, ha ha!" hoeren. „Liefste," zeide Mrs. Wyvern bij de deur, waar Iiacn je zoo hard om?" „Ha, ha, ha! Het is iets heel' grappigs." Mrs. Wyvern drukte een kus op zijn dunne haren. „Lieve William, het is toch niet een van die pijn lijke geschiedenissen uit je jonge dagen." George bleef dineeren. Tegen negen uur nam hij afscheid. Hij gingr niet naar huis. Dwalend door laantjes, kwam hij in een weiland, ging op een hek zittten en rookte daar vele pijpen, peinzend over zijn plan. m. Het was geen melancholiek proces. Nu en dan schudde hij van 't lachen; eenmaal moest hij zelffe zijn pijp uit zijn mond nemen, om uit te barsten) - j7> --- -in een schaterlach, welke een paar konijnen, die samenzwering werd gerechtvaardigd door zijn kop- dicht bij zijn voeten aan het flirten waren, op de pigheid. Hi] zou het ding verliezen, dat hij ^t vlucht joeg. Lang peinsde hij #Een kerkklok sloeg elf. Om tien uur was hij te diep begraven geweest. Nu was zijn hoofd uit het hol', waarin hij gewerkt had, en trok 'b geluid zijn aandacht. Nu lagen de bewoners van Ileron's Holt bo bod. „Ik zal1 het vannacht doen!" riép George. „Ik zal het op staanden voet doen!" Hij trok .zijn pijn aan. Een dikke rookwolk kwam eruit. De pijp brandde goed en daar voor zichtigheid hem zeide, dat 't goed zou zijn een poosje to wachten, zoodat de slaap de bedden lek kerder warm maken zou, besloot hij, dat hij' deze laatste pijp als samenzweerder rook en zou: do vol gende pijp zou hij rooken als bedrijver van het kwade. Hij trok zijn pijp aan. Een dikke rookwolk klink van het raam verwijderen, waarachter de Boos van Saron sliep. Zelf zou hn zich van haar persoon meester maken en zich dan wegspoeden naar de ingevallen hut in het kreupelboschje. Daar kon zy 's nachts veilig liggen; noen de hut noch 't boschje lagen op iemands weg. Den volgenden dag, wanneer de afschuwelijke diefstal ontdekt was, zou hij naar bevind van omstandigheden bandelen. Zijn medelijden zou geen grenzen kennen; zelf zou hij de onderzoekingstochten leiden. Als 't denk beeld van een belooning niet bij Mr. Marrapit op kwam, moest hij het opperen. Onwaarschijnlijk was het, dat in heb eerste oogenblik van verlies wanneer het no_gs chijnen kon, dat de Boos in de buurt was, de bewoning hefc door hem begeerde bedrag zou naderen. Het sfcfcond aan zijn slimheid dat te ver krijgen. Maar het zon ónmogelijk Zijn de Boos per manent in de hut te houden. Morgen, wanneer hif schijnbaar zocht,.kon hij de plek, Waar zij lag, bewakenmaar hij kon met altijd schildwacht zijn. Het land zou doorzocht worden, geen steen onom gekeerd gelaten worden. Zooals hij de zaak nu inzag, moest het plan zijn onder voorwendsel van een spoor te hebben ergens aan gene zijde van de spoorbaan te komen en de Roos met zich mede te nemen; want het succes van zijn heele plan hing af van het verborgen houden dor kat, tot Marrapit in de diepste wanhoop over hot terugkrijgen van zijn Roos op zijn knieën liggen zou en dan tot de hoogste extase opgevoerd zou wor den, wanneer zij weer in zijn armen gelegd werd. George zeide tot zichzelf, dat hij voorbereid moest zijn op de mogelijkheid, dat zijn oom niet in het openbaar een zoo groot bedrag als 500 pond als be looning zou aanbieden. Dat ontmoedigde hom ech ter niet. Inderdaad zou het het beste zijn, als die som werd uitgeloofd, maar. bij gebreke daarvan, rekende George tenslotte op Mr. Marrapit's dank* baarheid. Ongetwijfeld zou het, wanneer hij de kat „vond", Mr. Marrapit's natuurlijk antwoord zijn in ruil daarvoor de som te geven, welke hij dien middag zoo heftig geweigerd had. In ieder geval zou hij niet kunnen weigeren die te leenen. Wordt vebvolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 1