Alliiiu-Bitlis- MratiMit- LuttniHil Belangrijk^ Memoires. Prijsverlaging* Woensdag 28 Juli 1926. 69ste Jaargang. No. 7884. UitgeversN.V. v.li. TRAPMAN Co., Schagen. Feuilleton. Eenmaal voet aan boord Dit blad vorschljnt viermaal por woolc: Dinsdag, Woonsdag, Donder dag on Zatordag. DIJ inzending tot 's morgens 8 uur, worden Advor- tontiön nog zoovool mogelijk in hot oowatuitkomond immuun; geplaatst. POSTltlilCliNING No. 23330. INT. TELEF. no. 20. Prijs peg 8 maandon f 1.05. Loeao nummora 0 cont. ADVERTEN- TIöN van 1 tot 5 rogola £1.10, iodoro xogol moor 20 cont (bewljano, inbogropon). Grooto iottora wordon naar plaatsruimte borokond. Cetawayo zou nog meer van zioh doen spreken. Op 24 Mei trok het expeditiecorps van Lord Chelmsford Zuiuland binnen en al spoedig Jg-eeg Red vers Ruller voeling met den vijand, die zioli terugtrok. Bij die gelegenheid was de jonge Fran- solie prins Napoleon, de zoon van Napoleon III •en Keizerin Eugenie, zoo^ vermetel opgetreden en ihad zijn leven zoo zeer in de waagschaal gezet, dat Generaal Biuller geen lust had de verantwoorde lijkheid voor den jongen prins 'te aanvaarden, zoo dat deze naar het hoofdkwartier gedetacheerd werd met strikte orders aan den Kwartiermeester- Generaal Kolonel Harrison, dat de Prins het kamp niet mocht veriaten, zonder speciale permissie van den commandeerenden generaal. De Prins kreeg echter op den Ten Jum van Kolonel Harrison verlof om met luitenant Carey in de buurt schetsen te gaan maken van de omge- 'ving. Ik heb in een vroeger artikel reeds pens be schreven, hoe de jonge Prins in een hinderlaag der Zoeloes viel en door hen met assagaaien gedood werd. Ik zal dus niet in herhalingen vallen. Grenfell vertelt, hoe hij Carey en den Prins nog was tegengekomen en hem op het hart gedrukt had, voorzichtig te Zijn on dat de prins toen lachend gezegd had, dat Carey wel op hem zou passen. Toen Grenfell 's avonds met Kolonel Harri son en andere officieren dineerde, was Carey nog niet terug, zoodat men eten voor hem warm liet houden, toen de maaitijd afgeloopen was. Niemand dacht aan een ongeval. Eindelijk kwam Carey de tent van Grenfell binnen. Grenfell riep hem gekscheerende boe: „Wat ben je laat; we dachten al .dat je gesneuveld was." Carey ant woordde: Mij mankeert niets, maar .de Prins is gedood. Grenfell was zeer ontdaan en ging met Carey mee, om Lord Chelmsford melding te ma ken van het vreeselnke geval. Lord Chelmsford was hevig ontroerd. Trerfena is, hoe Grenfell een paar dagen te voren aan zijn zuster over den Prins ge schreven had. In dien brief maakte hij melding van de roekeloosheid van den dapperen jongen man, toen hij nog onder Redvers "Ruller diende en ge heel alleen achter de Zoeloes was aangestormd, het zwaard in do vuist, luide kreten uibstooitiende. Hij deed Grenfell denken aan Napoleon I, maar deze had een Zwaar hoofd in heb lob van een zoo roekeloos officier. Het zelfde zwaard, dat hij bij die gelegenheid zwaaide en hetwelk toebe hoord had aan zijn beroemden oom, den eersten Keizer, had hij gedragen, tijdens den overval door de Zoeloes. Het werd door Cetawayo aan Lord Chelmsford terug gezonden, met de opmerking, dat Ëij vernomen had, dat de gevallen officier een maohtig Prins was en dat hij 't zwaard daarom ter beschikking der familieleden stelde. Cetawayo was een edelman in tijn optreden. Grenfeli's sombere voorspelling, aan zijn zuster geschreven, is helaas bewaarheid geworden. Grenfell verliet in 1881 Zuid-Affika en kreeg bij zijn aankomst in Engeland bevel weer bij zijn oude regiment, terug, te keeren. Van 1874 tob 1881 was hij stafofficier geweest en had .een zeer interes santen tijd beleefd. Grenfell zag, zooals feen be grijpen kan, erg op tegen het saaie garnizoensleven in Engeland. Hij had zich echter noodeloos zorgen gemaakt, want het stond blijkbaar in de sterren geschreven. door A. S. M. HUTCHINSON, Voor Nederland bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr. 86 In het begin van zijn overpeinzingen had George be sloten het niet aan zijn Mary te vertellen. In de eer ste plaats zou het wreed zijn haar te veroordeelen tot de marteling, om voor Mr. Marrapit, voor het heele huishouden, voor ieder, dien zij mocht spreken, co- medie te spelen; in de tweede plaats in de tweede plaats verkeerde mijn schandelijke George in twij fel hoe zijn Mary d t complot, wanneer hij er haur deelgenoote van maakte, opvatten zou. Dat het vol komen verdedigbaar was, zou hij persoonlijk voor de aartsengelen bezworen hebben. Deze vrekkige oom onthield hem geld, dat even onbetwistbaar van hem zelf was als het aanzijn, dat zijn moeder hem gege ven had. Voor de geheele engelenschaar zou hij dat volgehouden hebben. Maar zijn zaak bepleiten voor zijn Mary was een heel andere quaestie. Misschien zou het niet noodig zijn te pleiten; zijn Mary kon het volkomen met hom eens zijn. Hot kon, maar het was een mogelijkheid, die hiji liever niet op de proef wilde stellen. Zijn Mary was een jong meisje en jonge meisjes worden in hun zienswijze beperkt door gewetensbezwaren, waardoor mannen zich niet laten beinvloeden. Zijn Mary en dat maakte een proef zoo gevaarlijk zijn Mary was zijn Mary en goed kende hij het kleine hart, zoo smetteloos wit, dat het onmiddellijk de kleinste vlekken zien zou in ieder briesje, dat over de oppervlakte ervan streek. Neen, hij zou het zijp Mary niet vertellen. Wanneer het gebeurd was wanneer hij, de schelm met het zwarte hart, de kleine heilige veilig in de strik had, die zij zoo heerlijk vinden zou dan, dan zou hij het haar vertellen, haar angstige .gilletjes als zij gilde het zwijgen opleggen door haar te zeggen, dat zij het geld terugbetalen zou, hetzij gewonnen als uit geloofde premie (wat onwaarschijnlijk was), hetzij verdiend als teeken van dankbaar heid (wat hoogst waarschijnlijk was). Hij had slechts ter leen gevraagd en het zou slechts een leening zijn. Over de donkere velden heen kuste hij in gedach ten zijn kleine heilige. Natuurlijk natuurlijk het plan zou kunnen mislukken. Er konden aller lei dingen gebeuren om. het in duigen te doen vallen. Dat was een sombere terneerslaande gedachte, maar hij sloeg die plat met den vroolijken hameïv welken de levenslustige jejgd zwaait: „Als het mislukt, dan verlies ik er toet liets mede." dat: hin zijne carrière in Egypte aou maken. Toen hij in Jull 1882 met Colonel Lane den Hertog, van Cam bridge vergezelde, bij diena kerkgang naar de St. Anna. Kerk, SoJao te Londen, eindigde1 de voorlezer met de woorden: „En nu zal ik U naar Egypte zenden." Het was als een waarzegging voor Lane en Gren fell, want 14 dagen later voeren beide officieren naar Alexandrië, Lane als adjudant van den hertog van Connaught en Grenfell van, Sir WoLseiey. In die dagen werd Egypte geteisterd door een op stand onder Colonel Aohonefc Arabi, die een ul timatum gezonden had aan Piaz Pasha» met de volgende eisohen: aftreden van het .ministerie, 't verieenen van een constitutie, uitbreiding! van het leger. Zouden deze eischen niet worden ingewilligd, dan zou Arabi het Abdin Paleis bezetten. De op standelingen hadden als leuze: „Egypte voor do Egyptenaren." Arabi bombardeerde de forten van Alexandrië en het gevolg was een expeditie van 30.000 man onder Sir Garnet WoLseiey, waaraan zooals wij reeds lazen, Grenfell toegevoegd was. De Engelsche troepen droegen hun roode uni form, WoLseiey meende dat een Engelsch soldaat zonder roode rok geen Engelsch soldaat was en hadden geweldig van de hitte te lijden. Den 13en September kwam het bij Tel-el-Kebir tot een treffen. De slag duurde slechts ruim een half uur. De Egyptenaren hadden hun front te breed gemaakt en daardoor krachten versnipperd. Sir Garnet WoLseiey rulste onmiddellijk verder met als doel: Caïro. Ondanks de vele moeilijkheden en den brandenden zon, bereikten de Britsohe troepen spoedig Caïro. Arabi gaf zich over en de opetand was bedwongen. De Khedive kon weer in zijn hoofdstad terug- keeren. De Egyptenaren maakten groote preparatie ven voor een xeesfcelyken ontvangst. De Khedive en de Hertog van Cannaught werden luide toege juicht, toen zij de stad binnentrokken. Op deze wijze, maakte Grenfell kennis met den Khedive, die hij zoo veel jaren zoiu dienen. De meeste Engelsche troepen verlieten Egypte, doch de rest bleef onder Sir Archibald Alison met Grenfell als assistent-adjudant-generaal, ten einde kracht bij te zetten aan de hervormingsmaatrege- len,, welke Lord Dufferin zou invoeren. Die taak was niet gemakkelijk, want bijna alle" Europeesohe Staten begonnen diplomatieke moei lijkheden in den weg te leggen. In 1883 verliet Lord Dtufferin Egypte. Kort daarna, brak een cholera^epidemie uit onder de Egyptische troepen. Deze soldaten standen onder aanvoering van Engelsche officieren. Hun doctors waren Egyptenaren. Deze waren doodsbenauwd en moesten naar de patiënten gesleept worden. De officieren deden inmiddels wao zöj konden om de mannen te helpen. Uit Engeland arriveerde een aantal doctors onder Dr. Rogers. Deze begonnen de cholera systematisch te bestrijden, o.a. door ge heele wijken te doen verbranden. VAN RIJSWIJK'S SCHOEN HANDEL. SCHOENMAKERIJ. UITGEBREIDE KEUZE. PRIJZEN UITERST BILLIJK. Aan te bieden een groote partij TRANSPORTBUITENBANDEN, 28 XlX f L— CORD BUITENBANDEN vanaf 11.65 BINNENBANDEN, prima kwaliteit fl.- G. ANNEVELDT, Dorpen, Laan, Schagen. De rook kwam uit donkere wolken uit zijn pijp. Hij schudde den kop leég. Asch en vonken vielen eruit. De pijp was uitgerookt. „Allo! VooruitI Het spel is begonnen!" IV. Een maan, helder als die,, welke scheen, toen Bill naar Heron's Holt sloop, om zijn gezegende maagd het hof te maken, gaf een heider licht aan George, toen hij na een wandeling van twee mijl, lustig flui tend het huis naderde. Op het grasperk werd hij voorzichtiger. Maar de maan liet hem zion, dat Heron's Holt met dichte luiken sliep. De balkonkamer aan den achterkant van het huis kwam uit op een klein grasperkje, dat haar van den moestuin scheidde. George naaide zijn mes te voor schijn, naderde het raam. Nu was hij inderdaad een misdadiger. De klink te verwijderen was makkelijk genoeg, er was ruimte in overvloed tusschen het boven- en be nedenraam. George stak er zijn zakmes tusschen. Het einde van het lemmet kraste tegen de klink; een kleine drukking een daarop reageerende beweging; nog iets harder en klik, de zaak was in orde. Nu schuift hij het raam op; nu is hij in de kamer. Het licht van een lucifer laat hem de slaapmandjes zien en in een daarvan de Roos, lekker opgerold, iets bloot onder haar zijden spreitje. Word nu wakker, Roos zooals ouderwetscho schrijvers u toegesproken zouden hebben. „Word wakker, Roos! Word wakker, mooie Roos! Koninklijke Roos, ontwaak! Ontwaak,, ontschatbare, maagdelijke Roos! Miauw, kr&bbel, bij.t! Klauw die boosaardige handen,' welke afdalen in uw rein bed! Spring op als een vlekkelooze maagd, gewekt, om een boeleerder bij haar bed te vinden. Spring, Roos spring! Spring, Roos, wild door deze kamer, die gij anders niet terugzien zult voor gij ontzettende ge varen doorgemaakt hebt! Spring, Roos, spring! Maar Roos niet. De handen van den boeleerder daalden op haar neer zij spinde slechts. Zij sloegen zich om haar warm en prachtig lichaam zij spinde er slechts te harder door. Zij streelden haar, terwijl zij haar vast omvatten zij strekte een poot uit en spinde des te vergenoegder. Misschien droomde deze .maagdelijke kat van een dapperen jongen kater, die haar het hof maakte; misschien hadden die liefkoozingen haar verheerlijkte plaats in haar visioenen; misschien zij spinde slechts. Nu nam George haar ónder zijn arm. Haar pooten bengelden jammerlijk. De dappere jonge kater sprong uit haar droomen en zij werd wakker. Zij! bewoog zich. George had een voet op het kozijn en hét nacht- De Khedive bezocht inmiddels ieder en dag1, zqjm zieke manschappen en sprak hen moed in. Zijne populariteit werd iederen dag1 groote. Eindelijk .was de epidemie overwonnen. Officieel waren 58.UOO dooden geboekt. Grenfell meent echter, dat er wat 100.000 dooden te betreuren waren. Het waren moeilijke dagen voor Egypte. Ge lukkig, braken betere tijden aan, toen Sir Evelyn Biaring in September van 1883 in Egypte kwam, met opdracht de geheeld administratie te hervor men. Ondanks tegenwerking, vooral1 yan Fransoiie •zijde,gehikte het Baring om zoodanige hervormin gen in te voeren, dat Egypte zdenderoog vooruit ging. Grenfell had het voorrecht 10 jaar met Sir Evelyn Baring te mogen samenwerken en de op leving van Egypte te mogen oonstateeren. Inmid dels werden de berichten uit Oostelijk Soudan steeds ongunstiger. Osman Digna, een gewezen slavenhandelaar, wiens men3chenhandel door 't op treden der Engelschen teniet gegaan was, was van zelf zeer op de Engelschen gebeten. Hij wist gToo- ten invloed te krijgen bij den stam der Haden- dowa,_ waartoe hij behoorde en vervolgens bij den Mahdi. Door zijn drijven trok de Mahdi de partij der Derwischen, de fanatieke Mohamedanen,die den Heiligen TJorlog aan alle ongeloovigen verklaard hadden. De Mahdi gaf op aanstoken van Osman Digna een proclamatie uit aan de verschillende stammen, waarin hjj ieder aanspoorde de Derwi- schen in hun krijg te steunen. Degenen, die moch ten weigeren, zouden onthoefd worden, terwijl de genen, die de zaak van den Profeet zouden dienen, het Eeuwige Paradijs zouden verkrijgen. Aan Baker Pasha, Chef der Politietroepen, werd opgedragen, de door de Derwisohen bedreigde En- gelsohe posten: Sinkat en Tokar, te onbzettten. Het was een bij elkaar geraapt zoodje troepen, waar mede hij naar den Soudan vertrok.- De Engelsche troepen moesten de heeren naar het station escor teeren, uit vrees, dat zij anders zouden deserteeren. Baker Pasha landde te Tunkitat en ging met zijne 2600 man op weg. Plotseling werd hij door de Der wisohen overvallen. Biaker, een dapper man, be hield volkomen zijn tegenwoordigheid ran geest en liet een carré vormen. De 1500 Derwisohen met hunne speren zwaaiend, stormden onder luide kre ten op de troepen aan, deze, inpl'aats van den aan val te doorstaan werden door een paniek aange grepen, vluchtten en een vreeselijk bloedbad was het resultaat. Grenfell' vertelt hoe hij 5 jaar later de plek, waar het gevecht liad plaats gehad, voor bijreed en tallooze geraamten, verbleekt door den zon, als griezelige getuigen, zag liggen.-Sinkat en Tokar moesten zaoh overgeven. De Commandant van Sinkat, trachttte zich met Zijne troepen door den vijand heen te slaan, maar vond den dood. Grenfell had inmiddels carrière gemaakt en had het reeds gebracht tot onderbevelhebber van 't Egyptische leger. Inderdaad was Egypte voor hem het land van belofte, want toen Sir Evelyn Wood het opperbevel neerlegde, volgde Grenfell hem 'als Sirdar op. Vanzelf kwam hij nu in voortdurend con tact met den Khedive en hoeft voor dezen niets dan lof over. Na diens dood volgde zijn Zoon Abbas Hihni hem op. Grenfell' had slechts betrekkelijk korten tijd met hem te maken,,doch voorzag reeds de moeilijkheden,, die voor dezen zouden rijzen tengevolge van zijne opvoeding te Weenen en zijn slechte raadgevers. Die moeilijkheden bleven late* briesje streek langs haar donzige vacht. Zij werd te gen knokelige ribben gedrukt; een ruwe arm greep haur vast; lange vingers martelden haar zijde. Zij liet een protest hooren in een klagelijk, doordringend, lang aangehouden: „Miauw!" „Stil!" Te laat, Roos, te laat! Die mooie kop die prijs winnende kop, welke nooit iets anders dan liefkoozin- gon gekend heeft, is nu doelwit voor slagen, indien gij slechts dien volmaakten bek opent dien prijs- winnenden bek. Te laat, Roos, te laat! Schreeuw nu niet, Roos! De boeleerder heeft je in zijn macht. Zijn bloed verstijft van angst bij uw klagelijk gekrijt. In zijn panische vrees zal hij het met knepen beant woorden. Te laat, Roos, te laat! „Miauw!" „Stil!" Ah, Roos, Roos! Hij is buiten nu. „Houd je bek, dikke idioot!" siste hij. Haar met eenen arm nog ruwer tegen zich aan drukkend, trekt hij met den anderon het raam neer. Door het hek, de laan in, de beek over, naar het kreupelboschje de hut in. De buitendeur hangt knarsend op haar scharnieren. De deur naar de binnenkamer trapt George open; hij smakt de Roos met een plof neer; strijkt een lucifer aan. Daar staat de stoffige stapel Old Tom flesschen; daar ligt de kleine hoop varens, waarop Mrs. Major zich ongetwijfeld uitgestrekt heeft, terwijl zij met Old Tom sprak. Prachtig! De lucifer gaat uit. Hij steekt een tweede aan. De Roos staat wanhopig bij zijn voeten. Hij legt haar op het varenbed, drukt haar neer, gaat achterwaarts de kamer uit; sluit de deur. Zijn horloge zegt hem, dat het bijna een uur is. Hij loopt naar de buitendeur, steekt daar een stuk hout onder, zoodat zij goed dicht blijven zal; gaat naar huis. Een. uur later slaapt, hij een droomloozen, kinder lijken slaap, welke komt tot hen, die hun hand aan den ploeg slaande, dapper een vollen dag gearbeid hebben. HOOFDSTUK IV. Schrik op Herons' Holt. I. De slaapgodin mijdt niet noodzakerlijkerwjjZe het bed derboozen. Zjj is een wulpsche maitresse en pleegt zich neer te vlijen waar naar luim dat wil, onverschillig ervoor of deugd of ondeugd haar bed genoot is. George, in misdaad verhard, vlijde zich warm dan ook, toen Kitohener Grenfell als Sirdar was opgevolgd» niet uit. In 1837 kwam de beroemde ontdekkingsreiziger H. M. Stanley naar Caïro met het voornemen om Emin Pasha en diens belegerde garnizoen te ont zetten. Grenfell moest Stanley van wapens en mondvoorraad voorzien, alvorens deze vertrok. Hen- ry Stanley was toen 46 jaar oud. Grenfell beschrijft hem ais een krachtig gebouwde, door den zon ge bruinde man, een ideaal ontdekkingsreiziger. Stan ley was niet wat mén noemt een prettig mensch, maar wel een correcte, flinke kerel, die wist wat hij wilde en die met groote beslistheid op zijn doel' Zoo iook ditmaal. Hij' ontmoette Emin Pasha aan het Albert Meer, bleef bijna een maand bij' hem* en ondernam toen weer, na een zijner luitenants en enkele soldaten bij Emin gelaten te hebben, door het bosoh den terugtocht. Weer liet de Mahdi van zich spreken. In April van 1887 arriveerden te Caïro vier. afgezanten van den Mahdi met Groote Epistels voor Koningin Victoria, den Sultan van Turkije en de Khedive, -met het bevel om onmiddellijk het geloof van den Mahdi te omhelzen en ten spoedigste naar Omdur- man te komen, ten einde voor de voeten van den Khalifa hunne onderwerping te betuigen. Toen men den inhoud van den brief aan Ko ningin Victoria kende, gaf men het epistel weer aan de afgezanten terug, met de boodschap dat Hare Majesteit niet gewoon was, brieven met een dergelijken inhoud te ontvangen. In hetzelfde jaar, 1887, trouwde Grenfell met Miss Evelyn Wood,. die bjj Generaal Stephenson op bezoek was. De jonggehuwden betrokken het huis, dat be hoord had aan AJi Pasha Fehury, een mooie wo ning, die zjj prettig konden inrichten. Het heette, dat het huis een spookhuis was. Jn den tuin was een Sheik begraven, een Waïi of Heilige en deze spookte, beweerde mén. Een bediende van Grenfell beweerde, dat hij het spook op een vroegen och tend uit een raam haa zien springen. Een En gelsch officier, die bij Grenfell logeerde, zag 'b morgens vroeg een witte gedaante uit den tuin ko men en het huis binnen gaan. Hij dacht aan een inbreker en ging naar 5t voorhuis. Hij vond ech ter niemand terwijl' de deur, waardoor de gestalte verdwenen was, op slot zat. Grenfell zelf heeft echter nooit den spokenden Sheik gezien, hetgeen hij zeer betreurde. Voor Gronfeli Egypte verliet, had hij' nog wat de Engelöchen noemen een „narrow escape Hij raakte ni. gedurende een slag tegen de Derwisohen iets te ver van den hoofdtroep af en werd plotse ling aangevallen door bereden Derwischen met speren. Het mooiste was, dat Grenfell nog moest vluchten en het geluk had te ontkomen, doordat de Derwisohen een oogenblik aarzelden. Kort daarop vertrok Grenfell met verlóf naar Engeland en werd op het Ministerie van Oorlog eerst door Lord Wolseley en later door den hertog! van Cambridge hartelijk ontvangen en gelukge- wensoht met zijne bevordering tot Generaal-Majoor. Een paar dagen later werd hij ontboden door Keizerin Eugenie, die hem wilde spreken over haar zoon, daar 'Grenfell indertijd de laatste was ge weest, behalve dan luitenant Carey, die Prins Louis Napoleon gezien had, voor hij door de Zoeioeé werd gedood. Grenfell vortelde haar alles, hoe dapper haar zoon was en hoe ieder treurde over zijjn dood en begaan was met haar verlies. De Keizerin sprak bijna een uur met Grenfell en liet somtijds haar tranen vrijen loop. Grenfell kon op tegen haar aan, toen hn plotseling ruw wakker geschud Werd. Met een slaapmuts op, een kamer japon aan, een doodsbleek gezicht en knikkende knieën stond, jammerlijk om te zien in zijn wan hoop, Mr. Marrapit voor zijn bed. „Sta op! De Roos van aron is .weg." „Onmogelijk I" „Ik zeg je, dat het Zoo is. Op!" George stak een bevend been uit bed. „Onmo-1 gelijk!" herhaalde hij. „Ik zeg je, dat het zoo is. Ik heb oogen; ik ben in haar kamer geweest." Mr. Marrapit'él stem steeg tot een jammerkreet. „Ik ben in haar kamer geweest. Weg. Weg!" George stak het andere been uit in misdaad verharde beenen, die beefden. Hij had gerekend op een tijdsruimte tusschen wakker worden en de eerste ontmoeting met zijn oom, om daarin zijn plannen te beramen, zijn woorden te repeteeren. Dit ruwe wekken verdoofde zijn zinnen. Hij stamelde: „Waar waar kan zij ^ijnP" Mr. Marrapit strekte zijn armen hemelwaarts. „Oh rap God! Zou ik; als -ik dat wist Kier zijnP Op, op! Voeg je bij de zoekers in den tuin." George stapte met één misdadig in zijn broek. Zijn geweten deed zijn vingers verkeerd staan, zjjn gewrichten beven. Hij 6prong Zenuw achtig heen en weer, worstelend met het tweede been. f „Dansen!" kreunde Mr. Marrapit bitter. „Dan sen. Wel zeker! Waarom zang je ook .niet? Voor jou beteekent het niets. Dans door. Dans door!" George •caramboleerde met de wasohtafel. „Het beteekent wel wat vootr mij. Ik kan het nauwelijks gel'ooven!" „Wordt verdriet uitgedrukt in een gavotte? bmart ra een horlepiep? "Ik dans niet. Die vervlóekte broek is kapot!" „Trek ze dan niet aan!" riep Mr. Marrapit han denwringend. „Moet fatsoen de Roos in gevaar Met een vreesehjken ruk schoot George zijn broek aan. „Zie zoo mijn pantoffels jas wat'moet ik doen?" ,,Voeg je bij de zoekers. Doorzoek iedere struik. Klim ra lederen boom." radelooze man ging hém voor naar beneden. „Ik heb het raam open gevonden," kreunde hij. „Avond in, avond uit, jaar in, jaar uit heb ik heb Kosjoten. Onmogelijk, dat ik het vergeten heb. Als j v ve,rgeten heb, is de Roos in den tuin of in de buurt. Als ik het niet vergeten heb, is 't raam leSissen Fooe gestol'en. Een deteotieve zai| Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 1