Alliiiu-Bitlis-
MratiMit- LuttniHil
Belangrijk^ Memoires.
Prijsverlaging*
Woensdag 28 Juli 1926.
69ste Jaargang. No. 7884.
UitgeversN.V. v.li. TRAPMAN Co., Schagen.
Feuilleton.
Eenmaal voet aan boord
Dit blad vorschljnt viermaal por woolc: Dinsdag, Woonsdag, Donder
dag on Zatordag. DIJ inzending tot 's morgens 8 uur, worden Advor-
tontiön nog zoovool mogelijk in hot oowatuitkomond immuun; geplaatst.
POSTltlilCliNING No. 23330.
INT. TELEF. no. 20.
Prijs peg 8 maandon f 1.05. Loeao nummora 0 cont. ADVERTEN-
TIöN van 1 tot 5 rogola £1.10, iodoro xogol moor 20 cont (bewljano,
inbogropon). Grooto iottora wordon naar plaatsruimte borokond.
Cetawayo zou nog meer van zioh doen spreken.
Op 24 Mei trok het expeditiecorps van Lord
Chelmsford Zuiuland binnen en al spoedig Jg-eeg
Red vers Ruller voeling met den vijand, die zioli
terugtrok. Bij die gelegenheid was de jonge Fran-
solie prins Napoleon, de zoon van Napoleon III
•en Keizerin Eugenie, zoo^ vermetel opgetreden en
ihad zijn leven zoo zeer in de waagschaal gezet,
dat Generaal Biuller geen lust had de verantwoorde
lijkheid voor den jongen prins 'te aanvaarden, zoo
dat deze naar het hoofdkwartier gedetacheerd
werd met strikte orders aan den Kwartiermeester-
Generaal Kolonel Harrison, dat de Prins het kamp
niet mocht veriaten, zonder speciale permissie van
den commandeerenden generaal.
De Prins kreeg echter op den Ten Jum van
Kolonel Harrison verlof om met luitenant Carey
in de buurt schetsen te gaan maken van de omge-
'ving. Ik heb in een vroeger artikel reeds pens be
schreven, hoe de jonge Prins in een hinderlaag
der Zoeloes viel en door hen met assagaaien gedood
werd. Ik zal dus niet in herhalingen vallen.
Grenfell vertelt, hoe hij Carey en den Prins nog
was tegengekomen en hem op het hart gedrukt
had, voorzichtig te Zijn on dat de prins toen
lachend gezegd had, dat Carey wel op hem zou
passen. Toen Grenfell 's avonds met Kolonel Harri
son en andere officieren dineerde, was Carey nog
niet terug, zoodat men eten voor hem warm liet
houden, toen de maaitijd afgeloopen was.
Niemand dacht aan een ongeval. Eindelijk kwam
Carey de tent van Grenfell binnen. Grenfell riep
hem gekscheerende boe: „Wat ben je laat; we
dachten al .dat je gesneuveld was." Carey ant
woordde: Mij mankeert niets, maar .de Prins is
gedood. Grenfell was zeer ontdaan en ging met
Carey mee, om Lord Chelmsford melding te ma
ken van het vreeselnke geval. Lord Chelmsford was
hevig ontroerd. Trerfena is, hoe Grenfell een paar
dagen te voren aan zijn zuster over den Prins ge
schreven had. In dien brief maakte hij melding van
de roekeloosheid van den dapperen jongen man,
toen hij nog onder Redvers "Ruller diende en ge
heel alleen achter de Zoeloes was aangestormd,
het zwaard in do vuist, luide kreten uibstooitiende.
Hij deed Grenfell denken aan Napoleon I, maar
deze had een Zwaar hoofd in heb lob van een
zoo roekeloos officier. Het zelfde zwaard, dat
hij bij die gelegenheid zwaaide en hetwelk toebe
hoord had aan zijn beroemden oom, den eersten
Keizer, had hij gedragen, tijdens den overval door
de Zoeloes. Het werd door Cetawayo aan Lord
Chelmsford terug gezonden, met de opmerking, dat
Ëij vernomen had, dat de gevallen officier een
maohtig Prins was en dat hij 't zwaard daarom ter
beschikking der familieleden stelde.
Cetawayo was een edelman in tijn optreden.
Grenfeli's sombere voorspelling, aan zijn zuster
geschreven, is helaas bewaarheid geworden.
Grenfell verliet in 1881 Zuid-Affika en kreeg bij
zijn aankomst in Engeland bevel weer bij zijn
oude regiment, terug, te keeren. Van 1874 tob 1881
was hij stafofficier geweest en had .een zeer interes
santen tijd beleefd. Grenfell zag, zooals feen be
grijpen kan, erg op tegen het saaie garnizoensleven
in Engeland.
Hij had zich echter noodeloos zorgen gemaakt,
want het stond blijkbaar in de sterren geschreven.
door A. S. M. HUTCHINSON,
Voor Nederland bewerkt door
W. J. A. ROLDANUS Jr.
86
In het begin van zijn overpeinzingen had George be
sloten het niet aan zijn Mary te vertellen. In de eer
ste plaats zou het wreed zijn haar te veroordeelen tot
de marteling, om voor Mr. Marrapit, voor het heele
huishouden, voor ieder, dien zij mocht spreken, co-
medie te spelen; in de tweede plaats in de tweede
plaats verkeerde mijn schandelijke George in twij
fel hoe zijn Mary d t complot, wanneer hij er haur
deelgenoote van maakte, opvatten zou. Dat het vol
komen verdedigbaar was, zou hij persoonlijk voor
de aartsengelen bezworen hebben. Deze vrekkige oom
onthield hem geld, dat even onbetwistbaar van hem
zelf was als het aanzijn, dat zijn moeder hem gege
ven had. Voor de geheele engelenschaar zou hij dat
volgehouden hebben. Maar zijn zaak bepleiten voor
zijn Mary was een heel andere quaestie. Misschien
zou het niet noodig zijn te pleiten; zijn Mary kon
het volkomen met hom eens zijn. Hot kon, maar het
was een mogelijkheid, die hiji liever niet op de proef
wilde stellen. Zijn Mary was een jong meisje en
jonge meisjes worden in hun zienswijze beperkt door
gewetensbezwaren, waardoor mannen zich niet laten
beinvloeden. Zijn Mary en dat maakte een proef
zoo gevaarlijk zijn Mary was zijn Mary en goed
kende hij het kleine hart, zoo smetteloos wit, dat
het onmiddellijk de kleinste vlekken zien zou in ieder
briesje, dat over de oppervlakte ervan streek.
Neen, hij zou het zijp Mary niet vertellen. Wanneer
het gebeurd was wanneer hij, de schelm met het
zwarte hart, de kleine heilige veilig in de strik had,
die zij zoo heerlijk vinden zou dan, dan zou hij het
haar vertellen, haar angstige .gilletjes als zij gilde
het zwijgen opleggen door haar te zeggen, dat zij
het geld terugbetalen zou, hetzij gewonnen als uit
geloofde premie (wat onwaarschijnlijk was), hetzij
verdiend als teeken van dankbaar heid (wat hoogst
waarschijnlijk was). Hij had slechts ter leen gevraagd
en het zou slechts een leening zijn.
Over de donkere velden heen kuste hij in gedach
ten zijn kleine heilige. Natuurlijk natuurlijk
het plan zou kunnen mislukken. Er konden aller
lei dingen gebeuren om. het in duigen te doen vallen.
Dat was een sombere terneerslaande gedachte, maar
hij sloeg die plat met den vroolijken hameïv welken
de levenslustige jejgd zwaait: „Als het mislukt, dan
verlies ik er toet liets mede."
dat: hin zijne carrière in Egypte aou maken. Toen
hij in Jull 1882 met Colonel Lane den Hertog, van
Cam bridge vergezelde, bij diena kerkgang naar de
St. Anna. Kerk, SoJao te Londen, eindigde1 de
voorlezer met de woorden: „En nu zal ik U naar
Egypte zenden."
Het was als een waarzegging voor Lane en Gren
fell, want 14 dagen later voeren beide officieren
naar Alexandrië, Lane als adjudant van den hertog
van Connaught en Grenfell van, Sir WoLseiey.
In die dagen werd Egypte geteisterd door een op
stand onder Colonel Aohonefc Arabi, die een ul
timatum gezonden had aan Piaz Pasha» met de
volgende eisohen: aftreden van het .ministerie, 't
verieenen van een constitutie, uitbreiding! van het
leger. Zouden deze eischen niet worden ingewilligd,
dan zou Arabi het Abdin Paleis bezetten. De op
standelingen hadden als leuze: „Egypte voor do
Egyptenaren."
Arabi bombardeerde de forten van Alexandrië
en het gevolg was een expeditie van 30.000 man
onder Sir Garnet WoLseiey, waaraan zooals wij
reeds lazen, Grenfell toegevoegd was.
De Engelsche troepen droegen hun roode uni
form, WoLseiey meende dat een Engelsch soldaat
zonder roode rok geen Engelsch soldaat was en
hadden geweldig van de hitte te lijden.
Den 13en September kwam het bij Tel-el-Kebir
tot een treffen. De slag duurde slechts ruim een
half uur. De Egyptenaren hadden hun front te
breed gemaakt en daardoor krachten versnipperd.
Sir Garnet WoLseiey rulste onmiddellijk verder met
als doel: Caïro. Ondanks de vele moeilijkheden en
den brandenden zon, bereikten de Britsohe troepen
spoedig Caïro. Arabi gaf zich over en de opetand
was bedwongen.
De Khedive kon weer in zijn hoofdstad terug-
keeren. De Egyptenaren maakten groote preparatie
ven voor een xeesfcelyken ontvangst. De Khedive
en de Hertog van Cannaught werden luide toege
juicht, toen zij de stad binnentrokken.
Op deze wijze, maakte Grenfell kennis met
den Khedive, die hij zoo veel jaren zoiu dienen.
De meeste Engelsche troepen verlieten Egypte,
doch de rest bleef onder Sir Archibald Alison met
Grenfell als assistent-adjudant-generaal, ten einde
kracht bij te zetten aan de hervormingsmaatrege-
len,, welke Lord Dufferin zou invoeren.
Die taak was niet gemakkelijk, want bijna alle"
Europeesohe Staten begonnen diplomatieke moei
lijkheden in den weg te leggen.
In 1883 verliet Lord Dtufferin Egypte. Kort
daarna, brak een cholera^epidemie uit onder de
Egyptische troepen. Deze soldaten standen onder
aanvoering van Engelsche officieren. Hun doctors
waren Egyptenaren. Deze waren doodsbenauwd
en moesten naar de patiënten gesleept worden. De
officieren deden inmiddels wao zöj konden om de
mannen te helpen. Uit Engeland arriveerde een
aantal doctors onder Dr. Rogers. Deze begonnen
de cholera systematisch te bestrijden, o.a. door ge
heele wijken te doen verbranden.
VAN RIJSWIJK'S
SCHOEN HANDEL. SCHOENMAKERIJ.
UITGEBREIDE KEUZE.
PRIJZEN UITERST BILLIJK.
Aan te bieden een groote partij
TRANSPORTBUITENBANDEN, 28 XlX f L—
CORD BUITENBANDEN vanaf 11.65
BINNENBANDEN, prima kwaliteit fl.-
G. ANNEVELDT, Dorpen, Laan, Schagen.
De rook kwam uit donkere wolken uit zijn pijp.
Hij schudde den kop leég. Asch en vonken vielen
eruit. De pijp was uitgerookt.
„Allo! VooruitI Het spel is begonnen!"
IV.
Een maan, helder als die,, welke scheen, toen Bill
naar Heron's Holt sloop, om zijn gezegende maagd
het hof te maken, gaf een heider licht aan George,
toen hij na een wandeling van twee mijl, lustig flui
tend het huis naderde.
Op het grasperk werd hij voorzichtiger. Maar de
maan liet hem zion, dat Heron's Holt met dichte
luiken sliep.
De balkonkamer aan den achterkant van het huis
kwam uit op een klein grasperkje, dat haar van den
moestuin scheidde. George naaide zijn mes te voor
schijn, naderde het raam. Nu was hij inderdaad een
misdadiger.
De klink te verwijderen was makkelijk genoeg, er
was ruimte in overvloed tusschen het boven- en be
nedenraam. George stak er zijn zakmes tusschen.
Het einde van het lemmet kraste tegen de klink; een
kleine drukking een daarop reageerende beweging;
nog iets harder en klik, de zaak was in orde.
Nu schuift hij het raam op; nu is hij in de kamer.
Het licht van een lucifer laat hem de slaapmandjes
zien en in een daarvan de Roos, lekker opgerold, iets
bloot onder haar zijden spreitje.
Word nu wakker, Roos zooals ouderwetscho
schrijvers u toegesproken zouden hebben.
„Word wakker, Roos! Word wakker, mooie Roos!
Koninklijke Roos, ontwaak! Ontwaak,, ontschatbare,
maagdelijke Roos! Miauw, kr&bbel, bij.t! Klauw die
boosaardige handen,' welke afdalen in uw rein bed!
Spring op als een vlekkelooze maagd, gewekt, om een
boeleerder bij haar bed te vinden. Spring, Roos
spring! Spring, Roos, wild door deze kamer, die gij
anders niet terugzien zult voor gij ontzettende ge
varen doorgemaakt hebt! Spring, Roos, spring!
Maar Roos niet.
De handen van den boeleerder daalden op haar
neer zij spinde slechts. Zij sloegen zich om haar
warm en prachtig lichaam zij spinde er slechts te
harder door. Zij streelden haar, terwijl zij haar vast
omvatten zij strekte een poot uit en spinde des te
vergenoegder. Misschien droomde deze .maagdelijke
kat van een dapperen jongen kater, die haar het
hof maakte; misschien hadden die liefkoozingen haar
verheerlijkte plaats in haar visioenen; misschien
zij spinde slechts.
Nu nam George haar ónder zijn arm. Haar pooten
bengelden jammerlijk. De dappere jonge kater sprong
uit haar droomen en zij werd wakker. Zij! bewoog
zich. George had een voet op het kozijn en hét nacht-
De Khedive bezocht inmiddels ieder en dag1, zqjm
zieke manschappen en sprak hen moed in. Zijne
populariteit werd iederen dag1 groote.
Eindelijk .was de epidemie overwonnen. Officieel
waren 58.UOO dooden geboekt. Grenfell meent echter,
dat er wat 100.000 dooden te betreuren waren.
Het waren moeilijke dagen voor Egypte. Ge
lukkig, braken betere tijden aan, toen Sir Evelyn
Biaring in September van 1883 in Egypte kwam,
met opdracht de geheeld administratie te hervor
men. Ondanks tegenwerking, vooral1 yan Fransoiie
•zijde,gehikte het Baring om zoodanige hervormin
gen in te voeren, dat Egypte zdenderoog vooruit
ging. Grenfell had het voorrecht 10 jaar met Sir
Evelyn Baring te mogen samenwerken en de op
leving van Egypte te mogen oonstateeren. Inmid
dels werden de berichten uit Oostelijk Soudan
steeds ongunstiger. Osman Digna, een gewezen
slavenhandelaar, wiens men3chenhandel door 't op
treden der Engelschen teniet gegaan was, was van
zelf zeer op de Engelschen gebeten. Hij wist gToo-
ten invloed te krijgen bij den stam der Haden-
dowa,_ waartoe hij behoorde en vervolgens bij den
Mahdi. Door zijn drijven trok de Mahdi de partij
der Derwischen, de fanatieke Mohamedanen,die den
Heiligen TJorlog aan alle ongeloovigen verklaard
hadden. De Mahdi gaf op aanstoken van Osman
Digna een proclamatie uit aan de verschillende
stammen, waarin hjj ieder aanspoorde de Derwi-
schen in hun krijg te steunen. Degenen, die moch
ten weigeren, zouden onthoefd worden, terwijl de
genen, die de zaak van den Profeet zouden dienen,
het Eeuwige Paradijs zouden verkrijgen.
Aan Baker Pasha, Chef der Politietroepen, werd
opgedragen, de door de Derwisohen bedreigde En-
gelsohe posten: Sinkat en Tokar, te onbzettten. Het
was een bij elkaar geraapt zoodje troepen, waar
mede hij naar den Soudan vertrok.- De Engelsche
troepen moesten de heeren naar het station escor
teeren, uit vrees, dat zij anders zouden deserteeren.
Baker Pasha landde te Tunkitat en ging met zijne
2600 man op weg. Plotseling werd hij door de Der
wisohen overvallen. Biaker, een dapper man, be
hield volkomen zijn tegenwoordigheid ran geest en
liet een carré vormen. De 1500 Derwisohen met
hunne speren zwaaiend, stormden onder luide kre
ten op de troepen aan, deze, inpl'aats van den aan
val te doorstaan werden door een paniek aange
grepen, vluchtten en een vreeselijk bloedbad was
het resultaat. Grenfell' vertelt hoe hij 5 jaar later
de plek, waar het gevecht liad plaats gehad, voor
bijreed en tallooze geraamten, verbleekt door den
zon, als griezelige getuigen, zag liggen.-Sinkat en
Tokar moesten zaoh overgeven. De Commandant
van Sinkat, trachttte zich met Zijne troepen door
den vijand heen te slaan, maar vond den dood.
Grenfell had inmiddels carrière gemaakt en had
het reeds gebracht tot onderbevelhebber van 't
Egyptische leger. Inderdaad was Egypte voor hem
het land van belofte, want toen Sir Evelyn Wood
het opperbevel neerlegde, volgde Grenfell hem 'als
Sirdar op. Vanzelf kwam hij nu in voortdurend con
tact met den Khedive en hoeft voor dezen niets
dan lof over. Na diens dood volgde zijn Zoon Abbas
Hihni hem op. Grenfell' had slechts betrekkelijk
korten tijd met hem te maken,,doch voorzag reeds
de moeilijkheden,, die voor dezen zouden rijzen
tengevolge van zijne opvoeding te Weenen en zijn
slechte raadgevers. Die moeilijkheden bleven late*
briesje streek langs haar donzige vacht. Zij werd te
gen knokelige ribben gedrukt; een ruwe arm greep
haur vast; lange vingers martelden haar zijde. Zij
liet een protest hooren in een klagelijk, doordringend,
lang aangehouden:
„Miauw!"
„Stil!"
Te laat, Roos, te laat! Die mooie kop die prijs
winnende kop, welke nooit iets anders dan liefkoozin-
gon gekend heeft, is nu doelwit voor slagen, indien
gij slechts dien volmaakten bek opent dien prijs-
winnenden bek. Te laat, Roos, te laat! Schreeuw nu
niet, Roos! De boeleerder heeft je in zijn macht.
Zijn bloed verstijft van angst bij uw klagelijk gekrijt.
In zijn panische vrees zal hij het met knepen beant
woorden. Te laat, Roos, te laat!
„Miauw!"
„Stil!"
Ah, Roos, Roos!
Hij is buiten nu. „Houd je bek, dikke idioot!" siste
hij. Haar met eenen arm nog ruwer tegen zich aan
drukkend, trekt hij met den anderon het raam neer.
Door het hek, de laan in, de beek over, naar het
kreupelboschje de hut in.
De buitendeur hangt knarsend op haar scharnieren.
De deur naar de binnenkamer trapt George open; hij
smakt de Roos met een plof neer; strijkt een lucifer
aan. Daar staat de stoffige stapel Old Tom flesschen;
daar ligt de kleine hoop varens, waarop Mrs. Major
zich ongetwijfeld uitgestrekt heeft, terwijl zij met
Old Tom sprak. Prachtig!
De lucifer gaat uit. Hij steekt een tweede aan. De
Roos staat wanhopig bij zijn voeten. Hij legt haar op
het varenbed, drukt haar neer, gaat achterwaarts de
kamer uit; sluit de deur.
Zijn horloge zegt hem, dat het bijna een uur is.
Hij loopt naar de buitendeur, steekt daar een stuk
hout onder, zoodat zij goed dicht blijven zal; gaat
naar huis.
Een. uur later slaapt, hij een droomloozen, kinder
lijken slaap, welke komt tot hen, die hun hand aan
den ploeg slaande, dapper een vollen dag gearbeid
hebben.
HOOFDSTUK IV.
Schrik op Herons' Holt.
I.
De slaapgodin mijdt niet noodzakerlijkerwjjZe het
bed derboozen. Zjj is een wulpsche maitresse en
pleegt zich neer te vlijen waar naar luim dat wil,
onverschillig ervoor of deugd of ondeugd haar bed
genoot is.
George, in misdaad verhard, vlijde zich warm
dan ook, toen Kitohener Grenfell als Sirdar was
opgevolgd» niet uit.
In 1837 kwam de beroemde ontdekkingsreiziger
H. M. Stanley naar Caïro met het voornemen om
Emin Pasha en diens belegerde garnizoen te ont
zetten. Grenfell moest Stanley van wapens en
mondvoorraad voorzien, alvorens deze vertrok. Hen-
ry Stanley was toen 46 jaar oud. Grenfell beschrijft
hem ais een krachtig gebouwde, door den zon ge
bruinde man, een ideaal ontdekkingsreiziger. Stan
ley was niet wat mén noemt een prettig mensch,
maar wel een correcte, flinke kerel, die wist wat
hij wilde en die met groote beslistheid op zijn doel'
Zoo iook ditmaal. Hij' ontmoette Emin Pasha aan
het Albert Meer, bleef bijna een maand bij' hem*
en ondernam toen weer, na een zijner luitenants en
enkele soldaten bij Emin gelaten te hebben, door
het bosoh den terugtocht.
Weer liet de Mahdi van zich spreken. In April
van 1887 arriveerden te Caïro vier. afgezanten van
den Mahdi met Groote Epistels voor Koningin
Victoria, den Sultan van Turkije en de Khedive,
-met het bevel om onmiddellijk het geloof van den
Mahdi te omhelzen en ten spoedigste naar Omdur-
man te komen, ten einde voor de voeten van den
Khalifa hunne onderwerping te betuigen.
Toen men den inhoud van den brief aan Ko
ningin Victoria kende, gaf men het epistel weer
aan de afgezanten terug, met de boodschap dat
Hare Majesteit niet gewoon was, brieven met een
dergelijken inhoud te ontvangen.
In hetzelfde jaar, 1887, trouwde Grenfell met
Miss Evelyn Wood,. die bjj Generaal Stephenson
op bezoek was.
De jonggehuwden betrokken het huis, dat be
hoord had aan AJi Pasha Fehury, een mooie wo
ning, die zjj prettig konden inrichten. Het heette,
dat het huis een spookhuis was. Jn den tuin was
een Sheik begraven, een Waïi of Heilige en deze
spookte, beweerde mén. Een bediende van Grenfell
beweerde, dat hij het spook op een vroegen och
tend uit een raam haa zien springen. Een En
gelsch officier, die bij Grenfell logeerde, zag 'b
morgens vroeg een witte gedaante uit den tuin ko
men en het huis binnen gaan. Hij dacht aan een
inbreker en ging naar 5t voorhuis. Hij vond ech
ter niemand terwijl' de deur, waardoor de gestalte
verdwenen was, op slot zat. Grenfell zelf heeft
echter nooit den spokenden Sheik gezien, hetgeen
hij zeer betreurde.
Voor Gronfeli Egypte verliet, had hij' nog wat
de Engelöchen noemen een „narrow escape Hij
raakte ni. gedurende een slag tegen de Derwisohen
iets te ver van den hoofdtroep af en werd plotse
ling aangevallen door bereden Derwischen met
speren. Het mooiste was, dat Grenfell nog moest
vluchten en het geluk had te ontkomen, doordat
de Derwisohen een oogenblik aarzelden.
Kort daarop vertrok Grenfell met verlóf naar
Engeland en werd op het Ministerie van Oorlog
eerst door Lord Wolseley en later door den hertog!
van Cambridge hartelijk ontvangen en gelukge-
wensoht met zijne bevordering tot Generaal-Majoor.
Een paar dagen later werd hij ontboden door
Keizerin Eugenie, die hem wilde spreken over haar
zoon, daar 'Grenfell indertijd de laatste was ge
weest, behalve dan luitenant Carey, die Prins
Louis Napoleon gezien had, voor hij door de
Zoeioeé werd gedood. Grenfell vortelde haar alles,
hoe dapper haar zoon was en hoe ieder treurde
over zijjn dood en begaan was met haar verlies. De
Keizerin sprak bijna een uur met Grenfell en liet
somtijds haar tranen vrijen loop. Grenfell kon op
tegen haar aan, toen hn plotseling ruw wakker
geschud Werd. Met een slaapmuts op, een kamer
japon aan, een doodsbleek gezicht en knikkende
knieën stond, jammerlijk om te zien in zijn wan
hoop, Mr. Marrapit voor zijn bed.
„Sta op! De Roos van aron is .weg."
„Onmogelijk I"
„Ik zeg je, dat het Zoo is. Op!"
George stak een bevend been uit bed. „Onmo-1
gelijk!" herhaalde hij.
„Ik zeg je, dat het zoo is. Ik heb oogen;
ik ben in haar kamer geweest." Mr. Marrapit'él
stem steeg tot een jammerkreet. „Ik ben in haar
kamer geweest. Weg. Weg!"
George stak het andere been uit in misdaad
verharde beenen, die beefden. Hij had gerekend
op een tijdsruimte tusschen wakker worden en de
eerste ontmoeting met zijn oom, om daarin zijn
plannen te beramen, zijn woorden te repeteeren. Dit
ruwe wekken verdoofde zijn zinnen. Hij stamelde:
„Waar waar kan zij ^ijnP"
Mr. Marrapit strekte zijn armen hemelwaarts.
„Oh rap God! Zou ik; als -ik dat wist Kier zijnP
Op, op! Voeg je bij de zoekers in den tuin."
George stapte met één misdadig in zijn
broek. Zijn geweten deed zijn vingers verkeerd
staan, zjjn gewrichten beven. Hij 6prong Zenuw
achtig heen en weer, worstelend met het tweede
been. f
„Dansen!" kreunde Mr. Marrapit bitter. „Dan
sen. Wel zeker! Waarom zang je ook .niet? Voor jou
beteekent het niets. Dans door. Dans door!"
George •caramboleerde met de wasohtafel.
„Het beteekent wel wat vootr mij. Ik kan het
nauwelijks gel'ooven!"
„Wordt verdriet uitgedrukt in een gavotte?
bmart ra een horlepiep?
"Ik dans niet. Die vervlóekte broek is kapot!"
„Trek ze dan niet aan!" riep Mr. Marrapit han
denwringend. „Moet fatsoen de Roos in gevaar
Met een vreesehjken ruk schoot George zijn
broek aan.
„Zie zoo mijn pantoffels jas wat'moet
ik doen?"
,,Voeg je bij de zoekers. Doorzoek iedere struik.
Klim ra lederen boom."
radelooze man ging hém voor naar beneden.
„Ik heb het raam open gevonden," kreunde hij.
„Avond in, avond uit, jaar in, jaar uit heb ik heb
Kosjoten. Onmogelijk, dat ik het vergeten heb. Als
j v ve,rgeten heb, is de Roos in den tuin of in
de buurt. Als ik het niet vergeten heb, is 't raam
leSissen Fooe gestol'en. Een deteotieve zai|
Wordt vervolgd.