Binnenlandsch Nieuws.
n.
Het is niemand I
onverschillig?
welken indruk
hij maakt-
AYes-YOus beaucoup de liYres ou de dollars?
HET CONFLICT BIJ HEEMAF.
Donderdagmorgen r^n do arbeiders van Heemaf,
fabriek een gTOOte menigte aanwezig; een drietal
mareobaussees en do hoofdagent van politie zorg
den, dat opstopping zooveel' mogelijk vermeden
werd. Benige oude werklieden gingen de fabriek
in. Naar wo vernamen, hadden die van hun organi
satie daarvoor vergunning; van de ongeorganiseer
den zijn ongeveer 500 man bij de staking betrokken,
namelijk 120 leden van den katholieken, 35 van den
ohristelgken en 270 van den Nederlandschen Me-
taalbewerkersbond.
De secretaris van den Algemeenen Nederland*
echen Metaalbewerkersbond deelde omtrent de sta
king het volgende mede:
Bg* de „Heemaf" is het personeel ongeveer 900
man groot, waarvan 150 employés, 150 vrouwen, 100
personen beneden 18 jaar en 500 volwassenen. In
staking zijn gegaan het vrouwelijk personeel, de
personen Deneden 18 jaar en alle volwassen 'ar
beiders. Twintig tot dortig personen zijn Donderdag
morgen in de fabriek aan aen arbeid gegaan. Voor
het grootste gedeelte Zijn dit oohter bazen en per
sonen beneden 18 jaar.
Volgens van andere zijde ontvangen inlichtingen
hebben 60 arbeiders der fabriek Donderdagmorgen
het werk niet neergelegd. Aan den ingang der
fabriek werd gepost.
Van werkgeverszijde wordt omtrent do staking
meegedeeld, dat inderdaad het overgroote deel
der werklieden niet aan het werk is gegaan.
Slechts 60 65 werklieden. Waaronder een 40-tal
bouwvakarbeiders die feitelijk .niets met het ar
beidsconflict hebben uit te staan, zijn Donderdag
in de fabriek gekomen.
Naar men verder van flien kant mededeelt, vindt
het conflict Zijn oorzaak In het feit, dat de verte
genwoordigers der me^aalbewerkersorgauisaties zich
niet tevreden hebben willên stellen met do toezeg
ging van de directie, dat zij zoodra er ecnigo
verbetering' in de bedrijfetoestanden zou zgn te
bespeuren de van werkliedonzij de gestelde loon
eisen en inader onder de oogon zou zien.
Op het oojafenblik kon daaraan niet worden vol
daan, mode in verband met de scherpe concurren
tie, welke ondervonden wordt uit de landen waar
de valuta in don laatsten tijd sterk godeprecdeerd
is. Daar komt^ nog bij, dat de „Heemaf*' die in
de laatste zes jaren groote verliezen heeft geleden,
dezen ongunstigen toestand eerst te boven moet
komen, alvorens 3e directie ertoe kan overgaan
de loonen, welke reeds jn don laatsten tijd weer
eeniglszms op peil zijn gebracht, nog moei* te
verhoogen. Door de werklieden was gecischt een
verhoging van 10 pet. voor de arbeiders met hoogc
ïoonen en van 20 pet. voor die met lage loonen.
Vervolgens was gevraagd .een hoogere vergoeding
voor hot overwerk, terwijl eon dor eisohen ook be
trekking had op de vacantte voor losse monteurs.
Ten opzichte van do beide laatstgenoemde eischen
is reods een tegemoetkomende houding door de
directie' aangenomen.
INTERESSANTE! PROEVEN MET EENDEN.
i iZooals bekend is, is dr. Te Hennepe, bacterioloog
der Rijksseruminrichting te Rotterdam, reeds eenige
jaren bezig te Volendam op zijn proeffokstation voe-
derproeven te nemen met eenden. Het doel dezer
proeven is meer do eendenhouderij te bestudearen
in verband met de .droogmaking der Zuiderzee en do
internationale wet die hot visschen van ondermaat-
sche visch op de Noordzee zal tegengaan.
'Dezei proeven hebben dit jaar een interessant re
sultaat opgeleverd. Een 50-tal der in Volendam ge
fokte en opgevoede eenden zijn in bet najaar van
1925 overgebracht naar het terrein der Eerste Zuid-
Holl. Coöp. Pluimveecentrale aan den Kralingsche-
weg to Rotterdam. Dit fokstation staat eveneens on
der leiding van dr. To Hennepe en -hier heeft hij
proeven gonomen met het voeron van slachtafval op
eenden.
Alle eenden, zoowel te Volendam als te Rotterdam
worden zonder eenig zwemwater gehouden.
De foktoomen te Volendam krijgen nooit groon-
voer en allen droogmeel en mais te eten.. Te Rotter
dam) Joopen de eenden in grasrennen en krijgen al
leen droogmeel of slachtafval.
Deze week nu heeft een foktoom van Khaki-Campf-
bell eenden een ongekend hoog productiecijfer ge
haald. Een der te Volendam gefokte eenden legde op
14 Augustus haar 800ste ei, terwijl de andere drie
Campbell van dezen foktoom legden resp.: 241, 2-33
on 284 eieren tot 15 Augustus. -Alle vier eendon zijn
heden nog aan den leg. Verscheidene andere eenden
hebbon reeds het legcijfer van 200 gepasseerd. Hbld.
BARSENOERHOHN.
IJk en herijk zal te Raxsingerhorn worden ge
houden op 28 Aug. voor Haringhuizen en Kolhora
en op 24 Aug. voor Barsingerhorn.
DE BOTER- EN KAASPRODUCTIE IN 1925.
Was de boter- on kaasproductie in 1924 mot resp.
73.0 en 110.5 mi 11. K.G. reeds zóér hoog te noemen,
deze cijfers worden in 1925 nog overtroffen. Aan beide
zuivelproducten werd toon een hoeveelheid van
respect. 75.0 en 113.3 mifl. K.G. voortgebracht. Van het
rijksmerk was voorzien 66.6 mill. K.G. boter en 104.7
mill. K.G. kaas, dat is resp. 89 en 92 Daar «ie
ongemerkte producten niot mogen "worden uitge
voerd, is de hoeveelheid van deze zuivelproducten
zonder rijksmerk, welke voor het binnenland be
stemd blijft, in verhouding veel grooter. Nog steeds
echter maakt de aansluiting bij de Nederlandsehe
boter- en kéfascontrole onder rijkstoezicht vordering.
ONTWIKKELING VAN DEN EIEREN-UITVOER.
In den loop van deze eeuw is ons land van een
eieren-invoerende, een eieren-uitvoerende staat ge
worden. Duidelijk wordt dit aangetoond door een in
het laatste landbouwverslag opgenomen statistiekje,
waaruit blijkt dat de omkeer dagteekent van 1907.
Wij nemen de tabel hier verkort over:
Millioen K.G.
Jaar. invoer. uitvoer.
1900 5,9 3,6
1905 6,4 4,0
1910 12£ 20,L
1913 16,3 23,1
1920 0,3 0,5
1925 5,7 44,9
HOOFDSTUK VII.
Mr. William Wyvcra in Moath Street.
I.
George bracht den nacht, voor zoover er iets
yan den nacht overbleef na 2gn bitter gesteun
*oor het huis van zijn Mary door bij den Kr.
Franklyn, die met hem dat kleine wandelingetje
gemaakt had, dat ongeveer drio maanden geleden
geëindigd was met het rijtuig-avontuur. Van al
zijn studenten vrienden, die hem een bed zouden
hebben willen geven, had hg 't eerst gedacht aan
Mr. Franklyn, omdat hij in zekeren zin verbonden
waS met zijn Mary. Diezelfde gedachtenassociatié
gaf hem een aanwijzing om te antwoorden op Mr.
Franklijn's spotternijen over zijn somberheid, toen
zij zaten te spupeeren.
.„Herinner je die dag nog, in Juli toen we samen
zijn gaan wandelenP' begon hn.
Mr. Franklyn herinnerde het jcich; schudde zijn
hoofd bij die herinnering. „Die kellnerin, met wie
je me alleen in die lunchroom gelaten hebt," zeide
Mr. Franklyn droevig, „is
„O, Iaat die keüherm naar de maan Ioopen!
Luister Franklyn. Nadat ik je verlaten had, ben ik
langs de Marbló Arch geloopen Hij vertelde
verdor iets van sign liefde van zijn Mary en van'
ziclizelf; slóeg ,alle bijiz'onderheden van de kat over,
kwam op het aanstaande huwelijk; vroeg zijn ad
vies over de vooruitzichten van een man, die
trouwde op de inkomsten van een lbcum tenens.
Mr.. Franklyn luisterde met groote sympathie.
„Typisch, dat het jou overkomt George" zeiae hij
„ik verkeer in dezelfde positie."
„Wat zeg ie me daar nou!" riep George uit.
„Nou, wel niet préeies hetzelfde" stemde Mr.
Franklyn toe. ..Maar het scheelt toch niet veel.
'Ik zit er Ieelijk tusschen met een meisje in den
fnertuin in Earl's Court. Zij
George sprong van de tafel1 «op. greep zijn hoed.
vWip, ter wereld bekommert zich nu om jouw. meis
jes pit «een biertuinP'' riep hij; vloog het huis uit.
Aan het ontbijt, met Mr. Franklyn den volgen
den ochtend,, was hij in een yroolijker stemming
ïnaakte hij zijn excuses voor zijns optreden van den
vorigen nacht;..maakte hij zijn excuses, dat hij
"wegging om zijn Mary op te zoeken.
Terwijl hij zijn pijp aanstak, zeide hij: zie
je vanochtend wel in 't hospitaal, oude jongen,
jk zal' even aanloopen, om met den Dean te spre
ken over het aannemen van die plaats van Bingham
in die praktijk in Yorkshire."
Mr. Franklyn prikte na,ar een nieuw stuk spek.
„Dat kan jo niet, oude jongen. Die is al' vervuld."
„Vervuldl" riep George. cWat bedoel' je daarmee.
"//f i
Een goed zittend costmun,
een leuke hoed, een fleurige
das en dan nog een paar
goed gepoetste schoenen.
Voor dit laatste deel van
het toilet is Erdal het goede
middel.
„Wel', vervuld. Simpson heeft die genomen I
tien dagen geleden."
Een koude rilling voer door mijn armen George.
Na het vreeselijke verlies van Runnygafcc hing alles
hf yan deze aanstelling mot haar salaris, dat
aanzienlijk veel1 boven het gemiddelde was.
„Simpson! Heeft Simpson die/"' riep lig. Waar-
Om voor den duivel, heeft Simmy die genomen Hg
wist toch wel, «dat ik die hebben won."
„Maar beste jongen, je hebt èr na je examen nooit
meer naar gevraagd. Als Simmy haar niot geno
men had, zou een ander het gedaan hebben. Bing
ham had er haast mee."
Wezenloos staarde George voor hem uit. Einde
lijk vroeg hg: „Maar er zijn tooh nog wél1 andere
baantjes open?
„Er staan er geen op de lijst van den Dean.
Ik heb er toevallig gisteravond naar gekeken."
Bij deze nieuwe teleurstelling, stelde George de
vurige begeerte om zijn Mary in ■zijn armen te
drukken en haar vergiffenis te smecken, uit. Hg
haastte zich naar 't hospitaal, ging naar den Dean.
Hier werd de ramp bevestigd. Simpsön had reeds
'het baantje in Yorkshire: de Dean had geen andere
betrekking op zijn ljjst. „Alleen die praktijk in
Runnygate," zeide hg. „Ik heb je na je examen niet
"meer gezien. Kan jo de overnemingssom betalen?"
George, die opstond en -naar de deur liep. kon
slechts zijn hoofd schudden. Er was iets in zijn k<?el,
dat hem belette te spreken. Runnygate e:q: al wat Run
nygate heteekende het kleine home, de kleine
.praktijk, de heerlijke toekomst was een somher
beeld nu het zoo totaal verloren was; nu zelfs die be
trekking in Yorkshire verloren was.
Hij schudde zijn hoofd.
.^Buitengewoon jammer! „Ik hadi die voor jou be
waard. Lawrence, die haar verkoopen wil, komt
vanavond onx vijf uur hij; mij. Ik zal hem moeten
helpen om een anderen kooper te vinden."
m.
i
'De wanhopige «gedachten, die heimi op weg naar
Meatih iStreet bestormden-, maakten zijn vreeselijikd
wroeging, datl bijl haar den vorigen avond zoo schan
delijk behandeld had, nog grooter. Toen hij in de
Meath' Street kwam, sprong hij, .bevend in zijn lief
desmart, d«e trap op.
Zijn Mary had haar aardig neusje vlak tegen het
raam gedrukt Met vochtige oogen had zij naar haar
George staan uitkijken in de tegenovergestelde rich
ting van die, waaruit hij gekomen was.
Hiji sloot de deur achter zich-.
„Mary!" riep hij, zijn armen uitgestrekt.
Zij vloog erin.
Ziji omsloten, elkaar in een omhelzing, zoo wanho
pig, als slechts liefde alleen die verdragen kon heb
ben.
Hebt ge veel ponden of dollars bg U?
Ik kwam uit Brussel aan het u-are du Nord
te Parg'6 aan, een dienstman droeg mg'n bagage
en vlak bij den uitgang, dooh nog in het Station,
riepen eenige lieden mij die woorden toe.
Ik ben waarschijnlijk wel' 100 keer in mijn léven
aan het Gare du Nord to Parijs aangekomen en
ik kan niot zeggen, dat ik het ooit een aankomst
gevonden heb van: Welkom Vreemdeling!
Integendeel, het gezeur eer men ziijn bagage in
handen van een dienstman had, het gedrang op
het onpractische' perron, hot nog erger gedrang
door de controle, en eindelijk het passeeren dei'
stedelijke douane, vóór men jacht kon maken op
oen taxi of in vroeger jaren een rijtuigje, was
nooit bepaald prettig. Een eohte ianboél eigenlijk,
die sterk afstak bij het oorgeregeldo bij aankomst
in Londen. Maar men vergaf net Parijs en den
Parij zenaars, want men was immers in Parijs, in
la Willé Lumière, en temidden der Fransohen. die
nu eenmaal ongedisciplineerd zijn en hun eigen
aardig individualisme reeds eeuwen door hebben
bezeten en slechts voor een machtig koning als b.v.
Lodowgk XIV of een machtig keizer als Napoleon
I, hebben willen vergeten.
Maar al was het dan geen ideaal aankomen in 1
Parijs, men was toch steeds niet onwelkom en nu? j
Stelt U voor, dat daar eenige mannen rondhangen
en zitten in een station en U toeroepen: Hebt ge
veel ponden sterling of dollars bij UP terwijl andere
hoonende opmerkingen aan uw adres mompelen
en zich zelf erg grappig vinden door die vreemde
lingen te bespotten, waarvan zij aannemen, daft
zij hen tooh niet kunnen verstaan. Inderdaad de
meeste Engelhohe en Amerikaansche toeristen ver- i
staan geen Fransch, maar een Engelsohe kolonel,
dio onlangs in Frankrijk was, verstond het wel' en
hg constateerde in de Engelsohe dagbladen, dat .del
Engelschen tooh weinig vreugde beleefden van hét I
feit, bloed en goed geofferd te hebben om Frank
rijk te redden. p I
In een hoofdartikel heeft ook de Times eens
duidelijk aan het adres der Fransohen gezegd, hoe
belachelijk die zich maken met hun ageeren tegen
de vreemdelingen en speöiaal met hun ageeren
tegen de vroegere bondgenooten Engeland en Ame-
Gg' spreekt, zei de hoofdredacteur van de Times,
van een nieuwe overwinning aan de Marne, nu uw
sterk gedeprimeerde frank eindelijk weecr iets ge
monteerd is. Vooral uw machthebbers en uw Pers
stellen het voor alsof er steeds veldslagen geleverd
worden tusschen uw frank en onzen Pond Sterling I
en doen alsof wij er belang bij hebben, dat uw frank I
ongunstig staat in verhouding tot ons Pond.
Het tegendeel is waar, want het zou reeds heel i
onpractisch zijn te wenschen, dat een schuldenaar,
van wie men zooveel te vorderen heeft, als wij van
Frankrijk, in moeilijkheden geraakt.
Zeker, de toeristen pnofiteeren iets van 'da gun- i
stige verhouding van het Pond. Maar niet alle I
Engelschen zijn toeristen.
Het wordt den Fransohen steeds door het bui-
tonland voorgehoudenWaaróm staan hot Pond en
de Hollandsohe Gulden hoog? Omdat do burgers
van Engeland en Holland gebukt hebbon gegaan en
nog gaan onder ontzettenao belastingen, brengende
oen geweldig offer, maar houdende hun budget
in evenwicht, hun huishouden in orde, nun pond
en gulden gaaf. Ik herinner mij toch zelf, hoe ik
in 1921 voor f 9 een Pond Sterling kon koopen en
hoe dio gunstige verhouding van don gulden to
danken was aan de offers door de belastingbetalen
de burgerij1 gebracht.
Terwijl ik in Engeland was, begonnon de daar
ingevoerde hoogo belastingen hun woordje mee te
sproken, de staatsinkomsten stegen, do uitgaven
worden beperkt, vooral' de militaire uitgaven wor
den weer ingekrompen, de oorlog was immers uit,
en langzaam maar zeker begon het Pond te stijgen
zoodat het nu weer als voor den oorlog staat: 1
Pond Sterling gelijk f 12.10.
Men heeft onwillekeurig eerbied voor het En
gelsohe volk, dat weet zijn huishouden in orde te
houden en daarbij nóg millioenen schuld voor an
deren aan Amerika betaalt. W-at hebbon de Fran
sohen inmiddels gedaan? Zij hebban steeds sohoone
phrasen gebruikt. "Vroeger was "hot: „Le B«ooh.e
puiera". De Ruhrbezettmg door Raymond Poin-
oaró togen het ernstige advies van wijlen Bonar
Law doorgezet, heeft schatten geld gekost en
heeft het prestige van Frankrijk meer geschaad
dan gebaat. De Dawes-overecnkomst heeft de Duit-
scho schulden geregeld en wij hebben onlangs kun
nen lezen, dat de Duitschers hun verplichtingen,
Hij- stortte zijn wroeging voor haar uit; naasi hem
op de sopha streelde zijl zijn bruine handen. Hij ver
telde, zijin somber verhaal; zij, streelde zo nog tee-der-
dor verzekerde hem. dat, als dat baantje in York
shire vergeven was, er iets even goeds zou koraon.
Maar hij. was radeloos, terneergeslagen. „Komt al
lemaal door die vervloekte kat, Mary", kreunde hij:;
zij kuste het gefronsde voorhoofd.
Hij vroeg haar: „Tusschen twee haakjes, waar is
dai andere beest? Dat creatuur, dat we meegebracht
hebben?"
Aangetrokken door haar beweging, kwam die
oranje kat. welke de vreeselijke ramp gewrocht had,
onder de tafel vandaan.
„GR—-RRfl" bromde George; stampvoette.
-De oranje kat zocht weer bescherming,
„Maak het dier niet, bang, lieveling", zeide Mary.
„Het dier heeft geen kwaad gedaan."
George stond op. Hij was te zenuwachtig, om zich
te kunnen bedwingen, als hij- bleef zitten. *Geen
kwaad gedaan", riep hijt Hij deed een stap naar het
raam. „Geen kwaad hij hield op. „O, lieve he
mel 1 Zeg Mary, daar heb je Bill!"
Mary kwam naast hem staan; zag Bill Wyvero
onder de portiek van de deur verdwijnen.
Een klop; voetgeschuifel in de gang; voetstappen
op de trap. 1 i
„Gij God! Ik had dien ouden Bill heelemaal ver
geten", zeide George.
Dan kwami Bill binnen.
HOOFDSTUK VTIL
Abisag, de Sunamitisohe ia Meath Street.
L
„ARo, Bill!" riep George. Hoe ter wereld wist
jij, dat ik hier was?"
Hij verwachtte een uitbarsting van verwijten,
een stortvloed van woede.
Deze kwamen niet. Om BdlPs mond waren, terwijl'
hg van George naar Mary keek, lachende trekken;
geen. dreigement was in zijn helderblauwe oogen
hun daarin opgelegd, behoorlijk nakomen.
Het leeuwendeel voor de door Duitschland te
betalen millioenen, gaat naar Frankrijk, Engeland
heeft van do ö9 miilioen Pond, siechos 9 miilioon
ontvangen.
In Frankrijk verdwijnt dat geld in de ondompbare
put yan schandelijke verkwisting en misplaatst
imperialisme.
Behalve de oorlógen in Marokko en Syrië eischt
het bezetten van de Ruhr, het imperialistisch mi
litair verdrag met België, dat gericht is pp een
grooter Frankrijk inoluis België, 'Holland, YVeet/-
falen en Luxemburg, groote sommen.
Het Fransohe staats huishouden is schromelijk in
de war, het budget wiL niet sluiten, maar toch is
men niet bereid het voorbeeld van Engelse-hen en
Nederlanders te volgen en zulke belastingen to be
talen, die tot orde van zaken zullen kunnen leiden.
Men neemt liever zijn toevlucht tob heb boschim-
Cvan degenen, die wel netjes huisgehouden heb-
en stelt de Amerikanen, Engeisohen on Neder
landers voor als onmenscken, als woekeraars en
„Ik ben je vanochtend in 't hospitaal wezen Zoe
ken", antwoordde Bill. „Ik heb daar Franklyn ont
moet en hij heeft mij verteld, "dat je hoogstwaar
schijnlijk hier zou zijn."
„Verbaast het je, dat je Miss Humfray hier ziet?"
vroeg George. „Je hebt haar natuurlijk bij mijn oom
ontmoet, toen dit was gevaarlijk terrein en
hij spoedde er zich overheen „terwijl ik weg was",
zeide hij vlug; snoot zijn neus.
„Ja, en niet weinig ook", zeide Bill. .Hij drukte
Mary de hand.
„Ah!" zeide George. „Hum! precies. Za zitten, Bill".
Zij gingen zitten. Er lag iets gedwongens over alle
drie; ieder zat op het uiterste randje van den
stoel.
Nu zult U buitendien wel' benieuwd zijn te wjs-
ten: Is het dan zoo vreeselgk goedkoop voor vreem
delingen in Frankrijk?
Dat is zeer betrekkelijk. In sommige plaatsen en
in sommige streken is het goedkoop, maar in Parijs
is het schreeuwend duur! In Parijs is het een beest
achtige afzetterij.
Men heeft allo «prijzen opgezet, toen de frank
gezakt was en denkt er niet aan er iets af te doen
nu de frank verbeterd is. Het gevolg is, dat reeds
zonder afzetterij het leven in Parg's niet goed
koop is. Tooh zijn er wed.1 dingen, die goedkoop
zg'n. Ik ben naar de opera „Werther" van Massenet
geweest en zat fauteuils de baloon in de mooie
Opéra Comique, voor een prijs van 35 francs, dus
op dien dag f 2.45. Dat is niet duur.
Ik vind echter een kamertje in een 4e rangs
hotel a 60 francs (f4.20) heelemaal niet zoo goed
koop en de groote restaurants hebben prijzen, die
niet te betalen zijn. Die prijzen zijn werkelijk be
rekend op het plukken van de Engelschen en Ameri
kanen, die echter allemaal mopperen, zoodat er
zelfs all onder de Amerikanen een relletje is waar
te nemen, om Frankrijk a.s. jaar voor heb toerisme
te boycotten. Da.ar men bij de 'Amerikanen nooit
kan weten of zij zooiets niet als een nationaal
protest tegen het verkeerde optreden der Fransehen
§aan beschouwen, en doorzetten, lijkt dit mg VOi,r
e Franschen niet zonder gevaar.
Wat zouden de hotels en winkels en restaurants
in Parijs te doen hebben zonder de Amerikaansche
oliënteJe? Bijna niets. Alle hotels zg'n tjokvol en
wel dank zij de Amerikanen.
Ik voor mij houd niet van het Amerikaansche
publiek, dus zou ze graag missen. Ik kan dat eigen
aardige geluid, dat lg'kt op een luid spinnen van
honderd poessen niet velen en toch hoort men dit
in élke haJl1, in elke eetzaal', in elke oonvorsatiezal,
in elke trein, waar Amerikanen zijn. Do Engelschen
zijn veel zwijgzamer en het EngolSoh is niet door
dringend, do Amerikanen zijn praatlustig en k et
sen den gehoelon dag door, zoodat men het lie
felijk gespin en hl et „getwang", het nazaal geluid
mot kan ontkomen.
Er is eehtter een groot verschil tusschen den
reiziger, die andere reizigers critiseert en den hote -
houder of winkelier, die eene oliëntelé te aan
vaarden hoeft.
Voor Frankrijk zgn m.ï. de Amerikaansche dol
lars en Engelisoho ponden onontbeerlijk. Wanneer
men alléén al bedenkt, wat zij betalen voor een
kamer, zonder dat die kamer het Ihnd verlaat,
wanneer men verder bedenkt, hoeveel handen werk
krijgen door heb bedienen dier dollar- en nomlen-
mensehen, en hoeveel bodem-producten duur be
taald worden door die vreemdelingen, zonder dat
daardoor de voorraad zóódanig vermindert, dat er
een tekort voor de Fransohen komt.
Dat die levensmiddelen voor de Franschen zelf
duur, te duur zgn, is niet de sohuld der vreemdel.n-
gen, maar het gevolg der inflatie en de s.hu.d oer
inflatie ligt, het spijt mij, dat ik het zeggen moet,
bij de Fransohe regeering en het Fransohe voik.
%Het ligt echter geheel1 in den aard der Fran
sohen om gaarne het oor te leenen aan degene.i,
die liun zeggen: do schuld ligt niet bij U, doch bg
Anderen. Welnu, lag in 1922 de schuld bij ue
Duitschers, heden ligt de sohuld bij de Engel
schen en Amerikanen en het is vooral opvahend,
hoe misdadig do pers stookt tegen de Engelschen
on de Engelsohe toeristen.
Toen ik den eersten avond van mg'n verblijf naar
„Ben je dan op Heron's Holt geweest?" vroeg
George eindelijk.
„Gisterenavond."
„Ah! gisteren, Donderdag dus, om; zoo te zeggen.
Hum! Margaret goed?"
„Uitstekand!"
Weer eén doodsche stilte. Mary keek smeekend
naar haar George. George, die zijn rechterschoen in
een zonnestraal hield, keek daar ernstig naar.
Het stond aan haar zelf, deze vreeselijke stilt© to
verbreken. Na één klein schuchter zuchtje vroeg zij:
„Maakt Mr. Marrapit het goed?"
„Uitstekend", zeide Bill. „Uitstekend. Een klein
beetje hij hield op; weer viel die stilte in.
Mary kon het niet langer uithouden; Impulsief
voorover leunend, haar armen uitgestrekt, haar han
den gevouwen, riep zij: „O, Mr. Wyvern! U bent
toch niet boos op George, is het wel? Hij kon het
tcch niet helpen, dat hij u naar dat logement ge
stuurd heeft?"
Dwang vlood. „Natuurlijk niet", zeide Bill. „Hee
lemaal niet. Ik ben hier gekomen om u beiden g e-
luk te wenschen. Ik
George sprong op; greep Bill's hand „Goede oude
kerel", riep hij, „goede oude Bill! Het spijt ine vreese-
lijk, Bill. Je bent een beste kerel, Bill. 19 hij geen
beste kerel, Mary?"
„Dat is hij", stemde Mary toe.
De beste kerel, blozend bij dien lof, beantwoordde
warm George's handdruk. „Zeg, George, je bent een
ezel", zeide hij. „Waarom ter wereld heb je me niet
verteld wat je van plan was?"
„Je was er niet bij, oude jongen, toen het begon. Jc
was in Londen. Hoe ter wereld kon ik weten, dat
jouw courant zich zoo met die zaak zou bemoeien?
De herinnering aan de ellende, welke die courant
hem veroorzaakt had, verdreef alle andere gedachten
uit George's geest Verontwaardiging maakte zich
van hem meester. „Het was een schandelijk stukje
werk, Bill. Bij mijn ziel, het is eenvoudig schandelijk,
dat een courant zich zoo maar kan mengen in een
zuiver particuliere zaak als deze. Ja, het is zoo,
Mary, val me niet in de rede. Bill begrijpt, mij. Ik
verwijt jou niets, Bill; jij deedt je plicht. Ik verwijt
het den uitgever. Waarom wilde hij er zich in men
gen? Ik zeg je, dat die courant mij van het eene
dorpje naar het andere verjaagd heeft, tot ik vrijwel
dood was. Ja, jij hebt goed grinniken, Bill".
„Ik grinnik niet".
„Je grinnikt wel". George bracht een bitteren toon
in zijn woorden. „Ja, jij kan je natuurlijk de weelde
veroorloven te grinniken. Wat zieleangst was voor
mij, was copie voor jóu. Jij hebt natuurlijk naam ge
maakt met dat heele zaakje, voor jou is alles goed
afgeloopen".
I Koningen, I: 3.
Wordt vervolgd.