Binnenlandsch Nieuws. n. Het is niemand I onverschillig? welken indruk hij maakt- AYes-YOus beaucoup de liYres ou de dollars? HET CONFLICT BIJ HEEMAF. Donderdagmorgen r^n do arbeiders van Heemaf, fabriek een gTOOte menigte aanwezig; een drietal mareobaussees en do hoofdagent van politie zorg den, dat opstopping zooveel' mogelijk vermeden werd. Benige oude werklieden gingen de fabriek in. Naar wo vernamen, hadden die van hun organi satie daarvoor vergunning; van de ongeorganiseer den zijn ongeveer 500 man bij de staking betrokken, namelijk 120 leden van den katholieken, 35 van den ohristelgken en 270 van den Nederlandschen Me- taalbewerkersbond. De secretaris van den Algemeenen Nederland* echen Metaalbewerkersbond deelde omtrent de sta king het volgende mede: Bg* de „Heemaf" is het personeel ongeveer 900 man groot, waarvan 150 employés, 150 vrouwen, 100 personen beneden 18 jaar en 500 volwassenen. In staking zijn gegaan het vrouwelijk personeel, de personen Deneden 18 jaar en alle volwassen 'ar beiders. Twintig tot dortig personen zijn Donderdag morgen in de fabriek aan aen arbeid gegaan. Voor het grootste gedeelte Zijn dit oohter bazen en per sonen beneden 18 jaar. Volgens van andere zijde ontvangen inlichtingen hebben 60 arbeiders der fabriek Donderdagmorgen het werk niet neergelegd. Aan den ingang der fabriek werd gepost. Van werkgeverszijde wordt omtrent do staking meegedeeld, dat inderdaad het overgroote deel der werklieden niet aan het werk is gegaan. Slechts 60 65 werklieden. Waaronder een 40-tal bouwvakarbeiders die feitelijk .niets met het ar beidsconflict hebben uit te staan, zijn Donderdag in de fabriek gekomen. Naar men verder van flien kant mededeelt, vindt het conflict Zijn oorzaak In het feit, dat de verte genwoordigers der me^aalbewerkersorgauisaties zich niet tevreden hebben willên stellen met do toezeg ging van de directie, dat zij zoodra er ecnigo verbetering' in de bedrijfetoestanden zou zgn te bespeuren de van werkliedonzij de gestelde loon eisen en inader onder de oogon zou zien. Op het oojafenblik kon daaraan niet worden vol daan, mode in verband met de scherpe concurren tie, welke ondervonden wordt uit de landen waar de valuta in don laatsten tijd sterk godeprecdeerd is. Daar komt^ nog bij, dat de „Heemaf*' die in de laatste zes jaren groote verliezen heeft geleden, dezen ongunstigen toestand eerst te boven moet komen, alvorens 3e directie ertoe kan overgaan de loonen, welke reeds jn don laatsten tijd weer eeniglszms op peil zijn gebracht, nog moei* te verhoogen. Door de werklieden was gecischt een verhoging van 10 pet. voor de arbeiders met hoogc ïoonen en van 20 pet. voor die met lage loonen. Vervolgens was gevraagd .een hoogere vergoeding voor hot overwerk, terwijl eon dor eisohen ook be trekking had op de vacantte voor losse monteurs. Ten opzichte van do beide laatstgenoemde eischen is reods een tegemoetkomende houding door de directie' aangenomen. INTERESSANTE! PROEVEN MET EENDEN. i iZooals bekend is, is dr. Te Hennepe, bacterioloog der Rijksseruminrichting te Rotterdam, reeds eenige jaren bezig te Volendam op zijn proeffokstation voe- derproeven te nemen met eenden. Het doel dezer proeven is meer do eendenhouderij te bestudearen in verband met de .droogmaking der Zuiderzee en do internationale wet die hot visschen van ondermaat- sche visch op de Noordzee zal tegengaan. 'Dezei proeven hebben dit jaar een interessant re sultaat opgeleverd. Een 50-tal der in Volendam ge fokte en opgevoede eenden zijn in bet najaar van 1925 overgebracht naar het terrein der Eerste Zuid- Holl. Coöp. Pluimveecentrale aan den Kralingsche- weg to Rotterdam. Dit fokstation staat eveneens on der leiding van dr. To Hennepe en -hier heeft hij proeven gonomen met het voeron van slachtafval op eenden. Alle eenden, zoowel te Volendam als te Rotterdam worden zonder eenig zwemwater gehouden. De foktoomen te Volendam krijgen nooit groon- voer en allen droogmeel en mais te eten.. Te Rotter dam) Joopen de eenden in grasrennen en krijgen al leen droogmeel of slachtafval. Deze week nu heeft een foktoom van Khaki-Campf- bell eenden een ongekend hoog productiecijfer ge haald. Een der te Volendam gefokte eenden legde op 14 Augustus haar 800ste ei, terwijl de andere drie Campbell van dezen foktoom legden resp.: 241, 2-33 on 284 eieren tot 15 Augustus. -Alle vier eendon zijn heden nog aan den leg. Verscheidene andere eenden hebbon reeds het legcijfer van 200 gepasseerd. Hbld. BARSENOERHOHN. IJk en herijk zal te Raxsingerhorn worden ge houden op 28 Aug. voor Haringhuizen en Kolhora en op 24 Aug. voor Barsingerhorn. DE BOTER- EN KAASPRODUCTIE IN 1925. Was de boter- on kaasproductie in 1924 mot resp. 73.0 en 110.5 mi 11. K.G. reeds zóér hoog te noemen, deze cijfers worden in 1925 nog overtroffen. Aan beide zuivelproducten werd toon een hoeveelheid van respect. 75.0 en 113.3 mifl. K.G. voortgebracht. Van het rijksmerk was voorzien 66.6 mill. K.G. boter en 104.7 mill. K.G. kaas, dat is resp. 89 en 92 Daar «ie ongemerkte producten niot mogen "worden uitge voerd, is de hoeveelheid van deze zuivelproducten zonder rijksmerk, welke voor het binnenland be stemd blijft, in verhouding veel grooter. Nog steeds echter maakt de aansluiting bij de Nederlandsehe boter- en kéfascontrole onder rijkstoezicht vordering. ONTWIKKELING VAN DEN EIEREN-UITVOER. In den loop van deze eeuw is ons land van een eieren-invoerende, een eieren-uitvoerende staat ge worden. Duidelijk wordt dit aangetoond door een in het laatste landbouwverslag opgenomen statistiekje, waaruit blijkt dat de omkeer dagteekent van 1907. Wij nemen de tabel hier verkort over: Millioen K.G. Jaar. invoer. uitvoer. 1900 5,9 3,6 1905 6,4 4,0 1910 12£ 20,L 1913 16,3 23,1 1920 0,3 0,5 1925 5,7 44,9 HOOFDSTUK VII. Mr. William Wyvcra in Moath Street. I. George bracht den nacht, voor zoover er iets yan den nacht overbleef na 2gn bitter gesteun *oor het huis van zijn Mary door bij den Kr. Franklyn, die met hem dat kleine wandelingetje gemaakt had, dat ongeveer drio maanden geleden geëindigd was met het rijtuig-avontuur. Van al zijn studenten vrienden, die hem een bed zouden hebben willen geven, had hg 't eerst gedacht aan Mr. Franklyn, omdat hij in zekeren zin verbonden waS met zijn Mary. Diezelfde gedachtenassociatié gaf hem een aanwijzing om te antwoorden op Mr. Franklijn's spotternijen over zijn somberheid, toen zij zaten te spupeeren. .„Herinner je die dag nog, in Juli toen we samen zijn gaan wandelenP' begon hn. Mr. Franklyn herinnerde het jcich; schudde zijn hoofd bij die herinnering. „Die kellnerin, met wie je me alleen in die lunchroom gelaten hebt," zeide Mr. Franklyn droevig, „is „O, Iaat die keüherm naar de maan Ioopen! Luister Franklyn. Nadat ik je verlaten had, ben ik langs de Marbló Arch geloopen Hij vertelde verdor iets van sign liefde van zijn Mary en van' ziclizelf; slóeg ,alle bijiz'onderheden van de kat over, kwam op het aanstaande huwelijk; vroeg zijn ad vies over de vooruitzichten van een man, die trouwde op de inkomsten van een lbcum tenens. Mr.. Franklyn luisterde met groote sympathie. „Typisch, dat het jou overkomt George" zeiae hij „ik verkeer in dezelfde positie." „Wat zeg ie me daar nou!" riep George uit. „Nou, wel niet préeies hetzelfde" stemde Mr. Franklyn toe. ..Maar het scheelt toch niet veel. 'Ik zit er Ieelijk tusschen met een meisje in den fnertuin in Earl's Court. Zij George sprong van de tafel1 «op. greep zijn hoed. vWip, ter wereld bekommert zich nu om jouw. meis jes pit «een biertuinP'' riep hij; vloog het huis uit. Aan het ontbijt, met Mr. Franklyn den volgen den ochtend,, was hij in een yroolijker stemming ïnaakte hij zijn excuses voor zijns optreden van den vorigen nacht;..maakte hij zijn excuses, dat hij "wegging om zijn Mary op te zoeken. Terwijl hij zijn pijp aanstak, zeide hij: zie je vanochtend wel in 't hospitaal, oude jongen, jk zal' even aanloopen, om met den Dean te spre ken over het aannemen van die plaats van Bingham in die praktijk in Yorkshire." Mr. Franklyn prikte na,ar een nieuw stuk spek. „Dat kan jo niet, oude jongen. Die is al' vervuld." „Vervuldl" riep George. cWat bedoel' je daarmee. "//f i Een goed zittend costmun, een leuke hoed, een fleurige das en dan nog een paar goed gepoetste schoenen. Voor dit laatste deel van het toilet is Erdal het goede middel. „Wel', vervuld. Simpson heeft die genomen I tien dagen geleden." Een koude rilling voer door mijn armen George. Na het vreeselijke verlies van Runnygafcc hing alles hf yan deze aanstelling mot haar salaris, dat aanzienlijk veel1 boven het gemiddelde was. „Simpson! Heeft Simpson die/"' riep lig. Waar- Om voor den duivel, heeft Simmy die genomen Hg wist toch wel, «dat ik die hebben won." „Maar beste jongen, je hebt èr na je examen nooit meer naar gevraagd. Als Simmy haar niot geno men had, zou een ander het gedaan hebben. Bing ham had er haast mee." Wezenloos staarde George voor hem uit. Einde lijk vroeg hg: „Maar er zijn tooh nog wél1 andere baantjes open? „Er staan er geen op de lijst van den Dean. Ik heb er toevallig gisteravond naar gekeken." Bij deze nieuwe teleurstelling, stelde George de vurige begeerte om zijn Mary in ■zijn armen te drukken en haar vergiffenis te smecken, uit. Hg haastte zich naar 't hospitaal, ging naar den Dean. Hier werd de ramp bevestigd. Simpsön had reeds 'het baantje in Yorkshire: de Dean had geen andere betrekking op zijn ljjst. „Alleen die praktijk in Runnygate," zeide hg. „Ik heb je na je examen niet "meer gezien. Kan jo de overnemingssom betalen?" George, die opstond en -naar de deur liep. kon slechts zijn hoofd schudden. Er was iets in zijn k<?el, dat hem belette te spreken. Runnygate e:q: al wat Run nygate heteekende het kleine home, de kleine .praktijk, de heerlijke toekomst was een somher beeld nu het zoo totaal verloren was; nu zelfs die be trekking in Yorkshire verloren was. Hij schudde zijn hoofd. .^Buitengewoon jammer! „Ik hadi die voor jou be waard. Lawrence, die haar verkoopen wil, komt vanavond onx vijf uur hij; mij. Ik zal hem moeten helpen om een anderen kooper te vinden." m. i 'De wanhopige «gedachten, die heimi op weg naar Meatih iStreet bestormden-, maakten zijn vreeselijikd wroeging, datl bijl haar den vorigen avond zoo schan delijk behandeld had, nog grooter. Toen hij in de Meath' Street kwam, sprong hij, .bevend in zijn lief desmart, d«e trap op. Zijn Mary had haar aardig neusje vlak tegen het raam gedrukt Met vochtige oogen had zij naar haar George staan uitkijken in de tegenovergestelde rich ting van die, waaruit hij gekomen was. Hiji sloot de deur achter zich-. „Mary!" riep hij, zijn armen uitgestrekt. Zij vloog erin. Ziji omsloten, elkaar in een omhelzing, zoo wanho pig, als slechts liefde alleen die verdragen kon heb ben. Hebt ge veel ponden of dollars bg U? Ik kwam uit Brussel aan het u-are du Nord te Parg'6 aan, een dienstman droeg mg'n bagage en vlak bij den uitgang, dooh nog in het Station, riepen eenige lieden mij die woorden toe. Ik ben waarschijnlijk wel' 100 keer in mijn léven aan het Gare du Nord to Parijs aangekomen en ik kan niot zeggen, dat ik het ooit een aankomst gevonden heb van: Welkom Vreemdeling! Integendeel, het gezeur eer men ziijn bagage in handen van een dienstman had, het gedrang op het onpractische' perron, hot nog erger gedrang door de controle, en eindelijk het passeeren dei' stedelijke douane, vóór men jacht kon maken op oen taxi of in vroeger jaren een rijtuigje, was nooit bepaald prettig. Een eohte ianboél eigenlijk, die sterk afstak bij het oorgeregeldo bij aankomst in Londen. Maar men vergaf net Parijs en den Parij zenaars, want men was immers in Parijs, in la Willé Lumière, en temidden der Fransohen. die nu eenmaal ongedisciplineerd zijn en hun eigen aardig individualisme reeds eeuwen door hebben bezeten en slechts voor een machtig koning als b.v. Lodowgk XIV of een machtig keizer als Napoleon I, hebben willen vergeten. Maar al was het dan geen ideaal aankomen in 1 Parijs, men was toch steeds niet onwelkom en nu? j Stelt U voor, dat daar eenige mannen rondhangen en zitten in een station en U toeroepen: Hebt ge veel ponden sterling of dollars bij UP terwijl andere hoonende opmerkingen aan uw adres mompelen en zich zelf erg grappig vinden door die vreemde lingen te bespotten, waarvan zij aannemen, daft zij hen tooh niet kunnen verstaan. Inderdaad de meeste Engelhohe en Amerikaansche toeristen ver- i staan geen Fransch, maar een Engelsohe kolonel, dio onlangs in Frankrijk was, verstond het wel' en hg constateerde in de Engelsohe dagbladen, dat .del Engelschen tooh weinig vreugde beleefden van hét I feit, bloed en goed geofferd te hebben om Frank rijk te redden. p I In een hoofdartikel heeft ook de Times eens duidelijk aan het adres der Fransohen gezegd, hoe belachelijk die zich maken met hun ageeren tegen de vreemdelingen en speöiaal met hun ageeren tegen de vroegere bondgenooten Engeland en Ame- Gg' spreekt, zei de hoofdredacteur van de Times, van een nieuwe overwinning aan de Marne, nu uw sterk gedeprimeerde frank eindelijk weecr iets ge monteerd is. Vooral uw machthebbers en uw Pers stellen het voor alsof er steeds veldslagen geleverd worden tusschen uw frank en onzen Pond Sterling I en doen alsof wij er belang bij hebben, dat uw frank I ongunstig staat in verhouding tot ons Pond. Het tegendeel is waar, want het zou reeds heel i onpractisch zijn te wenschen, dat een schuldenaar, van wie men zooveel te vorderen heeft, als wij van Frankrijk, in moeilijkheden geraakt. Zeker, de toeristen pnofiteeren iets van 'da gun- i stige verhouding van het Pond. Maar niet alle I Engelschen zijn toeristen. Het wordt den Fransohen steeds door het bui- tonland voorgehoudenWaaróm staan hot Pond en de Hollandsohe Gulden hoog? Omdat do burgers van Engeland en Holland gebukt hebbon gegaan en nog gaan onder ontzettenao belastingen, brengende oen geweldig offer, maar houdende hun budget in evenwicht, hun huishouden in orde, nun pond en gulden gaaf. Ik herinner mij toch zelf, hoe ik in 1921 voor f 9 een Pond Sterling kon koopen en hoe dio gunstige verhouding van don gulden to danken was aan de offers door de belastingbetalen de burgerij1 gebracht. Terwijl ik in Engeland was, begonnon de daar ingevoerde hoogo belastingen hun woordje mee te sproken, de staatsinkomsten stegen, do uitgaven worden beperkt, vooral' de militaire uitgaven wor den weer ingekrompen, de oorlog was immers uit, en langzaam maar zeker begon het Pond te stijgen zoodat het nu weer als voor den oorlog staat: 1 Pond Sterling gelijk f 12.10. Men heeft onwillekeurig eerbied voor het En gelsohe volk, dat weet zijn huishouden in orde te houden en daarbij nóg millioenen schuld voor an deren aan Amerika betaalt. W-at hebbon de Fran sohen inmiddels gedaan? Zij hebban steeds sohoone phrasen gebruikt. "Vroeger was "hot: „Le B«ooh.e puiera". De Ruhrbezettmg door Raymond Poin- oaró togen het ernstige advies van wijlen Bonar Law doorgezet, heeft schatten geld gekost en heeft het prestige van Frankrijk meer geschaad dan gebaat. De Dawes-overecnkomst heeft de Duit- scho schulden geregeld en wij hebben onlangs kun nen lezen, dat de Duitschers hun verplichtingen, Hij- stortte zijn wroeging voor haar uit; naasi hem op de sopha streelde zijl zijn bruine handen. Hij ver telde, zijin somber verhaal; zij, streelde zo nog tee-der- dor verzekerde hem. dat, als dat baantje in York shire vergeven was, er iets even goeds zou koraon. Maar hij. was radeloos, terneergeslagen. „Komt al lemaal door die vervloekte kat, Mary", kreunde hij:; zij kuste het gefronsde voorhoofd. Hij vroeg haar: „Tusschen twee haakjes, waar is dai andere beest? Dat creatuur, dat we meegebracht hebben?" Aangetrokken door haar beweging, kwam die oranje kat. welke de vreeselijke ramp gewrocht had, onder de tafel vandaan. „GR—-RRfl" bromde George; stampvoette. -De oranje kat zocht weer bescherming, „Maak het dier niet, bang, lieveling", zeide Mary. „Het dier heeft geen kwaad gedaan." George stond op. Hij was te zenuwachtig, om zich te kunnen bedwingen, als hij- bleef zitten. *Geen kwaad gedaan", riep hijt Hij deed een stap naar het raam. „Geen kwaad hij hield op. „O, lieve he mel 1 Zeg Mary, daar heb je Bill!" Mary kwam naast hem staan; zag Bill Wyvero onder de portiek van de deur verdwijnen. Een klop; voetgeschuifel in de gang; voetstappen op de trap. 1 i „Gij God! Ik had dien ouden Bill heelemaal ver geten", zeide George. Dan kwami Bill binnen. HOOFDSTUK VTIL Abisag, de Sunamitisohe ia Meath Street. L „ARo, Bill!" riep George. Hoe ter wereld wist jij, dat ik hier was?" Hij verwachtte een uitbarsting van verwijten, een stortvloed van woede. Deze kwamen niet. Om BdlPs mond waren, terwijl' hg van George naar Mary keek, lachende trekken; geen. dreigement was in zijn helderblauwe oogen hun daarin opgelegd, behoorlijk nakomen. Het leeuwendeel voor de door Duitschland te betalen millioenen, gaat naar Frankrijk, Engeland heeft van do ö9 miilioen Pond, siechos 9 miilioon ontvangen. In Frankrijk verdwijnt dat geld in de ondompbare put yan schandelijke verkwisting en misplaatst imperialisme. Behalve de oorlógen in Marokko en Syrië eischt het bezetten van de Ruhr, het imperialistisch mi litair verdrag met België, dat gericht is pp een grooter Frankrijk inoluis België, 'Holland, YVeet/- falen en Luxemburg, groote sommen. Het Fransohe staats huishouden is schromelijk in de war, het budget wiL niet sluiten, maar toch is men niet bereid het voorbeeld van Engelse-hen en Nederlanders te volgen en zulke belastingen to be talen, die tot orde van zaken zullen kunnen leiden. Men neemt liever zijn toevlucht tob heb boschim- Cvan degenen, die wel netjes huisgehouden heb- en stelt de Amerikanen, Engeisohen on Neder landers voor als onmenscken, als woekeraars en „Ik ben je vanochtend in 't hospitaal wezen Zoe ken", antwoordde Bill. „Ik heb daar Franklyn ont moet en hij heeft mij verteld, "dat je hoogstwaar schijnlijk hier zou zijn." „Verbaast het je, dat je Miss Humfray hier ziet?" vroeg George. „Je hebt haar natuurlijk bij mijn oom ontmoet, toen dit was gevaarlijk terrein en hij spoedde er zich overheen „terwijl ik weg was", zeide hij vlug; snoot zijn neus. „Ja, en niet weinig ook", zeide Bill. .Hij drukte Mary de hand. „Ah!" zeide George. „Hum! precies. Za zitten, Bill". Zij gingen zitten. Er lag iets gedwongens over alle drie; ieder zat op het uiterste randje van den stoel. Nu zult U buitendien wel' benieuwd zijn te wjs- ten: Is het dan zoo vreeselgk goedkoop voor vreem delingen in Frankrijk? Dat is zeer betrekkelijk. In sommige plaatsen en in sommige streken is het goedkoop, maar in Parijs is het schreeuwend duur! In Parijs is het een beest achtige afzetterij. Men heeft allo «prijzen opgezet, toen de frank gezakt was en denkt er niet aan er iets af te doen nu de frank verbeterd is. Het gevolg is, dat reeds zonder afzetterij het leven in Parg's niet goed koop is. Tooh zijn er wed.1 dingen, die goedkoop zg'n. Ik ben naar de opera „Werther" van Massenet geweest en zat fauteuils de baloon in de mooie Opéra Comique, voor een prijs van 35 francs, dus op dien dag f 2.45. Dat is niet duur. Ik vind echter een kamertje in een 4e rangs hotel a 60 francs (f4.20) heelemaal niet zoo goed koop en de groote restaurants hebben prijzen, die niet te betalen zijn. Die prijzen zijn werkelijk be rekend op het plukken van de Engelschen en Ameri kanen, die echter allemaal mopperen, zoodat er zelfs all onder de Amerikanen een relletje is waar te nemen, om Frankrijk a.s. jaar voor heb toerisme te boycotten. Da.ar men bij de 'Amerikanen nooit kan weten of zij zooiets niet als een nationaal protest tegen het verkeerde optreden der Fransehen §aan beschouwen, en doorzetten, lijkt dit mg VOi,r e Franschen niet zonder gevaar. Wat zouden de hotels en winkels en restaurants in Parijs te doen hebben zonder de Amerikaansche oliënteJe? Bijna niets. Alle hotels zg'n tjokvol en wel dank zij de Amerikanen. Ik voor mij houd niet van het Amerikaansche publiek, dus zou ze graag missen. Ik kan dat eigen aardige geluid, dat lg'kt op een luid spinnen van honderd poessen niet velen en toch hoort men dit in élke haJl1, in elke eetzaal', in elke oonvorsatiezal, in elke trein, waar Amerikanen zijn. Do Engelschen zijn veel zwijgzamer en het EngolSoh is niet door dringend, do Amerikanen zijn praatlustig en k et sen den gehoelon dag door, zoodat men het lie felijk gespin en hl et „getwang", het nazaal geluid mot kan ontkomen. Er is eehtter een groot verschil tusschen den reiziger, die andere reizigers critiseert en den hote - houder of winkelier, die eene oliëntelé te aan vaarden hoeft. Voor Frankrijk zgn m.ï. de Amerikaansche dol lars en Engelisoho ponden onontbeerlijk. Wanneer men alléén al bedenkt, wat zij betalen voor een kamer, zonder dat die kamer het Ihnd verlaat, wanneer men verder bedenkt, hoeveel handen werk krijgen door heb bedienen dier dollar- en nomlen- mensehen, en hoeveel bodem-producten duur be taald worden door die vreemdelingen, zonder dat daardoor de voorraad zóódanig vermindert, dat er een tekort voor de Fransohen komt. Dat die levensmiddelen voor de Franschen zelf duur, te duur zgn, is niet de sohuld der vreemdel.n- gen, maar het gevolg der inflatie en de s.hu.d oer inflatie ligt, het spijt mij, dat ik het zeggen moet, bij de Fransohe regeering en het Fransohe voik. %Het ligt echter geheel1 in den aard der Fran sohen om gaarne het oor te leenen aan degene.i, die liun zeggen: do schuld ligt niet bij U, doch bg Anderen. Welnu, lag in 1922 de schuld bij ue Duitschers, heden ligt de sohuld bij de Engel schen en Amerikanen en het is vooral opvahend, hoe misdadig do pers stookt tegen de Engelschen on de Engelsohe toeristen. Toen ik den eersten avond van mg'n verblijf naar „Ben je dan op Heron's Holt geweest?" vroeg George eindelijk. „Gisterenavond." „Ah! gisteren, Donderdag dus, om; zoo te zeggen. Hum! Margaret goed?" „Uitstekand!" Weer eén doodsche stilte. Mary keek smeekend naar haar George. George, die zijn rechterschoen in een zonnestraal hield, keek daar ernstig naar. Het stond aan haar zelf, deze vreeselijke stilt© to verbreken. Na één klein schuchter zuchtje vroeg zij: „Maakt Mr. Marrapit het goed?" „Uitstekend", zeide Bill. „Uitstekend. Een klein beetje hij hield op; weer viel die stilte in. Mary kon het niet langer uithouden; Impulsief voorover leunend, haar armen uitgestrekt, haar han den gevouwen, riep zij: „O, Mr. Wyvern! U bent toch niet boos op George, is het wel? Hij kon het tcch niet helpen, dat hij u naar dat logement ge stuurd heeft?" Dwang vlood. „Natuurlijk niet", zeide Bill. „Hee lemaal niet. Ik ben hier gekomen om u beiden g e- luk te wenschen. Ik George sprong op; greep Bill's hand „Goede oude kerel", riep hij, „goede oude Bill! Het spijt ine vreese- lijk, Bill. Je bent een beste kerel, Bill. 19 hij geen beste kerel, Mary?" „Dat is hij", stemde Mary toe. De beste kerel, blozend bij dien lof, beantwoordde warm George's handdruk. „Zeg, George, je bent een ezel", zeide hij. „Waarom ter wereld heb je me niet verteld wat je van plan was?" „Je was er niet bij, oude jongen, toen het begon. Jc was in Londen. Hoe ter wereld kon ik weten, dat jouw courant zich zoo met die zaak zou bemoeien? De herinnering aan de ellende, welke die courant hem veroorzaakt had, verdreef alle andere gedachten uit George's geest Verontwaardiging maakte zich van hem meester. „Het was een schandelijk stukje werk, Bill. Bij mijn ziel, het is eenvoudig schandelijk, dat een courant zich zoo maar kan mengen in een zuiver particuliere zaak als deze. Ja, het is zoo, Mary, val me niet in de rede. Bill begrijpt, mij. Ik verwijt jou niets, Bill; jij deedt je plicht. Ik verwijt het den uitgever. Waarom wilde hij er zich in men gen? Ik zeg je, dat die courant mij van het eene dorpje naar het andere verjaagd heeft, tot ik vrijwel dood was. Ja, jij hebt goed grinniken, Bill". „Ik grinnik niet". „Je grinnikt wel". George bracht een bitteren toon in zijn woorden. „Ja, jij kan je natuurlijk de weelde veroorloven te grinniken. Wat zieleangst was voor mij, was copie voor jóu. Jij hebt natuurlijk naam ge maakt met dat heele zaakje, voor jou is alles goed afgeloopen". I Koningen, I: 3. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 6