DAMRUBRIEK.
S
mi
n
bi
n
n
üj
H
11
De Wereld der Vrouw
ROMMELKRUID-
r
IÉ
m
m
-n
w
WÊ
m
H
RB
u
w
m
n
WM
51
§g
m
RH
m
SB
§g|
H8
1
VI
H
m
JS
H
B
ui
Kt
fü
m
m
m
8
lü
Mi
11
m
9
H
1!
ÉN
i
m
0
'M
fgf
9
3
m,
n
8
#18
i
Even Lachen.
i
VOOR DE KEUKEN.
vracht •tooiw.t niet of ik bij mijn voeten, of
bij mi1'- h^ofd wae opgehangen.
Het oogenblik atonnde mijn vrouw de
kamer bint-., m bij het zien van mijn opgehan
gen lichaam pardoes flauw te vallen.
Toen kwam mijn slapeloosheidsbacil in eigen per
soon mijn schoonmoeder bedoel ik de kamer
binnenvliegen. „Haal dadelijk een mes", comman
deerde zij. Dra was het mes er en kordaat sneed zij
het koord door. Met een plof viel ik in mijn bed
neer en ontwaakte op hetzelfde oogenblik. De bacil
keek ine woest-verontwaardigd aan, toen ik vroeg:
„Wat moet al die berrie beteekenen, wat' doen jullie
hier?"
En ze antwoordde: „Wat dat moet beteekenen? Zeg
me liever eens, wat dat moet beteekenen, dat1 je je
aan het verkeerde eind; ophangt, ezel!"
Ze zei nog een heeleboel dingen meer. Maar ik was
niet iiit mijn humeur te brengen. Want ik had mijn
slapeloosheid! overwonnen. tDiank zij, dien ezel van
een Jansen!
Alles betreffende dete rubriek te tenden aan C.
AMELS Wz„ WINKEL.
STAND Va L
ZWART.
W7W/,
rrrz
WIT.
Stand Zwart, 9 schijven, op: 1 3 7 10 13
23 30.
Stand Wit, 9 schijven, op: 12 25 28 32
39 43 44.
STAND No. 2.
ZWART.
5
10
15
20
25
30
35
40
46
ï>0
14 19
33 34
Iml
mm
WIT.
Stand Zwart, 9 schijven, op: 2 7 8 9 13
19 28.
Stand Wit, 10 schijven, op: 22 24 30 31
39 42 43 47.
Voor beginners den volgenden stand:
Stand Zwart, 9 schijven, »op 4 8 9 11 16
25 - 40.
Stand Wit, 9 schijven, op: 26 27 30 33 35
44 49.
Op de volgende manier wint Wit:
Wit 33—28, Zwart 25X34, Wit 43—39, Zwart
V/lt 49X38, Zwart 40X49, Wit 23-20, Zwart
Wit 23X12, Zwart 17X8, Wit 26X1, wint.
OPLOSSING STAND No. 1.
Wit 33—29, Zwart 7X18, Wit 28—22, Zwart 18X40,
Wit 29X20, Zwart 40X29, Wit 25X5.
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
15 18
37 38
17 19
36 43
34X43,
49X21,
OPLOSSING STAND No. 2.
Wit 30—25, Zwart 18X36, Wit 24—20, Zwart
Wit 47—41, Zwart 36X47, Wit 37—31, Zwart
Wit 33-33, Zwart 47X29, Wit 39—34, Zwart
Wit 25X1, verloren.
15X24.
26X48.
48X30,
I
KLEINE BUZONDERHEDENU
In 1925 werden in Amsterdam 5117194 spoorkaar
tjes genomen en brachten de treinen 5158025 reizi
gers naar de hoofdstad.
De Egyptische Sphinx is 62 Ml lang en heeft een
gezicht van 5 M. breedte.
In de Vereenigde Staten wordt per jaar voor meer
dan 1100000000 dollars aan zoetigheid uitgegeven.
De koninklijke Engels-che staatsiesloep is 235 jaar
oud en heeft onder 10 souvereinen dienst gedaan.
In Frankrijk rookt men jaarlijks 32 milliard siga
retten.
De grootste bloem, de Rafflesia, -die op Sumatra
groeit, heeft een middellijn van 3 meter.
Van de kleinste horlogeschroefjes gaan er 500.000
in eenr»ond.
Vol eens sommige geleerden ontkiemen de zaden
vlugger in maanlicht dan in zonlicht.
Van alle steenkool wordt 96 percent noorden
van den equator gewonnen.
*1
InPerziö werpen voorname dames elkaar bij wijze
van begroeting rozen toe, als zij elkaar bezoeken.
*1
Het papier, waarvan de Engelscho bankbiljetten
vervaardigd worden, is zoo sterk, dat men aan een
los gevouwen biljet een gewicht van 25 Kg. kan op
hangen, zonder dat het biljet breekt. M.
WARE WOORDEN.
Wanneer de melodieën der jeugd in den ouderdom
terugkeeren, ontbreken vele tonen in de begeleiding.
Ga de wereld in met het voornemen meer te willen
geven dan te ontvangen en gij zult meer ontvangen
dan gij ooit had't durven denken.
I
Oorlog.is hoogverraad'tegen de beschaving.
Het zaken doen bestaat udt kleinigheden en wie in
het kleine ontrouw is, hoe zal hij getrouw zijn in
het groote?
i
Zij, die de liefde wegnemen uit het levon, nemen
de zon uit de wereld. De onBterfellJke goden hebben
ons niets gegeven, dat beter is ol ons meer geluk
schenkt.
EERLIJKE JOCHIES.
Het jochie vroeg zijn vader om een gulden, om
een konijn te koopen. Het hokje had hij al klaar en
zijn vader was er mee ingenomen., dat zijn jongen
zoo'n nuttige liefhebberij als konijnen houden, uitge
kozen had. Dies kreeg hij den gulden. De volgende
week kwam. zootje nummer twee met dezelfde bood-f
schap.-Daar vader natuurlijk geen schele oogen
wilde maken, kreeg ook deze een gulden voor een
konijn Maar vader had twaalf zoontjes. Zoodat
eindelijk, na twaalf weken, alle 12 een gulden voor
een konijn hadden, gehad. Toen haalde vader het in
zijn hoofd, al die dieren wel eens te willen zien. Hoe
groot was zijn verbazing, toen hf] slechte één konijn
vond. Algoraeone strongo ondervraging. Ieder Jochie
bezweert, dat hij -voor zijn gulden een konijn kocht.
„Waar zijn die dan?" vroeg pa wild.
„Ja, ziet U", kwam er eindelijk uit, „het was aldoor
hetzelfde konijn; dat hebben wo van elkaar gekocht'*.
VRIENDELIJK ANTWOORD.
„U heeft me gered", stamelde de jongeman tot den
man,^die hem zoo net uit het water had gehaald",
„U mag met mijn zuster trouwen".
De man keek naar het meisje.'
„Hédaari" brulde de jongeman, „wat doet U nu?"
„Ik gooi je er weer in!" was het antwoord.
ROMANTIEK.
Puffel had een eenigszins uitzonderlijk nieuw
overhemd gekocht en bij het aantrekken vondi hij
aan den binnenkatn een stukje papier, waarou de
naam en het adres van eeh ipeisje stond, met de
woorden: „Schijf me en stuur een foto".
Puffel sprong drié voet. hoog. Dat was je ware ro
mantiek! Hij schreef en zond een foto van zich zelf.
Omgaand kwam er antwoord en met een kloppend
hart opende Puffel den brief.
Dit stond eTin: „Ik was erg nieuwsgierig,, hoe die
idioot eruit zou zien, die dat vreeselijke hemd zou
dragen."
VOLKOMEN EENS.
..Heb je tandpijn? Als 't de mijne waren liet ik ze
trekken".
„Dat zou ik ook doen, als 't de jouwe waren".
EEN LEELIJKE VRAAG.
Gast tot eijn buurman: „Dit is toch zwijnen vleesch,
niet?"
Buurman: „Aan welken kant van de vork be
doel je?"
ZEER PRACTOSCH.
„Hoe ben je toch zoo rijk geworden"?
„Aan de speelbank!"
„Heb je dan zoo gelukkig gespeeld?"
„Neen, maar door naast de speelbank, een bank
van leening te openen."
I
PARIJSCHE MODE. No. 1124 is gedacht van wollen crêpe met Japan-
Twee chique, doch eenvoudig te maken ochtend-1 sche patronen bedrukt of geborduurd. De revers
japonnen zijn onder de nummers 1123 en 1124 weer-1 kieze men van een lichte, harmoniserende kleur,
gegeven. No. 1123 is 'n ochtendjapon van bedrukte ka Knippatronen zijn verkrijgbaar in de gewenschte
toen of imouesline in beige en bruin, met breede, over j maten, onder opgave van No. 1123 en 1124. Kosten
elkander slaande revers van beige stof. De onderzij-70 cents per stuk.
de van de japon, zoomede de vleugel mouwen ziju j
met dezelfde stof afgezet.
MOEDERS EN HAAR KINDEREN.
Een Moeder zegt:
„De taak, om twee levendige kindejren gedurende
een lange vervelende reis bezig te houden, heb ik
roet succes verlicht door de kinderen te voorzien van
een heele boel gekleurde vierkantjes van karton, die
ik voor ben geknipt bad'. De uren gingen prettig
voorbij met het, maken van dambordjes op de bank
en de vensterbank en de kinderen maakten zelfs
de kruiswoordpuzzle na van dem sxuurschen ouden
heer, die tegenover ons zat."
ENKELE GERECHTEN VAN TOMATEN.
Een goede tomatensalade bereidt men 'op de
volgende manier: ,Men snijdt de tomaten in niet te
dunne schijven, waarbij men de kern verwijdert. De
ze dikke tomatenschijven legt men op een vlakken
schotel en bestrooit ze met fijn zout. Nadat ze zoo
een uur gestaan hebben, wordt elke schijf op een
slablad gelegd, met «slaolie, en een weinig azijn over
goten, waarna ze met fijne witte peper bestrooid
worden. In een kristallen schotel opgediend is deze
salade een appetijtelijk gerecht.
i
Gevulde tomaten geven een goed gerecht,
terwijl men ook graag gebruikt o.m er groote
vleeschschotels mee op te maken. Men snijdt daartoe
van groote rijpe tomaten, daar, waar ze aan den steel
gezeten hebben een klein rond schijfje af, haalt met
een theelepel bet binnenste er uit en vult haar met
gehakt op, hetgeen men met een weinig peter
selie en met het binnenste der tomaten goed ver
mengd beeft. Daarna drukt men het afgesneden
schijfje er weer op en legt ze dan naast elaknder'm
een platte pan giet er een weinig water bij en laat
ze op eij zacht vuurtje stoven. De sauce wordt een
weinig gebonden.
Inplaats van gehakt kan men de tomaten ook met
goed geboterde, tamelijk dikke, maar korrelige rijst
vullen en met wat Parmesaansche kaas bestrooien,
waarna men-ze op een flink heet vuur 10 minuten
bakt.
Ook pikante schotels laten zich met be
hulp van tomaten bereiden. Men snijdt bijv. de to
maten in tweeën, holt ze uit, doet in elke helft een
hard gekookt ei, dewelke dan opgediend met sardi
nes en gegarneerd mot wat kappertjes en stukjes uien
een zeer pikante schotel ópleveren.
i
Een groote toepassing vinden de tomaten ook bij
het bereiden van soep. Men gaat dan als volgt te
werk. De afgëwasschen tomaten worden met een
ui en een paar peperkorrels in water opgezet, waar
na men ze eon half uurtje laat koken. Daarna wor
den ze door een zeef gewreven, waarna ze, met wat
bloem gebonden, nog een oogenblikje op hè't vuur
gezet worden. Een stukjo boter er aan toegevoegd zal
den smaak zeer verhoogen.
CHINEESCHE MANTEREN.
'De aanleg van een spoorweg in de Chlneesclie pro
vincie Shan-toeng had don Duitschon ingenieurs
veel moeilijkheden gegeven. De palen, die den te
volgen weg moesten afbakenen, werden nl. herhaal
delijk door de Chineezen uitgetrokken en meegeno
men. Ten einde raad deed de hoofdingenieur zijn
beklag bij' den gouverneur der provincie en kreeg
van deze de stellige toezegging dat het stelen der
bakens voortaan zou worden verhinderd. Vol goeden
moed ging men weder aan het werk: de lijn werd
voor de zooveelste keer opgemeten en de palen ge
slagen. maar toen alles weder zoo goed als gereed
was, bleken op zekeren morgen weder alle palen
verdwenen. Woedend ging de ingenieur naar den
gouverneur en deed dezen de bitterste verwijten, die
door den Ghineeschen dignitaris met een wijsgeeri-
gen glimlach werden aangehoord. Toen de ingenieur
zijn pootig beklag had ingediend, zei de gouverneur
Ik begrijp niet hoe gij u kunt- beklagen. Uw stokken
zijm goed. bewaard: ik zelf heb ze door mijn men-
schen laten uittrekken en opbergen, om het stelen te
voorkomen. En hij liet den verbaasden westerling de
vermiste bakens toonen, zorgvuldig in bundels sa
mengebonden.
HISTORISCHE SPREEKWOORDEN.
Hij ruikt lont. Nog tijdens hét begin van den
80-jarigen oorlog gebruikte men op snaphaan of
musket geen vuursteenen, maar Stak met een
brandende lont bet kruit op de pan aan. Dat kon
op verren afstand geroken worden, waardoor on-
verhoedsche aanvallen menigmaal werden ontdekt,
o.a. in 1572 toen de regeering van Rotterdam na de
irmflmtne van Den Briel 'Bossu binnen de stad liet
komen, onder voorwaarde, /lat de Spanjaarden bij
niet meer dan 25 tegelijk en met gedoofde lonten
zouden doortrekken.
Er gaat een dominee voorbij. In 'het midden der
18de eeuw genoten de predikanten in Holland zulk
een achting en aanzien dat men in gezelschap uit
eerbied de gesprekken staakte, wanneer een predi
kant voorbijging.
Elf is het gekken-nummer. Tn dit gezegde heeft
men elf genomen voor alf, waarmede onze Germaan-1
sche voorouders een spooksel, nachtmerrie, een
dwaas of zot aanduidden.
Accoord van Putten! Van Pulten was de naam
van een kastelein te TTellevoetsluis, die achter de
rasters van het dok woonde en' tot in 1822 een kof
fiehuis hield dat uitsluitend door zeelieden bezocht
werd. Hij schonk veel op crediét en verstond uitne
mend de kunst met dubbel krijt to schrijven. Veroor
loofde een enkele zijner stamgasten zich daarover
een aanmerking dan zei hij altijd: accoord! maar
schreef nimmer oen penning van zijn rekenipg af,
omdat hij anders vreesdo zijn naam als accuraat
boekhouder te zullen verliezen. Accoord van Putten
word daardoor een algemeene spreekwijs bij zeeva
renden. dan vooral gebruikt, wanneer zij, in andere
havens komende, nog erger werden gevild en toch
eindigden „pour 1'honneur du pavillon" met betalen.
Dan dacht .men aan de levenswijsheid van den Helle-
voeter en herhaalde met, nadruk: accoord van Putten.
'N KOENE KLEERMAKER-
Toen in 1629 Prins Frederik Hendrik 'sHor'togcn-
bosch belegerde, nam zekere Pieter Janzoon, die
vroeger onder de Spanjaarden gediend had als ser
geant, doch gehuwd was en te Vlissingen als kleer
makersgezel werkte, dienst als vrijwilliger bij het
leger van den Prins en werd tot vaandrig benoemd.
Toen er bres geschoten was en de belegerden om
wapenstilstand vroegen, nam Pieter de gelegenheid
waar. om mét zijn vaandel onder zijn wambuis ver-
horgen, de stad binnen te sluipen. Bij de kerk geko
men en het torendeurtje open vindende, klimt hij
vliegensvlug naar boven, bevestigt zijn vaandel aan
't kruis en keert terug gelijk hij; gekomen is.
Belegerden en belegeraars waren even verbaasd,
't Oranje blanje bleu- van den toren te zien wappe
ren. De stads-autoriteiten dachten aan oproer en
overval; de bezetting en de burerij meenden, dat
reeds tot de overgave besloten was, de belegeraard
dat zij nu vrij de stad konden binnenrukken, in 't
kort: ieder was in de war, maar 't eind was dat de
Prins zonder verder «en schot te lossen, meester
werd van de stad.
Toen de Prins later vernam, dat hij deze geluk
kige omstandigheid te danken had aan de koene list
van den vaandrig, bood hij dezen bevordering aan,
indien hij wilde blijven dienen, doch de kleerma
ker haakte te veel naar zijn tafel om toe te stemmen
De Prins vereerde hem toen een beurs met vijfhon
derd-dukaten en een afbeelding van den Bosschen
foren in zilver. Voor 't geld kocht de gewezen vaan
drig een huis in de St. Jaeobstraat te Vlissingen en
plaatste een afbeelding van den zilveren toren in
den gevel.
Jaren later werden afstammelingen van Pieter
Janzoon in het Weeshuis te Vlissingen opgenomen
en vonden idiakenen onder 'hetgeen hun toebehoorde*
een lommerdbriefje, waaruit bleek, dat de zilveren
toren beleend was. Deze werd door de diakenen ge
lost en in het weeshuis geveild. De zilversmid Van
der Woordt kocht den tOTen voor 20 dukaten, maar
verkocht hem weer aan Sarguel Bonnecroi, die 't
kunstwerk bij testament aan de stad vermaakte.
R. Nbld.
DE OORSPRONG VAN GELD EN GELDSWAARDE.
De -priesters der rGieksche heidentempels hadden
ten gerieve van milde gevers, die den tempel wil
den begiftigen of aan de goden offeren, stukken
edel metaal ter beschikking gesteld, waarop de beel
tenis van de godheid of den tempel met een ver
melding van gewicht of waarde waren aangebracht.
Deze' stukken metaal jvaren de voorloopers der
latere munten. Uit kracht van den oorsprong kre
gen de latere miunten dan ook een gewijd karakter
en de priesters wisten hun monopolie van munt
recht langen tijd te handhaven. De vorsten, die hun
beeltenis op de munten lieten aanbrengen, konden
dat alleen doe:q. wanneer zij zich een goddelijke af
komst' aanmatigden. Toen b.v. Alexander de Groote
munten met zijn beeldenaar in Griekenland in om
loop bracht, deed hij het voorkomen, alsof dit het
beeld was van een goddelijken voorvader, waarvan
hij de trekken had geërfd.
Na het verdwijnen der theocratie werden de mun
ten door de vorsten uitgegeven met het speciale doel
dat zij ten behoeve van betalingen aan hen zelf zou