Aiüittn Bitlis- Ultijevers i N.V. v.li. TllAl'MAN 8- Co., Schaijen. loyalistische Komantitk Woensdag 8 September 1926. Eerste Blad. Feuilleton. Geen geweten. Gemengd Nieuws. ;iuli ion .1(01 JiKt i is ad. een; da- liii-1 I van llig ala, )fo- :ich een der >est ten, iclit on- •dig iin- iui- g*- >en» me, ige- loet ïoet ond; dö| aar rcle, Ge- don 100' en wat liin, leze 11 is lief >U Hrts do ine liet oetij eer- aar- s en u-de luctt liet lige voel 'I ai; uit, l)(is- zijn. het ïoe II (O ala wij Pg' r»9«ki Jnnrf-uMg. No. 7908. Dit blad verschijnt viermaal por woolt: Dinsdag, Woonsdag, Donder dag on Zutordag. ïllj inzending tot 'u morgens R uur, worden Advor- teiitirtn nog zooveel mogelijk in het ooratuitkomend uuuimor geiiluutst. POSTiiKKKNiNG No. 2:1:1:10. INT. Tltf.Ktf. no. 2(1. Prijs por 3 maandnn f 1.05. Losso nummora fl cent. ADVERTIÏN- TïeN van 1 tot 5 regels f 1.10, iodoro regel meer 20 cont (howljsno, mhogropon). Groot© lottoro worvïen naar plaatarnimto liorokentL DIT NUMMER BESTAAT ÜIT TWEE BLADEN dj o. mul, era je dat U zi g rk als loor re* i lia an- vne- aar- Wanneer men de J&olf van ;Morbihan bezoekt, dan wordt men plotseling' temidden van herinne ringen aan den.strijd tussclien de Emigró's en de Republikeinen geplaats. v Allerlei namen herinneren aan de laatste po ging. il oor den bij het uitbreken der Revolutie uit Frankrijk gevloden adel en andere aanhangers van liet Ancien Régime, gewaagd om de Bourbons weer op den Franschen troon te brengen. liet. was in het jaar 1795, m do laatste dagen van de Nationale Conventie, dat do femigre's, die over Engeland. Duitschlnnd en elders verspreid waren, den tijd gekomen achtten om ood inval in Frankrijk te doen. Men kon daarbij op den steun van Engeland rekenen en bóslbotdus van uit zeo den inval te wagen, daarbij gesteund door do Engel- sche vloot, Eenmaal aan Tand, hoopte men zaoh mot do Vendoor* te vereenigen en d tn niar Farm op to rukken. Ton einde 'l, met do Vcndeörs te kunnen vcrccnigou was voor do landing, de keuze op het schiereiland Quibéron aan do Bani van Quibéron nabij de Morbihun gevallen. Het is niet .gemakkelijk to beoordeolen of deze keuzo oene gelukkige geweest is, wanneer men echter naar den afloop wil oordeel en, dan was zh niet gelukkig. Trouwens de geheele opzet was even twijfel achtig als de uitvoering. Men zou onwillekeurig bij do Kóningsgezinden groote bedachtzaamheid vermoed hebben. Zjj luidden nu toeh wel kunnen leeren, dat men met bluf en praatjes niets bereikte. Men had mogen aannemen, dat zij zeer voorzichtig zouden geweest zijn in het aanwerven van- troepen, omdat het een zaak „van groot, vertrouwen en volle toe wijding gold. Men had zeer zeker mogen ver wachten eonö volmaakte eensgezindheid bij de deel hebbers omtrent do aanvoering on had bij de aan- wHrdere zelf zeker onderling vertrouwen en'samen werking mogen aantreffen. .Do Republiek zou tooh, da-tfr kon men zeker van zijn, maar nfcfc klakkeloos een dorgolifkon aanval ■pp haar macht en bestaan' gedoogen en men had bij do Emigranten toch werkelijk •benig' besef kunnen bevroeden van de beteekeais van het leger dor Republiek on vooral van de verschillende brifli- ante aanvoerders. Aan het hoofd van het loger der Republiek stond Generaal Hoche, oen jong, onverschrokken man on een bekwaam strateeg. Hot hoetto, dat de Eaapklykene on leger van 100.000 man zouden doen landen, inderdaad beschikten zij slechts over 10.000 man on daaronder waren nog 5owezen soldaten der Republiek,a door de V sn eers gevangen genomen en dus weinig betrouwbaar Hoche had in de Vendée een'vrij gelukkige cam pagne gevoerd en had een der, aanvoerders der Vendeërs, Georges Cadondal, verslagen. Deze trok nu evenals zijn partijgenoot Tinténiac naar Qui bérom ten einde tor plaatse to zijn, wanneer de Roy i.iston zmden linden. De'voor Hoche vluch tende landelijke bevolking, liad z.ch, bij de benden vi.n j intomac on Cadondal gevoegd Het waren n töganzoggelijk brave menschon, net kuis Bourbon volkomen toegewijd, maar hot waren geen, troepen opgewassen tegen een leger van Hoche. Hoche nam zijn hoofdkwartier zoodanig, dat hij het schiereiland van Quibéron geheel be-1 heerschte en wachtte op de dingeü, ;die komen zouden. Den 25 Juni verscheen de Engeische vloot onder I admiraal Warren in de baai van Quibéron en den 27 Juni landde de eerste divisie der Emigranten, VAN RIJSWIJK'S SCHOEN HANDEL. SCHOENMAKERIJ. UITGEBREIDE KEUZE. PRIJZEN UITERST BILLIJK. die het uitvoerden en het typeert den Franschen, dat zij u vertellen, dat heb Belgen in Franschen -----l-- w. dienst waren, die zich ten slotte tot dit vernederend naby (Jarnac. Deze divisie onder d'Hervilly. maakte 'werk hadden geleend. zich meester van 't Fort Pentkièvo op 't schiereiland Twee-en-twintig gevangenen werden tezamen ge fusilleerd op een bijzondere plek \tan de Garenne. Het waren de aanvoerders, afstammelingen van Frankryks edelste geslachten, de SombreuiX,' de Broglie, de La Landelle, de Hercé,) terwijl ook een liooge geestelijk©, de bisschop van Dol, tot de on- gelukkigen behoorde. Quibéron én zoo sclieen alles gunstig ivoor do Royalisten. Ongelukkigerwijze waren de aanvoer- ders hopeloos jaloersch op elkander en daardoor hopeloos verdeeld. Do oen gunde den ander geen succes, vandaar 'dat getalmd weid door andere divisies met landen. Toon Boinbreuil ten slotte zijn divisie deed landen, moest iiij j iust vernemen, dat - de troepen van d'Hervillly, die het Fort Bentiiièvej bezet luidden, en waaronder vele gevangen genomen Repubiikeinsche soldaten verraad gepleegd, had- j den tegenover het Lelievaandel en het fort in han den hadden gespeeld van Hoche. Deze laatste was nu vrijwel op de hoogte van de kracht of liever zwakte zijner tegenpartij en begon der* strijd tegen j de RoyaJisten. Do dappere d'Hervilly troohtte tevergeefs Zijn troepen stand te doen nouden, zelf doodelijk ge wond, zag hy het verraad dor manschappen en den wanhoop der werkelijk trouwe Royalisten, zoowel adei als andere ©migro's. Deze voonten met don moed der wanhoop, maar tevergeefs. Hetpwerd een (ware slachting. Thiers, de bekende Fransche'staats-. man der 3e Republiek, besonrijtt, ons hoe do ad Rjke royalisten in wanhoop zleh in hun degen wierpen, hoe anderen te water sprongen .en traciit- ten zwemmende de Engeische sloepen te bereiken. De soldaten van Hoche stonden aan het strand en mikten op de hoofden der zwemmers. Waren er zwemmers gelukkig genoeg een boot te bereiken, dan was die dikwijls al overvol' en wanneer de on- igelukkigen, bevreesd om te verdrinken, zich aan do boot vastklemden en trachtten er in te klimmen, dan werden zij daarin verhinderd door liun eigen kameraden, die zelfs niet aarzelden, de hanaen der ongolukkigen af te hakken, beducht dat üo sloep anders om zou slaan on zij aldus allen zou den omkomen. Toen ten slotte Sombrouil order gaf aan heb koninklijke leger om zich ovor te geven, iud hij it>2 officieren en 1200 man verioren, torWyi net Jhnigrés en Ohonana gelukt was, de Engeische Moot te bereiken. Do rest werd gevangen genomen, liet Lot dor gevangenen was spoedig. oesAooat. De Republiek zag tegen heb vergieten van, bloea niJb op on ai spoedig kwuon uit Rarijs het bevel, de gevangenen te anoden. Zij waren verdeeld over twee plaatsen, over Auray en Yannes; in do laatst genoemde plaats zat do krijgsraad, die ovor het lot dor éinigrée zou beslissen. De president, Eolonoi J^aprude wilde Zich niet aan iio oovoion uit i ai'ps storen, doch eenvoudig naar recht, geweten en krijgsmanseer oordeoion. Heb mocht niet baten, i^aprado word eonvouclig ontmeven van zijn presi- dencsonap en oen nieuwe krijgsraad te Auray benoemd; De leden daarvan waren met zorg door de hoeren te Darijs gekozen en veroordeelden alle gevangenen ter dood. Do J-öe brigade jagers, aangewezen om heb vonnis te voltrekkon, weigerden dat be volvoeren, het ty peert tocii weer don geest van soudateu, die vvul in eerlijken strijd hun togonstander willen dooden, miu.r weigeren z,ch tot oeuisKiiooiiten te verlagen. Nooh ofiioieren noch soldaten wilden hot bouis- bevoi uitvoeren. To^i werden or anderen gevonden, zou o vei pan- nio iast( Hi nko den g ei taai Ing i ;.nj dijk .1 mei Vo] ga ■slC ettq liet nt*v 7.1 ara vel kq .ki'B tiinl Roman van REINHOLD ORTMANN. 6. Om EditLs mondiioeken trilde 't verdaphb cn zij wendde haar gelaat af, d;tar zjj schijnbaar werk tuigelijk voelde, dat haar schoone trekken-op dit oogenbiik ©en bijna leoiijke uitdrukking vertoonden. ,.Gib zicli haar vriendschap voor mij op deze wijzei"' wus alles wat zii vr,>eir. En na een korte pauze voegde zij er, zien beJieejrsóhend. aan toe: ...Maar ik wil n.et tussohen jou en je Icind staan. I.udwig! Indien ik geweten had. dat hot don vrede in je huis zou kunnen verstoren, dan zou ik jo nooit mijn jawoord gegeven hébben." „Maar Edith, wélk con gedachte!" antwoordde do professor heftig. „Zouden wij soms on- go.uk moeten opofferen ten koste van oen dwaze gril van een kindt Neen, neen. nooit mogen zulke woorden meer o\er je lippen komeu, wanneer het niet je bedoeling is mij ben zeerste to Jnvetsen. Ingeborg zal zich gemakkelijk genoeg a«n de veranderde om- Btendighoden aanpassen, zoodra zij" ziet, dat mijn besluit onwrikbaar is en wanneer zij desondanks iu haar koppigen tegenstand mocht volharden - welnu, dan zuhón wij een weg dienen in te sla m. waardoor het gevaar, dot zicli pijnlijke toestanden zouden kunnen voordoen, geheel cn al uitgesloten :wordt." f. „En welke weg zou dat kunnen zijn, Ludwig?" 1 ijEaarover ]>en ik het op het .oogenblik met me- jzoJf niet gehéel eens. Ingeborg heeft uit zichzelf don wensen "te kennen gogovon bij ons huwelijk of in ieder geval kort daarna, het huis'' te verlaten ?n rijp overleg schijnt mij dit uitkomstmiddcl inderdaad voor aile betrokkenen verreweg heb bes te te zijn." Met grbote vastberadenheid schudde Edith -'t hoofd. „Noen, mijn vriend zelfs op gevaar at je toorn op te wekken moet ik eerlijk verklaren, dat ik ten koste van zulk oen prijs niet gelukkig zou kunnen zhn. Voor mij is slechts een enkele mogelijk heid denkbaar, hoe Ingeborg 't vaderlijk huis zou Kunnen verlaten, zonder dat daardoor tevens voor om de door voor altijd gesloten zou zijn." '•^b^ryp Je niet goed, boste Edith! Wat voor mogoljjkhoid is het dan, waaraan j\j dénkt?" «Alleen wanneer zü zelf in het huwelijk trad, zou Lk mijn geweten bevrijd gevoelen van het on- f verdraaglijk verwijt, dat ik een kind van den huiso- lijkon haard zou hobben verdreven." „aijjn grootmocHlige Edith 1 Maar eerlijk ge- i zegd, dat .is een u.i tweg, waaraan ik heelérnaal1 nog met gedacht heb. Ik vrees aJioeu, dat er voorloopig weinig kans bestaat op de veiwezenlijlang van deze gedachte. Ingeborg is nog zoo jong en z;gt heeft bot op heaeii nog nooit een levendige bel'angistcMing aan den dag gelegd voor de hoeren uit haar kennisr sen kring, acnsiotte kan ik haar toen niet uiet geweld aan den man brengen." „\vie spreekt daar ook over? Maar misschien hecJt zy tot nu toe te weinig gelegenheid ge-ud, niannon te leeren kennen, die naar waardig genoeg waren om eon'eeiug zin, (Leperen indruk op haaj* to mukeïi. ik bedoel heelemaai niet jou. iets voor to schreven, maar ik zou het als een zeer gelukkige goduelite beuonouwen, indien jo or toe raoent be- siuiDen, zulke numnen in jo hu.s te invitoeren." j „Voor zoover ik daartoe in staat beu, zal hot steuJig gebeuren," verzekerde do profeteer ijverig, „woiit ik moer, bekennen, dat mijn verstandige iiüitli ook di.,miuu weer den juisten weg hfloft ;utn-1 gewezen, ik had mij er zoo aan gewond, lugcoorg sleonte ids een kind te bescnouwen., zoodat mij do' mogelijkheid van een huwelijk voor haax altyd in uo ven go verte scheen te liggen. Maar er zijn stellig veten nog jonger naar liet altaar gegaan dan zij on wanneer zich vandaag of morgen een geschikte party voor haar voordeed, z.m ik mij stellig niet lang bedenken „ja en amen" to zoggen." Bij zijn laatste woorden ging de deur naar het aangrenzende vertrek open on in een zwartzijden japon ruiaohte met liaar zoetsben gdmlacn do k.cine mevrouw van Manstein binnen. Onder heb oleg.into kanton mutsje zag het in eén scheiding gekamde sneeuwwitte haar er nog voed. eerwaardiger uit dan CR j waf *t.eel begrijpelijk, dat professor WaJIroth pe onde dame met oen gemat, waarop oprechte hoogachting te lezen stond, do harid kuste. Het gesprek echter verloor door haar komst zyn ernstig karakter. Men praatte over aller lei opgewekte, doek ook tamelijk onverschillige din gen on men Zou hot onmogelijk gedacht hebben ziéh een goediger, beminnelijker en zachtmoediger aajno voor to .steJen, dan nievfouw van Man tein. }erl°op_ van een hdJ uur mm de professor afscheid en Edith geleidde hem tot aan de deur Up de ging legde zy nogmaals htar arm om zijn halls en fluiiterde^ teeder vlak bij zyn oor: „Zul je ook altyd van my blijven houden, Ludwig? En zul je later n^oit goen oerousy gevoefen, dat je mij nit jnyn somber besthan aan jou jnet je schitte rende positie hebt verbonden?," „Myn lief, dwaas meisje!" glimlachte hy. Ik In Vannes is nog een plek bekend onder den naam van Point des Bmigrés, herinnerende aan den dood der Royalisten. Zjjn er nog Royalisten in Bretagne? Ik heb een vermoeden, dat in dit eigenaardige land, waar de bevolking, o.a. in de kleederdracht, toont oo uitermate gehecht te i|n aan traditie, nog altyd dc Kodngsg.eziu dh«i d neearscht. 2iooais de Bretonnor gehecht is aan 't Katholieke geloof, zoo is hy gehecht aan 't Ko ningschap on in den Hertog de Guiso, die in bal lingschap te Brussel' woont, ziet hy' zijn Koning, zooals hy in wylen don Hertog van Orleans den koning zag. Wanneer gij namen ziet van hotels en ge leest hier den naam ITotellerie du Dauphin en da ar van Hotel' de lPEpée, dan' ligt daarin royalief* tdsehe romantiek. WH bestaat er geen Daupliin meer. maar heerlijk is het toch om dit woord uit te spreken en daarbij even hulde te brengen aan den oudsten konings zoon, den troonopvolger. Wol ziet men geen Bretonsche edelen meer in hun prachtige Heer en met de hand aan 't gevest' van hun épee (degen) .gereed om by' de geringste aanleiding dit wapen uit de sohede te vfippen, maar toch doet het goed, dat woord épée uit te spreken, want dat herinnert aan de sehoone dagen toen koning, adel en geestelijkheid in Bretagne regeerden en de edelman steeds gereed was zyn degen te trekken voor de eer van den koning, ae óer van zijn vaderland, do eer van zijn eigen ge slacht en de eer van élke sohoono vrouw, wier eer dreigde bezoedeld te worden. Bezoek do kastoelen van Bretagne on go kunt daarna in liet Postkantoor zynde, uw <x>gen niet *jlooven, wanneer U oen groot oonplaklhljeb loost m naam „de In Ropubliqup Frfljmaise" en van don „Président do la Rópulxlique, Monsieuit Gaston Dóumergue". Waart *gÜ dan zooeven in dat kasteel en in dat park botoovord? Hebt gij daar niot gezien hoe tus sclien allo huidige Brotonners in hun typi sche kieodcrdracht, do republiek verdwenen was on had plaats gemaakt voor hot Koningéohap? Ik moot betoovercl «eweesr zijn. toon ik, na bet -be zoek aan hot kasteel, waar lk In do knpel, daarin ge bouwd. die Bretonsche boeren en boerinnen geknield zuff en ik daarna langs de oude familieportretten en wapens hei gebouw verlatende, in het park ben gaan wandelen, daar ben gaan neerzitten, meimeren en droomen. Ik moet betooverd zyn geworden, ter wijl ik daar. lag en in slaap gevallen ben en droom de van Bretagne.' Ik heb in dien droom mee gestreden in het leger van Jan van Montfoort, ik heb meegestreden met Anne van Bretagne en ben me; haar in UU1 getogen naar Darijs, toen zij, na do nederlaag van St. Aubin- du-Cournier, wol moest toestemmen in het huwelijk met Koning Karei VIII. bon liet immers, die fct dit geval hot beste lot ge trokken. heeft niet jy!" „En je zult ook eens aan den armen Artois don- kou, niet waar? Wees ervan verzekerd, duo hy het verdient." „StelligHoe zon, ik hom kunnen vergeten, daar hy zulk een bemiddelaarster heeft. Tot z;om> dan, lieve Edith, rot spoedig weerziens!" Hy' vertrok en Edirli keerde terug naar haar moeder, op wier bleek gelaat thans niets meer üe bespeuren was van do goedhartige en beminnelijke uitdrukking tijdens het bezoek van den professor. „Du professor heeft Artois hier aangetroffen/' sprak zy scherp. .,Dat had oen mooie go»ohiedeim kunnen vqrdètt lk hoop dat die indr.ngerige doot »r het voortaan niet weer »il w.igon, Juor nogmaals een stap over den drempel te zetten.' Zjj had er klaarblijkelijk nog iets aan willen toevoegen; maar zy verstomde onwillekeurig voor den vernielenden 'blik ,uit de oogen van haar doohter. „Neem u in acht moeder en tracht heb "door een onbedachtzaam woord niet bij dezen „indringerigen dodtor' te bederven lly bezit een middel, waardoor hy in staat is nog op het allerlaatste oogenblik onze plannen te verydelen en zooals ik hom kon/ zal hy geep seconde aarzielon daarvan gebruik to maken, luidieu hij zich door onsbeloedigd oelt." Hot smalle gezicht van mevrouw van Manstein werd nog spitser. „Ah, daar hebben we het nu alDaarom moest je je dus z >olang met dion hon gerlijder in laten! .Enfin, ik-waseh mijn handen in onschuid 1 lk hel) je d kwijls genoeg gewaar- schuwd.' Edifc drukte haar hand krampachtig tegen haar gejaagd hijgenden boezem en met sissend; gciuwl kwamen de woorden tusschen haar samen- i geknepen lippen te voorschijn, toen zy' antwoordde: ..Bespaar niy alstublieft uw verwijten- anders z..u lk waarachtig kunnen vergeten, wat ik u ais miju moeder schuldig ben! Ik ben op het oogenblik heruseh mot in een stemming, ook dat nog te ver dragen!" Mevrouw van Man itein-zette een gezicht-, waarop haar dochter door een ervaring van lange jaren1 schynlx.ar een buitengewoon scherp antwoord Lis; want met een plotselinge beweging keerde Edith de oude dame den rug toe, sloeg de deur van de sa lon met een slag achter zich dicht, zoodat do vaasjes op de kasten rinkelden en draaide twee maal den sleutel in het slot om, teneinde z;oh tegen oen mogelijke vervolging door haar moeder te be veiligen. Ik was aanwezig te Vannes toen in 1532 Frans I van Frankrijk door de Staten van Bretagne als ko ning erkend werd. Van dat oogenblik af waren wij Bretonners trouw aan de Bourbons, trouw aan onze wettige koningen, zooals wij gedurende de godsdienstoorlogen trouw geweest en gebleven zijn aan bet Katholicisme. De trouw van een Bretonner is geen leuze, doch een daad. Toen ik weer tot mij zelf kwam in dat kleine post kantoortje van Concaraéau en bewust was van het feit, dat er eene Republique Frangaise, een Presi dent Gaston D'oumergue, een Minister-President Raymond Poincaré, een Minister van Buitenlandsche Zaken Aristide Briand bestaat, echte burgers in slecht zittende gekleede jassen, en nog slechter zit tende pantalons, de hooge boeden onhandig dragen de, hetzij op 't hoofd of in de hand, toen voelde ik toch, dat de droom veel waarheid beteekend had. In dien droom was het ware Bretagne voor mijn geest verschenen, het ware Bretagne vol historie, vol traditie, het ware Bretagne van de Royalistische Romantiek. EEN RECHTER ONDER DE LANDLOOPERS. Ken Engelsch rechter heeft een deel van zijn vacan- tle als landlootfer doorgebracht temidden van de lie den van dat gilde, die de oevers van de Theems en andere openbare plaatsen van Londen tot hun woon plaats gekozen hebben. Hij is teruggekeerd met do overtuiging, dat 70 percent van die lieden inderdaad zouden willen werken, doch geen werk krijgen kun nen. Wat echter de jonge Jandlooperg betreft, de 20 percent, die nog Reen 20 jaar oud zijn, staat de zaak anders. Deze hebben nog nimmer ook maar een dag gewerkt, omdat zij uitstekend weten, dat zij hier en daar vrij eten en onderdak kunnen krijgen. Als de regeering daar niet tegen optreedt, zoö is 'srechters oordeel zullen er binnen een jaar of vijf misschien wel een millioen van deze jongelieden als landloo- pers op de openbare liefdadigheid teren. DRIE SCHTGENOOTEN DOOR EEN VAL VER LOREN. Voor don onderzoekingsrechtea* te Dudle verscheen Vrijdag de vrouw van een schipper, om verklarin gen af te leggen omtrent het overlijden van haar man. De vrouw vertelde dat zij achtereenvolgens drie echtgenooton had gehad, die alle drie waren dood go- vallen, do oorsto van oen laddor op straat; do tweede uit, do bovenverdieping van eon hui», do laatste top slotte ln het ruim van zijn schip.Intusschen hadden ze lang genoog geleefd, om haar veertien kinderen na te laten. EEN ST.AAPMACHINE. De „Westminster Gaz. vertolt, dat eon Fransch uitvinder, zokere mijnheer Guilhaumon, eon machino heeft uitgevonden, om de menschon ln slaap te bren- fun. Hot apparaat moot bestaan in eon soort - van .cnglenband, die over de oogon wordt getrokken en die door een lichtgevend mechanisme bij den per soon wien het toestel wordt opgezet, in minder tijd dan noodig is om tot honderd te tellen onbedwlng- baren slaap verwekt. Thans dient nog te wofden toegevoegd een of an der machientje, dat hij don slaper prettige droomen opwekt! HONGERSNOOD OP EEN SCHOTSCH EILAND? Men vreest, dat do enkele inwoners van St. KUda. hot lieftallige eilandje, in den Atlantlschen Oceaan ten Wosten van do Hebriedon, ern&tig voedselg»» brek hebben. HOOFDSTUK IV. Valontn; Düriughoffen gtond voor zyn werktafel by het oenigsto kleine venster van het met alle Spartaanscdie eenvoud gemeubelde vertrek cn be schouwde vol' aandacht mot zij'n heldere, blauwe oogen do heel'e Heine witte kristalion, die zioh op don bodem van het, kieine reageerg-Lis boven de blauwachtige spiritusvlam vormdenOok toen er door een vermoedelyk: zioer ruwe vuist op de deur gebonsd werd, keerde hij zijn hoofd' niet om en riep met do onverschilligheid van iemand, clio geen onaangename verrassing te vreezen heeft: Binnen 1 Een rousaohtigo menscholijke gestalte, eon kerel als een boom met vierkante schouders, schoof op deze uituoodiging hijgend over den drempel. li ij was gehuld in een wijde kamerjaport van oudor- wetsche, gebloemde stof en pas toen de dikjeo grijze rookwolken, die de reus uit oen lange pijp voor zich uit in de kamer goblazon hadf eenigszin^ opgetrok ken waren, ontdekte men dat een groot rood hoofd met borstelig, grijs haar en krijgsJiaftigen snor re baard op de enorme schouders rustte. „Bent u het. vader Leopard?" vroeg Düring- hoffen, zonder zyn reageerglas ook maar, een oogen blik uit het oog te verliezen. „Ik hoop, dat hot met in uw hoedanigheid ais ambtenaar Is. dat g,ï mij met een 'bezoek vereert." Do reus bromde wat in zyn baard, dat byna Honk als het onderdrukte gegrom van een geterg- den bullebijter en liet zonder ©enig antwoord snel achtereen wel een lialf dozyn geweldige rookwolken naar het pl'af'ond omhoog kronkelen. „Laat je toch in hemelsnaam niet storen!" be gon hij eindelijk met een diepe, dreunende basstem. „Wat voor duivelstuig heb je dan nu weer onder handen?" „Geheimen, vader Leopard, gewichtige gehei men!" gaf Düringhoffen zichtbaar goed geluimd ten antwoord. „Ik ben al tamelijk goed op weg den steen der wijzen te ontdekken." „Och. onzin! Ik zou wel eens willen weten wat voor goeds er uit die heksenketel te vporschijn kpn komen. Hoogstens nog een nieuw vergif bij de veie, die we al hebben! Weet je wei, mijnheer Dur'ng- hoffen, dat ciie rommel een helsche reuk ver spreidt?" „Dat heb ik werkelijk nog in 't geheel niet be- merkt", glimlachte de jonge man. „Wij chemikers wennen ons langzamerhand het constateeren van zulke reuken af". Wordfc vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 1