Aiüittn Bitlis-
Ultijevers i N.V. v.li. TllAl'MAN 8- Co., Schaijen.
loyalistische Komantitk
Woensdag 8 September 1926.
Eerste Blad.
Feuilleton.
Geen geweten.
Gemengd Nieuws.
;iuli
ion
.1(01
JiKt
i is
ad.
een;
da-
liii-1
I
van
llig
ala,
)fo-
:ich
een
der
>est
ten,
iclit
on-
•dig
iin-
iui-
g*-
>en»
me,
ige-
loet
ïoet
ond;
dö|
aar
rcle,
Ge-
don
100'
en
wat
liin,
leze
11 is
lief
>U
Hrts
do
ine
liet
oetij
eer-
aar-
s en
u-de
luctt
liet
lige
voel
'I
ai;
uit,
l)(is-
zijn.
het
ïoe
II (O
ala
wij
Pg'
r»9«ki Jnnrf-uMg. No. 7908.
Dit blad verschijnt viermaal por woolt: Dinsdag, Woonsdag, Donder
dag on Zutordag. ïllj inzending tot 'u morgens R uur, worden Advor-
teiitirtn nog zooveel mogelijk in het ooratuitkomend uuuimor geiiluutst.
POSTiiKKKNiNG No. 2:1:1:10. INT. Tltf.Ktf. no. 2(1.
Prijs por 3 maandnn f 1.05. Losso nummora fl cent. ADVERTIÏN-
TïeN van 1 tot 5 regels f 1.10, iodoro regel meer 20 cont (howljsno,
mhogropon). Groot© lottoro worvïen naar plaatarnimto liorokentL
DIT NUMMER BESTAAT ÜIT TWEE BLADEN
dj o.
mul,
era
je
dat
U
zi
g rk
als
loor
re*
i lia
an-
vne-
aar-
Wanneer men de J&olf van ;Morbihan bezoekt,
dan wordt men plotseling' temidden van herinne
ringen aan den.strijd tussclien de Emigró's en de
Republikeinen geplaats. v
Allerlei namen herinneren aan de laatste po
ging. il oor den bij het uitbreken der Revolutie uit
Frankrijk gevloden adel en andere aanhangers
van liet Ancien Régime, gewaagd om de Bourbons
weer op den Franschen troon te brengen.
liet. was in het jaar 1795, m do laatste dagen
van de Nationale Conventie, dat do femigre's, die
over Engeland. Duitschlnnd en elders verspreid
waren, den tijd gekomen achtten om ood inval in
Frankrijk te doen. Men kon daarbij op den steun
van Engeland rekenen en bóslbotdus van uit zeo
den inval te wagen, daarbij gesteund door do Engel-
sche vloot, Eenmaal aan Tand, hoopte men zaoh
mot do Vendoor* te vereenigen en d tn niar Farm
op to rukken. Ton einde 'l, met do Vcndeörs te
kunnen vcrccnigou was voor do landing, de keuze
op het schiereiland Quibéron aan do Bani van
Quibéron nabij de Morbihun gevallen.
Het is niet .gemakkelijk to beoordeolen of deze
keuzo oene gelukkige geweest is, wanneer men
echter naar den afloop wil oordeel en, dan was
zh niet gelukkig.
Trouwens de geheele opzet was even twijfel
achtig als de uitvoering. Men zou onwillekeurig
bij do Kóningsgezinden groote bedachtzaamheid
vermoed hebben.
Zjj luidden nu toeh wel kunnen leeren, dat men
met bluf en praatjes niets bereikte. Men had
mogen aannemen, dat zij zeer voorzichtig zouden
geweest zijn in het aanwerven van- troepen, omdat
het een zaak „van groot, vertrouwen en volle toe
wijding gold. Men had zeer zeker mogen ver
wachten eonö volmaakte eensgezindheid bij de deel
hebbers omtrent do aanvoering on had bij de aan-
wHrdere zelf zeker onderling vertrouwen en'samen
werking mogen aantreffen.
.Do Republiek zou tooh, da-tfr kon men zeker van
zijn, maar nfcfc klakkeloos een dorgolifkon aanval
■pp haar macht en bestaan' gedoogen en men had
bij do Emigranten toch werkelijk •benig' besef
kunnen bevroeden van de beteekeais van het leger
dor Republiek on vooral van de verschillende brifli-
ante aanvoerders.
Aan het hoofd van het loger der Republiek stond
Generaal Hoche, oen jong, onverschrokken man
on een bekwaam strateeg.
Hot hoetto, dat de Eaapklykene on leger van 100.000
man zouden doen landen, inderdaad beschikten
zij slechts over 10.000 man on daaronder waren nog
5owezen soldaten der Republiek,a door de V sn
eers gevangen genomen en dus weinig betrouwbaar
Hoche had in de Vendée een'vrij gelukkige cam
pagne gevoerd en had een der, aanvoerders der
Vendeërs, Georges Cadondal, verslagen. Deze trok
nu evenals zijn partijgenoot Tinténiac naar Qui
bérom ten einde tor plaatse to zijn, wanneer de
Roy i.iston zmden linden. De'voor Hoche vluch
tende landelijke bevolking, liad z.ch, bij de benden
vi.n j intomac on Cadondal gevoegd Het waren n
töganzoggelijk brave menschon, net kuis Bourbon
volkomen toegewijd, maar hot waren geen, troepen
opgewassen tegen een leger van Hoche.
Hoche nam zijn hoofdkwartier zoodanig, dat hij
het schiereiland van Quibéron geheel be-1
heerschte en wachtte op de dingeü, ;die komen
zouden.
Den 25 Juni verscheen de Engeische vloot onder I
admiraal Warren in de baai van Quibéron en den
27 Juni landde de eerste divisie der Emigranten,
VAN RIJSWIJK'S
SCHOEN HANDEL. SCHOENMAKERIJ.
UITGEBREIDE KEUZE.
PRIJZEN UITERST BILLIJK.
die het uitvoerden en het typeert den Franschen,
dat zij u vertellen, dat heb Belgen in Franschen
-----l-- w. dienst waren, die zich ten slotte tot dit vernederend
naby (Jarnac. Deze divisie onder d'Hervilly. maakte 'werk hadden geleend.
zich meester van 't Fort Pentkièvo op 't schiereiland Twee-en-twintig gevangenen werden tezamen ge
fusilleerd op een bijzondere plek \tan de Garenne.
Het waren de aanvoerders, afstammelingen van
Frankryks edelste geslachten, de SombreuiX,' de
Broglie, de La Landelle, de Hercé,) terwijl ook een
liooge geestelijk©, de bisschop van Dol, tot de on-
gelukkigen behoorde.
Quibéron én zoo sclieen alles gunstig ivoor do
Royalisten. Ongelukkigerwijze waren de aanvoer-
ders hopeloos jaloersch op elkander en daardoor
hopeloos verdeeld. Do oen gunde den ander geen
succes, vandaar 'dat getalmd weid door andere
divisies met landen. Toon Boinbreuil ten slotte zijn
divisie deed landen, moest iiij j iust vernemen, dat -
de troepen van d'Hervillly, die het Fort Bentiiièvej
bezet luidden, en waaronder vele gevangen genomen
Repubiikeinsche soldaten verraad gepleegd, had- j
den tegenover het Lelievaandel en het fort in han
den hadden gespeeld van Hoche. Deze laatste
was nu vrijwel op de hoogte van de kracht of liever
zwakte zijner tegenpartij en begon der* strijd tegen j
de RoyaJisten.
Do dappere d'Hervilly troohtte tevergeefs Zijn
troepen stand te doen nouden, zelf doodelijk ge
wond, zag hy het verraad dor manschappen en den
wanhoop der werkelijk trouwe Royalisten, zoowel
adei als andere ©migro's. Deze voonten met don
moed der wanhoop, maar tevergeefs. Hetpwerd een
(ware slachting. Thiers, de bekende Fransche'staats-.
man der 3e Republiek, besonrijtt, ons hoe do ad
Rjke royalisten in wanhoop zleh in hun degen
wierpen, hoe anderen te water sprongen .en traciit-
ten zwemmende de Engeische sloepen te bereiken.
De soldaten van Hoche stonden aan het strand
en mikten op de hoofden der zwemmers. Waren er
zwemmers gelukkig genoeg een boot te bereiken,
dan was die dikwijls al overvol' en wanneer de on-
igelukkigen, bevreesd om te verdrinken, zich aan
do boot vastklemden en trachtten er in te klimmen,
dan werden zij daarin verhinderd door liun eigen
kameraden, die zelfs niet aarzelden, de hanaen
der ongolukkigen af te hakken, beducht dat üo
sloep anders om zou slaan on zij aldus allen zou
den omkomen.
Toen ten slotte Sombrouil order gaf aan heb
koninklijke leger om zich ovor te geven, iud hij
it>2 officieren en 1200 man verioren, torWyi net
Jhnigrés en Ohonana gelukt was, de Engeische
Moot te bereiken. Do rest werd gevangen genomen,
liet Lot dor gevangenen was spoedig. oesAooat. De
Republiek zag tegen heb vergieten van, bloea niJb
op on ai spoedig kwuon uit Rarijs het bevel, de
gevangenen te anoden. Zij waren verdeeld over
twee plaatsen, over Auray en Yannes; in do laatst
genoemde plaats zat do krijgsraad, die ovor het
lot dor éinigrée zou beslissen. De president, Eolonoi
J^aprude wilde Zich niet aan iio oovoion uit i ai'ps
storen, doch eenvoudig naar recht, geweten en
krijgsmanseer oordeoion. Heb mocht niet baten,
i^aprado word eonvouclig ontmeven van zijn presi-
dencsonap en oen nieuwe krijgsraad te Auray
benoemd; De leden daarvan waren met zorg door
de hoeren te Darijs gekozen en veroordeelden alle
gevangenen ter dood.
Do J-öe brigade jagers, aangewezen om heb vonnis
te voltrekkon, weigerden dat be volvoeren, het ty
peert tocii weer don geest van soudateu, die vvul
in eerlijken strijd hun togonstander willen dooden,
miu.r weigeren z,ch tot oeuisKiiooiiten te verlagen.
Nooh ofiioieren noch soldaten wilden hot bouis-
bevoi uitvoeren. To^i werden or anderen gevonden,
zou
o vei
pan-
nio
iast(
Hi
nko
den
g ei
taai
Ing
i
;.nj
dijk
.1
mei
Vo]
ga
■slC
ettq
liet
nt*v
7.1
ara
vel
kq
.ki'B
tiinl
Roman van REINHOLD ORTMANN.
6.
Om EditLs mondiioeken trilde 't verdaphb cn zij
wendde haar gelaat af, d;tar zjj schijnbaar werk
tuigelijk voelde, dat haar schoone trekken-op dit
oogenbiik ©en bijna leoiijke uitdrukking vertoonden.
,.Gib zicli haar vriendschap voor mij op deze
wijzei"' wus alles wat zii vr,>eir. En na een korte
pauze voegde zij er, zien beJieejrsóhend. aan toe:
...Maar ik wil n.et tussohen jou en je Icind staan.
I.udwig! Indien ik geweten had. dat hot don vrede
in je huis zou kunnen verstoren, dan zou ik jo
nooit mijn jawoord gegeven hébben."
„Maar Edith, wélk con gedachte!" antwoordde
do professor heftig. „Zouden wij soms on- go.uk
moeten opofferen ten koste van oen dwaze gril van
een kindt Neen, neen. nooit mogen zulke woorden
meer o\er je lippen komeu, wanneer het niet je
bedoeling is mij ben zeerste to Jnvetsen. Ingeborg
zal zich gemakkelijk genoeg a«n de veranderde om-
Btendighoden aanpassen, zoodra zij" ziet, dat mijn
besluit onwrikbaar is en wanneer zij desondanks
iu haar koppigen tegenstand mocht volharden -
welnu, dan zuhón wij een weg dienen in te sla m.
waardoor het gevaar, dot zicli pijnlijke toestanden
zouden kunnen voordoen, geheel cn al uitgesloten
:wordt."
f. „En welke weg zou dat kunnen zijn, Ludwig?"
1 ijEaarover ]>en ik het op het .oogenblik met me-
jzoJf niet gehéel eens. Ingeborg heeft uit zichzelf
don wensen "te kennen gogovon bij ons huwelijk
of in ieder geval kort daarna, het huis'' te verlaten
?n rijp overleg schijnt mij dit uitkomstmiddcl
inderdaad voor aile betrokkenen verreweg heb bes
te te zijn."
Met grbote vastberadenheid schudde Edith -'t
hoofd. „Noen, mijn vriend zelfs op gevaar at je
toorn op te wekken moet ik eerlijk verklaren, dat ik
ten koste van zulk oen prijs niet gelukkig zou
kunnen zhn. Voor mij is slechts een enkele mogelijk
heid denkbaar, hoe Ingeborg 't vaderlijk huis zou
Kunnen verlaten, zonder dat daardoor tevens voor
om de door voor altijd gesloten zou zijn."
'•^b^ryp Je niet goed, boste Edith! Wat voor
mogoljjkhoid is het dan, waaraan j\j dénkt?"
«Alleen wanneer zü zelf in het huwelijk trad,
zou Lk mijn geweten bevrijd gevoelen van het on-
f verdraaglijk verwijt, dat ik een kind van den huiso-
lijkon haard zou hobben verdreven."
„aijjn grootmocHlige Edith 1 Maar eerlijk ge-
i zegd, dat .is een u.i tweg, waaraan ik heelérnaal1 nog
met gedacht heb. Ik vrees aJioeu, dat er voorloopig
weinig kans bestaat op de veiwezenlijlang van deze
gedachte. Ingeborg is nog zoo jong en z;gt heeft bot
op heaeii nog nooit een levendige bel'angistcMing
aan den dag gelegd voor de hoeren uit haar kennisr
sen kring, acnsiotte kan ik haar toen niet uiet
geweld aan den man brengen."
„\vie spreekt daar ook over? Maar misschien
hecJt zy tot nu toe te weinig gelegenheid ge-ud,
niannon te leeren kennen, die naar waardig genoeg
waren om eon'eeiug zin, (Leperen indruk op haaj*
to mukeïi. ik bedoel heelemaai niet jou. iets voor
to schreven, maar ik zou het als een zeer gelukkige
goduelite beuonouwen, indien jo or toe raoent be-
siuiDen, zulke numnen in jo hu.s te invitoeren." j
„Voor zoover ik daartoe in staat beu, zal hot
steuJig gebeuren," verzekerde do profeteer ijverig,
„woiit ik moer, bekennen, dat mijn verstandige
iiüitli ook di.,miuu weer den juisten weg hfloft ;utn-1
gewezen, ik had mij er zoo aan gewond, lugcoorg
sleonte ids een kind te bescnouwen., zoodat mij do'
mogelijkheid van een huwelijk voor haax altyd in
uo ven go verte scheen te liggen. Maar er zijn stellig
veten nog jonger naar liet altaar gegaan dan zij on
wanneer zich vandaag of morgen een geschikte
party voor haar voordeed, z.m ik mij stellig niet
lang bedenken „ja en amen" to zoggen."
Bij zijn laatste woorden ging de deur naar het
aangrenzende vertrek open on in een zwartzijden
japon ruiaohte met liaar zoetsben gdmlacn do k.cine
mevrouw van Manstein binnen. Onder heb oleg.into
kanton mutsje zag het in eén scheiding gekamde
sneeuwwitte haar er nog voed. eerwaardiger uit dan
CR j waf *t.eel begrijpelijk, dat professor
WaJIroth pe onde dame met oen gemat, waarop
oprechte hoogachting te lezen stond, do
harid kuste. Het gesprek echter verloor door haar
komst zyn ernstig karakter. Men praatte over aller
lei opgewekte, doek ook tamelijk onverschillige din
gen on men Zou hot onmogelijk gedacht hebben
ziéh een goediger, beminnelijker en zachtmoediger
aajno voor to .steJen, dan nievfouw van Man tein.
}erl°op_ van een hdJ uur mm de professor
afscheid en Edith geleidde hem tot aan de deur
Up de ging legde zy nogmaals htar arm om zijn
halls en fluiiterde^ teeder vlak bij zyn oor: „Zul je
ook altyd van my blijven houden, Ludwig? En zul
je later n^oit goen oerousy gevoefen, dat je mij
nit jnyn somber besthan aan jou jnet je schitte
rende positie hebt verbonden?,"
„Myn lief, dwaas meisje!" glimlachte hy. Ik
In Vannes is nog een plek bekend onder den
naam van Point des Bmigrés, herinnerende aan
den dood der Royalisten.
Zjjn er nog Royalisten in Bretagne?
Ik heb een vermoeden, dat in dit eigenaardige
land, waar de bevolking, o.a. in de kleederdracht,
toont oo uitermate gehecht te i|n aan traditie,
nog altyd dc Kodngsg.eziu dh«i d neearscht.
2iooais de Bretonnor gehecht is aan 't Katholieke
geloof, zoo is hy gehecht aan 't Ko
ningschap on in den Hertog de Guiso, die in bal
lingschap te Brussel' woont, ziet hy' zijn Koning,
zooals hy in wylen don Hertog van Orleans den
koning zag. Wanneer gij namen ziet van hotels en
ge leest hier den naam ITotellerie du Dauphin en
da ar van Hotel' de lPEpée, dan' ligt daarin royalief*
tdsehe romantiek.
WH bestaat er geen Daupliin meer. maar heerlijk
is het toch om dit woord uit te spreken en daarbij
even hulde te brengen aan den oudsten konings
zoon, den troonopvolger.
Wol ziet men geen Bretonsche edelen meer in
hun prachtige Heer en met de hand aan 't gevest'
van hun épee (degen) .gereed om by' de geringste
aanleiding dit wapen uit de sohede te vfippen,
maar toch doet het goed, dat woord épée uit te
spreken, want dat herinnert aan de sehoone dagen
toen koning, adel en geestelijkheid in Bretagne
regeerden en de edelman steeds gereed was zyn
degen te trekken voor de eer van den koning, ae
óer van zijn vaderland, do eer van zijn eigen ge
slacht en de eer van élke sohoono vrouw, wier eer
dreigde bezoedeld te worden.
Bezoek do kastoelen van Bretagne on go kunt
daarna in liet Postkantoor zynde, uw <x>gen niet
*jlooven, wanneer U oen groot oonplaklhljeb loost
m naam „de In Ropubliqup Frfljmaise" en van
don „Président do la Rópulxlique, Monsieuit Gaston
Dóumergue".
Waart *gÜ dan zooeven in dat kasteel en in dat
park botoovord? Hebt gij daar niot gezien hoe tus
sclien allo huidige Brotonners in hun typi
sche kieodcrdracht, do republiek verdwenen
was on had plaats gemaakt voor hot Koningéohap?
Ik moot betoovercl «eweesr zijn. toon ik, na bet -be
zoek aan hot kasteel, waar lk In do knpel, daarin ge
bouwd. die Bretonsche boeren en boerinnen geknield
zuff en ik daarna langs de oude familieportretten
en wapens hei gebouw verlatende, in het park ben
gaan wandelen, daar ben gaan neerzitten, meimeren
en droomen. Ik moet betooverd zyn geworden, ter
wijl ik daar. lag en in slaap gevallen ben en droom
de van Bretagne.'
Ik heb in dien droom mee gestreden in het leger
van Jan van Montfoort, ik heb meegestreden met
Anne van Bretagne en ben me; haar in UU1 getogen
naar Darijs, toen zij, na do nederlaag van St. Aubin-
du-Cournier, wol moest toestemmen in het huwelijk
met Koning Karei VIII.
bon liet immers, die fct dit geval hot beste lot ge
trokken. heeft niet jy!"
„En je zult ook eens aan den armen Artois don-
kou, niet waar? Wees ervan verzekerd, duo hy
het verdient."
„StelligHoe zon, ik hom kunnen vergeten, daar
hy zulk een bemiddelaarster heeft. Tot z;om> dan,
lieve Edith, rot spoedig weerziens!"
Hy' vertrok en Edirli keerde terug naar haar
moeder, op wier bleek gelaat thans niets meer üe
bespeuren was van do goedhartige en beminnelijke
uitdrukking tijdens het bezoek van den professor.
„Du professor heeft Artois hier aangetroffen/'
sprak zy scherp. .,Dat had oen mooie go»ohiedeim
kunnen vqrdètt lk hoop dat die indr.ngerige doot »r
het voortaan niet weer »il w.igon, Juor nogmaals
een stap over den drempel te zetten.'
Zjj had er klaarblijkelijk nog iets aan willen
toevoegen; maar zy verstomde onwillekeurig voor
den vernielenden 'blik ,uit de oogen van haar
doohter.
„Neem u in acht moeder en tracht heb "door een
onbedachtzaam woord niet bij dezen „indringerigen
dodtor' te bederven lly bezit een middel, waardoor
hy in staat is nog op het allerlaatste oogenblik onze
plannen te verydelen en zooals ik hom kon/ zal hy
geep seconde aarzielon daarvan gebruik to maken,
luidieu hij zich door onsbeloedigd oelt."
Hot smalle gezicht van mevrouw van Manstein
werd nog spitser. „Ah, daar hebben we het nu
alDaarom moest je je dus z >olang met dion hon
gerlijder in laten! .Enfin, ik-waseh mijn handen
in onschuid 1 lk hel) je d kwijls genoeg gewaar-
schuwd.'
Edifc drukte haar hand krampachtig tegen
haar gejaagd hijgenden boezem en met sissend;
gciuwl kwamen de woorden tusschen haar samen- i
geknepen lippen te voorschijn, toen zy' antwoordde:
..Bespaar niy alstublieft uw verwijten- anders z..u
lk waarachtig kunnen vergeten, wat ik u ais miju
moeder schuldig ben! Ik ben op het oogenblik
heruseh mot in een stemming, ook dat nog te ver
dragen!"
Mevrouw van Man itein-zette een gezicht-, waarop
haar dochter door een ervaring van lange jaren1
schynlx.ar een buitengewoon scherp antwoord Lis;
want met een plotselinge beweging keerde Edith
de oude dame den rug toe, sloeg de deur van de sa
lon met een slag achter zich dicht, zoodat
do vaasjes op de kasten rinkelden en draaide twee
maal den sleutel in het slot om, teneinde z;oh tegen
oen mogelijke vervolging door haar moeder te be
veiligen.
Ik was aanwezig te Vannes toen in 1532 Frans I
van Frankrijk door de Staten van Bretagne als ko
ning erkend werd.
Van dat oogenblik af waren wij Bretonners trouw
aan de Bourbons, trouw aan onze wettige koningen,
zooals wij gedurende de godsdienstoorlogen trouw
geweest en gebleven zijn aan bet Katholicisme.
De trouw van een Bretonner is geen leuze, doch
een daad.
Toen ik weer tot mij zelf kwam in dat kleine post
kantoortje van Concaraéau en bewust was van het
feit, dat er eene Republique Frangaise, een Presi
dent Gaston D'oumergue, een Minister-President
Raymond Poincaré, een Minister van Buitenlandsche
Zaken Aristide Briand bestaat, echte burgers in
slecht zittende gekleede jassen, en nog slechter zit
tende pantalons, de hooge boeden onhandig dragen
de, hetzij op 't hoofd of in de hand, toen voelde ik
toch, dat de droom veel waarheid beteekend had.
In dien droom was het ware Bretagne voor mijn
geest verschenen, het ware Bretagne vol historie, vol
traditie, het ware Bretagne van de
Royalistische Romantiek.
EEN RECHTER ONDER DE LANDLOOPERS.
Ken Engelsch rechter heeft een deel van zijn vacan-
tle als landlootfer doorgebracht temidden van de lie
den van dat gilde, die de oevers van de Theems en
andere openbare plaatsen van Londen tot hun woon
plaats gekozen hebben. Hij is teruggekeerd met do
overtuiging, dat 70 percent van die lieden inderdaad
zouden willen werken, doch geen werk krijgen kun
nen. Wat echter de jonge Jandlooperg betreft, de 20
percent, die nog Reen 20 jaar oud zijn, staat de zaak
anders. Deze hebben nog nimmer ook maar een dag
gewerkt, omdat zij uitstekend weten, dat zij hier en
daar vrij eten en onderdak kunnen krijgen. Als de
regeering daar niet tegen optreedt, zoö is 'srechters
oordeel zullen er binnen een jaar of vijf misschien
wel een millioen van deze jongelieden als landloo-
pers op de openbare liefdadigheid teren.
DRIE SCHTGENOOTEN DOOR EEN VAL VER
LOREN.
Voor don onderzoekingsrechtea* te Dudle verscheen
Vrijdag de vrouw van een schipper, om verklarin
gen af te leggen omtrent het overlijden van haar
man.
De vrouw vertelde dat zij achtereenvolgens drie
echtgenooton had gehad, die alle drie waren dood go-
vallen, do oorsto van oen laddor op straat; do tweede
uit, do bovenverdieping van eon hui», do laatste top
slotte ln het ruim van zijn schip.Intusschen hadden
ze lang genoog geleefd, om haar veertien kinderen
na te laten.
EEN ST.AAPMACHINE.
De „Westminster Gaz. vertolt, dat eon Fransch
uitvinder, zokere mijnheer Guilhaumon, eon machino
heeft uitgevonden, om de menschon ln slaap te bren-
fun. Hot apparaat moot bestaan in eon soort - van
.cnglenband, die over de oogon wordt getrokken en
die door een lichtgevend mechanisme bij den per
soon wien het toestel wordt opgezet, in minder tijd
dan noodig is om tot honderd te tellen onbedwlng-
baren slaap verwekt.
Thans dient nog te wofden toegevoegd een of an
der machientje, dat hij don slaper prettige droomen
opwekt!
HONGERSNOOD OP EEN SCHOTSCH EILAND?
Men vreest, dat do enkele inwoners van St. KUda.
hot lieftallige eilandje, in den Atlantlschen Oceaan
ten Wosten van do Hebriedon, ern&tig voedselg»»
brek hebben.
HOOFDSTUK IV.
Valontn; Düriughoffen gtond voor zyn werktafel
by het oenigsto kleine venster van het met alle
Spartaanscdie eenvoud gemeubelde vertrek cn be
schouwde vol' aandacht mot zij'n heldere, blauwe
oogen do heel'e Heine witte kristalion, die zioh op
don bodem van het, kieine reageerg-Lis boven de
blauwachtige spiritusvlam vormdenOok toen er
door een vermoedelyk: zioer ruwe vuist op de deur
gebonsd werd, keerde hij zijn hoofd' niet om en riep
met do onverschilligheid van iemand, clio geen
onaangename verrassing te vreezen heeft: Binnen 1
Een rousaohtigo menscholijke gestalte, eon kerel
als een boom met vierkante schouders, schoof op
deze uituoodiging hijgend over den drempel. li ij
was gehuld in een wijde kamerjaport van oudor-
wetsche, gebloemde stof en pas toen de dikjeo grijze
rookwolken, die de reus uit oen lange pijp voor zich
uit in de kamer goblazon hadf eenigszin^ opgetrok
ken waren, ontdekte men dat een groot rood hoofd
met borstelig, grijs haar en krijgsJiaftigen snor re
baard op de enorme schouders rustte.
„Bent u het. vader Leopard?" vroeg Düring-
hoffen, zonder zyn reageerglas ook maar, een oogen
blik uit het oog te verliezen. „Ik hoop, dat hot
met in uw hoedanigheid ais ambtenaar Is. dat g,ï
mij met een 'bezoek vereert."
Do reus bromde wat in zyn baard, dat byna
Honk als het onderdrukte gegrom van een geterg-
den bullebijter en liet zonder ©enig antwoord snel
achtereen wel een lialf dozyn geweldige rookwolken
naar het pl'af'ond omhoog kronkelen.
„Laat je toch in hemelsnaam niet storen!" be
gon hij eindelijk met een diepe, dreunende basstem.
„Wat voor duivelstuig heb je dan nu weer onder
handen?"
„Geheimen, vader Leopard, gewichtige gehei
men!" gaf Düringhoffen zichtbaar goed geluimd ten
antwoord. „Ik ben al tamelijk goed op weg den
steen der wijzen te ontdekken."
„Och. onzin! Ik zou wel eens willen weten wat
voor goeds er uit die heksenketel te vporschijn kpn
komen. Hoogstens nog een nieuw vergif bij de veie,
die we al hebben! Weet je wei, mijnheer Dur'ng-
hoffen, dat ciie rommel een helsche reuk ver
spreidt?"
„Dat heb ik werkelijk nog in 't geheel niet be-
merkt", glimlachte de jonge man. „Wij chemikers
wennen ons langzamerhand het constateeren van
zulke reuken af".
Wordfc vervolgd.