Jdiajer Courant
DE SPIN
Uit het Hart van Holland.
Influenza
Tweede Blad.
Binnenlandsch Nieuws.
Zaterdag 4 December 1926
69ste Jaargang. No. 7958.
een Sinterklaasgesohiedenis
door
H. G. CANNEGIETER.
(Nadruk verboden.)
Bet gebeurde in den tijd, een tijd, dien we
b gelukkig niet meer kunnen voorstellen, toen
aderen kun leeraren nog* haatten. In dien 'tijd
tond er aan zeker gymnasium een veote tussoben
1? eerste klasse en den leer aar in het Latijn.
Mijnheer Orlemans, of zooals de jongens hem
temdendo hertog van Orlëons, gaf teveel
Vk op, was te streng, kon niets over zijn kant
ten gaan, beantwoordde elke poging tot een
teJijkor verhouding met strafwerk^ kortom,
"kte zioh schuld,# aan al de misdrijven, die in
requisitoir van een verongelijkt gymnasiast
legen voor te komen. „Orleans' was ao boeman
»n heel' de school en in t bijzonder van de nieuwe-
ngen, die bijl de intrede in hun illusie-wereld met
jortdunende vernedering werden verrast.
Nu waren er onder do twaalfjarigen, die bij den
vang van den cursus de slachtoffers van „,Or-
i" met een volgende reeks hadden vermeerderd,
heldhaftige vriendjes, die zioh moeilijk bij
nederlaag konden neerleggen. Tom en Taoo
oen op wraak, en Sinterklaas, de goedheilige
n, moest hun helper worden. Ze zouden dien
léans er wel tusscnen nemen, al' wisten ze nog
»t precies, hoe.
nH« Op winter leek het nog weinig, dien eersten
[jllecomberweek. Tom en Taco waren het duin inge-
yirakken, om hun vrijen Woensdagmiddag nog eens
aen ouderwetsohen strooptocht-te genieten. Ze
.den geenhuiswerk, omdat het morgen Sinter-
i r- laas wezen zou, .en vanavond zouden ze hun pak-
ts wel' maken, 't Was bepaald warm nog tussohen
'H Q duinen, na zoo'n tooht vol' ravotterij en lekker
leiden zo zioh neer tegen een helling en speel-
an, daar ze zich zelfs bif het uitrusten niet
til konden houden, met de takjes en af ge-
van allen bladeren, om hen heen.
Eensklaps zag Tom tussohen de struiken iets,
tiger, at zijn aandacht trok. Hij maakte er Taoo op-
ïerkzaam op ,en samen slopen ze er op af. Spoe-
[000 stonden zij gebukt over een jongen,kleinen?
an zij, die zien zoo ingespannen bezig hield, dat
ij hot tweetal toeschouwers niet zag.
:laar Wat heb je daar?" vroeg Taco.
jVerschrikt sprang het jongetje op.
SoEen spin," zei hij. Kijk eens, wat oen groote!1
Taoo en Tom hadden nog nooit zoo'n monster-
ohtige spin gezien. Het was een griezelig beest,
iet zijn lijf, zoo dik als een knikker en zijn be-
eegfjke, harige krauwelpooten.
'•Sm „Geef hem ons!" zei Tom, die plotseling een
(t,f Ian kreeg. „Ik wel' hem van je koopen. Voor een
fcuiver."
Tom haalde vijf centen voor den dag en de jongen
li tnd het goed.
jn «Waar wil' je hem in meenemen?," vroeg de jom-
,ige. „Zal ik even naar huis gaan om een doosje
tt halen?"
In een oogenblik was de jongen terug. Hü wocn-
vlakbij, want het was de jongen van den
wch wachter. De spin werd in het chocolade-busje
un. «sloten en de gymnasiasten keerden met hun
nit naar de stad terug. i
„Wat wil je er mee doen?" vroeg Taoo.
„Natuurlijk aan Orleans op Sinterklaas geven,"
*i Tom.
Heel den avond, onder het pakjes maken, hadden
- j e 8cliik in de spin. Ze durfden het buisje niet open
knaken, uit vrees, dat het beest er zou uitlbopen en
at zo het bij het weer-insliiiben zouden besohadi
en. Ze rammeldon met het busje, om te hooren. of
e spin nog bewoog. En ze hoorden haar tegen het
jhk vallen, met een harden tik, welke hen telkens
Ireer in verrukking braoht over de zwaarte en den
Dmvang van het monsterachtige dier.
I Ze zorgden er> voor, zich niet te verraden. Het
>akpapier, waarin ze het busje wikkelden, werd
lauw'attend gekeurd, of er geen oude adressen
>psbonden, die aanwijzingen omtrent de afzenders
tonden geven, Kranten durfden ze niet gebruiken,
>mdat die misschien op oen spoor zouden kunnen
brengen. En het spreekt vanzelf, dat ze geen leb-
JU er op het pakje schreven, want hun hand-
'"•pohrift zou gevaar voor ontdekking opleveren. Ze
>uden het busje ingepakt en wel, zóó bii Orleans
ian de bef hangen, en dan gauw den hoek van de
trant omslaan en zich in een portiek voorloopig
ferschuilen. Dan zou wel nooit uitkomen, dat dit
«Tachtig cadeautje van hen beiden afkomstig was.
Onder het inpakken verdiepten ze zioh er al In,
0(j een gericht de gehate Ieeraar zou zetten. Hij
fu het busje openmaken, en met een schreeuw
ehtaruitstuiven. De spin zzou tusschen al' het
I tkkers op tafel Ben heenkomen zoeken. En telkens,
f.3 Orleans of zijn vrouw of zijn kinderen naar de
ikkernijen en do cadeautjes zouden grijpen, die
I tassohen den chaos van pakpapier op tatei lagen,
K>udon ze die spin vinden, die, als ze hem vangen
niden, alweer ergens tussohen den rommel verdwe
nen zou Zyn., Het zou een griezelige avond worden.
„Misschien kruipt hij wel in zijn theekopje.
„Als hij in zijn angst, zich eens verstopte in zijn
liaard!"
„En dan bij zijn boord indook, onder de Hoeren!"
„Ze zuilen er pleizier van beleven!"
Maar met dit al was het een heele onderneming
oen de avond gekomen was. De vrienden Hepen
togen tijd om, voordat ze eindelijk durfden. 'Lom
ermomde zich en, hoogst zenuwachtig, hing
ij] het touwtje, waaraan de bus slingerde, aan Or-
tens bel. Met een ruk trok hij de bel uit, en ver
wikt over het geluid, dat ze maakte, holde hij,
*Ten met Taco, weg, Li één ren vlogen ze, langs
ferstraatjes, naar huis. Gelukkig waren ze niet
Weekt: stel je voor, dat die oude vrouw, die ze
"den hoek bijna omver geloopen waren, nu eens
Jeans zélf was geweest 1 't Had tooh kunnen ge-
«w«uren?
,fe wisten niet, dat ze, in hun zenuwachtigheid,
jjo verkeerde bel' hadden genomen. Orleans woonde
"Steden, maar op het bovenhuis was de bel over
gaan. Professor Viglia, die alleen thuis was, en
verdiept zat in .een pas tlitgekomen werk
een Duitsohen geleerde over een groote ontdek-
op het gebied der> insectologie, kwam, met
lop pingen om de luide bel, naar de trap. Hij
Zijn huishoudster toch eens vermanen, dat ze,
p zo om een boodsöhap ging, toch niet Zoo onbe-
"terscht aan de bel' moest trekken,
dot was de huishoudster. Maar wat bromde en
5 hand?ZÖ ^aar ^>0n0(^en' 611 wa-t had ze in
„Nou perfester, dat is dan tooh aardig dat ze
Sinterklaas ook om u gedacht hebben. Kijk eens,
f wèl, wèl'. Foei, ik moet eerst even
y aaem komen, want ik ben tooh- zoo ontdaan,
k,
75
hebben me daar niet een paar kwajongens hier op
den hoek bijna omver geloopen?"
De professor begreep niet, van wie hij nu een
cadeautje op Sinterklaas zou kunnen knjgen. Hij
had er met eens aan gedacht, dat net SinterHaas
was, vanavond. Hij was een oude vrijgezel en had
kind nog kraai in de wereld. Hij leefde alleen voor
zijn studie en voor Zijn insecten-verzameling.
Toch trof hem dit blijk van harteiijkeid als een
hij ontdekte, dat er geen adres opstond.
„Het zaJT voor u zijn, juffrouw, wie denkt er nu
aan mij?"
„Ja, als er geen naam op staat wordt heb moei
lijk. Dan kan heb evengoed voor mij zijn als voor
u. Laten we eens kijken, wat er in zit. Dan kunnen
we, ais er heelemaal geen aanwijzing is, tooh uit
den inhoud opmaken, wien of ze bedoelen. Is het
iets, waar ik niks aan heb, dan is 't voor m^j'nheer.,'
Voor de zooveetete maal bewonderde mijnheer
Viglia de verstandigheid van zijn huishoudster.
Voorzichtig gingen ze nu samen het dierbare
pakje openen. En toen er, uit de# ingewikkeldheid
van papier en nog eens papier, eindelijk een, cho
cola-dus te voorschijn kwam, juichte ae juffrouw
al: ,,'t Zal voor mij wezen, perfester. Snoep is niks
voor de perfester.'
Met zichtbare teleurstelling Het mijnheer onbaat
zuchtig 't busje in de handen der huishoudster,
Tooh kan hij, Hl was hij persoonlijk jthans niet
langer belanghebbende, niet laten, met nieuws
gierige oogen de manipulaties der juffrouw to vol
gen, die heel' wat werk had, om Het deksel van
net busje te krijgen. Eindelijk, nadat ze de bus
langen tijd onder do zool van naar slof had heen
an weer gereid, vloog het deksel er af en.... de
juffrouw silaakto een ajselijken gil. Een dikke spin
wandelde over het vloerHood.
Reods wou de huishoudster, in de eerste impuls
van angst en weerzin, hot beest onder de zool' van
haar slof vertrappen, toen de professor haar met
een kraohtdadigen duw terughield.
„Achteruitriep hij, en met verrukte pogen
naar den vloer starend, knielde hij neer bij pet
stuntelig rondwandelende beest.
„Araneus gdgamteus silVanus!" fluisterde hij', met
een opgetogenheid en een teederheid in zijn stem,
als riep hij zijn geUefde bij haar naam. „Araneus
giganteus silVanus!"
„U mag hem houden!" riep de huishoudster boos.
„Een spin. verdikke-me, een spin! Ajakkes: niets
voor mijn hoor! Niets voor mijn. 't Zal voor de pre
fester bedoeld wezen. U mag hem hebben, hoor!"
En, ontdaan over zoo wreede teleurstelling, trap
pelde zo met haar sloffen op den grond.
Maar de professor had 't diertje met voorzichtige
vingers aangepakt en bracht het dicht bij zijn oog.
„Wat een aardige attentie," mompelde hu. Kijk
nu tooh eens aan, juffrouw!" riep nij tot de ont
stelde huishoudster. „Araneus giganteus silvanus;
dat was nu nog het eenige exemplaar, dat in mijn
verzameling ontbrak. Ze zijn zoo zeldzaam en
zoo moeilijk te krijgen. Aan wie zou ik deze atten
tie te danken hebben'?'
„Ik vermeed, dat die jongens 't hebben gedaan
die me haast van de been hebben geloopen?'
„Kent u die jongens?"
,,Nou, ik zou ze niet kennen. Zijl* me de grootste
beiliamels uit do stad. Ze liggen in den kost bij een
familie, waar mijn nicht dienstbode is...."
„Weet u hun adres?! Trek dan dadelijk uw
mantel aan, en koop een flinke doos bonbons. Hier,
pak dit papiertje er bij in."
En met bevende vingers sohreef de professor,
die zijn schat reeds ander een omgekeerd waterglas
voorloopig in veiligheid had gebracht, op een stuk
je ivoorkaxton:
„Uit dank voor de spin."
Toen Taco en Tom den ochtend na Sinterklaas
tegenover den Ieeraar in het Latijn in hun school
bank zaten, wist geen van beide partijen, hoe zij 't
met de andere had. Taco en Tom vonden plotseling
Orleans wel het geschikste type van allemaal: ze
voeden zich verlegen over de wijze, waarop hij hun
een lesje had gegeven, door kwaad met goed te
Vergelden. Ze schaamden zich en bloosden van
verlegenheid, maar durfden er toch niet toe over
gaan, hun plan, hem vergeving te vragen, ten uit
voer te brengen. En mijnheer Orleans verbaasde
zich mier de onverklaarbare bekeering! van deze
twee lastige bengels, de plotselng prompt al hun
léssen kenden cm angstwekkend gezeggelijk waren.
Hij kwam tot de ontdekking, dat er iets bestond,
wat hij met al zijn dreigen en straffen nooit had
kunnen bereiken, en besloot het thans van zijn kant
ook eens met vriendelijkheid te beproeven.
Den Zatermiddag na SinterHaas- trokken Taoo
en Wim nogmaals net duin in, om den bosohwaoh-
tersjongen de helft van de bonbons te bezorgen, die
hem, naar zij hadden uitgemaakt, voor zijn aeel' aan
de spin, eerlijk toekwam. En de bosohwaehters-
jongen had nog nooit zoo iets lekkers gegeten.
Ja, ja hiet is zoo gemakkelijk niet, SinterHaas
•in zijn booze bedoelingen te betrekkende goed
heilige man weet kwade streken toch altijd weer
ten beste te leiden
HET NEDERLANDSCH-BELGISCHE TRACTAAT
EN ZE EU W&CH-VLAANDEREN.
Men schrijft uit Zeeuwech-Vlaanderen aan de N.
R. Crt.:
Toen in 1918/1919 het annexionnlsme In België
woedde, toen hebben wij, Zeeuwsch-Vlamingen, er
ons krachtdadig tegen verzet: en wij waren veront
waardigd on verbitterd, dat men ons tegen onzen
zin «tot Belgen wilde maken. We hebben protesten
en adressen de wereld ingezodën; we hebben luid
ruchtige betoogingen gehouden al zijn we anders
niet zoo luidruchtig van aard om toch maar
duidelijk te laten uitkomen, dat we goede Nederlan
ders waren en vóór alles Nederlanders wilden blij
ven.
Daarvoor waren noch geestelijke, noch andere In
vloeden of opzweeperijen noodig. 't Kwam bij ons zoo
van zelf uit t hart.
Eh nu in 1926. nu men onze Provincie als 't ware
tot een vazalgebied van België gaat maken, on met
allerlei servituten gaat bezwaren, onze Schelde op
Nedertanschen bodem van 'Zeeuwsch-Vlaanderen
waarschijnlijk den grond leggen voor hetgeen de
Nederlandsche regeering in 1918/1919 volstrekt heeft
willen voorkómen, nu hebben we eerlijk gezegd
op het bericht, dat de Tweede Kamer het Belgisch
tractaat had aangenomen, gebloosd bij die gedachte
Nederlander te zijn.
kd griep begint meestal mft pijn In de lendenen
en hoofdpijn. Sla deze waarschuwingen niet In
den wina, maar ga naar bed met een kruik,
dek U warm toe en laat dadelijk een flesch
Abdijsiroop halen. Abdijsiroop kan dien schorren
hoest losser maken, dat rauwe gevoel In de keel
en op de borst verzachten en Uw genezing be
spoedigen. Ook bij bronchitis, kinkhoest, asthma,
verkoudheid en keelpijn U Akker's Abdijsiroop
een prachtig middel.
Per flesch van 230 gram f 1.50; 550 gram f2.75
Den Haag wereldstad of Scheveningen we
reldbadplaats?
Den Haagi is weer een stukje gegroeid in de
richting' van het wereldstad zijn. Of als men wil
dat wil' zeggen wanneer men Sohevetningfen van
;Den Haag wü' scheiden Scheveningren is weer
een stap nader gekomen tot de waardigheid van
wereldbadplaats. Het is .zelfs karakteristiek voor
idien groei, dat We daarvan hooren en daarover spre
ken in dezen tijd van oï&omende koude, nu de
gedachte aan een zeebad den1 mensoh at dichter
bij de kachel' brengt. Maar in den zomer is Scheve
ningen al!s oen feestzaal, waarin niets anders kan
worden gedaan dan feestvieren: geen veranderin
gen, geen herstellingen, geen onderhoud. Eerst wan
neer dé gasten allen weg zijn, komt het werkvolk
óm te vernieuwen, te verfraaien, te herstellen of
•uii(t le [breiden. 'Dan haast men zich om gereed te
komen vóórdat het volgende feest nieuwe^ gasten
brengt en men maakt gebruik van de ervaring, op
gedaan bij het jongste leest.
Zoo is het met Scheveningen. Alleen in den win
ter wordt gesproken over hetgeen daar het badsei
zoen aantrekkelijker kan maken dan het is. En de
geschiedenis van de besluiten daaromtrent in den
loop der tijden genomen zijn is de geschiedenis van
SchevenLngens groei sedert 'in 1818 het allereerste
badkoetsje aan net strand versoheen.
Welnu, er is weer een nieuw teeken van
lEr zal, wordt het daartoe strekkend voorstel van
Burgemeester en1 Wethouders aangenomen, een a£-
xonder ijk parkeerterrein worden gemaakt voor de
automobielen die tot nu toe op aen maoien, breo-
den. vorstefjjken strandweg, d?en .boulevard" zegt
de Hagenaar, hun standplaats vonden. Immers hoe
breed en ruim en Hoek die weg, die nog niet
zoo lang geleden op den groei werd gemaakt, ook
des winters eruit moge zien, hij' is te smal, te nie
tig voor 'jijet enorm toegenomen autoverkeer. Wel
.kunnen de auto's in twee ononderbroken rijén in
tegengestelde richting hun wandelrit volbrengen
en laten zij nog plaats voor twee rijen fietsen, maar
er brij ft dan geen voldoende ruimte meer over om
de auto's toe te staan, ter zijde van den weg te
stationeeren, wachtende op de eigenaars en andere
gebruikers.
Daarvoor wordt nu een soort bult aan den boule
vard gehecht, die men van. af te graven duin wil
maken, tevens bij wijze van werkverschaffing. In
derdaad: dac graven is geen werk» waarvoor men
veel behoeft geleerd te hebben en het zou vijftig'-
duizend gui'den kosten, zoodat er wel een aantal
vniensciien gedurende enkele maanden werk door
zouden hebben. Wil' men nu zijn auto op dat
parkeerterrein laten staan, terwijl men zelf in zee
is of aan het strand of in een der ontelbare danst
en drinkgelogenheden, in de galerij of op den bou-
I evard, in het Kurhu.us, cabaret of elders, dan moet
men daarvoor iebs beta'én voor de bewaking, zooals
men nu ie'telhk ook doet door het geven van een
fooi aan een ter plaatse heen en weer sloffendem
Scheveninger, die heet op de wagens te pas-en.
We. nu, voor de pacht voor dat terrein1 Zal f 3000
per jaar worden betaald. Dit eenvoudige cijfer
spreekt. Immers men moet in aanmerking ne
men, dat „per jaar" hier feitelijk beteekent:
,voor het zeer korte zomerseizoen", dat in het gun
stigste geval' maar enkele maanden duurt en dat
door de grilligheid van ons Himaat nu en dan eens
jen jaartje overslaat. Immers aLs het regent, zoo-
:i;s het hier des zomers wel eens regenen kan, dan
ebben de hol eis wel groote schade, maar al1 hun
kamers, die gewoon'ijk ia ng vooraf al zijn gehuurd,
worden niet p'otseling leeg, hun keukens behoeven
het werk niet te staken, maar het autoverkeer op
den strandweg, de wandelritten langs de Z8e houden
dadelijk op. Met al die slechte kansen moet do
ondernemer rekening gehouden hebben, ook daar
mee, dat hij het bewakmgspersanoel betalen ïuoet,
of er auto's komen of niet. Als hij dus "meent, vei
lig te gaan tdoor f 3000 per jaar aan te bieden, al
leen voor het terrein, moet hij wel liet aantal auto's
dat men in den zomer aan den strandweg wil la
ten bewaren, zeer hoog schatten. En dat -aantal' is
nog maar een zeer, zeer Hein deel van alle auto's,
die er rijden. Wef is er reden voor den Hagenaar
trotsch te zijn öp den groei van zijn staa, het
„dorp der dorpen geen, maar dorp der steden een"
zooavs de dichter Zong, die nochtans van een auto-
parkeerterrein te Scheveningen nooit heeft ge
droomd.
Maar.... elke medaille heeft haar keerzijde en
da snelle groei van Den Haag wordt niet met
onverdeelde vreugde gezien door een deel van zijn
zonen en niet de sléchtste: integendeel, juist ae
meest Haagsche Hagenaars. Zij zien vaak mot
smart, dat naar mate Den Haag grootcr wordt,
het zijn eigen stempel verHest. Dat verhezen van
zijn stempei., èfijn eigen karaktetr zou nog veel
'sneller zijn gegaan, wanneer niet de zioh hier ves
tigende gaarne zoo veel' mogelijk Haagsch doet,
-onze stad heeft nu eenmaal den roep van sierlijk
heid, goede smaak, voornaamheid. AI gaat liet
tooh en het gaat zichtbaar.
Zichtbaar zeker in den Sint Nicolaastijd, eer
tijds hier altijd zoo trouw gevierd als waar ook
in Nederland en Vlaanderen en langs de kust. In
onze stad duurde de Sint>-Nioolaarirukte vroeger
zeds veel langer dan elder, hier tooh moest men
een week of zes vroeger beginnen met inkoopen
doen wegens de velé inwoners van „kampong Dein
Haag", die familieleden en vrienden in Jndië heb
ben. In de laatste jaren evenwel wordt de Sint>-
Nioolaasdrukte telkens minder en slapper en in
gelijke mate neemt de Duitsehc Kerstviering toe.
Ziedaar wat den Hagenaar van den ouden stempel'
verdriet. Bezondigde deze zich wel' eens aan het
overnemen van Fransche gewoonten maar toch
nooit zoo, dat de viering van Nieuwjaar ooit eeni-
gen afbreuk had gedaan aan de oude vaderland^
•sOi.e Sint-Nicolaasviering! het naapen van wat
over de oostelijke grenzen komt, is hem zeer bijzon
der antipathiek. Tooh wordt het elk jaar onmis
kenbaarder. Weldra zullen we weer op vele hoeken
van straten de hooge sta,peis Kerstboomen zien
wegsmelten onder de drukke aankoopen en een le
vendigheid zien in de winkelstraten, die alleen de
allerlaatste dagen van den Sint-Nicolaastijd te
aanschouwen geeft. Van de verlatfag van het win-
ke'sluitingsuur gedurende de laatste week voor den
óden December maken veie winkels niet eens ge
bruik en naar mijn heugenis is dit jaar ook voor
/het eerst de beroemde ouitengcwone tentoonstel
ling in de „Koninklijke bazar" m de Zeestraat uit
gebleven. Men zegt, dat deze^ allervoornaamste win
kel' in het geheele land en misschien wei in heel de
wereld, er geen pleizier meer in heeft voor rijn
uitgezochte cliëntele uit te slbven, nu die oliëntèle
zeil al meer en moer blijkt» die moeite niet waard
te zijn en er geen been in te zien In magazijnen als
'iet Warenhuis, thans in de schaduw gesteld door
het overdonderen de verkoopmonster De Bijenkorf,
inkoopen te doen. Is dat zoo, dan blijkt hier op
nieuw den groei, maar ook de ontaarding van de
•oorname stad tot wereldstad!
Waar of mon in Zeeland komt, wien of men spreekt
overal dezelfde stille verbittering, dat het tractaat
is aangenomen'; en inet de meeste stelligheid mag
worden gezegd, dat wanneer ooit een besluit, door
de Tweede Kamer genomen, in Zeeland' impopulair
is geweest, dan zeker wel dat tot aanneming van het
Belgisch tractaat.
De zakelijke inhoud van het tractaat, dat alles aan
België geeft en voor onze algemeen Nederlandsche
en bijzonder, Zeeuwsche belangen weinig of geen
oog heeft,, kan ons niet bekoron. Wij, menschen van
het platteland, zijn nog gewoon bij' het sluiten van
contracten, niet alleen met dén zakelijken inhoudi te
rekenen, maar ook te letten op den persoon en
de goede trouw van hem, met wien we contracteeren.
We vinden het veilig om afspraken ter gelegenheid
van het sluiten van een contracti nog nader gemaakt,
ook contractueel vast te leggen, en vooral zijn we
gewoon ons tevoren ter dége rekenschap te geven
hoeveel knikkers de tegenpartij wel in dén zak zou
hebben, tegenover de knikkers die we ons eigen be
zit mogen noemen.
In onze wellicht wat linksche dorperheid meenden
we altijd, dat vooral in do diplomatieke wereld met
ijskoude berekening de knikkers van de tegenpartij
zouden worden gadegeslagen en geteld1, zooals België
ou klaarblijkelijk wel gedaan heeft: en hierin ligt
waarschijnlijk de oorzaak, dat het Belgisch tractaat
eigenlijk alles aan België en zoo heel weinig aan
Nederland) geeft.
We zijn daardoor eenigszins uit het lood' geslagen,
en staan tegenover dit staal van Nederlandsche staats
manskunst nog wat onwennig en vreemd.
Daarbij komt, dat wij, dd.e met onze Zuiderbroeders
nog al eens contracten en afspraken1 te maken heb
ben overigens een open oog houdende voor hun
goede hoedanigheden uit ondervinding van mee
ning zijn, dat men daarbij het beste doet, de kans te
vermijden „bekaaid'' van de reis te komen, om een
Catsiaanscbe uitdrukking te gebruiken, die hier in
Zeeuwsch-Vlaanderen nog altijd gangbaar is.
Voor Zeeland en Zeeuwsch-Vlaanderen brengt het
tractaat niets dan bezwaren. Mocht de Brabantsch-
Limburgsche geest over onze afgevaardigden ter
Eerste Kamer vaardig worden en dus de locale be
langen en niet het rijksbelang den doorslag geven,
ook dan hebben we hoop, dat hun donderend „tegen"
bij de stemming zal weerklinken.
Schrijver dezes meent stellig te weten, dat in
1918/1919, ten tijde der annexionnistische beweging,
uit Zeeuwsch-Vlaandefen bij de Nederlandsche
regeering verschillende wenschen zijn kenbaar ge
maakt, opdat bij een nieuw te sluiten tractaat met
België daarmede rekening zou kunnen worden ge
houden. Immers bestond destijds hier de meening dat
hij overeenkomsten of tractalen met België onze Re
geering niet altijd aan het langste eind schijnt te
trekken, en men hoopte, door nu eens tijdig d'e be
langen van Zeeuwsch-Vlaanderen onder de aandacht
der regeering te brengen, te voorkomen, dat ze bij
een nieuw te sluiten tractaat zouden worden gene
geerd'.
En wat zien we nu: dat in het goedgekeurde Trac
taat met geen enkelen wensch van Zeeuwsch-Vlaan
deren is rekening gehouden. België daarentegen
heeft niet verzuimd de allerkleinst belangen in het
tractaat vast te leggen. Zoo moet he t visschers*
haventje op Ned. gebied voor het Belg. visschers-
plaatsje Bouchaute worden instandgehouden. Philip-
pine op Ned. gebied verliest zijn verplichte losplaats
voor mosselen. Belgen worden toegelaten als pach
ters van oester- en mosselperceelen op de Schelde,
Niets, letterlijk niets is aan de aandacht der Belgi
sche regeering ontgaan en al de punten die ik noem
de zijn dan ook door België in het tractaat vastge
legd.
Wanneer aan uw blad uit Zeeuwsch-Vlaanderen
geschreven wordt dat in de grensplaatsen o.a, door
kweekers voor represaillemaatregelen van Belgische
zijde wordt gevreesd, als het Tractao-t niet wordt
aangenomen, dan zou men daaruit de gevolgtrekking
kunnen maken, dat het kweekersvak hier druk be
oefend wordt en zeker niet vermoeden, dat kweekers
hier met een lantaarntje te zoeken zijn.
In elk geval blijkt er uit. dat die enkele kweeker
of kweekers in hunne beschouwingen over het Bel
gisch Tractaat. evenals de Brabanters on Limburgers,
zich in hoofdzaak door eigenbelang laten leiden.
Hoezeer wij bier in Zeeuwsch-Vlaanderen op goede
betrekkingen met België gesteld' ziin. hoezeer wil
België in elk redelijk opzicht tegemoet willen komen,
waar het uit zijn ligging bezwaren ondervindt, wij
vinden dit Tractaat voor ons nationaal gevoel ver
nederend en te kort doende aan de waardigheid van
Onzen Staat.
Ter geruststelling van de weinige kweekers, hier
in Zeeuwsch-Vlaanderen gevestigd, mag opgemerkt
worden, dat' België wellicht meer belang heeft bij
Zeeuwsch-Vlaanderen dan Zeeuwsch-Vlaanderen bij
België, en dat uit dien hoofde represaillemaatregelen
(die onze Regeering trouwens evenzeer in de hand
heeft), wel. achterwege zullen blijven,
Kruidenierspoltiek vindt men overal, dus ook in
Zeeuwsch-Vlaanderen. Maar niettemin is "t grootste
deel der bevolking, als bij instinct, tegen het trac
taat, omdat het er niets goeds van verwacht.
De actie in Zeeland is begonnen. Laten1 wij
Zeeuwsch-Vlamingen en Zeeuwen het .stille" van
onze verbittering afleggen en' ons uitspreken in adres
sen en in protest-vergaderingen, als het moet ook in
protestbetoogingen). opdat onze Regeering onze
Eerste Kamer en in 't bijzonder onze afgevaardigden
ter Eerste Kamer duidelijk' verstaanbaar van ons
mogen vernemen, dat wij. die trotsch zijn op het
devies van onze Zeeuwsche wapen, alles willen doen
om te verhoeden, dat de fiere Zeeuwsche leeuw, na
eeuwen met de golven te hebben geworsteld er altijd!
boven te zijn gebleven, nu een roemloozen verstik
kingsdood in een moddersloot gaat vindon.
GEMEENTE ZIJPE.
Ingeschreven van 26 tot en met 30 November.
Getrouwd: Jaoob Frederik Koster, 29 jaar, vee
houder te Zijpe en Trijntje Biersteker, 29 Ja/ar,
zonder^ beroep, te Callantsoog.
Overleden: Martinus Janssen, 48 .jaar, echtgen.
van Christina D'na van Koningsbruggen, eerder
weduwnaar van Geertruida AHda Groot.