VOOR DE KINDEREN» Het Dagboek van Hansje Teddybeer en Mimi-Poesekat Voor de Kinderen. Het Geheim van het oude Horloge. tw Mide Buur uit Segondorf en n*ni twee innen mede. n. toon ven Jobenn Wilhelm uil EhlechJiJ, In lflfta met Gertrud 1'auli uit nockenleld, nailw.' 1188 uil denine lo l'.hlmiielil. DJi'ti» KHi 1 vierde kind goimt»» JMmnn Thlel (ook ijll gnimemd) huwde Anne Gurtrud Aledorl, ver. n»»!"1'' 't'in.'hil'.l in mui in-i In 178* nu I ii,wn 11 Sten )rk 'TI'l »l 'Ivilr <!-r I'«-Il1"'l'i llneen. j IJ itltt In de 4e helft der 17de eeuw woonden er puto- nen ven den neem Hockeleller ln Khlscheld, Boue- leld, Hengedorl, llerdert, Melebech, Detzeroth, Ant- wlod, Kegundorf, Bleher, Ileddeednrf 1'nlir en Arlen- heller. Dour dete gegevene Ie de eungnnaemdo el. Klemming der Rockefetlera ln Amorike ven een adel- 'Ijken Kjentchen jrroti tierumhi-n vluchteling genoeg iitin grijOrnft, Hu her' i'jiliig vim hut Edict ven Nuntii» dateert nl. vnn 42 Och 1086. Deur Juhannes Itockerifeller Ie vador van den met lijn familie naar Amerika gehmlgireerden Johanrt Peter en Jnhann Wilhelm, op 17 Oei IÖS1 In de kerk te nhelnbrohl de tweelingen Peter en Lorenz liet doopen, kon deie niet afatammen van Iemand, die tengevolge van de 4 Jiinr later pi nat» hebbende herroeping van het Kdfct vnn Nuntei uit Frunkrlfk naar Neuwlnd vluchtte. Daarenboven wae reed» door de reeultalen der nnnpnrlngen genoegzaam gebleken, dat hier eprake Ie van eori Inliéemech geslacht. I)e naam rteda duldt liet aan. Zonder twljlo! Ie tlockenfellar Identiek met Bockenfelder en nu Jlgt in den om trek van Neuwled eon «oer oud, dorpje Z.ockonleid, zoodat het voor de hand ligt, dat de eigennaam la ontelaan uit die van de plaat» van herkom»!. Ook 1» net titel onmogelijk, dat de naam verhand houdt met .roggeveld" en oen Itnggefeldet du» de man aan duidt, die aan zoo'n veld woont ol een roggeveld be werkt. De Freneche herkomet-legondo kan echter voorgoed ale bedrog gebrandmerkt worden, >zl| \v»u :.ob lloe I I'l ove on PO slijk vei evei ve) tIOV chtl manfrftz. kiel: nie zee ge o farn ïfaiK werk al kker zie mnei g u| n )f Hoera daar ulgt eén poez-inkitid te slapen onder 'n boom! Vader en Hans bollen voornit, ze zijn overtuigd, dat ze de klein't vluchtelinge inu hebben. 7CÖ. Maar groot is hun teleurstelling als ze, dichterbij gokomon, bespeuren, dat hot alaihMStertJe.... M>iml niet isl Wat nu weer te beginnen? liadelooa zien ze rond. 7(57. „Weet Je wat", zegt vador eindelijk. „We gaan naar huis on nomen dat klei ne diug, dat stol lig ook verdwaald' is mee. Wie weet, is Mimi er in dien tijd al-.' 708. En 'dut 'blijkt good gezien, want nau-< wolijkp ligt vader Poezokat den klink von do deur, of Mimi komt aan gesto rmd en vraagt duizendmaal vergiffenis. „Is vader nou weer goed op me?" r\d. „Ilans", heeft buurvrouw Geit van morgen tegen ine gezegd, „zou JIJ die kanariepiet in z'n kooi van me wil Jon hebben? Hij is hij mij niet tierig." „Nou wat graag, buurvrouw!" we Uk tc uit. (3 ïerik mhrvi 1 eoni }<ag0konieni oplossingen van de vorige raadsels ont- ng ik nog van; Piet Ordeman, Spanbroek; Lijntje Vugt, Helder; Aon ie Slikker, Julianadorp; G. 'on, Hom (Wat hebben jullie eon prachtig feest ge- d. Ik zou. wei eens om een hoekje hebben willen 7® uren); Dirkje Hossen, Koegras; S. Groet, Kolhorn; en' van Schaik, Schagerbrug; J.Gentenaar, Veen- 770. Zoo, nu zal lk 't beestje eens fijn gaan verwonnen; een bakje vol lekker zaad', een frisch badje, een kooitje met schooi), zand. ZuL je nu mooi zingen Piet?" 771. Maar.. Piet zingt- niet. Piet zit maar mistroostig op z'n stokje en staart voor zich uit. HIJ raakte geen korrol zaad aan, huppelt heon en weer.,... Zou bij ziek zUn? 772. Het mahkt mo erg verdrietig, ik was vanmorgon zoo blij' mot m'n mooie vo geltje. Ik kan er niets aan doen, ik moet er heuscb eon deuntje om huilonl Ami klarej^ ïernt 8t6UI iizen, Neelie Dekker, Eenigenburg. olger tollen rklezi DE OPLOSSINGEN VAN DEZE WEEK ZIJN: Appel, peer, kers. Sint Nicolaas Co slaan, Tini. in in ee ,t Ne1 iet h< zie 18 SOF DE OPLOSSINGEN ZONDEN: Lijntje van Vugt, Helder; Jannie Swan, Sint Maar- rrfïrra lsvlotbrug; Adriaan Beemster. Scheven; G. Bron, im. Klazienfje Swuan, Bergen; Corrie Komen, lidscharwoude; M. Lind'enhergh, Oudesluis; Annio ikker, Krabbendam; Jan Koorn, Lutjewinkel (Ja! Ben bezwaar!); Piet Ordeman, Opmeer; Jannetje n*t' ^T*e<*orP;Nellie Bakker, Amsterdam; Jari hene, Schagen; Gerard van Schaik, Schagerbrug; uitscl en ,Tnns'° Nobel, Oudesluifl; Johanna Glim, An- Paulowna; Cath, Bos, Oudesluls; Annle Slikker, lüanadorp; Betsie Jlmmink Stompetoren ('t Is o -ook goed, hoor!); Clasina Yff. Oudkarspel; Anna Jan de Waard, Broek op Langendljk ('t Is zoo dekk! e(*' ^oorl); Boontjes, Schagerbrug; 'Trijni Bosker, ong l0rin8en'» Jahs Smit, Schagen; Neelie Dekker, iet vt lr8erbru£; Jan Haringhuizen, Heerhugowa'ard. n nog steeds brengt de post nieuwe brieven, kin- ren! Daarom wacht ik nog maar een weekje on rlnot den volgenden keer de boekon! Good? Zeg, ik kreeg veel brieven van Jullie over 't Sint olnnsfoest! Jullie hebben veel pret gehad, hè? Nu ook wel, hoor! In de krant las ik ook, dat Sint Ni- lag in veel plaatsen zelf geweest is. Aardig, niet- aar? Ier ii rijs e cel (i en ecnij ulèl kefell n van. >laa. r,.n c' oveng -acht ai •egUU dat ers Sej in Ni rheido Mail Johll >11 er, eter fe f Nieuwe avonturen van Bram Vingerling, door L. Roggeveon. VTÏL De „verloren" portefeuille. GEVONDEN te Hoek van Holland bij paviljoen ..Zonlust" een oude portefeuille, lnhoudond'e en- .kelo halfvergane papieren. Do vorliezor wordt veizdcht ènó dezor dagen, liefst hedon, tusschon 3 en K uur de portefeuille aan gonoemd pavil joen toruv te halen. .Do vinder zal aanwezig zijn. 011 1 tiDat is de portefeuille van professor Rtuyvesant", etrr n ndorf Ba 11 ik ga hom vanmiddag halen. Net goa(]. dat Wil- Vanmiddag naar Rotterdam gaetl Wat een hof..,!" ^mm dp^ krant weg, riep Wllly en Rrlnio, r aaide z'n buurjongen Henk af en met z'n vieron »t Al wandelden ze naar 't hoorlljke Ilaagsche boach. „Drie mun in het Haagacbe bosch", lachte Honk, ,de hond niet meegorokond." Nu de koffie ging Willy naar Rotterdam. Zijn Grootmoeder was jarig. Hij ging haar foliciteeren.' on tegelijk zou hij daar z'n vader on moeder ontmoeten. Bram fietste naar Hoek van Holland, d'ol van nieuwsgierigheid. HIJ bedacht dat het veel eenvoudiger was geweest, als de vinder de portefeuille gewoonweg bU 't poli tiebureau had gedeponeerd. „Waarom zot d'!e man een advertentie in de krant? Dat ia veel omslachtiger en.... 't kost geld ookl Ik zal hem do onkosten maar terugbetalen, en nog een kleinighold erbij", dacht hij. Het was dien middag druk aan 't strand. Voel ba ders ploeterden in de zoute golven. Bram stapte re gelrecht, zijn fiets aan de hand, naar t paviljoen .Zeelust". Ook daar was het druk. Verward keek Bram om zich heen. Wie zou de portefeuille gevon den hebben? Hté keek de menschen eens aan. In srroepjes zaten ze met elkaar te praten. „Nee", dacht Bram, „zoo kom lk er niet. Ik zal maar naar een kellner toegnan en d'ien om inlichtingen vragen." Maar Bram zag op 't oogenblik geen kellner. Die zijn er trouwens nooit, als je ze hebben moet! Vlak hij don ingang van 't torras zat oen oude heer al leen aan een tafeltje. Een lange,witte baard golfde •over zijn borst,. Langzaam bijna plechtig rookte, hij een sigaar. Met een gewichtig gezicht beschouwde hij door z'n fonkelonde brilleglazen de menschen om hem heen. Toon zag hij Bram, die nog steeds verlogen stond' te kijken. „Zoek Je iemand?" vroeg de oude heer vriéndelijk. „Ja.zei Bram. Jk zoek iemand, die iets ge vonden heeft. Tk heb wat verloren, ziet u en..,.". „Ilahahaha" lachte de oude heer, „jij hebt de ad vertentie gelezen...." „Juist mijnheer", zei Bram blij. „En jij komt de portefeuille terugvragen, niet waar?" „Precies mijnheer!" „Kom maar mee, Jongeman! Hoe heet Je?" „Bram, mijnhoerl" Do oude heer stond op, mot een vlugheid, die Bram verbaasde, Gezamenlijk stapten ze don strand^* weg af, don vuurtoron voorbU naar oon kleine villa in 't land gelogen. '„Mijn zomerverblijf", lachte de hoer. ,Of liever; een gedcelto ervan is mijn zomerverblUf. Ik heb hier kamers gehuurd." Do oude heer Het Bram voorgaan.' „Wacht. Jo fiets, Jongen 1" zei hij nog. „Die zet ik hier -wel neer", antwoordde Bram, zijn fiets togen 't hek plaatsend1. In de ruime gozelllge voorkamer gekomen, zette de oude heer Bram ln oen groote fauteuil. „Sigaret?" vroeg hij. „Dank U" zei Bram. „ik rook nooit". „Eon goei gewoonto", antwoordde do oudo heer ..Mnar ik zal toch maar een paar trekjes wagon." Uit zijn binnenzak haaldo hij vervolgens de. -oude portofouillo. Lachend' hield hij die Bram voor don neus en vroeg: .Ts dit hem?" „Ja, mijnheer," zei' Bram blij. HIJ' strekte zijh naiiü 'uu, um de pmuueuillö aan tu nawen, maar dn jiu-do hoer icgiuo haai' vuur zich op do tafel, en zei: „hu. hu. wannetjol Niet zoo gauw! Vertel we muur eerst eens; hoe kom jU aan dio portefeuille?" Daar zat Bruinl Wat moest hiji zeggon? Gevondon up 't strand? Of bekonnen, dat do portefeuille eigen lijk toebehoorde aan den overloden professor Stuy- vesant? Dat nooit! 1 4 „Ik.,., ik hom heb hem gekocht op de wurkt, mijnheer", stotterde hij eindelijk. „Zoo, gekocht op de markt?" vroeg do oude heer Idngzaum, „hm....!" Hij. trok slevig aap zijn si gaar en bitjes Bram oon dikke rookwolk' in 't go- zicht. En waarom?" Waarom? Ja, waarom? Wat moest Bratu nu weer antwoorden? „Omdat.,... omdat lk hem wou hebhenl" Waarom ondervroeg die oude heer hem zoo? Daar kwam hij toch niet voor? „Ik kom toch doodeenvoudig de verloren porte feuille terughalen", dacht Bram.... „Kijk", zei dto oude heer, alsof hij Bram's gedach- tenv kon raden, „JU denkt.; waar 'bemoeit die mijn heer zich mee? Nietwaar? Goedl Kijk oons: in die portefeuille zitten halfverteerde papieren...." „Ja," knikte 'Bram. „Papieren, die al oud zijn! Die voor den eigenaar waarde hebben! Niet voor den vinderl Is dat niet zoo?" ,,'t Is zoo", antwoordde Bram. „Gdbdl Als ik nou zoo vriendelijk hen om in do kranten bekend te maken, dat Ik de portefeuille ge vonden. heb, mag jij van jouw kant mij toch wel 't een en ander vertellen over den inhoud van de por tefeuille! Nietwaar! Waarover handelt het? Zie Je, er is in dio papieren sprake van eon uitvinding...." Bram's hart klopte tn z'n keel. „Van een uitvinding", - herhaaldo do oude heer langznam, terwijl hij Bram scherp aankeek, „van wélke uitvinding?" Wat moest Bram doen? Zeggen of niet?? „Ik.... ik....", begon hij. De oogen van don ouden heer, die hom steeds scherp aanstaarden, maakton hem verlegen. ,.Nu", zei de beer, JIJ moet 't toch woton, Ia 't niet zoo?" „Ja.... nee....," fluisterde Bram. „Wat?" vroeg de heer, „weet Je 't? Ja? of nee?" Hot werd Bram angstig te moede. De vreemde kamer, do vreemde hoer, de scherpe ondervraging, alles mankte hem van streek. Waarom drong de heor. zoo aan? Had hij er recht op, om allos te wo ton? Weineen! Waarom dan steeds dio onderzoeken de toon? Dat was Bram al eens meer overkomon! Wanneer? Waar? Bram gedachten vlogen door zijn hoofdl Ja, nu wist hij .'tl Die vreemdolfng, toen hij met Willy in Hoek vnn Holland was, had hem óók zoo dringond zijn mooninc gevraagd over het geval- Stuyvcsant. De vreemdeling, die zijn baard had af geschoren!! Plotseling kroeg Bram argwaan 1! Met een puk stond' hij op. Do oude heer ook. „Mijnheer", vroeg Bram met trillonde stem, „krijg ik mijn portefeuille?" Jouw portefeuille?" vroeg do hoer terwUl hl] langzaam.. .Bram's oogen werdon groot van schrik en verba zing.... ...mQt zUn hand nadenkend over zUn baard stroeküü 1 ,U is dezelfde man 'van Woensdag! 1" gild1© Bram. Vlug als de wind greep hij naar de portefeuille op de tafel. Do oude heer hukte zich, hij wilde Bram's band vatten, Maar Bram greep d'o portefeuille vast en duwde den oudon heer van zich af. Er volgde oon worsteling. Bram trok don ouden heer aart zijn boord, en hield.... lik dacht het wel.... aangeplakti" riep hij... ...een plukje valsche haren in de hand.!II HIJ stormde naar buiten, sprong op zijn fiets en trapte al» een razende weg. Achter zich hoorde hij den heer nog schreeuwen. Eon kwartier later was 't met Bram zijn kracht ge daan! Bij een hoek stapte hij af, om uit te rusten en bij te komen van de spanning, die hij. doorgemaakt had. „Hè" zuchtte hij. Een half uur .zat, l}ij zoo,.bleek, zijn hoofd in de handen. Toen stond hij öp, langzaam, zuchtte nog eens diep alsof hij z'n longen heelemaal wilde leegen; stapte op zijn fiets en reed weg. „Wat 'n avontuprl Wat 'n avontuurl" mompolde hij. „Maar", dacht hij oen poos latop, „is, wat lk doe, wel goeH? Heb ik wel recht op die portefeuille? Heb ik méór recht op de portefeuille dan die man- raetJde-baard? Ik heb de geheime schuilplaats van prof. Stuyvesant's uitvinding ontdektl Die heer niet! De portefeuille heb ik 't eerst gevondenl Dus.... mnor laat ik oerst maar eens lezen, wat er in. staat. Ik beloof op dit oogenblik aan mezelf, dat ik pre cies zal doen, wat er in staat geschreven!" Eon uurtje luter was hU thuis. I DE „MOSTERD-INDIANEN." Twee Indianen, waren door den gouverneur van de stad Eaglotown uitgenoodigd op eon feestmaal. Mot een, onverstoorbaar gezicht aten ze alle spijzen, ook al wisten ze niet eens, wat het was. Alleen eon bruin goedjo in oen glazon floschje, waar ieder der gasten zich van bediende, maakte zo erg nieuwsgie rig. Eindelijk had de errste hot fleschje bemachtigd; hij nam ér een flinko hap van en gaf "het toen aan z'n kameraad. Meteen stonden zijn oogen vol tranen, want de scherpo mosterd' (dat zat er ln 't fleschje) prikte hem in z'n neus en ln z'n keel. De andere Indiaan vroeg verwonderd: „Waarom huil Je, makker?" „Ach", snikte de eerste. ,ik huil, want lk donk aan m'n vader, die veertig. Jaren goledon gostorvon is". Ondertusschon had' do tweede óók eon hap mos- tord gonomon'. Ook bij hèm sprongon do tranen ln do oogen. Nu zei de eorsto: „Waarom huil JIJ nu, broedors?" Do tweedo nntwoordde: „Tk huil, omdat lk 't Jammer vind', dat jij Je vader toen maar geen gezelschap gehouden hebt!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 15