VOOR DE KINDEREN» Het Dagboek van Hansje Teddybeer en Mimi Poesekat >^8 Voor de Kinderen. Het Geheim van het oude Horloge. 'roti 5 Ml v, Vej. llltl u* nm, i «Hl ir on liouj slecl a»m uldil lao, :vni UW i clronl begri lijkht dan an invoi sli uiki dui en (k it pil \ar aan dat aten ooalsl 1 nans.f n r| isp voor aan van eeni woord ?rde ht ouwt en rl zegt, vanl volgen van ,t vooi «ontrole te onderwerpen, Wanneer bijv. -de ontvangst in hot begin voldoende, geleidelijk afneemt, dan kan men «r eekcr v«n «IJn, dat de fout in don uocu (ol in do anode-batterij) schuilt. Men kan eer.t op »IJn ac cu rokonen, a1» de«o goed opgeladen 1». Ook kan de ltolatl# tu»»cben antonne «II «nlenne- Invoerletding en aarde, leer onvoldoende lijn, zoodat een groot deel van de opgevangen energie naar de aarde afvloeit, Dit zal bijv. hot gevat ztjn als het go- rulmen tijd «locht en regenaohtlg weer I» geweeit, De leolatoren zijn dan nat en' vuil, waardoor bat tiola- tlevermogen afgenomen Sa. Nog oen ander, eigenaardig verschijnsel kan op treden, als de twee- of drie-draadeantenne en de antenne-lnvoerleldtng te tlap gesponnen zijn, Ie hel dan bulten winderig, dan slingeren de antennedra den heen on weer, De afstand uaschcn de draden on derling en t.o.v, de aarde wijzigt zlcb herhaaldelijk en dit brengt caipaclteltsschcmmellngon tn den an- tenne-aarde-krlng met zich mede. De ontvangst wordt daardoor afjvlsselend sterker en zwakker. Klim dn«r om, nis de lijd en ds gelegenheid gunstig zijn, even op he't dak on span de antonne en de lnvoerloldlng strakker. r /f\\ 797. Als wij hét droevige verhaal van de imoederTr.eigers, géhoord hebben, gaan we met hen mee naar het huis van het Vo gelvrouwtje. Dat lts grappig rond, en spierwit, als de kop van een ei! 798. Hot Vogelvrpuwtje kent alle vogels van de wereld en week ook alles af van hun lijden. Soms zot ze het booze menschen ook duchtig betaald. Kijk, hier heb je haar portret. 799. De reigers en wij stappen op het witte huisje af. Ongetwijfeld' zal het Vogel- vrouwtje iéts vöor do arme stakkers doen, do reigers praten er opgewonden over, in hun taal. 800. Maar nauwelijks is zij naar buiten ge komen, of daar heb je alweer een nieu we klager, heer Haan, die door een boo- zen man van zijn trotsche staartVeeren Is beroofd. Heer Haan is uitgesproken, het Vogel- vrouw'tje heeft stil geluisterd en kijk, ^daar komt eén derde aanvliegen: een klei ne colibri. „O, Vogelvrouwtje", snikt hij, ,hoor wat me overkomen isl" 802. Iedereen is erg aangedaan bij 't hoo- ren van 't verhaal van 't kleine ding. en geen wonder, vögeljagers hebben hem zijn lieve vrouw en zijn dochtertje ont stolen. Hijzelf kon nog ontsnappen. 803. Maar toen hij. suf van verdriet, de hoe- Ie wereld daarop doorvloog, op zoek naar vrouw en kind, ontdekte hij ze oen dag achter een glasruit. Maar och, wat za ten ze stijf en stram, ze groetten hem niet 804. Geen wonder, de arme mooie vogeltje® waren dood on opgezet! Rn daarna had d'e hoedenmaakster ze gebruikt om cr hoeden mee te garneeren, die ijdele wou wen koopen en dragen zouden! Nu w hou >egon n en in hetze schier iringl eensj a o\ vuur] d'en .tzend isseer kelt, is er| en vf| te ,n de ilthat Hoe luidde 't oude document van professor Stuyvesant? Er kwamen bewerkingen binnen van T. Brouwer, Schagen, Annie Ruis, Schoten, Piet Hes, Heerhugo- waard. P. Rentenaar, Schagerbrug; Mary Groen, Oude Niedorp, C. P. en D. D. te N. N., Jan Blank- man, Den 'Helder, Aris van Vugt den Helder. Verder kreeg ik nog brieven van D. Blaauboer, Breezand; Piet Grin, Julianadorp en Frezina de Waard'. Het document luidde zó$: Iemand, dien ik vertrouwde, heeft (mij overvallen en bedrogen. Hij bestal mJJ en wilde zich ook mijn levenswerk toeëigenen .Maar dit zal hem niet ge lukken, neen, dit zal hem nooit gelukken, nooitl Ik *llde wat. ik gevonden heb, openbaren in mijn 'tes tament Na mijn dood zou de wereld weten, dat het hogelijk is, om de kracht te verstoffolIjken, om de kracht om 'te zetten in een kleurloos poeder. Ik, doc tor Joannos Corneliua Stuyvesant, heb zesendertig jeron van mijn leven hieraan, gewerkt. Ik heb gevon den, Hl], dien ik vertrouwde on wiens naam ik niet sa! noemen, wilde mijn levenswerk stelen. Hij zal 't nooit vinden. Ik geef één aanwijzing. In mijn oude horloge graveer ik een samenstel van letters, en cij fers, die de plaats aanwijzen, waar mijn oude 'be diend o mijn goheim zal verbergen. Wte' zal dit hor loge in handen krijgen? Hij zij gewaarschuwd'! F.r Schuilen geweldige krachten in. 't poeder. Vinder, genk aan 't volgende: 24 jaar blijft de kracht. Dan omgaat hij, lost zich op in niets. Openbaar mijn ge- in de laatste maand. Maak mijn beweringen jaar. Volbreng don laatsten wil van eon eenzaam jenseh. Dit schrijf ik op mijn ziekbed, terwijl mijn Iroiï verduisteren en mijn handen heven, op den h April van het jaar 1903. ibftnr 11 oh je 'tl 't Eind on 't begin waren nogal ge makkelijk to ontcijferen, 't Middelstuk was 't zwaar- ■k Drie inzenders hebben er maar wat van ge- ffprr hïfe ^'ankman on Aris van Vugt waren d'e besten! ht va S*T'tgonocra<ïe kipM een prijsje van me! HIJ heeft door w ^lnirGrltnf? aardig op dreef geholpen. Wacht ntflK ^an! Nft deze twee Jongens noem ik P. Ren- Mw'Mary Groen en Ann,e Ruls" lüéénf Ik Ju k,nderen vvil ik een aardigheidje hebbenl i ior ff dor eon klein stukJ®> Jan Blankman gaat ver- i v^Atfl vniirJu^rï mij een regel of 10 op eon briefkaart, d«nwW Renffln«^ek komt Aria VuRt' de w60k daarna P. dsprtj ntonaar en zoo door! Ik begin: jlen vei ,amS R WAT WAS ER GEBEÜRD? IV./ T* 19 pcallen. In een hoekje bij de plano, niet ,9'de hem7 Had hij «tref gehad! Was hij 1 or^e' ®f had hl) een kwade bul7 e °lna«n, Pletr.r Ia" ging naar hem toe' "Wai 9cheeU er tlcht' draal<,e llch om' en cel met een verdrietig ge- )rdenj Luister, dan za] ik >t je verte]leni Ik °!'k rsniV!"]!. ^'nn^man gaat verder, HIJ «flutirt me een d Dan t 10' 1)10 'k te de krant, volgend- Z Bedfink t9ts 't nl een f Goed? Mooil Ik wachtl e week niet, wat' Nieuwe avonturen van Bram Vingerling, door L. "Roggeveen. Vervolg. BULLETIN VAN DE „EXPRESS". DE GEHEIMZINNIGE KRACHT WEER IN WERKING? Een auto, bestuurd door den heer F. d. O., kwam van het Spui met de bedoeling den verkeersweg in te rijden. De verkeersagent daar ter plaatse wilde den bestuurder laten stoppen. Plotseling schoot de auto tamelijk snel vooruit. De agent wilde den1 bestuur der verbaliseeron, doch, bij de auto gekomen, moest hij/ con.stnteeren, dalt de remmen in wer king waren gesteld en dat de auto toch DóóR WAS GEREDEN, over een afstand van ongeveer acht meter! I D'e chauffeur verklaarde, 7,00 s'tork mogelijk geremd! te hebben. Niettegenstaande schoot de auto met eon schok vooruit! IS DE VREEMDE KRACHT WEER IN ACTIE? „Och, wat, vreemde kracht", zei een Juffrouw, „nou praJten zo maar over eon vreemde kracht en de kran- ten staan.d'r vol van, maar ik zegik zeg...." „Nou, zég 't dan juffrouw", zei oen stevige schipper. „Och man, ik zeg je, dat 't komt van den tegen- uoordlgen 'tijd. Alle menschen maken d'r eigon zei vers veels te druk. En dan worden ze, natuurlijk ze nuwachtig. Zonnuwachtigü Begrijp Je wel? 't Zijn al léén maar zenuwen!" „Hah'aha," lachte do schipper. „Ja, uwe lacht or om", zei do Juffrouw vinnig, „maar toch blijf ik leggen: 't zijn alléén, enkel on alléén, zenuwen, Teder monsch van iden tougonswoor- dlgen 'tijd hoeft last van z'n zonuwenl O zool" Met ""n paar knikjes tegen de omstanders ging ze weg. Een agent kwam nadorbij. .Doorloopen, monschen! Doorloopen. De nieuwsgierigen verspreidden zich. Ook Bram en Willy gingen verder. Bram zweeg. Willy praatte honderd uit over alles en nóg wat! Blram antwoordde niet. Hij vroeg zich af,, of hij mis schien zijn 'tubetje verloren kon hebben op 't Spui b^J den verkeersweg, Dat kón niet,! Hij was daar giste ren niet geweest, on eergisteren óók niet. Waar was hij dan wèl geweest? ,.Laat eens kijken", dacht hij. „Op 't Pleinen op 't Binnenhof.... on op de Groenmarkt.... niet op t Spui. Hoe komt 't tubetje dan op *t Spui?" „Brammie!!" zei WiJly opeens. „Jawat is or?" vroeg Bram. „Die mijnheer groet je", zei Willy weer. Bram keek op. Vóór hem liep een klein dik man netje, de bekende verslaggever van de „Ekpross". „Dag jongeheer Vingerring..,, hoe gaat hot.... hoe gaat, het?" „Best mijnheer! Dank U wel! F/n U?" vroeg Bram. „Druk, Jongenheer Vingerring druk", zei 't man* netje, hevig met z'n armen zwaaiend, „wat een vreem de dingen gebeuren er in de stad! Enfin, ik behoef U niets te vertellen. U weet er natuurlijk al allo» van uit de'kranten! Nietwaar? Onze krant, de „Express" ls prachtig op de hoogte, vlnd't u niet, hè?" 't Mannetje veegde met z'n zakdoek het zweet van 't voorhoofd en ratelde verder: Stel u voormaar neemt u me niet kwalijk, hoe kon ik 't vergeten.... hoe is 't met uw vader? Goed ja? Nog altijd zwarte dassen met witte balletjes, ha- hahaü En uw moeder? Is dat uw broer?" „M'n neef", zei Bram. „Aha, uw neefl Aangenaam kennis te mAken, jongmensch". Willy nam diep z'n hoed af en stak z'n hand uit, maar 't dikke mannetje zag niets en praatte al weer verder: „Stel U voor, jongeheer Vingerring, ik wandel op de Groonmarkt gisteravond, doodkalm, hè? Sigaar tje in m'n mond.... heel genoegelijkl Daar komt op eens oen oude dikke dame op de fiets aanrJJdonl Recht op me af! Gillén! Schreeuwen! Ik zeg in me zelf: Stapt U dan 'toch af, dame! MaAr nee hoorl Ze rUdt verder, hoe langer hoe vlugger, langz de Ronnetterte, over 't BuitenhofIk haar achterna, Hollen, dat begrijpt U!1 Do dikke dame fietst hot Spui op.... Iedereen kijkt haar na en ront mee! Einde lijk vlak. voor „Asta" stapt ze af. Ik er bij, nietwaar, hè? Verslaggever van de „Etxpross", *t eerste blad van Nederland, hahahall Wak zegt ze? Maar.wat praat Ik ook? U heeft' natuurlijk alles in de krant gele zen!" .,Ik heb de krant nog niet heelemaal gelezen", zei Bram, nieuwsgierig. „Vertelt u maar, als 't u be- Ueftl" „Goed", zei 't mannetje. „De dame zei me daar, dat ze móést blijven dóórtrappen, of ze wilde of niet! U herinnert zich do geschiedenis met don pianist op de Pier, nietwaar?" t Ja, ja", zoi Bram, „óf ik „Juist! Zoo was 't ook me't deze dame. Ze móést blijven fietsen, hoe langer hoe vlugger! Bommen.... 't hielp niet, zoi zo. ,'t Was of eon geweldige kracht haar vooruit droef! BIJ „Asta" werd minder. Daar kon zo afstappen. Maar 't goeie mensch was heele maal van streekl In een sigarenwinkel hebben ze haar wat to drinken gegeven. Zoo is ze een beetje bijgekomen.Ja, Ja't is gek;; 't is gek. Rn 't gekste is nou weer dat geval met die auto.... Hallo, wat is dat?" 't Mannetje hield op, on liep haastig naar een win kel. waar een nieuw bulletin werd opgehangon. Bram en Willy volgden. Nieuwsgierig las Bram: EXTRA BULLETIN VAN DE „TELEFOON". HET VERKEER' VAN DE GROENMARKT TOT HET SPUI STOPGEZET. In verband met de vreemde gebeurtenis sen hier ter stede die voor hét verkeSh scha de kunnen opleveren, heeft de politie besloten om don Nieuwen Verkeersweg en Hét Bui tenhof tusschen do Groenmarkt en hét Spui af te zetten. i bromde 't mannetje, „'n bulletin van de „Telefoon".... zal wel niet waar zijn! De „Telefoon" liegft altijd!' „Laten we gaan kijken", stolde Bram voor. Zie gingen gedrieën op stap on.... 't was zoo! De Groenmarkt, de Gravenstraat, een gedeelte van 't Buitenhof en de Nieuwe Verkeersweg waren door gewone en bereden polftie afgezet. Groots drommen nieuwsgierigen kwamen van alle kanten aanzetten, om de redenen van de afzetting te hooren. Allerlei veronderstellingen werdon geopperd. „Misschien zit er eon kolenmijn onder", lachte een slagersjongen. „De waterleiding is gesprongen", meende een an der. ,,"t Is voor de asfaltbewerking". 7,ei een derde. „Ach welnee, 't zit 'm natuurlijk in de vreemde kracht", zei nummer vier. En die had gelijk! Zes hoeren, waaronder een commissaris van po litie, liepen langzaam en uiterst voorzichtig op 't ^af gezette gedeelte heen on weer, nauwkeurig naar tdon grond glurend. Af on toe raapte één van de hoeren let» op, Dan kwamon de anderen naderbij on bekeken belangstellend, wat de eerste heer. gevonden had „Ja", zei een agont tegen don verslaggever van do .Express", „er is iots niet in ordo hior met don gTond. Alle fietsers en auto's beginnen véél harder te rijden, en ook de voorgangers mooton, tegen hun wil, op oen drafje gaan' loopen. Een kinderwagon is bijna omvergotuimeld., on een Jongon, die vlug aan kwam rennen (u weet hoe Jongens zijn, nietwaar) kroeg zoo'n enorme snelheid, dat hij bij café „Rogi- na" bijna door de ramen vloog." i „Merkwaardig", zei 't mannetje, druk schrijvond) •In zijn nanteekonboekje. „Eén koopman, die met luchtballons liep.te von ten", vervolgde die agont, „voelde dat z'n hallonetjes zóó razend hard bogonnon te trokken, dat hij ze lo« moest laton, om niet mee naar boven to gaan,". „En de ballonnetjes?" vroeg Bram. „Waren in oen ommezientje wegl" antwoordde de agent. Al méér on méér monschon kwamon nieuwsgierig aanloopen. Iedereen wilde bet ziJne örvan weten. En Bram Voor hèm was de zaak zoo klaar als oen klontje 1 Natuurlijk had hij zijn tubetje op de Groenmarkt verloren,. Kin door 't drukke vorkoor was do inhoud verspreid geraakt. „Misschien is 't tubetje door oen au!to of oen, vracht wagen kapot gereden," dacht Bram. „Ja, dat zal zoo wel zijn...." Opeens begon de menigte oorverdooven'd te lachen. Wat was er gebeurd? E'on van de zes heeren was plotseling in een drafje voorultgeschotonl „Als do commissaris hem niet gegrepen had, liep hij nu nog!" zei de agent, ook lachond. Wordt vervolgd. DE SLEUTEL GAAT MEE! Teelten op eon stuk papier eon kruis. Nlo tto klein, hoorl 30 c.M. voor eiken lijn is wol voldoende. Bind nu een sleutel aan een touw, en houd 't hee- le geval precies boven 1 punt, waar de kruislijnen elkaar «mijden. Touw pl.m. 40 c.M. Houd don sleutel aan 't touw zoo stil mogelijk.' Kijk nu met Je eono oog, recht boven don sleutel, naar 't krtiis en volg met dat oog da lijnon. Wak zal Je dan bemerken? De sleutel gaat meeschommelen In db richting van de kruislijnen. Je kunt hem niet stil laten hangen, al wil Je nóg zoo graag. Probeer 't maar een»! i Alle correspondentie betreffende do Jeugdrubriek zenden naar L. ROGGEVEEN, MARETAKSTRAAT 64, DEN HAAG.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 16