VAN DIT EN VAN DAT
EN VAN ALLES WAT
HET AANZOEK
DAMRUBRIEK
t» H
iiwfinmimininninnininiiiiiniiiiiinnïïminininnniin
iiiiiiifiiiuiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiitiiiiiiiiiiiiii
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 15 Januari 1927. No. 7982.
RADIO-
itea
PANTOMIME*
W
W
w
m
W
9
m
n
u
1
m
IC
w
H
8
8
m
8
m
m
g§
m
te
8
O
/;w
s
w
mi
B
H!
*m
r do j u
ader
ia op
ïffi ng
Li heeft
oopt.
Wi-otit®
dezer vk_
luon vujl
BI «Q
(Joao
inmat g-ffl
ro/mduuM
«aaiend
OXfcof
^0:> VfjT
i kuniiwai|
ND.
van dej
ubbolil
3ii. In
en kim
wijl pen
immuuol
ot de At|
Portla_.
uistocht ïi|
tljn gom
n qua
B BEDR1
t, waar)
werden
met, ini
9 groot*
het er
►orta&n i
het
.olim
i van b\
sieko en
adt.
iting nie
li ding to
nheden
rK.
tg van g
vernieli
ie een w
rugpijler
►aden we
40.
Een mooie versterkingsmethode.
De balans oi push-pull-verster-
ker. Geen geluidsvervorming.
Eglans of Push-Pull-versterker heeft als voor-
voordeel de onvervormde wedergave van
eluidavolumeflj en dit) ondanks het feit, dat
ook met dozen versterker de versterking verkregen
wordt door toepassing van transformatoren.
Van de versterking moet men zich overigens geen
wonderen voorstellen. Deze is niet abnormaal groot.
Bij onmiddellijke schakeling achter den detector
kring zal men dan ook geen goede resultaten_v er krij
gen. De Balans-versterker wordt achter een één- of
tweelamps laagflrequont transformatorvierstertcetr aan
gesloten en rnon kan zoodoende zonder merkbare
vervorming het geluld dermate versterken, datj dit
een groot «zaal kan vullen. Ook voor buitendemon
straties vindt deze methode gereede toepassing.
i -het
*woud&
lag een
:n maal
jod al
laagde i
een ons
Staiea
bovenstaandi schakelschema blijkt, dat de Ba-
ersterker besljaat uit twee speciaaltranisformar
g sfeadi n1, ingang transformator Ti en de uitgangs
ouderen lormator Tu, terwijl twee togen elkaar gescho-
lampen worden toegei)aat«
primaire wikkeling van den togangsfcransfor-
g. ^fetts r wordt geschakeld fuaschen de plaat van de
ipondeni sande lamp de 4* hoogspanninga. De twee
iding gi idon Van de secundaire wikkeling worden ver-
jen leder (met een rooster van een der beide lam-
Deze lampen moeten uit de groep eindlampen
en worden, dezelfde eigenschappen, een Beer
karakteristiek en een groote spanningsverstér-
hebben. De secundaire wikkeling heeft boven-
oianau 6611 ndddenaftakking, welke verbonden is met
klein
van de negatieve roosterspanningsbatterij.
hij
is. woel t0T|
d rtmai
|,!welki
Bingen' amten, heeft eveneens een middenaftakking, ver
mei de hoogspanning. Aan de secundaire
soeken
laar wel
derorim
ping
evolkii
raron
f H
gerst
0.501
bL__
bouw
L.
f 1
sei f
blau
kh
nari.
ai en
f «8.11
ruine
0—7.1
stuks.
Lgra
is f
iieren
re wikkeling van den uifcgangstransfor-
elfeé aangesloten wordt, aan de platen van
wikkeling wordt de luidspreker aangesloten.
De ingangstransformator heeft als regel primair
2000 en secudair 2 X 5000 wikkelingen, de uitgangs-
transfdrmator primair 2 X 2000 -en secundair 1500.
Speciale transformatoren voor de Push-pull-verster-
kes zijn to den handel verkrijgbaar, waarbij men
echte goed' doet, uitdrukkelijk te vragen, o£ de -uit-
gangstransfonnator voor heil doel voldoet.
Rest nog te vermelden, dat de beide lampen met
één gloeidraadweerstand kunnen volstaan, daar zij
zooveel mogelijk gelijk moeten zijn, en datl de tegen
over elkaar liggende uiteinden van de primaire en
secundaire wikkelingen van den uitgangstransforma
tor to sommige gevallen door middel van een kleine
condensator worden verbonden.
N.B. De volgende week een zeer belangrijk artikel
voor experirnenteerende amateurs! Hoe we een ba-
lanriverstierker "bouwen, zonder de vrij dure «speciaal-
transformatoren!
HET NIEUWE RIJWIEL-PLAATJE,
Weer is de groote dag gekomen,
ieder jaar ons volk verrast,
Weest welkom, schattig, rijwielplaatje
En klemt/ U aan mijn rijwiel vastt
aanblik streelt weer onze zinnen,
GIJ kwiek versiersel, kloek en struisch,
Aanvaardt het mooiste eereplaatsje
Kond m'n geschaafde balhoofdbuisl
Gi] past wel niet in al Uw blankheid
Bij veler iweedehandsche fiets,
Die soms vervaarlijk door kan buigen,
Waar plaatje dat beteekent nietsl
Zelfs bij een fiets op afbetaling
Taakt gij niet in hetj minst bezwaar,
Gij leidt ons veilig langs de wegen,
Langa ied'ren stillen ambtenaarl
Wat zijt go rijk aan zinnebeelden
In Uw drie letters R.W.B.,
pon huigen grijparm van den fiscua
andal| Herkennen W'in de groote W!
Gij dient de wet in al haar volheid
En openhartig staat g'Uw man
i\ Gevleugeld wiel duidt op do snelheid,
{waarmee men ons bekeuren kanll
p ilaar is veel schoons in Uw verschijnen,
jFWe raken best met U vertrouwd,
Hoe sterk en hoekig zijn Uw vormen,
Wat zijt ge nieuw en welgebouwd!
We. zaten naar U te verlangen
Uw komst word reeds een woek verbeid,
We werden bang, wan tUw geboorte
Was ditmaal wel wat over tijd!
Woest welkom nieuwe rijwielplaatje,
- Hoedt m'n gezin voor hechtenis,
Beschermt m'n vrijheid met uw leven
De vrijheid ,die me dierbaar isl
Beschermt m'n kroost op al z'n wegen,
Van dag tot dag, van uur tot uur,
Want anders is z'n arme vader
s Het heele jaar geregeld zuur!!
Jïanuari 1927.
Me rechten voorbehouden!
KROES.
'VhJ naar «en Engolsch gegeven door SJiroll.
(Nadruk verboden.)
I'et was een nare Jonge kerel. Zoo een,' waarvan Jo
"füiT ,eena in onwaarschijnlijke verhalen leeet, maar
J® tocl1, eigenlijk niet bestaanbaar acht to deren
tijd, waarin volgens de zwartkijkers althans de
jeugd izoo hevig verdorven Is. Ofschoon hij al vier en
Hvintig was en een goede betrekking had, was hij op
het punt van meisjes en omgangsvormen met dames
ongelooflijk naief. De kwestie was, dat hij nog een
ouderwetsch respect had voor „het meisje" en haar
beschouwde als een wezen van hoogere orde, dat
men slechts uit de verte mag bewonderen. Met mij
werd hij soms wel eens vertrouwelijk, ofschoon hij
nooit dan met de grootste eerbied over „meisjes" in
het algemeen «sprak. Maar op zekeren dag kwam hij
bij me. Hij zag er Wat opgewonden en verward uit en
hij zei dadelijk: Is het de gewoontle, wanneer men
een jong meisje naar huls brengt, dat men haar een
kus geeft?
Ik had lust in lachen uit te barsten. Maar hij keek
zoo naiefl en 'zoo verschrikt, datj Ik me inhield en zei:
„Mijn beste Robbers, -dat hangt er van af. Ben je met
het meisje verloofd1, of is het een wildvreemd meisje?"
Robbers keek een beetje schuw op en zei: „Ik be
doel gewoon oen meisje, dat Jo kent( of «wol eens ont
moet hebt en dat Je bijvoorbeeld 's avonds na een
partijtje naar huis brengt."
„Tja", zei ik, „het hangt .er al weer van af, Rob
bers. Van de omstandigheden. Kijk «eens, als er geen
aanleiding toe is, dat wil zeggen, hmhm, het is een
beetje moeilijk om dat nu precies uit te leggen. Als
je aangemoedigd wordt, tja dan.... Hoor eens hier,
nette meisjes, laten zich niet kussen, als je ze naar
huis brengt, ten minste natuurlijk, wanneer er niet
ieta
Robbers deed zenuwachtig, toen hij mij in de rede
viel en zei: „Dus U bedoelt, dafi ze het niet verwach
ten?"
„Verwachten!? Zeg eens eventjes, Robbers
Robbers zette eon ongelukkig gezicht, (frommelde
aan "zijn horlogeketting en izei tideBt: Dat had van
Peursum me gezegd."
Toen ik dat hoorde, had ik wel weer to lachen wil
len uitbarsten, maar Robbers keek zoo ongelukkig,
dat ik. me inhield on geduldig naar het verhaal luis
terde. Nu is die van Peursum een onverbeterlijke
grappenmaker en hij had in Robbers een heel ge
makkelijk slachtoffer gevonden. Bij had hem met zoo
veel ernst verteld, dat het absoluut de gewoonte was
een- jongedame te kussen, wanneer je haar naar huis
had gebracht, dat .Robbers hei geloofde. Je brengt,
haar tot aan de deur, had -hij gezegd, neemt je
hoed af en geeft haar een kus. Dat verwacht ze ,van
je. Eh dan zeg Je gewoon, wei te rustien. Eén kus was
wel Jjet minste, waar je mee af «kon. Deed je dat niet,
dan was het meisje beleedigd' en beschouwde ze je
als een lompe vlegel. Robbers had dat in zijn oor
geknoopt en toen hij een jongedame van zijn ken
nis naar huis gebracht, had hij do theorie in prak
tijk gebracht. Erg handig was hot hem niotl afgegaan.
Hij was al erg zenuwachtig, omdat ze onderweg naar
huis geen tien woorden gesproken haddon. Hij «had
niet geweten wat hij had' (moeten zeggen. Eh toen
hij bij het afscheid nemen, zeker wel wat schutterig
IN DE BUITENWIJKEN.
Veertien dagen na Kerstmis..
gepoogd had, haar te kussen, was het meisje woe
dend geworden, had hem een tök op zijn .wang gege
ven en had geen moment naar zijn verwarde verkla
ringen willen luistreen. Het was een geheel uit zijn
lood geslagen Robbers, die dien, avond naar huis te
rug wandelde. Eh hij was nog geen honderd meter
ver, of een kort dik wild mannetje was 'hem achter
na gekomen en had hem allerlei bedreigingen naar
heti hoofd geslingerd en geschreeuwd, dat hij de «po
litie zou waarschuwen tegen hem. Toen Robbers met
nadruk had jverklaard, dat het gewoonte in de goede
kringen was, het meisje goedendag te kussen, had
het mannetje het was haar vader «het bijna op
de zenuwen gekregen. Hij zou wel van hem hooren,
had hij den verbaasden Robbers nog nageroepen.
En daar was hij nu bij1 mij gekomen, om precies
te hooren, wat er nu eigenlijk van waar was. Toen
ik hem uitgelegd had, dat van Peursum hem gruwe
lijk voot den gek gehouden had, zat hij er erg mee
in. ,Erg van streek ging hij heen. terwijl hij iets
mompelde van: Ik zal tloch iets moeten doen, een
soort excuus, of zoo iets. ik zal eens kijken, eens na
denken, ik heb idat meisje schandelijk beleedigd, 't is
verschrikkelijk.
Ofschoon Robbers den naam van het meisje niet
genoemd ihad,' meende Jk baar «uifc de beschrijving
van de omstandigheden, het korte dikke vadertje, ena.
te herkennen. Ik was du® niets op mijn gemak, toen
het imeisje m«e pen dag of wat later bezocht. Ze had
wel eens meer vertrouwelijk met me gepraat. Eh «daar
deed ze warempel het verhaal van Robbers' misstap.
Net zooals Robbers me ongeveer verteld had. Maar
het was vreemd, ik had nu heelemaal geen lust, om
te lachen. Want ik kende het meisje, als een heel fijn
gevoelig, fijta karakter. Ze zat daar nu en keek na
denkend. Ik meende een traan te zien glinsteren. Dan
opeens kwam er eon wonderbaarlijk glimlachje om
haar lippen spoten en ze zei:
„Ik was toen verschrikkelijk boos op hem. Ik ge
loof dat ik hem 'n tik gaf. Ik kon het ook niet geloo-
ven, dat hij zoo banaal kon zijn. Maarik heb
een brief van hem gekregen.... een huwelijksaan
zoek...,"
Dus dai was het, wat, die Robbers, dat groote kind,
had gemeend to moeten «doen, om do aangedane he-
leediging uit ito wisschon. Ik schrok ervan. „Heb je
hem al geantwoord?" vroeg ik. „Nog niet, zei zo en weer
speelde dat wonderlijk blije lachje om haar mond.
„Nu", zei ik want ik had: medelijden met Rob
bers ,„maak het| niet al te bont met hem. Het is
heusch geen kwaaie kerel, hij heeft het (niet met op
zet gedaan om je te beleedigen."
En daar opeens begint me dat meisje te schateren.
Het wonderlijkste was, dat er nu heusch twee tra
nen over haar zacht blozende wangen biggelden en
ze zei: „Ik mag hem wel, heusch"
De tragedie van het geval drong zich aan me op.
Als ik het goed begreep, was hier het meisje, dat
van dien onnoozelen Robbers, hield, alleen door'zijn
onbegrijpelijke gedrag van dien avond even boos
was geworden. «En daar was Robbers, die niets om
dat (meisje gaf, maar door eon streek van dien van
Peursum het meisje gekust had en haar nu, uitslui
tend om de eer te redden, ten huwelijk vroeg. Ik
kroeg .hot warm, toen ze met die gelukkig stralende
oogen zei: „Ik geloof, dat ik heet voel van hem houd1.
Ik zal hem «morgen antwoorden, ja, dat zal 4k doen.
Stralend ging ze heen. i
Het kostte me moeite dien avond' Robbers nog te
spreken te krijgen. Maar het gelukte ma. Eh ik
trachtte hem aan hot verstand te brengen, dat het
voor een man onmogelijk is, Ja, dat het zelfs een
misdaad is, een vrouw ten huwelijk te vragen, waar
van men nieij houdit.
„U heeft gelijk", zei hij en hij kreeg «oen kleur, „dat
was ook niet goed geloof ik. Want.. toen hield
ikgeloof ik niet! van haar."
,;Wat zeg je", riep ik uit, „toen niet en nu dan
nu dan.(wel?l"
Robbers werd zenuwachtig, trok aaü zijn «dasje,
graaide Wonhopig met zijn handen door zijn haar
en zei toen: ^,Ja, nu geloof ik wel, heel erg zelfs,
geloof ik. Dat kwam, omdat) ik aldoor aan «haar moest
denken, toon ik «die brief geschreven had. Want als
ze «mo immers aan mijn woord hield? Ik raakte met
de gedachte vertrouwd enne.... ik ontdektenou
ik hoopte maar, dat ze heusch het aanzoek aan zou
nemen. Ik geloof, dat ik^ allemachtig veel van haar
ben gaan houden."
Toen van Peursum het bericht veróim, dat Ro-
bers en het meisje verloofd waren, mor. hij er uit ge
zien hebben, als iemand die een klap op zijn hoofd
krijgt!. «Want dat meisje, dn?TYr> bed «hij 'zijn zinnen
gezet. En hij had Robbers uiteen "«en ipoets gebak
ken, omdat «hij gemerkt, had, rtef bet meisje soms
steelsche blikken op «dut. t.mi«.n"eten Robbers bad ge-
worpen en daaro mhadi hij Robbars voor goed uit
de gratie willen laten vallen (bij' het meisje.
Robbers is nu precies op de hoogte of, en zoo ja,
hoeveel keer men een meisje moet. kussen, als men
haar thuisbrengt.
onder redactie van GEO VAN DAM.
PARTIJ,
gespeeld to den hoofdklasse-wedstrijd om den Con
stant-beker tusschen de heeron: J. J. de Boer („Rot
terdam") en G. Sneepcis („D.I.O.", den Haag). De be
ker «word gewonnen, door <le Haagsche vereeniging
D. I. O*
(Vérvolg.)
Wit: Zwart:
J. J. DE BOER!. Cr. SNEEPELS'
De stand na den 18en zet van zwart was:
Z w a r t 14.
1
vfW,
5
6
m
T'K
10
11
15
16
SK
20
21
25
26
i
WW
11
30
31
vau'M
SB
35
36
üs
40
41
WW
45
46
m
om,
m
50
■Wit; 14.