Schager Courant
CURSUSVERGADERING
Tweede Blad.
mie
Donderdag 27 Januari 1927
70ste Jaargang. No. 7989.
TWEEDE
Oudl«erllno«n R.L.W.S.
fan
•den:
en de
di v<
w<
elf IcaD1
n i
3CU
(Van onzen ipecialen correspondent.)
rhet NoorcUiollandsch Koffiehuis werd Maandag
fanuari 1927 de tweede Cursusvergadering ge
len, georganiseerd door de Vereoniging van Oud-
Ingen der Rijkslandbouwwinterschool, alhier,
voorzitter, de heer J. de Veer, heette de aanwe-
welkom, speciaal de heer j. A. A. ftartland,
:teur van de Emigratie-Centrale Holland te Den
die vandaag zou spreken over Emigratie-mo-
ieden voor Nederlandsche landbouwers. De
Jtter memoreerde dat de toestanden in bet
>ou\v- er» veehoudersbedrijf over het algemeen
gunstig zijn. Mochten enkelen om die reden aan
reeren denken, dan zouden deze, voorgelicht
een deskundige, als de spreker van heden, daar-
hun voordeel kunnen doen. Anderen die niet
emigreeren denken, zullen daarnaast misschien
e rede van den geachten spreker gedachten kun-
vinden, die hen tot tevredenheid stemmen,
i deze openingsrede krijgt de spreker het woord.
heer J. A. A. Hartland betuigt zijn dank voor
de woorden van welkom van den voorzitter en zegt
oen onderwerp ter sprake to zullen brengen dat ze-
kor veler belangstelling zal hebben, en in ieder ge
val de laatste jaren zeer druk is besproken gewor
den, zoowel in woord als geschrift. De toestanden
over het algemeen zijn niet zoodanig dat in éigen
'and voor allen een bestaansmogelijkheid kan wor-
len geschapen.
emigratie nu beoogt om aan den emigrant een
bedrijf of een zelfstandige bestaansmogelijk-
te scheppen buitenslands. De uitkomsten van de
•ijven en de dichtere bevolking zijn twee belang-
redenen voor emigratie. Eigenlijk moest ge
iten worden van een te dichte bevolking in be
lde centra, want overbevolkt is Nederland nog
Door uitbreiding van landbouw en veeteeltbe-
en en door meerdere intensiveering der bedrij-
i vóórlï1!a is voor nog wel een bestaan te vinden.
ft wij de bevolkingstoename eens na in de laat-
50 Jaren, dan staan ons de volgende getallen ten
iste. In 1870 woonden im ons land 5.000.000 men-
i. Nu omtrent 7.000.000. Alzoo een belangrijke
leerdéring. Jaarlijks groeit het zielenaantal in
land aan met pl.m. 100.000 menschen, in 1925 met
il.m. 105.000. Hiervan voorzien 35.000 menschen in
hun bestaan door handenarbeid. Dat tot nu toe deze
rolkingsaanwas ongestoord heeft kunnen placits
binden, is een verheugend feit. Zulks is voornamelijk
te (tenkcn aan de uitbreiding van handel en in
dustrie, die zonder groote moeilijkheden deze aan
was hfeeft kunnen absorbeeren. In deze twee takken
van bestaan vinden thans heel veel meer een bron
van inkomsten dan vroeger. Het meérdere percen
tage dat in landbouw of daarmede samenhangende
bedrijven een bestaansmogelijkheid heeft verworven,
s beduidend geringer. Zeker, een verandering in
ledrijf bijv. van landbouw in. tuinbouw, kan een
rooter aantal merischen aan een bestaan helpen. Zoo
iets ziet men bijv. op de Zuidhollandsche eilanden.
Werkten daar voorbeen 2 3 personen op 10 ét 12
jH.A. bouwland, doordat men daar meer de tuinbouw-
Itichtii\g uitgaat, vinden op dezelfde oppervlakte
jthatis 10 éi 15 personen een bestaan. Ook het ontgin-
;Kn van gronden kan genoemd worden om aan
perdere personen een bestaansmogelijkheid te ver-
[«haffen. Doch hiervan moet men zich toch geen
groote voorstellingen maken. Spreker sprak eens
Uden. Het gemeentebestuur had aldaar de ont-
Inning van woeste gronden met Rijkssteun ter hand
(nomen en 800 H.A. heide herschapen in' bruikbare
'onden. Hierop werden bouwplaatsjes gezet ter
•oott© van 8 H.A.» zoodat 100 families konden wor-
len ondergebracht. Denken we ons zoo'a gezin te be
gaan uit v personen, dan wordt in die bouw
plaatsjes aan 1500 A 700 meoaseheia een onderdak ver
schaft. Nu is de gemiddelde bevolkingsaanwas van
het dorp gemiddeld JLQQ, zoadat deze groote bemoeiing
op ontginningBgebaed, welke alleen met grooten
steun van het Rijk en gemeonte kon worden tot
stand gebracht, maar geschikt, om van dit éóne
plaatsje de bevolkingsaanwas van pl.m. 8 10 jaren
op te nemen. Aangenomen moet nu worden dat j
de gezinnen bestaan uit 6 7 personen. Spreker ont
moette aldaar ook een gezin bestaand uit 23 perso
nen. Zijn er zoo meer, dan duurt het zeker geen 10
jaren of alles is weer bezet. Thans is de hoop weer
gevestigd op de uitvoering der Zuiderzeewerken. Het
is juist gezien van uw vereeniging en het verheugt
spreker dat zoovele jonge landbouwers hier in de
vergadering aanwezig zijn, om iets te hooren van
emigreeren. Misschien opent het voor enkelen on-
aer de aanwezigen betere perspectieven, hetzij dat zij
m den vreemde gelegenheid vinden een eigen be
drijf te vinden, of daarin als leider een betere plaats
m te kunnen nemen.
Emigratie is niet iets van den laatsten tijd. Onze
voorouders hadden daarin een belangrijk aandeel.
Nederlanders toch waren het. die de grondslagen
legden van de groote landen der Vereenigde Staten
van Noord-Amerika en van do groote Zuid-Afrikaan-
«che republiek, de Kaaplanden, enz. Zij hadden in
buitengewone mate de eigenschap in zich om zich
In den vreemde een woonplaats te scheppen. Vaak
ging dit met groote moeilijkheden gepaard. De in
boorlingen van de gewesten^ die als nieuwe woon
plaats in aanmerking kwamen, waren allesbehalve
vredelievend gezin en vaak moest om lijfsbehoud en
bescherming van have en goed bitter worden gevoch
ten. Denken we daarbij nog aan de groote moeilijk-
beden aan een overtocht verbonden, dan krijgen we
des te meer respect voor deze emigranten. Duurde
toen een zeereis naar Amerika pl.m. 2 k 3 maanden
met heel weinig comfort, thans bereikt men Amerika
m 10 dagen, met booten die geheel ingericht zijn op
bet vervoeren van talrijke personen en families.
Tusschen toen en nu is geen vergelijking te maken.
Tot vóór den oorlog emigreerden er heel wat Ne-'
jerlanders. Alleen naar de Vereenigde Staten van
«oord-Amerika verhuisden jaarlijks 16000 tot 25000
Personen uit ons land. Tijdens den oorlog daalde dit
petai zeer belangrijk, hetgeen eensdeels te verklaren
«Jat er toentertijd niet zoo'n goede scheepsgele
genheid was en anderdeels te verklaren is uit de
buitengewone bloei die alle bronnen van inkomsten
«erk deden stijgen. Ook na den oorlog was de lust
te trekken door do opleving in tal van be-
tw ï1} wii ^rö°t- was mede een gevolg van de
betrokkolljk© welvaart die toen in ons land werd
genoten. Na dien is de trek naar de V.S. weer groo-
U1S.
ter geworden, totdat de Vereenigde Staten ten slotte
de grenzen sloten en het totaalcijfer van emigran
ten daalde tot 3000 h 4000 per jaar.
Landen, die door den oorlog in politiek of econo
misch oogpunt in groote moeilijkheden waren ge
raakt, sloten ook hun grenzen voor buitenlanders:
daarmede werd dus ook afgesloten de mogelijkheid
voor Nederlanders om zich in Duitschland te vesti
gen, hetgeen voor den oorlog in belangrijke mate
plaats vond. Was het voor den oorlog dua gemakke
lijk om te emigreeren en voor beter bestudeerden
zelfs gemakkelijk en voordeelig om in het buiten
land een bestaan te veroveren na den oorlog lijkt
het wel, of de energie vermindert, 't Lijkt wel of
het tegenwoordige geslacht er tegen op ziet om een
leven in den vreemde te beginnen, een leven dat
vooral in den aanvang zeer zware eischen stelt aan
den emigrant. De oorlogsjaren en de schijnbare
weelde die men toen doormaakte, zijn daar zeker
debet aan. De ouderen gaan er vanzelf niet meer
uit, doch teekenend is het wel, dat spreker moest
vernemen van een Directeur van een van onze
voornaamste handelsinrichtingen op Indië, dat er
geen voldoend aantal menschen met een diploma 5-j.
cursus H.B.S. zijn te vinden om in de vacante plaat
sen op hunne kantoren aldaar werkzaam gesteld te
worden. Onderscheidene van zulke menschen loopen
hier in Holland rond en kunnen niet slagen in het
zoeken van een betrekking. Dit alles wijst er op dat
men het thuis veel gemakkelijker vindt, zoodat
men er niet toe kan besluiten om van huis te trek
ken. Niet vergeten mag worden, dat men na den
oorlog veel hoogere eischen aan het leven is gaan
stellen. Wanneer men zijn leven volgens een zekere
luxe heeft ingericht, valt het zooveel te moeilijker
om zich aan een leven van hard werken te wennen.
Het hooge levenspeil is vaak een beletsel om naar
buiten te trekken.
Het is zeker hier de plaats om even stil te staan
en de eischen te bespreken waaraan een omigrant
moet voldoen, wil hij zich In den vreemde gelukkig
gevoelen. Om kans van slagen te hebben, moet men
beschikken in de eerste plaats over ij ver, ener
gie ea over een groote mate va» aanpassings
vermogen. Men moet zich kunnen schikken
in een andere levenswijze, aan andere toestanden,
anddre gewoonten en aan een andere omgeving!
kunnen wennen. Voor iemand vertrekt naar den
vreemde laat hij zich dan eerst ernsti'* afvragen
of hij 'en als hij gehuwd is, ook en niet minder
of zijn vrouw beschikt over het noodige aan-;
passingsvermogen. Menschen dié niet opgewekt
van aard zijn, mopperaars, moeten nimmer emigree
ren; door hun slecht humeur Verbitteren zij niet al
leen hun eigen leven, maar, en dit is erger, ook dat
van anderen. Menschen met een sterk ontwikkeld
„familiezwak", behooren nimmer te emigreeren.
Hun leven is zoo samengeweveü met het léven der
familie, hun ouders, broers, zusters, neven en nich
ten, dat zij van hunne betrekkingen nooit langen tijd
achtereen gescheiden kunnen blijven. In een vreemd
[land, onder vreemde menschen, die zij niet kennen,
voelen zij zich ongelukkig. Zij krijgen spoedig heim
wee en worden ziek. Menschen, wier leven tot dus-
:verre was samengeweven met het leven van de
buurt, waarin zij woonden, met de huizen en de
•menschen, die hen daar omringen, met de daar gel-
idende gewoonten en gebruiken, zullen dikwijls de
zelfde gewoonten en gebruiken ook in het nieuwe
land willen volgen, en al wat anders is dan het va
derland, d.w.z. anders dan in den engen kring, waar-
in zij leefden, voelen zij niet alleen als anders, maar,
ials minderwaardig en verkeerd. En wie moet leven'
'in een kring, dien hij in vele opzichten als beneden,
zich beschouwt, of daarin men, volgens hem. de din
gen verkeerd doet, gevoelt zich ongelukkig. Elke.
kleinigheid kan hem verbitteren, ontevreden ma
ken, ongeschikt om in de nieuwe omgeving te le-,
ven. Zulke menschen behooren niet te emigreeren.
Als men wil slagen dan moet ge ook de gebruiken,
fde levenswijze van het nieuwe vaderland volgen. Een
emigrant naar Amerika moot in zijn wijze van doen:
Amërikaansch worden. Daarom kan men toch wel de;
goede eigenschappen van een Nederlander behouden.;
Wanneer men van huiselijkheid houdt, gezelligheid'
in eigen directe omgeving, behoeft men dit niet af
te leggen in den vreemde, 't Zijn luist de eigenschap
pen die den Nederlander sieren in een minder geci
viliseerde omgeving.
Zou men aan een aantal emigranten na een paar
jaar verblijf in den vreemde vragen of zij weer te
rug wilden naar het land van herkomst, 80 zou
daarop een bevestigend antwoord geven. Doch als
men na langeren tijd verblijf in den vreemde, als
vele moeilijkheden zijn overwonnen, nogmaals deze
vraag richtte tot dezelfden, dan krijgt men héél an
dere antwoorden te hooren. Om te slagen moet men
pioniersbloed in zijn aderen hebben. Om het te bren
gen tot een eigen bedrijf, moet degene,»die geheel1
van gronds af aan moet beginnen, groote moeilijk-;
heden uit den weg ruimen. Daartoe moet hij nletj
eigenwijs te werk gaan. In Amerika vereischen juist'
de toestanden in den landbouw geheel andere metho-j
des dan hier. Zou men daar redeneeren in Nederland
!J1
II
slacht, door de kinderen, die in de nieuwe omge
ving opgegroeid, eich daaraan geheel aangepast heb
ben.
Welke eischen zijn nu te stellen aan het immigree-
rend land. Ten eerst moet de bevolking in het immi-
greeronde land op hooger peil of gelijk in ontwikke
ling staan als in het land van herkomst.
Emigreeren naar streken, waar een bevolking
woont, die in beschaving en ontwikkeling op een
minderen trap van ontwikkeling staat, deprimeert.
Daarom komen voor immigratie in aanmerking de
landen met een overwegende Angel-Saksische be
volking, die zeker op geen lager levenspeil staan dan
die van West-Europa. Wanneer men naar Zuid-Ame-
rlka emigreert, komt men daar te midden van Span
jaarden, Portugeozen en eon inlandsohe bevolking,
waar-aun men alch moeillijk aal kunnen gewonnen.
Eenzelfde ervaring doet de omigrant op naar Zuid-
i Afrika. Zou men daar als workkraoht heengaan, dan
moet men werken met ewari# arbeiders, hetgeeft ve-;
ion zal tegenstaan,* omdat het levenspeil, hun zede
lijke inzichten zoo ver staan beneden die van de be
woners van West-Europa. Ton tweede heeft men
eischen te stellen aan net klimaat. Hot is zeker u
allen hekend dat oen van de groote moeilijkheden
om in onze koloniën gelukkig te loven, gelegen is in
den Bloopenden invloed, die de Wost-Europeanen van
het klimaat ondervinden. Daarom tracht mon tege
moet to komen door ruime verlofgelogcnheden to
scheppen voor hen, dJe naar de tropen, hetzQ in.
's Rijks dienst, hetzij in particuliere betrokking wor
den uitgezonden. In dit opzicht zijn Noord-Araerika
en Australië te prefereeren boven het tropisch kli
maat van Zuid-Amerika en een groot deel van Zuid-
Afrika. Wij bewoners van een gematigd klimaat
kunnen ons in die tropische streken moeilijk ge
wennen en trots alle goede karakter-eigenschappen
zijn de mislukkingen talrijk van hon, die meenden
zich in de streken 'n bestaansmogelijkheid te kunnen
verschaffen.
Ook de taal die algemeen gesproken wordt in het
immlgreerende land ie van heteekenis. Wij Noderlan-'
der», lewen betrekkelijk gemakkelijk Engelsch,
Fransoh en Duitsch en kunnen on» daarin na kor
ten tijd van oefening behoorlijk en voldoende uit
drukken. Anders wordt dit wanneer in het immigree- j
rende land Bpaansch of Italiaansch wordt gesproken.
Ook om deze reden is het emigreeren naar Zuid-
Amerika niet aan te raden. Het aanleeren van Rus
sisch biedt eveneens groote moeilijkheden op. Het
zou den emigrant te lang dure» voor hij zich er vol
doende in verstaanbaar kan maken. Nu nog niet, de
politieke en economische omstandigheden zijn er
niet naar, en toch lijkt het wel alsof het Zuiden van
Rusland, het land der Zwarte Aarde, misschien over
25 of 30 jaar een heel gespbikt emigratieland zou
zijn voor hen, die voldoende de Russische taal mach
tig zijn. Voor'den oorlog warert er reeds vele Duit-
sche kolonies gevestigd, die evenwel door de geheel
veranderde toestanden tijdens en na den oorlog
hun tweede vaderland weer hebben vaarwel gezegd.
Op het oogenblik is aldaar de toestand verre van
rooskleurig, gelijk spreker gedurende drie jaren met
eigen oogen heeft aanschouwd.
Ten derde moeten de werkwijze en de onderschei
dene cultures niet te veel verschillen van de onze.
Men moet niet te langen tijd behoeven te besteden
om het nieuwe bedrijf te kunnen uitoefenen. Zoo
veel te eerder zal. men het tot een eigen beheerd be-
{j drijf kunnen brengen.
Ten vierde heeft me» zich te vestigen in een land
waarin een voldoende rechtsorde bestaat, waardoor
men in het ongestoord bezit kan blijven, wat men
na moeilijken strijd heeft opgebouwd. Het immigree
rend land zal dus moeten bezitten een stabiele re
geering, geen revolutionnaire woelingen zulle» den
pioniersarbeid moge» vernietige».
Welke landen komett »u voor de Nederlanders
voor immigratie in aanmerking.
Na de pauze zal spreker meer ia bijzonderheden
stilstaan bij Canada, nu wil hij zich bepalen tot de
Europeesche Staten, waarheen d© trek is. Allereerst
komt daarvoor in aanmerking Frankrijk. Bekend is
dat in het laatste jaar pl.m. 80 Nederlanders aldaar
bedrijven groot of klein hebben aangekocht. Het
klimaat is geen bezwaar voor vestiging aldaar. Het
eenige bezwaar is de niet gestabiliseerde valuta.
Het emigreeren naar landen met een niet gestabili
seerde valuta, heeft geen gunstige ervaringen opge
leverd. Na den oorlog hebbFn velen hun slag trachten
te slaan in Duitschland'. De marken waren toen zoo
góed als niets waard; men zou zich daar aan het
land nooit kunnen bekóöpen, zoo dacht men. Hoe ge
heel anders is dit evenwel verloopen. Spreker zijn
talrijke personen bekend die alweer uit Duitschland
zijn vertrokken en naar Canada zdjn gegaan. In
weerwil van de goedkoope aankoopsom kon toch
niet van een winstgevend bedrijf gesproken worden,
omdat alles opgebracht moest worden voor de be
lastingen. Deze waren nog niet zoó zwaar toen de
koop werd gesloten, dóch zij waren noodig om het
geld te stabiliseeren. Dergelijke toestanden kunneiv
ook nog in Frankrijk ontstaan. Aldaar heeft men al
tijd nog gerekend met de schatten die uit Duitsch
land zouden tornen. Nu dezé evenwel uitblijven is
het ook niet uitgesloten, dat men in Frankrijk er nog
eens toe zal overgaan om zware belastingen op te
leggen om het geld te stabiliseeren. Va» Nederland-
sch© zijde is het èmigreere* naar Frankrijk i» stu
die genomen door Ir. C. K. v. Daalen, Rijkslandbouw-
consulent voor Utrecht, die daarover een rapport
heeft geschreven dat alleszins lezenswaardig ls. Het
bevat tal van belangrijke gegeven», dio voor een emi
grant naar Frankrijk van het grootste belang zijn.
Een boekje van lateren datum is dat van ïr. He.y-
meyer, da,t oveneen» ee» verdienstelijk werkje is.
Bovendien bestaat-er nog een Commissie, de z.g. com
missie van Rappard, die nog wel niet veel van zich
heeft laten hooren, maar die toch wel gegevens zal
verschaffen in de toekomst, die van nut voor den
emigrant kunnen zijn. Bovendien is ten allen tijde
door émigranten naar Frankrijk de hulp in te roepen
van den Rijkslandbouweónsulent Sevenster, die
waardevolle en onpartijdige gevens zal verschaffen
aan iedereen die er over denkt om zich in Frankrijk
te gaan vestigen in een landbouw of veehoudersbe
drijf.
Voor het aankoopen van een bedrijf en het ex-
ploiteeren daarvan is altijd nog een aardig bedrag
noodig. Voor een bedrijf van 40 60 H.A. zeker 15
20.000 gld. Grootere bedrijven natuurlijk naar ver
houding. Een eisch is dat mien in Frankrijk niet moet
beginnen voor en aleer men er voldoende bekend is
en zich eigen gemaakt heeft met de cultures, de
methoden van bewerking, enz. Zelf moet men in
staat zijn hot geheele bedrijft te boheeren; moet men
dit aan anderen overlaten* dat komt men vaak be
drogen uit. Wanneer men een zekeren leertijd heeft
medegemaakt, kan men ook ten naastenbij 'n over
doet men dit züs en dat zóó en dat is goed, want in'v
Nederland weten ze het wel, dan staat mislukking te 'zicht hebben van de te maken kosten, voor men aa»
wachten. Denkt er vooral om, aanstaande emigran
ten, gij zijt niet meer in Nederland, maar in Amerika;
en daar moet ge op zijn „Amerikaajasdh" doen. Doet
ge dat niet, dan vinden zij u een dommen Hollan
der en ze zien u niet gaarne. Wees eenvoudig, luister
naar goeden raad en vooral „werk hard", dan heb
ben ze eerbied voor u en zijt ge welkom^
Andere belangrijke karakter-eigenschappen, noo
dig om te slagen zijn: wilskracht, en volhar
ding, het vermogen om door te zetten. Karakter-,
eigenschappen, die het overwinnen der vele moeilijk
heden, die een leder toch ondervindt, gemakkelij
ker maken, zijn: Zelfvertrouwen en opge
wektheid. Volharding, doorzettingsvermogen, zijn
dus voor de emigranten dringend noodig, anders
doen zij beter met thuis te blijven. Zijn hierboven
de karaktereischen geformuleerd en nader omschre
ven waaraan de emigrant heeft te voldoen later
zullen we nog op persoonlijke bekwaamheden enz.
terugkomen. Ook aan het land, waarheen men émi-;
greert, heeft men z'n eischen te stellen, wil men op;
den duur kunnen slagen om betere levensomstandig
heden voor zich en de zijnen te scheppen, want de;
voordeelen van vestiging in een vreemd land worden
eerst in hoogere mate genoten door het volgend ge-
het afleveren toe is. Deze kosten vallen vaak niet
mee en zijn al eens oorzaak geweest van minder
prettige ervaringen. Men heeft zich ook af te vra
gen, of in de directe nabijheid van het aan te kooien
bedrijf voldoende arbeidskrachten zijn te verkrijgen.
Om al deze redenen is het zeer zeker gewenseht om
alvorens ernstige popingen aan te wenden tot het
aankoopen van een bedrijf, dienaangaande eerst in
lichtingen in te winnen zooals gezegd bij de heeren
Mansholfc te s-Gravenhage, Landbouwconsulent in
Algemeenen Dienst en dén Heer Sevenster, Rijks
landbouweónsulent te Parijs.
Frankrijk heeft groote behoefte aan werkkrach
ten in den landbouw. Volgens gegevens ontleend aan
den Rijksdienst der Werkeloosheidverzekering en
Arbeidsbemiddeling, dient bij de vraag naar die ar
beidskrachten onderscheid gemaakt te worden tus-
schen de vraag naar vast personeel en die naar sei
zoenarbeiders. Onder de eerstgenoemden zijn te re
kenen t melkers, ploegers, voerlieden, leiders, tuin
lieden, bedrijfsleiders en boerenknechten voor aller
hande work, onder dó laatstgenoemden: arbeiders
voor de bietencultuur, voor het maaien van gras en
koren, hulpkrachten bij den oogst en bijf het rooien
van bieten en aardappelen.
Ben ernstig bezwaar tegen de emigratie naar
Frankrijk, vooral voor de seizoenarbeiders, was
uiteraard de wisselende lage waarde van hot Fran-
sche geld. Ook de politieke toestand in Frankrijk is
van dien aard, dat de vraag of vestiging in dat
land kan worden aanbevolen, volstrekt niet met een
volmondig Ja kan worden beantwoord.
Gebleken is -dat do Nederlander zich niet gemak
kelijk aanpast aan de Franscho toestanden en ge
woonten, hetgeen voor een deel moet worden toege
schreven aan gebrek aan kennis van do Franscho
taal, en overigens aan rasverschillen, aan den go-
heel anderen, zooveel luchtiger aard van aen
Franschman. Ook het werken met anderen, in groo
ten getale in Frankrijk geïmmigreerde nationalitei-
im, n.1. Italianen en Polen, levert voor eon Nodor-
landor eigenaardige bezwaren op. Op het gebied van
huisvesting on hygiëne bestaat nog al eon» goreohto
aanleiding tot klachten. Men vertrouwo vooral niet
op particuliere bureaux of werver». Naast Frank
rijk is misschien Oostenrijk nog het eenige land 1»
Europa waarheen omigratie mogelijk ls. Door do ver
anderde toestanden na den oorlog zijn daar groo
te landgoederen verdeeld in kleinere stukken, waar
door emigratie mogellik is geworden, doch voorzich
tigheid is in dit opzicht ook aan te raden.
Emigratie is vertrek uit het land. waarin men
woont, naar eon vreemd land, om zich daar te vesti
gen.
Immigratie ls binnenkomen In een vroerad land,
waar mon zich vestigen wil.
Transmigratie is het doortrekken van een vreemd
land op weg naar het land, waar men zich vesti
gen wil.
Vervolgens gaat spreker over tot behandeling
van de emigratiemogeljjkheden buiten Europa.
Allereerst bespreekt hij de kansen van slagen voor
den emigrant naar Argentinië. Hoezeer ook een
vruchtbaar land, waar nog veel grond beschikbaar
is en hoewel het klimaat ia verschillende (lang
niet alle) deelen zich wel leent voor blijvende
vestiging van Nëderlandsche landbouwers, moet
emigratie daarheen aan landbouwers om verschil
lende redenen nadrukkelijk worden ontraden. Hun
kansen en vooruitzichten zijn er zeer slecht. Land
bouwers met kapitaal kunnen er wel slagen, maar
het benoodigde kapitaal is groot, naar schatting
35000 Gld. Ook aan landbouwers, die over een
dergelijk kapitaal beschikken moet echter vesti
ging in Argentinië worden ontraden.' Niet alleen,
dat zij veel betere kansen hebben met een zoo
groot kapitaal in verschillende andere landen, die
voor den Nederlander en in he^algemeen voor den
Noord-Europeaan veel meer geschikt zijn, maar
bovendien is de leertijd, die ook in Argentinië
noodzakelijk is voor men een eigen bedrijf opzet
voor een Nederlander niet om door te komen. On
gehuwde jonge boeren, die niet opzien tegen een
ruw leven, te midden van menschen van andere
nationaliteit, die veel lagere eischen stellen aan
voeding en huisvesting en wier zedelijke opvat
tingen sterk van de onze verschillen, zullen dies
leertijd kunnen doorworstelen, als zij over groote
energie en groote volharding beschikken en bereid
zijn zich gedurende eenige jaren alle genoegens
en gemakken te ontzeggen en zich vele opofferin
gen te getroosten. Vroeger is veel propaganda
gemaakt voor emigreeren naar Argentinië, vooral
Ds. Donnerveld maakte hiervan veel werk, doch
alles is op een groote teleurstelling uitgeioopen.
Tusschen de laagstaande bevolking deprimeerden
de emigranten dusdanig, dat de Regeering met
opoffering van groote kosten het noodig oordeelde
om de betrokkenen weer te doen repatrieeren, om
hen zoo voor algeheele ondergang te behoeden.
Kennis van de Spaansche taal, welke men reeds
vóór vertrek voldoende moet leeren, is dringend
noodzakelijk, wil men de toch reeds zoo groote
moeilijkheden, die te overwinnen zijn, niet nog
grooter maken. Over de andere staten in Zuid-
Amerika en in Centraal-Amerika en Mexico kan
spreker na het medegedeelde over Argentinië kort
zijn. Over geen enkele van deze staten kan het
oordeel gunstiger zijn. Geen van deze staten leent
zich voor vestiging van Nederlanders en de be
zwaren voor Argentinië genoemd, gelden eveneens
en meestal in sterkere mate voor alle deze landen.
In onderscheidene is het klimaat ook ongeschikt
voor vestiging van Noord-Europeanen, die met
handenarbeid hun brood moeten verdienen. De
landstaal is er overal Spaansch, behalve, in Bra
zilië, waar ze Portugeesch is. De rechtszekerheid
laat in vele van die landen belangrijk te wenschea
over; revoluties zijn er nog veel voorkomende ver-
sohjjnselea. Een uitzondering maakt spreker voor
veebedrijven, welke in de nabijheid van groote
steden zijn gelegen. Er zijn voorbeelden te ver
melden, dat emigranten zich hier met voldoende
kans op blijvend succes, hebben gevestigd. Hoe
staat het verder met emigratie naar Zuid-Afrika?
De naam van dit land heeft een bijzondere klank
voor ons Nederlanders; hij roept herinneringen
Wakker uit lang vervlogen dagen, dagen van on-
verwoestbaren Nederlandschen ondernemingsgeest
en dagen van strijd, die geheel Europa en vooral
Nederland in opwinding brachten. Sedert is er
echter veel veranderd en is de Zuid-Afrikaansche
Unie tot stand gekomen, bestaande uit vijf ge
westen, n.1. Transveel, Oranje-Vrijstaat, de Kaap
provincie, Natal en Zuid-West-Afrika, welke te
zamen vormen een geheel zichzelf besturend deel
van het Britsche wereldrijk. Er zijn in de Zuid-
Afrikaansche Unie nog een massa gtonden be
schikbaar, die uitnemend geschikt zijn voor ven-
schillende takken van landbouw, van tuinbouw
e* vas veeteelt,
Aan bekwame, vooruitstrevende boeren biedt de
Unie goede kansen van slagen, mits zij beschikken
Over veel kapitaal, omdat de grondprijzen vrij
hoog zïj'n en een vrij groote oppervlakte benoodigd
is om een löonena bedrijf op te zetten. Sommen
van f 15 A f 25000 zijn vaak noodig oni te be
ginnen. Hef klimaat is er gunstig.
Om de nadeelen van een langdurige droogte
te beperken heeft men verscheidene kunstmatige
bevloeiTngen aangelegd.
Voor Nederlandsche landbouwer» Zijn fleze
gïondeit het meest aan te bevelen om een inten
sief bedrijf te vestigen. Te betreuren fs het, dat
de prijzen dezer gronden veel te hoog zijn opge
voerd, zoo hoog, dat naar het oordeel van des
kundigen het vrijwel ónmogelijk is, om op die
gronden bij dergelijke aankoopprijzen een rendee-
rend bedrijf te vestigen, rekening houdend ook
met de op het bedrijf drukkende hooge waterrech
ten. Momenteel is daarheen een Commissie ver
trokken bestaande uit de H.H Van Voilenhoven,
Secretaris van de Zuidafrikaansche Vereeniging,