RAAD SCHAGEN. Vergadering op Dinsdag 1 Februari, des avonds 7 uur. Voorzitter de heer W. F. Gorter, loco-burgemeester, secretaris de heer A. C. Roggeveen. Aanwezig alle leden. Voorzitter opent de eerste vergadering in dit jaar en hoopt dat er in 1927 een opgewekt zaken leven in Schagen zal zijn en dat de besluiten door den Raad te nemen, in het waarachtig helang van onze gemeente zullen zijn. Betreffende de notulen maakt de heer Leguit een opmerking over het besluit inzake het onderhond der woningen op het Hoog, terwijl de heer Bakker er op wijst dat in de notulen niet wordt vermeld dat door hem is gevraagd, hoe het met de land- bouwhuishoudschool zou gaan, als de beheerder overleed. Spr. vraagt of er een afschrift van de no tulen naar Ged. Staten wordt gezonden. Voorzitter, die blijkbaar de opmerking van den heer Bakker niet begrijpt, heeft het over het in komen van een brief en vraagt den secretaris het schrijven te halen. De heer Bakker gelooft niet dat we op dien brief behoeven te wachten, doch voorzitter zegt dat de heer Bakker hem een vraag stelt, de heeren Bak ker en Bregman hebben een request naar Ged. Staten gezonden, daarover is een brief ingekomen en spreker wil de zaak nu meteen maar afwikke len, al is de zaak niet aan de orde. De heer Bregman verzet zich daartegen, het is buiten de orde. De heer Bakker zegt alleen te vragen of.er een afschrift van de begrootingsnotulen naar Ged. Sta ten gaat. Voorzitter antwoordt ontkennend, doch de secre taris deelt mede van een uittreksel der notulen. "Voorzitter brengt opnieuw ter sprake een brief, waarin de heer Nobel iets vraagt en spr. heeft daarover met den burgemeester gesproten en vindt het beter den brief maar voor te lezen. De heer Bregman zegt dat bij de rondvraag nog iets gevraagd zal worden, wij gaan misschien ook wel in beroep. De notulen worden hierna vastgesteld. 1 Beëediging nieuw raadslid. Is ingekomen een schrijven van den heer P. Trap man. dat hij bedankt als lid van den gemeenteraad. Voorzitter zegt dat hij zich moet kwijten van een droeve taak, n.1. van de niededeeling dat door den heer Trapman een schrijven is ingezonden, waarin hij mededeolt te bedanken als lid van den Raad, een bericht dat ons ten zeerste heeft getrof fen. De heer Trapman heeft in de lange jaren dat hij raadslid en wethouder is geweest, getoond een open oog en warme belangstelling te hebben voor den bloei van Schagen. Welke motieven den heer Trapman tot deze ontslagname hebben geleid, is spr. nie.t bekend, en doet ook niet terzake, we kun nen den stap billijken. Ik spreek zeker namens al len als ik. den heer Trapman dank zeg voor alles wat hij in het belang van Schagen heeft gedaan en verricht. (Teekenen van instemming.) De heer P. D. Rezelman had bericht gezonden dat hij dj benoeming tot lid van den Raad niet aan neemt. De heer M. C. Tuinman had bericht gezonden de benoeming wel aan te nemen. Wordt overgegaan tot onderzoek der geloofsbrieven van het nieuwe raadslid, den heer M. C. Tuinman. Daarvoor worden benoemd de heeren Van Nu land, Roggeveen en Bregman. De vergadering wordt even geschorst. Na herope ning deelt de heer Roggeveen mede, dat alle bescheiden in orde waren en dat tot toelating wordt geadviseerd. De heer M. C. Tuinman legt daarna m handen van voorzitter de vereischte eeden af. Voorzitter feliciteert den heer Tuinman en hoopt dat de heer Tuinman een sieraad voor de raadzaal zal zijn en dat de belan gen der gemjente door hem op een onpartijdige wijze zullen worden be hartigd. De heer Tuinman zal trachten de belangen der gemeente zoo goed moge lijk te behartigen. Het reglement van orde. Hoe wethouder Van Erp de uit spraak van den Raad opneemt. Voorzitter wil aan de mededeelingen beginnen, doch de heer Van Erp vraagt het woord naar aan leiding van de motie in de vorige vergadering aangenomen. De heer Bakker heeft daartegen geen bezwaar, als dan ook de andere leden het woord krijgen. De heer Van Nuland daarentegen wil eerst de agenda afwerken, geheel volgens het reglement van orde en ziet geen reden om daarvan af te wij ken. Als één der leden van het reglement wil af wijken, moet hij daartoe dan maar een verzoek bij den Raad of bij B. en W« inzenden. Voorzitter zegt dat wat de heer Van Erp wil bespreken, van invloed kan zijn op de verdere be sprekingen van dezen avond en daarom wil spr. in dit geval wel van bet reglement van orde afwij kend De heer Van Erp zegt zich er bij te zullen neer leggen, als de leden beter achten dat de bespre- king nog wordt uitgesteld. Spr. hoeft den burge meester gevraagd het woord te mogen voeren voor dat de burgemeester met de mododeelingen begon en dat heeft de burgemeester goedgovqnden. Spr. dacht nu dat ook de huidige voorzitter dat zou goed vinden. De heer Overtoom heeft in dit geval geen be zwaar die kwestie maar af te wikkelen en verzoekt den voorzitter dan maar het voorstel van spr. in rondvraag te brengen om in dit geval van de agenda af te wijken. Het voorstel-Overtoom wordt aangenomen met 8 tegen 2 steihmen, togen stemden de heeren Van Nulancl en Timmerman, blanco stemde de heer Van Erp. De heer Va* Erp het woord verkrijgende, zegt dat het hem genoegen doet dat de Raad hem nu verlof verleent het woord te voeren. Spr. herinnert aan de motie in de vo rige vergadering aange nomen, waarbij de Raad bij meerderheid het ver trouwen in .en samen- .werking met spr. opzegde «m spreekt er dan zijn verwondering over uit, dat de heeren die voor deze motie stemden, de consequentie van hun ei gen woorden niet hebben ingezien. Gezien het tijds verloop, zij» er eenige lichtpunten gekomen. Er is uitgeschreven een bijeonkomst van raadsleden op 21 December in Cérès, bij convocatie werden na mens de heeren Overtoom en Bakker de raadsleden uitgenoodigd ter bespreking quaestie-Van Erp, en de oproeping was onderteekend door den heer Trap- men. Spr. verwondert zich er over dat tot die bij eenkomst ook leden' die niet voor de motie stemden, werden opgeroepen, en deelt dan mede dat alle raadsleden niet aanwezig waren, dat de heeren Huiberts en Van Nuland een schrijven inzonden niet aanwezig te zijn, waarom, interesseert spr: niet en dat er ook weinig animo was om de voorzittersha mer op deze bijeenkomst te hanteeren. Spr. be vreemdde bet ook dat de oproep niet uitging van den voorsteller der motie, maar hoewel de heer Bakker de motie op papier voorstelde, gelooft spr. dat de heer Trapman de vader van de motie was. De heeren Leguit en Bakker interrumpeeren dat dit leugen is. Voorzitter hamert. De heer Van Erp vervolgt dan dat de heer Bak ker reeds eenigen tijd met de motie in den zak zou hebben geloopen en toen naar den heer Trapman was gegaan en cjus behoeft niet te worden gevraagd yen wien de motie kwam. Nu de leden die voor de motie hebben gestemd niet als raadslid bedankten, blijkt daaruit dat ze de consequentie van hun eigen woorden niet aanvaarden. Spr. verwondert er zich over dat de Roomsch-Katholieken en Sociaal-Demo craten de politieke intriges van iemand steunen, die hun hoogste belangen met voeten heeft getreden. Spr. richt zich tot den heer Bakker en zegt dat deze op unfaire wijze enkele belastingbetalende burgers heeft behandeld (Voor*, hamert) en waar de heer Bakker aan spr. het vertrouwen heeft opgezegd, hoopt hil dat de S.D.A.P. straks alg woordvoerder een waardiger vertegenwoordiger zal hebben. De heer Bakker dankt de meerderheid van den Raad voor de gelegenheid die hem wordt geboden om dadelijk te antwoor den. Wat de argumenten van den heer Van Erp betreft, spr. zal over het heele gezwam geen enkel woord zeggen, omdat de belangen der gemeente niet zijn gediend van die twijfelachtige eigenaar digheden. Op die kroeg praatjes gaan wij niet in. Wat de houding der S.D.-fractie betreft, deze zal zijn dat de heer Van Erp als persoon geheel zal worden genegeerd, niemand gozer zal hem ant woorden, noch als hij ons persoonlijk, onzer partij of onze afdeeling bespreekt. De heer Van Erp zegt dat het voor hem een groot verschil uitmaakt wie er spreekt. Spr. is op de hoogte van de qualiteiten van den heer Bakker als raadslid en of nu Bakker of iemand van de straat zijn oordeel uitspreekt Voorzitter hamert en vindt dat men parlementair dient te blijven. De heer Leguit verklaart dat het een leugen is dat de motie van den heer Trapman afkomstig was, doch de heer Van Erp antwoordt, dat de heer Leguit weer de spreektrompet van den heer Trapman is. De heer Leguit: Wie zegt u dat? Waar de heer Van Elrp nog iets zegt, deelt de heer Leguit mee. den heer Van Erp niet meer te zullen antwoorden. De heer Van Nuland wil de motieven uiteenzet ten, Welke hem en den heer Huiberts er toe ge bracht hebben geen volg te geven aan de op roeping tot die bijeen komst. Spr. wijst er dan op dat na het aannemen van de bekende motie, spr. zich de vraag heeft gesteld: wat doet de heer Van Erp, zal hij nu zoo veel politiek besef heb ben, dat hij als wethou der bedankt. Spr. wil wel zeggen, dat wanneer hem zooiets was overkomen, hij zou hebben bedankt. Evenwel dat de heer Van Erp niet zooveel poli tiek besef had, heeft spr. niet gefrappeerd, omdat het in overeenstemming was met hetgeen was ge beurd. Naar spr.'s meening waren er nu twee mo gelijkheden: le. wij: bedanken als lid van die commissies waar in de beer Van Erp zitting heeft; 2e. in alle opzichten negeeren we den heer Van Erp, als lid van den Raad en als wethouder. Het onder le. genoemde was van geen groote be- teekenis, omdat de heer Van Erp van één commis sie voorz. is en 't is de vraag of "t in het gemeente belang was, om voor het lidmaatschap dier commis sie te bedanken, waar in de vorige vergadering ge wezen werd op de mentaliteit van een zeker per soon en in dat opzicht dus was goed toezicht noodig, omdat bij uittreden die persoon en de heer Van Erp meer macht zouden krijgen en of dat in het belang der gemeente zou zijn, zal spr. onbeant woord laten. Blijft alleen over het negeeren, doch dat acht spr. in strijd met elk fatsoen. Door een zekeren groep is de heer Van Erp als wethouder benoemd en wij als leden 'van den Raad hebben ons prestige op te houden. Wat gebeurd is, kunnen we voor re kening van dien persoon laten. Ook andere motie- von hebben spr. tot dit oordeel geleid. Spr. stelt zich eendeels aan de zijde van den heer Van Erp, dat de raadsleden die voor de motie stemden, als uiterste consequentie daarvan als raadsleden dienden te bedanken. Is dat echter in het belang der gemeente? Eén partij had op de lijst nog 2 personen, 1 ervan was geen lid meer van de partij, de laatste heeft vandaag zitting genomen als raadslid. De katholieke lijst vermeldt nog 2 personen, de S.D.A.P.lijst nog 3. Een onvolledige Raad zou dus worden verkregen en zou dat in het belang der gemeente zijn? We zou den krijgen een Raad waarin de heer Van Erp een overwegenden iüvloed zou hebben en spr. acht dat in strijd met het gemeentebelang. Nog iets anders heeft spr. tot dat oordeel geleid en spr. vermoedt van ook den heer Huiberts. Wie is oorzaak dat de heer Van Erp hier als wethouder zit? Van gehouden fractievergaderingen der V.-D. raadsleden zijn dingen naar buiten gekomen (spr. heeft' geen officieele stukken ervan en de menschen weten dikwijls meer dan de fractie zelf) en blijkens die geruchten was de heer Van Erp aangewezen als wethouder. Was de heer Van Erp k bout portant gekozen als lid van den Raad en als wethouder, dan was het wat anders, doch de heer Van Erp was 1jaar lid van den Raad, maakte van zijn hart geen moord kuil en het was dus voldoende bekend wat de heer Van Erp presteerde. Het was dus hier een aange legenheid die de V.-D. raadsfractie zelf betrof en spr. meende zich te moeten onthouden van een uitspraak over dingen die de V.-D. fractie zelf had gedaan. Als er iets gedaan moest worden, dan was het aan de V.-D. fractie om den heer Van Erp tot een andere zienswijze te brengen. De heer Van Erp is het eens met de zienswijze van den heer Van Nuland. De heer Roggeveen verwondert lich over de re deneering van den heer Van Nuland, waar deze in de vorige vergadering zoo spontaan voor de mo tie stemde. Hoe is het mo gelijk, vraagt spr., dat de heor Van Erp *oo op de hoogte is van de vergade ring in Cérès. Voorzitter kan op die vraag geen antwoord ge ven, het is en blijft voor hem een duistere zaak. De heer Van Erp: Het ia misschien een bewiis dat ik ook eenige kanalen heb, waardoor ik in triges kan ontdekken en in den Raad kenbaar ma ken. Voorzitter sluit daarna de discussies. Mededeelingen. Voorzitter, de heer Gorter, deelt mede: dat de poel in de Hoep op gemeenteterrein lag en de toestand thans verbe terd is. Wat het inrijden van de Molenstraat betreft, zal in deze vergadering 'n voor stel worden behandeld om in de Algemeene Politie verordening een bepaling toe te voegen die daarop betrekking heeft. Wanneer het aanvullingsartikel van kracht is geworden, zal door het plaatsen van een duidelijk bord de toe stand aldaar verbeterd wordt.- B. en W. deelen den Raad mee. dat zij geen voor stel zullen -doen om den weg naar Chrisjeswerf te doen aansluiten aan het electrisch net, wegens de geringe belangstelling en de hooge kosten, begroot op f 825. Aangaande 't riool in de Regentenatraat deelen B. en W. mee, dat dit op 3 plaatsen is onderzocht. Op 2 M. van het eind, bij de Spoorbaan, bevond zich een ophooping van vuil, welke ia verwijderd. Voorts is het geheele riool gevuld met een laag vaste stoffen ter dikte van 25 c.M. en een laag vloeibare stoffen ter dikte van 10 c.M., terwijl daarboven nog een ruimte is van 40 c.M. Het niveau is thans gelijk met het buitenwater. B. en W. achten het niet noodza kelijk het riool schoon te maken, daar het nog wel 10 jaar kan duren voor er last van wordt onder vonden. Ingekomen stukken. De heer A. van Scheij'en zond dankbetuiging in voor salarisverhooging; Schagen'a Harmoniekapel voor de toegestane subsidie. Van Ged. Staten was goedkeuring ontvangen op het raadsbesluit kasgeldleening f 50.000. Eveneens bericht van Ged. Staten, dat het onder zoek naar het raadsbesluit uitgifte van erfpacht van grond aan het Prov. Electr. bedrijf, nog niet is af-ge- loopen. Dit betreft perceeltje aan de Laan voor uit breiding transformatorgebouwtje. Een dito besluit betreffende de gemeentebegrooting. Van Ged. Staten waren verschillende aanmerkin gen binnengekomen betreffende de verordening op bet Beheer der Eierveiling. B. en W. stellen voor. aan deze Opmerkingen1 te voldoen. Goedgevondefi. Van Ged. Staten la ontvangen een uittreksel van het Koninklijk besluit met goedkeuring raadsbesluit van de verordening op de heffing der belasting op de openbare vermakelijkheden. Was ingekomen het rapport van de Commissie tot Wering van Schoolverzuim. Er werd maar 1 verga dering gehouden voor een geval van ongeoorloofd schoolverzuim. Namens het bestuur der Pluimveevereeniging wordt dank betuigd voor de toegestane subsidie. Van den heer D. Leguit was bericht ingekomen, dat hij bedankt als lid der commissie voor de eier veiling. Tot stemming overgaande, wordt de heer Tuin man met 5 stemmen benoemd, 3 stemmen blanco, 1 op den heer Timmerman,.2 op den heer Huiberts. Hoewel het den heer Tuniman verbaast, dat hij benoemd wordt, terwijl hij zoo weinig van de zaak afweet, neemt hij de benoeming aan. Voorzitter schorst vervolgens de openbare verga dering, om don gemeenteopzichter in de gelegenheid te stellen toelichting te geven op het volgende te be handelen punt. De comitévergadering duurt geruimen tijd en de vele bezoekers hebben ruim gelegenheid om de kwestie-Van Erp beneden te bespreken en maken dan ook een druk gebruik van deze gelegenheid. Na heropening stelt Voorzitter aan de orde: Demping gedeelte Laansloot. Van de eigenaren van de perceelen aan de Stille Laan was een adres ingekomen,, met de -mededee- ling. dat grondige reparatiën aan de brug over de Laansloot, die in slechten staat verkeert, noodig zijn en belangrijke kosten met zich zullen meebrengen. De brug blijft oud en zullen do onderhoudsplichtigen du niet alleen een belangrijke som voor reparatie moeten betalen, maar een voortdurend onderhoud blijft er bovendien. De onderhoudsplichtigen hebben daarom overwogen of niet een betere voorziening was te treffen en komen tot de conclusie dat deze is te vinden door het laten dempen van het meest Noor delijke gedeelte van de Laansloot, ongeveer tot aan den steiger van mej. Wed. Hoogland. Daar zal dan komen een betonnen schoeiing met behoorlijke ba lustrade, alles zooals op de teekening is aangegeven. Deze demping brengt voor de gemeente een niet onbelangrijk terrein met zich mee. wat voor markt stalletjes en tentoonstellingsinzendingen is te gebrui ken en zóó directe als indirecte voordeelen zal af werpen, terwijl het regelmatig verkeer, vooral op marktdagen, hierdoor zal worden bevorderd. Adressanten vragen, of de gemeente wil dempen en* willen zij voor de helft de kosten dragen tot een bedrag als maximum van f 1000.—. Naar aanleiding van dit adres merken B. en W. onder overlegging van een teekening met begrooting op, dat zij, hoewel overtuigd van het belang aan de demping verbonden, de verbetering niet zoodanig achten, dat de voordeelen daarvan opwegen tegen de kosten, voor de gemeente daaruit voortvloeiende. Uit het door den Marktmeester gegeven advies is gebleken, dat ten opzichte van de markt de dem ping geen voordeel zal opleveren; wat de kermis betreft, was de Marktmeester van oordeel, dat ten opzichte daarvan wel eenig voordeel aan de demping Is verbonden in verband met de te verkrijgen plaats ruimte voor enkele kleine inrichtingen, doch dat voordeel werd door hem zoo gering geacht, dat het niet opweegt tegen de kosten. Op grond van een en ander stellen B. en W. voor in de kosten van de demping bij te dragen een «om van f 1000. en eventueel, overeenkomstig het ver zoek van adressanten, het werk door de gemeente te doen uitvoeren. De deskundige der adressanten heeft een begroo ting gemaakt van f 2000; de gemeenteopzichter be groot het werk op f 3000. De heer v. Nuland vindt hbt werk te kostbaar in dezen tijd en acht het niet gemotiveerd, waar de begrooting pas is behandeld, f2000 voor dit werk te voteeren. Spr. vindt het niet onbillijk dat de ge meente een bijdrage verleent cn wijst er op, dat al9 de gemeente de straat daar in onderhoud had, dit de gemeente jaarlijks een aardige som zou kosten. Evenwel spr. zou willen dat B. en W. hun plan terug namen en den opzichter opdroegen een plan van maximum f 8000 te ontwerpen, waarbij een goed geheel werd verkregen. Voorzitter zegt dat hij zich met dit idóe kan ver eenigen, en de heer Van Eip wijst er op, zijn stem al. leen te geven aan een voorstel dat niet hooge» dan f 1000 betreft. De heer Bakker bestrijdt de redeneering van den hoer Van Nuland, over het onderhoud dor straat, b(j aankoop van de perceelen wisten de bewoners dat ze voor het onderhoud der straat en brug moesten zorgen. De begrooting is pas behandeld, do ambtena- ien hebben toen bet volle pond 'der pensioenbijdrage' moeten betalen en spr. acht deze uitgaaf van lOOO voor verbetering niet noodig en zijn fractie zal dan ook tegen stemmen. De beer Timmerman wil. liever niet het bedrag van f 1000 noemen, maar de helft der kosten. Het blijkt de bedoeling te zijn van de helit. tot een maximum van f 1000 voor de gemeente. De beer Overtoom wijst er op, dat adressanten niet vragen een gunst van. de gemeente. Voor onderhoud van de brug is noodig een bedrag van 600 a 700 gulden en nu oor deelden adressanten dat de gemeente er misschien iets voor gevoelde dat de brug, die niet meer als brug dienst behoeft te .doen. zou verdwijnen en in verband met die moge lijkheid willen de bewo ners van dat gedeelte der Laan f 1000 beschikbaar stellen, Het vooratel-Van Nuland, overgenomen door B. en W., dus het terugnemen van het plan, met opdracht aan den opzichter om een plan tot een bedrag van maximum f 2000 te maken, wordt aangenomen inet 8 tegen 3 stommen, tegen stemden de heeren Leguit, Bakker en Bregman. Behoud van eigendom, Van het bestuur der R.-K. kerk is een adres ing<t- komen, dat deze kerk eigenaresse i9 van een perceel weiland tegenover de brug' op 't Jaarsdorp. Daar beeft door de scheepvaart, omdat de vaart daar di rect ombuigt, een groote grondafspoeling plaats ge had, die thans meerdere meters bedraagt. Het kerkbestuur heeft zich tot het bestuur van den polder Schagen gewend om daar verbetering in te brengen. In een conferentie heeft het kerkbestuur zich bereid verklaard voor een afdoende verbete ring grond af te staan en dit te doen tegen een bil- lijke vergoeding. Staande de conferentie werd daar mee in beginsel accoord gegaan. Later is het polder bestuur daarop teruggekomen, onder het motief dal het wel heeft het onderhoud van het vaarwatv, maar niet verplicht is tot verandering of ver nieuwing daarvan. Dit werd nog nader geargumeiu teerd door het polderbestuur; omdat dit groote euvel hier zijn oorsprong vindt in eene op ingrijpen der gemeente Schagen belangrijke vergrooting van de Schagerwaardsluis en dientengevolge grootew lengte der thans gebruikte vaartuigen. Het kerkbestuur kan niet langer berusten in het wegspoelen van zijn grond en is besloten, maatre gelen te nemen tot bescherming en herneming van zijn eigendom. Dut zal echter belemmering der scheepvaart met zich brengen en daarom wordt aan den Raad gevraagd een definitieve regeling te trol- fen. De kosten van. beschoeiing worden begroot od f 409, waarbij nog de kosten van grondverlies. Naar aanleiding van dit adres hebben B. en W. de eer den Raad mede te deelen. dat door hun Col lege een bespreking is gehouden met genoemd Kerk' bestuur en het Dagelijksch bestuur van den polder Schagen. Hierbij bleek, dat de polder Schagen, uit overwo ging. dat het hier geen polderbelang betrof, niet be- reid was eenig financieel offer tot verbetering van den toestand aldaar te brengen. Het R.K. Kerkbestuur bleek bereid, -den weggesporf- den grond af te staan tegen den prijs van f 1 »>er mits de schoeiing wordtgemaakt ten koste der ae- meente. Wordt edhter het maken van de schoeiinf aan bet Kerkbestuur overgelaten, dan wordt de priji gesteld op f 1.75 per M2. Volgens globale schatting van het Kerkbestuui^zou pl.m. 300 M2. zijn wegge spoeld. Den gemeehteopzichter werd opgedragen een plan met begrooting te ontwerpen, welke stukken hierbij worden overgelegd. Hieruit blijkt, dat de doorvaartrichting van da brug ten opzichte van den bocht in de vaart zeef ongunstig ligt. Door B. en W. zijn toen direct belanghebbenden; nl. de schippers tot het houden van een bespreking uitgenoodigd. Een viertal daarvan heeft aan de uit- noodiging gevolg gegeven. Bij* deze bespreking ble ken de schippers niet genegen te zijn iets in de kos ten bij te dragen. Zij waren van oordeel, dat hei Kerkbestuur zich nog wel eens zal bedenken voof tot plaatsing van een schoeiing op de oorspronkeiti ke plaats zal worden overgegaan, afgescheiden n« van de vraag, of een schoeiing het aldaar zou uit houden. Volgens de schippers kan. zooals de toesiai-l thans is, de grootste schuit 'nl. die van Bras zij he dan ook met eenige moeite passeeren en wannes zooals reeds eerder geschiedde, de polder jaarli# de zich aldaar vormende bank weg laat baggerei achten de schippers den toestand niet zoodanig, dt verbetering door hen beslist noodzakelijk wordt p acht. D Aangezien zelfs door de direct- belanghebbein" in deze aangelegenheid geen belangstelling wordt n toond en zij voor de verbetering van den toestak aldaar zifeh geen enkel offer willen getroosten, woij voorgesteld, op deze aangelegenheid niet verder te gaan, doch het Bestuur van den polder te verzft ken voor de jaarlijksche uitbaggering te willen zoi? dragen en van een en, ander mededeeling te doen aai het R.K. Kerkbestuur. Zonder bespreking wordt overeenkomstig het voor stel van B. en W. met algemeene stemmen besloten Zond De ütri Alkmi ei ach golder Ion. Hil rtagav» waarin wordt,. Naai de eer van véror meen den overo Ware Aai Melk! den, eenoe Aid Wat klein goed, De heer P. Parl&vliet, onderwijzer aan de open- bare lagere school, vraagt ontslag uit zijn betrekkin? wegens benoeming te Assendelft, tegen 16 Februari B. en W. stellen voor, dit ontslag- eervol te verlw- nen tegen 5 Maart a.s. Aldus wordt besloten. 'Op de vraag van den been Brègman antwoordt Voorzitter, dat bereids eene oproeping is g9daan. Van het bestuur van den Provincialen Bond vbï Dilettanten tooneelvereenigingen is een adres in#* komen om een bijdrage of medaille. B. én W. stellen voor* te geven een zilveren daille. De heer Van Nuland ziet hierin geen belang voo de gemeente en zal tegen stemmen. De heer Leguit vraagt naar de hoegrootheid va' het crediet, waarop de Voorzitter antwoordt P'J.m. f 10. Na enkele bespr ^DT/ordt het voorstel van B en W. aangenomen \..«en «temden de hoeren Over toom en Van Nuland. Ten opzichte van het verkeer door de Molenstrw stellen B. en W. voor om aan de Algemeene Politw verordening een artikel toe te voegen: Het is binnen de kom der gemeente verboden door B. en W. aan te wijzen straten of wegen nw een rij- of voertuig of «lede, met een o-fi meer paarde® of ezels bespannen, te paard, of met een naotomj tuig anders te berijden dan in de door dat colW bepaalde richting. Het verbod van inrijden rin een bepaalde nrin™ zal worden bekend gemaakt op borden aan den toe gang van de in de le alinea bedoelde straten of vij gen geplaatst aan do zijde waarvan dat verbod gjioj De vorm en omvatting van die borden worden oo<x B. en W. bepaald.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 2