Rommelkruid. I De Wereld der Vrouw Even Lachen. ,o/1 rapten over de geheele wereld aangetroffen worden mét uitzondering van de poolstreken; d a t de voedingswaarde van levertraan 250 maal zoo groot is als die van boter; dat in één liter mensohenbloed zich 5.000.000.000.000 roode bloedlichamjes bevinden. Denkt om Uw gezondheid. Ventilatie, Een kwestie van groot belang is ventilatie in den winter. Er valt niet aan te twijfelen, dat slecbt ge ventileerde kamers oorzaak zijn van een slecbte ge zondheid. In dezen tijd van het jaar vindt men vrij wel geen enkele familie, waarvan niet één of meer dere leden lijden aan infectie van de ademhalings organen. Ik stel echter op den voorgrond, dat warme lucht lang niet altijd wil zeggen „ongezonde lucht", en dat koude lucht evenmin steeds „frissohe" lucht be- teekent. Eén der voornaamste dingen van de lucht in een zitkamer moet zijn, dat zij aangenaam is voor de bewoners; groote, of plotselinge veranderin gen in temperatuur kunnen buitengewoon schade lijk zijn. Circuleerende lucht is beter, dan stilstaande; de opening, waardoor oververhitte of onzuivere lucht de kamer kan verlaten, moet zoo hoog mogelijk wor den aangebracht; de inlaatopening voor buitenlucht zoo laag mogelijk. Al9 overdag en 's avonds de voor deur dikwijls open en dicht gaat, komt er op deze wijze meer, dan voldoende buitenlucht naar binnen en deze binnengekomen lucht moet lang genoeg bin nen gehouden worden om verwarmd: te kunnen wor den door de kachel© in huis. Hieruit blijkt, dat de opening, waardoor de afgewerkte lucht wordt afge voerd, kleiner moet zijn, dan die, waardoor versohe lucht binnenkomt. Een gesloten kamer moet men altijd met zekere achterdocht beschouwen. 'Het komt er niet opaan of het in een theater, een kerk of een museum ds. Café's en dergelijke moesten eigenlijk twee of driemaal in de week grondig gereinigd, worden en lederen dag voor volkomen luchtverversching worden gezorgd. Een slaapkamer moet 's morgens altijd wijd open gezet worden en het beddegoed' iederen dag flink gelucht. De menschen weten dit alles wel, doch zij veron achtzamen deze eenvoudige maatregelen nog veel te veel. HET EILAND DER HELDENSAGEN IJsland, het eiland der sneeuwstormen en 'nevelen, is nog altijd het eiland der sagen, der heldengeschie denissen van Snorre Sturlusons. Zelfs nu nog komen af en toe heldenfeiten voor. De bladen uit Reijkjavik maakten onlangs melding van een moeder, die met het lijk van haar zoon door den sneeuwstormworstelde, welke haar man en haar zoon overvallen had. Een boer, Kr. Sveinsson, van een eenzame hof stede in Vididal, was op den morgen van Oudejaars dag met zijn veertienjarigen zoon naar een hof stede in Bygden op bezoek gegaan. Toen zij in den namiddag weer wilden vertrekken, stak er een he vige sneeuwstorm op. De menschen in Bygden. drongen er bij hen op aan, ja smeekten hen zelfs, te blijven; maar vader en zoon gingen niettemin op pad. opdat moeder thuis op Oudejaarsavond niet in angst zou zitten. De sneeuwstorm nam in hevigheid meer en meer toe, steeds dichter vielen de vlokken neer, spoedig konden hun blikken niet meer door de striemende sneeuwdwarrelingen heenboren. Tenslotte konden ze heelemaal niets meer zien, waren ze sneeuwblind ge worden, en in dien toestand strompelden zij verder, niet eens meer wetende, waar zij zich bevonden. De nacht viel. Nog steeds kropen zij verder, misschien wel in een kringetje rond. Uitgeput groeven zij zich tenslotte een hol in de hoog opgestapelde sneeuw, waarin zij tenminste te gen de ijzige windvlagen beschermd waren. Den volgenden morgen was de zoon dood, gestor ven van vermoeienis en koude. Ook de vader was, ofschoon hij nog verder kon, aan het eind van zijn krachten, zoodat hij het lijk van. zijn zoon moest achterlaten. Worstelende tegen den nog altijd woe denden sneeuwstorm, bereikte hij eindelijk na een bovenmenschelijke inspanning zijn woning. Toen de vrouw hoorde, dat haar zoon buiten dood in de sneeuw lag, maakte zij zich gereed, alleen den storm in te gaan, teneinde het lijk van haar zoon te zoeken. Wanhopig zocht hij in het rond, totdat zij het tenslotte vond. Met het lijk op den rug vocht zij met waren heldenmoed tegen de huilende sneeuw jacht, om eindelijk, volkomen uitgeput, weer in haar woning terug te keeren. Men hoeft dus niet van vroegere heldenfeiten te gewagen. Op IJsland komen zij nog heden ten dage voor, EEN AVONTUUR VAN MITCHELL HEDGES. Elke wereldreiziger zal toestemmen, dat de jung les (wildernissen) van Britsch Honduras in Middel- Amerika, tot de gevaarlijkste en afschrikwekkend ste plaatsen behooren, welke op onze aardbol wor den aangetroffen. Omgekeerd telt in het vreedzame Zuid-Engeland het graafschap Surrey ond®r de vre- delievendste op aarde. PrsLctiséh behoort het dus tot de onmogelijkheden om in de Middel-Amerikaan- sche jungles naar diep gezonken beschaving te gaan zoeken, of om in Surrey het- slachtoffer te worden van eèn roofoverval. Dit laatste is echter onlangs- den ontdekkingsreiziger Mitchell Hedges overkomen en wel onder de volgende omstandigheden: In een lezing, door Hedges gehouden, had deze er zich over beklaagd, dat de avontuurlijke en onder nemende geest, die Engeland groot gemaakt had, niet meer bij de jongere generatie aanwezig scheen te zijn. Dit verwijt trokken zich een paar jongens, die de lezing bijwoonden, zoo aan, dat zij besloten Hedges van het tegendeel te overtuigen. Nauwkeurig ingelicht over den weg, dien de auto van den ont dekker door het graafschap Surrey zou nemen, loerden zij op zekeren nacht van achter een boom, teneinde door een teekep aan den chauffeur de auto van Hedges tot stilstaan te brengen. Dit ge lukte hun zonder veel moeite. Op de vraag, wat ze wenschten, zeiden ze, dat in de nabijheid een zwaar auto-ongeluk gebeurd was en of mijnheer nu zoo goed wilde zijn, hulp te verleenen. Nauwelijks was de hulpvaardige Hedges echter uit zijn auto ge stapt, of hij werd tegen den grond geworpen en met touwen geboeid. De chauffeur, die in den wagen ge bleven was, onderging hetzelfde lot, waarna de struikroovers zich met het handtaschje van Hedges uit de voeten maakten. Nog vele dagen na den overval sprak de groote jager van den ergsten dag in zijn leven en van de 5000 pond, dié hij wel zou willen geven, indien hem deze gebeurtenis maar bespaard was gebleveb. Eerst toen hij het handtaschje met een beminnelijk schrijven erin, van de roovers terug ontving, moest hij wel erkennen dat er ook heden nog niet veel toe behoort, om den avontuurlijken lust van een jongen Engelsohman op te wekken. En toen het heele land om het geval lachtte, bleef hem niets anders over dan uit twee kwade dingen het minst slechte te kie zen en maar mee te lachen. DE AUTO IN AMERIKA. „Commerce Monthly" bevat eenige interessante cij fers betreffende de sterke toeneming van het autobus- verkeer in de Vereenigde Staten in de laatste 5 jaar. Hieruit blijkt, dat de regelmatige autobuslijnen reeds een grooter. mijlen afstand afleggen, dan de spoor wegen. In 1921 exploiteerden slechts 16 electrische spoorwegmaatschappijen autobussen. Het aantal is thans gestegen tot ruim 300, die deze voertuigen over een afstand van 13000 mijlen gebruiken. Terwijl in bet begin van 1925 slechts 3 door stoom gedreven spoorwegen autobusroutes exploiteerden, is hun aan tal thans gestegen tot boven de 20. In het begin van 1926 werd het aantal autobussen, welke door electri- MOEDERS EN HAAR KINDEREN. Geleende boeken. Een moeder zegt: „Zoodra mijn kinderen thuiskomen met een boek, dat zij van een vriendje of vriendinnetje geleend hebben, maak ik er een omslag van schoon wit pa pier omheen en schrijf er met groote letters den naam van den eigenaar of de -jeugdige eigenares op, aÏ9mede den datum, waarop mijn kinderen het boek hebben meegebracht." sche en gewone spoorwegmaatschappij werden geëx ploiteerd, op ca. 5500 geraamd, d.i. een stijging met 80 pet. in een jaar tijds. In totaal waren in het be gin van 1926 70.000 autobussen in gebruik, op wegen met een totale lengte van 650.000 mijlen. De mogelijkheid van een ontwikkeling van het autobusverkeer is natuurlijk afhankelijk van goede wegen. Er zijn thans in de Vereenigde Staten meer dan drie millioen mijlen wegen, waarvan. 500.000 mij len bestraat zijn. Elk jaar worden. 35000 k 40000 mijlen verbeterd. Voor onderhoud en constructie van nieuwe wegen wordt in de laatste jaren. ca. een millioen dollar per jaar uitgetrokken. Geraamd wordt, dat bij het tegen woordige tempo van uitbreiding van het autobusver keer in 1930 ruim 272.000 bussen in gebruik zullen zijn. WAAROM DE MOLENS STILSTAAN. De vier groote molens in de omgeving van Wee-, nen, de zoogenaamde „Schöller-molens", werden on langs genoodzaakt, wegens te geringe afname van meel, hun bedrijf stop te zetten. De „Schöller-mo lens" beteekende njet al te langen "tijd geleden nog een industriëele macht op het gebied van levensmid delenvoorziening, en m|elhandelareh en bakkers wa ren blij, wanneer zij meel van hen konden betrek ken. Waarom is de vraag naar meel zooveel kleiner geworden? Omdat de meeste vrouwen en meisjes niet meer, zooals vroeger, brood en koeken, of in 't algemeen geen meelspijzen meer nuttigen. Zij wil len boven alles de slanke lijn bewaren. Er zijn, op zijn minst genomen, zeker wel 200.000 vrouwen en meisjes, die geen brood of gebak meer eten, omdat ze slank willen blijven of willen worden. Neemt men aan, dat ieder van hen vroeger dagelijks drie ge bakjes gebruikte, dan geeft dat alleen reeds 600.000 stuks per dag, of voor eiken bakker in Weenen 1000 stuks. Een voorbeeld dus, van welken economischen invloed de mode kan zijn. De zucht naar „slanke lij nen" legt molens stil en maakt bakkerssgezellen broodeloos. Men wenscht licht te wegen, en de ge volgen wegen zwaar. ALUMINIUM. Alluminum behoort als bestanddeel der kleiaarde tot de meest verbreide elementen in de aardkost. Het wordt gewonnen uit bauxiet: een hydraat van leemaarde, waarin het ontstaan is door.het vergaan van eruptiegesteenten. Dat kan men goed nagaan in het Vogelgebergte (bij Frankfort a. M.), waar men stukken bauxiet ter grootte van een tafelbord tus- schen de roode leemaarde in vindt. Het mineraal ontleent zijn naam aarr het Fran- sche plaatsje Les Baux, dat enkele jaren de eenige leverancier voor de Europeesche fabrikatie is ge weest. Thans vindt men het ook aan de Adriatische zeekust, en in groote hoeveelheden in Noord.-Am.e- rika. Ook in het tropengebied komt veel bauxiet voor, waaraan men daar den naam van laterier gaf. In 1827 werd aluminium voor de eerste maal door Wöhler uit zijn chloorverbinding met behulp van kalium bereid. Eerst in 1845 bracht de Fransche scheikundige Deville verbetering in de methode van 'behandeling, zoodat hij het in groote hoeveelheden kon verkrijgen. Op de Wereldtentoonstelling te Pa.- rijs in 1855, exposeerde hij groote blokken alumi nium, terwijl hij bij die gelegenheid zijn methode PARIJSCHE MODE. Geborduurde zijde. Hierboven dis afgebeeld een buitengewoon aantrek kelijke namiddagjapon van marineblauwe zijden crêpe, die speciaal de aandacht zal trekken van de dames, die van borduren houden. De strenge een voud ervan wordt verlevendigd door twee dngerim- pelde banen in den voorkant van «den rok, die ge borduurd worden met scharlaken, ijsvogel-blauw en groen alsmede gouddraad. Smalle bandjes van het zelfde borduursel versieren den eigenaardig-ge- plaatste ceintuurtjes, de manchetten en de hals opening. N Wil men het echte bandborduursel niet aanbren gen, dan kan men ook een aardig effect bereiken door bloemen te knippen van bedrukte zijde of soe- eple cretonne .en deze op de japon te appliqueeren. Knippatronen zijn verkrijgbaar in de maten 42, 44, 46, 48 onder opgave van 'Nd. 1253. Kosten 85 cents. noemde: „de bereiding van zilver uit leem" (de naam aluminium bestond toen nog niet). Door de verbe terde bereidingswijze van Deville daalde de prijs van aluminium, die eerst f 1500 per K.G. bedroeg, zeer snel, zoodat het thans in elk. huishouden voor komt. Het aluminium is een van de lichtste der thans be kende metalen: hij gelijk volume weegt het driemaal zoo weinig als ijzer en achtmaal als goud. In hard heid stemt het overeen met zilver terwijl zijn vastr.eid tamelijkgroot is, daar een aluminiumdraad een lengte van 10 K.M. moet hebben, om door zijn eigen gewicht te breken (gietstaal 7 K.M., koperdraad-3 K.M.). EEN HISTORISCHE ANECDOTE. Ieder weet, dat Lloyd George, de bekende Engel- sche staatsman, heel lang grijs haar heeft' Op een dag reisde hij te zamen met Lord Derby. Bij een station stapte op het laatste moment een matroos de coupé binnen. Lord Derby gaf den man, met zijn gewone jovialiteit, een' sigaar. De matroos, blij, stak hem dadelijk op. Bij het volgende station stapte Lord Derby uit. Toen vroeg Lloyd. George aan den matroos: Weet je wel, wie dat was,- die je een si gaar gaf? Nee, zei de matroos. Lord Derb. zei Lloyd George. Wat, riep de matroos, Lord Derby, de man van de race-paarden? Ja, zei Lloyd George glimlachend. „Allemachtig", riep de matroos uit, terwijl hij op zijn knie sloeg, „wij zijn ook een paar lekkere drui ven! Ik heb een baard 'van. drie dagen, eó. jij mag je haar wel eens laten knippen 1" WAT EEN VISCH. De vischmaniak, met zijn tamelijk elastische ver 1 beelding, was op de soos aan het vertellen: Ja, dat was de grootste visch, die ik nog ooit aan den haak geslagen had en voor ik wist wat er gebeurde, had hij me uit de boot getrokken! Dan zal u wel doornat geworden zijn, merite een der toehoorders op. Toch niet, antwoordde de hengelaar, want, ziet u, ik viel boven op den vischl. ZOO NIET BEDOELD. Een man wordt met bloedenden schedel in het zie-1 kenhuis binnengedragen. „Is u getrouwd?" vroeg men hem aan het opname- bureau. „Pardon", antwoordde de man, „ik bën slechts met m'n hoofd tegen een lantaarnpaal geslagen". HET MODERNE KIND. Mammie, zei l5.et kleine meisje van 8 jaar, waar gaat u en pappie wonen, als ik trouw? Wel, hier natuurlijk, zei moeder. r u Maar, riep het meisje uit, uit het veld geslagen f door zooveel zelfzuchtigheid: „waar moet ik dan?" FLAUW. Ik hoor, dat die oude Schrammel geprobeerd heeft, den begrafenisondernemer er tusschen te ne men. Hoezoo? Vlak voor hij stierf, begroef hij zijn hoofd in zijn handen. DAT WAS WEL IETS. Zij O, Henry, wordt .-wakker, ,ik gqloof dat er muis in de slaapkamer is! Hij (slaperig): Zoo, -nou, geloof dan ook dat er kat is en ga slapen. ZOO NIET BEDOELD. Rechter: Om welken reden zijn de heeren er toch toe gekomen, dien moordenaar vrij te spreken? Lid van de jury der 12 gezworenen: Ontoereken baar. Rechter: Is het heusch? Jelui alle twaalf? GOED OP DE HOOGTE. Hoe komt het toch, dat je zoo haarfijn op d; hoogte bent met de privé-aangelegenheden van Jansen? We hebben op hui! papegaai gepast, toen ze n* vacantie waren. DAT ZOU LEUK ZIJN. Het meisje (weemoedig): Een kus spreekt boet- deelen, zegt men. Hij: Jd. Zou je het geen leuk idee vinden, bibliotheekje te beginnen? NU KON HIJ ZIJN GANG WEL GAAN. Hij: Ik was eerst bang, dat je zou gaan schreeu wen, als ik je zoende, Zij: Dat durfde ik niet. Moeder was in de kanw hiernaast en had.me kunnen hooren. WAT EEN LEEPERD. O, baas, kan u mij effe eerst helpen, bet is vos me ;:ieke vader! Dru Mane; 1.V0' «dat d van d lant. baar, j die fi van ip: 't bezit tienjar üe be „Zeker, jochie", zei de winkeliier heel vriendelij ^rouwtje en terwijl de andere klanten verteederd naar jongetje keken, vroeg hij: »En wat-moet je dan hebben?" Een pond groene zeep en een pakkie zeeppoedi was bet snelle antwoord. ONHANDIG. Een zeer jeugdig advocaat, die zijn eerste voor de rechtbank zou bepleiten, wilde als verza® tende omstandigheid voor zijn cliënt aanvoert „dronkenschap". Hij begon zijn rede tot de juiT Meneer de rechter, mijne heeren van de jury' allen weet, wat het is: dronken te zijn! (De advocaat verloor zijn pleidooi.) DIE WAS GOED. Er stond een jongen voor den verschrikkelijk schel en luid floot. De slager eindelijk naar buiten en riep: Zeg eens, aap vane jongen, Waarom fluit je toch zoo? Ik ben mijn hond kwijt, antwoordde de jonge^ Nou, zei de slager, denk je soms, dat ik die h° beb? Dat weet ik niet, baas, zei de jongen, maar keer als ik fluit', zie ik die worsten-bewegen' iAls' niet lii „Bat dat de wijzen. horloge antigua j verdwei ®er. Even vol hela .Dat •te „krat „Dat 1 „Als d "mniss tsschen S8ot1 I „Waar lijvers iDan l As, „die J gen gevr naam §tl Bekter ge Zï%en P'otselij «Luister comini, )e rech Hallo, heur Drij ventjes. P0 rechi over. >'t Is vo «ÏÏalio» Waar? daar noi P® comn ik h riep «en ant verbind

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 14