ctiager Courant
fl.
11$ DE L
T...
an
Uit het Hart van Holland.
it
ïr-
JaW
Derde Blad.
Feuilleton.
tnt
ILS EEN MAN EEN
MAN IS
ïrk 2o
over
Zaterdag 26 Februari 1927.
70ste Jaargang. No. 8006.
d.
r aan.
N vat
Een verhaal van jaloezie uit het wilde Zuid-
Amerika. Naar het Spaansch van MTQUEL
DE PINHEIRO.
(Nadruk verboden.)
het Noorden van Argentinië ligt in de als
del Infierno" bekende vlakte van het Chaco
territorium, de Estanza „Campo Largo", een vee-
i-farm, tachtig duizend morgen grr>„ Dn naam
'ampa der Hel lijkt niet zee rtoepasselijk; de oude
ayor.iomo, die het groote goed al twiotic jaar be-
uurde, zei altijd dat Campo Largo, me' zijn mans-
e weiden, zijn koele bosschen en do eeuvigblau-
jen hemel-koepel erboven, eerder den naam van Pa-
idijs verdiende. Voor zoover hij hiermede de na-
turlijke schoonheid en de Idyllische ligging van dit,
m de buitenwereld afgesloten kleine koninkrijk be-
jelde, hau hij zeker gelijk. Maar de bewoners zijn
acchus geofferd hebben, komt het meermalen voor
at. op zich zelf onbeteekenende meeuingsveischil-
«n tot zulke felle twisten uitlaaien, dat al spoedig
et mes dat iedere Gaucho onder de ruwe blouse
wild en ruw en als de Gauchos (veehoeders),
getrek aan beter tijdverdrijf, op do lange *onda-
j in de cantine van Don Luiz wat rijkelijk aan
raagt, de scheidsrechter is.
Op een dag was er sensatie op Campo Largo. On-
er de weinige jost, die een postbode-te-paard een
per week op de hoeve bracht, was ook een
elegram voor de Mayordome geweest. Deze, Don
filipe, had daarop terstond twee Gauchos met muil
peren naa rhet dichtstbijzijnde station (dat op onge-
dagreis afstand ligt), gestuurd om een Se
norita te halen, die in plaats der overleden oude on-
derwijieres, de kinderen van de op Campo Largo
arbeidende Gauchos de edele kunst van lezen, schrij
ven en rekenen zou moeten leeren.
Senorita Enriqueta kwam den volgenden dag, ve-r
eld van een onnoemelijk aantal kisten en koffers
verwekte, zooals gezegd, niet geringe sensatie,
[en had een oud, uitgedroogd juffertje verwacht, en
u ontpopte zich deze leermeesteres der jeugd als
beeld van een meisje van achttien jaar, met
ihitterende oogen en een ravenzwart page-kopje...
een fijn dametje, dat hier in deze ruwe, romme-
je, onverzorgde omgeving al heel weinig op haar
aats scheen. Maaar dat was ook al weer een ver-
issing: ze was heelemaal niet trotsch, ze deed on-
geneerd mee aan den ruwen scherts van de Pam-
ze kon wild en onverschrokken rijden als een
3 an en ze kon ook heel handig met de lasso over-
I ^7 ig, zoodat ze al spoedig door de mannelijke bewo-
rs van de Estanza niet alleen bewonderd werd,
ur ook een groot aantal stille aanbidders onder
1 verwierf.
Ie eenige, die zijn vereering voor Enriqueta niet
Ier stoelen of banken stak, maar er intogendeel erg
koop liep, was Pablo Sanchez, de tweede
jrdomo op de hoeve. Hij was oen intelligente,
fpe jongen, een beetje cynisch en brutaal en een
tr die voor niets stond, zoodat het niet kon uit-
jjven dat hij op een jong, frisch meisje indruk
';te.
r toch werd Enriqueta niet hals over kop ver-
tr- op haar forschen en dapperen bewonderaar. In-
XD Rondeel, ze ging hem systematisch uit den weg,
ndat ze bang was voor een liefdesverklaring, die ze,
it wist ze vooruit, niet anders dan mot een vriende-
guirfe tanedelijdenden glimlach zou kunnen aanhooren.
§«fdesverklftringen waren dingen, die ze altijd on-
Neerstaanbaar-komiek vond en ldaarbij kon ze zich
et ontveinzen, dat Pablo Sanchez ondanks al zijn
iwonderenswaardige kwaliteiten, haar in den
ontvai°n(i net zo° onverschillig wasals de vele andere
leren die haar tevoren al op de glooiende bekente-
ven (fissen van hun liefde hadden onthaald. Ze wist ei
Milijk niet precies wat die jonge mannen bedoel-
in; ze kénde het gevoel dat hen bezielde eenvoudig
M»
Op Campo Largo, werd als elk jaar het feest van
don Schutspatroon van do Estanza gevierd. Ten ge
lige van het verheven karakter van den dag mocht
de cantine van Don Luiz zich al vroeg in don och-
toüd In een druk bezoek verheugen. De Gauchos wa-
n, als
ten en
en ent
acillol,
«EN.
ren royaal met hun Peso-biljetten, waarvan ze toch
overigens niet al te ruim voorzien waren, met het
gevolg dat er tegen den middag als een tamelijk
drukke stemming heerschte.
Toen al de bewoners op het groote plein der
Estanza bijeen waren en de spelen, die ter eere van
het feest zouden gehouden worden, een aanvang zou
den nemen met wedrennen in de lange, breede po
pulierenlaan, verscheen er plotseling een vreemde
ruiter, een man met een fijnbesnedün gezicht en een
forsche gestalte, die zien blijkbaar op een verre reis
bevond. Zijn zadeltasschen waren tot bovenaan toe
volgepropt en paard en ruiter waren methet witte
stof van de Pampa bedekt. De vreemdeling verzocht
gastvrijheid voor den komenden nacht en die werd
hem bereidwillig toegezegd. Hij werd ook uitgenoo-
digd om aan de spelen deel te nemen en met een
vermoeiden glimlach beloofde hij een paar Gaucho-
kunsten te zullen vertoonen. Daarop vroeg hij een
glas water.
Enriqueta, die in de buurt stond, bood direct aan
om met hem mode te gaan naar de drinkfontein.
Onderweg babbelde ze, zooals ze altijd deed, er lustig
op los, maar toen ze bij de drinkfontein kwamen,
werd ze plotseling *tiL. ze liet toeze begreep
zelf niet waaromdat de zonderlinge vreemde
ling, die zoo spaarzaam was met zijn woorden, haar
kuste. Toen opeens wist ze dat ze hem lief had. Dit
fevoel was nieuw voor haar; als vroeger mannen
aar van liefde hadden gesproken, wist ze niet wat
ze bedoelden, maar nu begreep ze; het nieuwe, on
bekende, heerlijke gevoel verwarde haar; het was
groot, beklemmend en mooi.
Toen Pablo Sanchez, die bij de wedrennen over
winnaar was gebleven, een poosje later langs de
school kwam, zag hij tot zijn verbazing, dat de
vreemdeling met een sierlijke buiging de mooie En
riqueta een blinkend dolkmes met een kostbaar
gouden, ipet-juweelen-bezet gevest gaf en daarbij
zei:
—•Ne m dit als aandenken, Senorita; het is 'n ta
lisman die zijn bezitter beschermt, maar diens
vijanden onheil aanbrengt.
Pablo Sanchez ontstak in een heftige, laaiende ja
loezie en stapte zonder bedenken op het tweetal toe.
Hij keek den vreemdeling uitdagend aan en zei hern
dat het lassowerpen zoo aanstonds beginnen zou.
De nagedachtenis gehuldigd van Spinoza,
Nederlands grootste wijsgeer.
aoper
tering
rernie
ijden
door HAROLD BELL WRIGHT.
Voor Nederland bewerkt door
CF. VAN DER HORST.
28.
Voor Phil bleet' Kitty de zelfde. Menigmaal was
Aar hart zoozeer van hem vervuld dat zaj verlangde
lüwt een ander loven te hebben loeren kennen dan
leven waartoe zij beiden gjahoren waren. Wnn-
eor z(j die jaren maar niet ver van haar oudor-
huis had doorgebracht, Zoo sprak zij dik-
lljs tot jjiohzelve, dan zou alle» zoo heel
Miers zijn. /,jj had met Ph'il goiukkig kunnen
ju, heel gelukkig, wanneer zij in zijn we
Wa gebleven was. Maar nu,..nu was zij bang,
zoowel voor hom als voor kiohzelvo. Tiaar
tdschap voor Pathes had een bijzondere na-
gelegd op de dingen die fcusschen haar
len man stonden, dien het haar verheugd zou
.en als haar levensgezel te aanvaarden,
leniginaal wanneer dj met hun drieën teza-
waren en Kitfcy het gesprek geleid had,
Van het leven waarmede de oow boy gemeon-
JJto was, dan was de jonge vrouw genoodzaakt
de wentoh van haar hart vergelijkingtan
'maken. Kitty begreep niet dat Phil niet
woon to spreken over dingen die buiten znn
vrk lagen en buiten de belangen van Zijh vakr
°°ten en bovendien altijd beschroomd waar het
°P aa& kwam jqfn eigen gedachten onder woor-
fl? w ^r®nS"en dat het voor Phil zeer moedig
£Was den werkelijken rijkdom van zijn gee
pI?? te openbaren aan de vrouw die Zoo gereq-
U*.aannam, dat hij van niets wist behalve
«5 S\in paarden «en zijn vdbT Maar Pathes die
U t? goleerd had vrij'uiteté spreken, begreep
f °-rn,dat hij voelde dat de muur die, naar
i meende, haar vanden cowboy soheadi-
geheel uit haar eigen hersenschimmen
opgetrokken, verzuimde Pathes nooit een ge-
kïï 0111 kaar ©en dieper inzicht to geven
^ezea van den man dien zij meende, dat
ïneisje
—O® bijna
Nu alwee^over een jubileum.
De vorige week gold het den negentigsten verjaar
dag van Van Houten, thans den herdenkingsdag
'van Spmoza's dood voor tweehonderd en vijftig jaar,
immers op 21 Februari 16717.
Wel zeer verschillend deze beide gedenkdagen, zo.,
dat op de verschillen waarlijk niet behoeft te wor
den gewezen, noch op de tegenstelling tusschen den
geboortedag van een nog levende en de herdenking
van den sterfdag van een slechts vier en veertig
jaar oud geworden wijsgeer, noch op de tegenstelling
tusschen de beide mannen zelf: den hedendaagschen
staatsman en den zeventiende-eeuwsche wijsgeer.
Maar ziet toch eens ook naar de overeenkomst.
Verleden week vereenigden zich de vrijzinnig-den
kenden, zij, die trachten, met eigen oogen en eigen
verstand de dingen te doorgronden voor zoover het
den mensch is gegeven, dat te doen om den beste
hunner, om den eenige schier, die nog over is uit
den tijd, waarjn de vrijzinnige gedachte in het
staatsbeleid heerschte en die gedachte haar grootste
zegepraal vierde, om hem, die als een dr eersten en
zeker als de krachtigste het vrije onderzoek, het
vrije denken, onbelemmerd door dogmata voorstond
in ons land om te komen tot bet beste landsbestuur
dat te verkrijgen is.
Heden werd de nagedachtenis gehuldigd van een
der grootste denkers die de wereld heeft gekend,
van hem, die haar in zijn Ethica een der schoonste
voortbrengselen van bet zoo onbelemmerd mogelijk
denken naliet, het verheven en troostende werk,
dat de hoogste menschenliefde en de hoogste berus
ting leeraart als het natuurlijkste, het meest logi
sche, daarom als het goddelijke, daar God de natuur
is, de waarheid, de noodzakelijkheid, daarom het
onvermijdelijke en onveranderbare. Spinoza is bet
niet gegeven geweest, een rol te spelen in de ge
schiedenis van ons land, maar welk een geestver
wantschap tusschen deze beiden, den wijsgeer en
den staatsman! Den zoeker naar de waarheid en
den toepasser van het gevondene.
En dan is er zooals van zelf spreekt, de groote
overeenkomst in de wijze waarop de eene en die
waarop de andere werd behandeld door het meeren-
deel van de tijdgenooten. Die overeenkomst bestaat
er .tusschen allen, die boven hun omgeving verre
uitsteken en wier denken dus verschilt van het niet-
denken der massa. Die overeenkomst bestaat er tus
schen alle onafhankelijk denkenden en handelenden
in alle landen en in alle tijden.
Er bestaat slechts een klein onderscheid in de wij
ze, waarop de overheid in het eene land en in den
eenon tijd tegen de uitblinkendon, dus afwijkenden
optreedt en die, waarop de overheid in ander land
en anderen tijd dat doet. Het vulgus is nooit veel an
ders dan een ander vulgus.
De burgemeester van Den Haag zeide in zijn toe
spraak tot de vreemde gasten, do van heinde en
verre gekomen geloerdon, dio do herdenking heb
ben gevierd en het huis van Spinoza d.w.z. het
huisje, waarin hij een paar kleine kamertjes had
gehuurd in den ouden toestand dedon terugbren
gen, o.a. dat hij zich had afgevraagd, of wij Hollan
ders eigenlijk niet beschaamd moesten zijn jegens
de vreemdelingen, dat wij hen hadden laten doen,
wat wij zelf hadden behooren te verrichten voor de
nagedachtenis van dezen grooten Nederlander. Maar
bij schudt die schaamte van zich af, bedenkende,
dat in den tijd waarin Spinoza leefde, hem wel in
goen ander land van Europa zou zijn vergund ge
weest, zoo vrijelijk en ongemoeid te arbeiden, te zoe
ken en te schrijven als in Nederland.
Zeker, dat is zoo, Spinoza zou de grenzen van de
Nederlandsche gewesten niet overschreden hebben,
zou do zee niet zijn overgestokon zonder wegens zijn
denkbeelden en zijn geschriften gedood te zijn. Trou
wens hij was een van hen, wier ouders, Portugee-
sche Joden, hier te lande bescherming hadden ge
zocht tegen de vervolging in de zuidelijke landon
en die zooals Helmers dat uitdrukt in Neer-
lands vrije luchten tot verademing konden komen.
Hij zelf werd weldra uitgestooten door dé uitge-
stootenen: hoewel hij meermalen had volgehouden,
dat zijn leer in geenen deele met het Jodendom in
strijd was, verbande men hem uit de synagoge. En
wie weet, hoe zijn eigen rasgenooten hem behandeld
hadden, waqneer zij staatsmacht hadden bezeten!
De Joodsche kerk, de Hervormde kerk, maakten
het hem lastig, de Roomsche kerk zou het hem gaar
ne lastig gemaakt hebben, bijvoorbeeld met een
klein brandstapeltje, wanneer zij in Spinoza's tijd
hier iets te zeggen had gehad, maar het zij erkend:
de overheid liet hem met rust. Dat kon ook moeilijk
anders. Tachtig jaar had men zoo juist gestreden
voor de gewetensvrijheid toen Spinoza aan het
schrijven ging, dat men nu kwalijk iemand wegens
heterodoxie den dood aan kon doen, vooral omdat
het hier de heterodoxie gold van een Jood, met
wiens godsdienst de vereenigde Nederlanden toch
niet te maken hadden.
De massa, het volk, voor zoover het eenig benul
had van de controverse tusschen Spinoza en de rab
bijnen' van zijn kerk, bespotte en beleedigde en hin
derde hem. Menigmaal was zijn leven trouwens in
gevaar, het leven van den braven, niemand ter we
reld aanvallenden bescheiden wijsgeer!
In de zeventiende.eeuw, toen Spinoza leefde..en
op het einde van de negentiendo eeuw, toen - in
1880 Spinoza's beeld vlak bij het buis, waarin hij
had gewoond, pas onthuld was, Nog jaren na die
onthulling werd het beeld herhaaldelijk heimelijk
besmeurd, hetgeen men zeker niet ten onrechte toe-
schreéf aan fanatieke Joden, daar in de buurt wo
nende en zoo vaak gebeurde het, dat de straatjeugd
daar, zonder natuurlijk iets van de reden te weten,
meende, dat het zoo hoorde en het monument tót
mikpunt koos voor allerlei projectielen, die zij op
straat kon vinden. Eerst langzamerhand sleet het.
Tegenwoordig laat men den armen zoo jong gestor
ven:. zoo .bewonderenswaardig en tevens zoo droevig
geleefd hebbende wijze met rust en mag bij onge
stoord zitten blijven, peinzend voor zich uitstarend,
de veer tot schrijven gereed
In den aanvang van de twintigste eeuw werd het
standbeeld of liever het zitbeeld omgekeerd,
naar men zeide omdat men Spinoza, den ingetogen
kuischen geleerde, den voortdurenden Aanblik be
sparen wilde van al de ongerechtigheden, die juist
in die buurt zoo veelvuldig voorkomen. Was dat de
zeden, dan had men het beeld kunnen laten zoo
als het was. Immers nauwelijks bad Spinoza zich
Hnet het gelaat naar de Paviljoensgracht gekeerd en
het huis, waarin hij zoo schitterend had geewrkt,
of ook daar vestigden zich de huizen, die de buurt
niet tot eer strekken. Maar bovendien: zou hij het
erg gevonden hebben? Hij, die overtuigd was, dat
al wat geschiedde noodzakelijk moest geschieden
door samenwerkende factoren en dat er geen ob
jectief, absoluut goed of slecht bestond, hij, die al
les trachtte te doorgronden on die reeds op vele
verschillende wijzen had gezegd, wat men later uit
drukte door: tout comprendre, c'est tout pardon-
ner? Thans gaat het weer beter. Die aanstoot ge
vende gelegenheden zijn grootendeels weer verdwe
nen, verjaagd eigenlijk meer door de vele vexaties
van de politie, dan door den geost van Spinoza.»
Maar de massa gedraagt zich jegens zijn geest,
zooals zij zich twee en een halve eeuw geleden ge-
droog: óf onverschillig, óf vijandig. De massa ver
andert niet zoo spoedig.
sij al sinds haar kindsheid kende.
Gedurende de langde wintermaanden, in mom-
gen avond aan do iCruis Driehoek), of bij buur,-
man Iteid, vond Kitfcy de g-ologqnheid vooro een
beter begrijpen van Phil, inaax het eenig© gq-
volg daarvan was een nauwer vriondsohap met
Pathes
Do sneeuw smolt, de regens begonnen te val-'
len, de beken en rivieren werden gevuld tot brui-
sende stroomen, heuvel en vlakte en berg ontr*
waakten tot het nieuwe leven dat in lederen
tak aanzfwol. de bekoorlijkheden van de weilan
den in do dalen kwamen weor frisoh en geurig
te voorschijn en van dalton en struiken en hoo
rnen 'kondigden do leeuwerikken en duiven hun
blijde terugkomst aan.
En met de lonte kwam oen gast naar de Kruis
Driehoek farm een andere vreemdeling.
Pathes was dien dag naar de doodloopende hei
ning geweest, en toon hi} in don .laten namiddag
huiswaarts keerde, was hij oen haal andor man
dan do Pathos die nu eenige maanden geleden
door Kitty bewaard was voor oen vernederde on
dervinding met diezelfde heining.
liet. feit dat hij nu Vroomdeling bereed, heb
groote iZwarte paqrd, teektende meer dan iets an
ders misschien de verandering die er had plaats
rrepen mot den man, sinds den dag toen ssjj
den hun opvoeding en hun werk aan de Kruis
Driehoek begonnen waren.
Zooals nu de oow boy zijn sterk en levendig
paard sonder eenige moeite regeerde, zou nie*>
mand geloofd hebben dat hij aeZelfde persoon
was als de 'bleeke welgekleoae Keer dien Phil
op den toip van den Divide ontmoet had. Die
maanden van werkaaam openluoht-leven hadden aam
zijn slank lichaam een lenige en buigzame kracht
gegeven dïet zich voortdurend openbaarde, terwijl
zijn door wind en zon verweerde huid getuigenis
aflegde van een gezondheid, het deel van den
man die jeder uur van den dag aan de elemenH
ten 'is bloodgesteld.
Hij reed nu een eindweegs langs den top van
den heuvelrug die do westelijke Zijde van hetj
dal begrenst en hij keek omlaag naar de rsode
daken van de farm. Hij glimlachte bij' de get
dachte aan het welkom dat hem daar wachtte
bij het einde van Zijii dagtaak. De Deken en
Stella, kleine Billy en Phil, en allen die tot don
huiselijken kring behoorden, Zij waren dien ster
ken tman dierbaar geworden van wien zjj nog
niets wisten; en hoe groot ook de verandering
in Zijn uiterlijk voorkomen mocht zijn» de man
Zelf wist dat er nog andere even groote verande
ringen Waren. Pathes had niet alleen oen naam
en oen beroep gekregen, maar op den koop toe
had hij iets gewonnen dat nog veel kostbaarder
voor hem zeiven zou Zijn. En Zoo voelde hij een
groote dankbaarheid jegens hen die hem in hun
vertrouwen hadden opgenomen en hem nog meer
dan Zij wisten, geholpen hadden.
Hij was al aan het einde vam den heuvelrug
en halverwege de vlakte naar het erf, toen dc
kleine Billy hem snel tegemoet kwam rijden met
de oude jpheep die met behulp van de sporen
tot de uiterste 'krachtinspanning werd aangezet
Toen de knaap naderbij kwam, groette hij1 zijn
vriend Imet luide, jongensachtige kreten, en Pa*»
fches antwoordde Imet een oow boy gil die zijn
training alle oer aandeed^ terwijl Vreemdeling-
wild steigerde en door allerlei Zopdelinge be
wegingen züjn gevoelens trachtte kenbaar te ma
ken Rleurie ^Billy had plezier voor tien. Yipl
Yip! iscihreeu'wdo hij voor het genoegen van
Vreemdeling. En toen heb groote paard zijn kac
priolen voorzette, voegde de knaap daaraan do
bemoedigende vermaning voor den ruiter toe:
„Blijf in je zadel, Pathos....blijf zitten!"
Lachende nam Pathes den goeden raad ter har
te „Wat wou je eigenlijk, compagnon?" vroeg
hij goedhartig, toen Vreemdeling er eindelijk in
toestemde tenminste twee pooten tegelijk op den
grond te houden, „wou je mij tegen de wa'
reld hebben?"
vjk geloof niet dat dat mogelijk Zou caijn,"
zeide de jongen vol bewondering. „Ik kwam u al
leen maar vertellen^ dat wij baZoek hebben," voegr
de hü er bij, terwijl zij naar huis reden.
Pathes was Zeer verwonderd. „Bezoek!" riep hij
uit.
„Ja, het is iemand die ver uit hiet Oosteai komt.
Oom t Will heeft hem' medegebracht uit de stad.
Zij Ziju na het middageten nier gekomen. Ik gq-<
loof dat hij n-ö® nooit |$en farmi gezien hecft.i
Ik bon zeker dat "wij plezier met hem1 zullen hieb|J
ben!"
Het gezicht van Pathes werd «ernstig, terwijl
hi? luisterde. „Hoe weet je dat hij uit het OoS^
ten komt?" vroeg "hij, terwijl hij achter een glimp
lach afijn spanning verborg voor zijn kleinen vriend
Don Fernando (zoo noemde de vreemde zicb), was
toch zeker wel een handig lassowerper en zou dus
toch zeker wel aan den wedstrijd deelnemen?
Don Fernando glimlachte bij de plompe uitdaging
en verklaarde zich bereid de lassokunsten te ver
toonen die de ander hem zou voordoen. Enriqueta
keek peinzend voor zich; ze wist dat Pablo wijd on
zijd in den omtrek als de beste lassowerper gold en
ze was bang dat de fijne Cabbalero te veol gezegd
had en de kans van een beschamende nederlaag
liep.
In het ruime Corral renden een twintig paarden
heen on weer, die men daar bij elkaar gebracht had
om er de Gauchos hun rij- en werpkunst op te la
ten toonen. Pablo liet zich een lasso geven en be
trad met Don Ferando het Corral; Enriqueta bleof
buiten bij de toeschouwers. De eerste maal ving
Sanchez zijn paard op doordat hij de lasso zoo han
dig wierp dat het. dier met de beide pooten erin
verward raakte. Don Fernando glimlachte min
achtend en deed het zonder moeite na. Na een paar
andere kunststukken speelde Pablo zijn troefkaart
uit. Hij kondigde aan dat hij vier paarden in één
worp zou opvangen en bood aan terstond 100 pesos
ie betalen, als het hem bij den eersten zwaai niet
gelukken zou. Dezelfde verplichting moest de vreem
deling op zich nemen. Die knikte en glimlachte weer
alsof hetgeen hij doen moest niets om het lijf had!
Pablo die een beetje bleek om den neus was ge
worden, zwaaide een keer of drie, vier zijn lasso in
het rond, ging daarop op de teenen staan en gooide.
Van de paarden dio wild heen en weer galloppeer-
den in het Corral had hij er vier te pakkondo
worp was gelukt! Donderende bijval was het loon
voor zijn bravourstuk.
Nu kwam de vreemdeling aan de beurt. Allen
keken vol spanning naar Don Fernando, dio in zijn
ruim-zittenae Gaucho-blouso van ruwe zijde rustig,
stond toe te kijken en doodkalm nog een sigaret
aanstak voor hij de lasso van Peblo Sanchez aan
nam. Daarop maakte hij zich gereed om te gooien.
Met breede kronkels suisde het leden snoer door de
lucht. Een krachtige ruken in het volgend oogen
blik sloeg Don Fernando achterover en viel op zijn
rug op den grond. Do lasso was in het midden ge
scheurd;
Enriqueta gaf een schreeuw; wat daarop gebeur
de was het werk van een paar seconden.
Don Fernando sprong op wierp een blik op de
plaats waar de lasso gescheurd was en zag dat er
met een mes in het snoer was gesneden. Woest over
deze laffe laagheid trok hij zijn pistool uit den gor
del om den doortrapten dader van deze gemeenheid
zijn valschheid betaald te zetten. Maar Pablo San
chez was hem al voor: nog voor het schot knalde
zonk Don Fernando, doorstoken door het mes van
den Creool, zonder een woord ineen.
D'e menigte verspreidde zich zwijgend: het was
het trieste einde van een dag waarop zij allen hun
feestelijke verwachtingen hadden gevestigd. De man
nen gingen haastig naar de cantine van Don Luiz
om de herinnering aan de gruwzame gebeurtenis te
verdrinken in de vergetelheid die de wijn schenkt.
Ook Enriqueta wist wie de -lasso had doorgesneden.
Doodbleek wankelde zij naar haar Rancho en sloot
zich in haar kamer op. Zij weende alsof er nooit
een eind aan don vloed van haar tanen komen zou
want het mes dat Don Fernando had geveld had
ook haar hart gedood! Maar tegen middernacht
werd ze eindelijk rustig; ze stond op sloop naar bui
ten in den helderen maan-nacht waarin alles vre-
dW en stil leek. Het wilde jagen van haar adem
was het eenige geluid dat de tastbare stilte van
den tropischen nacht verstoorde. Ze ging langzaam
voort; voorzichtig spiedend om zioh heen.
Toen men in den laten voormiddag van den vol
genden dag, Pablo Sanchez zocht op zijn - kamer,
vond men hem dood op zijn bed. Uit zijn borst stak
het gouden, met-juweelen-bezetten gevest van een
dolk, dat in het licht van den morgenzon fonkelde.
Bevrijd U van die rugpijn.
Rugpijn waarschuwt u. dat uw nieren- verzwakt
kunnen zijn. Uit Rugpijn blijkt dJan, idat gij een spe
cifiek niermilddel dient te gebruiken om «de-ze be
langrijke levensorganen -te versterken. Waag u niet
aan uitstal! Begin «onmiddellijk Foster's Rugpijn Nie
ren Pillen «te gebruiken. Dit «middel kan aan «de nie
ren nieuwe kracht geven, zorg «dragen voor goede
bloeidzuiverjng, en- rugpijn, blaasstooraissen. water
zuchtige zwellingen, pijn in de spieren of gewrichten
matheid, vermoeidheid, zenuwachtigheid, duizelig-
reidi en -urinestoornissen doen verdwijnen.
Tal van mannen en vrouwen.,die gedurende de
laatste 25 jaren leden aan nierkwalen en de pijn
lijke verschijnselen daarvan, getuigden, dat Foster's
Pillen 'hun kracht ien gezondheid herstelden.
Aarzel «nietl De werking van dit specifieke mid
del is rechtstreeks op de nieren gei ebt. en als deze
organen goe'd werken, wordt het bloed behoorlijk ge
zuiverd en -krachtig. Daarom worden Foster.s Rug
pijn, Nieren Pilien -dan ook -algemeen aanbevolen te
gen rheuipatiek. lendepijn, ischias, rugpijn en an
dere ernstige gevolgen van nierzwakte.
Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket
let «hier vooral -op) bij apotheken en drogisten a f 1.75
per flacon.
,jlk hoorde dat Oom Will het aan Phil en aan.
Iütty vertelde."
„Is Kitfcy dan thuis?"
JBiilly lachte. „Kitty en Phil zfij'n vandaag er-<
gens heen gereden....'Zij zijh pas thuis gekomen!
i'oen ik (wegging waren zij aan het praten met
den gast. Phil zag u, toen u daar van den hei«4
vel kwam aanrijden en zioo kom ik u hier nu aD
les vertellen."
Phil en Kitfcy liepen naar hun paarden die
bij de heining stónden, toen Pafches en Billy heb
hek binnenkwamen.
De jongen gleed van Zijn zadel op den bega*
nen grond en rende het; huiis in om Tante Stella
te vertellen dafc Pathes gekomen was. Om «Sheep
bekommerde hij Zioh niefc, daar aou wel voor gel»
zorgd worden. Bill vond heb noogsb vernederend
lafc hij1 nog niefc groofc genoeg was om Zijn eigen
paard te «zadelen en dttarom zorgden do mannen
van «de> (hoeve er voor dab zijn paard altijd, klaar
sfcond t in (de morgen en dafc hefc 's avonds ^be
hoorlijk afgetuigd werd, Zonder dafc er onvrienr
delijk'e opmerkingen over dafc onderwbrp worden
geuit.
Pathes liet tbijn pmixd sfcil staan eni begroette
ijn vrienden zonder af te stappen. „Je gaat toch
niefc heen?" Zeide hij' tofc Kitty, mofc iets van
een protest in zijVi 9tem. '„Al oen week lang
heb ik je niefc gezien. Het sfcaat Phil lang niet
mooi dat hij" misbruik maakt van Zij'n gezag en
mij* ,er alloen op uit sfcuurb en Zelf den healen
met jou rijdt."
ij lachten om hem, Zooals hij daar op den
grooten (Zwarte zat, met zifn hoed in Zyn hand
en neerziende op hun aangezichten1 die naar hem
opgeheven waren met de innige, vriensehappeu
lijke belangstelling van een ouderen broeder.
Pathes merkte op dat de oogep van [Kitty glins
terden van opgewektheid en dafc Phil's oogen Yon-<
keiden van ingehouden vrooljjkheid.
vNu moet: ik waarlijk heengaan: Pathes,
zeide het jonge meisje, „ik had al voor 'twee uur
moeten heen gaan; -de tijd is hier Somgevlogefrt
zonder dat ik het m'erkfce.
„Er is bezoek," Zeide Phil, terwijl htf Pathes
aankeek en met één oog knipte, het oog dat Kitjj'
fcy niet «zien kon. „Een voornaimë ga;5fc, dat veiv
Böeker ik je. ,Tk j'e een schoen hem d roer heft
avondeten leenentonminste als moeder ia a-sö
dezelfde tafel mét hem laat eten,"