ctiager Courant fl. 11$ DE L T... an Uit het Hart van Holland. it ïr- JaW Derde Blad. Feuilleton. tnt ILS EEN MAN EEN MAN IS ïrk 2o over Zaterdag 26 Februari 1927. 70ste Jaargang. No. 8006. d. r aan. N vat Een verhaal van jaloezie uit het wilde Zuid- Amerika. Naar het Spaansch van MTQUEL DE PINHEIRO. (Nadruk verboden.) het Noorden van Argentinië ligt in de als del Infierno" bekende vlakte van het Chaco territorium, de Estanza „Campo Largo", een vee- i-farm, tachtig duizend morgen grr>„ Dn naam 'ampa der Hel lijkt niet zee rtoepasselijk; de oude ayor.iomo, die het groote goed al twiotic jaar be- uurde, zei altijd dat Campo Largo, me' zijn mans- e weiden, zijn koele bosschen en do eeuvigblau- jen hemel-koepel erboven, eerder den naam van Pa- idijs verdiende. Voor zoover hij hiermede de na- turlijke schoonheid en de Idyllische ligging van dit, m de buitenwereld afgesloten kleine koninkrijk be- jelde, hau hij zeker gelijk. Maar de bewoners zijn acchus geofferd hebben, komt het meermalen voor at. op zich zelf onbeteekenende meeuingsveischil- «n tot zulke felle twisten uitlaaien, dat al spoedig et mes dat iedere Gaucho onder de ruwe blouse wild en ruw en als de Gauchos (veehoeders), getrek aan beter tijdverdrijf, op do lange *onda- j in de cantine van Don Luiz wat rijkelijk aan raagt, de scheidsrechter is. Op een dag was er sensatie op Campo Largo. On- er de weinige jost, die een postbode-te-paard een per week op de hoeve bracht, was ook een elegram voor de Mayordome geweest. Deze, Don filipe, had daarop terstond twee Gauchos met muil peren naa rhet dichtstbijzijnde station (dat op onge- dagreis afstand ligt), gestuurd om een Se norita te halen, die in plaats der overleden oude on- derwijieres, de kinderen van de op Campo Largo arbeidende Gauchos de edele kunst van lezen, schrij ven en rekenen zou moeten leeren. Senorita Enriqueta kwam den volgenden dag, ve-r eld van een onnoemelijk aantal kisten en koffers verwekte, zooals gezegd, niet geringe sensatie, [en had een oud, uitgedroogd juffertje verwacht, en u ontpopte zich deze leermeesteres der jeugd als beeld van een meisje van achttien jaar, met ihitterende oogen en een ravenzwart page-kopje... een fijn dametje, dat hier in deze ruwe, romme- je, onverzorgde omgeving al heel weinig op haar aats scheen. Maaar dat was ook al weer een ver- issing: ze was heelemaal niet trotsch, ze deed on- geneerd mee aan den ruwen scherts van de Pam- ze kon wild en onverschrokken rijden als een 3 an en ze kon ook heel handig met de lasso over- I ^7 ig, zoodat ze al spoedig door de mannelijke bewo- rs van de Estanza niet alleen bewonderd werd, ur ook een groot aantal stille aanbidders onder 1 verwierf. Ie eenige, die zijn vereering voor Enriqueta niet Ier stoelen of banken stak, maar er intogendeel erg koop liep, was Pablo Sanchez, de tweede jrdomo op de hoeve. Hij was oen intelligente, fpe jongen, een beetje cynisch en brutaal en een tr die voor niets stond, zoodat het niet kon uit- jjven dat hij op een jong, frisch meisje indruk ';te. r toch werd Enriqueta niet hals over kop ver- tr- op haar forschen en dapperen bewonderaar. In- XD Rondeel, ze ging hem systematisch uit den weg, ndat ze bang was voor een liefdesverklaring, die ze, it wist ze vooruit, niet anders dan mot een vriende- guirfe tanedelijdenden glimlach zou kunnen aanhooren. §«fdesverklftringen waren dingen, die ze altijd on- Neerstaanbaar-komiek vond en ldaarbij kon ze zich et ontveinzen, dat Pablo Sanchez ondanks al zijn iwonderenswaardige kwaliteiten, haar in den ontvai°n(i net zo° onverschillig wasals de vele andere leren die haar tevoren al op de glooiende bekente- ven (fissen van hun liefde hadden onthaald. Ze wist ei Milijk niet precies wat die jonge mannen bedoel- in; ze kénde het gevoel dat hen bezielde eenvoudig M» Op Campo Largo, werd als elk jaar het feest van don Schutspatroon van do Estanza gevierd. Ten ge lige van het verheven karakter van den dag mocht de cantine van Don Luiz zich al vroeg in don och- toüd In een druk bezoek verheugen. De Gauchos wa- n, als ten en en ent acillol, «EN. ren royaal met hun Peso-biljetten, waarvan ze toch overigens niet al te ruim voorzien waren, met het gevolg dat er tegen den middag als een tamelijk drukke stemming heerschte. Toen al de bewoners op het groote plein der Estanza bijeen waren en de spelen, die ter eere van het feest zouden gehouden worden, een aanvang zou den nemen met wedrennen in de lange, breede po pulierenlaan, verscheen er plotseling een vreemde ruiter, een man met een fijnbesnedün gezicht en een forsche gestalte, die zien blijkbaar op een verre reis bevond. Zijn zadeltasschen waren tot bovenaan toe volgepropt en paard en ruiter waren methet witte stof van de Pampa bedekt. De vreemdeling verzocht gastvrijheid voor den komenden nacht en die werd hem bereidwillig toegezegd. Hij werd ook uitgenoo- digd om aan de spelen deel te nemen en met een vermoeiden glimlach beloofde hij een paar Gaucho- kunsten te zullen vertoonen. Daarop vroeg hij een glas water. Enriqueta, die in de buurt stond, bood direct aan om met hem mode te gaan naar de drinkfontein. Onderweg babbelde ze, zooals ze altijd deed, er lustig op los, maar toen ze bij de drinkfontein kwamen, werd ze plotseling *tiL. ze liet toeze begreep zelf niet waaromdat de zonderlinge vreemde ling, die zoo spaarzaam was met zijn woorden, haar kuste. Toen opeens wist ze dat ze hem lief had. Dit fevoel was nieuw voor haar; als vroeger mannen aar van liefde hadden gesproken, wist ze niet wat ze bedoelden, maar nu begreep ze; het nieuwe, on bekende, heerlijke gevoel verwarde haar; het was groot, beklemmend en mooi. Toen Pablo Sanchez, die bij de wedrennen over winnaar was gebleven, een poosje later langs de school kwam, zag hij tot zijn verbazing, dat de vreemdeling met een sierlijke buiging de mooie En riqueta een blinkend dolkmes met een kostbaar gouden, ipet-juweelen-bezet gevest gaf en daarbij zei: —•Ne m dit als aandenken, Senorita; het is 'n ta lisman die zijn bezitter beschermt, maar diens vijanden onheil aanbrengt. Pablo Sanchez ontstak in een heftige, laaiende ja loezie en stapte zonder bedenken op het tweetal toe. Hij keek den vreemdeling uitdagend aan en zei hern dat het lassowerpen zoo aanstonds beginnen zou. De nagedachtenis gehuldigd van Spinoza, Nederlands grootste wijsgeer. aoper tering rernie ijden door HAROLD BELL WRIGHT. Voor Nederland bewerkt door CF. VAN DER HORST. 28. Voor Phil bleet' Kitty de zelfde. Menigmaal was Aar hart zoozeer van hem vervuld dat zaj verlangde lüwt een ander loven te hebben loeren kennen dan leven waartoe zij beiden gjahoren waren. Wnn- eor z(j die jaren maar niet ver van haar oudor- huis had doorgebracht, Zoo sprak zij dik- lljs tot jjiohzelve, dan zou alle» zoo heel Miers zijn. /,jj had met Ph'il goiukkig kunnen ju, heel gelukkig, wanneer zij in zijn we Wa gebleven was. Maar nu,..nu was zij bang, zoowel voor hom als voor kiohzelvo. Tiaar tdschap voor Pathes had een bijzondere na- gelegd op de dingen die fcusschen haar len man stonden, dien het haar verheugd zou .en als haar levensgezel te aanvaarden, leniginaal wanneer dj met hun drieën teza- waren en Kitfcy het gesprek geleid had, Van het leven waarmede de oow boy gemeon- JJto was, dan was de jonge vrouw genoodzaakt de wentoh van haar hart vergelijkingtan 'maken. Kitty begreep niet dat Phil niet woon to spreken over dingen die buiten znn vrk lagen en buiten de belangen van Zijh vakr °°ten en bovendien altijd beschroomd waar het °P aa& kwam jqfn eigen gedachten onder woor- fl? w ^r®nS"en dat het voor Phil zeer moedig £Was den werkelijken rijkdom van zijn gee pI?? te openbaren aan de vrouw die Zoo gereq- U*.aannam, dat hij van niets wist behalve «5 S\in paarden «en zijn vdbT Maar Pathes die U t? goleerd had vrij'uiteté spreken, begreep f °-rn,dat hij voelde dat de muur die, naar i meende, haar vanden cowboy soheadi- geheel uit haar eigen hersenschimmen opgetrokken, verzuimde Pathes nooit een ge- kïï 0111 kaar ©en dieper inzicht to geven ^ezea van den man dien zij meende, dat ïneisje —O® bijna Nu alwee^over een jubileum. De vorige week gold het den negentigsten verjaar dag van Van Houten, thans den herdenkingsdag 'van Spmoza's dood voor tweehonderd en vijftig jaar, immers op 21 Februari 16717. Wel zeer verschillend deze beide gedenkdagen, zo., dat op de verschillen waarlijk niet behoeft te wor den gewezen, noch op de tegenstelling tusschen den geboortedag van een nog levende en de herdenking van den sterfdag van een slechts vier en veertig jaar oud geworden wijsgeer, noch op de tegenstelling tusschen de beide mannen zelf: den hedendaagschen staatsman en den zeventiende-eeuwsche wijsgeer. Maar ziet toch eens ook naar de overeenkomst. Verleden week vereenigden zich de vrijzinnig-den kenden, zij, die trachten, met eigen oogen en eigen verstand de dingen te doorgronden voor zoover het den mensch is gegeven, dat te doen om den beste hunner, om den eenige schier, die nog over is uit den tijd, waarjn de vrijzinnige gedachte in het staatsbeleid heerschte en die gedachte haar grootste zegepraal vierde, om hem, die als een dr eersten en zeker als de krachtigste het vrije onderzoek, het vrije denken, onbelemmerd door dogmata voorstond in ons land om te komen tot bet beste landsbestuur dat te verkrijgen is. Heden werd de nagedachtenis gehuldigd van een der grootste denkers die de wereld heeft gekend, van hem, die haar in zijn Ethica een der schoonste voortbrengselen van bet zoo onbelemmerd mogelijk denken naliet, het verheven en troostende werk, dat de hoogste menschenliefde en de hoogste berus ting leeraart als het natuurlijkste, het meest logi sche, daarom als het goddelijke, daar God de natuur is, de waarheid, de noodzakelijkheid, daarom het onvermijdelijke en onveranderbare. Spinoza is bet niet gegeven geweest, een rol te spelen in de ge schiedenis van ons land, maar welk een geestver wantschap tusschen deze beiden, den wijsgeer en den staatsman! Den zoeker naar de waarheid en den toepasser van het gevondene. En dan is er zooals van zelf spreekt, de groote overeenkomst in de wijze waarop de eene en die waarop de andere werd behandeld door het meeren- deel van de tijdgenooten. Die overeenkomst bestaat er .tusschen allen, die boven hun omgeving verre uitsteken en wier denken dus verschilt van het niet- denken der massa. Die overeenkomst bestaat er tus schen alle onafhankelijk denkenden en handelenden in alle landen en in alle tijden. Er bestaat slechts een klein onderscheid in de wij ze, waarop de overheid in het eene land en in den eenon tijd tegen de uitblinkendon, dus afwijkenden optreedt en die, waarop de overheid in ander land en anderen tijd dat doet. Het vulgus is nooit veel an ders dan een ander vulgus. De burgemeester van Den Haag zeide in zijn toe spraak tot de vreemde gasten, do van heinde en verre gekomen geloerdon, dio do herdenking heb ben gevierd en het huis van Spinoza d.w.z. het huisje, waarin hij een paar kleine kamertjes had gehuurd in den ouden toestand dedon terugbren gen, o.a. dat hij zich had afgevraagd, of wij Hollan ders eigenlijk niet beschaamd moesten zijn jegens de vreemdelingen, dat wij hen hadden laten doen, wat wij zelf hadden behooren te verrichten voor de nagedachtenis van dezen grooten Nederlander. Maar bij schudt die schaamte van zich af, bedenkende, dat in den tijd waarin Spinoza leefde, hem wel in goen ander land van Europa zou zijn vergund ge weest, zoo vrijelijk en ongemoeid te arbeiden, te zoe ken en te schrijven als in Nederland. Zeker, dat is zoo, Spinoza zou de grenzen van de Nederlandsche gewesten niet overschreden hebben, zou do zee niet zijn overgestokon zonder wegens zijn denkbeelden en zijn geschriften gedood te zijn. Trou wens hij was een van hen, wier ouders, Portugee- sche Joden, hier te lande bescherming hadden ge zocht tegen de vervolging in de zuidelijke landon en die zooals Helmers dat uitdrukt in Neer- lands vrije luchten tot verademing konden komen. Hij zelf werd weldra uitgestooten door dé uitge- stootenen: hoewel hij meermalen had volgehouden, dat zijn leer in geenen deele met het Jodendom in strijd was, verbande men hem uit de synagoge. En wie weet, hoe zijn eigen rasgenooten hem behandeld hadden, waqneer zij staatsmacht hadden bezeten! De Joodsche kerk, de Hervormde kerk, maakten het hem lastig, de Roomsche kerk zou het hem gaar ne lastig gemaakt hebben, bijvoorbeeld met een klein brandstapeltje, wanneer zij in Spinoza's tijd hier iets te zeggen had gehad, maar het zij erkend: de overheid liet hem met rust. Dat kon ook moeilijk anders. Tachtig jaar had men zoo juist gestreden voor de gewetensvrijheid toen Spinoza aan het schrijven ging, dat men nu kwalijk iemand wegens heterodoxie den dood aan kon doen, vooral omdat het hier de heterodoxie gold van een Jood, met wiens godsdienst de vereenigde Nederlanden toch niet te maken hadden. De massa, het volk, voor zoover het eenig benul had van de controverse tusschen Spinoza en de rab bijnen' van zijn kerk, bespotte en beleedigde en hin derde hem. Menigmaal was zijn leven trouwens in gevaar, het leven van den braven, niemand ter we reld aanvallenden bescheiden wijsgeer! In de zeventiende.eeuw, toen Spinoza leefde..en op het einde van de negentiendo eeuw, toen - in 1880 Spinoza's beeld vlak bij het buis, waarin hij had gewoond, pas onthuld was, Nog jaren na die onthulling werd het beeld herhaaldelijk heimelijk besmeurd, hetgeen men zeker niet ten onrechte toe- schreéf aan fanatieke Joden, daar in de buurt wo nende en zoo vaak gebeurde het, dat de straatjeugd daar, zonder natuurlijk iets van de reden te weten, meende, dat het zoo hoorde en het monument tót mikpunt koos voor allerlei projectielen, die zij op straat kon vinden. Eerst langzamerhand sleet het. Tegenwoordig laat men den armen zoo jong gestor ven:. zoo .bewonderenswaardig en tevens zoo droevig geleefd hebbende wijze met rust en mag bij onge stoord zitten blijven, peinzend voor zich uitstarend, de veer tot schrijven gereed In den aanvang van de twintigste eeuw werd het standbeeld of liever het zitbeeld omgekeerd, naar men zeide omdat men Spinoza, den ingetogen kuischen geleerde, den voortdurenden Aanblik be sparen wilde van al de ongerechtigheden, die juist in die buurt zoo veelvuldig voorkomen. Was dat de zeden, dan had men het beeld kunnen laten zoo als het was. Immers nauwelijks bad Spinoza zich Hnet het gelaat naar de Paviljoensgracht gekeerd en het huis, waarin hij zoo schitterend had geewrkt, of ook daar vestigden zich de huizen, die de buurt niet tot eer strekken. Maar bovendien: zou hij het erg gevonden hebben? Hij, die overtuigd was, dat al wat geschiedde noodzakelijk moest geschieden door samenwerkende factoren en dat er geen ob jectief, absoluut goed of slecht bestond, hij, die al les trachtte te doorgronden on die reeds op vele verschillende wijzen had gezegd, wat men later uit drukte door: tout comprendre, c'est tout pardon- ner? Thans gaat het weer beter. Die aanstoot ge vende gelegenheden zijn grootendeels weer verdwe nen, verjaagd eigenlijk meer door de vele vexaties van de politie, dan door den geost van Spinoza.» Maar de massa gedraagt zich jegens zijn geest, zooals zij zich twee en een halve eeuw geleden ge- droog: óf onverschillig, óf vijandig. De massa ver andert niet zoo spoedig. sij al sinds haar kindsheid kende. Gedurende de langde wintermaanden, in mom- gen avond aan do iCruis Driehoek), of bij buur,- man Iteid, vond Kitfcy de g-ologqnheid vooro een beter begrijpen van Phil, inaax het eenig© gq- volg daarvan was een nauwer vriondsohap met Pathes Do sneeuw smolt, de regens begonnen te val-' len, de beken en rivieren werden gevuld tot brui- sende stroomen, heuvel en vlakte en berg ontr* waakten tot het nieuwe leven dat in lederen tak aanzfwol. de bekoorlijkheden van de weilan den in do dalen kwamen weor frisoh en geurig te voorschijn en van dalton en struiken en hoo rnen 'kondigden do leeuwerikken en duiven hun blijde terugkomst aan. En met de lonte kwam oen gast naar de Kruis Driehoek farm een andere vreemdeling. Pathes was dien dag naar de doodloopende hei ning geweest, en toon hi} in don .laten namiddag huiswaarts keerde, was hij oen haal andor man dan do Pathos die nu eenige maanden geleden door Kitty bewaard was voor oen vernederde on dervinding met diezelfde heining. liet. feit dat hij nu Vroomdeling bereed, heb groote iZwarte paqrd, teektende meer dan iets an ders misschien de verandering die er had plaats rrepen mot den man, sinds den dag toen ssjj den hun opvoeding en hun werk aan de Kruis Driehoek begonnen waren. Zooals nu de oow boy zijn sterk en levendig paard sonder eenige moeite regeerde, zou nie*> mand geloofd hebben dat hij aeZelfde persoon was als de 'bleeke welgekleoae Keer dien Phil op den toip van den Divide ontmoet had. Die maanden van werkaaam openluoht-leven hadden aam zijn slank lichaam een lenige en buigzame kracht gegeven dïet zich voortdurend openbaarde, terwijl zijn door wind en zon verweerde huid getuigenis aflegde van een gezondheid, het deel van den man die jeder uur van den dag aan de elemenH ten 'is bloodgesteld. Hij reed nu een eindweegs langs den top van den heuvelrug die do westelijke Zijde van hetj dal begrenst en hij keek omlaag naar de rsode daken van de farm. Hij glimlachte bij' de get dachte aan het welkom dat hem daar wachtte bij het einde van Zijii dagtaak. De Deken en Stella, kleine Billy en Phil, en allen die tot don huiselijken kring behoorden, Zij waren dien ster ken tman dierbaar geworden van wien zjj nog niets wisten; en hoe groot ook de verandering in Zijn uiterlijk voorkomen mocht zijn» de man Zelf wist dat er nog andere even groote verande ringen Waren. Pathes had niet alleen oen naam en oen beroep gekregen, maar op den koop toe had hij iets gewonnen dat nog veel kostbaarder voor hem zeiven zou Zijn. En Zoo voelde hij een groote dankbaarheid jegens hen die hem in hun vertrouwen hadden opgenomen en hem nog meer dan Zij wisten, geholpen hadden. Hij was al aan het einde vam den heuvelrug en halverwege de vlakte naar het erf, toen dc kleine Billy hem snel tegemoet kwam rijden met de oude jpheep die met behulp van de sporen tot de uiterste 'krachtinspanning werd aangezet Toen de knaap naderbij kwam, groette hij1 zijn vriend Imet luide, jongensachtige kreten, en Pa*» fches antwoordde Imet een oow boy gil die zijn training alle oer aandeed^ terwijl Vreemdeling- wild steigerde en door allerlei Zopdelinge be wegingen züjn gevoelens trachtte kenbaar te ma ken Rleurie ^Billy had plezier voor tien. Yipl Yip! iscihreeu'wdo hij voor het genoegen van Vreemdeling. En toen heb groote paard zijn kac priolen voorzette, voegde de knaap daaraan do bemoedigende vermaning voor den ruiter toe: „Blijf in je zadel, Pathos....blijf zitten!" Lachende nam Pathes den goeden raad ter har te „Wat wou je eigenlijk, compagnon?" vroeg hij goedhartig, toen Vreemdeling er eindelijk in toestemde tenminste twee pooten tegelijk op den grond te houden, „wou je mij tegen de wa' reld hebben?" vjk geloof niet dat dat mogelijk Zou caijn," zeide de jongen vol bewondering. „Ik kwam u al leen maar vertellen^ dat wij baZoek hebben," voegr de hü er bij, terwijl zij naar huis reden. Pathes was Zeer verwonderd. „Bezoek!" riep hij uit. „Ja, het is iemand die ver uit hiet Oosteai komt. Oom t Will heeft hem' medegebracht uit de stad. Zij Ziju na het middageten nier gekomen. Ik gq-< loof dat hij n-ö® nooit |$en farmi gezien hecft.i Ik bon zeker dat "wij plezier met hem1 zullen hieb|J ben!" Het gezicht van Pathes werd «ernstig, terwijl hi? luisterde. „Hoe weet je dat hij uit het OoS^ ten komt?" vroeg "hij, terwijl hij achter een glimp lach afijn spanning verborg voor zijn kleinen vriend Don Fernando (zoo noemde de vreemde zicb), was toch zeker wel een handig lassowerper en zou dus toch zeker wel aan den wedstrijd deelnemen? Don Fernando glimlachte bij de plompe uitdaging en verklaarde zich bereid de lassokunsten te ver toonen die de ander hem zou voordoen. Enriqueta keek peinzend voor zich; ze wist dat Pablo wijd on zijd in den omtrek als de beste lassowerper gold en ze was bang dat de fijne Cabbalero te veol gezegd had en de kans van een beschamende nederlaag liep. In het ruime Corral renden een twintig paarden heen on weer, die men daar bij elkaar gebracht had om er de Gauchos hun rij- en werpkunst op te la ten toonen. Pablo liet zich een lasso geven en be trad met Don Ferando het Corral; Enriqueta bleof buiten bij de toeschouwers. De eerste maal ving Sanchez zijn paard op doordat hij de lasso zoo han dig wierp dat het. dier met de beide pooten erin verward raakte. Don Fernando glimlachte min achtend en deed het zonder moeite na. Na een paar andere kunststukken speelde Pablo zijn troefkaart uit. Hij kondigde aan dat hij vier paarden in één worp zou opvangen en bood aan terstond 100 pesos ie betalen, als het hem bij den eersten zwaai niet gelukken zou. Dezelfde verplichting moest de vreem deling op zich nemen. Die knikte en glimlachte weer alsof hetgeen hij doen moest niets om het lijf had! Pablo die een beetje bleek om den neus was ge worden, zwaaide een keer of drie, vier zijn lasso in het rond, ging daarop op de teenen staan en gooide. Van de paarden dio wild heen en weer galloppeer- den in het Corral had hij er vier te pakkondo worp was gelukt! Donderende bijval was het loon voor zijn bravourstuk. Nu kwam de vreemdeling aan de beurt. Allen keken vol spanning naar Don Fernando, dio in zijn ruim-zittenae Gaucho-blouso van ruwe zijde rustig, stond toe te kijken en doodkalm nog een sigaret aanstak voor hij de lasso van Peblo Sanchez aan nam. Daarop maakte hij zich gereed om te gooien. Met breede kronkels suisde het leden snoer door de lucht. Een krachtige ruken in het volgend oogen blik sloeg Don Fernando achterover en viel op zijn rug op den grond. Do lasso was in het midden ge scheurd; Enriqueta gaf een schreeuw; wat daarop gebeur de was het werk van een paar seconden. Don Fernando sprong op wierp een blik op de plaats waar de lasso gescheurd was en zag dat er met een mes in het snoer was gesneden. Woest over deze laffe laagheid trok hij zijn pistool uit den gor del om den doortrapten dader van deze gemeenheid zijn valschheid betaald te zetten. Maar Pablo San chez was hem al voor: nog voor het schot knalde zonk Don Fernando, doorstoken door het mes van den Creool, zonder een woord ineen. D'e menigte verspreidde zich zwijgend: het was het trieste einde van een dag waarop zij allen hun feestelijke verwachtingen hadden gevestigd. De man nen gingen haastig naar de cantine van Don Luiz om de herinnering aan de gruwzame gebeurtenis te verdrinken in de vergetelheid die de wijn schenkt. Ook Enriqueta wist wie de -lasso had doorgesneden. Doodbleek wankelde zij naar haar Rancho en sloot zich in haar kamer op. Zij weende alsof er nooit een eind aan don vloed van haar tanen komen zou want het mes dat Don Fernando had geveld had ook haar hart gedood! Maar tegen middernacht werd ze eindelijk rustig; ze stond op sloop naar bui ten in den helderen maan-nacht waarin alles vre- dW en stil leek. Het wilde jagen van haar adem was het eenige geluid dat de tastbare stilte van den tropischen nacht verstoorde. Ze ging langzaam voort; voorzichtig spiedend om zioh heen. Toen men in den laten voormiddag van den vol genden dag, Pablo Sanchez zocht op zijn - kamer, vond men hem dood op zijn bed. Uit zijn borst stak het gouden, met-juweelen-bezetten gevest van een dolk, dat in het licht van den morgenzon fonkelde. Bevrijd U van die rugpijn. Rugpijn waarschuwt u. dat uw nieren- verzwakt kunnen zijn. Uit Rugpijn blijkt dJan, idat gij een spe cifiek niermilddel dient te gebruiken om «de-ze be langrijke levensorganen -te versterken. Waag u niet aan uitstal! Begin «onmiddellijk Foster's Rugpijn Nie ren Pillen «te gebruiken. Dit «middel kan aan «de nie ren nieuwe kracht geven, zorg «dragen voor goede bloeidzuiverjng, en- rugpijn, blaasstooraissen. water zuchtige zwellingen, pijn in de spieren of gewrichten matheid, vermoeidheid, zenuwachtigheid, duizelig- reidi en -urinestoornissen doen verdwijnen. Tal van mannen en vrouwen.,die gedurende de laatste 25 jaren leden aan nierkwalen en de pijn lijke verschijnselen daarvan, getuigden, dat Foster's Pillen 'hun kracht ien gezondheid herstelden. Aarzel «nietl De werking van dit specifieke mid del is rechtstreeks op de nieren gei ebt. en als deze organen goe'd werken, wordt het bloed behoorlijk ge zuiverd en -krachtig. Daarom worden Foster.s Rug pijn, Nieren Pilien -dan ook -algemeen aanbevolen te gen rheuipatiek. lendepijn, ischias, rugpijn en an dere ernstige gevolgen van nierzwakte. Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let «hier vooral -op) bij apotheken en drogisten a f 1.75 per flacon. ,jlk hoorde dat Oom Will het aan Phil en aan. Iütty vertelde." „Is Kitfcy dan thuis?" JBiilly lachte. „Kitty en Phil zfij'n vandaag er-< gens heen gereden....'Zij zijh pas thuis gekomen! i'oen ik (wegging waren zij aan het praten met den gast. Phil zag u, toen u daar van den hei«4 vel kwam aanrijden en zioo kom ik u hier nu aD les vertellen." Phil en Kitfcy liepen naar hun paarden die bij de heining stónden, toen Pafches en Billy heb hek binnenkwamen. De jongen gleed van Zijn zadel op den bega* nen grond en rende het; huiis in om Tante Stella te vertellen dafc Pathes gekomen was. Om «Sheep bekommerde hij Zioh niefc, daar aou wel voor gel» zorgd worden. Bill vond heb noogsb vernederend lafc hij1 nog niefc groofc genoeg was om Zijn eigen paard te «zadelen en dttarom zorgden do mannen van «de> (hoeve er voor dab zijn paard altijd, klaar sfcond t in (de morgen en dafc hefc 's avonds ^be hoorlijk afgetuigd werd, Zonder dafc er onvrienr delijk'e opmerkingen over dafc onderwbrp worden geuit. Pathes liet tbijn pmixd sfcil staan eni begroette ijn vrienden zonder af te stappen. „Je gaat toch niefc heen?" Zeide hij' tofc Kitty, mofc iets van een protest in zijVi 9tem. '„Al oen week lang heb ik je niefc gezien. Het sfcaat Phil lang niet mooi dat hij" misbruik maakt van Zij'n gezag en mij* ,er alloen op uit sfcuurb en Zelf den healen met jou rijdt." ij lachten om hem, Zooals hij daar op den grooten (Zwarte zat, met zifn hoed in Zyn hand en neerziende op hun aangezichten1 die naar hem opgeheven waren met de innige, vriensehappeu lijke belangstelling van een ouderen broeder. Pathes merkte op dat de oogep van [Kitty glins terden van opgewektheid en dafc Phil's oogen Yon-< keiden van ingehouden vrooljjkheid. vNu moet: ik waarlijk heengaan: Pathes, zeide het jonge meisje, „ik had al voor 'twee uur moeten heen gaan; -de tijd is hier Somgevlogefrt zonder dat ik het m'erkfce. „Er is bezoek," Zeide Phil, terwijl htf Pathes aankeek en met één oog knipte, het oog dat Kitjj' fcy niet «zien kon. „Een voornaimë ga;5fc, dat veiv Böeker ik je. ,Tk j'e een schoen hem d roer heft avondeten leenentonminste als moeder ia a-sö dezelfde tafel mét hem laat eten,"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 9