AlientGD Billis-
Aimitiiii- Liiünillil
s
Hoe hetbuitenland
ons ziet.
n«
ij
Donderdag 10 Maart 1927.
70ste Jaargang No. §013.
Eerste Blad.
Feuilleton.
ALS EEN MAN EEN
MAN IS
Binnenlandsch Nieuws.
terarti
-later®
iggcleg
:r.
ïIJW m
?eraar
rijwiel)
leer v,
rv.i
am.
zoei
er eenjr
l hij 3
gebral
kendi
egedjfl
RACER
fancy
Groot» Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder-
lamie* en Zater^Rg" inzen(1iög tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
lI t.
i[_Bkentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitlcomend nummer geplaatst.
UilgeversN.V. v.h. TRAPMAN 4 Co., Schagen.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 8 ^maanden f 1.65. Losse nummers 8 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 80 cent (bewjjsno.
inbegrepen). Grooto lettors worden naar plaatsruimte berekend.
'•elke
om
in: Vu»
lenschq
'Okaftü
uur en
kOOR Ti
nheid j
kop tb
ners
a, word
e *ehs*
l' tot du
ïtigen
l kuna
moq
te wtia
imenij
lt wi
deri
dit nummer bestaat uit twee bladen.
oor 1
soofl
Ons land, of eigenlijk kleine landje, welke naam
het misschien beter past tegenover de grooto wereld
machten, in welker economisch leven het niettemin
een niet onbelangrijke, ja soms zelfs zeer belangrijke
rol speelt, door het buitenland te zien bekeken en
beschreven, is voor ons, bewoners ervan, wellicht wel
eens interessant. Wij zijn anders zoo licht geneigd,
om de groote dingen van onze natie, die ze al door
de eeuwen heeft gedaan, en nog steeds doet, niet
altijd met groot enthousiasme te aanvaarden. Hieron
der volgt een beschrijving over ons mooie land, zooals
ten Duitscher het ziet.
De Nederlanden noemen wij dat schoone en
eigenaardige land; de naam duidt het reeds aan.
Meer dan een derde van de oppervlakte ligt zoo diep,
dat het bij een heel gewonen vloed onder water zou
loopen. Groote landstreken, waarin sedert eeuwen
hot.rijkste leven van dit land bloeit, waren voor
dien niet bewoonbaar en ook niet nuttig, omdat men
niet geleerd had, het water le bedwingen.
Een eigenaardig gevoel, wannee men in de dorpen
en hoeven, op de lachende velden, tusschen men-
schen en vee staat vier, v ij f meter bene
den de oppervlakte van het water, door
niets als een smalle aardwal daarvan gescheiden!
Öet water komt in Nederland van alle kanten op
zetten. In het Noorden en in het Westen wordt het
land door de Noordzee bespoeld. Deze heeft in voor-
historischen tijd de beschermende' duinenketen op
vele plaatsen doorbroken; weinig meer dan een vier
de van de lange grenslinie, waarlangs de Hollanders
met de Noordzee hebben te kampen, is compact vast
land gebleven. Wat de zee niet in den loop der tijden
heeft kunnen wegspoelen, heeft zij als eilanden ach
tergelaten. Want tegelijk met de doorbraken heeft ze
do achter de duinen gelegen landen (meestal moeras
gronden) over groote afstanden overstroomd, welke
op het oogenblik met den naam van Waddenzeeën
worden aangeduid; dit vindt men het meest in het
Noorden. Op één plaats is de doorbraak van gewel
digen omvang geweest; zij reikt tot in het hart van
het land; het is de Zuiderzee. In 1287 nog een
binnenzee zijnde, heeft de Noordzee zich in een
stormvloed over een breed front met haar vereenigd
en is nadien steeds één met haar gebleven; 80.000
menschen zouden volgens de kronieken hét leven
daarbij hebben ingeschoten. Zoo is in den loop der tij
den, een blik op de kaart leert het ons, in de Noord
zee-, Waddenzee- en Zuiderzeekust een grens, tege
lijk echter ook een verdedigingsfront tegen de zee
ontstaan, die, gezien de grootte van Nederland, ge
weldig te noemen is. En aan dit front zijn door de
eeuwen heen onmetelijke offern aan goed en Bloed
gevallen. De Zuiderzee-catastrophe was niet de groot
ste. Noordzee moordzee.
En vanuit het vasté land dringen zich de .groote
rivieren op als Rijn, Maas en andere stroomen door
de lage vlakten, om zich met de Noordzee te vereeni
gen. Het land is werkelijk zoo laag, dat de rivie
ren tusschen hooge, beschermende dijken moeten
doorstroomen, daar zij anders groote vlakten zouden
overstroomen, hetgeen bij dijkdoorbraken evengoed
iog als eens voorkomt.
Reeds zeer vroeg, het was nog voor het begin onzer
'jaartelling, heeft dit land de menschen aangetrokken,
Toestand, klimaat, vischrijkdom en vruchtbaarheid,
hebben hiertoe niet weinig meegewerkt De vermeer
arca i
Inplifl
groei
te gl
noraea
voorvj
f om d
■oonii
«sto
i zooi
i.'lrocN
door HAROLD BELL WRIGHT.
Voor Nederland bewerkt door
C. F. VAN DER HORST.
85.
Hij gaf dien kijker ter mg iaan ritflni vrouw* vWan
eer j'0 oen onver valschton rechtgeleerde u,it hot
Westen wilt dien lau daarbij een echten gen-tik^
nian, rie dan eens even naar dien laugieni daar, van'
aöa voet drie in dat grüptfo pak."
„Ja, ik rie hem," aaide Helen, maar
jr. schijnt iets niet in orde te Zijn, daar gaat
hj] terug naar de machines...hjj hééft het over
de Wot miefc de chauffeurs."
„Zij zullen met Morris niet gemakkelijk: een locxpe
je nemen," Bedde Stanford vol bewondering.
Op eens sprak een diepe, vriendelijke stem naast
hem: „Hoe gaat heb Manning? Heb je geen fcjjd
om önefc je ouder vrienden te spreken?"
Stanford keerde zich om met een uitroep van
jrcrugde greep hij de toegestoken hand van den
Deken. En daarop, tot Zijn vrouw wendende, die
met een glimlach van belangstelling had toege-
7- „Helen, dit is meneer Baldwln de He
ken, je weet wel."
vWelzeker behoor ik den Deken te kennen,"
S!j hem haar hand toestak: „Start--
1 t höérfc mij Zooveel van #u vertéld, dat ik al
üoodelirk verliefd op u ben."
„En ik," antwoordde de peken' die met rijn
Blauwe oogen vol ingenomenheid naar haar opz'ag,
rVf er van dat ik altijd otp u vetpi
nera i>en geweest. Ik ben blij' te zien dat deze
ïfvnge man rij'n goeden naam voor zijn smaak
fleert opgehouden. Hebben Be nog meer meisies
«li ln Oraten? Als er nog meer Zijn, dan
®ai ik verplicht zij'n nog eens oen uitstapje naar
ideel van de wereld te maken voordat ik er
dering van het aantal inwoners dwong hen, zich te
gen het water te verdedigen. Aanvankelijk vestigden
zich de visschers op hooger gelegen plekken, terpen
of waarden genaamd. Zoolang het aantal inwoners
beperkt bleef, boden die hooger gelegen punten
ruimte genoeg om aan allen een plaatsje te verschaf
fen. De toename der bevolking dwong de bewoners
er echter toe, zich den bodem dienstbaar te ma
ken. Zij bgonnen aarden wallen op te werpen om
het regelmatig terugkeerende water van de bebouw
de landerijen af te houden. Reeds voor het begin on
zer jaartelling moeten zich meerdere gelijkbedreigde
bewoners hebben vereenigd om zich door het aanleg
gen van dijken tegen het water te beschermen. Aan
gedreven door de vreeselijke ondervinding, die men
bij eiken vloed opdeed, vervolmaakte zich de tech
niek van het dijkwezen, speciaal tijdens de 16de eeuw
en nu op het oogenblik hebben de Honllanders geleerd
hoe de woedende elementen te moeten beheerschen.
Ook de stroomen en rivieren, in het bijzonder de
groote, dwingen zij door dijken binnen hun beddin
gen te blijven, zoodat ook hier het gevaar van over
stroomingen, behoudens onvoorziene omstandigheden,
bezworen is. Ongehoorde dingen heeft het
Nederlandsche volk op dit gebied ge
presteerd. De eene provincie Zeeland in het Zuid
westen, hoofdzakelijk bestaande uit eilanden, die
bespoeld worden door de Schelde- en Maasarmen,
heeft een kustlijn ter lengte van 530 kilometer,
waarvan 480 kilometer kunstmatige waterwering is.
Gezamenlijk beslaan de eilanden een oppervlakte
van ongeveer 180000 H.A. Hoe het er met een derge
lijke kustlengte toegaat, wanneer het stormt, be
hoeft 'zeker wel geen betoog. Het klinkt nog zoo on
natuurlijk niet, toen Napoleon indertijd, toen hij
over Holland heersehte met de gedachte heeft rond-
geloopen, Zeeland vanwege de enorme kosten aan
dijken en zeeweringen maar prijs te geven. Zoo is
Zeeland als een vesting uitgebouwd, die de zee als
't ware bestormd, gelijk het op zijn beurt weer door
de zee bestormd wordt. Achter de dijken vertoont bet
zich echter als een paradijsche tuin.
Doch hieruit spreekt niet direct de Nederlandsche
waterschapskennis. Waar water stond, zonder zijn
nut af te werpen, zorgde men voor afvoer, om den
drooggelegden bodem in cultuur te brengen. Al heel
gauw ging men er toe over, bet water, waar bet we
gens de laaggelegen oppervlakte van het omliggen
de land niet af kon vloeien, uit te pompen en het
langa vaarten naar zee af te voeren. Daarbij bediende
men zich van den in Holland altijd heerschenden
wind; men bouwde molens en maalde het water om
hoog, om 't zoo weg te voeren. Niets is zoo karak
teristiek voor Holland als zijn watermolens, die
men- daar allerwege ziet. In alle grootten zoowel als
in alle contructies zijn zijn vertegenwoordigd. Zij
schonken echter niet in elk opzicht voldoening;
langzamerhand worden ze helaas verdrongen door de
steeds meer en meer op den voorgrond tredende mo
derne electrische watergemalen.
Ook dit is echter nog niet het hoogste van Neder-
land's kennis op waterschapsgebied. De Hollander
heeft niet alleen het water geweerd, en het verwij
derd, daar, waar hij het niet hebben wilde; hij heeft
het water bovendien tot zijn besten, sterksten en
trouwsten vriend gemaakt Hij heeft dit oer-element
dat hem in duizenden gevaren bedreigd, dat dikwijls
bloeiende levens met een enkelen slag vernietigde,
MIJNHAFiDTp
werkart zonder krómp of pijn.
Ooos 60 cent.
bij Apoth.arf Drbgisten1
te Ijrad voor geworden ben."
is juist zooals Stan my' altijd gelegd hoetft
dat u was.'_
„Oom Wall."- aeride Kitfcy, „Ik schaam mij
over ui Ik had nooit gedaoht dat u uw eigen
vrienden 'zoo zoudt afvallen I"
De Deken lichtte rijn hoed pp en woelde met
zijn hand in zijn grijpende haren, .als iemand die
geen uitkomst meer weet. „Wel Kitty, je weet da,t
ik van geen (ffliedsjie meer kan hooien dan ik van
jou hofua. Je behoort mij toe, evenzeer als je jo
vader en moedear toebehoort, Maar zie je...wij moe-
ton /do vreemde tmjemschan toch ook tiefhaMxm."
.Kitty vertelde nu den Deken, dat mevrouw
Mjanmng doziolfdle was als Helen Wakefield', met
wie Zij zoo bevriend was geweest op school en
dat Helen ita baar uitstapje naar Granihe Basin
naar "Walliamson Valoy Zou komen.
„Gaat tu in Granite Basin kampoenen?" Beide
de Deken tot Stanford, „Dan Zult a daan sotm*
müjgen van mftu jcow boys aantreffen/'
„Dat Bou mij genoegen doen," antwoordde
Stanford, „Helen had zich juist beklaagd dat
er hier geen cow boys te zien zij'n. Ik heb haar
Phil Acton gewezen, maar het schijnt dat die niet
voor vol wordt aangezien, zij wil zelfs niet geloot
ven dat hij een cow boy is."
De Deken lachte. „Hij is nooit iets anders ge
weest. Er worden er nergens ook beter gemaakt.,
voegde hij en? aan toe: „Pl£l rijdt dit jaar niet
mee in de wedrennen."
„Eu waarom niet?"
„Ik weet het niet....de een of andere dWaZe in
val dat hij richzelven niet ten toon wil stellen....
fdat heeft hij mij tenminste gezegd. Ik heb (een
nieuweling op de farm," voegde hij er bij', alsof
het Ier hem om te doen was Eet onderwerp van!
het gesprek t8 veranderen," „en die is het vol
gend jaar evengoed als Phil. Hij' heet Pathes.
Het is een uitmuntende kerel." Onder heb spre
ken Van den Deken had Kitty rondgezien, zij
logde nu haar hand op den arm van Helen: „Kijk.
Helen, k'geloof dat ik Pathes daar zie. dien man
te paard daar aan den viersprong..
Helen keek door den kijker. „Ja, ik! Zie hem."
Bel zqj. „Hij ziet er' juist uit-zooals ik ver
als 't ware in zijn band genomen, zoodat het hem
zeer gewillig dient.
Het water dat zoowel hier als ergens anders, met
de lucht en do zon het boofdvoedsel voor de plan
tenwereld oplevert, heeft hij tot een bron van zijn
economische welvaart gemaakt, doordat hij het
grondwater op de voor de bo.omen en planten ver-
eischte hoogte houdt. En tegelijk is het voor hem
een verkeersweg. Vanaf de kanalen, die de grootste
oceaanstoomers tot ver in het land heen dragen,
tot aan de ontelbare kleinere vaaren, die tezamen
genomen wel enkele malen de aarde kunnen om
spannen, dienen alle als middel van verkeer. De
landbouwer neemt niet den gieter jjm zijn planten
van het noodige vocht te voorzien; hij behoudt op
zijn land door regeling van den waterstand de ver-
eischte vochtigheid, en de kunst, waarmee hij dik
wijls op kleine bedrijven verschillende waterstan
den in zijn slooten onderhoudt, is in één woord
meesterlijk. Langs dezelfde slooten en kanalen voert
hij zijn producten naar de naastbij zijnde markten
en gebruikt ze voorts in alels, waartoe hem zijn be
zigheden op het land noodzaken.
De benutting van het water is een goedkoope
exploitatiekracht en practisch een zeer vertrouwd
middel. 'Het is tegelijkertijd ook een element van
groote economische beteekenis. De bewoners, die
zich tot gemeenschappelijken arbeid aanden kant
van het water vereenigden, vormden uit hun mid
den besturen, die tot taak hadden, het water, dat
nooit ophield te dreigen, steeds in de gaten te hou
den, en bij overstroomingen of doorbraken hande
lend op te treden. Zoo vormden zich reeds heel spoe
dig waterschappen, vereenigingen die het boven
staande ten doel hadden. Zij zijn de dragers van al-
gemeene vraagstukken van het hoogste belang ge
weest, en vormden in het land, door de oplossing
van deze vraagstukken, lichamen, die een groote
macht uitoefenden. Heden ten dage komen ze nog
zeer talrijk voor. De krachtige gemeenschapszin, de
gezonde staatsopvatting der Hollanders, vindt hier
in zijn diepsten wortel. Eh het leven in,deze ver
bonden is een oeroud, democratisch zelfbestuur. In
al deze waterschappen (polderschappen) ontspringen
de rijkste bronnen, die het gemeenschappelijke en
staatkundige leven bevruchten. Niets is in het ba-
stuur zoo heilzaam, als de drang naar practischen
arbeid. En deze hier staat onder den druk der ge
welddadigheden van de natuur, die in den tegen-
woordigen tijd snelle en ingrijpende besluiten en
steeds een ruimen blik eischen: de opbouwende
kracht van het water, het sterkste element, in den
opbouw van het Nederlandsche volk in het geeste
lijke cultureele en economische leven dezer natie,
die zich door een sterk wisselend en zwaar tijdperk
heeft heen geworsteld tot een onaantastbare en sou-
vereine zelfstandigheid. Luctor et ermego (ik wor
stel en kom boven) staat er in één van de provincia
le wapens.
Met een: ook de Hollandsche meester ls niet als
kunstenaar geboren, waarmee gezegd wil worden,
dat er voor het Duitsche volk op dit gebied nog
heel wat valt te leeren, en geleerd kén worden, be
sluit de schrijver, een door het Berl. Tagebl. uitge
zonden Duitsche specialiteit op landbouwgebied,
voor een studiereis door Hólland, zijn belangrijk
artikel.
75 jaren: nederlandsche postzegels.
De Voorzitter der afdeeling 's Gravenhage van de
Nederlandsche Vereeniging voor postzegelverzame
laars, Dr. B. Daameni. arts te 's Gravenhage, heeft
hot volgende.verzoekschrift tot den Minister van Wa
terstaat gericht:
Het is dit jaar 75 jaren geleden, dat de eerste Ne
derlandsche postzegels verschenen ziln.
In den tegenwoordigen tijd. waarin ieder land zich
beijvert door reclame, zooveel mogelijk de algemee-
ne attentie op zich te vestigen., wil het adressant
voorkomen, dat het van groot nut zou kunnen zijn
wachtte. Wat heeft hij' oen goed voorkomen."
Zij nam don ruiter nog aandachtiger op en er
kwam een uitdrukking van onzekerheid op haar
gelaat „Kitty," Boiae zü zaoht, zoodat de man
nen, die met elkander spmkoen, haar niet hoorden,
„die man herinnert mü aan....zij aarzelde en
zag haar vriendin met een half speelsohen, half
verlegen blik aan, „hij doet mij denken aan
Lawrence# Knight.
De bruine, geestige oogen van Kitty schitter
den van ondeugendheid. „Werkelijk, mevr. Manr
ning ik schaam irdi over u. De wittebroodsweken
Zijn 'jioig niet voorlvn en hij1 Hé verschijning van
een onnooZelen cow boy dwalen uw gecfaohten af
naar de boeiende bekoorlijkheden van uw milliopr
nairaanbidder.
„Kitty,...StU."smeeJrfce Helen
Zij nam nog eens de kijker ara dien oow1 boy op
te nemien.
„Het verwondert .jnif niéts dat j*e gewetens
wroegingen hébt,/ plaagde Kitty fluisterend;
„maar vertel mij" öems, hoe is heb gekomen dat
je je millionnair< bent kwijt geraakt?"
„Ik ben hem niet kwijtgeraakt," antwoordde
Helen, steeds kijkende naar Pathe3, „hij is mij
kwijtgeraakt"
Kitty zette haar plagende scherts voort. „Hoe
is het mogelijk! Heeft de edele held van Zoo
vele millioenen de «schoono Helena niet kunnen
kluisteren! Dat kan ik niet geloovem!"
„Zie dien man daar rechts," ziedde Helen fier,
terwijl Bij naar haar man wee3, „en dan zul
je heb gelooven."
Kitty lachte zoo hartelijk, dat Stanford omkeek
en hen inet een vragenden glimlach' aanzag.
„Ma.ak Tl niet bezorgd over tons, meneer Man-
ning," Bedde Kitty, „wij halen •ouHié hef-
inneringen op."
„Zor,T d'it u den wedstrijd niet .mist," .ant
woordde hij, „Zij maken zich klaar voor den
afrit. Ik geloof dab het ditmaal lukken zal.
„Wat is he<". jammer," fluisterde Kitty, „dab
k dien Kn;ght nooit", gezien heb! Maar je hebt
toch wel van hem gehouden niet waar?"
TMen meende d-m toon van een ernsbigen vraag
te hoóren in de stemi van haar vriendin. Het was
ter herdenking van den 75sten verjaardag der, Ne
derlandsche postzegels, een nieuwe serie postwaag*
den het licht te doon zien, die tegelijk blijk kan geven
hoe ons Nederland de nagedachteniazljner grootst®
zonen weet te eeren.
'Die ethans in omloop zijnde waarden dér postze
gels, zijn 22 in aantal (1 ct. f 5). Van d,e nieuw uit
te geven herdenkingsuitgave zouden de portretten der
navolgende 22 Nederlandsche beroemdheden (alle in
onze rdusea aanwezig) n aanmerking kunnen komen,
om als beeldenaars der verschillend© post voorwaar
den te dienen, alle zonder uitzondering vormen een
stuk van onzen nationalen roem en nemen een© Ne
derland waardige plaats in, in den lljêt van wareld-
cozypheëen:
Vondel. P. C Hooft (letterkunde); Rembrand;. Frani
Hals. Jan Steen (schilderkunst); Christiaan Huygens.
Leeuwenhoek. Zacharia# Janssen (natuurkunde);
Swammerdam, Boerhaave (geneeskunde); Michiel
Adriaan de Ruyter, Tromp (zeehelden); J. P. Coen,
(kolonisatie); Frederik Hendrik. Menno van Coe-
hoorn, (strategie); Laurens Coster (boekdrukkunst);
Erasmus, Thomas a I'empis. (relige); Hugo de Groot
(staatswetenschap) Sweelinck (muziek) Jacob van
Campen, (bouwkunde); Spinoza. •(wijsbegeerte)^
Dé heer Daamen verklaart overtuigd te zijn. dat
alle weldenkende Nederlanders en de geheéle philate-
listieohe wereld voor inwilliging van hef, ver-*
zoek, de uitgifte dezer nieuwe emissie ter hand te wil
len nemen, ten hoogste dankbaar zonden zijn.
sch agerbru g.
Ten lokale van den heer H. L'. van de Poll verga
derd» Dinsdagavond de Zijper Handeldrijvende en
Industrieel® Middenstandsvereeniging.
Ei* waren 12 leden aanwezig.
De heer D. Nap, die voorzitter was, had bedankt en
op verzoek nam de heer van de Poll het voorzitten
schap dezen avond waar.
De notulen van den secretaris, den heer G. Veu-
ger, werden goedgekeurd en de penningmeester, de
heer P. Dekker, deed enkele mededeelingen over den
finaentieelen toestand der vereeniging; er was in kas
ongeveer f 50.
Vervolgens kwam in bespreking de vraag, of onze
vereeniging bil de a.a. gemeenteraadsverkiezing
met e eneigen candidaat zou uitkomen. Bij meerder
heid van stemmen werd besloten dit niet te doen
en als vereeniging niet deel te nemen aan den stem
busstrijd,
De heer P. Doorn werd als bestuurslid1 gekozen, on
nam deze benoeming aan. De heer Doom werd daar
na als voorzitter aangewezen.
Getracht, zal worden het ledental uit té breiden
en daartoe zal ln de verschillende dorpen der gemeen
te een uiteenzetoting worden gegeven over het doel
der vereeniging. Tot het houden van een dergelijke
causerie stelt de heer J. Broer zich beschikbaar.
BIJ de rondvraag kwamen nog enkele huishoudelij
ke zaken ter sprake, enkele naar voren gebrachte on
derwerpen zullen de aandacht van het Bestuur heb
ben.
De vergadering, die zich kenmerkte door aangena
me, vriendschappelijke bespreking, werd daarna door
den Voorzitter gesloten.
strenge censuur op het dansen.
Door de houders van danszalen in de gemeente
Kerkrade is in de dansiokalen de volgende bekend*
making opgehangen:
Charleston, tango en ongepaste Btepdanson zijn
ten strengste verboden. Overtreders van dit verbod
zullen onmiddellijk uit de zaal verwijderd worden,
OUDE NIEDORP.
Naar wij vernemen wonscht de hoer J. Wit Sr., wet
houder dozer gemeente, niet moer als raadslid ixX
aanmerking to komen bij dó a.0, verkiezing,
W ARMENHUIZEN.
Qver de maand1 Februari werden goedgekeurd B
varkens, 2 koeien .en 7 nuchtere kalveren; ingeyoerd
werd 140 KG. afgehakt vleesch.
Noodslachtingen; goedgekeurd 1 koe, kalyaren, en
1 schaap; afgekeurd 1 pink en 7 kalveren.
Indien in do negentiende eeuw en in dat gedeelte
of heti le|r hot jonge meisje am té doem was tot
een beslissing te komecn.
„O, zeker, Kitty, ik mocht Lawrenoe Knighfj
heel graag lijden," antwoordde zij oprecht, „hb
was oen uitmuntende jongen in menig opricht,
en een lieve goede vriend. Stanford en ik, wij
houden "beiden hoed voel van hem, zij zijn samen
gelijk op school geweest, moot jo weten. Maar,
mij lieve, noodt hoeft iemand dien armen Larry au
sérioux genomen, noodt heeft iemand hem weit
kelijk als man beschouwd...hij' is Zoo wanhopend
onbeduidend."
„Onbeduidend?....met Zooveel millioenen I"
„O, Kitty je weet wel wat ik wil zeg,gen. Maar
nu hebben wij1 houeoh genoeg gesproken avetr mé
neer Lawrenoe Knight. Ik wil nog eens naar den!
cow boy kijken. Die aa/ot er fenminsbö uit aJs een
echte man, vindt jie ook nietP Had zed de Déken
ook weer dat hij heette?",
„Pathes."
.„O, ja., wat een zonderlinge naam..Pathes. Stan,
kom even hier. Neem den kijker en rie eens maar
dien oow boy." t
Stanford richtte den kijker naar haar aanwij-
zang.
„Doet hij je niet denken aan Larry Knight?"
„Larry Knight?"' Stanford keek haar verwonderd
aan. „Die oow boy? Larry Knight? Ik kan het
met vinden. Maar misschien zou de beschaafde
en verfijnde Larry rich wel gevleid voelen, als
hu hoorde dat je eanige gelijkenis Zag tusschen
hem en een gewonen cow boy. Maar neem nu den
kijker, eindelijk zullen zy afrijden."
Rechter Morris gaf het sein en de éerrste auto
vloog van het beginpunt en rende de straat door
langs de rijen van de juichende menigte. Nog
een oogenblik en Helen Manning aansohouiwde.
een fcoonoel dat 'de harten1 van alle aanwezigen met
ontzetting vervulde.
Terwijl de Zware racenoar, bij! iiedéren stoot van
rijn machtigen motor in snelheid toenemende, naar
den heuvel rende, Wa-s een kleine jongen, maar
weinig meer dan een wankelende zuigeling, aan
u j ridder ontsnapt die bij het touw gestaan
had Idat tot afsluiting diende. Eh terwijl aller
oogen op de auto gevestigd waren, had niemand