AlientGD Billis- Aimitiiii- Liiünillil s Hoe hetbuitenland ons ziet. n« ij Donderdag 10 Maart 1927. 70ste Jaargang No. §013. Eerste Blad. Feuilleton. ALS EEN MAN EEN MAN IS Binnenlandsch Nieuws. terarti -later® iggcleg :r. ïIJW m ?eraar rijwiel) leer v, rv.i am. zoei er eenjr l hij 3 gebral kendi egedjfl RACER fancy Groot» Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder- lamie* en Zater^Rg" inzen(1iög tot 's morgens 8 uur, worden Adver- lI t. i[_Bkentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitlcomend nummer geplaatst. UilgeversN.V. v.h. TRAPMAN 4 Co., Schagen. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 8 ^maanden f 1.65. Losse nummers 8 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 80 cent (bewjjsno. inbegrepen). Grooto lettors worden naar plaatsruimte berekend. '•elke om in: Vu» lenschq 'Okaftü uur en kOOR Ti nheid j kop tb ners a, word e *ehs* l' tot du ïtigen l kuna moq te wtia imenij lt wi deri dit nummer bestaat uit twee bladen. oor 1 soofl Ons land, of eigenlijk kleine landje, welke naam het misschien beter past tegenover de grooto wereld machten, in welker economisch leven het niettemin een niet onbelangrijke, ja soms zelfs zeer belangrijke rol speelt, door het buitenland te zien bekeken en beschreven, is voor ons, bewoners ervan, wellicht wel eens interessant. Wij zijn anders zoo licht geneigd, om de groote dingen van onze natie, die ze al door de eeuwen heeft gedaan, en nog steeds doet, niet altijd met groot enthousiasme te aanvaarden. Hieron der volgt een beschrijving over ons mooie land, zooals ten Duitscher het ziet. De Nederlanden noemen wij dat schoone en eigenaardige land; de naam duidt het reeds aan. Meer dan een derde van de oppervlakte ligt zoo diep, dat het bij een heel gewonen vloed onder water zou loopen. Groote landstreken, waarin sedert eeuwen hot.rijkste leven van dit land bloeit, waren voor dien niet bewoonbaar en ook niet nuttig, omdat men niet geleerd had, het water le bedwingen. Een eigenaardig gevoel, wannee men in de dorpen en hoeven, op de lachende velden, tusschen men- schen en vee staat vier, v ij f meter bene den de oppervlakte van het water, door niets als een smalle aardwal daarvan gescheiden! Öet water komt in Nederland van alle kanten op zetten. In het Noorden en in het Westen wordt het land door de Noordzee bespoeld. Deze heeft in voor- historischen tijd de beschermende' duinenketen op vele plaatsen doorbroken; weinig meer dan een vier de van de lange grenslinie, waarlangs de Hollanders met de Noordzee hebben te kampen, is compact vast land gebleven. Wat de zee niet in den loop der tijden heeft kunnen wegspoelen, heeft zij als eilanden ach tergelaten. Want tegelijk met de doorbraken heeft ze do achter de duinen gelegen landen (meestal moeras gronden) over groote afstanden overstroomd, welke op het oogenblik met den naam van Waddenzeeën worden aangeduid; dit vindt men het meest in het Noorden. Op één plaats is de doorbraak van gewel digen omvang geweest; zij reikt tot in het hart van het land; het is de Zuiderzee. In 1287 nog een binnenzee zijnde, heeft de Noordzee zich in een stormvloed over een breed front met haar vereenigd en is nadien steeds één met haar gebleven; 80.000 menschen zouden volgens de kronieken hét leven daarbij hebben ingeschoten. Zoo is in den loop der tij den, een blik op de kaart leert het ons, in de Noord zee-, Waddenzee- en Zuiderzeekust een grens, tege lijk echter ook een verdedigingsfront tegen de zee ontstaan, die, gezien de grootte van Nederland, ge weldig te noemen is. En aan dit front zijn door de eeuwen heen onmetelijke offern aan goed en Bloed gevallen. De Zuiderzee-catastrophe was niet de groot ste. Noordzee moordzee. En vanuit het vasté land dringen zich de .groote rivieren op als Rijn, Maas en andere stroomen door de lage vlakten, om zich met de Noordzee te vereeni gen. Het land is werkelijk zoo laag, dat de rivie ren tusschen hooge, beschermende dijken moeten doorstroomen, daar zij anders groote vlakten zouden overstroomen, hetgeen bij dijkdoorbraken evengoed iog als eens voorkomt. Reeds zeer vroeg, het was nog voor het begin onzer 'jaartelling, heeft dit land de menschen aangetrokken, Toestand, klimaat, vischrijkdom en vruchtbaarheid, hebben hiertoe niet weinig meegewerkt De vermeer arca i Inplifl groei te gl noraea voorvj f om d ■oonii «sto i zooi i.'lrocN door HAROLD BELL WRIGHT. Voor Nederland bewerkt door C. F. VAN DER HORST. 85. Hij gaf dien kijker ter mg iaan ritflni vrouw* vWan eer j'0 oen onver valschton rechtgeleerde u,it hot Westen wilt dien lau daarbij een echten gen-tik^ nian, rie dan eens even naar dien laugieni daar, van' aöa voet drie in dat grüptfo pak." „Ja, ik rie hem," aaide Helen, maar jr. schijnt iets niet in orde te Zijn, daar gaat hj] terug naar de machines...hjj hééft het over de Wot miefc de chauffeurs." „Zij zullen met Morris niet gemakkelijk: een locxpe je nemen," Bedde Stanford vol bewondering. Op eens sprak een diepe, vriendelijke stem naast hem: „Hoe gaat heb Manning? Heb je geen fcjjd om önefc je ouder vrienden te spreken?" Stanford keerde zich om met een uitroep van jrcrugde greep hij de toegestoken hand van den Deken. En daarop, tot Zijn vrouw wendende, die met een glimlach van belangstelling had toege- 7- „Helen, dit is meneer Baldwln de He ken, je weet wel." vWelzeker behoor ik den Deken te kennen," S!j hem haar hand toestak: „Start-- 1 t höérfc mij Zooveel van #u vertéld, dat ik al üoodelirk verliefd op u ben." „En ik," antwoordde de peken' die met rijn Blauwe oogen vol ingenomenheid naar haar opz'ag, rVf er van dat ik altijd otp u vetpi nera i>en geweest. Ik ben blij' te zien dat deze ïfvnge man rij'n goeden naam voor zijn smaak fleert opgehouden. Hebben Be nog meer meisies «li ln Oraten? Als er nog meer Zijn, dan ®ai ik verplicht zij'n nog eens oen uitstapje naar ideel van de wereld te maken voordat ik er dering van het aantal inwoners dwong hen, zich te gen het water te verdedigen. Aanvankelijk vestigden zich de visschers op hooger gelegen plekken, terpen of waarden genaamd. Zoolang het aantal inwoners beperkt bleef, boden die hooger gelegen punten ruimte genoeg om aan allen een plaatsje te verschaf fen. De toename der bevolking dwong de bewoners er echter toe, zich den bodem dienstbaar te ma ken. Zij bgonnen aarden wallen op te werpen om het regelmatig terugkeerende water van de bebouw de landerijen af te houden. Reeds voor het begin on zer jaartelling moeten zich meerdere gelijkbedreigde bewoners hebben vereenigd om zich door het aanleg gen van dijken tegen het water te beschermen. Aan gedreven door de vreeselijke ondervinding, die men bij eiken vloed opdeed, vervolmaakte zich de tech niek van het dijkwezen, speciaal tijdens de 16de eeuw en nu op het oogenblik hebben de Honllanders geleerd hoe de woedende elementen te moeten beheerschen. Ook de stroomen en rivieren, in het bijzonder de groote, dwingen zij door dijken binnen hun beddin gen te blijven, zoodat ook hier het gevaar van over stroomingen, behoudens onvoorziene omstandigheden, bezworen is. Ongehoorde dingen heeft het Nederlandsche volk op dit gebied ge presteerd. De eene provincie Zeeland in het Zuid westen, hoofdzakelijk bestaande uit eilanden, die bespoeld worden door de Schelde- en Maasarmen, heeft een kustlijn ter lengte van 530 kilometer, waarvan 480 kilometer kunstmatige waterwering is. Gezamenlijk beslaan de eilanden een oppervlakte van ongeveer 180000 H.A. Hoe het er met een derge lijke kustlengte toegaat, wanneer het stormt, be hoeft 'zeker wel geen betoog. Het klinkt nog zoo on natuurlijk niet, toen Napoleon indertijd, toen hij over Holland heersehte met de gedachte heeft rond- geloopen, Zeeland vanwege de enorme kosten aan dijken en zeeweringen maar prijs te geven. Zoo is Zeeland als een vesting uitgebouwd, die de zee als 't ware bestormd, gelijk het op zijn beurt weer door de zee bestormd wordt. Achter de dijken vertoont bet zich echter als een paradijsche tuin. Doch hieruit spreekt niet direct de Nederlandsche waterschapskennis. Waar water stond, zonder zijn nut af te werpen, zorgde men voor afvoer, om den drooggelegden bodem in cultuur te brengen. Al heel gauw ging men er toe over, bet water, waar bet we gens de laaggelegen oppervlakte van het omliggen de land niet af kon vloeien, uit te pompen en het langa vaarten naar zee af te voeren. Daarbij bediende men zich van den in Holland altijd heerschenden wind; men bouwde molens en maalde het water om hoog, om 't zoo weg te voeren. Niets is zoo karak teristiek voor Holland als zijn watermolens, die men- daar allerwege ziet. In alle grootten zoowel als in alle contructies zijn zijn vertegenwoordigd. Zij schonken echter niet in elk opzicht voldoening; langzamerhand worden ze helaas verdrongen door de steeds meer en meer op den voorgrond tredende mo derne electrische watergemalen. Ook dit is echter nog niet het hoogste van Neder- land's kennis op waterschapsgebied. De Hollander heeft niet alleen het water geweerd, en het verwij derd, daar, waar hij het niet hebben wilde; hij heeft het water bovendien tot zijn besten, sterksten en trouwsten vriend gemaakt Hij heeft dit oer-element dat hem in duizenden gevaren bedreigd, dat dikwijls bloeiende levens met een enkelen slag vernietigde, MIJNHAFiDTp werkart zonder krómp of pijn. Ooos 60 cent. bij Apoth.arf Drbgisten1 te Ijrad voor geworden ben." is juist zooals Stan my' altijd gelegd hoetft dat u was.'_ „Oom Wall."- aeride Kitfcy, „Ik schaam mij over ui Ik had nooit gedaoht dat u uw eigen vrienden 'zoo zoudt afvallen I" De Deken lichtte rijn hoed pp en woelde met zijn hand in zijn grijpende haren, .als iemand die geen uitkomst meer weet. „Wel Kitty, je weet da,t ik van geen (ffliedsjie meer kan hooien dan ik van jou hofua. Je behoort mij toe, evenzeer als je jo vader en moedear toebehoort, Maar zie je...wij moe- ton /do vreemde tmjemschan toch ook tiefhaMxm." .Kitty vertelde nu den Deken, dat mevrouw Mjanmng doziolfdle was als Helen Wakefield', met wie Zij zoo bevriend was geweest op school en dat Helen ita baar uitstapje naar Granihe Basin naar "Walliamson Valoy Zou komen. „Gaat tu in Granite Basin kampoenen?" Beide de Deken tot Stanford, „Dan Zult a daan sotm* müjgen van mftu jcow boys aantreffen/' „Dat Bou mij genoegen doen," antwoordde Stanford, „Helen had zich juist beklaagd dat er hier geen cow boys te zien zij'n. Ik heb haar Phil Acton gewezen, maar het schijnt dat die niet voor vol wordt aangezien, zij wil zelfs niet geloot ven dat hij een cow boy is." De Deken lachte. „Hij is nooit iets anders ge weest. Er worden er nergens ook beter gemaakt., voegde hij en? aan toe: „Pl£l rijdt dit jaar niet mee in de wedrennen." „Eu waarom niet?" „Ik weet het niet....de een of andere dWaZe in val dat hij richzelven niet ten toon wil stellen.... fdat heeft hij mij tenminste gezegd. Ik heb (een nieuweling op de farm," voegde hij er bij', alsof het Ier hem om te doen was Eet onderwerp van! het gesprek t8 veranderen," „en die is het vol gend jaar evengoed als Phil. Hij' heet Pathes. Het is een uitmuntende kerel." Onder heb spre ken Van den Deken had Kitty rondgezien, zij logde nu haar hand op den arm van Helen: „Kijk. Helen, k'geloof dat ik Pathes daar zie. dien man te paard daar aan den viersprong.. Helen keek door den kijker. „Ja, ik! Zie hem." Bel zqj. „Hij ziet er' juist uit-zooals ik ver als 't ware in zijn band genomen, zoodat het hem zeer gewillig dient. Het water dat zoowel hier als ergens anders, met de lucht en do zon het boofdvoedsel voor de plan tenwereld oplevert, heeft hij tot een bron van zijn economische welvaart gemaakt, doordat hij het grondwater op de voor de bo.omen en planten ver- eischte hoogte houdt. En tegelijk is het voor hem een verkeersweg. Vanaf de kanalen, die de grootste oceaanstoomers tot ver in het land heen dragen, tot aan de ontelbare kleinere vaaren, die tezamen genomen wel enkele malen de aarde kunnen om spannen, dienen alle als middel van verkeer. De landbouwer neemt niet den gieter jjm zijn planten van het noodige vocht te voorzien; hij behoudt op zijn land door regeling van den waterstand de ver- eischte vochtigheid, en de kunst, waarmee hij dik wijls op kleine bedrijven verschillende waterstan den in zijn slooten onderhoudt, is in één woord meesterlijk. Langs dezelfde slooten en kanalen voert hij zijn producten naar de naastbij zijnde markten en gebruikt ze voorts in alels, waartoe hem zijn be zigheden op het land noodzaken. De benutting van het water is een goedkoope exploitatiekracht en practisch een zeer vertrouwd middel. 'Het is tegelijkertijd ook een element van groote economische beteekenis. De bewoners, die zich tot gemeenschappelijken arbeid aanden kant van het water vereenigden, vormden uit hun mid den besturen, die tot taak hadden, het water, dat nooit ophield te dreigen, steeds in de gaten te hou den, en bij overstroomingen of doorbraken hande lend op te treden. Zoo vormden zich reeds heel spoe dig waterschappen, vereenigingen die het boven staande ten doel hadden. Zij zijn de dragers van al- gemeene vraagstukken van het hoogste belang ge weest, en vormden in het land, door de oplossing van deze vraagstukken, lichamen, die een groote macht uitoefenden. Heden ten dage komen ze nog zeer talrijk voor. De krachtige gemeenschapszin, de gezonde staatsopvatting der Hollanders, vindt hier in zijn diepsten wortel. Eh het leven in,deze ver bonden is een oeroud, democratisch zelfbestuur. In al deze waterschappen (polderschappen) ontspringen de rijkste bronnen, die het gemeenschappelijke en staatkundige leven bevruchten. Niets is in het ba- stuur zoo heilzaam, als de drang naar practischen arbeid. En deze hier staat onder den druk der ge welddadigheden van de natuur, die in den tegen- woordigen tijd snelle en ingrijpende besluiten en steeds een ruimen blik eischen: de opbouwende kracht van het water, het sterkste element, in den opbouw van het Nederlandsche volk in het geeste lijke cultureele en economische leven dezer natie, die zich door een sterk wisselend en zwaar tijdperk heeft heen geworsteld tot een onaantastbare en sou- vereine zelfstandigheid. Luctor et ermego (ik wor stel en kom boven) staat er in één van de provincia le wapens. Met een: ook de Hollandsche meester ls niet als kunstenaar geboren, waarmee gezegd wil worden, dat er voor het Duitsche volk op dit gebied nog heel wat valt te leeren, en geleerd kén worden, be sluit de schrijver, een door het Berl. Tagebl. uitge zonden Duitsche specialiteit op landbouwgebied, voor een studiereis door Hólland, zijn belangrijk artikel. 75 jaren: nederlandsche postzegels. De Voorzitter der afdeeling 's Gravenhage van de Nederlandsche Vereeniging voor postzegelverzame laars, Dr. B. Daameni. arts te 's Gravenhage, heeft hot volgende.verzoekschrift tot den Minister van Wa terstaat gericht: Het is dit jaar 75 jaren geleden, dat de eerste Ne derlandsche postzegels verschenen ziln. In den tegenwoordigen tijd. waarin ieder land zich beijvert door reclame, zooveel mogelijk de algemee- ne attentie op zich te vestigen., wil het adressant voorkomen, dat het van groot nut zou kunnen zijn wachtte. Wat heeft hij' oen goed voorkomen." Zij nam don ruiter nog aandachtiger op en er kwam een uitdrukking van onzekerheid op haar gelaat „Kitty," Boiae zü zaoht, zoodat de man nen, die met elkander spmkoen, haar niet hoorden, „die man herinnert mü aan....zij aarzelde en zag haar vriendin met een half speelsohen, half verlegen blik aan, „hij doet mij denken aan Lawrence# Knight. De bruine, geestige oogen van Kitty schitter den van ondeugendheid. „Werkelijk, mevr. Manr ning ik schaam irdi over u. De wittebroodsweken Zijn 'jioig niet voorlvn en hij1 Hé verschijning van een onnooZelen cow boy dwalen uw gecfaohten af naar de boeiende bekoorlijkheden van uw milliopr nairaanbidder. „Kitty,...StU."smeeJrfce Helen Zij nam nog eens de kijker ara dien oow1 boy op te nemien. „Het verwondert .jnif niéts dat j*e gewetens wroegingen hébt,/ plaagde Kitty fluisterend; „maar vertel mij" öems, hoe is heb gekomen dat je je millionnair< bent kwijt geraakt?" „Ik ben hem niet kwijtgeraakt," antwoordde Helen, steeds kijkende naar Pathe3, „hij is mij kwijtgeraakt" Kitty zette haar plagende scherts voort. „Hoe is het mogelijk! Heeft de edele held van Zoo vele millioenen de «schoono Helena niet kunnen kluisteren! Dat kan ik niet geloovem!" „Zie dien man daar rechts," ziedde Helen fier, terwijl Bij naar haar man wee3, „en dan zul je heb gelooven." Kitty lachte zoo hartelijk, dat Stanford omkeek en hen inet een vragenden glimlach' aanzag. „Ma.ak Tl niet bezorgd over tons, meneer Man- ning," Bedde Kitty, „wij halen •ouHié hef- inneringen op." „Zor,T d'it u den wedstrijd niet .mist," .ant woordde hij, „Zij maken zich klaar voor den afrit. Ik geloof dab het ditmaal lukken zal. „Wat is he<". jammer," fluisterde Kitty, „dab k dien Kn;ght nooit", gezien heb! Maar je hebt toch wel van hem gehouden niet waar?" TMen meende d-m toon van een ernsbigen vraag te hoóren in de stemi van haar vriendin. Het was ter herdenking van den 75sten verjaardag der, Ne derlandsche postzegels, een nieuwe serie postwaag* den het licht te doon zien, die tegelijk blijk kan geven hoe ons Nederland de nagedachteniazljner grootst® zonen weet te eeren. 'Die ethans in omloop zijnde waarden dér postze gels, zijn 22 in aantal (1 ct. f 5). Van d,e nieuw uit te geven herdenkingsuitgave zouden de portretten der navolgende 22 Nederlandsche beroemdheden (alle in onze rdusea aanwezig) n aanmerking kunnen komen, om als beeldenaars der verschillend© post voorwaar den te dienen, alle zonder uitzondering vormen een stuk van onzen nationalen roem en nemen een© Ne derland waardige plaats in, in den lljêt van wareld- cozypheëen: Vondel. P. C Hooft (letterkunde); Rembrand;. Frani Hals. Jan Steen (schilderkunst); Christiaan Huygens. Leeuwenhoek. Zacharia# Janssen (natuurkunde); Swammerdam, Boerhaave (geneeskunde); Michiel Adriaan de Ruyter, Tromp (zeehelden); J. P. Coen, (kolonisatie); Frederik Hendrik. Menno van Coe- hoorn, (strategie); Laurens Coster (boekdrukkunst); Erasmus, Thomas a I'empis. (relige); Hugo de Groot (staatswetenschap) Sweelinck (muziek) Jacob van Campen, (bouwkunde); Spinoza. •(wijsbegeerte)^ Dé heer Daamen verklaart overtuigd te zijn. dat alle weldenkende Nederlanders en de geheéle philate- listieohe wereld voor inwilliging van hef, ver-* zoek, de uitgifte dezer nieuwe emissie ter hand te wil len nemen, ten hoogste dankbaar zonden zijn. sch agerbru g. Ten lokale van den heer H. L'. van de Poll verga derd» Dinsdagavond de Zijper Handeldrijvende en Industrieel® Middenstandsvereeniging. Ei* waren 12 leden aanwezig. De heer D. Nap, die voorzitter was, had bedankt en op verzoek nam de heer van de Poll het voorzitten schap dezen avond waar. De notulen van den secretaris, den heer G. Veu- ger, werden goedgekeurd en de penningmeester, de heer P. Dekker, deed enkele mededeelingen over den finaentieelen toestand der vereeniging; er was in kas ongeveer f 50. Vervolgens kwam in bespreking de vraag, of onze vereeniging bil de a.a. gemeenteraadsverkiezing met e eneigen candidaat zou uitkomen. Bij meerder heid van stemmen werd besloten dit niet te doen en als vereeniging niet deel te nemen aan den stem busstrijd, De heer P. Doorn werd als bestuurslid1 gekozen, on nam deze benoeming aan. De heer Doom werd daar na als voorzitter aangewezen. Getracht, zal worden het ledental uit té breiden en daartoe zal ln de verschillende dorpen der gemeen te een uiteenzetoting worden gegeven over het doel der vereeniging. Tot het houden van een dergelijke causerie stelt de heer J. Broer zich beschikbaar. BIJ de rondvraag kwamen nog enkele huishoudelij ke zaken ter sprake, enkele naar voren gebrachte on derwerpen zullen de aandacht van het Bestuur heb ben. De vergadering, die zich kenmerkte door aangena me, vriendschappelijke bespreking, werd daarna door den Voorzitter gesloten. strenge censuur op het dansen. Door de houders van danszalen in de gemeente Kerkrade is in de dansiokalen de volgende bekend* making opgehangen: Charleston, tango en ongepaste Btepdanson zijn ten strengste verboden. Overtreders van dit verbod zullen onmiddellijk uit de zaal verwijderd worden, OUDE NIEDORP. Naar wij vernemen wonscht de hoer J. Wit Sr., wet houder dozer gemeente, niet moer als raadslid ixX aanmerking to komen bij dó a.0, verkiezing, W ARMENHUIZEN. Qver de maand1 Februari werden goedgekeurd B varkens, 2 koeien .en 7 nuchtere kalveren; ingeyoerd werd 140 KG. afgehakt vleesch. Noodslachtingen; goedgekeurd 1 koe, kalyaren, en 1 schaap; afgekeurd 1 pink en 7 kalveren. Indien in do negentiende eeuw en in dat gedeelte of heti le|r hot jonge meisje am té doem was tot een beslissing te komecn. „O, zeker, Kitty, ik mocht Lawrenoe Knighfj heel graag lijden," antwoordde zij oprecht, „hb was oen uitmuntende jongen in menig opricht, en een lieve goede vriend. Stanford en ik, wij houden "beiden hoed voel van hem, zij zijn samen gelijk op school geweest, moot jo weten. Maar, mij lieve, noodt hoeft iemand dien armen Larry au sérioux genomen, noodt heeft iemand hem weit kelijk als man beschouwd...hij' is Zoo wanhopend onbeduidend." „Onbeduidend?....met Zooveel millioenen I" „O, Kitty je weet wel wat ik wil zeg,gen. Maar nu hebben wij1 houeoh genoeg gesproken avetr mé neer Lawrenoe Knight. Ik wil nog eens naar den! cow boy kijken. Die aa/ot er fenminsbö uit aJs een echte man, vindt jie ook nietP Had zed de Déken ook weer dat hij heette?", „Pathes." .„O, ja., wat een zonderlinge naam..Pathes. Stan, kom even hier. Neem den kijker en rie eens maar dien oow boy." t Stanford richtte den kijker naar haar aanwij- zang. „Doet hij je niet denken aan Larry Knight?" „Larry Knight?"' Stanford keek haar verwonderd aan. „Die oow boy? Larry Knight? Ik kan het met vinden. Maar misschien zou de beschaafde en verfijnde Larry rich wel gevleid voelen, als hu hoorde dat je eanige gelijkenis Zag tusschen hem en een gewonen cow boy. Maar neem nu den kijker, eindelijk zullen zy afrijden." Rechter Morris gaf het sein en de éerrste auto vloog van het beginpunt en rende de straat door langs de rijen van de juichende menigte. Nog een oogenblik en Helen Manning aansohouiwde. een fcoonoel dat 'de harten1 van alle aanwezigen met ontzetting vervulde. Terwijl de Zware racenoar, bij! iiedéren stoot van rijn machtigen motor in snelheid toenemende, naar den heuvel rende, Wa-s een kleine jongen, maar weinig meer dan een wankelende zuigeling, aan u j ridder ontsnapt die bij het touw gestaan had Idat tot afsluiting diende. Eh terwijl aller oogen op de auto gevestigd waren, had niemand

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 1