Schap Courant
Het Geheim van het oude
Horloge.
VOOR DE KINDEREN
dat het grootste deel van de wereldproductie
van kamfer van het eiland Formosa komt?
dat kamfer een belangrijk Ingrediënt is bij de
bereiding van springstoffen?
d a t er thans nog over de geheele wereld verspreid,
3.000.000 mensclielijke wezens in slavernij leven?
dat onlangs in Londen een nieuw metaal, het
solium, werd uitgevonden door den heer T. D. Kel-
ley?
dat dit metaal zacht als lood, of harder dan staal
gemaakt kan worden en dat er geen doel is, waar
door platina wordt gebruikt, dat niet evengoed met
solium bereikt kan worden?
i
dat solium zijn kracht in wit-gloeienden toe
stand behoudt en bestand is tegen oververhitte
stoom?
„SOUVENIR"*MANIAKKEN.
De portiers van de hotes te Stratford-on-Avon
klaagden er den laatsten tijd ln toenemende mate
over, dat de bagage van de bezoekers uit Amerika
en de koloniën merkwaardig zwaar was, wanneer zij
de stad verlieten. Men stelde een onderzoek in en
kwam tot de merkwaardige ontdekking, dat hon
derden van deze vereerders van Shakespeare ter
herinnering aan den grooten man dakpannen 'en
steenen van het onlangs afgebrandeMemorial Thea-
tre hadden meegenomen. Tallooze steenen zijn op
deze wijze na den brand verdwenen. De inwoners
van Stratford meenen nu uit de belangstelling van
de Shakespeare-vereerders voor de oude steenen
munt te kunnen slaan. Men heeft het plan in over
weging genomen de steenen voor een guinje per
stuk sommigen zullen het vermoedelijk ook wel
iets goedkooper doen beschikbaar te stellen voor
de liefhebbers. Zoo denkt men het geld voor don her
bouw van den schouwburg bijeen te brengen.
Zaterdag 2 April 1927.
70ste Jaargang. No. 8026.
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U bekend:
d a t de „span" een van de oudste lengtematen
was?
dat een span 22c.M. en verkregen werd door
de lengte te meten tusschen het einde van den duim
en den pink, wanneer men deze zoo wijd mogolijk
uiteenstrekte?
dat een Fransch mechaniker een fiets uitvond,
'oie getransformeerd kan worden in een monoplane
en tot 50 M. hoogte kan vliegen?
dat er in Engeland 2.130.000 ingeschreven Radio-
luistervinken zijn, en in Duitschland 1.337.122, Zwe
den 238.000, Denemarken 114.492, Hongarije 53.070 en
Zwitserland 51.759?
X. ON EU 81' IN DEN SLA-BAK.
Toen Kwaak door den Ako waa bulten gebracht,
Waa, waar bi] bet allereerst# aan dacht:
EEN ZONNIGE DAGI
Het was een mooie lentedag,
Het zonnetje scheen blijI
Toen legde in ieder nestje
Een vogeltje een ei.
Het was een echte lentedag,
De wind kwam uit het Zuid,
^"oen kropen kleine vogeltjes
De kleine eitjes uit.
Het was oen fijne lentedag,
Al was 't dan nog geen Mei.
Het zonnetjo scheen vroolijk
En iedereen was blij.
Nieuwa avonturen van. Bram Vingeifling.
door L. Roggeveen.
Vervolg.
KV.
Een dolle rit.
„Volle kracht!" riep Bram tegen don chauffeur.
„Volle kracht!"
De chauffeur gaf vol gas, en luid toeterend, tufte
de taxi de Breestraat uit, het Noordeinde in t.ot
grooton schrik van de Leidenaars, en van den lan
gen verkeersagent bij het Rapenburg. Met hevige
armzwaaien probeerde de agent de taxi te laten
stoppen, maar Bram riep luid: „Doorrijden, doorrij
den! Als je een bekeuring krijgt, betaal ik de boete,
chauffeur!"
De chauffeur grinnikte en de taxi snorde verder.
Een Jjsco-man kon niet dan met groote moeite zijn
koude zoetigheid in veiligheid brengen. Een orgel
draaier moest midden in een prachtig stuk met veel
trillers en uithalen ophouden, om zijn orgel aan
den kant van de straat te rijden. Rakeling snorde de
taxi langs het orgel:.
„Kijk uit, sufferd!" schreeuwde de orgelman ra
zend. Een agent fietste de dolle auto achterna, om
het nummer op te nemen
„Al,s ik een verbaal krijg, zal ik flink moeten op
dokkon," schreeuwde de chauffeur boven het gera
tel van den motor uit.
„Trek je maar nergens wat van aan", riep Bram te
rug, „want ik bon er zeker van, dat zo je toch niet
zullen veroordeelen, ook al zou je honderd bekeurin
gen krijgen!"
„Waarom niet?"
In korte trekken vertelde Bram van zijn ontdek
king in de duinen en van de hellende Rotonde op
Scheveningen.
„Allright!!" riep de chauffeur, ,dan moeten we zor
gen, dat we er vóór zessen zijn!'J
,En ik zal je goed betalen ook", riep Bram weer.
„Wat komen mijn Ilóogenraedtsche guldens me nu
goed van pas', dacht hij'. v 10
Rohonclig laveerde de chauffeur tusschen een troep
blatende schapen door. Eén van de witwolletjes was
van de kudde afgedwaald
„Pas op!" riep Bram angstig. Bijna was 't arme
dat solium goedkooper is dan platina?
dat een wijfjeskarper in één' keer imeer dan
700.000 eitjes kan voortbrengen?
dat ons land per jaar 8970 H.L, alcohol voor
reuk- en toiletwatetr gebruikt?
Hoe ot tnj nu dadelijk de straat -kon verlaten,
Want de stad en de straat had hij reeds leeren haten
Den vorige» keer, toen bij zoo bad geleden
Van den angst om te worden vertrapt of vertreden.
Zoo gauw hij dus weggegooid was door den longen,
Was bij door een raam uaar beneden gesprongen,
ln een keuken, gelegen half onder den grond.
Op een tafel, ln een groote subaal die daar stond
En die vol was met heerlijke, malsche salade
Hij vond bet verrukkelijk, die lekkere bladen.
Een reiziger, die in de heele woestijn
Een bron vindt, die kati zoo gelukkig niet zijn
Als Kwankje in de sla, die nog droop van bel nat.
Hel was hem een maal en een hed en eeti bad,
Hij rolde zioh rond, hij boel in hel groen,
Hij wist niet wat hij van plezier wel moest doen.
Het was vele dagep. ja weken misschien,
Dal Kwaak geen groen blaadje van nabij bnd gezien
Kwaak voelde m de sla zioh dus hijster plezierig
En jolig en frisuh, levensluslig en tierig
In lang was l gejaagde, gemartelde heesi
Niet zrtrt in zijn sas en o prettig geweest
Maar ach, ook die rust was van niet langen duur,
Want daar wachtte al spoedig een nieuw avontuur
Hij voelde den hak m beweging gezet
En dacht bij zich zelf: ,,'t Is weer uit met de pret."
En school weg in de bI&, heel diep in den hak
En voelde zich weinig meer op zijn gemak
Toen merkte hij, dat hij met Iets werd begoten.
dier overeden, maar op 't laatste nippertje gooide de
chauffeur zijn stuur om, zoodat 't schaapje gered
was. De taxi kwam in het gras terecht, buitelde een
paar maal door een kuil, schuurde rakelings langs
de hoornen, maar kwam toch weer behouden mid
den op den weg terecht
„Lammetje loop je zoo eenzaam te blaten
Over de hei-ei, over do hei
Vroolijk zong de chauffeur. Bram keek hem eens
aan. 't Was een jonge kerel met lange blonde krul
len en een prettig gezicht.
„Zoo gaat ie goed", lachte de chauffeur. „Als 't zoo
door mag gaan, zijn we met glans vóór zessen aan
den Pier!"
Ze waren Leiden uit on reden nu over den langen
weg naar „De Vink", bij de spoorwegkruising.
„Wat is dat?" zei de chauffeur opeens, terwijl hij
zich voorover boog en scherp voor zich uit guurde
,Is er wat?" vroeg Bram angstig.
„De boomen zijn dicht", zei de chauffeur teleurge
steld. Hij verminderde de snelheid van de taxi. Vlak
voor de afsluitboomen bleef do auto staan. Meteen
raasde een lange trein over de rails.
„Dat houdt ons weer een paar minuten op", zei
Bram zenuwachtig. Hij keek óp zijn horloge, hoe
laat of het was. Tien minuten voor vijven! Er waren
dus a/1 twintig minuten voorbijgegaan, vanaf het
oogenblik, dat hij in de taxi gesprongen was. En hij
moest eerst nog naar huis, om 't kleine loodon kist
je te halent En dó.n moest hij naar Scheveningen!
Bram schudde het hoofd.
„We halen het niet", zei hij mistroostig.
„We halen het wèl!" lachte de chauffeur. „Let
maar eens op!"
De afsluitboomen gingen omhoog. De taxi begon
weer te trillen.'Juist wilde de chauffeur er weer van
door gaan, toen een zware stem hem toeriep;
„Halt! Politie!'
Verschrikt keek Bram om. Daar stond een agent,
die vanaf het Noordeinde de taxi per fiets gevolgd
was.
„Je rijdt met een gevaarlijke snelheid, chauffeur",
begon de agent. „En bovendien heb je je niet ge
stoord aan de aanwijzingen van. den verkeersagent!
Ik moet proces-verbaal opmaken!"
„Dat óók nog", zuchtte Bram. „Agent...begon
hij
„Je naam!" zei de agent tegen den chauffeur.
„Hein Sjardijn". antwoordde de chauffeur.
„Maar agentbegon Bram weer, zenuwachtig
„Een oogenblikje", zei de agent. En zich weer tot
den chauffeur wendend, vroeg hij verder:
„Geboren?"
„31 Mei 1905", antwoordde de chaufeur. Nauwkeu
rig noteerde de agent de antwoorden.
Bram zat op heete kolen! Zenuwachtig beet hij op
zijn nagels. „Agent, luistert U toch eensbegon
hij weer. Maar de agent schreef onverstoorbaar in zijn
boekje verder! Het zweet brak Bram uit! Wéér keek
hij op zijn horlogeVijf minuten voor vijven!!!
Groote genade", zuchtte Bram benauwd, „we ko
men, er nooit! Nooit!! En ondertusschen staat die
agent doodkalm zijn proces-verbaalt je te noteeren,
terwijl de Rotonde enwie weet?misschión de
heele Pier en half Scheveningen in de zee zinkt! Wat
moet ik beginnen? Wat moet ik beginnen??"
„Op zij raenschen, asjeblieft", zei de agent tegen een
troepje nieuwsgierigen, die graag precies wilden we
RECORDS VAN LEVENSDUUR.
Het is een bekend feit dat boomen een veel lan
ger leven hebben dan menschen en dieren. Er zijn
zelfs enkele boomen, die geschat worden 4 en 5000
jaar oud te zijn. Afgezien van deze Methusalems on
der de boomen, weten wij, dat cypressen -tot 350
jaar, kastanjes tot 600 en ceders tot 800 jaren kun
nen leven. Eiken kunnen den eerbiedwaardigen
Dat beet in zijn rug en zijn bulk en zijn poolen.
De sla werd bewogen en Kwaakje gegrepen
Eu tusschen een slavork en lepel geknepen.-
Hij zag om de tafel veel vieze gezichten
Van menschen, die een woedenden blik op hem rlohtten.
ten, wat er aan de hand was, „opzij........"
Toen werd het Bram te machtigI Hij greep den
agent bij de mouw en riep luid:
„Agont, u weet toch óók, dat in den Haag de Ro
tonde verzakt is?"
„Jal" zei de agont. „Dat weet ik. Nou?"
„En u weet toch ook, dat alleen Bram Vingerling
de Rotonde redden kan?"
„Dat heb ik de loudspeaker tenminste hooren roe
pen', antwoordde de agent.
„IkbenBramVingerling!!' gilde Bram.
Verbaasd keek do agent Bram aan.
„Is dat zoo?" vroeg hij eindelijk.
„Ja natuurlijk is dat zoo!" riep Bram. „Laat ons
daarom gaan! 't Is alal twee minuten voor vijven,
on vóór zes uur moet ik bij de Rotonde zijn
„Een oogenblik", zei de agent, Vlug liep hij naar
't café-restaurant ,De Oude Vink", gaf daar zijn fiets
in bewaring, met de boodschap, dat hij hem zoo
gauw mogelijk terug zou halen, en sprong in de taxi.
„Vooruit!" riep hij. „Ik ga zelf mee!"
Meteen raasde de taxi weer verder, don spoorbaan
over, de ,Haagsche Schouw" voorbij en den weg naar
den Haag op.
„Je moet het me maar niet kwalijk nemen", riep
de agont, Jmaar ik moest natuurlijk mijn plicht
doen".
Bram knikte zenuwachtig. „Vijf uur! Vijf uur al!
dacht hij.
„Maar nu ik er bij ben', vervolgde de agent, „zul
len ze ons over snelheid wel niet meer lastig vallen!"
Met razende snelheid jachtte de taxi verder. De
claxon toeterde: „Ta, ta, ta, ta.Bram was naast
den chauffeur gaan staan. De hevige luchtstroom
wapperde zijn zwarte krullen naar achteren. Zijn
horloge hield hij in zijn hand.
Fietsers weken verschrikt opzij. Andere auto's
probeerden de snelle taxi bij t§ blijven. En dat zou
ze ook wel gelukt zijn, als de agent niet waarschu
wend zijn arm opgestoken had!
,,'t Gaat goed! 't Gaat goed!" juichte Bram, Hui
zen, boomen, wandelaarsalles vlogen ze voorbij
de taxi kreunde en pufte„Als hij maar niet warm
loopt", dacht Bram angstig. Hij vroeg 't aan den
chauffeur. ,Zoo gauw nog niet", riep die terug. Voor
uit! Vooruit!! Ta, ta, ta, ta.!1
Een marechaussée stak verbolgen zijn hand op. De
Leidsche agent knikte hem geruststellend toe
Voort! Vooruit!! Sneller en sneller raasde de taxi
over den drukken weg,Kom vóór zessen! Kom
vóór zessen", prevelden Bram's lippen zenuwachtig.
De taxe ratelde en dreund.... de wieen draaiden met
reuzensnelheilMeters, Dekameters, Hektometers
werden verzwolgenKilometers werden opgevre
tenstofwolken golfden omhoogde claxon bul
derde onophoudelijkde wind gierde snerpend door
alles heende ruiten trildeneen raam viel
openeen gordijntje woei naar buitenTa ta,
tatata! Ta, ta
Langzaam kroop het secondewijzertje van Brams
horlogo in 't rondDuizenden maler sneller raas
de de taxi
Vijf minuten over vijvendaar naderde Den
Deyl
Opeens
Een doffe knal, gevolgd door een piepend zuigend
geluidEen schokremmen knarsen gierend
De taxi schommelteen boom schuurt langt 's
ouderdom van 1500 jaar bereiken. Dii>ren werden
zelden ouder dan 100 jaar. Hierop maken krokdil-
len, olifanten en schildpadden een uitzondering. Men
schen die 100 Jaar worden zijn een groote uitzonde
ring. De oudste mensch, die bekend ia, was do En-
gelschman Thomas Pais, die 152 jaar leefde. Toen
hij 120 jaar was, trouwde hij voor den derden keer
in zijn leven en tot weinige dagen .voor aijn dood
was hij druk bezig in zijn landbouwbedrijf.
HOE SNEL VALT EEN REGENDROPPEL?
De snelheid, waarmede ieen regendroppel de aarde
bereikt, is afhankelijk van de grootte en het go-
wicht van den droppel en ook van de windrichting
Men heeft uitgerekend, dat kleine droppels van een
millimeter doorsnede een snelheid hebben van 5 tot
6 meter per seconde, terwijl grootere regendroppels
van 5 tot 6 millimeter in doorsnede vallen <met een
snelheid van 12 meter .per seconde. Uit deze bere
keningen concludeert men, dat een regendroppel
eenige minuten lang vallen moet om de aarde te
bereiken. Hagelkorrel» bereiken een grooter snel
heid, waarmede zij* ter aarde vallen. Een hagelkor
rel van 1' c.M. doorsnede heeft een snelheid van
18 meter per seconde, terwijl hagelkorrels, die een
gelukkig zeldzame maar gevaarlijke grootte van 5
c.M. doorsnede hebben, de aarde bereiken met een
snelheid van 40 M. per seconde.
En weder veroorzaakte hij consternatie,
En leven en onrust en veel agitatie.
Een jongen riep luid: „Laat een# slen, laat een# den,
„Dat ls de beroemde kikker misschien,
„De kikker met de merkwaardige vlekken,"
En hij greep onsen Kwaak om dien te ontdekken.
Maar ach, wat bad der.e jongen een pech,
Want de eeldzame vlekken, ze waren net weg.
Ze waren verdwenen door den scherpen azijn.
De werking deed 't arme Kwaakje nog pijn
„Gooi dat beest In den tuin", - beval streng toen de
K vadei
Van bet buis, want die werd boe langer hoe kwader
En zoo werd toen Kwaak ln den tuin neergesmeten,
Of 't gezin nog daarna van de sla beeft gegeten,
Of dat ze die, toen onze Kwaak was gevnngon,
Door andere groenten nog hebbeu vervangen,
ls iets, waar Ik vérder niet over mag schrijven,
Omdat dit een kikker historie moet blijven
Maar als |e bel zelf soms misschien niet kan rnftn.
Vraag dan wal je moeder zou hebben gedaan
portierraampjekletterende glasscherven vallen
op den grondRemmen knarsende motor slaat
langzamerwéér een schokDe taxi. staat stil......
Bleek en bevend, nat van 't zweet springt de chauf
feur uit de taxi
„Wat is er gebeurd?"
„Een band gesprongen! We hadden dood kunnen
zijnl Wat een geluk, dat we er zoo afgekomen zijn
zegt hij bevend.
Bram staart op zijn horloge. „Zes minuten over
vijven
„Heb Je een reserveband?" vraagt de agent.
De chauffour schudt ontkennend. „Die heb ik in
de stad nooit bij me!"
Opgeschrikt door den hevigen knal sprongen de
bezoekers van het hotel „Den Deyl" op van hun
stoelen
,,'t Is niets", zei een kellner, ,,'n autoband gespron
gen.'
Bram, de chauffeur en de Leidsche agent kwamen
naderbij, nog bleok van den schrik.
„Is hier iemand", vroeg de agent, „die dezen jon
geheer zoo gauw mogelijk naar den Haag kan bren
gen?"
Verwonderd keken do bezoekers den agent aan.
„Waarom? Wat is er dan aan de hand.
„Deze jongen is Bram Vingerlingl" zei de agent.
De bezoekers sprongen verrast op. „Bram Vinger
ling.
„Die de krachtstof van professor Stuyvesant in
zijn bezit heeft!"
„Die door de loudspeaker geroepen is!"
„Die de Rotonde recht moet zetten!"
Wordt vervolgd.
KLEIN KERELTJE.
't Kereltje dribbelt gewichtig op straat,
Weet je, dat hij naar zijn Grootmoe toe gaat?
Groetmoeder woont aan het eind op den hoek,
In zoo'n klein eindje raakt 't ventje niet zoek!
Moeder zei, vóór hij naar Grootmoe zou gaan;
„Kereltje, denk erom: niet blijven staan!"
t Ventje beloofde toen gauw met een zoen,
„Nee, lieve moedertje, 'k zal het niet doenl"
't Kereltje voelt zich zoo groot en kordaat,
Dat hij alleen naar zijn Grootmoeder gaat
Maarwat is dat? Waj; ziet hij daar gaan?
Kijk toch eens: nu blijft 't ventje toch staan!
'tWas een wit poesje, om 't halsje een lint!
Nee maar, zóó aardig als 't ventje dat vindt.
Zou zijn belofte vergeten al zijn!
Kereltje, kereltje, wat ben je toch kleinl
Correspondentie: A. v. B. en z'n vrienden. Nu kun
je wel beginnen, 't Aquarium flink schoonmaken,
zand op den bodem (goed uitspoelen). Dan wator-
planten er in, de wortels in 't zand. Als dieren: ste
keltjes en salamanders, kevers, waterspinnen, etc.
Géén gerande waterkevers, want die vreten de an
dere dieren op! Niet te veel in de zon zetten!
Annie O. Een klein versje over de lente voor jou.
Ik hou ook wel van de Radio.
Enkele inzenders: Met raadsels oplossen is 't af-
geloopen.