Brieven uit Rome. Gemengd Nieuws. Plaatselijk Nieuws. Dat u de operatie telt door staan is zoo goed als zeker en al bezwijkt u er onder, dan zult tx nog de voldoening hebben het tenminste te hebben geprobeerd. nigie geleerde, die medetrok in den oorlog en niet terugkeerde van een gevecht in Macedonië. De vrouw twijfelt geen oogenblik en haar geheele familie her kent hem, allen zijn overtuigd 'dat het Canella is; deze krijgt door de émotie zijn geheugen terug, hij herkent zijn vrouw en deze neomt hem mede naar huis; de steen, die ter zijner nagedachtenis in het instituut is aangebracht, waar hij werkzaam was, kan dus gevoegelijk weer uit worden gebroken Maar zie, terwijl Canello, heel rustig geniet van zijn huiselijk leven, van zijn vrouw en kinderen, komt als een donderslag een anonieme brief de rust verstoren. Hier staat wit op zwart dat Canella niet Canella i9, maar een misdadiger, die gezocht wordt, een zekere Bruneri. De man. die op het kerk hof rondwaarde, kwam, daar wel degelijk om te ste len, maar toen hij gesnapt werd, speelde hij de held zonder geheugen; tusschen den waren en valschen Canella bestaat alleen een fysieke overeenkomst. Canella was musicus, maar nu kent bij geen noot, evenals Bruneri. Men meent bewijzen te over gevonden to hebben om den mystificateur te ont maskeren, die het tegenovergestelde van den be treurden Canella, n.1. een wreede, valsche cynikus moet zijn. Maar meen niet dat het drama nu uit is; alle dagen komen nieuwe verrassingen. Mevrouw Canella blijft op haar stuk staan; zij looft 30.000 Lire uit voor dengene die ontdekt waar Bruneri zich op houdt; het beteekent niets in haar oog dat er een andere zoon en broer gekomen zijn, die beweren dat deze pseudo-Canelio, Bruneri is, noch dat de politie haar den vinger-afdruk van den vermeenden echt genoot laat zien die volkomen overeen komt met die van den delinkwent. Het wordt nu Turijn tegen Verona, want Canella wordt ondersteund door de Veroneezen, die zich om de echtgenoote en hare fa milie scharen, terwijl de vrouw van Bruneri met alle inwoners van Turijn, zweren dat Canella een groote bedrieger is, dien ze maar al te goed kennen. In de huizen Bruneri en Canella wordt veel ge weend en oneindig geredeneerd, want de zonen van den professor willen niet dat bun vader, dien ze zoo~ blij zijn terug te hebben, hen afgenomen wordt en in Turijn wil de oude moeder van Mario Brunelli haar zoon zoo graag van de gevangenis redden en zijn kinderen houden zich om dezelfde reden van den domme. Intusschen gaan de couranten voort sensationeele berichten over het geval te brengen. Sommige reporters zijn op de hand van mevrouw Canella, omdat hare positie al te netelig wordt, wanneer zij zou moeten inzien, en in het openbaar erkennen, dat zij het slachtoffer van een noodlot tige gelijkenis werd en den typograaf Brunelli met heete tranen van vreugde in hare armen gesloten heeft Het geheele geval lijkt ons een prachtig gegeven voor Pirandello; in zijn eerst volgend theaterstuk kan hij er aan demonstreeren dat men nooit weet wie men zelf is, dat de man met het lidteeken, die op het kerkhof rondliep, wellicht zelf niet weet of hij een professor dan wel een letterzetter is; dat me vrouw Canella de kluts kwijt raakt, of zij weer de oude liefde voelde voor haar zachtzinnigen filosoof, dien ze tien jaar lang dood waande, dan wel of zij door een funeste gelijkenis is gaan houden van een vreemde oplichterMisschien werkt de auteur al aan een zeer boeiend stuk, terwijl het raadsel Ca nella of Bruneri nog niet is opgelost 1 E. 'F. DE STAND DER HUWELIJKSMARKT IN DUITS CHLAND. Een medewerker van het „Berl. Tag.' heeft eens geinformeerd haar „den stand van de huwelijks markt" bij een der voornaamste huwelijksbureaux Daarbij bleek, dat hoewel er nog geen sprake i3 van de groote bruidschatten van voor den oorlog, de toestand in dit opzicht toch veel verbetert. Wa ren vóór den oorlog bruidschatten van een half mil- üoen geen zeldzaamheid, zoo geldt thans een „Mit- gift" van 200.000 M. als een*zeer behoorlijke huwe lijksgift. De groote bruidschatten, van vroeger ko men nog wel voor, maar dan zijn het meestal Duit- schers in het buitenland, die zoo royaal zijn en wel voornamelijk Düitschers in Noord- en Zuid-Ameri- ka. Maar ook rijke Nederlander» en Duitsch-Zwit- 8ers behooren tot deze categorie. Met de geleidelijke verbetering van den economi- schen toestand houdt de toeneming der bruidschat ten gelijken tred; de ontwikkeling wijst in de rich ting der vroegere toestanden. Als schoonzoons hebben vooral veel aftrek inge nieurs en in het algemeen personen, die door hun studie ln staat zlfn aan het hoofd van een groot be drijf te staan. Het stelsel van inhuwelijken vindt zeer veel toepassing, daar het vaak voorkomt, dat de zoons van fabrikanten enz. in den oorlog gesneu veld zijn. OfficierB, vroeger zeer gezocht, komen thans vrijwel niet in aanmerking; zij worden uit sluitend nog als ambtenaar gewaardeerd. De waar deering van den adel schijnt wat verminderd, hoe wel natuurlijk het verlangen naar een klinkenden naam nog steeds bestaat. De landbouw is zoowel wat betreft vraag als aanbod zeer achteruitgegaan. Veel meer dan vroeger komen huwelijken voor tusschen meer bedaagden: een uitvloeisel vaak van den econömischen toestand, daar mannen en vrou wen, die financieel achteruit zijn gegaan, van het samenvoegen van beider geringe inkomsten, eenige verbetering verwachten. Veel meer dan vroeger wordt een beroep gedaan op de bemiddeling van huwelijksbureaux, waarbij dan steeds zeer nauwkeurige informaties worden verlangd en o.a. altijd een medisch attest door beide partijen wordt geëischt EEN ONDERGRONDSCHE SPOOR TE MOSKOU. Verkeersmoeilijkheden maken ook te Moskou den aanleg van een ondergrondschen spoorweg moodig. Voor de uitvoering van het geheele plan (tunnel lengte 12.5 KM.) zouden 50 tot 60 millioen roebel noodig zijn. Aangezien deze som moeilijk geheel kan wordeh verkregen, zal men zich voorloopig beperken tot een lijn van het Kalatschewer Plein tot het centrum (4.5 KM.) en de rest geleidelijk uitvoeren uit de winsten, welke de eerste ondergrondsche lijn moet afwerpen. HANDIGE OPLICHTER. Eergisteren vervoegde zich een elegant gekleed jonkman aan het woonhuis van een juwelier met een kwitantie ten bedrage van 500 frank als eerste afbe-' taling op een ring van bijna 9000 frank, dien het jong- rnensch aan den juwelier had verkocht. De 500 frank werden den man, die een brutale oplichter was, zon der der slag of stoot uitbetaald. Hoe dat mogelijk was? Hij had van te voren het woonhuis van den juwelier opgebeld en, voorgevende te spreken uit diens naam, last gegeven de kwitantie van 500 frank, die zoo dadelijk gepresenteerd zou worden, te vol doen. ONTAARDE MOEDER. Te Notre-Dame-du Guildo, bij Saint-Brienc, heeft een 34-jarige gehuwde vrouw haar dochtertje van veertien dagen geworgd en het daarna nog eenigen tijd in het water gehouden. Haar echtgenoot wilde ze eerst doen gelooven, dat het kind een natuurlijken dood was gestorven, doch toen deze de natte kleer tjes vond, bekende ze haar misdaad. Drie jaar gele leden had ze een ander dochtertje van drie maan den in een put geworpen, waar het kind verdronk. Daar de moord niet kon worden bewezen, werd ze toenmaals wegens doodslagdoor onvoorzichtigheid tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld. Ook deze misdaad heeft ze thans volledig bekend. Voor den rechter van instructie verklaarde de ont aarde moeder dat zij door armoede tot de wanhoops daad was gedreven; ze kon haar kinderen geen be hoorlijke opvoeding geven. Het tegendeel is evenwel gebleken, want het gezin is welgesteld. OPGELICHT. Te Chicago zijn een jongeman Khamoo Amersha geheeten ën een vrouw die zich Dolores noemde, ge arresteerd wegens oplichting van priesters en kloosterzusters tot een bedrag van rond een kwart millioen. De man poseerde als een Chaldeeuwsch priester, hoofd van een weeshuis in Mesopotamië, waarvoor hij geld verzamelde. Hij toonde aanbevelingsbrieven van hooge geestelijken in Mexico en Azië, doch hij heeft erkend, dat de handteekeningen valsch waren. „Als ik maar een schrijven van den Paus had kun nen vertoonen", zei hij, „dan had ik op zijn minst wel een millioen dollar weten te maken.' Op de kamers welke het span bewoonde, werden brieven gevonden van priesters en zusters uit alle deelen van de Vereenigde Staten, Canada en Mexico. BALZAAL IN EEN ZEPPELIN. Uit Friedrichshafen aan het meer van Constanz wordt gemeld, dat de nieuwe Zeppelin vrijwel gereed is om zijn tochten over de wereld te gaan onder nemen. Het luchtschip zal behalve dë bemanning, vijftig passagiers kunnen vervoeren, mitsgaders tien ton goederen en bagage. Het wordt luxueus ingericht en de groote restauratiezaal kan gedurende de vlucht binnen weinige oogenblikken in een balzaal of va riété worden veranderd. DE TREK IN DUITSCHLAND NAAR DE STEDEN. Blijkens de resultaten van de laatste Duitsche volkstelling in 1925 houdt de trek van het platte land naar de groote steden nog steeds aan. Tot de gebieden, waaruit de bevolking in vrij ster ke mate. verhuist, behooren de provincie Oost Prui sen. het Noord Westelijk gedeelte van bet Duitsche rijk en het district Oldenburg. Uit Oldenburg en Wurtemberg heeft de grootste emigratie naar overzeesch gebied plaats. Binnen het Duitsche rijk richt de trek' uit de verscnillende streken zich in hoofdzaak naar de groote steden. Berlijn komt daarbij, in de eerste plaats. Voorts neemt het industriegebied ook een groot aantal per sonen op. In de jaren 19101925 hebben zich onge veer 350.000 Duitschera naar het buitenland begeven. THEATEH ROYAL. Deze week gaat het dramatische werk van Henri Bataille: La Femme Nue. De Naakte Vrouw. Het is .een van de beroemdste Paramountfilms, die overal een reuzencucces heeft. De korte Inhoud' vertelt er ons het volgende van: Lolette Cassagne is een jong schildersmodel. waar naar de bekende schilder Rouchard. van Montoar- nasse. zijn beste werken heeft gemaakt. Ondanks zijn veertig jaar voelt Rouchard zich als een jonge ling met ziln onuitgesproken liefde voor Lolette in het zonnigste plekje van z'n hart. En na tallooze aarzelingen bekent Rouchard haar zijn gevoelens. Lolette. door bittere ervaringen op haar hoede voor dergelijke bekentenissen, is eerst verontwaardigd, maar wordt dan milder gestemd, als Rouchard haar een huwelijk en een onbezorgd leven in de mooie Provence voorstelt0 (Dienzelfden dag ontmoet ze Pierre Bernier. een vriend van Rouchard. eveneens schilder, en zijn jeugdige en onstuimige persoonlijkheid maken een diepen indruk op Lolette. Zij luistert niet naar raad niet naar de waarschuwende stem van haar ver stand en laat zich geheel meeslepen door de on weerstaanbare aantrekkingskracht die van Pierre Bernier uitgaat. Op het „Bal des Arts" zijn Pierre en Lolette voortdurend bij elkaar en zij belooft hem den vol genden dag bij hem te komen eten. En op dien dag wacht de ongelukkige Rouchard tevergeefs met zijn verlovingsring Vanaf dit oogenblik begint voor de twee jonge menschen een gelukkig leven van werken, van zor geloosheid. van met vreugde aanvaarde ontberingen een leven van vertrouwen en van liefde, In deze at mosfeer schept Pierre het meesterwerk van zijn le ven het schilderij. „De Naakte Vrouw", waarvoor Lolette geposeerd heeft. lOp de tentoonstelling in het Grand Palais heeft dit schilderij een fabelachtig succes. Een kunstkoopnr biedt er honderdduizend francs voor de jury kent Pierre de medaille toe Het is een triomf van het vertrouwen, van het werk en van de liefde. 'Vijf jaar later heeft Pierre Bernier zijn naam ge vestigd. Hij is beroemd1 over de geheele wereld, zijn minste penseelstreek wordt met goud betaald. Een weinig beneveld, door zijn succes. i9 hij een elegante figuur in de uitgaande wereld geworden en vrij sterk met zich zelf ingenomen: terwijl Lolette ,trotscher en verliefder dan ooit op haar „groote man", eeu. eenvoudig kind gebleven is. In den carnavalstijd in Nic© begint, zij te lijden onder de gevolgen v&n haar nieuw verworven maat schappelijke positie. Zij komen van Rome terug, waar Pierre het portret van den Paus heeft geschilderd en op reis hebben zij kennis gemaakt met Prinses de Chahran, een onmetelijk rijke avonturierster, die. om een naam te hebben, getrouwd is met den ouden Prins de Chabran. verslaafd aan morphine, geruï neerd naar lichaam en geest, maar uiterst elegant. Bernier blijkt een gemakkelijk slachtoffer voor de geraffineerde charme en verfijnde gratie van deze vrouw. Lolette. wanhopig, vecht met al haar krach ten, om baar man te behouden, wiens hartstocht voor de andere steeds grooter wordt. Terug in Parijs wordt Pierre overal gezien aan de zilde van de Prinses. Hij werkt aan hahr portret, maar de uren van poseeren zijn voor hen uren van liefde. Nog steeds vecht Lolette, maar zij begint te beseffen, dat ze bij haar medeminnares vergeleken, weinig beteekent. Dan geeft ze den ongelijken strijd op en begeeft zich naar den Prins, in het vertrouwen in hem een bondge noot te vinden, maar die heeft voor haar wanhopige klachten slechts een hautain schouderophalen. In het afschuwelijk besef, dat het leven haar niets meer te bieden heeft, doet zij een poging tot zelfmoord.... Gelukkig is haar verwonding niet doodelijk. En tijdens haar genezing komt voor haar een waar vriend opdagen, Rouchard, de man, dien zij indertijd van zich stiet, die, hoewel verouderd door de teleur stellingen, nooit heeft opgehouden haar lief te hebben. Hij neemt den last, die Bernier van zijn schouders schudde, op, vast besloten haar zijn verder lev.en te wijden in zijn huis in de Provence, waar de zon al tijd schijnt en de hemel altijd blauw is. Temidden van het heerlijke, landelijke bestaan komt Lolette langzaam tot het leven terug. Maar te gelijkertijd wordt in haar de herinnering aan Pierre weer wakker, aan haar groote liefde, die versmaad werd en waardoor zij onnoemelijk moest lijden. Achter de dikke muren van een oud kasteel, dat de Prinses in den vreemde bezit, ondergaat Bernier de marteling van zijn hartstocht. Hun huwelijksplan nen zijn vergeten Pierre schildert niet meer en hij is nog slechts een speeltuig in de handen der frivole prinses. Eindelijk, walgende van dit bestaan, met de zekerheid dat zij hem bedriegt, ontvlucht hij haar na bijheid. Pierre komt terug geknakt door den storm van zijn hartstocht, zoekt hij een schuilplaats in het huisje van zijn ouden vriend Rouchard, die als een trouwe wachthond Lolette voor hem beschermd en bewaakt heeft Paul zegt, dat hij zonder mij niet leven kan. Dat is te begrijpen met een salaris als het zijnel miga bevatten er slechts 40. Mr. OhurohlH hoopt inet de nieuwe verhooging de 6ohatlrist nog wees- met een millioen icrf Zeven te stijven,, dus de luoir ferbelasting zoo ongeveer tot 50 millioen gulden /te brengen. Natuurlijk zal zij dan Jaarlijks nog weer toene men, naarmate het gebruik van lueiters toeneemt. De tijden zijn veranderd, sinds John Walker, juist honderd jaar geleden, de lucifers uitvond, en ze voor Zeventig, oent de honderd verkocht in blikken busjes, waarvoor hij een dubbeltje berekende. Sinds dien tijd is het luciferaverbruik geweldig gestegen. In 1924 bedroeg het aantal lucifers, dat un Engel land gebruikt werd. 126.600.000.000, wat neerkomt op ongeveer 8 lucifers per hoofd en per dag. De rookers en rooksters nemen hiervan een groot deel voor hun rekening. Rooken van pijpen en «si garetten, die de eene pijp na de andere, de eejne oigarette na de andere aansteken, hebben aan een doosje per dag niet genoeg. Een Engelschman, een zekere Mr. Veraan Wraggc vertelt, dat htf achter drie mannen aapliep, die alle drie een pijp rookten.' JDe afstand bedroeg ongeveer 5 K.M. Zij gebruikten in dien tijd 62 lucifers tezamen. Dat zijn goede klanten voor Mr. Winsten Churchill. Op die manier bereikt hij de 60 millioen wel gauw Of zouden wij tenslotte niet4 alleen de auto thuis laten, maar ook de lucifers, en op de hea een paar vuursteen en gaan Boeken? Wie tegenwoordig in een van onze grootere ste den naar de comedie gaat, zal allicht er een stuk van den Italiaan Pirandello hebben zien spelen, want Luigi Pirandello is in geheel Europa erg in de mode gekomen na zijn reis in Amerika, waarvan hij met een zak vol dollars thuis kwam. Is Piran dello dan zoo'n geniaal schrijver? een tweede Sha- kespeare bijvoorbeeld? Allerminst. De groote Engelschman pakte het leven van alle kanten aan en gaf vier eeuwen geleden de men schen met al hun passies zooals ze ook nu nog le ven en worstelen, daarom veroudert dan ook een Shakespeare nooit. Pirandello daarentegen bekijkt de menschen en het leven van uit één klein ven ster; hij is een wijsgeer, een talentvol schrijver, maar ééne die de menschen door zijn troostelooze filosofie nog een beetje ongelukkiger maakt dan zij al zijn, want Pirandello, die zeer eenzijdig is, her haalt in al zijn stukken en novellen dezelfde bewe ring: we zijn van niets zeker; we weten niet uit welke beweegredenen we de dingen doen, we ken nen noch ons zelf, noch onzen vriend, noch onze vrouw, noch onze geliefde. Zonder dat wij het ons bewust zijn loopen we steeds met een masker voor het gezicht rond en vertoonen ons in' andermans kleeren; hoe de dingen of de menschen in onze om geving zijn weten we eigenlijk niet ze 'z ij n zooals ze ons schijnen; niemand kent de waarheid en niemand kent zich zelf, kortom, we bewegen ons in een doolhof van raadselsMaar we behoeven volstrekt niet de stukken van Pirandello 'hier te gaan zien om als we de krant open vouwen, die ons thuis wordt gebracht, de gewaarwording te krij gen dat we in de comedie zitten. Immer3 eiken dag krijgen we voor onze paar stuivers weer de voort zetting van het tragisch-komische stuk, geheeten „Canella of Bruneti"? Eenige weken geleden brachten de dagbladen bet 8erste bericht; we lazen dat op h?t kerkhof in Tu rijn een man rondliep en zóó vreemd deed, dat de wachter niet wist of hij er kwam bidden of stelen. De man praatte verward, schijnt zijn geheugen verloren te hebben en telkens hoort men het ref rein: „O die oorlog, die oorlogl" Wie hij was kon hij niet zeggen en men bracht hem naar een ge sticht waar hij sinds een jaar verpleegd werd zon der zijn identiteit te kunnen vaststellen. Zooveel is echter zeker dat hij een zekere beschaving heeft, latijn kent en ook een lidteeken heeft dat dateeren kan va'n een wond die hij in den oorlog opliep. Als slachtoffer van den oorlog wordt zijn portret in de dagbladen gepubliceerdgroote ontroering! Veertig menschen herkennen in den ongelukkige professor Guilio Canella uit Verona, een zachtzin- stuk is doet niet ter zake! holblauw in het strakke wit van haar gezicht. Ze lag plat uitgestrekt op het bed; de oude Fergerson kon de teekening der slanke 'lijnen van haar figuur onder de deken volgen. Het trof hem hoe jong ze er nog uitzag: nog een kind bijna. Het meisje had haar gezicht naar hem toegekeerd en haar oogen ontmoetten zijn vriendelijken blik. De oude jurist, die in zijn loopbaan zooveel onge lukkige menschen had ontmoet en zich geharnast had tegen alle nuttelooze sentimentaliteit, voelde een groot medelijden warm in zich opkomen voor het zielige kind-vrouwtje van Roderick Briton. Hij ging Saar het bed en nam de hand die dr. Myers juist ad losgelaten. Dë dokter stelde hem op zijn gewone joviale ma nier voor: Een oude vriend van me. Teddy Fer gerson. Hiji heeft me heel wat keeren afgerost toen we nog schooljongens waren. Dat zou je nu ook niet meer zeggen, hè? De zwakke glimlach werd helderder, de doorschij nende vingers sloten zich wat vaster om Fergerson s hand. U hebt er toch geen bezwaar tegen dat ik! U eens kom opzoeken, vroeg hij met iets ongewoon- bescheidens in zijn stem. Hij zette zich, op een stoel die mrs. Fowler had bijgeschoven. Ik moest voor zaken hier in 't dorp zijn en dr. Myers vertelde mij van u. Ik hoop dat u u al wat beter voelt. Ze keek hem verwonderd aan. Is U ook dokter? Myers lachte hardop. Pas maar op, hoor. Hij is een oude gehaaide advocaat. Je hoeft je niets te verwonderen als hij je straks nog één gulden tach tig voor het advies in rekening brengt, miss Dean. Mrs. Fowler dreigde glimlachend met haar wijs vinger. U maakt toch maar overal een grapje van, dokterl Myers stond op. Hij wenkte mrs. Fowler om hem buiten de kamer te volgen. Fergerson kon het geluid van hun stemmen in de gang hooren. Ze spreken over mij, zei Rosalie Dean. Ik wou dat ik hooren kon wat ze zeiden. Ik ben heele- maal niet bang. Ik boop dat u gauw weer heelemaal beter zult zijn, zei Fergerson afleidend. Ik w i 1 niet beter worden. Er klonk eindelooze wanhoop in baar zwakke stern en baar vingers plukten zenuwachtig aan de deken. Waarom la ten ze me toch niet maar rustig sterven? De heer Fergerson kreeg een prop in de keel door haar hartstochtelijk verlangen om uit dit leven weg te gaan. Hoe groot moest de ellende van dit trieste meisjesbestaan wel niet zijn! Zoo iets mag je niet zeggen, kind, antwoordde hij zacht. Bovendien zit er iets heel egoistisch in. Het is niet goed om naar den dood te verlangen, als je weet dat er menschen zijn, die je zullen missen en verdriet hebben. Er is niemand die mij zal missen of bedroefd zijn. Ze zei het rustig; zonder de minste opzettelijke poging om medelijden op te wekken. Zij constateer de eenvoudig een voor haar vaststaand feit. Niemand? Geen vader, geen broer of zuster zelfs geen jonge man? Hij vond zelf deze vraag verre van nobel, maar, bedacht hij, het was toch ook in haar belang om te weten te komen welke plaats Roderick in haar hart en gedachten innam. Een blos kleurde haar bleek gezicht, er kwamen tranen in haar oogen en een paar dikke druppels vielen over haar magere wangen. Geen menach, zei ze met een diepe zucht. Arme meid! Hij greep haar hand weer en streelde zacht over haar vinger. Een gevoel van wrok tegen den jongen Briton kwam in hem op, om de onverantwoordelijk-egoistische manier waarop hij dit kind aan zich gebonden had en om zijn po ging om haar te bewegen dat zij haar rechten niet zou doen gelden. Als je beter bent, zei de oude Fergerson zacht en ernstig, heb je nog een heel leven voor je. Je begint'waarachtig pas! Als God wil, zijn er nog een heeleboel gelukkige dagen voor je weggelegd. Gelukkige dagen! Bij Sherney mischien? zei ze schamper Fergerson herinnerde zich den naam van Rorie en van Myers gehoord te hebben. Met een lichte huivering zei ze: Hij noemt zich mijn voogd; hij is de baas van het circus. Je wilt niet naar het circus terug? - Dan zeker liever doodl Fergerson kon zich, het schokte hem diep tot die conclusie te moeten komen, niet ontveinzen, dat dit werkelijk de beste oplossing wasvoor alle partijen. Dr. Myers kwam weer binnen. Hij legde zijn hand op den schouder van den advocaat. Klaar? Ja! Mr. Fergerson nam met een hartelijken handdruk en een bemoedigenden lach afscheid van het kleine meisje. Toen hij weer in het rijtuig van den dokter zat besefte hij dat hij voor een moeilijk en uiterst verantwoordelijke beslissing stond. Was het niet zijn plicht om direct naar Londen terug te gaan en Rorie te vertellen dat zijn vrouw nog leefde? Maar gesteld dat zij toch spoedig sterven zou? Schiep hij dan geen noodelooze complicaties door zijn mede- aeeling? Zou het kind in 't leven blijven, EustaceT vroeg hij den arts. Er is goede hoop, maar zekerheid heb ik nog niet. De moeilijkheid blijft dat ze zelf niet mee werkt; ze hecht geen waarde aan het leven. Ze was erg met jou ingenomen; ze vroeg me bij het weg gaan of ik jou nog eens wou meebrengen. i Ze zei me dat ze het verchrikkelijk zou vin den als ze weer naar het circus terugmoest. Ze zal nooit meer in staat zijn dat werk te doen. Als ze in het leven blijft, is ze toch voor goed ge deeltelijk invalide. Fergerson's adem stokte in zijn keel. Hij; bedacht wat dat in de gegeven omstandigheden beteekende: Roderick, gesteld op vrijheid en amu sement, gebonden aan een invalide vrouw; een vrouw die hij dood waande en die zijn liefde niet had. Het zou een weldaad zijn om haar te laten sterven, De beide mannen zwegen een lange poos. Ze hadden het dorp reeds een paar mijlen achter den rug, toen de dokter plotseling uitriep: Lieve hemel, Teddy, nu hebben we je eigen boodschap heelemaal vergeten, die „informaties voor een cliënt!"Hij lachte ondeugend. Ik heb het waarachtig heelemaal vergeten, zei de advocaat met onverschrokken tegenwoordigheid van geest. Hij toonde niet de minste verwarring. Zoo'n, klein meisje waarachtigdoet een ouden rot zijn plicht vergeten. Maar we hoeven er niet voor terug te gaan. Ik kan het ten slotte ook per brief doen. Of anders ga ik er binnenkort nog eens heen. Ik wil dat protegeetje van je nog wel eens spreken. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 2