SchagerCourant Quick Quaker T.b.c. bestrijding te- Barsingerhörn. Woensdag 4 Mei 1927 70ste Jaargang. No. 8043. - Tweede Blad. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Ingezonden Stukken. Gemengd Nieuws. Het weddrzijds#he recht om eikoor ern stig, hartelijk, bescheiden, moor tevens onbewimpeld de waarheid te zeggen, is de eerste voorwaarde 'van het verbond der vriendschap. Op den 26 April werd ten raadhuize der gemeente Barsingerhom door B. en W. getracht een stuk zui vere waarheid den nek om te draaien, oftewel zijn verder voortbestaan onmogelijk te maken. Welnu, het is voor één moment gelukt. In samenwerking met 6 sterke personen, vertegenwoordigd in den vorm van 6 zeer gewichtige officieele verklaringen, hebben B. en W. dit arme bewustelooze stuk waarheid gehuld in pluche mantel, met zijde gevoerd, gekist. De Secretaris las de lijkrede de beide Wethou ders spraken gevoelvolle 'woorden van troost. De Burgemeester knikte van voldaanheid over de gehoor zaamheid zijner helpers. En de Raad, diep onder den indruk van dit 'plechtig gebeuren, zweeg eerbiedig. Het einde was zacht, maar als altijd nog onverwacht. Slaap zacht, lieve Doode, heb ik niet gehoord. Hebben de raadsleden bij hun gedwee zwijgen wel licht gedacht aan de mooie spreuk: „Spreken is zil ver, maar zwijgen is goud", voorwaar een mooi spreekwoord, maar waar heilzaam is te spreken, zou het niet goed zijn te zwijgen. Zeg echter niet altijd wat ge weet, maar weet wel altijd wat ge zegt. De Burgemeester schijnt na de raadszitting gezegd te heb ben: Nou zullen ze nog weer 's wat aars krijgen te lezen in de krant. Op dit punt ben ik het roerend met hem eens, immers veranderen van spijs doet eten, waarvoor ik hem het volgende opdien. Om te beginnen met den eersten steunpilaar, n.1. het schrijven van Dr. Th. W. Beeker. Wat uit de pen van dezen heer vloeit is nog altijd even grimmig. Deze goede man is de plank geheel mi» In zijn adres toch worden dingen behandeld, feiten, genoemd, adviezen gegeven, oordeelen geveld, over dingen, die nimmer zijn genoemd, gevraagd of geschreven. Deze adviezen raken kant nog wal. De aandachtige lezer en opmerker zal dit reeds hebben gevoeld, dus behoeft daar door mij niet verder over geschreven te worden. Wanneer Dr. Beeker zich de moeite wil getroosten, om eens kalm de door mij ge plaatste artikelen door te lezen, b.v. Zondagmorgen na de koffie, dan zal hij wel degelijk moeten erken nen, dat hij niet goed gelezen heeft. Wat zijn bemer king betreft over het plaatsen der ligtent, kom ik aanstonds op terug, daar ook in het adres van den Voorzitter van het Witte Kruis dit punt worfat aan geroerd en gaan we over tot bespreking van steun pilaar no. 2, n.1. die van den Voorzitter van het Witte Kruis, afd. Barsingerhörn. Ook deze adressant schijnt niet goed gelezen te hebben en is blijkbaar ten deele verkeerd- ingelicht. Het bewies voor het eerste komt al direct voor den dag, wanneer deze heer schrijft: De Boer heeft in zijn artikel in de Schager Courant verklaard, dat hij..in de ligtent in zooverre is her steld, dat hij zijn gewone arbeid weer kan hervatten. Ik heb in mijn artikel, Schager Courant 9 Febr. ge zegd: Ik hoop dat het advies van Dr. Winkler, in wien ik reeds veel vertrouwen stel, op 11 Febr., den datum waarop ik weder naar het Consultatiebureau moet komen, van dien aard moge zijn, dat ik spoedig weer geleidelijk aan mijn werk kan beginnen. Dat is heel iets anders. Dan is de opgave van datgene wat ik in bruikleen heb ontvangen, onjuist, dit is één deken en één peluw. Verder is dit adres een herhaling of bevesti ging van datgene wat reeds door mij werd medege deeld en blijft nog de kwestie met de tent. Hoe zou het me mogelijk zijn geweest gevolg te geven aan de adviezen van tw e e, deskundigen. Dr. Bosch adviseert wat door het artikel van mijnheer de Groot wordt bevestigd, de tent achter en de Zuster adviseert voor de woning. Wanneer ik het advies van de Zuster had opgevolgd, dan had mij thans h'et verwijt getroffen dat ik de raad van Dr. Bosch piet had opgevolgd. Het is grappig, maar tegelijk een bewijs, hoe weinig de Zuster bij haar vele bezoeken heeft opgelet, want dan had zij kunnen constateeren, dat mijn tent een ideale plaats had. Het beste bewijs daarvoor is wel, dat Dr. Bosch mij nog heeft aangeraden door een of ander middel, de tent met. kalk te besmeren of zoo iets, om de felle zonnewarmte af te wenden. Op advies van den Dokter heeft de Zuster zelf ge zorgd, dat ik in 't bezit kwam van een ruststoel om op extra warme dagen de tent gedurende de middag uren te kunnen verlaten. De joviale begroeting van Dr. Bosch spreekt voor zich zelf, wanneer deze mij bezocht in de tent en mij dan soms al uit de verte toeriep: Kerel, wat lig. je daar fijn, wanneer hij mij aantrof, bijna b.adend in de zon. Ik herhaal, de tent is mij lief geweest, en had de beste plaats van alle welke in die dagen in den omtrek geplaatst waren. De Voorzitter van het Witte Kruis zegt dan dat de Zuster 40 maal bij ons op bezoek is geweest. Dit is precies 40 maal te veel. Bij haar 41e bezoek op Don derdag 28 April heb ik gevraagd: Zuster zou het niet beter zijn, wanneer u in 't vervolg niet meer bij ons binnen komt? Ik acht het beter, dat dergelijke wezens buiten de deur blijven. Het is goed, zeide zij, en ging heen. Dan werd nog naar voren gebracht dat de reis kosten naar het. Consultatiebureau aan De Boer wer den vergoed. Wij zijn, mijn vrouw en ik en mijn bei de kinderen, ieder 3 maal naar Alkmaar voor onder zoek geweest.. Wanneer al deze kosten voor rekening van de afdeelingskas hadden gekomen, dan had dit gekost 12 X f 1-40 f 16.80. Doch door ons pogen om gratis mede te komen en door de welwillendheid der autobezitters in den Waardpolder, is dit bedrag be perkt gebleven tot 4 X f 1-40. Een besparing dus voor de kas van f 11.20, verkregen door medewerking van bovenbedoelde autobezitters. En dan geloof ik de derde adressant to kunnen la ten voorkomen, n:l. die van het Alg. Burg. Armbe stuur; dit is spoedig gereed, hun advies is in alle opzichten neutraal en juist. Dan passeert no. 4 ae revue die van Zuster Scho- penhauer. De verklaring van deze adressante is van nul en geener waarga en is voortgekomen, uit wraak zucht, ontstaan dotf ^at zij zich beleedigd heeft ge voeld door mijn eerste schrijven. Het ware beter ge weest wanneer doze door de vele bezoeken, die ze bij ■>ns heeft afgelegd, waardoor zij in dé gelegenheid was de algemeene toestand bij ons waar te némen, hot resultaat van hare bevindingen ter Sprake te brengen bij die besturen die daar verbetering in konden brengen. Ik ben er van overtuigd, dat wan- leer zij haar plicht' had gedaan, zij niet zonder resul taat zou zijn teruggekeerd. Thans is zij en zij al léén schuld, dat direct of indirect eenige personen zich beleedigd gevoelen door mijn schrijven. Vreemd klinkt het, wanneer ik hier neerschrijf, dat zij eenigen tijd geleden bij mij in de keuken in 't bijzijn van een betrouwbaar getuige het volgende sprak: Ik kan me niet herinneren dat we gewacht hebben met het plaatsen van de tènt, maar ik m e e n me wel te herinneren, dat Dr. Bosch me vertelde dat Jullie geen zin hadden noer Gelderland te gaan. Leuk wel, als men dit in vorband brengt met den zin van Dr. Bce- kpr: (toon Do Boor e i n d e 1 ij k besloot in de tent to gaan liggen). Ik behoor dun oorst hot gcheugon van de Zuster even op to frisschen. Toen 20 Maart 1920, na onderzoek van Dr. Winkler, is komen vast te'staan, dat ik t.b.c. patiënt was, en Dr. Winkler do ligtent adviseerde, neb ik den 27 Maart do kwestie mot de tent besproken mot de Zus tor. Ik heb haar mijn tegenzin te konnen gegeven, doch na eenig praten heeft de Zuster mij van hot nut weten to ovortuigen. Zo gaf me o.a. do verzeke ring, dat allen waaronder ook zij, al hun host zou den doen de geneoskans zoo groot mogelijk te doen zijd. Thans wil ik de Zuster vragen: toon ik op 27 Maart besloot in do tont te gaan liggen, waarom dan deze oorst 17 April, dus 3 weken daarna pas is ge- S laatst? Weet ae Zuster thans, dat, is gewacht met et plaatsen van do tent en dat dit tijdvak is gebruikt om op'Iemand te wachten, die het voorstel van den Burgemeester te doen. Allen schijnen geen enkelen da tum te kennen. Ik weet ze allemaal, dus kunnen ze er eens over nadenken. Mijn ondervindingen van deze Zuster-huisbezoek- ster (vroeger noemde men zoo'n ding Liefdezuster) hebben mij zeer teleurgesteld. De t.b.c.-bestrijding is voor haar beter <}an dat dit heden voor ons is ge weest. Zij ontvangt daarvoor f6.per week. Dan komen de twee laajtsten, de gewichtigste steun pilaren. Deze zijn eigenlijk zoo laag bij den grond, dat iiet zonde is voor het papier en de moeite. Ik neem ze dan ook beiden tegelijk, omdat als vaststaand kan worden aangenomen, dat deze uit dezelfde pen zijn gevloeid en daarna de een door den hr K. Jonge jan. mijn z.g. schoonvader en de ander door Jm. Blaauboer, met hun naam onderteekend op Hoeve Welgelegen. Wanneer ik daar neerschrijf mijn z.g. schoonvader, dan bedoel ik daarmede dat dit is een man zonder ka rakter, die toevallig voor eenige jaren geleden met de vrouw die ik mijn schoonmoeder mag noemen, gè- trouw-d is. De werkelijke schoonvader had zich tot zooiets niet laten leenen. Genoemde K. Jonge jan is sinds Februari 1926 niet meer in mijn huis geweest, wat hij dus aan zijn baas op Welgelegen heeft verteld, is van hooren zeg gen (of eerst later verzonnen). Deze baas heeft de ge legenheid om een steentje bij te dragen om zijn Bur gemeester te redden, gretig aanvaard en alzoo de aan B. en W. gezonden verklaring laten teekenen. Deze man, die met veel moeite zijn naam kan zetten is onmogelijk in staat een dergelijke verklaring te schrijven en nog minder te denken. De goede opmer ker bespeurt dit direct aan de steil, daar een Minister hiervoor zich niet behoeft te schamen. Ik ben er van overtuigd, dat genoemde Jonge jan' wanneer deze inplaats van buiten de deur zijn loon te ontvangen, in huis wordt genoodigd en hem dan een borrel en een sigaar wordt aangeboden, hij zich daardoor wel zoo gestreeld gevoeld, dat hij er voor is te vinden nog vuilere dingen te teekenen als dit met zijn verklaring is geschied. Maar afijn, ik wil aannemen, de man is niet wijzer, en weet niet wat hij doet; een ander geval is dit met den laatste, n.1. met Blaauboer, van deze toch kan verwacht worden dat hij over voldoende mate gezond verstand en eigen wil beschikt. Hoa de heer Blaauboer er toe is gekomen en wat Kbm daartoe heeft bewogen, om naast de verklaring van hooren zeggen van Jongejan een verklaring te teekenen, al weder van hooren zeggen van Jongejan, is me een raadsel, en ik besluit, het is klein, zielig, stumperig, den bewoner van Hoeve Welgelegen onwaardig. Het is werkelijk met leedwezen dat ik genoodzaakt ben dezen man zijn naam te noemen. VLUGKOKEND HAVERMOUT voovdeelig in het gebruik. Wanneer we nu eens aandachtig al deze adressen beschouwen, dan komen we tot de slotsom, dat deze ons zeggen: Niets. Geen enkele zin van al mijn ar tikelen is weerlegd geworden. B. en W. hebben alles bü elkaar getrommeld en hebben zich - krampachtig vastgehouden aan die ééne zin van Dr. Bosch, n.1. dat deze het idéé had gekregen enz., terwijl men heeft ge meend, dat de rest zoo onbelangrijk was, dat dit wel voor kennisgeving kon worden aangenomen. Door wethouder Smit werd nog getracht verzach tende omstandigheden aan te voeren door te zeggen dat Dr. Bosch wellicht niet met degemoedelijkheid in onze gemeente bekend was. Neen, hij heeft het nu kunnen waarnemen. Ik vind echter: oer-conserva- tief een beter woord. Waarom werd door den Bur- meester verboden om er verder over te spreken?, was dit omdat hij dan had moeten antwoorden en hem dit onmogelijk was, omreden hij dit absoluut niet kon, want wanneer zijn Ed.Achtbare over dit punt begint te spreken, dan praat hij zich onherroe pelijk direct vast. Wanneer onze Burgemeester soms in de veronder stelling verkeert, dat 'hij met bovengenoemde adres sen. waarbij gevoegd een zoetsappig schrijven van B. en W„ zijne Excellentie de 'Commissaris dor Ko ningin van zijn goedertrouw heeft overtuigd, dan ge loof ik. dat hij misgerekend heeft. Veel vaster had m.i. komen te staan, wanneer hij1 al deze moeite ach terwege had gelaten en op 26 April openlijk rijn fout had erkend, zijn leedwezen had te kennen ge- gegven. dat naar aanleiding van deze fout het gezinr de Boer de dupe was geworden, maar dat zou wor den getracht, de fout alsnog zooveel mogelijk te herstellen. De Man had zich volkomen gerechtvaar digd. Thans zullen velen, ook van zijne klasse, wan neer dit geval ter sprake komt, hun1 schouders op halen. Wanneer onze Burgemeester op zulk een wijze de kwestie had opgelost, en hij had mij de hand ter' verzoening willen toesteken, dan had ik dit aan vaard. en wil dit thans nog. Waaromi ook niet, wil zijn allen menschen. die dagelijks blootstaan om fouten te maken, welke het slechts vergund is voor korten tijd op aarde te zijn. om1 elk voor zich zijn éigen strijd te voeren. Ik wil eerlijk bekennen, dat ik zoo ver wil gaan. <?m inplaats van te trachten de waarheid weg te doezelen mede te werken om deze onverkwikkelijke zaak in zijn gehéél te begraven, Tk begrijp echter, dat het wel een zware taak ls en ik het. wellicht niet zal beleven, dat do rijke Klaas den armen Klaas de hand ter verzoening toesteekt. Voorzichtig zal 'het intusschen voor hem zijn. het nimmer meer tegen de waarheid op te nemen, want dat, wint hij nóóit. Ik had aanvankelijk niet. meer gedacht, te zullen schrijven, maar omdat den. schijh op mij' is geworpen, als zou ik dat mooie idéé hebben verworpen, was ik' genoodzaakt mij' te recht vaardigen. daar ik het niet aanvaarden beschouw als een misdaad tegenover mijn eigen gezin. Ik geef thans de verzekering, dat dit miin laatste arti kel zal zijn en dan mijn dank betuigen aan allen die mij de laatste weken hun belapgstelling en medewor king verleenden en diegenen, die werkelijk ter goo- dertrouw zijn geweest on zich door mijn schrijven op ©enigerloi wijze beloedigd mochten gevoelen, on willekeurig zijn daarbij1 personen, welke direct of indirect hierbij betrokken zijn. doch welke geen schuld' treffen. De menschen rijn en blijven els ze altoos waren. Een mengelmoes van zwakheid en van kracht. Een t.'l verloop van ruim drie duizend jaren, Heeft daar zelfs geen verandering in gebracht. Kolhorn. Mei 1027. K. DE BOER. VOOR DEN POLITIERECHTER. Zitting van 2 Mei. EEN LAINDLOOPER. De 30-jarige zwerver H* C. v. d. L. werd op 27 April te Enkhuizon aangehouden wagens landloope- rU. HIJ zwierf daar zonder noemenswaardige midde len van bestaan rond. In ziln bezit was nog 27 cents, plus drie paar oude schoenen, en eenigo gummihak ken, die bil zeer euphemistisch „handel" noemde. V. d. L. werd ingerekend en stond nu terecht. Hij is reeds eenige malon logé geweest in de Kolonie Veenhuizen, Het schijnt nu eindelijk in zijn levens plan te leggen, werk te zoeken. De agent van politie Ubbels heeft verdachte gearresteerd. De handelsar tikelen. bij' hem' gevonden, zijn naar royale schat ting van den agent geen 5 cents waard. De aange houdene verkeerde in zeer verwaarloosden toestand en trok daarom de attentie van het Enkhuizer pu bliek. De Officier vordert 3 dagen hechtenis cn 1 jaar opzending naar een rijkswerkinrichting. Ver dachte wordt veroordeeld conform dit recruisitoir. OPLICHTING. ■Vervolgens wordt voortgezet de reeds in het ver slag van verleden week gereleveerde zaak tegen Simon Vr. te Anna Paulowna die feen handelaar in gemaakte kleeren, door een jas ter waarde van f 35 had opgelicht. Mr. Buiskool, advocaat te Schagen, was inmiddels door verdachte verzocht zijn juridi sche belangen te behartigen. Hij was de vorige keer niet gekomen, omdat hij naar een begrafenis moest. De politierechter brengt hem onder het oog. dat dit niet opgaat. De oplichting wordt door verdachte er kend. Hij' heeft de jas onder een valschen naam ge kocht. Hij heeft kort daarna de jas voor 5 gulden verkocht. Maar is tot dusverre in gebreke gebleven den winkelier te betalen. Dé officier gaat het verloop der zaak nog eens in extenso na en komt tot de conclusie, dat netgeen de verdachte hééft uitgespookt, gecfualificeerd kan worden als oplichting. Spreker gevoelt niet veel cle mentie voor hem en vordert 4 maanden gevaagenis- straf. M)r. Buiskool ontkent het oogmerk van weder rechtelijke toeëigening. wat pleiter nader aantoont, Voorts memoreert pleiter de verhouding van ver dachte en diens echtgenoote. Die is oorzaak dat de jas nog niet voldaan is. De vrouw heeft beloofd daar voor te zuilen zorgen'. Verdachte heeft voel spijt van het gebeurde. Pleiter concludeert vrijspraak, subsi diair een voorw. straf of een hoogo geldboete. Uitspraak over 14 dagen. VERNIELING. Voortgezet wordt de zaak te?en A. C. B. te Hóog- karspel. die zich heeft schuldig gemaakt aan het middel om vernieling te plegen. Hij wordt veroor deeld tot f 20 boete of 20 dagen, daar inmiddels de schade is vergoed. OPLICHTING EN MEDEPLICHTIGHEID. Daarop staan terecht de 16-jarige Willem H. te Beemster en zijn 18-jarige zuster Trijntje uit de Rijp. Deze jongelui staan terecht wegens oplichting, Willem, omdat hij in den winkel van getuige Woes- "tenburg op een valsch 'briefje een paar klompen heeft weten te bemachtigen, terwijl 't, zusje bedoeld briefje, valsch gesteld op den naam van Willem's moeder heeft geschreven. Willem heeft haar voor gezegd. wat zij' moest schrijven. Mej. Cornelia W-oos tenburg heeft de klompen afgegeven in goed ver trouwen op de echtheid van het briefje. De klompen zijn inmiddels betaald. De ouders'van de jeugdige verdachten in de zaal aanwezig, worden gehoord tot het geven van inlichtingen. 'D'e heer Officier, vordert, tegen den "jongen f 25 boete of 14 dagen tuchtschool en tegen het meisje f 30 boete subs. 30 dagen hechtenis. De ouders zeggen die boetegel den niet to kunnen betalen. Mr. Buiskool van Schagen treedt als verdediger op voor den knaap en refereert zich aan het oordeel van den politierechter. Verdachten worden veroordeeld tot geldboete. Het meisje tot f 10 boete of 10 dagen. De jongen tot f 5 boete of 1 week tuchtschool. Hij wordt voorts 1 jaar onder toezicht van een gezinshoofd gesteld. De ,heer S. J. de Vries, directeur van de melkfabriek, wordt met dit toezicht belast. 'VOORTGEZETTE ZAAK VAN MISHANDELING. Voortgezet wordt een mdshandelingszaak tegen Mies H.. stucadoor te Alkmaar. De heer Wiggers. amb tenaar der reclassëerinfr. verklaart dat verdachte nog steeds café's bezoekt en geen animo heeft betoond geheelonthouding te beoefenen. 'De schade, aan den mishandelde Pauwels uit te betalen, is nog niet vergoed. De officier persisteert bij het repuisitoir van zijn voorganger, strekkende tot veroordeeling van verdachte tot 1 maand gevangenisstraf. Vonnis f 39 boete of 30 dagen, met toewij-zing der civiele vorde ring tot een bedrag van 13 gulden. Hiermede wordt gen-oegen-genomen. DIEFSTAL. De niet ter zitting verschenen Jacob M.. heeft in vereeniging met zekeren Jan K.. iiu November 1925 ten nadeele van den landbouwer Simon' Boeren al- daar ontvreemd een partij ingekuilde aardappelen. Tegen verdachte, -die nog een blanco strafregister heeft, wordt gevorderd f 45 boete of 45 dagen. De politierechter acht het wenschelijk. dat verdacht eper soonlijk voor hem verschijnt, dus wordt de zaak aangehouden tot over 3 weken. BEILEEDIGING VAN EEN AMBTENAAR IN GE SCHRIFTE. De 18-jarige Gornelis S. te Warmenhuizen, heeft aan den gemeenteveldwachter Pronk een beleedi- gend briefje per post toegezonden. De veldwachter werd daarin bedreigd en uitgescholden. De auteur is tot de samenstelling van dit fraaie epistel aangezet dbor een vriend en geestverwant. Bedoeld briefje had •betrekking op een onderzoek, door Prónk en Kro nenburg ingesteld naar een ander strafbaar feit. Eisch f 50 boete of 30 dagen. Vonnis f 25 boste subs. 25 dagen. MISHANDELING. De 23-jarige verdachte Pieter Sch.. te AVenhom stoffeert de beklaagdenbank, 'omdat hij' op 6 Maart nabij' het café van Langendiik den getuige Wols uit de Beemster zoodanig heeft geslagen, dat hij bloedend verwond werd en hij zich onder geneeskun dige behandeling moest stellen. De mishandelde wenscht een schadeloosstelling te vorderen van Piet S. tot een bedrag van f 67.10 voor onkosten dokters behandeling en arbeidsverzuim. Getuige Wols was geanimeerd aan 't bakkeülen met zekeren Bakker. Verdachte heeft zich' met die vechtpartij bemoeid en Wols klappen gegeven, ver moedelijk met een of ander voorwerp, doch dit is niet nader komen vast te staan. Gevorderd wordt f 60 boete of 30 dagen hechtenis en toewijzing van de schadeloosstelling tot een bedrag van 31.10. Het vonnis luidt f 30 boete of 30 dagen en f 31.10 schadevergoeding. MISHANDELING. De niet verschenen WillempJe Br., huisvr. Tb. B. te Urk heeft volgens dagvaarding zich schuldig ge maakt aan mishandeling van de winkelierster Hamkje Snoeck. zulks naar aanleiding dat deze win kelierster haar dochtertje geen boodschappen wilde afgeven en de medegegeven gulden in haar bezit hield, Eisch f 15 boete of 15 dagen. Vonnis conform dezen eisch. BF.LEEDIGING. Ariön S.. eveneens niet aanwozlg. heeft in den nach' van 5 op 6 Maart te Alkmaar den brugwach ter Corn S. beleedigd door "hora do minder vleiende worden lafaard en sch....huls too te voegen. Ver dachte is schipper en kreeg kwestie met don brug wachter. toen deze het schip doorliet. Do brugge- kneclit van Meetcron heeft gehoord, dat. verdachte don 'brugwachter heeft bedreigd, niet-dat hli is be leedigd. Eisch f 25 boete of 25 dagen. Vonnis f 20 boete of 20 dagen. MISHANDELING. Mej. G. A.. huisvr. S. de Vr, to Helder, heeft even min eenige persoonlijke belangstelling, hoewol zij terecht moot staan ter zake mishandeling van mej C. W. huisvtouwJ. S„ die zij' op 7 Maart twee maal heeft geschopt,. Gevorderd wordt f 10 boete of 10 dagen. Vonnis conform: dezen eisch. Sluiting. Anna Paulowna. 2 Mei 1927. Mijnheer de Redacteur. Ik ben het, na mijn vorige week aan den heer Smit gestelde vraag, om mij'n gehuichel nu eens precies uiteen te willen zetten, voor ik hem verder zou be antwoorden. wel haast verplicht om. nu Smit daar op heeft geantwoord, hierop nog even terug te ko men. al voel ik het zelf haast als- een overbodigheid, omdat Smit bijna vo-lledig bakzeil heeft gehaald. Maar ik zal dan nu mijn belofte houden, 't Heeft toch ooo el eenig nut, omdat voor hen. die niet met de zaak op de hoogte zijn. er misschien nog een en ander door wordt verduidelijkt. Wat mijn gehuichel betreft, ik kan dat nu we'1 la ten voor wat het is gebleken te zijn. n.1. niets anders dan een verdachtmaking. Immers, in Smit's vorig schrijtven, had het den schijn of Smit voor 8 jaar terug (wat toch bleek 4 jaar te moeten zijn) door mijn gehuichel uit de S.D.A.P. was getreden, terwijl hij' het nu weer over een heel anderen boeg gooit. D'e zaak wordt, er echter niet duidelijker op en ik moet eerlijk bekennen, dat. al zou ik dan ook. zoo als Smit beweert, verheven kunnen schrijven, ik toc'h niet de kunst, versta om Smiit's journalistieke uitingen met mijne gedachten volkomen te kunnen volgen. Wat betreft het verschil in den datum van uit treden van Smit uit onze afdeeling. tot uiting geko men in het schrijven van het afdeelingsbestuur en mij. Smit had kunnen uitrekenen, welke datum' de juiste was, want als 8 Maart 1923 op Donderdag viel. kon wèl 29 Maart 1023. maar niet 23 Maart daaraanvolgende op Donderdag vallen. Logisch zou het dus zijn geweest, éls Smit dit verschil in datum aan een schrijf- of zetfout zou hebben geweten, want al is de door mij opgegeven datum dan gebleken de juiste te zijn. het afdelingsbestuur wist dat uit de onder haar berusting zijnde notulen natuurlijk even goed als ik. Gelukkig is het aangevoerde materiaal in dit geval voldoende gebleken, om Smit van zijn ongelijk te overtuigen. Waar Smit het bij herhaling heeft over onze een zijdigheid en eigen onpartijdigheid, daar zou ik hem het volgende willen antwoorden. Dat de S D.A.P. eenzijdig zou zijn. wordt wèl beweerd, maar het be wijs daarvoor wordt achterwege gelaten. Dat is niet zoo verwonderlijk, want dat bewijs is niet te leveren. Integendeel, voor mij heeft het Socialis me juist zoo'n bijzondere bekdring, om «haar altrur isti9ch doel, n.1. het stellen van hot gemeenschaps belang boven 'het persoonlijk belang. Dat wij. bij ons Ijveren voor het gemeenschapsbelang, meestal met name voor de arbeidersklasse opkomen, en onze pijlen op de bezittende klasse richten, ligt alleen hierin, dat het juist de arbeiders zijn. die bij de thans bestaande maatschappelijke verhoudingen het meest ten achter zijn gesteld, terwijl de bezittende klasse daarentegen van de aardsche genietingen hun overmatig aandeel ontvangt. Smit ia trouwens lang genoeg lid der SD.A.P. geweest, om' te kunnen weten, dat het een goed sociaal-democraat niet le doen is om personen te bestrijden, maar dat onze geheele strijd slechts is gericht op de geleidelijke omzetting van het maatschappelijk stelsel. \ls Smit zich thans voordoet, of hij dit niet weet. dan blijkt daar slechts uit. dat Smit het socialistisch vraagstuk niet voldoende heeft bestudeerd óf fen dat is natuurlijk ook mogelijk) dat hij het wèl weet, maar bewust misleidend schrijft, om daarmee enkele stemmen te winnen. Wat verder Smit's onpartijdig heid betreft, daarachter zou ik een vraagteeken willen zetten. Zoolang Smit lid der afdeeling was. hebben wij daarvan niet gemerkt,. Integendeel, ik zou haast geneigd zijn. hier het tegenovergestelde te beweren. Eb nu het kardinale punt., dat Smit zoo erg heeft gegriefd, nl. mijne bewering, dat de heeren Smit en Crum door het indienen van een aparte^ lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen, de arbeiders tusschen de beenen 1 oopen. Zou Smit dan werkelijk willen ontkennen, dat zulks het geval is? In dat geval geeft geeft hij er blijk van, dat hij de feiten niet vol doende kan ofwildooirzien. Want deze beide candidaten krijgen geen andere stemmen, dan uit bet arbeiderskamp en ieder, die met het tegenwoordige kiesstelsel op de hoogte is. kan weten, dat versnippe ring alleen nadeel en nooit voordeel kan opleveren. In Anna Paulowna bestaat er dan ook groot gevaar.-dat bedoeld nadeel zich zal doen co- voelen. En dan zouden het de heeren Smit en Crum zijn. die daarmee de reactie zouden hebben gediend'. Laat ons hopen, dat de kiezers blijk geven, dat zij van dergelijke scheurmakerij niet zijn gediend. En hiermede. M. de R.. meen ik Smit voldoende te hebben beantwoord. Met dank voor de geboden ruimte. K. KEURIS Az. TE VONDELING GELEGD. Een 46-jarige geestelijke en zijn zuster hebben zich dezer dagen te verantwoorden gehad wegens het te vondeling leggen van een knaap van vyf maanden. Het kind werd op het Londensche station Liverpoolstreet in een kinderwagen gevonden. On der een kussen lag een enveloppe met een bedrag van anderhalf pond sterling er in en een briefje met het verzoek het kind naar het kindertehuis van dr. Barnardo te brengen; de briefschrijver be loofde elke week geld te zullen zenden voor steun van het kind. Inderdaad ontving 'het tehuis den volgenden dag twee pond. Eenige dagen later meldde de geestelijke zich bij de politie aan met de mededeeling, dat zijn vrouw hem verlaten had en dat zij het leven had geschonken aan een zoon waarvan een Egyptisch student de vader was. Hij had haar elke week 35 shilling ge zonden, zoodat zij niet behoefde te werken. Hij en zijn zuster brachten het kind, dat uitbesteed was, naar het-station Liverpoolstreet en lieten het daar achter. Zijn motief was publiciteit van do schande van zijn vrouw te vermijden. De alderman der City, voor wien de zaak berecht werd, voegde den verdachte toe, dat. dwalen men- schelijk en vergeven goddelijk was. Gevraagd waar om zijn vrouw hem verlaten had, zeide verdachte, dat dit was omdat ze weer in de wereld wilde ko-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 5