Schager Courant Polder Callantsoog, Hef overstromingsgebied van den Mississippi Raad Heerhugowaard, Vierde Blad. „De Vader der Stroomen". Zaterdag 21 Mei 1927 70ste Jaargang. No. 8053. Vergadering van Bestuur en stemgerechtigde In gelanden van den polder Callantsoog op Vrijdag 20 Mei, des morgens 11 uur, ten lokale van den heer S. Kos te Callantsoog. Voorzitter de heer H. Kruisveld, dijkgraaf, secre taris de heer A. de Heer, Schragen, penningmeester de heer Van der Plas. Buiten het Bestuur zijn een 15-tal stemgerechtig den aanwezig. Na opening volgt lezing der notulen, die onver anderd worden goedgekeurd. Voorzitter deelt mede dat de secretaris zich heeft bezig gehouden met de pensioerikwestie met het re sultaat dat de polder ruim f500 terug heeft ontvan- een voor te veel betaald aan inkoop Ingekomen is het verzoek van de gemeente Cal lantsoog om voor het onderhoud van den Duinweg een deel der kosten voor rekening van den polder te nemen. Het Dag. Bestuur stelt voor, afwijzend te beschik ken, omdat de polder bermen afgestaan heeft en jaarlijks daarvan opbrengsten mist, terwijl boven dien door den polder wegen gaan die door het alge meen gbruikt worden, b.v. Abbestederweg en Mid denweg. Vanuit de vergadering wordt nog opgemerkt dat de Duinweg niet door den polder wordt gebruikt. De heer Mr. D. Breebaart Kz. wijst op de gunstige beschikking door polder 't Hpekje,waarvoor ook de heer Kruisveld stemde en de polder heeft toch ook belang bij den Duinweg. Voorzitter zegt, dat de polder Callantsoog zijn we gen goed onderhoudt, de polder betaalt aan dien weg 'niets en misbruikt hem vaak. Dat de polder 't Hoekje dus wat bijdraagt aan den Duinweg is te billijken. De heer P. Vos oordeelt, dat de Duinweg wel door ingelanden wordt gebruikt en de Abbesteder weg ten deele door dat gebruik van den Duinweg wordt ontlast. Spr. wijst op de houding van polder Het Koegras. De gemeente zou wegenbelasting kun nen heffen, maar dan diende ze geen polderlasten te betalen. De heer Mr. D. Breebaart Kz. wijst op de stijging van waarde der landerijen. De heer Ottervanger vindt het billijk dat een bijdrage wordt verleend. Voorzitter zou, als hij zijn hart rechtuit sprak, zeggen, laat de polder niets meer aan de wegen doen, ze worden stuk gereden door Rotterdammers. Het voorstel van het Bestuur wordt aangenomen met 21 tegen 15 stemmen, 2 blanco, zoodat geen bij drage zal worden verleend. Door de V.V.V. te Callantsoog worden in erfpacht gevraagd voor 50 jaar, de z.g. Heinollen voor be bossching. Voorzitter deelt mede, dat het Bestuur, naar aan leiding van een verzoek, van vorig jaar, heeft na gegaan, welke nollen voor hebossching gemist kon den worden en dat was ongeveer 3 H.A. De kosten achtte het Bestuur van V.V.V. toen te duur. Aan de ze aanvrage is om practische redenen niet best te voldoen en het Bestuur stelt nu voor, de bedoelde nollen af te staan tegen een erfpachtsrecht van fl per H.A. De heer P. Vos acht het geen bezwaar, dat van het in erfpacht ontvangen gedeelte polderlasten moeten worden betaald en daarom vraagt V.V.V. subsidie aan den polder, gelijk aan de betalen polderlasten. Voorzitter informeert naar de regeling ten aan zien van de terugbetaling van het rijksvoorschot voor de dennenbeplanting, waarop door den heer Vos wordt geantwoord, die daarbij tevens wijst op de voordeelen voor de omliggende landerijen, wanneer bebossching plaats heeft. De heer Mr. D„ Breebaart Kz. wijst op het alge meen belang in onze omgeving een bosch te krijgen. Vanuit de vergadering gaat daarentegen een stem op die bebossching niet in het voordeel der omlig gende landerijen acht. Door den heer Jb. Stammes zoowel als door den heer Ottervanger wordt gewezen op het bezwaar de erfpacht voor 50 jaar te verleenen. Met 23 tegen 10 stemmen, 5 stemmen blanco, wordt besloten, dat het Dag. Bestuur een onderzoek zal instellen bij Ged. Staten of deze erfpachtverleening mogelijk is en zoo ja, om dan bet verzoek van de V.V.V. toe te staan. Rekening over 1926. Bij monde van den heer H. Kaan, Bergen, wordt medegedeeld, dat de rekening over 1020 sloot met een nadeelig saldo van f919.98. Met dank aan den penningmeester wordt geadvi seerd de rekening goed te keuren. De rekening begon met een nadeelig saldo van f690.54. De achterstallige lasten zijn echter grooter dan vorig jaar, terwijl óver 1926 f 840 meer aan wa terstaatslasten zijn betaald dan in gewone jaren. Overeenkomstig het advies der commissie wordt de rekening goedgekeurd. Een complimentje. De heer Ottervanger brengt in goed Hollandsch hulde aan den secretaris voor de vlugge manier, waarop deze secretaris die f500 aan pensioeninkoop terug heeft weten te krijgen. Spr. vraagt zich af wat die vorige secretaris heeft gedaan; heeft die alleen gedronken? Voorzitter oordeelt ook. dat den secretaris een compliment toekomt, ook de waarnemende secreta ris-penningmeester, de heer J. Koster, heeft zich destijds voor deze zaak geïnteresseerd. Spr. vermoedt dat men daarna in Den Haag de zaak eens grondig heeft nagezien. De heer Ottervanger wil er liever maar niets meer van zeggen. Begreoting 1927. 1927 ke^anrïeling wor^ genomen de begrooting voor Postgewijze wordt deze behandeld. Enkele inlich tingen worden gevraagd, die door den voorzitter, secretaris of penningmeester worden verstrekt. Het Bestuur stelt voor de lasten als volgt te rege len: capabel land f9.—; niet capabel land f6.75 nol- lenland f 4.50. De secretaris licht toe dat 2 jaar lang de lasten voor niet-capabel land abusievelijk op f6 werden bepaald. Volgens het bijzonder reglement moeten de lasten van niet-capabel gelijk zijn aan 3/4 van de lasten voor capabel land. De begrooting wordt vervolgens vastgesteld op een bedtag van f 12590.26. én ®en rannoêdelijk nad®eli<r slot van f609.23. De heer Ottervanger wil voor verschillende leveran ties, werken enz., een bedrag van f 100 te boven gaan de, publieke aanbesteding. De heer Mr. D. Breebaart is van oordeel, dat de heer Ottervanger niet heeft aangetoond, dat het bestuur zich niet aan het reglement hee,'t gehouden. Tenslotte komt in stemming of aan het Bestuur machtiging tot onderhandsche aanbesteding zal wor den gegeven en dit voorstel woord aangenomen met 25 tegen 11 stemmen. De heeren G, Dekker Az.. J. v. Honschoten en Jb. Vos Az. worden benoemd als leden der commissie belast met het nazien der rekening over 1927 en 1928. De heer H. Kaan Kz. werd als plaatsvervan gend lid benoemd. Varia. Bij do rondvraag bespreekt de heer A. Kooger een kwestie met een schuif van een duiker, terwij] de heer Ottervangor oordeelt dat er bij den Uitland- achen weg te weinig wate staat. Voorzitter merkt op, dat een vaste regeling moeilijk is te maken er moet naar omstandigheden worden geregeld, 'De heer Jb. Vos herinnert aan een vroeger geno men besluit oor het bestuur, omi het timmerwerk onder de plaatselijke timmerlieden te verdeelen. Voorzitter licht toe. dat het werk is opgedragen aan den heer F, Hoek en deze do verplichting op zich heeft genomen om voor spoedgevallen hout van di verse afmetingen in voorraad te hebben. Met den wenk zal evenwel rekening worden gehouden. De heer T. Mooij Tz. brengt in bespreking het feit, dat hij vroeger meer vergoeding voor grintrilden heeft gevraagd, omdat hij' door een zwaar pad moest. Dat verzoek is afgewezen, maar nu is wel aan een ander persoon de vergoeding van f 40 op f 45 was gebracht. Voorzitter licht in. dat in dat laatste geval bleek lat meer ';rint vervoerd was. dan bij aanbesteding was uitgemeten. De heer P. Mooij klaagt over een duiker tusschen i de perceelen van W. Zeeman en G. v. Delft. Lekkage bestaat daar en tevens onvoldoende medewerking om het euvel te verhelpen. Voorzitter zegt onderzoek toe. Do heer M. Mooij bepleit het plaatsen van een aan plakbord aan het einde van den Uitlandschen weg. Zal gebeuren. De heer Kooiman krijgt de toezegging, dat kuilen in den- Uitlandschen weg zullen worden gestopt. D'e heer Ottervanger deelt mede. dat zijn princi paal Rampen nog altlid geld onder zijn beheer heeft, dat overgebleven is van de bijdragen van de verhnr ding van, den Uitlandschen wog. Voor eventueele beharding van het laatste stukje van dien weg is dat geld beschikbaar.' De heer Ottervanger brengt dan verder in bespro king. dat de stemgerechtigden geen persoonRtke aan schrijving hebben gehad, dat zou1 plaats bobben laat ste heemraadsverkiezingi Voorzitter wijst er op, dat de nieuwe secretariB niet wist, dat persoonlijke aanschrijving steedq plaats vond, maar geheel het daaromtrent bepaald;e in het reglement heeft opgevolgd. De heer Ottervanger oordeelt, dat in het reglement een bepaling over persoonlijke, aanschrijving is op genomen en gepoogd wordt, den heer Ottervanger van de onjuistheid dezer bewering te overtuigen. Gemakkelijk blijkt dit niet te gaan en Voorzitter sluit tenslotte de discussie en de vergadering. Bij de overstrooming van den Mississippi, in de staten Missouri, Arkansas, Louisane en Mississippi, is er sprake van een watersnood van zoo'n gewel digen omvang, dat men er zich bij ons moeilijk een voorstelling van vormen kan. De Mississippi heeft een stroomloop, die een lengte van 6600 K.M. bereikt, dus nog 300 K,M. langer dan de halve doorsnede van onzen aard bol. Daarbij komt, dat geen en kele andere rivier op aarde van zoo groote economische beteeke- nis is, als de Mississippi dat is voor de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Zijn stroomge bied van 3.250.000 vierkante ki lometers (325.000.000 bunders i' ongeveer 85 maal zoo groot als Nederland en bedekt nagenoeg de helft van het vastelandge- bied der Unie. Niet minder dan 32 staten en territoriale gebie den zijn den reuzenstroom be lastingplichtig. Hij ontspringt, in verhouding tot zijn enorme afmetingen, op de geringe hoogte van 500 meter boven de oppervlakte der zee, stroomt, over het algemeen ge nomen, naar het Zuiden, vormt bij Minneapolis den laatsten wa terval van zijn bovenloop en is van daaraf bevaarbaar. Bij St. Louis neemt hij als rechterzij rivier den Missouri op, die nog langer en waterrijker is dan de hoofdstroom zelf. De Indiaansche namen Mississippi (vader der stroomen) en Missouri (slijkerig water) zijn niet zon der beteekenis, want de laatste is door kleileem hee- lemaal geel gekleurd. Een spreekwoord zegt: het Mis- souri-water is te dik om er in te zwemmen, maar te dun om er op te loopen. De beteekenis van de stad St. Louis, in grootte de zesde van het land, berust op haar geographische ligging, namelijk de samen koming van de beide hoofdstroomen, die haar tot een natuurlijk centrum van het middelste Mississippi- bekken en tot een geweldig knooppunt maakt, zoodat zij onder de industriesteden van het land do vierde plaats inneemt. Aan den linkeroever kreeg de Illinois in zooverre beteekenis, toen van een zijner zijrivieren, de Des Plaines rivier, een kanaal naar Chicago gegraven werd, en daarmee een waterwegverbinding werd verkregen tusschen het Mississippi-gebied en den At- lantischen Oceaan. Van veel grootere beteekenis ech ter is de zijrivier, de Ohio, die bij Cairo in den hoofdstroom uitmondt. Deze zijrivier verdubbelt na genoeg de hoeveelheid water van den hoofdstroom. Eerst na de opname van de Ohio wordt de Mississippi tot den geweldigen stroom, welks alle jaren terugkee- rende overstroomingen een blijvend gevaar voor het uitgestrekte omliggende land opleveren, en welks be dwinging, trots de vele honderden millioenen dollars, nog steeds niet gelukt is. De Ohio, die als de schoonste rivier van de Unie bekend staat, wordt gevoed door het regenrijke Al- leghanygebergte, maar is in zijn waterstand buiten gewoon verschillend. Het verschil in hoogsten en laagsten waterstand van 13 tot 24 meter is normaal; er komen echter ook verschillen voor van 19 tot 20 meter. In Februari van het jaar 1884 gaf de peilschaal te Cincinnati zelfs 24.3 meter aan. Dusdanige zwel lingen van zijn zijrivieren zijn natuurlijk ook van sterken invloed op den waterstand van de Missis sippi. De meeste van zijn overstroomingen komen dan ook voor rekening van den hoogen waterstand in den Ohio vanaf Februari tot April. Wat minder hoog stijgt de Missouri, waarbij komt, dat die in den regel eerst in Juni zijn hoogsten stand bereikt, wanneer de Ohio-vloed reeds voorbij 13. Een catastrophe in den hoofdstroom is dan alleen te verwachten, wanneer de hoogwater-standen der bei de zij-rivieren gelijk komen, hetgeen echter niet zoo dikwijls gebeurd. Tegenover Cairo, aan den westkant van de Mis sissippi, ligt in den Zuid-Oosthoek van den Staat Missouri het Lage Land „Sink Country" met zijn vele uitgestrekte meren en moerassen. Tengevolge van deze inzinkingen in den bodem, die dikwijls door aardbevingen ontstaan zijn, treedt het grondwater daar aan de oppervlakte, twaardoor ze als het ware een natuurlijke waterberging voor de Mississippi- overstroomingen is, waarom men dan ook op die plaat sen van het aanleggen van dijken heeft afgezien. Wanneer we zeggen, dat de Mississippi vanaf St. Louis eerst goed bevaarbaar is, dan is daar niet mee gezegd, dat de rivier dan een aanblik oplevert, ge lijk wij dien kennen bijv. van onze eigen rivieren, een rustig verloop, zonder dat er van eenigen kant ge- Vaar dreigt. Niets is minder waar. Zij die den Rijn gezien hebben, weten, dat er op sommige punten ten gevolge van scherpe bochten of vernauwingen, sterke stroomversnellingen ontstaan. Iets dergelijks heeft' men bij -den Mississippi, maar in veel hoogere mate, zoodat zelfs het woord versnelilng niet meer van pas is en veel meer van stroomverwildering ge sproken moet worden. Niet tengevolge van diepe wa tervallen, maar van geweldige kronkelingen in den stroom, met een straal van wel enkele kilometers. Door deze windingen baant zich de geweldige wa tervloed met donderend geweld een weg. Tevens hebben ze tot gevolg, dat de stroom driemaal zoo lang is, dan dat dat het geval met een rechtlijnigen loop zou zijn, hetgeen natuurlijk voor het scheep vaartverkeer van niet geringe kostbare beteekenis is. Zekere natuurwetten bewerken nu, dat die kron kelingen in den stroom steeds grooter en grooter wor den en tenslotte tengevolge van een doorbraak (eut- off) afgesneden worden. Naast den hoofdstroom blij ven dan de voormalige stroomwindingen als doode, cirkelvormige oude wateren (Ox bow lakes) achter, welke beruchte broedplaatsen voor typ hu s en malaria vormen. De „cut-offs" zijn in 't algemeen niet onwelkome natuurverschijnselen, welke men zoo mogelijk nog bevordert, omdat zij de verwildering van den stroomloop in zekeren zin tegenhoudt en de lengte van den stroom vermindert, hetgeen niet weinig aan de scheepvaart ten goede komt. Het is dan ook gelukt, de stroomlengte aanmerkelijk te ver korten, b.v. in de jaren 1825 tot 1897 zijn 250 kilome ters op deze wijze gewonnen. De Amerikaansche hu morist, Mark Twain, die in zijn jonge jaren tenge volge van zijn beroep, den Mississippi bevoer, heeft eenmaal in scherts uitgerekend, na hoeveel jaren de stroom door die „cut-offs" tot de lengte nul in eengekrompen zou moeten zijn. Soms hebben die „cut-offs" echter ook zeer onaan gename gevolgen. Zoo lag de in de overstroomings- berichten dikwijls genoemde stad Vicksburg, de groot ste in den staat Mississippi, aan één der kronkels van den stroom, totdat in het jaar 1876 een „cut- off", een nieuwe bedding voor de rivier schiep, waar door de stad voortaan van alle scheepvaartverkeer was afgesloten en met ondergang bedreigd werd. Eerst in 1903 kreeg zij door den bouw van een ka naal een nieuwen scheepvaartsweg. Deze en andere veranderingen in den stroomloop verzwaren het werk van de regelingscommissie en de beschermingsmiddelen tegen overstroomingen, welke sedert eeuwen doorgevoerd wordt, niet weinig. Men heeft een eigen „Mississippi River Commission" in het leven geroepen, die door den aanleg van wa terbekkens en stuwdammen (levees) tot een lengte van ettelijke duizenden kilometers, door uitbaggeren enz. den stroom tracht te overmeesteren. Een gron dig® oplossing van het hoogwaterprobleem, zooals zich ook nu weer voordoet, is haar tot nog toe niet gelukt. Om zich een denkbeeld van de geweldige wa termassa te vormen, moet men zich voorsteilen, dat do watermassa tot de breedte van rond een kilome ter en een diepte van 30 tot 40 meter zich met een snelheid van bijna twee meter per seconde voortbe weegt. Als eenigen uitweg bij de huidige overstroo ming was nog overgebleven de afwending van het gevaar van waardevolle plaatsen boven minder be langrijke gebieden, en dit hebben de Ameükanen be reikt, met het laten springen van stuwdammen. Het ging hier namelijk om de redding van de stad N c w-0 r 1 e a n s, die door haar diepe ligging - slechts ongeveer twee meter boven den zeespiegel in het bijzonder bedreigd werd, terwijl de overige sto- den aan den benedenloop van de rivier meestal vol doende hoog boven den zeespiegel uitsteken, om geen gevaar te loopen, Een tweede vraagstuk, waarmee de commissie zich sterk bezig houdt,, en dat in hooge mate van belang is op het verkeer op de rivier is, is, dat er af en toe groote stukken van den oever, waarop zelfs nog hooge boomen staan, worden losgerukt, en door de rivier meegevoerd. Het behoeft geen betoog, dat deze drij vende eilanden een groot gevaar voor de scheepvaart opleveren. Daarbij komt, dat zich op verschillende plaatsen in den stroom steeds weer nieuwe zandban ken vormen, en dat de zandbanken, die er reeds zijn, op onverklaarbare wijze stroomafwaarts „ver- derwandelen" om het zoo eens uit te drukken. Nochtans speelt de Mississippi bij lange na niet de rol van binnenvaartscheepweg, die men hem bij be schouwing van het kaartje zou toeschrijven. Het ver keer is zelfs heel wat geringer geworden, want in de vijfjaarlijksche periode van 1896 tot 1900 was bijv. het getal der in St. Louis binnenkomende schepen vergeleken met de jaren 1865 tot 1869, met 31.5 pro cent afgenomen. Honderdvijf-en zestig kilometer beneden New-Or- leans begint de nu 2400 meter breede vloed zich in vier armen te verdeelen en een hoogst zeldzame delta te vormen, die zijns gelijke op aarde niet heeft. Gelijk de vingers aan een hand, schuiven ook de landarmen van den delta in de Golf van Mexico vooruit. De uitdrukking „vooruitschuiven" moet hier letterlijk genomen worden, omdat elk jaar de delta ongeveer een honderd meter verder in de zee door dringt. Daar, waar zich het rivierwater met het zoute water van den Oceaan vermengt, zinkt het meege voerde slijk dat grootendeels van de Noord-Weste lijk gelegen gebergten afkomstig is en via den Mis souri in den Mississippi gekomen is op den bodem en helpt zoo mee aan den opbouw van de delta. Vier honderd milliard kilogram van de fijnste zand- en kleideeltjes bezinkt hier jaarlijks op deze wijze en getuigen van de reusachtige afmetingen, waartoe de kringloop van het water reeds binnen het gebied van één enkelen stroom in staat is op de vormen van die aardopp end akte te werken. Vergadering van den Raad op Vrijdag 20 Mei 1927, des middags half drie. Afwezig wegens familieomstandigheden, de heer Wijnker. Voorzitter de heer W. van Slooten, voorzitter, te vens secretaris. Na opening volgt lezing der notulen, die onveran derd worden vastgesteld. Voorzitter deelt mede, dat deze vergadefiing in hoofdzaak wordt gehouden op verzoek van de hee ren Kostelijk, Pool en Blom, doch dat nog enkele in gekomen stukken zijn binnengekomen. De rietschoot vermindert het gevaar. Voorzitter deelt dan in de eerste plaats mede, dat van Ged. Staten is ontvangen een afwijzende beschik king op het verzoek om den Waarddijk te mogen afsluiten voor motorrijtuigen, die een grootere breedte hebben dan 1.70 meter. Ter motiveering deelden Ged. Staten mede, dat de weg een beharding heeft van 3 meter breedte, aan iederen kant een berm v«^ 1 meter en dat de zijde van de ringvaart nog met riet begroeid is, zoodat de dijk geen gevaar oplevert, ter wijl bij toestaan van het verzoek'voor dergelijke mo torrijtuigen het verkeer van en naar Langendijk, Zuid- en Noordscharwou.de, zou zijn afgeslote^. Spottend wordt opgemerkt, dat het dus zeer geluk kig is dat de rietjes daar zijn. Ged. Staten deelen mede, dat de Minister van Bin- nenlandsche Zaken bezwaar heeft tegen de regeling waarbij de kinderaftrek op f100 per kind wordt be paald benevens een hoofdaftrek van f600. Wel zou de Minister zich kunnen vereenigen met een hoofd aftrek van f 650. Waar van een wijziging in de ver ordening voor dit jaar toch niets komt, wordt op voorstel van den heer Mienes besloten deze zaak in .de volgende vergadering nader te behandelen. Ingekomen is een verzoek van de afdeeling Heer- hugowaard van Het Witte Kruis om finantieelen steun, teneinde Guurtje Kuiper in een sanatorium op genomen te krijgen. Door Dr. Maats was de mededee- ling ingezonden, dat de vader van de patiënte in de kosten f 10 per maand wil bijdragen, de Diaconie te Oude Niedorp f20 per maand en dat dan nog ont breken f 60 per maand. Gevraagd wordt dit bedrag met behulp van de Provincie voor rekening der ge meente te nemen. De heer Kostelijk oordeelt, dat als de patiënte de verpleging noodig heeft, het verzoek dient te wor den toegestaan, voor de belanghebbenden is het van groote beteekenis en als het geregeld wordt zooals door den medicus wordt aangegeven, zijn de kosten voor de gemeente niet zoo zwaar. Algemeent goedgevonden. Ged. Staten hebben goedgekeurd de 3e suppletoirs begrooting voor 1927. Onderwijzers van den ouden tijd. Ingekomen is een adres van de Oudercommissie te Vecnhuizen, waarin wordt verzocht, zulks na overleg met het onderwijzend personeel, om de schooltijden geheel volgens den zonnetijd te regelen. Ook de on derwijzers, wordt in het adres medegedeeld, zijn van den ouden tijd. Voorzitter zegt, dat voor alle scholen, met ingang van den zomertijd, de schooltijden een half uur later zijn gesteld en de inspecteur adviseerde om het leer plan daarnaar definitief vast te stellen. Het hoofd der school te Veenhuizen was voor den zomertijd, maar wilde in het belang van de menschen wel met hun verlangen meegaan. De heer Tromp wil, als het mogelijk is. geheel aan de wenschen van de menschen te Veenhuizen vol doen. Ook al zijn de schooltijden mot een half uur versteld, blijft het voor de menschen lastig, vooral met bet eten. De heer Kostelijk heeft de menschen die hem toe vallig over deze kwestie spraken, aangeraden zich in verbinding te stellen met het personeel der school.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 13