Schager Courant
Polder Callantsoog,
Hef overstromingsgebied van den
Mississippi
Raad Heerhugowaard,
Vierde Blad.
„De Vader der Stroomen".
Zaterdag 21 Mei 1927
70ste Jaargang. No. 8053.
Vergadering van Bestuur en stemgerechtigde In
gelanden van den polder Callantsoog op Vrijdag 20
Mei, des morgens 11 uur, ten lokale van den heer S.
Kos te Callantsoog.
Voorzitter de heer H. Kruisveld, dijkgraaf, secre
taris de heer A. de Heer, Schragen, penningmeester
de heer Van der Plas.
Buiten het Bestuur zijn een 15-tal stemgerechtig
den aanwezig.
Na opening volgt lezing der notulen, die onver
anderd worden goedgekeurd.
Voorzitter deelt mede dat de secretaris zich heeft
bezig gehouden met de pensioerikwestie met het re
sultaat dat de polder ruim f500 terug heeft ontvan-
een voor te veel betaald aan inkoop
Ingekomen is het verzoek van de gemeente Cal
lantsoog om voor het onderhoud van den Duinweg
een deel der kosten voor rekening van den polder
te nemen.
Het Dag. Bestuur stelt voor, afwijzend te beschik
ken, omdat de polder bermen afgestaan heeft en
jaarlijks daarvan opbrengsten mist, terwijl boven
dien door den polder wegen gaan die door het alge
meen gbruikt worden, b.v. Abbestederweg en Mid
denweg.
Vanuit de vergadering wordt nog opgemerkt dat
de Duinweg niet door den polder wordt gebruikt.
De heer Mr. D. Breebaart Kz. wijst op de gunstige
beschikking door polder 't Hpekje,waarvoor ook de
heer Kruisveld stemde en de polder heeft toch ook
belang bij den Duinweg.
Voorzitter zegt, dat de polder Callantsoog zijn we
gen goed onderhoudt, de polder betaalt aan dien
weg 'niets en misbruikt hem vaak. Dat de polder
't Hoekje dus wat bijdraagt aan den Duinweg is te
billijken.
De heer P. Vos oordeelt, dat de Duinweg wel
door ingelanden wordt gebruikt en de Abbesteder
weg ten deele door dat gebruik van den Duinweg
wordt ontlast. Spr. wijst op de houding van polder
Het Koegras. De gemeente zou wegenbelasting kun
nen heffen, maar dan diende ze geen polderlasten
te betalen.
De heer Mr. D. Breebaart Kz. wijst op de stijging
van waarde der landerijen.
De heer Ottervanger vindt het billijk dat een
bijdrage wordt verleend.
Voorzitter zou, als hij zijn hart rechtuit sprak,
zeggen, laat de polder niets meer aan de wegen
doen, ze worden stuk gereden door Rotterdammers.
Het voorstel van het Bestuur wordt aangenomen
met 21 tegen 15 stemmen, 2 blanco, zoodat geen bij
drage zal worden verleend.
Door de V.V.V. te Callantsoog worden in erfpacht
gevraagd voor 50 jaar, de z.g. Heinollen voor be
bossching.
Voorzitter deelt mede, dat het Bestuur, naar aan
leiding van een verzoek, van vorig jaar, heeft na
gegaan, welke nollen voor hebossching gemist kon
den worden en dat was ongeveer 3 H.A. De kosten
achtte het Bestuur van V.V.V. toen te duur. Aan de
ze aanvrage is om practische redenen niet best te
voldoen en het Bestuur stelt nu voor, de bedoelde
nollen af te staan tegen een erfpachtsrecht van fl
per H.A.
De heer P. Vos acht het geen bezwaar, dat van het
in erfpacht ontvangen gedeelte polderlasten moeten
worden betaald en daarom vraagt V.V.V. subsidie
aan den polder, gelijk aan de betalen polderlasten.
Voorzitter informeert naar de regeling ten aan
zien van de terugbetaling van het rijksvoorschot
voor de dennenbeplanting, waarop door den heer Vos
wordt geantwoord, die daarbij tevens wijst op de
voordeelen voor de omliggende landerijen, wanneer
bebossching plaats heeft.
De heer Mr. D„ Breebaart Kz. wijst op het alge
meen belang in onze omgeving een bosch te krijgen.
Vanuit de vergadering gaat daarentegen een stem
op die bebossching niet in het voordeel der omlig
gende landerijen acht.
Door den heer Jb. Stammes zoowel als door den
heer Ottervanger wordt gewezen op het bezwaar de
erfpacht voor 50 jaar te verleenen.
Met 23 tegen 10 stemmen, 5 stemmen blanco, wordt
besloten, dat het Dag. Bestuur een onderzoek zal
instellen bij Ged. Staten of deze erfpachtverleening
mogelijk is en zoo ja, om dan bet verzoek van de
V.V.V. toe te staan.
Rekening over 1926.
Bij monde van den heer H. Kaan, Bergen, wordt
medegedeeld, dat de rekening over 1020 sloot met
een nadeelig saldo van f919.98.
Met dank aan den penningmeester wordt geadvi
seerd de rekening goed te keuren.
De rekening begon met een nadeelig saldo van
f690.54. De achterstallige lasten zijn echter grooter
dan vorig jaar, terwijl óver 1926 f 840 meer aan wa
terstaatslasten zijn betaald dan in gewone jaren.
Overeenkomstig het advies der commissie wordt
de rekening goedgekeurd.
Een complimentje.
De heer Ottervanger brengt in goed Hollandsch
hulde aan den secretaris voor de vlugge manier,
waarop deze secretaris die f500 aan pensioeninkoop
terug heeft weten te krijgen. Spr. vraagt zich af
wat die vorige secretaris heeft gedaan; heeft die
alleen gedronken?
Voorzitter oordeelt ook. dat den secretaris een
compliment toekomt, ook de waarnemende secreta
ris-penningmeester, de heer J. Koster, heeft zich
destijds voor deze zaak geïnteresseerd. Spr. vermoedt
dat men daarna in Den Haag de zaak eens grondig
heeft nagezien.
De heer Ottervanger wil er liever maar niets meer
van zeggen.
Begreoting 1927.
1927 ke^anrïeling wor^ genomen de begrooting voor
Postgewijze wordt deze behandeld. Enkele inlich
tingen worden gevraagd, die door den voorzitter,
secretaris of penningmeester worden verstrekt.
Het Bestuur stelt voor de lasten als volgt te rege
len: capabel land f9.—; niet capabel land f6.75 nol-
lenland f 4.50. De secretaris licht toe dat 2 jaar lang
de lasten voor niet-capabel land abusievelijk op f6
werden bepaald. Volgens het bijzonder reglement
moeten de lasten van niet-capabel gelijk zijn aan
3/4 van de lasten voor capabel land.
De begrooting wordt vervolgens vastgesteld op een
bedtag van f 12590.26. én ®en rannoêdelijk nad®eli<r
slot van f609.23.
De heer Ottervanger wil voor verschillende leveran
ties, werken enz., een bedrag van f 100 te boven gaan
de, publieke aanbesteding.
De heer Mr. D. Breebaart is van oordeel, dat
de heer Ottervanger niet heeft aangetoond, dat het
bestuur zich niet aan het reglement hee,'t gehouden.
Tenslotte komt in stemming of aan het Bestuur
machtiging tot onderhandsche aanbesteding zal wor
den gegeven en dit voorstel woord aangenomen met
25 tegen 11 stemmen.
De heeren G, Dekker Az.. J. v. Honschoten en Jb.
Vos Az. worden benoemd als leden der commissie
belast met het nazien der rekening over 1927 en
1928. De heer H. Kaan Kz. werd als plaatsvervan
gend lid benoemd.
Varia.
Bij do rondvraag bespreekt de heer A. Kooger een
kwestie met een schuif van een duiker, terwij] de
heer Ottervangor oordeelt dat er bij den Uitland-
achen weg te weinig wate staat.
Voorzitter merkt op, dat een vaste regeling moeilijk
is te maken er moet naar omstandigheden worden
geregeld,
'De heer Jb. Vos herinnert aan een vroeger geno
men besluit oor het bestuur, omi het timmerwerk
onder de plaatselijke timmerlieden te verdeelen.
Voorzitter licht toe. dat het werk is opgedragen
aan den heer F, Hoek en deze do verplichting op zich
heeft genomen om voor spoedgevallen hout van di
verse afmetingen in voorraad te hebben. Met den
wenk zal evenwel rekening worden gehouden.
De heer T. Mooij Tz. brengt in bespreking het
feit, dat hij vroeger meer vergoeding voor grintrilden
heeft gevraagd, omdat hij' door een zwaar pad moest.
Dat verzoek is afgewezen, maar nu is wel aan een
ander persoon de vergoeding van f 40 op f 45 was
gebracht.
Voorzitter licht in. dat in dat laatste geval bleek
lat meer ';rint vervoerd was. dan bij aanbesteding
was uitgemeten.
De heer P. Mooij klaagt over een duiker tusschen
i de perceelen van W. Zeeman en G. v. Delft. Lekkage
bestaat daar en tevens onvoldoende medewerking om
het euvel te verhelpen.
Voorzitter zegt onderzoek toe.
Do heer M. Mooij bepleit het plaatsen van een aan
plakbord aan het einde van den Uitlandschen weg.
Zal gebeuren.
De heer Kooiman krijgt de toezegging, dat kuilen in
den- Uitlandschen weg zullen worden gestopt.
D'e heer Ottervanger deelt mede. dat zijn princi
paal Rampen nog altlid geld onder zijn beheer heeft,
dat overgebleven is van de bijdragen van de verhnr
ding van, den Uitlandschen wog. Voor eventueele
beharding van het laatste stukje van dien weg is dat
geld beschikbaar.'
De heer Ottervanger brengt dan verder in bespro
king. dat de stemgerechtigden geen persoonRtke aan
schrijving hebben gehad, dat zou1 plaats bobben laat
ste heemraadsverkiezingi
Voorzitter wijst er op, dat de nieuwe secretariB niet
wist, dat persoonlijke aanschrijving steedq plaats
vond, maar geheel het daaromtrent bepaald;e in het
reglement heeft opgevolgd.
De heer Ottervanger oordeelt, dat in het reglement
een bepaling over persoonlijke, aanschrijving is op
genomen en gepoogd wordt, den heer Ottervanger
van de onjuistheid dezer bewering te overtuigen.
Gemakkelijk blijkt dit niet te gaan en Voorzitter sluit
tenslotte de discussie en de vergadering.
Bij de overstrooming van den Mississippi, in de
staten Missouri, Arkansas, Louisane en Mississippi,
is er sprake van een watersnood van zoo'n gewel
digen omvang, dat men er zich bij ons moeilijk een
voorstelling van vormen kan. De Mississippi heeft
een stroomloop, die een lengte van 6600 K.M. bereikt,
dus nog 300 K,M. langer dan de
halve doorsnede van onzen aard
bol. Daarbij komt, dat geen en
kele andere rivier op aarde van
zoo groote economische beteeke-
nis is, als de Mississippi dat is
voor de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika. Zijn stroomge
bied van 3.250.000 vierkante ki
lometers (325.000.000 bunders i'
ongeveer 85 maal zoo groot als
Nederland en bedekt nagenoeg
de helft van het vastelandge-
bied der Unie. Niet minder dan
32 staten en territoriale gebie
den zijn den reuzenstroom be
lastingplichtig.
Hij ontspringt, in verhouding
tot zijn enorme afmetingen, op
de geringe hoogte van 500 meter
boven de oppervlakte der zee,
stroomt, over het algemeen ge
nomen, naar het Zuiden, vormt
bij Minneapolis den laatsten wa
terval van zijn bovenloop en is
van daaraf bevaarbaar. Bij St.
Louis neemt hij als rechterzij
rivier den Missouri op, die nog
langer en waterrijker is dan de hoofdstroom zelf.
De Indiaansche namen Mississippi (vader der
stroomen) en Missouri (slijkerig water) zijn niet zon
der beteekenis, want de laatste is door kleileem hee-
lemaal geel gekleurd. Een spreekwoord zegt: het Mis-
souri-water is te dik om er in te zwemmen, maar te
dun om er op te loopen. De beteekenis van de stad
St. Louis, in grootte de zesde van het land, berust
op haar geographische ligging, namelijk de samen
koming van de beide hoofdstroomen, die haar tot een
natuurlijk centrum van het middelste Mississippi-
bekken en tot een geweldig knooppunt maakt, zoodat
zij onder de industriesteden van het land do vierde
plaats inneemt.
Aan den linkeroever kreeg de Illinois in zooverre
beteekenis, toen van een zijner zijrivieren, de Des
Plaines rivier, een kanaal naar Chicago gegraven
werd, en daarmee een waterwegverbinding werd
verkregen tusschen het Mississippi-gebied en den At-
lantischen Oceaan. Van veel grootere beteekenis ech
ter is de zijrivier, de Ohio, die bij Cairo in den
hoofdstroom uitmondt. Deze zijrivier verdubbelt na
genoeg de hoeveelheid water van den hoofdstroom.
Eerst na de opname van de Ohio wordt de Mississippi
tot den geweldigen stroom, welks alle jaren terugkee-
rende overstroomingen een blijvend gevaar voor het
uitgestrekte omliggende land opleveren, en welks be
dwinging, trots de vele honderden millioenen dollars,
nog steeds niet gelukt is.
De Ohio, die als de schoonste rivier van de Unie
bekend staat, wordt gevoed door het regenrijke Al-
leghanygebergte, maar is in zijn waterstand buiten
gewoon verschillend. Het verschil in hoogsten en
laagsten waterstand van 13 tot 24 meter is normaal;
er komen echter ook verschillen voor van 19 tot 20
meter. In Februari van het jaar 1884 gaf de peilschaal
te Cincinnati zelfs 24.3 meter aan. Dusdanige zwel
lingen van zijn zijrivieren zijn natuurlijk ook van
sterken invloed op den waterstand van de Missis
sippi. De meeste van zijn overstroomingen komen
dan ook voor rekening van den hoogen waterstand
in den Ohio vanaf Februari tot April.
Wat minder hoog stijgt de Missouri, waarbij komt,
dat die in den regel eerst in Juni zijn hoogsten
stand bereikt, wanneer de Ohio-vloed reeds voorbij 13.
Een catastrophe in den hoofdstroom is dan alleen te
verwachten, wanneer de hoogwater-standen der bei
de zij-rivieren gelijk komen, hetgeen echter niet zoo
dikwijls gebeurd.
Tegenover Cairo, aan den westkant van de Mis
sissippi, ligt in den Zuid-Oosthoek van den Staat
Missouri het Lage Land „Sink Country" met zijn vele
uitgestrekte meren en moerassen. Tengevolge van
deze inzinkingen in den bodem, die dikwijls door
aardbevingen ontstaan zijn, treedt het grondwater
daar aan de oppervlakte, twaardoor ze als het ware
een natuurlijke waterberging voor de Mississippi-
overstroomingen is, waarom men dan ook op die plaat
sen van het aanleggen van dijken heeft afgezien.
Wanneer we zeggen, dat de Mississippi vanaf St.
Louis eerst goed bevaarbaar is, dan is daar niet mee
gezegd, dat de rivier dan een aanblik oplevert, ge
lijk wij dien kennen bijv. van onze eigen rivieren, een
rustig verloop, zonder dat er van eenigen kant ge-
Vaar dreigt. Niets is minder waar. Zij die den Rijn
gezien hebben, weten, dat er op sommige punten ten
gevolge van scherpe bochten of vernauwingen, sterke
stroomversnellingen ontstaan. Iets dergelijks heeft'
men bij -den Mississippi, maar in veel hoogere mate,
zoodat zelfs het woord versnelilng niet meer van pas
is en veel meer van stroomverwildering ge
sproken moet worden. Niet tengevolge van diepe wa
tervallen, maar van geweldige kronkelingen in
den stroom, met een straal van wel enkele kilometers.
Door deze windingen baant zich de geweldige wa
tervloed met donderend geweld een weg. Tevens
hebben ze tot gevolg, dat de stroom driemaal zoo
lang is, dan dat dat het geval met een rechtlijnigen
loop zou zijn, hetgeen natuurlijk voor het scheep
vaartverkeer van niet geringe kostbare beteekenis
is. Zekere natuurwetten bewerken nu, dat die kron
kelingen in den stroom steeds grooter en grooter wor
den en tenslotte tengevolge van een doorbraak (eut-
off) afgesneden worden. Naast den hoofdstroom blij
ven dan de voormalige stroomwindingen als doode,
cirkelvormige oude wateren (Ox bow lakes) achter,
welke beruchte broedplaatsen voor typ hu s en
malaria vormen. De „cut-offs" zijn in 't algemeen
niet onwelkome natuurverschijnselen, welke men zoo
mogelijk nog bevordert, omdat zij de verwildering
van den stroomloop in zekeren zin tegenhoudt en
de lengte van den stroom vermindert, hetgeen niet
weinig aan de scheepvaart ten goede komt. Het is
dan ook gelukt, de stroomlengte aanmerkelijk te ver
korten, b.v. in de jaren 1825 tot 1897 zijn 250 kilome
ters op deze wijze gewonnen. De Amerikaansche hu
morist, Mark Twain, die in zijn jonge jaren tenge
volge van zijn beroep, den Mississippi bevoer, heeft
eenmaal in scherts uitgerekend, na hoeveel jaren de
stroom door die „cut-offs" tot de lengte nul in
eengekrompen zou moeten zijn.
Soms hebben die „cut-offs" echter ook zeer onaan
gename gevolgen. Zoo lag de in de overstroomings-
berichten dikwijls genoemde stad Vicksburg, de groot
ste in den staat Mississippi, aan één der kronkels
van den stroom, totdat in het jaar 1876 een „cut-
off", een nieuwe bedding voor de rivier schiep, waar
door de stad voortaan van alle scheepvaartverkeer
was afgesloten en met ondergang bedreigd werd.
Eerst in 1903 kreeg zij door den bouw van een ka
naal een nieuwen scheepvaartsweg.
Deze en andere veranderingen in den stroomloop
verzwaren het werk van de regelingscommissie en
de beschermingsmiddelen tegen overstroomingen,
welke sedert eeuwen doorgevoerd wordt, niet weinig.
Men heeft een eigen „Mississippi River Commission"
in het leven geroepen, die door den aanleg van wa
terbekkens en stuwdammen (levees) tot een lengte
van ettelijke duizenden kilometers, door uitbaggeren
enz. den stroom tracht te overmeesteren. Een gron
dig® oplossing van het hoogwaterprobleem, zooals
zich ook nu weer voordoet, is haar tot nog toe niet
gelukt. Om zich een denkbeeld van de geweldige wa
termassa te vormen, moet men zich voorsteilen, dat
do watermassa tot de breedte van rond een kilome
ter en een diepte van 30 tot 40 meter zich met een
snelheid van bijna twee meter per seconde voortbe
weegt. Als eenigen uitweg bij de huidige overstroo
ming was nog overgebleven de afwending van het
gevaar van waardevolle plaatsen boven minder be
langrijke gebieden, en dit hebben de Ameükanen be
reikt, met het laten springen van stuwdammen.
Het ging hier namelijk om de redding van de stad
N c w-0 r 1 e a n s, die door haar diepe ligging -
slechts ongeveer twee meter boven den zeespiegel
in het bijzonder bedreigd werd, terwijl de overige sto-
den aan den benedenloop van de rivier meestal vol
doende hoog boven den zeespiegel uitsteken, om geen
gevaar te loopen,
Een tweede vraagstuk, waarmee de commissie zich
sterk bezig houdt,, en dat in hooge mate van belang
is op het verkeer op de rivier is, is, dat er af en toe
groote stukken van den oever, waarop zelfs nog hooge
boomen staan, worden losgerukt, en door de rivier
meegevoerd. Het behoeft geen betoog, dat deze drij
vende eilanden een groot gevaar voor de scheepvaart
opleveren. Daarbij komt, dat zich op verschillende
plaatsen in den stroom steeds weer nieuwe zandban
ken vormen, en dat de zandbanken, die er reeds
zijn, op onverklaarbare wijze stroomafwaarts „ver-
derwandelen" om het zoo eens uit te drukken.
Nochtans speelt de Mississippi bij lange na niet de
rol van binnenvaartscheepweg, die men hem bij be
schouwing van het kaartje zou toeschrijven. Het ver
keer is zelfs heel wat geringer geworden, want in
de vijfjaarlijksche periode van 1896 tot 1900 was bijv.
het getal der in St. Louis binnenkomende schepen
vergeleken met de jaren 1865 tot 1869, met 31.5 pro
cent afgenomen.
Honderdvijf-en zestig kilometer beneden New-Or-
leans begint de nu 2400 meter breede vloed zich in
vier armen te verdeelen en een hoogst zeldzame
delta te vormen, die zijns gelijke op aarde niet heeft.
Gelijk de vingers aan een hand, schuiven ook de
landarmen van den delta in de Golf van Mexico
vooruit. De uitdrukking „vooruitschuiven" moet hier
letterlijk genomen worden, omdat elk jaar de delta
ongeveer een honderd meter verder in de zee door
dringt. Daar, waar zich het rivierwater met het zoute
water van den Oceaan vermengt, zinkt het meege
voerde slijk dat grootendeels van de Noord-Weste
lijk gelegen gebergten afkomstig is en via den Mis
souri in den Mississippi gekomen is op den bodem
en helpt zoo mee aan den opbouw van de delta. Vier
honderd milliard kilogram van de fijnste zand- en
kleideeltjes bezinkt hier jaarlijks op deze wijze en
getuigen van de reusachtige afmetingen, waartoe de
kringloop van het water reeds binnen het gebied van
één enkelen stroom in staat is op de vormen van
die aardopp end akte te werken.
Vergadering van den Raad op Vrijdag 20 Mei 1927,
des middags half drie.
Afwezig wegens familieomstandigheden, de heer
Wijnker.
Voorzitter de heer W. van Slooten, voorzitter, te
vens secretaris.
Na opening volgt lezing der notulen, die onveran
derd worden vastgesteld.
Voorzitter deelt mede, dat deze vergadefiing in
hoofdzaak wordt gehouden op verzoek van de hee
ren Kostelijk, Pool en Blom, doch dat nog enkele in
gekomen stukken zijn binnengekomen.
De rietschoot vermindert het gevaar.
Voorzitter deelt dan in de eerste plaats mede, dat
van Ged. Staten is ontvangen een afwijzende beschik
king op het verzoek om den Waarddijk te mogen
afsluiten voor motorrijtuigen, die een grootere breedte
hebben dan 1.70 meter. Ter motiveering deelden Ged.
Staten mede, dat de weg een beharding heeft van
3 meter breedte, aan iederen kant een berm v«^ 1
meter en dat de zijde van de ringvaart nog met riet
begroeid is, zoodat de dijk geen gevaar oplevert, ter
wijl bij toestaan van het verzoek'voor dergelijke mo
torrijtuigen het verkeer van en naar Langendijk,
Zuid- en Noordscharwou.de, zou zijn afgeslote^.
Spottend wordt opgemerkt, dat het dus zeer geluk
kig is dat de rietjes daar zijn.
Ged. Staten deelen mede, dat de Minister van Bin-
nenlandsche Zaken bezwaar heeft tegen de regeling
waarbij de kinderaftrek op f100 per kind wordt be
paald benevens een hoofdaftrek van f600. Wel zou
de Minister zich kunnen vereenigen met een hoofd
aftrek van f 650. Waar van een wijziging in de ver
ordening voor dit jaar toch niets komt, wordt op
voorstel van den heer Mienes besloten deze zaak in
.de volgende vergadering nader te behandelen.
Ingekomen is een verzoek van de afdeeling Heer-
hugowaard van Het Witte Kruis om finantieelen
steun, teneinde Guurtje Kuiper in een sanatorium op
genomen te krijgen. Door Dr. Maats was de mededee-
ling ingezonden, dat de vader van de patiënte in
de kosten f 10 per maand wil bijdragen, de Diaconie
te Oude Niedorp f20 per maand en dat dan nog ont
breken f 60 per maand. Gevraagd wordt dit bedrag
met behulp van de Provincie voor rekening der ge
meente te nemen.
De heer Kostelijk oordeelt, dat als de patiënte de
verpleging noodig heeft, het verzoek dient te wor
den toegestaan, voor de belanghebbenden is het van
groote beteekenis en als het geregeld wordt zooals
door den medicus wordt aangegeven, zijn de kosten
voor de gemeente niet zoo zwaar.
Algemeent goedgevonden.
Ged. Staten hebben goedgekeurd de 3e suppletoirs
begrooting voor 1927.
Onderwijzers van den ouden tijd.
Ingekomen is een adres van de Oudercommissie te
Vecnhuizen, waarin wordt verzocht, zulks na overleg
met het onderwijzend personeel, om de schooltijden
geheel volgens den zonnetijd te regelen. Ook de on
derwijzers, wordt in het adres medegedeeld, zijn van
den ouden tijd.
Voorzitter zegt, dat voor alle scholen, met ingang
van den zomertijd, de schooltijden een half uur later
zijn gesteld en de inspecteur adviseerde om het leer
plan daarnaar definitief vast te stellen. Het hoofd der
school te Veenhuizen was voor den zomertijd, maar
wilde in het belang van de menschen wel met hun
verlangen meegaan.
De heer Tromp wil, als het mogelijk is. geheel aan
de wenschen van de menschen te Veenhuizen vol
doen. Ook al zijn de schooltijden mot een half uur
versteld, blijft het voor de menschen lastig, vooral
met bet eten.
De heer Kostelijk heeft de menschen die hem toe
vallig over deze kwestie spraken, aangeraden zich in
verbinding te stellen met het personeel der school.