VAN DIT EN VAN DAT EN VAN ALLES WAT Rommelkruid. III1ÏÏ1ÏÏHMIH Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 21 Mei 1927. No. 8053. RADIO Lichaamsontwikkeling door Gymnastiek. ZOMERTIJD. Men gaat den dag dus weer een uur verlengen, 't Modern-maatschap'lijk leven eischt dat zoo, Men gaat meer licht in onze dagen brengen, We krijgen van den Staat een uur cadeau! Daar is wat ongewoons, in dit'gebeuren, Dat nog zoo zelden plaats gevonden heeft, Dat voor ons oprijst in te schelle kleuren, Het schoone wonder, dat de Staat iets gééft!! Hier eind'lijk iets, dat niet wordt opgedragen Aan het goedgeefsche volks-initiatief, Toen Borculo de natie steun moest vragen, Maar plots'ling heeft de Staat ons allen liefl Ook zij, diep in den watersnood gedreven, Aanvaarden dankbaar dit weldadig feit, Hun wordt hier zonder hypotheek gegeven Een vol uur zonlicht, één uur prima tijdü De wet wil dus ons leven lichter maken,' Ook dit wordt zelden in dit land gezien, Want doorgaans waakt ze voor veel duist're zaken, Die nimmer 't volle zonlicht zullen zien! Die wet doet nu „licht-zinnig" en„licht-vaardig", „Dat is niet eerlijk!" zegt het volksverstand, „Da's op z'n minst genomen erg onaardig, Want zwaar is haar karakter op de hand!" Alleen één lichtpunt is er te ontdekken En da's gelukkig algemeen bekend, De zomertijd zal steeds tot eere strekken Aan ons verlicht en bondig parlement! Da's in doortastend hand'len steeds voorbeeldig, Al volgt het zonder Braat dit lichtend spoor, Al is het spreek-gevaar lang niet denkbeeldig En praat men nu een uurtje langer door!! Maar laat ons dankbaar toch het licht gedenken, Dat 's avonds gratis aangeboden wordt, Dat men ons telken jaar royaal komt schenken, Waarop de Staat nu eens niet extra kortl Alleen geniet in stilte, vaderlanders, Bescheiden en geruischloos zij Uw pret, De fiscus leeft! Ontwijkt zijn greep, want ander#*. Vreest het belasting-zomertijd-biljet!!! (Alle rechten voorbehouden.) Mei 1927. KROES. Belasting-ambtenaar t Hoe zit dat? U Wilt uw vrijgezellen belasting; voor tien jaar vooruit betalen Italiaansch vrijgezel: Ja: om niet in de verleiding te komen te gaan trouwen! Hoe geringe selectiviteit en genereernel gingen verholpen worden. Onder gebruikmaking van het in Nederland alge meen bekende Koomans-schema,waarbij éénlamps h.f. versterking is toegepast, terwijl het overigens is uitgevoerd als primaire ontvanger (dus niet het ver beterde Koomans-schema) heeft men nogal eens te kampen met een geringe selectiviteit Bovendien treedt bij dit schema veelal een moeilijk te onder in drukken genereerneiging op. 6<mittyUtfaU. io* Ja Door ee.i van de Hollandsche Radio-fabrieken een «plossing voor dit euvel gevonden, welke be is Zorg er voor, afe t« <Se re clame schrijft, dat re een aantal fouten maakt. Dan zal de Inspec teur van de belastingen denken dat we maar arme en ongeletter de lukljes zijn! staat uit de aanwending van een honigraatspoel voorzien van een midden-aftakking. Normaal zijn weer de draaduiteinden van de spoel verbonden aan de contactpennen, maar bovendien is dan een paid- denaftakking aangebracht, die verbonden is aan een op den 8poelhouder bevestigd metalen lipje a (fig. 80 b). Aan het toestel zelf behoeft slechts een kleine wijziging aangebracht te worden en wel de volgen de: Op de frontplaat, even boven den vasten metalen spoelhouder (zie fig. 30 C) wordt een metalen veertje gemonteerd, dat normaal op de bovenste contactbus rust. Dit veertje wordt achter de frontplaat verbonden met de plaat van de h.f. lamp. Daartoe wordt de oorspronkelijke verbinding van deze plaats met con tactbus C verbroken (gestippelde verbinding D\ fig. 30 C), waarvoor dan in de plaats komt de verbinding D. Bij gebruik van normale honigraatspoelen, blijkt er aan het schema niets veranderd te zijn; de veer B maakt dan contact met contactbus C, men krijgt dan het schema volgens fig. 30 A, maar dan met de gestippelde verbinding D1. Anders wordt het echter als de speciale aftakspoel met aniddenaftakking ge bruikt wordt; dan wordt door het lipje A de veer B van de contactbuis C vrijgemaakt en ontstaat de schakeling als in fig. 30 C is aangegeven, met de ver binding D, terwijl dan de gestippelde verbinding D1 vervalt. De koppeling met de roosterspoel van do detectorlamp wordt door deze wijze van schakeling geringer, met als gevolg een verhooging der lectivi- teit Ten slotte zij er nog op gewezen, dat deze aftak- spoelen, èn ook het gewijzigde toestel, tevens nor maal te gebruiken zijn. De aftakspoelen moeten dan omgekeerd, dus met het lipje naar beneden, in de contactbusjes gestoken worden. 'Hiermede is weer eens een bewijs geleverd van de vindingrijkheid van onze Hollandsche Radio-in- dustrieelen. Het doel der gymnastiek ls, het lichaam tot een volkomen werktuig van den geest te maken. De gymnastiek, de stelselmatige, de harmonische ontwikkeling van het geheele lichaam beoogende, is van groot belang. Immers, de 'mensch, hoewel men de onderscheiding maakt in lichaam en ziel, is -een g e- heel, zijn leven een eenheid, waarvan de beide uitingen elkander niet kunnen missen. Het lichame lijk leven is echter de oorsprong van het geheele menschenleven en zijn ontwikkeling de eerste voor waarde voor de ontwikkeling van 't geheel. Het lichaam is het werktuig voor de ziel. Door de zintui gen krijgt zij de eerste en altijd door nieuwe indruk ken. Zenuwen en spieren staan in haar dienst. Geen welontwikkeld leven der ziel is denkbaar zonder dat van het lichaam. Bovendien, wie een gezond, krach tig en in alle opzichten bruikbaar lichaam heeft, kan gelukkig zijn, voelt zich opgeruimd, moedig, tot alles in staat. Het leven is hem geen last, maar een lust. Voor zich zelvén is hij altijd klaar, anderen kan hij altijd helpen. Men zal dus licht inzien dat de opvoediing van het lichaam van niet minder be lang is, dan die der ziel. Er is een tijd geweest, dat men het lichaam als „bion der zonde" 0) meende te moeten geringschat ten, ja verachten, de zinnelijkheid meende te moe ten dooven, waarom men het „vleesch" zelfs kastijd de en het lichaam het noodige voedsel onthield. Dat daardoor een verwaarloozing van het lichamelijk wel zijn ontstond, is licht te begrijpen. In de laatste eeuwen is langzamerhand weer het denkbeeld levendig geworden van de noodzakelijk heid der lichamelijke opvoeding. In onze dagen is men begonnen de hygiène tot een deel van de men- schelijke kennis te maken. De gymnastiek (letterlijk naakt oefenen, gym nasium bij de oude Grieken de open plaats, waar men naakt lichaamsoefeningen hield) is een methodisch samenstel van oefeningen, waarbij zoo veel mogelijk alle spieren in werkzaamheid komen en daardoor geoefend worden. Bij de Grieken besloeg dc gymnastiek inj de geheele opvoeding een aanzienlijke en in enkele staten zelfs de eerste plaats. Bij de 3o- niërs was vooral het begrip van schoonheid, bij de Doriërs meer dat van kracht ontwikkeld. Beide zocht men door de gymnastiek te verwezenlijken. .Slechts in een gezond lichaam kan een gezonde ziel wonen", een gezegde van den grooten Engelsclien wijsgeer John Locke en een van de velen, die op lichaamsontwikkeling aandrongen. Het doel der gymnastiek ls niet alleen door een stelselmatige lichaamsoefening de spierkracht, be hendigheid, gezondheid en schoonheid te bevorderen, maar ook het liohaam tot een volkomen werktuig van den geest te maken. Daartoe moeten de oefeningen vlugheid en kracht ontwikkelen, zoodat het lichaam in staat is tot alles wat de geest wil uit voeren. Doch zoodra de wil in het geoefende lichaam een vlug en sterk werktuig gevonden heeft, spiegelt zich het bewustzijn daarvan af in de fiere houding, in de sierlijkheid en regelmatigheid van alle bewe gingen en wekt daardoor den zin voor schoon heid. Door de, veelvuldige beweging en inspanning van alle spieren ontstaat gezondheid, waarbij alleen de mensch opgeruimd kan zijn en zich geluk kig gevoelen. De zekerheid en vlugheid in alle bewe gingen wekken tot zelfvertrouwen, waardoor de gym nastiek tot zelfstandigheid leidt en zoo voor- deelig werkt op de vorming van het karakter. Wan neer zich bijzondere afwijkingen in den groei van 't lichaam voordoen, dan kunnen die soms weggenomen, worden door de aanwending van bijzonder voor het doel geschikte oefeningen: men spreekt dan wel van heilgymnastiek. De orde, die erbij al de oefe ningen in acht genomen wordt en het commando, waarop ze uitgevoerd worden, wekken den zin voor orde en maken het noodzakelijke snelle gehoor zamen lichter. Groot is dus het belang der gymna stiek, niet het minst in onzen tijd, nu er gedurig meer inspanning van den geest gevraagd wordt, waaronder het lichaam licht kan lijden. Bion, uit Borysthnes aan de Zwarte Zee, af komstig, leefde omstreeks 280 v. Chr. Deze wijsgeer werd beinvloed door het cynisme en het hedonisme van Theodorus. In zijn „Diatriben", die wij slechts uit fragmenten en talrijke navolgingen kennen, wist hij zeer geestig de menschelijke zwakheden en on deugden te geeselen. Hieruit is de uitdrukking „bion der zonde" ontstaan. Tom (somber): Ik zeg.u Karei, het is een harde, zeer her- de wereld. Karei (belangstellend)Zoo beb je ook een motor aange schaft HET RAADSELACHTIGE IN SPONTANE SYMPATHIE ÈN ANTIPATHIE. Velen, ja wellicht de meesten onzer, gaan er prat op, dat zij, wat betreft de gedragingen van hun welbeminden evenmensch een even fijn als feilloos vermogen tot beoordeelen bezitten. Daarbij wordt dan 'n zeer groote waarde gehecht aan de gevoelens van sympahie of antipathie, die veelal plotseling en buiten onze controle bij ons optreden als wij tegen over iemand komen te staan, dien wij nog nimmer ontmoetten. Wij weten dan geen redelijken grond aan te voeren, waarom ons de eene persoon aan trekt, de andere echter zeer beslist afstoot en wij kunnen, als wij ons er later op bezinnen, ten hoog ste zeggen, dat ons „instinct" bij; 'het bepalen van onze houding op onweerstaanbare wijze de leiding nam. In zeer sprekende gevallen noemt men dat dan: „liefde of afkeer om niet te zeggen haat op het eerste gezicht'.' Wij meenen, dat wij ten opzichte van personen, die dergelijke gevoelens bij, ons opwekken, naar „hoogere ingeving" handelen, gezwegen nog van de tegenwoordig ook in het Westen ingang vindende denkwijzen, die een dergelijke aantrekking of af stooting tusschen twee menschen willen verklaren door aan te nemen, dat deze al reeds in „vorige le vens" tot elkaar in eenige betrekking gestaan heb ben. 't Lijdt geen twijfel, in elk geval, dat wij hier on der invloeden staan, die uit een grijs verleden, uit een waarlijk mystische duisternis, op ons inwerken zonder dat wij ons daarvan bewust zijn. Vader, waarom waren er getuigen noodig toen onze Annie trouwde Omdat anders niemand het zou willen gelooven! De Engelsche psycholoog F. Aveling, die zich bij zonder veel moeite heeft gegeven om dergelijke zie- leraadselen op te lossen, kwam tot de conclusie, dat deze geheimzinnige sympathiën en antipathiën inderdaad in de diepste diepen van ons instinctma tig gevoel wortelen. Hij zegt daaromtrent: „Daar, in die diepten, bestaan nog immer dö ge voelens van voorkeur en tegenzin, die eens heersch- ten bij den ouden stam waaruit men voortkwam en waarmede dus nog steeds rekening Valt te hou den. Vele stammen en vele rassen gevoelden en ge voelen nóg zich tot elkander aangetrokken, andere weder kunnen elkaar sinds onheugelijke tijden „niet zetten". Daarbij bestaat nog een, in aanleg onbewus- ten, tegenzin van den op hoogeren trap van cultuur staande tegenover den lager staande (een tegenzin, die dikwijls wederkeerig zal blijken te zijn); dan de klove tusschen de vertegenwoordigers van onder scheidene cultuurvormen en geestesverrichtingen. De psychoanalyse leert ons wel, dat liefde reeds in de wieg( haar oorsprong vindt en het lijdt geen twij fel of het menschtype waartoe onze ouders behooren, zal in geheel ons verder leven van invloed zijn op onze levenswaardeering, op onze levensvisie en wij kunnen dikwijls in hen die wij „op het eerste ge zicht" sympathiek vinden, evenzeer als in hen die ons afstooten, innerlijke of uiterlijke eigenschappen terugvinden gelijk aan die van hen, die ons in de dagen onzer eerste kindsheid omringden en welke op ons een goeden dan wel een slechten Indruk maakten. Maar méér dan door wdt ook, worden wij tot onze sympathiën en antipathiën gebracht door onze ide alen. Wellicht straalt ons uit een wezen dat ons te gemoet treedt, ons zelf niet bewust, een kenmerk van het schoonheidsideaal tegen, dat wij in ons bin nenste mede door het leven dragen. Onze ideeën zijn het, die in hoofdzaak het onbe wuste deel van ons wezen influenceeren en den aard onzer aandoeningen bepalen. En zoo als het met de liefde gaat, zoo gaat het ook met den haai Zij die wij verafschuwen zijn slechts symbolen eener zaak die ons tot in ons diepste wezen tegenstaat Daarom gebeurt het dikwijls, dat wij den grootsten afkeer juist van die mènschen zullen hebben, die.... dezelfde fouten bezitten als wij zeiven (gelijksoortige pólen!). Ook als wij ons deze, onze eigen fouten, in het ge heel niet bewust zijn, zoo vermoeden, gevoelen wij toch hunne aanwezigheid bij hem wiens persoon lijkheid ons tegenstaat en zoodoende haten wij ten slotte in dien anderen het booze dat in ons-zèlf is!" „Wereldkroniek". De nieuwe htmrtter is een héél beroemd man - Hoe heet-ie Dat weet ik niet!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 17