Rommelkruid. RADIO WETENSWAARDIGHEDEN. Is het U bekend: dat Madagaso&r slechts zijde ge bruikt voor kleeding? dat de zijde daar goedkooper is dan eenige andere stof? dat platina, met uitzondering van eenige zeer zeldzame metalen, thans het duursto metaal ter we reld is, veel duurder dan goud? dat een walvisch 24.000 tanden heeft, die in 80 rijen van 300 stuk9 gezet zijn? dat één enkel paar zijden kou sen de zijde bevat van 333 zijderup sen? dat het voedsel der Eskimo's be staat uit caribou, walrus, zeehond en diverse soorten visch? dat dit alles rauw gegeten wordt? dat meisjes bij de geboorte ge dood worden,'behalve, wanneer er reeds voor haar geboorte een toe komstig echtgenoot is gevonden? dat er 6.000.000 K.G. steenkool noodig zijn, om een groot stoom schip van Liverpool naar New York te brengen? dat rozenhout heelemaal niet van een rozenstruik of rozenboom komt? dat het hout van verschillende boomsoorten in Brazilië afkomstig is en zoo genoemd wordt, omdat het eenigszins naar rozen ruikt, wanneer de boom pas gehakt is? dat men nu suiker uit hout kan maken? Hebt u hier geen hond zien loopen, juffrouw I Was 't er een met een zwarte vlek op zijn rechteroog? Juist, een witte fox-terrier met een zwarte vlek. Ja, ik weet wel wat voor 'n hond u bedoelt, maar ik heb hem niet gezien 1 AstobSef voor een cent gemengde karremeis. Hier heb >e er twee. Meng ze zelf maar! Maar de men&chelijke geest rust niet, en de men schen, die zich met de d'ienstbaarmaking van eh en vloed bezig houden kunnen niet genoeg wijzen op den ondenkbaren rijkdom,die de menschheid in den schoot zou worden geworpen, wanneer het gelukte, ook slechts maar een klein gedeelte van de energie te binden, die d'e beweging der zee in zich bergt. Elk land, dat aan de zee gelegen was, zou dan voor zijn gezamenlijke bedrijven arbeidskracht in over vloed hebben! Spaarzaam zijn behoefde niemand, overal overvloed van stroom, het dagelijksch leven zou een volkomen verandering ondergaan; zelfs do armsten onder de armen zouden zich de luxe kun nen veroorloven, die de electriciteit tot op heden alleen nog maar aan de rijken biedt! Voorwaar, een schoone droom, waard, gedroomd te worden! Maar nog andere krachten op onze aarde tracht men te benutten, krachten die misschien gemakke lijker te binden zijn dan de geweldige zee, dat is de windkracht. Den uitvinders, die zich met dit vraagstuk bezig houden, zweven de oprichting van tallooze windraderen op het land voor den geest die door den wind worden rondgedraaid, om dan, dynamo's drijvende, electrischon stroom op te wekken Flettner, do uitvinder van het rotor-schip, werkt reeds sedert lang aan 'do verwezenlijking van deze gedachte. Daar op tachtig mieter hoogte boven den aardbodem een gestadige wind schijnt te waaien, zoo zullen de windraderen op hooge masten opge- etold raooton worden. Zou men dit kunnen doorvoe ren en zou men op voortdurenden wind kunnen re kenen, dan was ook hier een goedkoope krachtbron gevondonl Maarweer wind, zij zijn verdui veld onbestendigl En nu nog het laatste gebied, waarop men on metelijke hoeveelheden energie vermoedt, do,ato menenergie! Wij hebben tot op heden slechts een enkele stof, welks atomenenergie door vergaan van zijn atomen, vrijkomt, dat is het radium. In dezen toestand straalt het radium gedurig energie uit, zonder dat het merkbaar in gewicht of volume afneemt. Dikwijls vraagt men zich nu af, welke groote hoeveelheden energie in alle andere stoffen zijn opgehoopt, daarin sluimeren, maar een bewijs, dat het zoo is, heeft men tot nu toe niet kunnen ontdekken en het is ook nog geenszins gelukt, door zoogenaamde verwoesting van het atoom de energie vrij te maken. Of de hypothesen juist zijn, of het mógelijk zal zijn, de vermoedelijke atomenenergie vrij to maken, haar een technische waarde to geven, dat moet de tijd leeren; tot op heden is ons weten en kunnen op dit gebied, trots den bovonmensche- lijken arbeid, als vrij miniem to beschouwen. Krijgen echter de vermoedens gelijk, gelukt het, een atomenenergie vrij te maken, dan is het gouden tijdperk in deze wereld aangebroken; de menschen zullen zich dan niets moer hebben te ontzeggen, let terlijk niets meer. Dan beschikken zij over arbeids krachten, waarmoe ze hot paradijs op aarde zouden kunnen terughalenI Op dit punt heeft de phantasie vrij spel, zij behoeft zich niet aan banden te leggen. Maar de boomen groeien niet tot den hemel en wij zullen wel met onze voeten aan de aarde ver bonden blijven, ook wanneer wij ons zelf zoo af en toe het genoegen doen de toekomst zich voor te stel len, zooals die zal zijn, wanneer 'het gelukt, alle krachtbronnen op onze moeder aarde te openen. La ten wij! dus eenmaal dezen droom droomen. DE OORSPRONG VAN DE BRIEVENBUS. De brievenbus, dit nuttige en thans zoo onschul dige voorwerp, was in de zestiende eeuw een inqui- sitie-werktuig. De republiek) Florence had in de ker ken houten doozen laten zetten, waarin een ope ning was aangebracht, en die moesten dienen om ver klikkers gelegenheid te geven verdachte personen aan dê overheid bekend te maken, zonder dat men wist, van wien de mededeeling kwam. Als het don ker werd, slopen de verklikkers naar de doozen en wierpen haastig een briefje in de opening, waarop de naam' en de misdaad van hun slachtoffer, ge meld werden. Die doozen droegen den naam van „tamburi". De leden van het gouvernement hadden er den sleutel van, en van tijd tot tijd gingen ze de „tamburi" eens ledigen, lazen de aanklachten, en gaven er het ge volg aan, dat ze noodig oordeelden. Heel wat terdoodveroordeelingen, heel wat gevan genisstraffen hebben haar oorsprong gevonden in deze „tamburi". OUDE SCHEPEN. Bij Lubeck heeft.men bij een zeer lagen water stand na den laatsten storm een zeer interessante ontdekking gedaan. In de Trave werden n.1. vijf ten deele nog zeer goed geconserveerde schepen bloot gelegd, waarvan er vier twee aan twee naast elkaar en het vijfde vlak bij de andere ligt. Men heeft "aan genomen, dat er hier sprake is van schepen, die door den vijand 'in een van de oorlogen, die Lubeck in vroeger tijd voerde, tot zinken zijn gebracht, om de verbinding te water met Lubeck te verbreken. Men meent haast wel zeker te kunnen vaststellen, dat het schepen zijn, die in het jaar 1534 door hertog Christiaan van Holstein in de Trave tot zinken wer den gebracht om1 den handel van Lubeck den dood steek te geven, en de stad' tot overgave te dwingen. TIN. Tin ia een metaal, dat zeer gemakkelijk uit zijn erts te vorkrijgen is; het wordt verkregen uit tin- oxyde of tinsteen. In de streken, waar zich tinmij nen bevinden, is tin-oxyde dikwijls aan de opper vlakte in kleine stukjes als zand over een groote uitgestrektheid verspreid. Het tin vindt men reeds door Homerus in zijn „Ilias" vermeld. De Grieken noemden het ICas&ite- ros, in het Sanskrit heet het Kastera; waarschijn lijk is het Grieksche woord daarvan afgeleid. In het Oude Testament schijnt het tin ook reeds genoemd te worden, en wel onder den naam Bedil, doch dat wordt nog door de uitlegkundigen in twij fel getrokken. Het oude handeldrijvende volk, de Phenicieërs, dat zijn zoetochten naar het westen uitstrekte en koloniën op hot schiereiland Iberia vestigde, vond daar oen rijken metaalschat. Vandaar uitgaande ont dekten zij do Kassiteriden, zooals zij, volgons Bero- dotus, het tegenwoordige Cornwallis noemden naar zijn rijkdom' aan tin, benevens de westelijk daar van gelegen Scilly-eilanden, vanweer zij eveneens tin haalden. Ook de Romeinen haalden later het tin uit Brit- tannië. dat toen reeds als het beste van Europa be kend stond. In onzen tijd inoet het echter achter staan bij dat van Oost-Indië, De Duitsche en de Bo- heemsche tinwerken vroeger niet onbelangrijk, zijn in den laatsten tijd geheel op den achtergrond ge raakt. Alleen die van Altenburg in Saksen zijn nog vermeldenswaard. Oostenrijk en Spanje leveren te zamen half zooveel als Saksen, Buiten Europa treft men in Bolivia en Peru tamelijk veel tin aan, even als in Dokata -(Noord-Amerika); op Tasmanië en in Perak EEN IJSBERENJACHT MET LASSO'S. De Eskimo's aan den Smithsont, waar voortreffe lijke jachtterreinen zijn voor de ijsberen jacht, vallen den koning van de ijswoestijn met behulp van hun Eskimohonden met de speer aan, terwijl anderen den ijsbeer alleen met het geweer te lijf gaan. Ge heel nieuw is de ijsberenjacht met lasso's, die werd toegepast door de expeditie, die door den Ameri- kaanschen uitgever Gcörgo Putnam op touw was gezet. Putnam's expeditie met het schip „Morrissey", bestuurd door den Noordpoolreiziger kapitein Ro- bert Knud Rasmussen als deskundige, voer !n den Smithsont zoowel langs den Groenlandschen kant als langs de kust van het tegenoverliggende Ellea- mereland, om verzamelingen bijeen te brengen voor het natuurhistorische museum te New-Y*ork. De ex peditie duurde van Juni tot September 1926. Daar het er om ging, ook levende ijsberen in handen te krijgen, had men een van de handigste cowboys en laa&owerpers, Karei Dunrud uit Montana medege nomen, Het bleek terstond, dat het heel iets anders is, ijsberen anet de lasso te vangen dan wilde paar den of stieren in de prairie, maar weldra had Dun- rud, zich aangepast bij het ijsgebied en wierp zijn lasso mot verbluffende nauwkeurigheid om ijsberen en walrussen. Het was evenwel niet gemakkelijk, de lasso op de gladde, natte ijsberenhuid vast te houden. Bovendien poogden de dieren het touw door te bijten, maar in het algemeen had de methode toch succes. Zoodra een ijsbeer merkte, dat de lasso om den kop werd getrokken, deed hij pogingen, zich te bevrijden, Bevond hij zich echter eenmaal aan boord, waarheen hij met behulp van een windas werd ge trokken, dan werd hij gewoonlijk kalmer. Wanneer nu en dan op zee een jachtpartij werd gehouden achter zwemmende ijsberen, dan dekte de moeder- beer haar jongen tegeni aanvallen door achter hen te zwemmen. Afgezien van een ongeval bij het' begin van den tocht, had d'e expeditie, waaraan ook de uitgever Putnam zelf deelnam, een buitengewoon gunstig verloop, zoodat het genoemde museum vele aan winsten kon boeken. Gelijk dit bij bijna alle tegen woordige expedities het geval Is, werden van de be langrijkste gebeurtenissen, in het bijzonder van de berenvangst met lasso's, filmopnamen gemaakt. EEN STAMPMACHINE VOOR STRAATKEIEN. Den Zweedschen ingenieur Carlson is het gelukt een machine te vervaardigen voor het stampen van straatkeien. Tegenover stampen met handkracht moet een aanzienlijkebesparing verkregen worden. Het machinale stampen zou slechts een vierde deel tot eenzesde van dat met de hand bedragen. Boven dien kan met de machine in denzelfden tijd een aanzienlijk grooter vlak bewerkt worden dan met de hand, n.1. ongeveer 20 tof. 25 M2. per uur. De machine is gemonteerd op een- met de hand' be weegbaar onderstel met twee autowielen. De stamp- inrichting wordt) gedreven door een 2X P.K. ben zinemotor met Tuchtkoeling. Door den motor wordt kracht overgebracht op een as die den stamper na eiken slag omhoog trekt en dan weer Iaat vallen. Hot aantal slagen bedraagt 60 per minuut. Het ge wicht van den stamper bedraagt voor normale ge vallen ongeveer 70 K.G., het kan door het verwij deren of aanbrengen van losse loodblokken naar be hoefte worden verminderd of vermeerderd. DE GROOTSTE STAD EN WEINIG TELEFOONS. Vblgens de laatste statistieken, die door het En- gelsche Post- en Telegraafwezen zijn uitgegeven, zijn or in geheel Londen meer 515.000 telefoons. Dit getal lijkt weliswaar zeer groot, maar wanneer men in aanmerking neemt, dat Londen ongeveer 8 mil- lio eninwoners heeft, beduidt dit aantal een telefoon op 16 personen of zes telefoons op 100 personen. Dit is nu een zeer gering percentage voor een stad als Londen. De groote Amerikaansche steden, zoo als New York, San Francisco, Ghicago, Washington, Minneapolis, Denver en andere groote steden heb ben ongeveer twintig tot acht en twintig telefoons op honderd personen. Zelfs Montreal heeft het dub bele percentage van Londen, Stockholm het vier voudige, Een Engelsche zakenman heeft uitgerekend, dat er dertien Duitschö steden zijn, die naar verhou ding tot hun aantal inwoners meer telefoons hebben dan Londen. Iedere vreemdeling, die Londen be zoekt, m-oet tot de ontdekking komen, hoe moeilijk het is bekenden/ per telefoon te bereiken. Het zal een vreemdeling in Londen niet invallen onderweg van een publieke telefom te willen gebruik, maken, om een kennis op te -bollen. Voor de cel staat een groo te menigte menschen, die hun beurt afwachten om te telefoneeren, daar zij zelf geen toestel hebben. Eén van de belangrijkste vragen voor den Radio-amatear: Welk type luid spreker? Het heeft er allen schijn van, dat de strijd tus- schen de twee typen luidsprekers, het hoorntype en het cone-type, steeds feller wordt. En niet altijd worden daarbij de fraaiste strijdmiddelen toege past. Het zij daarom hier geconstateerd, dat geen der beide typen de ontvangen muziek absoluut natuur getrouw weergeeft, iets, dat wel tot de vrome wen- schen zal blijven behooren, al moet onmiddellijk toegegeven worden, dat er betere en slechtere luid sprekers zijn, en dat onder beide typen. En boven dien geeft de luidspreker slechts datgene weer, wat het ontvangtoestel produceert, en...-..v dat is niet zel den verre van natuurgetrouw, De grootste moeilijkheid is wel het feit, dat iedere luidspreker min of meer zijn eigen frequentie heeft en daardoor de voorkeur geeft aan tonen van fre quenties, die daaraan gelijk zijn of in de buurt daar van liggen. Neem bijv. de hoornluidspreker. Voor een goede weergave van do tonen met een lage fre quentie is een groote hoorn noodig, een hoorn van meer dan 2 meter hoog, terwijl voor do weergave van muziek met hooge frequentie een kleine hoorn aangewezen is vandaar dat de kleine luidspre kers veelal „gillertjes" zijn en hoe ter wereld is dit te combineeren? Nu is het een feit, dat de meeste cone-luidsprekers de lage tonen beter weergeven, dan de hoornluid sprekers, in het algemeen gesproken althans. Maar daartegenover staan voor de cone-luidsprekers weer andere bezwaren, bijv. minder duidelijke weer gave van het gesproken woord, geringere geluid sterkte (van de typen van normale grootte) en een minder goede bescherming tegen mechanische be schadiging. Iedere luidspreker heeft zijn eigen timbre, dat is niet te vermijden. Zoo heeft ook ieder muziekinstru ment zijn timbre. Neem éen piston, of een wille keurig ander koperen blaasinstrument en denk deze uitgevoerd in bout. Het geluid wordt dan anders En zoo is het ook met de viool. Het mag toch bekend verondersteld worden, dat juist de keuzo van de houtsoort en de dikte van den klankbodem op het timbre varn de viool een overwegenden invloed heeft; en denk nu de viool vervaardigd uit een of andere metaalsoort. Alweer, het geluid zal geheel anders worden. Hoe men de zaak dus wendt of keert, men zal nooit menschelijkerwijs gesproken natuurlijk de absoluut natuurgetrouwe weergave van het or kest kunnen bereiken, welk type luidspreker men ook neemt. Altijd zal de hoornluidspreker, dus het metaal, de fijne vioolklank onrecht aandoen, of de cone-luidspreker dit de koperen blaasinstrumenten. Altijd zullen daarbij één of eenige instrumenten van bet orkest bet speciale timbre verliezen, waarvoor dan het timbre van den luidspreker in de plaats komt. Niet, dat men reeds het beste bereikt heeft, al is hier en daar de natuurgetrouwe weergave al vrij dicht benaderd. Men zal steeds blijven zoeken en zoo zoekt de Hopkins Corp. het bijvoorbeeld in twee lingluidsprekers, waarbij één luidspreker gevoelig is voor de hooge en de andere voor de lage tonen, met bovendien een speciaal schakelschema naar een verbetering van het reeds bereikte. Maar het is verkeerd uit te -gaan van de veron derstelling, dat een der beide typen minder goed is dan het andere. Ga onbevooroordeeld luisteren en kies naar Uw persoonlijken smaak den besten luid spreker; dat zal nu eens een „cone" type, dan weer 'n hoornluidspreker zijn, ook al afhankelijk van de eischen, die er aan gesteld worden. Wij veroordeclen tl tot veertij: jaar en een das (fevansenfc»- straf. Hebt sij nog iets te zeggon Ja, Edelachtbare- Wilt n mijn vrouw astabheft laten -veten, dat ik niet thuis kan komen voor 26 April 19671 WARE WOORDEN. Ook het menschelijk hart heeft zijn najaarsstormen voordat het winter wordt. Wat ge doet om het lichamelijk welzijn uwer kinderen te bevorde ren, hebt ge tegelijk voor bun gees telijke gezondheid gedaan. Kunst en moraal vorderen beide zelfbeperking en zelfverloochening, De man beoordeelt beredeneert, de vrouw met haar liefde; als zij niet lief heeft, heeft zij reeds ver oordeeld. Er is iets vertroostends en be moedigends in, dat de booze mach ten, die 't op ondergang van een menschenziel hebben aangelegd, vaak op het laatste oogenblik, als zij wanen bun slachtoffer den dood steek te geven, juist zichzelf tref fen. Niets in de wereld vordert meer kracht dan 1 te moeten zwijgen. I Onverschilligheid! O, gun aan dat woord geen plaats in het woorden boek van uw leven. Er is niets dat zoozeer het karakter bederft en alle edele gevoelens verstikt. En al kwam Harrk Ford non ook in hoogstei^enzèlvers uit Amerika om naar de stad te worden gereje, dan. zou staan, Ik ga ¥2aadaa»«öw» »oortnaD4)iezter«ata>e-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 18