Rommelkruid.
optreden, uit alles duidelijk laat spreken dat zij een
man begeerd te zijn, mag nooit kwalijk nemen als
men heer naar haar wensch behandelt en als heer
aanspreekt. Dat kan in haar gedachtengang nooit
een beleediging zijn, maar een eere-titel. Wat de
vrouwelijke advocaat daarop zal antwoorden, is nog
niet bekond. Met grooto belangstelling wordt de uit
spraak in deze kwestie tegemoet gezien, een uitspraak
die niet alleen beteekenis heeft voor de jurispruden
tie, maar ook voor de zedengeschiedenis.
DE FINANCIëN IN VROEGER TIJDEN.
In onzen tijd, nu de grootste financiers en de
knapste staatslieden dagelijks peinzen over het
1 knappe vraagstuk hoe de financieele problemen, die
de wereld bebeerschen, kunnen worden opgelost,
zou men er licht toe komen te meenen, dat wij' nu
iets beleefden, dat nooit tevoren vertoond wasu Maar
ook in dit opzicht is er niets nieuws onder de zon.
Wij weten allen, dat het er weieens meer gespan
nen heeft en „de Fransche tijd" met zijn assignaten
is al vaker aangehaald, maar ook in de oudheid zat
men al soms- met de handen in het haar.
Wij* vonden het onderstaande onderteekend! door
den bekenden F. W, Drijver Jr., die zooveel produc
ten van zijn lust tot vorscben en snuffelen heeft
meegedeeld
„Wij zien dan, hoe. In 352 v. Chr. te Rome van
staatswege eredietbanken in tegenstelling met
Griekenland had Rome ge enstaatsbanken moes
ten worden opgericht, teneinde de zwaar gedrukte
volksmassa te steunen. Tegen borgtocht werden
voorschotten uit de staatskas verstrekt. Het- omge
keerde geschiedde tijdens den tweeden Punisc'hen
oorlog, toen de schatkist een beroep moest doen op
de offervaardigheid der patriotten.
Als zeer belangrijke crisis geldt zeker die in het
jaar 12 na Chr., welke Tibérius met groote moeite
hoeft kunnen overwinnen. Kapitaal was er voldoen
de, doch er was groot gebrek aan crediet. De toe
vlucht werd weer genomen tot^de wet van Caesar,
waarbij' bepaald was, dat niemahd meer dan 15.000
denarii aan baar geld mocht 'bezitten. ,De kapitaal
krachtigen werden gedwongen twee derden van
hun vermogen in landerijen te beleggen. Het gevolg
van een en ander was, dat de schuldeischers hun
kapitalen terug vorderden, Dit veroorzaakte tal-
looze faillissementen, waardoor de waarde van de
onroerende goederen snel daalde. De keizer voor
kwam erger door een gToot kapitaal ter beschikking
van de bankiers te stellen. Deze waren toon Weder
in staat geld te verstrekken. De voorschotten wer
den voor don rijd van drie jaren gegeven, terwijl
de schuldenaars geen rente behoefden te betalen.
Ook in het tijdvak van Snlla is er een groote cri
sis geweest. Cicero noemt dat tijdvak „een tijd van'*
zeer moeilijke betaling". Van hem lezen wij ook:
„....want het is niet mogelijk, dat in een Staat ve
len hun vermogen verliezen, zonder dat zij ook an-
deren in hun val «medeslepen." De verminderde
waarde van het geld bracht groote moeilijkheden
teweeg. Onder Elagabalus en Alexander Severus is
de Staat zoo goed als bankroet geweest. De belas
tingen moesten n.1. in goud betaald worden. Aan
Diocletianus komt de eer toe het, financie-wezen
van den Staat daarna goed geregeld te hebben.
En zoo zijn in de oude geschiedenis geregeld tij
den van groote moeilijkheden geweest en waar de
nieuwe geschiedenis in deze niets voor de oude on
derdoet, zou men zich kunnen afvragen: Wanneer
was toch ,die goede oude tijd?"
GROETEN.
De wijze, waarop de menschen elkander begToe-
ten, is niet overal dezelfde, loopt in verschillende
landen nogal uiteen. Daarbij geldt: 's Lands wijs,
's lands eer.
Wij zijn gewoon, den hoed af te nemen, als we
iemand ontmoeten, dien we kennen. Staan we wat
vertrouwelijker tegen over elkaar, dan reiken we
elkander de hand. Maar zoo gaat het lang niet
overal op de wereld. De Chinees doet juist het te
genovergestelde. Hij zet zijn hoed op, als hij een
kennis ontmoet, althans indien hij1 ongedekt is. Van
het afnemen van den hóed is nooit sprake.
Op de eilanden der Stille Zuidzee gaat het weer
heel anders. Wanneer daar iemand bij1 een ontmoe
ting hijzonder beleefd wil zijn, giet hij' een kruik
water- uit over het hoofd van heem, dien hij eeren wil.
En zoo zijn er tal van manieren om iemand op
beleefde wijze te groeten.
In Marokko rijdt men veel paard. Als daar een
ruiter een vriend ziet naderen, geeft hij zijn paard
de sporen en rent in volle vaart op hem toe. Op
enkele meters afstand brengt hij zijn paard tot
staan'en schiet een revolver af in de lucht.
In Japan bestaat nog een manier van groeten,
die vooral de ouderwetsche Japanners in toepas
sing brengen, door hun schoenen uit te trekken.
De vrouwen van Chittagong, in Voor-Indië, om
helzen elkander niet, zooals elders, maar drukken
mond en neus tegen eikaars wangen en snuiven
dan krachtig. En een Mongoolsche vader kust zijn
kinderen nooit, hij ruikt aan hun haar, al» hij har
telijk wil wezen.
Arabieren kussen elkaar de voeten" of de knieën
bij een gewone begroeting. Bij hoog geplaatste per
sonen is dat niet geoorloofd; dien mag men slechts
den zoom van hun mantel kussen. Ook geven de
Arabieren elkaar wel een hand, maar dan schud
den zij: de handen wel twaalf koeren op en neer
onder het uitspreken van de woorden: „Vrede zij
met u'„ terwijl de persoon, die begroet wordt, ant
woordt: „Met ui zij vrede".
Bij een vormelijk bezoek aan een Jupi, in Brazi
lië, wordt den bezoeker door den gastheer een stoel
aangeboden, terwijl hij hem een minuut of nog lan
ger soms zwijgend blijft aanstaren. Daarna roept
hij plotseling met luide stem:
Bent u daar?
Hij scheen tot dat oogenblik aan de aanwezig
heid getwijfeld te hebben. Maar als hij zoo begroet, is
dat een b9wljs van zijn hooge achting voor den
bezoeker.
Als een Basoeto zijn opperhoofd begroet, schreeuwt
hij luid:
Wil beest!
Het opperhoofd vindt het heerlijk, dat hij zoo
toegesproken wordt. Het is voor hem een bewijs,
dat zijn moed en zijn wreedheid erkend worden, en
dat is een groote eer.
Ken je het verhaal van Oo-
ltfmbus en het ei?
Ja. Maar goed, dat Colran-
bus in de vijftiende eeuw geleefd
heeft, want tegenwoordig, nu de
eieren zoo duur ziiti
DE INDIANEN KRIJGEN GELIJK.
Men is het er nog lang niet over eens, wie nu eigen
lijk een echte Amerikaan is. Daarover kibbelen de ge
leerden en de Amerikanen zijn het er onder elkaar
nog minder over eens. We hooren wel dat de fami-
liën nu afstammen zoogenaamd van hen die uit
Oud-Engeland kwamen, zich het voornaamste voelen,
maar of hun afstamming daarop heit recht geeft, is
wel twijfelachtig. En zij zijn nooit de oudste inwo
ners van Amerika geweest. En het schijnt dat men
steeds weer tot de Indianen zal moeten teruggaan om
de eerste Amerikanen op den kop te tikken. Men zou
donken dat deze eeretitel hen weinig voorrecht zou
schenken. Maar zoo is het nog lang nietrDe bureau
craten zijn er eerder op uit om hen. hun burgerrecht
op dit gezegend plekjp gronds te ontnemen. Wij
hebben hier het oog op een Iroguois-Indiaan uit Ca
nada, die op Amerikaanschen bodem gevangen ge
nomen is, omdat hij de grenzen zonder papieren
overschreden is. Hij zou nu over de grenzen worden
gezet. Paul Diabo heet deze ongelukkige. En dat was
reeds eèn groot gebrek. Had hij nu maar de „Roode
Gier" geheeten of „Het gebrul van den beer", of zoo
iets heldhaftigs, dan hadden de mannen van het ge
recht wellicht meer respect voor hem gehad. Maar
hoe het zij, hij verweerde zich geducht. Maar tegen
bureaucraten vechten is lang niet gemakkelijk. De
goden doen dat zelfs tevergeefsch en zoodoende werd
'hij gedeporteerd. Slotpunt.
Maar de stamvaderen der Iroguois .waren diep ver
ontwaardigd, toen zij van den smaad hoorden die de
bleekgezichten een van hun stam hadden aangedaan.
Met de Iroguois is niet te spotten, want zij zijn nog
met zijn 17000 in Amerika en Canada. En daar zij
moderne Indianen zijn, die in Pullmanwagons reizen"
en electrische waschmachines hebben en huizen
waarin radio, betraden zij den eenigen verstandigen
weg. en klaagden namens hun rasgenooten de Ame-
rikaansche regeering bij het gerecht aan. De strijd
om het recht duurde een geruimen tijd. Maar nu heb
ben de Iroguois een volslagen overwinning behaald.
Hun advocaat heeft uitgewezen, dat er een oud vor-
drag bestaat tusschen de opperhoofden der Iroguois
en de Amerikaansche regeering, die deze Indianen
het recht geeft Izich op het geheelo Noord-Amerikaan-
sche contingent ongehinderd to bewegen, ongeacht de
grensposten die de witte veroveraars daar in het land
hunner vaderen mochten hebben opgericht. De rech
ter was een zeer verstandig man on heeft den advo
caat der Iroguois gelijk gegeven. En nu kan Paul
Diabo zooveel als hem lust, de grens passeeren. Hij
mag alleen geen „vuurwater" uit Canada meebren
gen. Want dat is in het land der onbeperkte vrijheid
nu juist verboden.
HEBBEN VISSCHEN ZIN VOOR KLEUREN?
Voor een aantal jaren is er een polemiek geweest
tusschen een amatdtir-visscher en den bekenden oog
arts en physioloog Hess, naar aanleiding van onder
zoekingen van dezen laatste naar den kleurenzin van
de visschen. Hess meende, dai deze dieren moeilijk
klqpren kondón onderscheiden; de amateur-visscher
bestreed dit, door waarnemingen uit zijn prakitijk,
waarbij voor het vangen van zalm nagemaakte ge
kleurde vliegen werden gebruikt.
De niepwste onderzoekingen van andere Duitsche
physiologen schijnen gelijk te geven aan den amateur-
hengelaar. Eerst moet even verteld worden hoe derge
lijke onderzoekingen worden gedaan. Ten eerste kan
men het voe'dseï kleuren en nu nagaan of het ver
schillend gekleurde voedsel ook eerder of later wordt
gevonden. Maar een veel betere methode' is de zoo
genaamde dressuurmethode. Daartoe wordt het
aquarium door verschillend gekleurd licht belicht, in
den vorm van een een spectrum. Steeds wordt nu het
voedsel in een bepaalde streep van het spectrum ge
worpen. Na eenigen tijd zwemmen de visschen direct
naar deze kleur licht als het aquarium belicht wordt,
ook als er geen voedsel in wordt geworpen en ook
als de kleuren in andere volgorde worden geplaatst.
Behalve met gekleurd licht kan men proeven nemen,
met licht van verschillende intensiteit. Er blijkt nu
uit deze proeven, dat-bij de visschen de meeste
proeven zijn genomen met een gekleurden grondeling
evenals hij den mensch de staafjes uit het netvlies
dienen voor het zien in het halfduister zonder kjeu-
ren, terwijl de kleuren in het helle licht door de ke
gels worden waargenomen.
Zoo heeft men gevonden, dat deze grondeling (in
het Dui'tsch Elritze geheeten) rood, geel, groen,
blauw en violet kan onderscheiden en dat hij zelfs
het ultraviolet waarneemt, dat voor den mensch
meestal onzichtbaar is. Een onlangs verschenen on
derzoek gaat nog verder en bewijst, dat dezelfde
diersoort ook in dezelfde kleur nog verschillen kan
waarnemen. Wordt het spectrum ia twintig deelen
verdeeld, dan kunnen deze deelen alle afzonderlijk
worden herkend.
Eindelijk heeft men nagegaan of het zonnelicht, dat
bij den mensch een afzonderlijke gewaarwording
geeft van wit, ook bij de visschen afzonderlijk wordt
waargenomen. Dat bleek inderdaad het geval te zijn.
Ja, zelfs ging de overeenstemming nog verder. Zoo
als inen weet, kan men bij iedere kleur uit het spec
trum een andore zoeken, die bij menging het meng-
licht wit voor ons maakt. Ditzelfde gelukt ook bij de
visschen; in heel veel opzichten is dus het kleuren-
zien van de visschen analoog met dat van den
mensch.
Als men nu nog een kleurenblinden visch aantreft,
kan men trachten iets naders over deze raadselach
tige afwijking te wéten te komen.
EEN MEETINSTRUMENT VOOR PLANTENGROEI.
Om ale bijzonderheden van den plantengrooi te
kunnen vaststellen en registreeren heeft de Ame
rikaansche geleerde Mac Dougal een meetinstru
ment vervaardigd dat met buitengewone nauwkeu
righeid deze- gebeurtenissen waarneemt en zelf
standig registreert. Men kan met behulp van dit
..toestel de planten dus. werkelijk „zien groeien".
Het toestel, dendograaf genaamd, bestaat uit een
stalen raam, dat rondom den boom wordt geplaatst,
en een hefboom, aan bet eene einde waaraan een
stalen veer is bevestigd, die op een blad papier de
curven van den groei teekent. Aan de hand van
deze curven heeft men nu verschillende 'belangrijke
feiten kunnen vaststellen.
Bij alle mot de dendograaf gemeten boomen en
plantenorganen vertoonden zich in den loop van
den dag regelmatig optredende veranderingen met
betrekking tot de grootte én den ruimte-inhoud van
de gewassen. Volkomen onafhankelijk van deze ver
anderingen, die verband houden met het verande
rende watergehalte van de plantaardige weefsels en
die bij verschillende planten al naar haar natuur
verschillend optreden, ging de toeneming van den
omvang van de plant voort, die den eigenlijken
groei karakteriseert.
Hot begin van dezen groei valt in den regel samen
met de ontwikkelingsperiode van den boom, waar
in het zwellen van de knoppen begint, dus in het
voorjaar; met korte onderbrekingenduurt de groei
voor tot in den herfst, 'n Merkwaardigo tegenstelling
met de bij houtgewassen verrichte metingen gavon
de onderzoekingen bij rouzencactusson te zien, door
dat bij deze planton de dagelijksche schommelingen
vrijwel het omgekeerde verloop hadden als die bij
gewassen met houten stam of grasachtige planten.
Door koude werd de zwelling tegengehouden; re
gent het gedurende het warme jaargetijde, dan is
in het algemeen een verdikking van de stammen
merkbaar. De onderzoekingen, die met behulp van
de dendograaf bij plantaardige organen, b.v. bij aard
appelen werden verricht, gaven een wisselwerking
te zien tusschen groei en ademhaling, die zich al
dus manifesteerde, dat, zoodra de ademhaling mé-
nam, de snelheid van den groei verminderde. Bij
het verloop van den groei der bloesems stelden de
metingen twee maxima vast.
- Wat zou Beethoven wel
zegden, als-ie er bij was, terwijl
Mane 2411 composities zóó mis
handelt?
Niets, denk ik. De -man was
stokdoof I
HET NIEUWSTE WONDER-MEDIUML
Als het Italiaansche medium Mirabelli, aan wien
occult Frankrijk steeds meer aandacht gaat schen
ken, maar een honderdste deel gedaan heeft van de
wonderen, die men hem toeschrijft, dan nóg zou
men moeten toegeven: van nu af aan is èilles mo
gelijk. Een genootschap, bestaande uit de meest
vooraanstaande Braziliaansohe geleerden, de „Aca
demie der Psychische Onderzoekingen César-Lpm-
broso", werd in 1919 opgericht speciaal met het doel
om Mirabelli's wonderen te controle eren. Die con
trole wordt nu reeds eenige jaren uitgeoefend. De
zer dagen is een brochure verschenen, welke in
Frankrijk veel opgang heeft gemaakt en zelfs be
sproken wordt in de „Revue Métapsychique" van dr.
Osty.
Een van de wonderen die de aandacht der weten
schappelijke mannen op hem deed vestigen, zou zijn
dat Mirabelli op klaarlichten dag een schilderij, zon
der dit stoffelijk aan te raken, wist over te brengen
naar een huis, dat eenige kilometers verwijderd was
van. het oorspronkelijke. En 555 professoren en doc
toren zijn er, die beweren, dat aan de waarheid, hier
van geen oogenblik getwijfeld mag worden. Voorts
heeft dit médium in zeven en dertig verschillende
dialecten over zeer moeilijke en de meest verscheiden
onderwerpen geschreven, b.v. over de logica van het
recht, over de astronomie, over Allah, alles in
„trance", met korte ademhaling, een polsslag van
120 150, met glazige oogen, een bevend en schijn
baar gevoelloos lichaam enwonderbaarlijk snel.
Te Sao Vincente verhief zich de stoel, waarop Mi
rabelli gezeten was, in tegenwoordigheid van de le
den van de „Academie-Lomhroso" tot een hoogte
van twee meter. Op een morgen te Santos, in het
gebouw der Academie, hoordé men plotseling eenige
bonzen op de tafel. En een stem deed zich hooren,
die een der doctoren als die van zijn overleden doch
ter herkende. Het kind verscheen hierna en scheen
reëel en zóó springlevend, dat de vader onstuimig
op haar toesnelde om het te omarmen. Haar kleeren
1 de kleeren, waarin zij begraven werd herkende
hij zelfs. Het meisje sprak, antwoordde, ondervroeg
en „bleef" 36 minuten achtereen. Men fotografeerde
haar zelfs en zij verdween weer. Dergelijke krasse
staaltjes schijnt Mirabelli meer dan eens te verrich
ten. Zelfs zou hij zich. zelf eens hebben laten ver
dwijnen!. Op zekeren dag was hij uit zijn stoel ver
dwenen, en nadat de aanwezigen aan het zoeken
1 waren gegaan, vonden zij hemin^ een ander ver
trek, languit liggend op een chaise-longue.
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U bekend:
d a t er in Engeland nog 76 brug
gen in gebruik zijn, die vóór 1750
gebouwd werden?
dat de oudste vogel ter wereld
gevonden wordt in Londen, en het
eigendom is van Colonel W. B. ^er-
ris?
dat het een papegaai is, een
Afrikaansche vogel, die meer dan
127 jaar oud is!
•dat de vogel nog niets geen last
van zijn ouderdom heeft en alleen
wat kaal op zijn kop is?
d a t de kostbaarste diamantsoort
tegenwoordig de emerald is?
dat men in Dundas, Ontario, een
exemplaar van de zeldzame visch-
soort, de „water-hond" in het Des-
jardin-kanaal gevangen heeft?
Verbeeld je eens, wat een ongeluk mij is overkomen. Mijn
choonmoeder is gisteren van een tien meter hooge ladder ge~
allen
Wat zeg je?
......toen ze nog maar op de tweede sport stoodl
d a t deze visch vier pooten heeft
en schel keft als een jonge hond?
dat andere exemplaren in de
Mississippi-valèi gevonden zijn?
dat Volta, Alessandro Volta, een
van de eerste ontdekkers van den
i electrischen stroom (vandaar ons
woord Volt) honderd jaar geleden
overleed?
dat de fijnste Egyptische katoen,
gebruikt wordt voor het maken
van luchtbanden?
dat Jupiter de grootste planeet
is en een doorsnede heeft van 86.500
mijl?
dat Morcurius de kleinste is,
met een middellijn van 3.03Ó mijl?
dat een vraag, gesteld in het
Engelsche parlement, gemiddeld
1.10 sh. kost, om 'beantwoord te
worden?
Maar Ben, dat ding staat d&ér met tootI
Maarikwèl!