Alieneii Nieifs-
Mratütit- LuOinUii
WIE
De Witte Muizen.
Woensdag 22 Juni 1927,
70ste Jaargang No. 8069.
Eerste Blad.
GRATIS.
Feoilleton.
Binnenlandsch Nieuws.
SGHAGER
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, vorden Adver-
tentiön nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
UitgeversN.V. v.h. TRAPMAN fj Co., Schagen.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels 11.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno,
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
ZICH MET INGANG VAN
1 JULI 1927
OPGEEFT ALS LEZER VAN DE
SCHAGER COURANT,
ONTVANGT DE NOG VERSCHIJ
NENDE NUMMERS VAN JUNI
18 Juni 1927.
De Engelsche bladen hebben zich eenigen tijd ge
leden bezig gehouden met een geschiedenis over
„witte" ol laten we liever zeggen „blanke" negers.
De geschiedenis is al van ouden datum, en als ze
waar is, waaraan, geloof ik, niet getwijfeld behoeft
te worden, zal in de 145 jaren, die er nadien zijn ver-
loopen, van de „blankheid" van de betrokken negers
wel niet zoo heel veel zijn overgebleven.
Maar laten we zien, wat de geschiedenis is. Voor
ons Hollanders heeft ze nog deze belangwekkend
heid, dat wij er ook eenigszins bij betrokken zijn ge
weest. Nog wel als reddende engelen.
Honderd vijf en veertig jaar! 't I wel een erg oude
koe om uit de sloot te halen. Maar de schuld daar
van ligt bij den Deenschen onderzoekingsreiziger
Redstod Pederson, die nasporingen op het gebied van
volkenkunde heeft gedaan in Zuid-Oost-Afrika.
Daar, in de kleine dorpjes van Pondoland vond de
heer Redsted Pederson een aantal bleekhuidige ne
gers. met droevig starende oogen en van eon eigenaar
dige teruggetrokkenheid. De dorpjes liggen niet ver
van de rotsachtige kust, waar 145 jaar geleden de
Engelsche Oostinjevaarder „Grosvenor" verging. De
mannen werden gedood, de vrouwen, Engelsche da
mes van goeden stand, werden meegesleept door de
negers naar het binnenland. Geen van haar is ooit
teruggekeerd.
Niet veel jaren na de schipbreuk van de* Grosvenor
trok een Engelschman, kolonel Gordon, langs de kust,
en hoorde van de inboorlingen, dat niet ver van de
plek, waar hij toen was, een blanke vrouw zich be
vond met een negerkindje, en dat zij vaak zat te
schreien bij haar kindje. Kolonel Gordon droeg aan
de inboorlingen, die hem dit verhaal deden, op, een
boodschap over te brengen aan deze blanke vrouw.
Als zij wenschte' dat hij haar kwam verlossen, zou
hij dit doen. Hij wachtte op antwoord, maar wachtte
tevergeefs, en een onderzoek, dat ingesteld werd, le
verde geen resultaat op.
Wij Hollanders, dat wil zeggen onze voorvaderen
uit dien tijd, verklaarden eenige jaren na de schip
breuk, dat verscheidene van deze Engelsche dames,
waarvan sommigeii tot zeer bekende Engelsche ge
slachten behoorden, haar vrijheid hadden kunnen
krijgen, de Hollanders, de negers in die streken on
derworpen hadden. Maar van deze gelegenheid werd
door geen enkele van haar gebruik gemaakt, Aan
de eene zijde hield de liefde, die zij hadden voor de
nu opgroeiende kinderen deze blanke vrouwen in
het land, waar ze nu al jaren vertoefden; aan de an
dere zijde vreesden zij voor vernedering, wanneer zij
Uit hét Am'erikaansoh van
RIOHARD HARDING DAVIS.
Vertaald door Willy H. van der Tak
(Nadruk ver boden)
7.
Als Rojas niet door de F.C.C. is uitgekozen, re
deneerde Roddy, zal 't hun niets kunnen schelen
of hij vrij is of in de gevangenis zit. iMaar als Rojas
wól do candidaat is. die door vader gesteund wordt,
eerder hij dan uit de gevangenis is, hoe beter.
In elk geval, voegde hij er bij met het luchtige
fatalisme van iemand, wiens besluit is genomen,
als het mijn vader twee millioen dollar moet kosten
omdat jij en ik een ouden man gaan bevrijden, dan
moet hii in Godsnaam die twee millioen dollar er
maar voor over hebben. Hij heeft te eten.
En na tot deze conclusie te zijn gekomen, stelde
Ro-ddy voor at zij als onschuldige sigt-seeërs de
stad zouden gaan verkennen en vanuit de verte pro-
beeren zouden een indruk te krijgen van het huis van
Sonora Rojas. Dus huurden zij een rijtuig en zeiden
den koetsier, dat ze de belangrijkste dingen van de
stad wilden zien..
Maar er zijn in Willemstad heelemaal geen be
langrijke dingen, monumentale gebouwen of zoo iets.
Het.is de stad zelf die bezienswaardig is. Er is geen
tweede haven in de wereld, die op Willemstad lijkt.
Do stad is klein en dicht op elkaar gebouwd. Er is
een popperig gouvernementspaleisje. De stad is ge
verfd in alle primaire kleuren en al valt er in Cu-
ragao zelden of nooit regen, zij is altijd zoo schoon
alsof er een minuut geleden een voorjaarsregentje
op gevallen was en zij daarna in de zon te drogen
was gelegd. De Sint Annabaai. de haven van Wil
lemstad. heeft ineer van een kanaal dan van een
bnai. Als er een schip binnenvaart, kan de kapitein
van de brug af- ongeveer zien wat de menschen in
de huizen aan alle twee de kanten voor ontbijt op
tafel hebben. De huizen konden precies zoo aan de
grachtjes van een kleine Hollandsche stad staan. Ze
hebben hetzelfde puntige dak. dezelfde trapgevels en
terug zouden keeren in de beschaafde wereld.
De gelaatstrekken van de nakomelingen van deze
Engelsche vrouwen, van deze blanke" negers, zijn
veel regelmatiger en beschaafder dan van de overige
zwarten. Er zijn er onder, die zoo bleek bruin zijn,
dat men ze voor Arabieren of Zuid-Europeanen zou
kunnen houden. Hun manieren zijn ook verschil
lend van die der andere negers, maar hoewel zij zich
van hun afkomst bewust zijn, en zich boven de ande
ren verheven achten, zijn zij zich ook bewust, dat er
te veel negerbloed in hun aderen stroomt om ooit te
kunnen hopen als gelijken te worden opgenomen in
een gemeenschap van blanken.
De geschiedenis van de „Grosvenor" is deze: Het
schip verliet Indië in 1782, met een kostbare lading
edelmetaal en specerijen. Aan boord bevonden zich
een aantal passagiers, waaronder regeeringsperso-
nen, kooplieden en officieren, met hun vrouwen en
kinderen.
Het begin van de reis was voorspoedig. De Indische
Oceaan werd zonder tegenspoeden overgestoken,
maar, zooals vaak gebeurde, gooide de beruchte Kaap
de Goede Hoop ook nu weer roet in 't eten. Een or
kaan brak los boven de „Grosvenor", die, toen de ka
pitein zag, dat het schip niet meer vooruit kwam,
een andere koers nam, en beschutting zocht onder de
kust van Oost-Afrika.
Vijf en twintig mijl ten Noorden van St John
stootte de „Grosvenor" op de rotsen en verging' Geen
der opvarenden verloor het leven. Allen, ten ge
tale van ongeveer 135, bereikten de kust, maar be
vonden zich daar in een allesbehalvn rooskleuxigen
toestand. Het gezelschap had zoowel gebrek aan
voedsel als aan water, terwijl hun leven bovendien
nog werd bedreigd door de inlanjiers.
Maatregelen moesten genomen worden,. Er werd
krijgsraad belegd en een plan gevormd- De mannen
werden in twee groepen verdeeld. De eene groep
ging zuidwaarts langs de kust, om hulp te gaan zoe
ken in de eerste blanke nederzetting, die zij zouden
vinden. De andere groep begeleidtLe de vrouwen en
kinderen bet binnenland in, om, zoo mogelijk, een
plek te vinden, die gemakkelijk verdedigbaar was,
en waar voedsel en water voorhanden waren.
Wat er met deze laatste groep da gebeurd, la nog
steeds een geheim. -Misschien dat nog eenmaal een
dagboek van een dier mannen wordt gevonden, er
gens in een grot, in het binnenland. Misschien dat
eon, of enkelen van hen nog weer ontsnapt zijn naar
de kust, en aan eon flesch de beschrijving van hun
rampspoed hebben toevertrouwd. Waarschijnlijk is
het niet, tot nogtoo is niets gevonden. Het meest
voor de hand liggende is wel, dat alle mannen ver
moord zijn. Laten we voor hen, en voor hun vrou
wen, die het hebben moeten aanzien, hopen, dat die
dood een vlugge dood, geweest mag zijn.
Do lotgevallen van den troep, die langs de kust
zuidwaarts trok, zijn wel bekend. Rauwe viscb, rot
tend vleesch van gestrande walvisschen, vormde bet
voornaamste bestanddeel van hun voedsel. Vuil
water uit stilstaande plassen of modderige rivieren
moest dienst doen om hun dorst te lesschen. Zij
hadden aanvallen te doorstaan van de negers. Bo
vendien werden ze door ziekte geteisterd.
Honderd zeventien dagen na hun vertrek wan
kelden de overlevenden van deze groep mannen,
vier in getal, in verscheurde lompen gehuld, de
Hollandsche nederzetting binnen, die gelegen was
op de plaats van de tegenwoordige stad St Elizabeth.
Alle andere waren dood.
De bevelhebber van de nederzetting zond oogen-
blikkelijk ruiters naar Kaapstad, naar den gouver
neur, die op zijn beurt terstond een troep uitrustte
van vier honderd gewapende Hollanders, Engel-
schen en Hottentotten, om te trachten de andere
verongelukten te redden, die het binnenland in wa
ren getrokken. Drie maanden lang trok dit legertje
van links naar rechts door het negerland. Geen spoor
van blanken werd ontdekt Met één uitzondering
evenwel. Een kleine groep, die van de overigen was
afgedwaald, werd gevonden. Daarbij waren slechts
net zooveel verdiepingen. Maas ze rijh geverfd 1b de
kleuren vaD het tropische Spaansch-Amerika. rose,
geel en helblauw.
E!r zijn eigenlijk twee steden: Willemstad en door
bruggen ermee verbonden. Otrabanda. Aan de kant
van Willemstad meren de schepen en daar kan men,
van het dak van de stoomboot op zijn gemak con-
verseeron met de politieke bannelingen op de bal
kons van het Hotel Commercial. De straten zijn smal
en precies als in een Hollandsch stadje geplaveid
met ronde, onwezenlijk-zindelijke keisteenen. Wil
lemstad is inderdaad de schoonste haven van West-
Indiö; het is de vlekkelooze stad van de tropen.
Achter de stad liggen de sinaasappel-plantages en
het gewone ritje is van Willemstad uit tusschen die
sinaasappéltuinen door en om de binnenhaven.
het Schottegat naar Otrabanda en dan weer terug
over de ophaalbrug naar Willemstad. Het ia een
tochtje van goed twee uur en Roddy en Peter von
den het verrukkelijk. Ongeveer drie mijl buiten Wil
lemstad. kwamen ze langs het vroegere buda van
een rijke Spaansche planter, dat nu een restaurant
geworden was. en Café Ducrot heette. Er is maar
weinig schaduw op Curagao en. de twee jonge man
nen doken de schaduw van den tuin in of het
een koel bad was. Onder sinaasappelboomen en wijd
uitgespreide palmen, bloeiende heesters en wild-
dooreengegroeide wingerd liepen zij over met kiezel
bestrooide paden en zij raakten ten slotte den weg
kwijt indie doolhof van wegen.
Het is de betooverde tuin van de slapende prinses,
zei Peter en daar heb je haar slapende dienaren,
voegde hij er bij. wijzende op de twee kellners. die
vredig lagen te sluimeren hun armen steunend op
de marmeren bladen der tafeltjes.
Het leek harteloos om ze wakker te maken en do
twee vrienden zetten hun onderzoekingstocht voort,
tot zij een statig, onregelmatig, gebouwd buitenhuis
vonden waar een prachttype van een hotelier, die
wel zoo uit e^en tooneelstuk leek weggeloopen. zich
voortdurend vergenoegd in de handen wreef en hun
heerlijke Hollandsche jenever voorzette.
We moeten dat Café Ducrot onthouden, zei
Roddy. toen ze verder reden. Het is zoo heerlijk
rustig.
Later herinnerden re zich die woorden en moes
ten ar hartelijk omi lachen.
'De weg liep nu verder tusschen hooge struiken en
geknotte hoornen, die wel aan beide kanten van den
drie blanken: Engelsche matrozen. De overigen, ne
gen in getal, waren Indische matrozen en bedienden.
Met deze overlevenden keerde het reddingsleger
tje naar Kaapstad terug, om daarna nog eens er op
uit te trekken en opnieuw het land te doorkruisen.
Deze tweede maal werd de plaats gevonden, waar de
„Grosvenor" was vergaan. Niets van de blanke vrou
wen evenwel. En van de mannen slechts dit, dat de
scheepskok in gevangenschap een natuurlijken
dood was gestorven. Hij was overleden aan pokken.
Daarna heeft de geschiedenis van de Grosvenor
meer dan honderd jaar in vergetelheid gerust Tot
nu de ontdekking van de „blanke" negers door den
Deenschen ethnoloog er de aandacht nog weer eens,
misschien voor de laatste maal, op gevestigd heeft.
MESTPROEF MET VARKENS.
In vele streken beschikt de varkensmeester niet
over wei .ondermelk of karnemelk, zoodat de var
kens, uitsluitend met graanmeel worden gevoed. De
commissie ter bevordering van de varkensfokkerij
in de provincie Zuid-Holland heeft daarom in 1926
een proef genolnen met de toevoeging van dierlijk
eiwit in denkvorm van Liebig's vleeschmeel aan het
graanmeèl, om de werking er van op den groei der
varkens na te gaan. Aan het rapport van deze proef
van de hand van den heer H. Roest i9 het volgende
ontleend:
De commissie beschikte over tien volbloed York-
shire biggen uit een toom van dertien, welige op 19
Februari 1926 geboren waren uit dezelfde moeder,
nl. zeug no. 30 van het Zuid-Hollandsche Groot-
Yorkshire varkensstamboek. De tien biggen werden
in twee groepen van vijf verdeeld. Elke groep be
stond uit vier gecastreerde beertjes en uit één ge
sneden zeugje. De proef begon 14 April 1926. De
varkens van groep I wogen toen samen 156 pond,
die van groep II 154 pond. De proefnemer, de heer H.
Vermaat, te Hoogvliet, voor wiens rekening de finan-
cieele uitkómsten waren, stelde het rantsoen voor
groep II vast, terwijl de commissie daarnaar het
rantsoen voor groep I bepaalde en wel zoodanig,
dat beide rantsoenen even veel zuiver verteerbaar
eiwit bevatten en de zetmeelwaarde eveneens gelijk
™»,b. Aan groep I werd vleeschmeel toegevoegd.
De verhoudingsgetalleh voor de beide voedormong-
sels waren:.voor groep I: 160 Kg. maismeol, 05 Kg.
gerstemeel, 50 Kg. griesmeel en 9 Kg. vleeschmeel;
voocr groep II: 120 Kg. maïsmeel, 7 Kg. gTiesmool en
323* Kg. gerstemeeL De hoeveelheden werden zoo
genomen, omdat maismeel per 80 Kg., griesmeel per
50 Kg. en gerst per 65 Kg. wordt geleverd. Ingewik
kelde mengingen worden daardoor overbodig.
Toen na ongevèor drie weken de gerst sterk in prijs
steeg, is op verzoek van den proefnemer het gerste
meel uit het rantsoen weggelaton. Eveneens is op
verzoek van den proefnemer, toen deze over voer-
aardappelen beschikte, het rantsoen gowijzigd en
wel op 8 September. Tot het einde van de proef
hebben de aardappels een onderdeel van het rant
soen uitgemaakt. Natuurlijk is bij de wijzigingen er
zorg voor godragen, dat de zetmeolwaarde on de hoe
veelheid zuiver verteerbaar eiwit van do rantsoenen,
voor beide groepen gelijk bloven.
De varkens zijn om de drie weken gewogen. De
aangroei was geheel om-maal met uitzondering van
periode 8 November—1 December voor groep II, toen
twee varkens van die groep aan mond- en klauw
zeer leden, weliswaar, ih lichten graad. De varkens
van groep I wogen tezamen op 8 November 14il0
pond, terwijl die van groep II toen 1205 pond wogen.
Pas op 27 December hadden de dieren van die groep
een gezamenlijk gewicht van 1394 pond bereikt De
varkens van groep I hebben 3319 Kg. voedsel ter
waarde van f277.97 verbruikt; zijn 1256 pond aange
komen, zoodat de aangroei per pond 22.15 cent
Ijeeft gekost Voor groep II zijn deze cijfers respec-
weg schaduw gaven, maar niet op het midden
gedeelte. Daarna, maaktede weg een bocht naar Otra
banda en ging verder over de rots dit uit zee oprijst
Aan de Oostzijde van den weg stonden villa's op
grooten afstand van elkaar en omringd door man
groves en andere stevige planten, die gehard waren
tegen den zeewind.
Als we den koetsier laten vertellen, fluisterde
Roddy. wie in elk van die huizen woont, zal hij
niet op het idee komen dat hetons om iemand in het
bijzonder te doen ds.
Dus wedijverden zij met elkaar in bewonderende
uitroepen telkens als zij' langs een vila kwamen. En
de koetsier, wiens plaatselijke trots hoe langer hoe
meer opgewekt werd. vertelde hen den naam van
den bewoner en de geschiedenis van elk huis.
Toen hij een geheel wit gepleisterd huia met groote
witte pilaren, die omhoog rezen tot aan het platte
dak. naderde behoefde hii geen aanmoediging meer,
hij bracht met een air van gewicht de paarden tot
stilstand wees met ziin zweep.
Datte huls. moneera, zei hij, ia vaa Senora
Rojas.
Hoewel het huis zeker honderd meter van den weg
afstond, sprak de neger op fluisterenden tóón. alsof
hij bang was gehoord te worden. Maar er was óók
iet eerbiedig» en plechtigs in zijn stem.
Het is de mevrouw van Generaal Rojaa. Hij een
groot Generaal i». neneers. en nou hij' in do gevange
nis gezet is. President Alvarez. hij dat Generaal Ro
jas in de gevangenis gezet heeft, beneden in de watesr
en hij hem aan de rots gebonden heeft on de me
vrouw verbannen heeft. President Alvarez hij een
heel slecht man ia
Elke dag om zes uur die mevrouw en de jonge
dames zil' staan op die rots en bidden voor da.t Ge
neraal Rojas. U wilt mij u hier laten brengen om
zes uur. polste hij minzaam. om dat dames te
zien bidden? t
Geen sprake van! riep Roddy verontwaardigd uit
Maar Peter, tactvoller, gaapte en bewoog zich on
geduldig. Ik sterf gewoon van den honger, ver
klaarde hii. Laten we opschieten, koetsier.
Om geen vermoedens te wokken reden ze btina tot
aan de buitenwijken van. Otrabanda en toen/ ver
klaarde Roddy plotseling dat hij' weer terug wilde
en gaan eten in Café Ducrot
Waarom moeten we in een gloeiende eetzaal
eten?, vroeg hij zoo luid, dat de koetsier het hooren
tievelijk: 41963* Kg., f 2Ö&36, 1240 pond en 21.64 cent.
(De aardappels uit het bedrijf zijn voor het meeren-
deel op slechts 2 cent per K.G. berekend).
Op beide groepen varkens (levend) viel van het
standpunt van den slager niets aan te merken. Ge
slacht waren de varkens van groep I uitmuntend,
nL hard, blank en vleezig. Er was meer vleesch dan
bij een normaal varken; alleen was het vleesch in
wendig vettig (gemarmerd). De varkens van groep
II waren eveneens uitmuntend, alleen was het
vleesch mager, iets beter dan van de eerste groep.
Beide groepen slachtten evenveel in, nL gemiddeld
17u8 Kg., dus normaal.
Uit de proef, die buitengewoon gunstig is verloo-
pen, valt op te merken, dat de dieren in groep I ge
middeld per dag 11/5 pond zijn gegroeid, die uit
groep II slechts bijna 1 pond. Het Liebig's vleesch
meel, heeft derhalve een duidelijk snelleren groei
veroorzaakt. Groep I kon dan ook 7 weken eerder
worden afgeleverd dan groep II. Dit resultaat is be
reikt, terwijl de kosten vrijwel dezelfde zijn. Het ge
bruik van vleeschmeel is dus volgens deze proef van
economische heteekenis.
DE AARDKIEN CAMP A GNE IN KENNEMERLAND,
Men schrijft uit Beverwijk aas de Meb
Over lemkele dagen zullen da cxporfcveüingen van
aardbeden wederom tm aanvang' namen.
Zoo kort voor het seizoen leven de tuinders
en met de tuinders alle neringdoenden van de
streek Kenniemjerland in hoop en vrees en zij vra
gen zdch af: „Wat zal dei oogst brengen en wat
zullen de prijtoein zijn?.
Die beamwoexrding vato de eerste vraag ia niet
moeilijk. Het gewas staat over het algemeen goed
en! het zwoele weer op enkele diagen van de vorige
weck is die vruchfczobtina zeer ten £Oede gekomen.
Op het oogeüblik zijn da vooruitzichten voor deö
oogst gi&Qt ongunstig, wel wordt algemeen maan
warmte noodig geacht. Ten aanzien' van de prijzen
is moeilijk een voorspelling te wagen, hoewel da
exporteurs toog tot kort voor hot seizoen gaamcw
het oor te luisteren loggen bij de afnemers. Van
öxx>arbeursfatijdo ddolda men ons mede» dat alge
meen lotoder de Duitsohe kooplieden dfl yolgende
klachten gehoord' worden, n l- dat Zij! da aardbeien
van uit Beverwijk niet in vcAdoande verschen toe
stand aan de markt kunnen krijgen*» doordat dfl
exporteurs Gas morgens in Beverwijk met kunntf*
vor Lad<m, en ook, dat roods na ieenuge dagen dfl
aardbeden van de markt verdwijnen on nog ut*
sluitend IZotodJar dop worden aangevoerd.
Ton aanzien van die eerste kloont yerkLaarda men
ons, dat de veilingen roods enkele jaren een poogI
hebben genomen met hot veilen te 9 uur 's morgens»
doch deze pogingen kmtonen vrijwel als mislukt
worden (bosohouwa. De tuinder* wijteö de oorzaak
daarvan aan de weinige vraag m daardoor lage
prijzen aan die morgenveilingiaa, de vaxportoura
daarentegen meemen de oorzaak aaa de® ggcinged
aanvoer te taJoefcon toeschrijven. Godurende de eerahj
weken van het exportseiaoen krijgen bijna olie ex
porteurs op Duitschlatod telegrafische of teUtfcad-
eohe aanwüziingan 's morgens meerdseca Wr
gons te verladen. Do aanvoer blijkt dan öchtefl
Zoo gering, dat de meeste oxporteuia, ofschoon m
met do kooporders in huto Zak loopoa, xöat koopon
uit vrees te Zullen blijvert zit ton mat een kalf 0e*
laden wagon, waarm<*k rijf dan geen vsew won.
ZM pa-'iM dato hua* orders plaat*» fa DwtSWttJoM,
ZaJtbüfnmol, Nijmegen ctf elders.
r Doaa kooper» mjn allee» afkmistiar mt fej h*-
dusiriogobiód vrvnl Boer ftn RajW off uit Westfalen,
uit de steden Essen, D^rtmuud. Gelseakijyiiea,
'Kjeulen, Dnssoldcrf, Duisburg, Muits1®* él d- vooe
hen heeft iet koopön op do avendveilingen M
doel omdat die aardbeien bijna een volk» dag
moeten blijven staan, alvorens aii tesa vjerkoop kua-
men worden aangeboden. Ook mans blókt, dat dfl
kooplust onder de Duitsohe cliënten voldoemda as»-
wezig is, docih algemeen is de vraag oi dss vootr
middags kan wonden verladiesi.
moest. als we het onder sinaasappelboomflii 1
non doen?
Petor stemde toe. maar schijnbaar met w*daig
enthousiasme.
Doe maar, waar jij zin in hebt, zei hij. Voor
mijn part mag je onder welken boom je wilt eton,
desnoods onder een galg.
Voor den tweeden keer reden ze langs Casa tanca,
en hun oogen namen het van onder tot boven, al
schenen ze geheel vervuld met de samenstelling van
een uitgebreid menu. Nu de koetsier hen niet zag,
konden zij de gesteldheid van de ingangen, van de
door ijzeren staven beschermde ramen en wan het
terras van zwart en wit marmer opnemen. Ze merk
ten den vleugel op, die gebruikt werd als stal voor
de rijtuigen en paarden en wat van .meer belang was,
zij zagen dat een leuning over den rand van den rots
naar beneden liep, waar waarschijnlijk een aanleg
steiger was.
Roddy greep opeens Peter's pols; met de andere
maakte hij een wijzende beweging. Door een smalle
opening in een boschje, dat op een kleinen afstand
van het huis stond, ontdekte Peter een tennisveld.
Roddy trok zijn wenkbrauwen veelbeteekenend op.
Hij glimlachte vroolijk en triomfantelijk-
Hetgeen schijnt te bewijzen, merkte bij raadsel
achtig op, dat zekere personen uit het tooneel
stuk noch oud, noch gebrekkig zijn!
Die gevolgtrekking gaf hem zooveel voldoening, dat
hij nog zat te glimlachen, toen ze bij het café Du
crot stilhielden. In het uurtje dat verloopen was, se
dert ze den tuin van het restaurant verlaten hadden,
had daar een verbazingwekkende verandering plaats
gehad. iHet sinaasappelboschje lag daar niet langer
in stille sluimering. De kellners lagen niet meer te
slapen naast de tafeltjes. Aan het hek, dat de tuin
van den weg scheidde, stonden een half dozijn vu
rige zwaargezadelde ponny's vastgebonden en nog
even zoo veel stonden er gespannen voor landauers
en dogcars en brieschtcn, hinnikten, rammelden met
hun tuigen en stampten gaten in den weg. Achter
het gebladerte van de sinaasappelbomen kon men
de stem van den maitre d' hotel hooren en in de
keuken stond de dikke chef bevelen t.o snauwen. Do
kiezelsteenen op do paden knarsten onder de haastige
voeten van de kellners.
Wordt vervolgd.