Alieneii Nieifs- Mratütit- LuOinUii WIE De Witte Muizen. Woensdag 22 Juni 1927, 70ste Jaargang No. 8069. Eerste Blad. GRATIS. Feoilleton. Binnenlandsch Nieuws. SGHAGER COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, vorden Adver- tentiön nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. UitgeversN.V. v.h. TRAPMAN fj Co., Schagen. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels 11.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno, inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. ZICH MET INGANG VAN 1 JULI 1927 OPGEEFT ALS LEZER VAN DE SCHAGER COURANT, ONTVANGT DE NOG VERSCHIJ NENDE NUMMERS VAN JUNI 18 Juni 1927. De Engelsche bladen hebben zich eenigen tijd ge leden bezig gehouden met een geschiedenis over „witte" ol laten we liever zeggen „blanke" negers. De geschiedenis is al van ouden datum, en als ze waar is, waaraan, geloof ik, niet getwijfeld behoeft te worden, zal in de 145 jaren, die er nadien zijn ver- loopen, van de „blankheid" van de betrokken negers wel niet zoo heel veel zijn overgebleven. Maar laten we zien, wat de geschiedenis is. Voor ons Hollanders heeft ze nog deze belangwekkend heid, dat wij er ook eenigszins bij betrokken zijn ge weest. Nog wel als reddende engelen. Honderd vijf en veertig jaar! 't I wel een erg oude koe om uit de sloot te halen. Maar de schuld daar van ligt bij den Deenschen onderzoekingsreiziger Redstod Pederson, die nasporingen op het gebied van volkenkunde heeft gedaan in Zuid-Oost-Afrika. Daar, in de kleine dorpjes van Pondoland vond de heer Redsted Pederson een aantal bleekhuidige ne gers. met droevig starende oogen en van eon eigenaar dige teruggetrokkenheid. De dorpjes liggen niet ver van de rotsachtige kust, waar 145 jaar geleden de Engelsche Oostinjevaarder „Grosvenor" verging. De mannen werden gedood, de vrouwen, Engelsche da mes van goeden stand, werden meegesleept door de negers naar het binnenland. Geen van haar is ooit teruggekeerd. Niet veel jaren na de schipbreuk van de* Grosvenor trok een Engelschman, kolonel Gordon, langs de kust, en hoorde van de inboorlingen, dat niet ver van de plek, waar hij toen was, een blanke vrouw zich be vond met een negerkindje, en dat zij vaak zat te schreien bij haar kindje. Kolonel Gordon droeg aan de inboorlingen, die hem dit verhaal deden, op, een boodschap over te brengen aan deze blanke vrouw. Als zij wenschte' dat hij haar kwam verlossen, zou hij dit doen. Hij wachtte op antwoord, maar wachtte tevergeefs, en een onderzoek, dat ingesteld werd, le verde geen resultaat op. Wij Hollanders, dat wil zeggen onze voorvaderen uit dien tijd, verklaarden eenige jaren na de schip breuk, dat verscheidene van deze Engelsche dames, waarvan sommigeii tot zeer bekende Engelsche ge slachten behoorden, haar vrijheid hadden kunnen krijgen, de Hollanders, de negers in die streken on derworpen hadden. Maar van deze gelegenheid werd door geen enkele van haar gebruik gemaakt, Aan de eene zijde hield de liefde, die zij hadden voor de nu opgroeiende kinderen deze blanke vrouwen in het land, waar ze nu al jaren vertoefden; aan de an dere zijde vreesden zij voor vernedering, wanneer zij Uit hét Am'erikaansoh van RIOHARD HARDING DAVIS. Vertaald door Willy H. van der Tak (Nadruk ver boden) 7. Als Rojas niet door de F.C.C. is uitgekozen, re deneerde Roddy, zal 't hun niets kunnen schelen of hij vrij is of in de gevangenis zit. iMaar als Rojas wól do candidaat is. die door vader gesteund wordt, eerder hij dan uit de gevangenis is, hoe beter. In elk geval, voegde hij er bij met het luchtige fatalisme van iemand, wiens besluit is genomen, als het mijn vader twee millioen dollar moet kosten omdat jij en ik een ouden man gaan bevrijden, dan moet hii in Godsnaam die twee millioen dollar er maar voor over hebben. Hij heeft te eten. En na tot deze conclusie te zijn gekomen, stelde Ro-ddy voor at zij als onschuldige sigt-seeërs de stad zouden gaan verkennen en vanuit de verte pro- beeren zouden een indruk te krijgen van het huis van Sonora Rojas. Dus huurden zij een rijtuig en zeiden den koetsier, dat ze de belangrijkste dingen van de stad wilden zien.. Maar er zijn in Willemstad heelemaal geen be langrijke dingen, monumentale gebouwen of zoo iets. Het.is de stad zelf die bezienswaardig is. Er is geen tweede haven in de wereld, die op Willemstad lijkt. Do stad is klein en dicht op elkaar gebouwd. Er is een popperig gouvernementspaleisje. De stad is ge verfd in alle primaire kleuren en al valt er in Cu- ragao zelden of nooit regen, zij is altijd zoo schoon alsof er een minuut geleden een voorjaarsregentje op gevallen was en zij daarna in de zon te drogen was gelegd. De Sint Annabaai. de haven van Wil lemstad. heeft ineer van een kanaal dan van een bnai. Als er een schip binnenvaart, kan de kapitein van de brug af- ongeveer zien wat de menschen in de huizen aan alle twee de kanten voor ontbijt op tafel hebben. De huizen konden precies zoo aan de grachtjes van een kleine Hollandsche stad staan. Ze hebben hetzelfde puntige dak. dezelfde trapgevels en terug zouden keeren in de beschaafde wereld. De gelaatstrekken van de nakomelingen van deze Engelsche vrouwen, van deze blanke" negers, zijn veel regelmatiger en beschaafder dan van de overige zwarten. Er zijn er onder, die zoo bleek bruin zijn, dat men ze voor Arabieren of Zuid-Europeanen zou kunnen houden. Hun manieren zijn ook verschil lend van die der andere negers, maar hoewel zij zich van hun afkomst bewust zijn, en zich boven de ande ren verheven achten, zijn zij zich ook bewust, dat er te veel negerbloed in hun aderen stroomt om ooit te kunnen hopen als gelijken te worden opgenomen in een gemeenschap van blanken. De geschiedenis van de „Grosvenor" is deze: Het schip verliet Indië in 1782, met een kostbare lading edelmetaal en specerijen. Aan boord bevonden zich een aantal passagiers, waaronder regeeringsperso- nen, kooplieden en officieren, met hun vrouwen en kinderen. Het begin van de reis was voorspoedig. De Indische Oceaan werd zonder tegenspoeden overgestoken, maar, zooals vaak gebeurde, gooide de beruchte Kaap de Goede Hoop ook nu weer roet in 't eten. Een or kaan brak los boven de „Grosvenor", die, toen de ka pitein zag, dat het schip niet meer vooruit kwam, een andere koers nam, en beschutting zocht onder de kust van Oost-Afrika. Vijf en twintig mijl ten Noorden van St John stootte de „Grosvenor" op de rotsen en verging' Geen der opvarenden verloor het leven. Allen, ten ge tale van ongeveer 135, bereikten de kust, maar be vonden zich daar in een allesbehalvn rooskleuxigen toestand. Het gezelschap had zoowel gebrek aan voedsel als aan water, terwijl hun leven bovendien nog werd bedreigd door de inlanjiers. Maatregelen moesten genomen worden,. Er werd krijgsraad belegd en een plan gevormd- De mannen werden in twee groepen verdeeld. De eene groep ging zuidwaarts langs de kust, om hulp te gaan zoe ken in de eerste blanke nederzetting, die zij zouden vinden. De andere groep begeleidtLe de vrouwen en kinderen bet binnenland in, om, zoo mogelijk, een plek te vinden, die gemakkelijk verdedigbaar was, en waar voedsel en water voorhanden waren. Wat er met deze laatste groep da gebeurd, la nog steeds een geheim. -Misschien dat nog eenmaal een dagboek van een dier mannen wordt gevonden, er gens in een grot, in het binnenland. Misschien dat eon, of enkelen van hen nog weer ontsnapt zijn naar de kust, en aan eon flesch de beschrijving van hun rampspoed hebben toevertrouwd. Waarschijnlijk is het niet, tot nogtoo is niets gevonden. Het meest voor de hand liggende is wel, dat alle mannen ver moord zijn. Laten we voor hen, en voor hun vrou wen, die het hebben moeten aanzien, hopen, dat die dood een vlugge dood, geweest mag zijn. Do lotgevallen van den troep, die langs de kust zuidwaarts trok, zijn wel bekend. Rauwe viscb, rot tend vleesch van gestrande walvisschen, vormde bet voornaamste bestanddeel van hun voedsel. Vuil water uit stilstaande plassen of modderige rivieren moest dienst doen om hun dorst te lesschen. Zij hadden aanvallen te doorstaan van de negers. Bo vendien werden ze door ziekte geteisterd. Honderd zeventien dagen na hun vertrek wan kelden de overlevenden van deze groep mannen, vier in getal, in verscheurde lompen gehuld, de Hollandsche nederzetting binnen, die gelegen was op de plaats van de tegenwoordige stad St Elizabeth. Alle andere waren dood. De bevelhebber van de nederzetting zond oogen- blikkelijk ruiters naar Kaapstad, naar den gouver neur, die op zijn beurt terstond een troep uitrustte van vier honderd gewapende Hollanders, Engel- schen en Hottentotten, om te trachten de andere verongelukten te redden, die het binnenland in wa ren getrokken. Drie maanden lang trok dit legertje van links naar rechts door het negerland. Geen spoor van blanken werd ontdekt Met één uitzondering evenwel. Een kleine groep, die van de overigen was afgedwaald, werd gevonden. Daarbij waren slechts net zooveel verdiepingen. Maas ze rijh geverfd 1b de kleuren vaD het tropische Spaansch-Amerika. rose, geel en helblauw. E!r zijn eigenlijk twee steden: Willemstad en door bruggen ermee verbonden. Otrabanda. Aan de kant van Willemstad meren de schepen en daar kan men, van het dak van de stoomboot op zijn gemak con- verseeron met de politieke bannelingen op de bal kons van het Hotel Commercial. De straten zijn smal en precies als in een Hollandsch stadje geplaveid met ronde, onwezenlijk-zindelijke keisteenen. Wil lemstad is inderdaad de schoonste haven van West- Indiö; het is de vlekkelooze stad van de tropen. Achter de stad liggen de sinaasappel-plantages en het gewone ritje is van Willemstad uit tusschen die sinaasappéltuinen door en om de binnenhaven. het Schottegat naar Otrabanda en dan weer terug over de ophaalbrug naar Willemstad. Het ia een tochtje van goed twee uur en Roddy en Peter von den het verrukkelijk. Ongeveer drie mijl buiten Wil lemstad. kwamen ze langs het vroegere buda van een rijke Spaansche planter, dat nu een restaurant geworden was. en Café Ducrot heette. Er is maar weinig schaduw op Curagao en. de twee jonge man nen doken de schaduw van den tuin in of het een koel bad was. Onder sinaasappelboomen en wijd uitgespreide palmen, bloeiende heesters en wild- dooreengegroeide wingerd liepen zij over met kiezel bestrooide paden en zij raakten ten slotte den weg kwijt indie doolhof van wegen. Het is de betooverde tuin van de slapende prinses, zei Peter en daar heb je haar slapende dienaren, voegde hij er bij. wijzende op de twee kellners. die vredig lagen te sluimeren hun armen steunend op de marmeren bladen der tafeltjes. Het leek harteloos om ze wakker te maken en do twee vrienden zetten hun onderzoekingstocht voort, tot zij een statig, onregelmatig, gebouwd buitenhuis vonden waar een prachttype van een hotelier, die wel zoo uit e^en tooneelstuk leek weggeloopen. zich voortdurend vergenoegd in de handen wreef en hun heerlijke Hollandsche jenever voorzette. We moeten dat Café Ducrot onthouden, zei Roddy. toen ze verder reden. Het is zoo heerlijk rustig. Later herinnerden re zich die woorden en moes ten ar hartelijk omi lachen. 'De weg liep nu verder tusschen hooge struiken en geknotte hoornen, die wel aan beide kanten van den drie blanken: Engelsche matrozen. De overigen, ne gen in getal, waren Indische matrozen en bedienden. Met deze overlevenden keerde het reddingsleger tje naar Kaapstad terug, om daarna nog eens er op uit te trekken en opnieuw het land te doorkruisen. Deze tweede maal werd de plaats gevonden, waar de „Grosvenor" was vergaan. Niets van de blanke vrou wen evenwel. En van de mannen slechts dit, dat de scheepskok in gevangenschap een natuurlijken dood was gestorven. Hij was overleden aan pokken. Daarna heeft de geschiedenis van de Grosvenor meer dan honderd jaar in vergetelheid gerust Tot nu de ontdekking van de „blanke" negers door den Deenschen ethnoloog er de aandacht nog weer eens, misschien voor de laatste maal, op gevestigd heeft. MESTPROEF MET VARKENS. In vele streken beschikt de varkensmeester niet over wei .ondermelk of karnemelk, zoodat de var kens, uitsluitend met graanmeel worden gevoed. De commissie ter bevordering van de varkensfokkerij in de provincie Zuid-Holland heeft daarom in 1926 een proef genolnen met de toevoeging van dierlijk eiwit in denkvorm van Liebig's vleeschmeel aan het graanmeèl, om de werking er van op den groei der varkens na te gaan. Aan het rapport van deze proef van de hand van den heer H. Roest i9 het volgende ontleend: De commissie beschikte over tien volbloed York- shire biggen uit een toom van dertien, welige op 19 Februari 1926 geboren waren uit dezelfde moeder, nl. zeug no. 30 van het Zuid-Hollandsche Groot- Yorkshire varkensstamboek. De tien biggen werden in twee groepen van vijf verdeeld. Elke groep be stond uit vier gecastreerde beertjes en uit één ge sneden zeugje. De proef begon 14 April 1926. De varkens van groep I wogen toen samen 156 pond, die van groep II 154 pond. De proefnemer, de heer H. Vermaat, te Hoogvliet, voor wiens rekening de finan- cieele uitkómsten waren, stelde het rantsoen voor groep II vast, terwijl de commissie daarnaar het rantsoen voor groep I bepaalde en wel zoodanig, dat beide rantsoenen even veel zuiver verteerbaar eiwit bevatten en de zetmeelwaarde eveneens gelijk ™»,b. Aan groep I werd vleeschmeel toegevoegd. De verhoudingsgetalleh voor de beide voedormong- sels waren:.voor groep I: 160 Kg. maismeol, 05 Kg. gerstemeel, 50 Kg. griesmeel en 9 Kg. vleeschmeel; voocr groep II: 120 Kg. maïsmeel, 7 Kg. gTiesmool en 323* Kg. gerstemeeL De hoeveelheden werden zoo genomen, omdat maismeel per 80 Kg., griesmeel per 50 Kg. en gerst per 65 Kg. wordt geleverd. Ingewik kelde mengingen worden daardoor overbodig. Toen na ongevèor drie weken de gerst sterk in prijs steeg, is op verzoek van den proefnemer het gerste meel uit het rantsoen weggelaton. Eveneens is op verzoek van den proefnemer, toen deze over voer- aardappelen beschikte, het rantsoen gowijzigd en wel op 8 September. Tot het einde van de proef hebben de aardappels een onderdeel van het rant soen uitgemaakt. Natuurlijk is bij de wijzigingen er zorg voor godragen, dat de zetmeolwaarde on de hoe veelheid zuiver verteerbaar eiwit van do rantsoenen, voor beide groepen gelijk bloven. De varkens zijn om de drie weken gewogen. De aangroei was geheel om-maal met uitzondering van periode 8 November—1 December voor groep II, toen twee varkens van die groep aan mond- en klauw zeer leden, weliswaar, ih lichten graad. De varkens van groep I wogen tezamen op 8 November 14il0 pond, terwijl die van groep II toen 1205 pond wogen. Pas op 27 December hadden de dieren van die groep een gezamenlijk gewicht van 1394 pond bereikt De varkens van groep I hebben 3319 Kg. voedsel ter waarde van f277.97 verbruikt; zijn 1256 pond aange komen, zoodat de aangroei per pond 22.15 cent Ijeeft gekost Voor groep II zijn deze cijfers respec- weg schaduw gaven, maar niet op het midden gedeelte. Daarna, maaktede weg een bocht naar Otra banda en ging verder over de rots dit uit zee oprijst Aan de Oostzijde van den weg stonden villa's op grooten afstand van elkaar en omringd door man groves en andere stevige planten, die gehard waren tegen den zeewind. Als we den koetsier laten vertellen, fluisterde Roddy. wie in elk van die huizen woont, zal hij niet op het idee komen dat hetons om iemand in het bijzonder te doen ds. Dus wedijverden zij met elkaar in bewonderende uitroepen telkens als zij' langs een vila kwamen. En de koetsier, wiens plaatselijke trots hoe langer hoe meer opgewekt werd. vertelde hen den naam van den bewoner en de geschiedenis van elk huis. Toen hij een geheel wit gepleisterd huia met groote witte pilaren, die omhoog rezen tot aan het platte dak. naderde behoefde hii geen aanmoediging meer, hij bracht met een air van gewicht de paarden tot stilstand wees met ziin zweep. Datte huls. moneera, zei hij, ia vaa Senora Rojas. Hoewel het huis zeker honderd meter van den weg afstond, sprak de neger op fluisterenden tóón. alsof hij bang was gehoord te worden. Maar er was óók iet eerbiedig» en plechtigs in zijn stem. Het is de mevrouw van Generaal Rojaa. Hij een groot Generaal i». neneers. en nou hij' in do gevange nis gezet is. President Alvarez. hij dat Generaal Ro jas in de gevangenis gezet heeft, beneden in de watesr en hij hem aan de rots gebonden heeft on de me vrouw verbannen heeft. President Alvarez hij een heel slecht man ia Elke dag om zes uur die mevrouw en de jonge dames zil' staan op die rots en bidden voor da.t Ge neraal Rojas. U wilt mij u hier laten brengen om zes uur. polste hij minzaam. om dat dames te zien bidden? t Geen sprake van! riep Roddy verontwaardigd uit Maar Peter, tactvoller, gaapte en bewoog zich on geduldig. Ik sterf gewoon van den honger, ver klaarde hii. Laten we opschieten, koetsier. Om geen vermoedens te wokken reden ze btina tot aan de buitenwijken van. Otrabanda en toen/ ver klaarde Roddy plotseling dat hij' weer terug wilde en gaan eten in Café Ducrot Waarom moeten we in een gloeiende eetzaal eten?, vroeg hij zoo luid, dat de koetsier het hooren tievelijk: 41963* Kg., f 2Ö&36, 1240 pond en 21.64 cent. (De aardappels uit het bedrijf zijn voor het meeren- deel op slechts 2 cent per K.G. berekend). Op beide groepen varkens (levend) viel van het standpunt van den slager niets aan te merken. Ge slacht waren de varkens van groep I uitmuntend, nL hard, blank en vleezig. Er was meer vleesch dan bij een normaal varken; alleen was het vleesch in wendig vettig (gemarmerd). De varkens van groep II waren eveneens uitmuntend, alleen was het vleesch mager, iets beter dan van de eerste groep. Beide groepen slachtten evenveel in, nL gemiddeld 17u8 Kg., dus normaal. Uit de proef, die buitengewoon gunstig is verloo- pen, valt op te merken, dat de dieren in groep I ge middeld per dag 11/5 pond zijn gegroeid, die uit groep II slechts bijna 1 pond. Het Liebig's vleesch meel, heeft derhalve een duidelijk snelleren groei veroorzaakt. Groep I kon dan ook 7 weken eerder worden afgeleverd dan groep II. Dit resultaat is be reikt, terwijl de kosten vrijwel dezelfde zijn. Het ge bruik van vleeschmeel is dus volgens deze proef van economische heteekenis. DE AARDKIEN CAMP A GNE IN KENNEMERLAND, Men schrijft uit Beverwijk aas de Meb Over lemkele dagen zullen da cxporfcveüingen van aardbeden wederom tm aanvang' namen. Zoo kort voor het seizoen leven de tuinders en met de tuinders alle neringdoenden van de streek Kenniemjerland in hoop en vrees en zij vra gen zdch af: „Wat zal dei oogst brengen en wat zullen de prijtoein zijn?. Die beamwoexrding vato de eerste vraag ia niet moeilijk. Het gewas staat over het algemeen goed en! het zwoele weer op enkele diagen van de vorige weck is die vruchfczobtina zeer ten £Oede gekomen. Op het oogeüblik zijn da vooruitzichten voor deö oogst gi&Qt ongunstig, wel wordt algemeen maan warmte noodig geacht. Ten aanzien' van de prijzen is moeilijk een voorspelling te wagen, hoewel da exporteurs toog tot kort voor hot seizoen gaamcw het oor te luisteren loggen bij de afnemers. Van öxx>arbeursfatijdo ddolda men ons mede» dat alge meen lotoder de Duitsohe kooplieden dfl yolgende klachten gehoord' worden, n l- dat Zij! da aardbeien van uit Beverwijk niet in vcAdoande verschen toe stand aan de markt kunnen krijgen*» doordat dfl exporteurs Gas morgens in Beverwijk met kunntf* vor Lad<m, en ook, dat roods na ieenuge dagen dfl aardbeden van de markt verdwijnen on nog ut* sluitend IZotodJar dop worden aangevoerd. Ton aanzien van die eerste kloont yerkLaarda men ons, dat de veilingen roods enkele jaren een poogI hebben genomen met hot veilen te 9 uur 's morgens» doch deze pogingen kmtonen vrijwel als mislukt worden (bosohouwa. De tuinder* wijteö de oorzaak daarvan aan de weinige vraag m daardoor lage prijzen aan die morgenveilingiaa, de vaxportoura daarentegen meemen de oorzaak aaa de® ggcinged aanvoer te taJoefcon toeschrijven. Godurende de eerahj weken van het exportseiaoen krijgen bijna olie ex porteurs op Duitschlatod telegrafische of teUtfcad- eohe aanwüziingan 's morgens meerdseca Wr gons te verladen. Do aanvoer blijkt dan öchtefl Zoo gering, dat de meeste oxporteuia, ofschoon m met do kooporders in huto Zak loopoa, xöat koopon uit vrees te Zullen blijvert zit ton mat een kalf 0e* laden wagon, waarm<*k rijf dan geen vsew won. ZM pa-'iM dato hua* orders plaat*» fa DwtSWttJoM, ZaJtbüfnmol, Nijmegen ctf elders. r Doaa kooper» mjn allee» afkmistiar mt fej h*- dusiriogobiód vrvnl Boer ftn RajW off uit Westfalen, uit de steden Essen, D^rtmuud. Gelseakijyiiea, 'Kjeulen, Dnssoldcrf, Duisburg, Muits1®* él d- vooe hen heeft iet koopön op do avendveilingen M doel omdat die aardbeien bijna een volk» dag moeten blijven staan, alvorens aii tesa vjerkoop kua- men worden aangeboden. Ook mans blókt, dat dfl kooplust onder de Duitsohe cliënten voldoemda as»- wezig is, docih algemeen is de vraag oi dss vootr middags kan wonden verladiesi. moest. als we het onder sinaasappelboomflii 1 non doen? Petor stemde toe. maar schijnbaar met w*daig enthousiasme. Doe maar, waar jij zin in hebt, zei hij. Voor mijn part mag je onder welken boom je wilt eton, desnoods onder een galg. Voor den tweeden keer reden ze langs Casa tanca, en hun oogen namen het van onder tot boven, al schenen ze geheel vervuld met de samenstelling van een uitgebreid menu. Nu de koetsier hen niet zag, konden zij de gesteldheid van de ingangen, van de door ijzeren staven beschermde ramen en wan het terras van zwart en wit marmer opnemen. Ze merk ten den vleugel op, die gebruikt werd als stal voor de rijtuigen en paarden en wat van .meer belang was, zij zagen dat een leuning over den rand van den rots naar beneden liep, waar waarschijnlijk een aanleg steiger was. Roddy greep opeens Peter's pols; met de andere maakte hij een wijzende beweging. Door een smalle opening in een boschje, dat op een kleinen afstand van het huis stond, ontdekte Peter een tennisveld. Roddy trok zijn wenkbrauwen veelbeteekenend op. Hij glimlachte vroolijk en triomfantelijk- Hetgeen schijnt te bewijzen, merkte bij raadsel achtig op, dat zekere personen uit het tooneel stuk noch oud, noch gebrekkig zijn! Die gevolgtrekking gaf hem zooveel voldoening, dat hij nog zat te glimlachen, toen ze bij het café Du crot stilhielden. In het uurtje dat verloopen was, se dert ze den tuin van het restaurant verlaten hadden, had daar een verbazingwekkende verandering plaats gehad. iHet sinaasappelboschje lag daar niet langer in stille sluimering. De kellners lagen niet meer te slapen naast de tafeltjes. Aan het hek, dat de tuin van den weg scheidde, stonden een half dozijn vu rige zwaargezadelde ponny's vastgebonden en nog even zoo veel stonden er gespannen voor landauers en dogcars en brieschtcn, hinnikten, rammelden met hun tuigen en stampten gaten in den weg. Achter het gebladerte van de sinaasappelbomen kon men de stem van den maitre d' hotel hooren en in de keuken stond de dikke chef bevelen t.o snauwen. Do kiezelsteenen op do paden knarsten onder de haastige voeten van de kellners. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 1