Naar het verbanningsoord der
Communisten op Nieuw-Guinea.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
t R8Q
noo
a be
e pre
aarn
en.
inani
stam
erant
e zijl
d. Ni
i ei
naai
Van de 320 leeraren, die voor het corrfgeeren van
het schriftelijk werk zijn aangewezen, nemen er 225
aan de staking deel.
DE PINEDO'S PLANNEN.
Markies de Pinedo heeft meegedeeld, dat hij met
de Santa Maria II, het toestel waarmee hij*zijn terug
reis van Amerika gemaakt heeft (de Santa Maria I
was daar buiten zijn toedoen verbrand), alle steden
van Italië zal afreizen. Hij zal eerst neerstrijken op
het Gardameer, waar hij d'Annunzio een bezoek zal
brengen. Vervolgens gaat hij naar Sesto aan het Lago
Maggiore, naar Milaan, Turijn enz. Zijn toestel heeft
niet de minste reparatie noodig. De Pinedo acht het
't beste watervliegtuig ter wereld.
INBRAAK.
In den nacht van Zondag op Maandag is Inbraak
aai gepleegd, in een sigarenfabriek in de Senefelderstraat
te Berlijn, waarbij de dieven voor 50.000 mark siga
ren buit maakten. De dieven zijn zeer kalm te werk
gegaan, en hebben eerst „proef gerookt" voor ze de
beste soorten ingepakt en meegenomen hebben.
EUROPA—AMERIKA.
i Zijn tot nog toe alle vliegtochtan over d«n At-
I Xantisohen Oceaan van Amerika naar Europa ge
daan, hetgeen met het oog op de heersphenae win
den boven den Oceaan (Zuid-West) uit den aard
der zaak een veel minder moeilijke taak is dan
van Europa naar Amerika, bestaat op heb oogen-
rkest^ blik tooh het plan, om den Atlantisohen Oceaan in
deze richting over te steken en wel van Engeland
k. naar New York. £>e stoutmoedige vlieger, die dit
waagstuk durft uitvoeren is dg Engelschman, ka-
ven pitem F. T. Courtney. Hij «al eveneens weer per
vliegtuig terugkeeren.
HÏÏ volgt de door Lindbeirgh en Chamberlin ge
volgde route, doch hgfc is niet zijn bedoeling oen
non stop vlucht EngelandNew York te maken
In de haven van Netw Foundland zal gedaald wor
den om benzine in t« nemen, waarna da tocht naar
New York wordt voortgezet. vr
De (machine is uitgerust met twee Napier-Inca*
motoren en een draadlooze installatie, die een af
stand van bijna duizend kilometer zal kunnen be-
I^apiitein Courtney wordt vergezeld door dien
vlieger-luitenant Downer, die als verkenner run
geert, terwijl ook ingenieur Little den tocht zal
meemaken1
De „Prager Presse" meldt, dat kapitein Mal-
kofsldi' (en luitenant Ploviki van plan zijn oen
vlucht van Praag naar New York en terug te on
dernemen, ten einde den Eookefellerprijs te verwer-
1 ven. De vlucht zou in Augustus worden onderno
men, en naar het blad meldt, «ij® de veraisohte fir
nanciën reeds bijeen..
VERGIFTIGD DOOR ZIJN VROUW.
Een 36-jarigen metaalslijper te Berlijn is in zijn
woning dood gevonden. Hij scheen aan gasvergifti
ging te zijn overleden. Thans is zijn vrouw gearres
teerd. onder verdenking dat zij haar man vergiftigd
heeft en het heeft doen voorkomen, alsof vergifti
ging heeft plaats gevonden*
ARSENAAL AFGEBRAND.
Het arsenaal van het 4e regiment der Vereenigde
Staten te ersey City is bijna geheel door brand ver
woest. De schade wordt geschat op één mlllioen dol
lars. Men gelooft, dat 40.000 kartetsen ontploft zijn.
Do omtrek was blootgesteld aan een kogelregen, maar
het schijnt, dat er niemand gewond is.
EEN EENZAME ZWERVER OP ZEE.
Gisteren is te Plymouth de 63-jarige Thomas Drake
met zijn schoenertje aangekomen. Hij was den 17en
April uit Charleston, in Zuid-Cardina, vertrokken en
heeft de reis van ruim 6000 mijlen zonder eenig ge
zelschap volbracht in zijn acht ton metende schoener
tje Pilgrim. Het scheepje is 35 voet lang en 11 voet
breed en voert de Amerikaansche vlag. Drake is een
Engelschman uit Kent, die zich in Amerika heeft
laten naturaliseeren, en heeft vele jaren op zee ge
zworven. Den 25sten Mei bevond hij zich in de buurt
van de Azoren, maar hij kon wegens storm er niet
bij den wal komen. Daarop besloot hij naar Plymouth
koers te zetten. Een groote passagiersboot, die den
indruk kreeg, dat het scheepje verlaten was, is het
dicht genaderd, maar ontdekte toen Drake op het
dek.
Bij zijn aankomst had hij nog volop levensmidde
len en water.
EENIGE INTERESSANTE CIJFERS.
Het aantal automobielen is in alle landen der we
reld gedurende de laatste jaren belangrijk toegeno
men. Het Amerikaansche blad „Automotive Indu
stries" publiceert hieromtrent ieder jaar belangrijke
en interessante cijfers, waaraan de Wereldkroniek
hot volgende heeft onlteend. En hieruit blijkt, dat
op 1 Januari M927 op de geheele aarde 27.507.967
auto's waren, hierbij zoowel personenauto's als aan-,
hangwagens en autobussen gerekend. Dit aantal is
3.055.400 of '12.5 pet. hooger dan in begin 1926, toen
het 24.452.267 bedroeg. Begin 1924, 1925 en 1926 be
droeg de toename van het aantal auto's der wereld
in vergelijking met het vorig jaar resp. 23 pCt., 17,2
pCt. on 14.5 pCt., zoodat dus de totale toename voor
alle landen te zamen geringer wordt. Dit is hoofd
zakelijk toe te schrijven aan de geleidelijke verza
diging van de Ver. Staten van Noord-Amerika, die
tot dusverre steeds de grootste afnemer van automo
bielen was en waar begin 1927 liet aantal auto's niet
minder dan 22.046.957 bedroeg. Terwijl in 1924 de
toename van het aantal auto's in de Ver. Staten in
vergelijking met het voorafgaande jaar nog 15,8 pet-
bedroeg, is in 1925 dit percentage tot 12.7 en in 1926
zelfs tot '11 pet gedaald. In alle andere landen te
zamen bedroeg de toename in begin 1925 in verge
lijking met begin 1924, 20 pct.„ in 1926 in vergelij
king met het vorig jaar zelfs 26.8 pet.; begin 1927 is
deze toename tot 185 pet.' gedaald, In totaal bedroeg
de toename in alle landen behalve de Ver. Staten
5.461.010 stuks, tegen 4.608.331 in begin 1926 t.o.v. be
gin 1925.
Zooals uit deze cijfers blijkt 'bezitten de- Ver. Sta
ten dus thans evenals in 1926 ongeveer vier vijfde
van £et aantal automobielen der wereld, tegen vijf
zesde in begin 1925.
Buiten de Ver. Staten zijn de automobielen op de
volgende wijze verdeeld:
1927 1926 Toen. in
3.102.716 2.668.558 16,3 (26.2)
Wat hst aantal auto's ln de verschillende landen
betreft, dit is in de Ver. Staten en Groot-Brittannië
het grootst en bedraagt hier 984.368, dan volgt
Frankrijk met 901.000(, Canada met 820.222 en hier
op' daalt het aantal plotseling tot 361.602 in Austra
lië. In Dultschland bedraagt het 318.800, in Italië
150.000, België 130.000, Zweden 99.200, Spanje 85.000,
Zuid-Afrika 81.000 en Holland staat in deze statis
tiek voor 65.000 genoteerd. Dit aantal is grooter dan
de opgegeven cijfers voor Denemarken 63.170, Zwit
serland 51.560 en Ned. Oost-Indië 48.800. Als inte
ressante cijfers van den zeer uitvoerigen staat wordt
nog verder vermeld het geringe- aantal van slechts
7000 voor Rusland, 770 voor Britsch West-Indië en
675 voor Hollandsch West-Indië.
De onderverdeeling in personenauto's, vrachtauto's
en autobussen geeft in deze statistiek voor Holland
41.000, 20.000 en 4000 op, voor Nederl. Oost-Indië
43.000 en 5800. Rusland is het eenige land waar het
aantal vrachtauto's grooter is dan het aantal per
sonenauto's, nl. 4400 tegen 2600.
Het aantal motorrijwielen is het grootst in Euro
pa. Over de geheele wereld bedroeg dit aantal eind
1926 1.520.829, welk aantal als volgt over de wereld-
deelen verspreid was:
Einde 1926 Einde 1925
Amerika (incl. Ver. Staten)
Australië
Azië
Afrika
Europa
147.311
32.690
57.703
48.031
4.235.C94
157.123
91.770
4-1.446
37.016
1.129.313
Een vermindering van het aantal motorrijwielen
in Australië met bijna 60.000 stuks lijkt wel zeer on
waarschijnlijk dit cijfer wijst er alleen op,
dat ook deze statistiek met het noodige voorbehoud
moet worden aanvaard.
Europa
Amerika, zonder
de Ver. Staten
Australië
Azië
Afrika
1.364.595 1.137.293 20,0 (23,0)
517.856 423290 22,4 (46,51
259.477 240.653 22,8 (30,7)
180.366 138.531 30,2 (36,99
Evenals in 1926 en 1925 staat in 1927 na de Ver.
Staten Europa aan de spits, hoewel de toename in
de andere werelddeelen percentsgewijze grooter is.
De sterkste toename in pet. vertoont niet meer
Australië, maar evenals in 1924 Afrika.
Zeer interessant is de wijziging in de verhouding
tusschen het aantal personenauto's eenerzijds en
het aantal vrachtauto's en autobussen anderzijds.
Deze verhouding was in het begin van de laatste
jaren de volgende:
1927
25:1
4,4:1
5,0:1
Europa
Azië
Afrika
Amerika behalve
de Ver. Staten
Australië
Ver. Staten
7,01
4,7:1
6,7:1
1926
2,7:1
4,3:1
6,7:1
65:1
6,4:1
75,11
1925
2,2
8,0:-
8,0:1
10,01
8,0:1
7,1:1
Men ziet hieruit, dat in het algemeen het aantal
autobussen en vrachtauto'» ten opzichte van het
aantal personenwagens geleidelijk toeneemt; in
u aantal «ware bedrijfsauto'» naar Ter-
houding het grootst.
Een vaart door da tropische wildernissen.
Toen de Nederlandsch-Indische regeering geloofde
alle groote en kleine inlandsche communistenleiders
in haar macht te hebben, die gedurende het laatste
half jaar oproer en onrust in Nederlandsch-Indië ge
sticht hadden, besloot men, het heele gezelschap naar
een ver afgelegen plaats te sturen, waarvoor men
uitkoos Degoel op Nieuw-Guinea. Deze mas^a-
deportatie was reeds enkele maanden van tevoren
voorbereid.
Ofschoon de afvaart van het „communistenschip"
vanaf Ambon streng geheim gehouden was, was de
bevolking van het kleine plaatsje natuurlijk volko
men op de hoogte van dag en uur van vertrek. Op
dat oogenblik had zich dan ook een heele menigte
verzameld om toe te zien hoe de communisten aan
boord gebracht werden. Een scherp toezicht hield de
nieuwsgierigen echter op een behoorlijken afstand.
Juist wanneer de zon achter de hoogten verdwijnen
wil, die de met palmen begroeide Am bonbocht in
het Westen begrenzen, glijdt het schoone, witgeschil
derde regeeringsschip „Fomalhout" langzaam de ha
ven uit Wie het niet wist, zou gedacht hebben, dat
het een passagiersschip met touristen aan boord was,
die een rondvaart gingen maken op de Indische wa
teren. Aan boord echter valt al dadelijk het vreem
de op, die het doel van den tocht kenmerkt De com
munisten zijn op het voordek ondergebracht, het
meest koele en aangenaamste deel van het schip;
maar de verbinding tusschen hun tijdelijke verblijf
plaats en de overige deelen van het schip is streng
door gewapende soldaten versperd.
De verbanning der oproerlingen moet niet zoozeer
een gevangennname beteekenen dan wel een afzonde-
rings-kolonie; daarom mochten ook zij, die dat
wenschten, vrouwen en kinderen meenemen. Een
?root aantal hebben hiervan gebruik gemaakt en aan
ooord van de „Fomalhout" bevinden zich buiten de
ongeveer 50 communisten 30 van hun .vrouwen en
kinderen. Bovendien zijn er nog ongeveer 75 vrouwen
van inlandsche soldaten met even zooveel van hun
bruine kinderen aan boord. Zij zullen behooren tot
de militaire verdediging, die ter bewaking van het
verbanningsoord is opgericht Reeds enkele maanden
zijn de soldaten in Degoel bezig geweest, voorberei
dingen te treffen om de nieuwe bewoners te ontvan
gen.
Het regeeringsschip, anders hoofdzakelijk voor, de
inspectiereizen van hoogere ambtenaren bestemd, is
uit den aard der zaak niet voor het vervoer van pas
sagiers ingericht Ieder hoekje van de beide dekken
is bezet Elke familie heeft haar gevlochten matje,
waarop zij huist Hierop slaapt men, eet men, ont
vangt men bezoeken van de buren, zit men uren
lang te praten en te lachen, opgewekt en zonder zor
gen. Gelukkigerwijze is de zee gedurende de heele
vaart zoo glad als een spiegel.
De soldatenfamilies hebben hun heele hebben en
houden bij zich, groote bananenkorvear, kippen en ha
nen, welke laatsten bij het grauwen van den mor
gen beginnen te kraaien, zoodat het over het heele
dek en leven is van belang, kaketoe's en papagaaien,
die fluiten en gillen, daarbij het tumult van een
zwerm kleine dikbuikige aoldatenkindertjes, die af
en toe op hardhandige wij^e door hun moeders wor
den afgestraft Alle deelen van Nederlandsch-Indië
zijn onder deze soldatenvrouwen vertegenwoordigd:
Java, Noord-Celebes, de Mol ukken; maar bijna al
len dragen de mooie sarongs, kabaja's en de kleine,
bonte, Javaansche jakjes met de nauwe armsgaten.
Eenigen onder hen zijn nog zeer jong en schoon.
Overal, waar een spijker uitsteekt of een haak zit
hangen geweren, patroontasschen. revolvers, kle
dingstukken. huisraad en gitaars. De leiding berust
bij een overtse. een kapitein, een luitenant en twee
sergeants. De verbannenen schijnen hun noodlot met
echt Oostersch fatalisme op te nemen. Er zijn ver
schillende typen onder hen. Sommige zeer onaange
name uiterlijken met trotsche uitdrukking, andere
met intelligente, beschaafde en zeer sympathieke ge
laatstrekken; vele zien er zoo fatsoenlijk uit. dat
men zich afvraagt, hoe het mogelijk heeft kunnen
zijn. dat zij in zoo'n gevaarlijke zaak zijn gemengd.
Men kan het hen aanzien, dat zij. tot de aanvoerders
behoord hebben. Geen van hen laat merken, dat hij
gebukt gaat onder de gedachte, misschien een lange
reeks van jaren van de wereld afgesloten, in de
binnenlanden van Nieuw-^Guinea te moeten doorbren
gen. ofschoon zij er geen idéé van hebben, onder
welke bepalingen ze daar zullen moeten leven en
welke behandelingen ze daar zullen moeten leven
en welke behandeling ze hebben te verwachten, Eén
communist, die er als een Chinees uitziet en een
beschaafd uiterlijk heeft, is vroeger leeraar geweest.
Wat hij in het verbanningsoord zal uitvoeren, is nog
een raadsel. Toch zou hij. ook wanneer hem dit in
het vooruitzicht gesteld zou zijn .zijn overtuiging als
aanhanger van het communisme hebben nagestreefd,
omdat hij niet-anders kon.
D!e communisten hebben zich evenals de soldaten,
op het tussehendek op stroomatten ingericht: zij
zitten in kleine groepen tezamen, eenige spelen
kaart, een klein geïmproviseerd orkest van gitaars
en mandolines verkort den tijd. behalve eenige Ja
vaansche melodieën geven ze ook de meer moderne
Europeesche muziek, als ..Valencia" enz. Het geheel
herinnert overigens meer aan een familiedagje dan
aan een verbanning van gevaarlijke communistische
leiders naar een strafkolonie.
Na een vaart van drie dagen, het eene oogenblik
onder een verzengende zon en dan weer onder een
echt tropische regenbui, die zijn watermassa's over
het dek uitstort, is het schip aan de monding van de
machtige rivier op Nieuw-Guinea de Degoel. aan
gekomen, Reeds veruit in zee voor de monding is het
aan het geelachtige water merkbaar. De hoofdstroom
die door een breeden gordel van modderpoelen en
moerassen in een delta-labyrint van eilanden en ri
vierarmen uitmondt, i» hier ongeveer 10 kilometer
breed. Ongeveer 500 kilometers opwaarts of drie dag-
riezen verder ligt het verbanningsoordl* „de verbo
den stad", zooals zij daar genoemd wondt, omdat
geen enkele onbevoegde er in mag doordringen, het
geen bij de strenge bewaking ook moeilijk zou gaan.
Haar eigenlijke naam isTanemera. maar gewoon
lijk spreken de Hollanders van de verbanning naar
Degoel, waarmee ze het gansche gebied van den
grooten stroom aanduiden.
Na aankomst voor de monding werd geankerd,
waarna den volgenden morgen de vaart stroom
opwaarts begon. Krachtig werd voorwaarts ge
stoomd tegen den sterken gelen stroom op. die soms
met een snelheid van vijf Engelsche mijlen per uur
naar zee stroomt beide oevers zijn door een bijna
ondoordringbare groene wildernis bedekt en door
boaschen en jungles met talrijke groote. zwaro hoo
rnen ertusschen. die hun kronen ver uitbreiden.
Overal onder de laagafhangende takken en de dicht
op en in elkaar gegroeide slingerplanten kronkelt en
draait het water van de rivier. Het is. alsof de gan
sche groene gordel, die de rivier insluit, op het water
zwenkt en schommelt. Hoe verder het schip de ri
vier opkomt, des te dichter, naderen de beide, oevers
elkaar. Een zeldzame, bijna geheimzinnige stilte
beerscht hier. Slechts hier en daar de schreeuw van
een vogel of de snaterende roep van een zwerm ka
ketoe's. die door de zwarte rookwolken uit de
schoorsteenen van het schip worden opgeschrikt,
wanneer deze over de toppen der boomen wegdrijven.
Nooit een enkele visch. die eenige beweging brengt
in den zonnehelderen waterspiegel. Groote. zware
boomstammen komen met den stroom aandrijven en
vooral 's nachts, wanneer het schip voor anker ligt,
dreunt het tegen de boorden van het schip, of schu
ren ze langs de kiel.
Behalve eenige kano's met papoea's die het schip
aan de monding ontmoet had. werd er gedurende
twee dagen geen menschelijk wezen gezien. Hier
en daar aan den oever duiken nog wel enkele kleine
ontginningen op. met twee of drie verlaten praal-
woningen van papoea's erop. Nog voor enkele maan
den terug werden ze bewoond, doch ze werden ver
laten. omdat een sterkere en krijgslustige papoea-
stam van de naastliggende rivier door de wilder
nissen en de moerassen tot aan den Degoel door
drong. Uit vrees, overvallen te worden en het hoofd
te verliezen. in deze omgeving zijn de inboorlin
gen altijd nog koppensnellers zijn de bewo
ners ver in den omtrek landwaarts getrokken.
Sommige oogenblikken gaat het schip dicht langs
de oevers, maar overigens is het uur voor uur en
dag voor dag hetzelfde eentonige, groene, ondoor
zichtige voorhangsel, dat aan de opvarenden voorbij
glijdt. De eenige afwisseling brengen de reusachtige,
vlammend roode en gele bloemen, en de bossen
orchideeën, die hier boven op de kruinen der boo
men groeien.
De avond van den tweeden dag is het heldere
maneschijn, zoodat de vaart tot middernacht wordt
voortgezet; op andere avonden had het anker reeds
bij zonsondergang uitgeworpen moeten worden. De
rivier is wel is waar diep genoeg, maar verschil
lende hindernissen en 9cherpe bochten maken het
varen in de duisternis toch vrij moeilijk. Bij het
schijnsel van de maan nemen de oude, krom ge
groeide, machtige boomen op de oevers, zeldzaam
grillige vormen aan; zij gelijken vreesaanjagende
berggeesten, die hun armen dreigend naar het
schip uitstreken, dat naar het schijnt, gekomen is.
om hun eeuwige rust en vrede te verstoren. Toen er
namelijk van het verbanningsoord nog geen sprake
was, kwam bet maar zeer, zeer zelden voor, dat een
stoomboot.den Degoel bevoer.
Toen de opvarenden dien avond op het achterdek
bijeen zaten en de verfrisschende koelte na een
brandend beeten dag met volle teugen genoten,
klonk hun eensklaps een lange klagende schreeuw
van den donkeren oever tegen; het klonk als van een
dier, dat lang en doordringend brulde en builde.
In werkelijkheid was het echter een mensch,
die een teeken liet hooren een enkele papoea
die de zeldzame verschijning van de „reuzenkano"
had waargenomen, door vele groote lampen verlicht,
langzaam den stroom op voortglijdende. En dan
huilt hij het schip een groet of een vloek na, totdat
zich het geluid in de verte verliest.
Den morgen van den derden dag wordt de Neder-
landsche politiepost Assike gepasseerd. Een van die
afgelegen posten, waar de menschcn aan koorts en
aangegrepen door de eenzaamheid sterven, wanneer
z(j zich niet uit melancholie dooddrinken. Dit oord
biedt niets anders dan een huis met zinken dak
voor den chef en een kerkhof( dat reeds 23
graven bevat. Dat beteekent een groot verlies aan
menscbenlevens op een bezetting van 40 man in den
loop van 2Ya jaar. Alle aan tropenziekten
gestorven.
Nochtans wordt de post niet verlaten gevonden.
Vanaf den oever wordt signaal gegeven en 'kort
daarop brengt de sloep van het schip een Europeaan
en zes inlandsche soldaten aan boord. Het is een
oude, gemoedelijke, met grijze baard en verbrande
huid, Nederlandsche sergeant. Hij moet van hier
uit dwars door het land naar een andere post met
zijn patrouille en dertig papoea's als lastdragers.
De laatsten waren echter weggeloopen, zoodat hij
naar Assike was teruggekeerd en geduldig was blij
ven zitten, in de hoop, dat een schip op weg naar
het verbanningsoord, hem zou meenemen. De laatste
vijftien dagen hadden ze van sago en rolmops
moeten leven. Ondanks al deze ontberingen was dè
oude gediende nog in de beste stemming en vertelde,
terwijl hij zich inmiddels te goed deed aan een
goede rijsttafel en een fleschje ijskoud kloosterbier,
van zijn ondervindingen in de onveilige oorden van
Nieuw-Guinea.
Kort daarop komt het schip langs een kleine ne
derzetting van papoea's, welks bewoners dezelfde
karakteristieke schreeuwen geven, die ook den avond
van te voren gehoord waren; maar nu komen ze
voor den dag en wenken met bogen en pijlen en
paradijsveeren, die ze verkoopen willen. De commu
nisten op het voordek huilen tot hen op denzelfden
toonaard terug en geven wenken en schijnen
zichtbaar getroffen biji het zien, dat het land, waar
heen men hen stuurt toch niet geheel en al onbe
woond is.
Tegen zonsondergang laat de „Fomalhout" bet an
ker vallen, waarmee tegelijkertijd bet einddoel van
de reis bereikt is. Een paar honderd meter vooruit
is een hoogte zichtbaar, waar in de wildernis eenige
orde geschapen is en waarvan de rook der bivak
vuren en uit de schoorsteenen der soldatenbarak
ken over de rivier trekt. De landingsplaats .aan den
oever met de geheele, daarachter gelegen ontgonnen
wildernis liggen daar, stralend belicht, door het
rood van de ondergaande zon. De communisten han
gen allen over de reeling en staren zwijgend, maar
met groote nieuwsgierigheid naar het land, dat hun
aanstaande woonplaats zal worden.
Spoedig daarop zijn drie groote motorbooten bezig,
de soldatenvrouwen met hun kinderen, hun huisraad
en al wat ze meer mogen bezitten, aan land te zetten
een is er zelfs zoo naïef geweest om zijn fiets mee
te nemen. In de dichtbezette booten heerscht opge
wektheid en vroolijkheid. Levendige uitroepen
welkomsgroeten schallen door de lucht en worden
beantwoord door de soldaten op den over, die onge
duldig op de landing staan te wachten.
Doch over de schaar bannelingen, die over
een pa,ar uur, nadat de duisternis is ingetreden, van
de Formalhout aan land gezet zullen worden, ligt
een anderestemming. Een sterk zoeklicht werpt
haar scherp licht over de trap van het schip, waar
langs de bannelingen naar de booten, voorzichtig
voor zich uit tastende, afdalen. De vrouwen die alle
de Javaansche kleederdracht dragen, zien er wat ang
stig en verschrikt uit: een is er die met haar zakdoek
voor haar oogen tracht te verbergen, dat ze weent.
De mannen daarentegen verraden ge en erft 1 ge
moedsstemming. Naar ouder gewoonte zijn er enkele
onder hen die onbewust een dirigeerenden toon aan
slaan on de leiding op zich nemen. De rest is zwijg
zaam cn neemt de toestand met kalmte op, zich
schikkende in het noodlot, dat hen zoo vlug achter
haalde. Een andere tegenstelling met hun vrouwen
is,4fat de mannen bijna allemaal Europeesch ge
kleed zijn; doch in hunne elegante stadsche costuums,
hun slappe vilthoeden of stroohoeden o.p en de Eu
ropeesche schoenen vormen zij een zeldzaam contrast
met de groene khaki-uniformen der soldaten en hun
officieren. Zooals ze daar opeengedrongen in de boo
ten zitten, met hun bundeltjes en pakjes, enkele met
sierlijke leeren tasschen en koffers, nog enkele met
paraplu en een bundeltje boeken, geven ze niet den
indruk dat ze in de toekomst een streng kolonisten
leven zullen beginnen, een dwang-kolonisatie, zooals
men het noemt, op zeer primitieven voet, in een ge
deelte ontgonnen wildernis, mijlen ver weg van de
bewoonde wereld.
De Hollanders staan over de reeling gebogen en
slaan met flegmatieke rust de ontscheping gade. Voor
hen is de zaak klaar en duidelijk. „Die menschen
daar zijn bereid, in een oogenblik, waarin ze de macht
in handen hebben, ons en onze vrouwen en kinderen
door het gepeupel te laten neersteken. Zij krijgen
slechts hun welverdiende, misschien zelfs nog al te
milde straf."
„Los de touwenI" wordt er gecommandeerd en de
motorboot met nog een zwaarbeladen boot op sleep
touw, verwijderd zich van het schip in de dichte
duisternis in de richting van het kleine lichtpuntje,
dat de landingsplaats aangeeft.
Een oogenblik heerscht er een ernstige, eenlg9-
zins gedrukt twijgen onder de toeschouwers bij de
reeling. Alleen het takken van den motor in het don
ker is hoorbaar verder en verder —Dan is alles
voorbij.
De communisténkolonie in Degoel heeft haar
eerste bev/oners ingehaald en morgeti keert de „Fo
malhout" weer terug naar de monding van de rivier
en dan over zee, om de volgende zending bannelingen
in te schepen en op dezelfde wijze naar hun gedwon
gen woonplaats te vervoeren.
Zitting van Dinsdag 21 Juni 1927.
Nieuwe zaken.
DEMENTRA PAROCLYTICA OF SCABIëS?
Als eerste verdachte verscheen voor de voltallige
rechtbank Jac. Job. St., wonende te Amsterdam en
thans gedetineerd alhier. Het betreft een voortge
zette zaak tegen dit jong mensch, .dat zich te Alk
maar in Februari had schuldig gemaakt aan op
lichting van f 6.50 ten nadeele van een winkelierster
in suikerwerken, terwijl hij zich voorts wederrechte
lijk heeft toegeëigend een rijwiel.
De verdachte wordt ambtshalve verdedigd door
Mr. Sojienkeveld.
Jac. Joh. S., die reeds meermalen ter zake vermo
gensdelicten, o.m. verduistering van een postwis
sel, werd veroordeeld, beweert, evenals bij de vo
rige behandeling, dat hij het rijwiel heeft gekocht
van een hem onbekend persoon, voor f 8.
Hiji beweert ook, aan een ziekte te lijden, die <Le
oorzaak is van zijn kleptomanische handelingen,
doch deze veronderstelling is door deskundige zijde
niet bevestigd.
Aangezien deze zaak reeds vroeger in extenso
werd behandeld, behoeven wij niet in herhalingen te
treden en meenen we te kunnen volstaan met de
mededeeling, dat de Officier c.q. mr. Van Loockeren
Campagne 8 maanden eischte, terwijl mr. Schenke-
veld van meening was, dat met betrekking tot den
diefstal 'het wettig bewijs niet is geleverd en voor
dit feit zal moeten worden vrijgesproken. Wat aan
belangt de oplichting acht pleiter de 4 maanden, die
verdachte in preventief heeft doorgebracht, vol
doende. Het'is de wensch echter van verdachte zelf
onder toezicht te mogen worden gesteld. Verdediger
stelt dus voor, hem nog één kans te willen geven.
Volgt nog het niet te vermijden debat tusschen Of
ficier en verdediger over juridische interpretaties.
LICHAMELIJK LETSEL DOOR SCHULD.
De 46-jarige 'koopman Joh. Petr. de K. uit Me-
demblik staat terecht ter zake dat hij op 12 Februa
ri op bet Keern onder Bèrkhout een bocht met zijn
4 wieier motorrijtuig te snel heeft genomen, tenge
volge waarvan de auto is gaan slingeren en hij, na
eerst tegen een hekpaal te zijn aangebotst, den ar
beider P. de Boer, die zich op zijn rijwiel voortbe
woog, heeft aangereden. Tengevolge van die aanrij
ding is de Boer komen te vallen en zoodanig ge
kwetst, dat hij in een ziekeninrichting ter verpleging
moest worden opgenomen. Hij heeft daar 3 weken
doorgebracht en is tot op heden nog steeds invalide,
zoodat hij niet in staat is zijn gewone werkzaamhe
den te hervattten.
Verdachte wordt in rechten bijgestaan door Mr.
van Loockeren Campagne.
In deze zaak worden 6 getuigen gehoord. 'De opinie
van verschillende van die getuigen is, dat verdachte
op dat gevaarlijke punt, terwijl de weg glibberig was
en bovendien een aangespannen voertuig rechts
van den weg stond, te hard heeft gereden.
Het waarnemen van het getuigenverhoor wordt
heden ten zeerste bemoeilijkt door cokes binnen
brengende mannen, pratende loodgieters of dakwer
kers en ronkende vliegtuigen.
De Officier acht in een omstandig repuisitoir de
schuld van, verdachte bewezen en vordert f 100 boete
of 50 dagen.
Mr. van Loockeren Campagne Junior ontkent ech
ter de schuld en bestrijdt verschillende punten in
de dagvaarding genoemd. Voort^ releveert verdedi
ger dat verdachte gunstig bekend staat en als kalm
en voorzichtig autorijder. De wagen is geslibt en met
den achterkant tegen een hekpaal aangekomen,
waardoor de bestuurder een oogenblik de macht over
het stuur verloor. Dit is de oorzaak van bet ongeval.
Pleiter concludeert vrijspraak.
MISHANDELING.
De 31-jarige te Schiedam geboren en te Heiloo wo
nende pianoreparateur, Gerard S., staat terecht odq-
dat hij op 19 April den 67-jarigen tuinman Jan Bak
ker aldaar heeft mishandeld door hem op den grond
te werpen en te slaan. Bakker -vervoegde zich bij
verdachte, teneinde achterstallige huur te vorderen.
Volgens getuige heeft verdachte hem gesommeerd
het liuurboekje ai te schrijven, of anders zou hij ge
tuige vermoorden. Toen Bakker dit weigerde is hij
door verdachte en diens vrouw op den grond ge
worpen en hebben zij bem samen geprest om huur
schuld op boekje af te schrijven.
Verdachte geeft van het gebeurde een andere le
zing, doch erkent in hoofdzaak de mishandeling. Het
is in drift gebeurd.
Eisch voor dit naar de meening van het O.M. zeer
ernstige feit, 4 maanden gevangenisstraf.
i
MISDRIJF ART. WETBOEK VAN STRAF
RECHT.
Voor dit feit staat met gesloten deuren terecht de
27-jarige landbouwer Mijndert H. te Medemblik.
Verdediger mr. Jos. Jitta.
Daarop volgt nog een zaak met gesloten deuren
uit Nibbixwoud, contra den 59-jarigen A. H. aldaar,
in welke zaak als toegevoegd verdediger optreedt
mr. Veitman te Helder.
Hierna sluiting.
Uitspraak in alle behandelde zaken a.s. week.