Naar het verbanningsoord der Communisten op Nieuw-Guinea. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. t R8Q noo a be e pre aarn en. inani stam erant e zijl d. Ni i ei naai Van de 320 leeraren, die voor het corrfgeeren van het schriftelijk werk zijn aangewezen, nemen er 225 aan de staking deel. DE PINEDO'S PLANNEN. Markies de Pinedo heeft meegedeeld, dat hij met de Santa Maria II, het toestel waarmee hij*zijn terug reis van Amerika gemaakt heeft (de Santa Maria I was daar buiten zijn toedoen verbrand), alle steden van Italië zal afreizen. Hij zal eerst neerstrijken op het Gardameer, waar hij d'Annunzio een bezoek zal brengen. Vervolgens gaat hij naar Sesto aan het Lago Maggiore, naar Milaan, Turijn enz. Zijn toestel heeft niet de minste reparatie noodig. De Pinedo acht het 't beste watervliegtuig ter wereld. INBRAAK. In den nacht van Zondag op Maandag is Inbraak aai gepleegd, in een sigarenfabriek in de Senefelderstraat te Berlijn, waarbij de dieven voor 50.000 mark siga ren buit maakten. De dieven zijn zeer kalm te werk gegaan, en hebben eerst „proef gerookt" voor ze de beste soorten ingepakt en meegenomen hebben. EUROPA—AMERIKA. i Zijn tot nog toe alle vliegtochtan over d«n At- I Xantisohen Oceaan van Amerika naar Europa ge daan, hetgeen met het oog op de heersphenae win den boven den Oceaan (Zuid-West) uit den aard der zaak een veel minder moeilijke taak is dan van Europa naar Amerika, bestaat op heb oogen- rkest^ blik tooh het plan, om den Atlantisohen Oceaan in deze richting over te steken en wel van Engeland k. naar New York. £>e stoutmoedige vlieger, die dit waagstuk durft uitvoeren is dg Engelschman, ka- ven pitem F. T. Courtney. Hij «al eveneens weer per vliegtuig terugkeeren. HÏÏ volgt de door Lindbeirgh en Chamberlin ge volgde route, doch hgfc is niet zijn bedoeling oen non stop vlucht EngelandNew York te maken In de haven van Netw Foundland zal gedaald wor den om benzine in t« nemen, waarna da tocht naar New York wordt voortgezet. vr De (machine is uitgerust met twee Napier-Inca* motoren en een draadlooze installatie, die een af stand van bijna duizend kilometer zal kunnen be- I^apiitein Courtney wordt vergezeld door dien vlieger-luitenant Downer, die als verkenner run geert, terwijl ook ingenieur Little den tocht zal meemaken1 De „Prager Presse" meldt, dat kapitein Mal- kofsldi' (en luitenant Ploviki van plan zijn oen vlucht van Praag naar New York en terug te on dernemen, ten einde den Eookefellerprijs te verwer- 1 ven. De vlucht zou in Augustus worden onderno men, en naar het blad meldt, «ij® de veraisohte fir nanciën reeds bijeen.. VERGIFTIGD DOOR ZIJN VROUW. Een 36-jarigen metaalslijper te Berlijn is in zijn woning dood gevonden. Hij scheen aan gasvergifti ging te zijn overleden. Thans is zijn vrouw gearres teerd. onder verdenking dat zij haar man vergiftigd heeft en het heeft doen voorkomen, alsof vergifti ging heeft plaats gevonden* ARSENAAL AFGEBRAND. Het arsenaal van het 4e regiment der Vereenigde Staten te ersey City is bijna geheel door brand ver woest. De schade wordt geschat op één mlllioen dol lars. Men gelooft, dat 40.000 kartetsen ontploft zijn. Do omtrek was blootgesteld aan een kogelregen, maar het schijnt, dat er niemand gewond is. EEN EENZAME ZWERVER OP ZEE. Gisteren is te Plymouth de 63-jarige Thomas Drake met zijn schoenertje aangekomen. Hij was den 17en April uit Charleston, in Zuid-Cardina, vertrokken en heeft de reis van ruim 6000 mijlen zonder eenig ge zelschap volbracht in zijn acht ton metende schoener tje Pilgrim. Het scheepje is 35 voet lang en 11 voet breed en voert de Amerikaansche vlag. Drake is een Engelschman uit Kent, die zich in Amerika heeft laten naturaliseeren, en heeft vele jaren op zee ge zworven. Den 25sten Mei bevond hij zich in de buurt van de Azoren, maar hij kon wegens storm er niet bij den wal komen. Daarop besloot hij naar Plymouth koers te zetten. Een groote passagiersboot, die den indruk kreeg, dat het scheepje verlaten was, is het dicht genaderd, maar ontdekte toen Drake op het dek. Bij zijn aankomst had hij nog volop levensmidde len en water. EENIGE INTERESSANTE CIJFERS. Het aantal automobielen is in alle landen der we reld gedurende de laatste jaren belangrijk toegeno men. Het Amerikaansche blad „Automotive Indu stries" publiceert hieromtrent ieder jaar belangrijke en interessante cijfers, waaraan de Wereldkroniek hot volgende heeft onlteend. En hieruit blijkt, dat op 1 Januari M927 op de geheele aarde 27.507.967 auto's waren, hierbij zoowel personenauto's als aan-, hangwagens en autobussen gerekend. Dit aantal is 3.055.400 of '12.5 pet. hooger dan in begin 1926, toen het 24.452.267 bedroeg. Begin 1924, 1925 en 1926 be droeg de toename van het aantal auto's der wereld in vergelijking met het vorig jaar resp. 23 pCt., 17,2 pCt. on 14.5 pCt., zoodat dus de totale toename voor alle landen te zamen geringer wordt. Dit is hoofd zakelijk toe te schrijven aan de geleidelijke verza diging van de Ver. Staten van Noord-Amerika, die tot dusverre steeds de grootste afnemer van automo bielen was en waar begin 1927 liet aantal auto's niet minder dan 22.046.957 bedroeg. Terwijl in 1924 de toename van het aantal auto's in de Ver. Staten in vergelijking met het voorafgaande jaar nog 15,8 pet- bedroeg, is in 1925 dit percentage tot 12.7 en in 1926 zelfs tot '11 pet gedaald. In alle andere landen te zamen bedroeg de toename in begin 1925 in verge lijking met begin 1924, 20 pct.„ in 1926 in vergelij king met het vorig jaar zelfs 26.8 pet.; begin 1927 is deze toename tot 185 pet.' gedaald, In totaal bedroeg de toename in alle landen behalve de Ver. Staten 5.461.010 stuks, tegen 4.608.331 in begin 1926 t.o.v. be gin 1925. Zooals uit deze cijfers blijkt 'bezitten de- Ver. Sta ten dus thans evenals in 1926 ongeveer vier vijfde van £et aantal automobielen der wereld, tegen vijf zesde in begin 1925. Buiten de Ver. Staten zijn de automobielen op de volgende wijze verdeeld: 1927 1926 Toen. in 3.102.716 2.668.558 16,3 (26.2) Wat hst aantal auto's ln de verschillende landen betreft, dit is in de Ver. Staten en Groot-Brittannië het grootst en bedraagt hier 984.368, dan volgt Frankrijk met 901.000(, Canada met 820.222 en hier op' daalt het aantal plotseling tot 361.602 in Austra lië. In Dultschland bedraagt het 318.800, in Italië 150.000, België 130.000, Zweden 99.200, Spanje 85.000, Zuid-Afrika 81.000 en Holland staat in deze statis tiek voor 65.000 genoteerd. Dit aantal is grooter dan de opgegeven cijfers voor Denemarken 63.170, Zwit serland 51.560 en Ned. Oost-Indië 48.800. Als inte ressante cijfers van den zeer uitvoerigen staat wordt nog verder vermeld het geringe- aantal van slechts 7000 voor Rusland, 770 voor Britsch West-Indië en 675 voor Hollandsch West-Indië. De onderverdeeling in personenauto's, vrachtauto's en autobussen geeft in deze statistiek voor Holland 41.000, 20.000 en 4000 op, voor Nederl. Oost-Indië 43.000 en 5800. Rusland is het eenige land waar het aantal vrachtauto's grooter is dan het aantal per sonenauto's, nl. 4400 tegen 2600. Het aantal motorrijwielen is het grootst in Euro pa. Over de geheele wereld bedroeg dit aantal eind 1926 1.520.829, welk aantal als volgt over de wereld- deelen verspreid was: Einde 1926 Einde 1925 Amerika (incl. Ver. Staten) Australië Azië Afrika Europa 147.311 32.690 57.703 48.031 4.235.C94 157.123 91.770 4-1.446 37.016 1.129.313 Een vermindering van het aantal motorrijwielen in Australië met bijna 60.000 stuks lijkt wel zeer on waarschijnlijk dit cijfer wijst er alleen op, dat ook deze statistiek met het noodige voorbehoud moet worden aanvaard. Europa Amerika, zonder de Ver. Staten Australië Azië Afrika 1.364.595 1.137.293 20,0 (23,0) 517.856 423290 22,4 (46,51 259.477 240.653 22,8 (30,7) 180.366 138.531 30,2 (36,99 Evenals in 1926 en 1925 staat in 1927 na de Ver. Staten Europa aan de spits, hoewel de toename in de andere werelddeelen percentsgewijze grooter is. De sterkste toename in pet. vertoont niet meer Australië, maar evenals in 1924 Afrika. Zeer interessant is de wijziging in de verhouding tusschen het aantal personenauto's eenerzijds en het aantal vrachtauto's en autobussen anderzijds. Deze verhouding was in het begin van de laatste jaren de volgende: 1927 25:1 4,4:1 5,0:1 Europa Azië Afrika Amerika behalve de Ver. Staten Australië Ver. Staten 7,01 4,7:1 6,7:1 1926 2,7:1 4,3:1 6,7:1 65:1 6,4:1 75,11 1925 2,2 8,0:- 8,0:1 10,01 8,0:1 7,1:1 Men ziet hieruit, dat in het algemeen het aantal autobussen en vrachtauto'» ten opzichte van het aantal personenwagens geleidelijk toeneemt; in u aantal «ware bedrijfsauto'» naar Ter- houding het grootst. Een vaart door da tropische wildernissen. Toen de Nederlandsch-Indische regeering geloofde alle groote en kleine inlandsche communistenleiders in haar macht te hebben, die gedurende het laatste half jaar oproer en onrust in Nederlandsch-Indië ge sticht hadden, besloot men, het heele gezelschap naar een ver afgelegen plaats te sturen, waarvoor men uitkoos Degoel op Nieuw-Guinea. Deze mas^a- deportatie was reeds enkele maanden van tevoren voorbereid. Ofschoon de afvaart van het „communistenschip" vanaf Ambon streng geheim gehouden was, was de bevolking van het kleine plaatsje natuurlijk volko men op de hoogte van dag en uur van vertrek. Op dat oogenblik had zich dan ook een heele menigte verzameld om toe te zien hoe de communisten aan boord gebracht werden. Een scherp toezicht hield de nieuwsgierigen echter op een behoorlijken afstand. Juist wanneer de zon achter de hoogten verdwijnen wil, die de met palmen begroeide Am bonbocht in het Westen begrenzen, glijdt het schoone, witgeschil derde regeeringsschip „Fomalhout" langzaam de ha ven uit Wie het niet wist, zou gedacht hebben, dat het een passagiersschip met touristen aan boord was, die een rondvaart gingen maken op de Indische wa teren. Aan boord echter valt al dadelijk het vreem de op, die het doel van den tocht kenmerkt De com munisten zijn op het voordek ondergebracht, het meest koele en aangenaamste deel van het schip; maar de verbinding tusschen hun tijdelijke verblijf plaats en de overige deelen van het schip is streng door gewapende soldaten versperd. De verbanning der oproerlingen moet niet zoozeer een gevangennname beteekenen dan wel een afzonde- rings-kolonie; daarom mochten ook zij, die dat wenschten, vrouwen en kinderen meenemen. Een ?root aantal hebben hiervan gebruik gemaakt en aan ooord van de „Fomalhout" bevinden zich buiten de ongeveer 50 communisten 30 van hun .vrouwen en kinderen. Bovendien zijn er nog ongeveer 75 vrouwen van inlandsche soldaten met even zooveel van hun bruine kinderen aan boord. Zij zullen behooren tot de militaire verdediging, die ter bewaking van het verbanningsoord is opgericht Reeds enkele maanden zijn de soldaten in Degoel bezig geweest, voorberei dingen te treffen om de nieuwe bewoners te ontvan gen. Het regeeringsschip, anders hoofdzakelijk voor, de inspectiereizen van hoogere ambtenaren bestemd, is uit den aard der zaak niet voor het vervoer van pas sagiers ingericht Ieder hoekje van de beide dekken is bezet Elke familie heeft haar gevlochten matje, waarop zij huist Hierop slaapt men, eet men, ont vangt men bezoeken van de buren, zit men uren lang te praten en te lachen, opgewekt en zonder zor gen. Gelukkigerwijze is de zee gedurende de heele vaart zoo glad als een spiegel. De soldatenfamilies hebben hun heele hebben en houden bij zich, groote bananenkorvear, kippen en ha nen, welke laatsten bij het grauwen van den mor gen beginnen te kraaien, zoodat het over het heele dek en leven is van belang, kaketoe's en papagaaien, die fluiten en gillen, daarbij het tumult van een zwerm kleine dikbuikige aoldatenkindertjes, die af en toe op hardhandige wij^e door hun moeders wor den afgestraft Alle deelen van Nederlandsch-Indië zijn onder deze soldatenvrouwen vertegenwoordigd: Java, Noord-Celebes, de Mol ukken; maar bijna al len dragen de mooie sarongs, kabaja's en de kleine, bonte, Javaansche jakjes met de nauwe armsgaten. Eenigen onder hen zijn nog zeer jong en schoon. Overal, waar een spijker uitsteekt of een haak zit hangen geweren, patroontasschen. revolvers, kle dingstukken. huisraad en gitaars. De leiding berust bij een overtse. een kapitein, een luitenant en twee sergeants. De verbannenen schijnen hun noodlot met echt Oostersch fatalisme op te nemen. Er zijn ver schillende typen onder hen. Sommige zeer onaange name uiterlijken met trotsche uitdrukking, andere met intelligente, beschaafde en zeer sympathieke ge laatstrekken; vele zien er zoo fatsoenlijk uit. dat men zich afvraagt, hoe het mogelijk heeft kunnen zijn. dat zij in zoo'n gevaarlijke zaak zijn gemengd. Men kan het hen aanzien, dat zij. tot de aanvoerders behoord hebben. Geen van hen laat merken, dat hij gebukt gaat onder de gedachte, misschien een lange reeks van jaren van de wereld afgesloten, in de binnenlanden van Nieuw-^Guinea te moeten doorbren gen. ofschoon zij er geen idéé van hebben, onder welke bepalingen ze daar zullen moeten leven en welke behandelingen ze daar zullen moeten leven en welke behandeling ze hebben te verwachten, Eén communist, die er als een Chinees uitziet en een beschaafd uiterlijk heeft, is vroeger leeraar geweest. Wat hij in het verbanningsoord zal uitvoeren, is nog een raadsel. Toch zou hij. ook wanneer hem dit in het vooruitzicht gesteld zou zijn .zijn overtuiging als aanhanger van het communisme hebben nagestreefd, omdat hij niet-anders kon. D!e communisten hebben zich evenals de soldaten, op het tussehendek op stroomatten ingericht: zij zitten in kleine groepen tezamen, eenige spelen kaart, een klein geïmproviseerd orkest van gitaars en mandolines verkort den tijd. behalve eenige Ja vaansche melodieën geven ze ook de meer moderne Europeesche muziek, als ..Valencia" enz. Het geheel herinnert overigens meer aan een familiedagje dan aan een verbanning van gevaarlijke communistische leiders naar een strafkolonie. Na een vaart van drie dagen, het eene oogenblik onder een verzengende zon en dan weer onder een echt tropische regenbui, die zijn watermassa's over het dek uitstort, is het schip aan de monding van de machtige rivier op Nieuw-Guinea de Degoel. aan gekomen, Reeds veruit in zee voor de monding is het aan het geelachtige water merkbaar. De hoofdstroom die door een breeden gordel van modderpoelen en moerassen in een delta-labyrint van eilanden en ri vierarmen uitmondt, i» hier ongeveer 10 kilometer breed. Ongeveer 500 kilometers opwaarts of drie dag- riezen verder ligt het verbanningsoordl* „de verbo den stad", zooals zij daar genoemd wondt, omdat geen enkele onbevoegde er in mag doordringen, het geen bij de strenge bewaking ook moeilijk zou gaan. Haar eigenlijke naam isTanemera. maar gewoon lijk spreken de Hollanders van de verbanning naar Degoel, waarmee ze het gansche gebied van den grooten stroom aanduiden. Na aankomst voor de monding werd geankerd, waarna den volgenden morgen de vaart stroom opwaarts begon. Krachtig werd voorwaarts ge stoomd tegen den sterken gelen stroom op. die soms met een snelheid van vijf Engelsche mijlen per uur naar zee stroomt beide oevers zijn door een bijna ondoordringbare groene wildernis bedekt en door boaschen en jungles met talrijke groote. zwaro hoo rnen ertusschen. die hun kronen ver uitbreiden. Overal onder de laagafhangende takken en de dicht op en in elkaar gegroeide slingerplanten kronkelt en draait het water van de rivier. Het is. alsof de gan sche groene gordel, die de rivier insluit, op het water zwenkt en schommelt. Hoe verder het schip de ri vier opkomt, des te dichter, naderen de beide, oevers elkaar. Een zeldzame, bijna geheimzinnige stilte beerscht hier. Slechts hier en daar de schreeuw van een vogel of de snaterende roep van een zwerm ka ketoe's. die door de zwarte rookwolken uit de schoorsteenen van het schip worden opgeschrikt, wanneer deze over de toppen der boomen wegdrijven. Nooit een enkele visch. die eenige beweging brengt in den zonnehelderen waterspiegel. Groote. zware boomstammen komen met den stroom aandrijven en vooral 's nachts, wanneer het schip voor anker ligt, dreunt het tegen de boorden van het schip, of schu ren ze langs de kiel. Behalve eenige kano's met papoea's die het schip aan de monding ontmoet had. werd er gedurende twee dagen geen menschelijk wezen gezien. Hier en daar aan den oever duiken nog wel enkele kleine ontginningen op. met twee of drie verlaten praal- woningen van papoea's erop. Nog voor enkele maan den terug werden ze bewoond, doch ze werden ver laten. omdat een sterkere en krijgslustige papoea- stam van de naastliggende rivier door de wilder nissen en de moerassen tot aan den Degoel door drong. Uit vrees, overvallen te worden en het hoofd te verliezen. in deze omgeving zijn de inboorlin gen altijd nog koppensnellers zijn de bewo ners ver in den omtrek landwaarts getrokken. Sommige oogenblikken gaat het schip dicht langs de oevers, maar overigens is het uur voor uur en dag voor dag hetzelfde eentonige, groene, ondoor zichtige voorhangsel, dat aan de opvarenden voorbij glijdt. De eenige afwisseling brengen de reusachtige, vlammend roode en gele bloemen, en de bossen orchideeën, die hier boven op de kruinen der boo men groeien. De avond van den tweeden dag is het heldere maneschijn, zoodat de vaart tot middernacht wordt voortgezet; op andere avonden had het anker reeds bij zonsondergang uitgeworpen moeten worden. De rivier is wel is waar diep genoeg, maar verschil lende hindernissen en 9cherpe bochten maken het varen in de duisternis toch vrij moeilijk. Bij het schijnsel van de maan nemen de oude, krom ge groeide, machtige boomen op de oevers, zeldzaam grillige vormen aan; zij gelijken vreesaanjagende berggeesten, die hun armen dreigend naar het schip uitstreken, dat naar het schijnt, gekomen is. om hun eeuwige rust en vrede te verstoren. Toen er namelijk van het verbanningsoord nog geen sprake was, kwam bet maar zeer, zeer zelden voor, dat een stoomboot.den Degoel bevoer. Toen de opvarenden dien avond op het achterdek bijeen zaten en de verfrisschende koelte na een brandend beeten dag met volle teugen genoten, klonk hun eensklaps een lange klagende schreeuw van den donkeren oever tegen; het klonk als van een dier, dat lang en doordringend brulde en builde. In werkelijkheid was het echter een mensch, die een teeken liet hooren een enkele papoea die de zeldzame verschijning van de „reuzenkano" had waargenomen, door vele groote lampen verlicht, langzaam den stroom op voortglijdende. En dan huilt hij het schip een groet of een vloek na, totdat zich het geluid in de verte verliest. Den morgen van den derden dag wordt de Neder- landsche politiepost Assike gepasseerd. Een van die afgelegen posten, waar de menschcn aan koorts en aangegrepen door de eenzaamheid sterven, wanneer z(j zich niet uit melancholie dooddrinken. Dit oord biedt niets anders dan een huis met zinken dak voor den chef en een kerkhof( dat reeds 23 graven bevat. Dat beteekent een groot verlies aan menscbenlevens op een bezetting van 40 man in den loop van 2Ya jaar. Alle aan tropenziekten gestorven. Nochtans wordt de post niet verlaten gevonden. Vanaf den oever wordt signaal gegeven en 'kort daarop brengt de sloep van het schip een Europeaan en zes inlandsche soldaten aan boord. Het is een oude, gemoedelijke, met grijze baard en verbrande huid, Nederlandsche sergeant. Hij moet van hier uit dwars door het land naar een andere post met zijn patrouille en dertig papoea's als lastdragers. De laatsten waren echter weggeloopen, zoodat hij naar Assike was teruggekeerd en geduldig was blij ven zitten, in de hoop, dat een schip op weg naar het verbanningsoord, hem zou meenemen. De laatste vijftien dagen hadden ze van sago en rolmops moeten leven. Ondanks al deze ontberingen was dè oude gediende nog in de beste stemming en vertelde, terwijl hij zich inmiddels te goed deed aan een goede rijsttafel en een fleschje ijskoud kloosterbier, van zijn ondervindingen in de onveilige oorden van Nieuw-Guinea. Kort daarop komt het schip langs een kleine ne derzetting van papoea's, welks bewoners dezelfde karakteristieke schreeuwen geven, die ook den avond van te voren gehoord waren; maar nu komen ze voor den dag en wenken met bogen en pijlen en paradijsveeren, die ze verkoopen willen. De commu nisten op het voordek huilen tot hen op denzelfden toonaard terug en geven wenken en schijnen zichtbaar getroffen biji het zien, dat het land, waar heen men hen stuurt toch niet geheel en al onbe woond is. Tegen zonsondergang laat de „Fomalhout" bet an ker vallen, waarmee tegelijkertijd bet einddoel van de reis bereikt is. Een paar honderd meter vooruit is een hoogte zichtbaar, waar in de wildernis eenige orde geschapen is en waarvan de rook der bivak vuren en uit de schoorsteenen der soldatenbarak ken over de rivier trekt. De landingsplaats .aan den oever met de geheele, daarachter gelegen ontgonnen wildernis liggen daar, stralend belicht, door het rood van de ondergaande zon. De communisten han gen allen over de reeling en staren zwijgend, maar met groote nieuwsgierigheid naar het land, dat hun aanstaande woonplaats zal worden. Spoedig daarop zijn drie groote motorbooten bezig, de soldatenvrouwen met hun kinderen, hun huisraad en al wat ze meer mogen bezitten, aan land te zetten een is er zelfs zoo naïef geweest om zijn fiets mee te nemen. In de dichtbezette booten heerscht opge wektheid en vroolijkheid. Levendige uitroepen welkomsgroeten schallen door de lucht en worden beantwoord door de soldaten op den over, die onge duldig op de landing staan te wachten. Doch over de schaar bannelingen, die over een pa,ar uur, nadat de duisternis is ingetreden, van de Formalhout aan land gezet zullen worden, ligt een anderestemming. Een sterk zoeklicht werpt haar scherp licht over de trap van het schip, waar langs de bannelingen naar de booten, voorzichtig voor zich uit tastende, afdalen. De vrouwen die alle de Javaansche kleederdracht dragen, zien er wat ang stig en verschrikt uit: een is er die met haar zakdoek voor haar oogen tracht te verbergen, dat ze weent. De mannen daarentegen verraden ge en erft 1 ge moedsstemming. Naar ouder gewoonte zijn er enkele onder hen die onbewust een dirigeerenden toon aan slaan on de leiding op zich nemen. De rest is zwijg zaam cn neemt de toestand met kalmte op, zich schikkende in het noodlot, dat hen zoo vlug achter haalde. Een andere tegenstelling met hun vrouwen is,4fat de mannen bijna allemaal Europeesch ge kleed zijn; doch in hunne elegante stadsche costuums, hun slappe vilthoeden of stroohoeden o.p en de Eu ropeesche schoenen vormen zij een zeldzaam contrast met de groene khaki-uniformen der soldaten en hun officieren. Zooals ze daar opeengedrongen in de boo ten zitten, met hun bundeltjes en pakjes, enkele met sierlijke leeren tasschen en koffers, nog enkele met paraplu en een bundeltje boeken, geven ze niet den indruk dat ze in de toekomst een streng kolonisten leven zullen beginnen, een dwang-kolonisatie, zooals men het noemt, op zeer primitieven voet, in een ge deelte ontgonnen wildernis, mijlen ver weg van de bewoonde wereld. De Hollanders staan over de reeling gebogen en slaan met flegmatieke rust de ontscheping gade. Voor hen is de zaak klaar en duidelijk. „Die menschen daar zijn bereid, in een oogenblik, waarin ze de macht in handen hebben, ons en onze vrouwen en kinderen door het gepeupel te laten neersteken. Zij krijgen slechts hun welverdiende, misschien zelfs nog al te milde straf." „Los de touwenI" wordt er gecommandeerd en de motorboot met nog een zwaarbeladen boot op sleep touw, verwijderd zich van het schip in de dichte duisternis in de richting van het kleine lichtpuntje, dat de landingsplaats aangeeft. Een oogenblik heerscht er een ernstige, eenlg9- zins gedrukt twijgen onder de toeschouwers bij de reeling. Alleen het takken van den motor in het don ker is hoorbaar verder en verder —Dan is alles voorbij. De communisténkolonie in Degoel heeft haar eerste bev/oners ingehaald en morgeti keert de „Fo malhout" weer terug naar de monding van de rivier en dan over zee, om de volgende zending bannelingen in te schepen en op dezelfde wijze naar hun gedwon gen woonplaats te vervoeren. Zitting van Dinsdag 21 Juni 1927. Nieuwe zaken. DEMENTRA PAROCLYTICA OF SCABIëS? Als eerste verdachte verscheen voor de voltallige rechtbank Jac. Job. St., wonende te Amsterdam en thans gedetineerd alhier. Het betreft een voortge zette zaak tegen dit jong mensch, .dat zich te Alk maar in Februari had schuldig gemaakt aan op lichting van f 6.50 ten nadeele van een winkelierster in suikerwerken, terwijl hij zich voorts wederrechte lijk heeft toegeëigend een rijwiel. De verdachte wordt ambtshalve verdedigd door Mr. Sojienkeveld. Jac. Joh. S., die reeds meermalen ter zake vermo gensdelicten, o.m. verduistering van een postwis sel, werd veroordeeld, beweert, evenals bij de vo rige behandeling, dat hij het rijwiel heeft gekocht van een hem onbekend persoon, voor f 8. Hiji beweert ook, aan een ziekte te lijden, die <Le oorzaak is van zijn kleptomanische handelingen, doch deze veronderstelling is door deskundige zijde niet bevestigd. Aangezien deze zaak reeds vroeger in extenso werd behandeld, behoeven wij niet in herhalingen te treden en meenen we te kunnen volstaan met de mededeeling, dat de Officier c.q. mr. Van Loockeren Campagne 8 maanden eischte, terwijl mr. Schenke- veld van meening was, dat met betrekking tot den diefstal 'het wettig bewijs niet is geleverd en voor dit feit zal moeten worden vrijgesproken. Wat aan belangt de oplichting acht pleiter de 4 maanden, die verdachte in preventief heeft doorgebracht, vol doende. Het'is de wensch echter van verdachte zelf onder toezicht te mogen worden gesteld. Verdediger stelt dus voor, hem nog één kans te willen geven. Volgt nog het niet te vermijden debat tusschen Of ficier en verdediger over juridische interpretaties. LICHAMELIJK LETSEL DOOR SCHULD. De 46-jarige 'koopman Joh. Petr. de K. uit Me- demblik staat terecht ter zake dat hij op 12 Februa ri op bet Keern onder Bèrkhout een bocht met zijn 4 wieier motorrijtuig te snel heeft genomen, tenge volge waarvan de auto is gaan slingeren en hij, na eerst tegen een hekpaal te zijn aangebotst, den ar beider P. de Boer, die zich op zijn rijwiel voortbe woog, heeft aangereden. Tengevolge van die aanrij ding is de Boer komen te vallen en zoodanig ge kwetst, dat hij in een ziekeninrichting ter verpleging moest worden opgenomen. Hij heeft daar 3 weken doorgebracht en is tot op heden nog steeds invalide, zoodat hij niet in staat is zijn gewone werkzaamhe den te hervattten. Verdachte wordt in rechten bijgestaan door Mr. van Loockeren Campagne. In deze zaak worden 6 getuigen gehoord. 'De opinie van verschillende van die getuigen is, dat verdachte op dat gevaarlijke punt, terwijl de weg glibberig was en bovendien een aangespannen voertuig rechts van den weg stond, te hard heeft gereden. Het waarnemen van het getuigenverhoor wordt heden ten zeerste bemoeilijkt door cokes binnen brengende mannen, pratende loodgieters of dakwer kers en ronkende vliegtuigen. De Officier acht in een omstandig repuisitoir de schuld van, verdachte bewezen en vordert f 100 boete of 50 dagen. Mr. van Loockeren Campagne Junior ontkent ech ter de schuld en bestrijdt verschillende punten in de dagvaarding genoemd. Voort^ releveert verdedi ger dat verdachte gunstig bekend staat en als kalm en voorzichtig autorijder. De wagen is geslibt en met den achterkant tegen een hekpaal aangekomen, waardoor de bestuurder een oogenblik de macht over het stuur verloor. Dit is de oorzaak van bet ongeval. Pleiter concludeert vrijspraak. MISHANDELING. De 31-jarige te Schiedam geboren en te Heiloo wo nende pianoreparateur, Gerard S., staat terecht odq- dat hij op 19 April den 67-jarigen tuinman Jan Bak ker aldaar heeft mishandeld door hem op den grond te werpen en te slaan. Bakker -vervoegde zich bij verdachte, teneinde achterstallige huur te vorderen. Volgens getuige heeft verdachte hem gesommeerd het liuurboekje ai te schrijven, of anders zou hij ge tuige vermoorden. Toen Bakker dit weigerde is hij door verdachte en diens vrouw op den grond ge worpen en hebben zij bem samen geprest om huur schuld op boekje af te schrijven. Verdachte geeft van het gebeurde een andere le zing, doch erkent in hoofdzaak de mishandeling. Het is in drift gebeurd. Eisch voor dit naar de meening van het O.M. zeer ernstige feit, 4 maanden gevangenisstraf. i MISDRIJF ART. WETBOEK VAN STRAF RECHT. Voor dit feit staat met gesloten deuren terecht de 27-jarige landbouwer Mijndert H. te Medemblik. Verdediger mr. Jos. Jitta. Daarop volgt nog een zaak met gesloten deuren uit Nibbixwoud, contra den 59-jarigen A. H. aldaar, in welke zaak als toegevoegd verdediger optreedt mr. Veitman te Helder. Hierna sluiting. Uitspraak in alle behandelde zaken a.s. week.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 3