KANALISATIE van WEST-FRIESLAND
Verslag van de Vergadering van de Commissie
voor de
met afgevaardigden van 62 Gemeentebesturen en 11 Waterschaps
besturen in Noord-Holland, welke vergadering is gehouden ten Stad-
huize te Alkmaar op Woensdag 29 Juni 1927.
Het verslag van deze vergadering Is opgemaakt door het lid en
Secretaris der Commissie Mr. W. C. Bosman.
Des middags omstreeks half drie opent de Voor
zitter, Dr. C. J. K. van Aalst, de vergadering met een
betuiging van zijn erkentelijkheid, dat door
de gemeentebesturen en de waterschapsbestu
ren in zoo talrijke mate gevolg is gegeven aan de
uitnoodiging, die door de Commissie tot hen is ge
richt. Gelijk in de circulaire, door de Commissie
verzonden, is gezegd, werd deze vergadering wen-
schelijk geacht, teneinde door eene bespreking zoo
mogelijk tot een vergelijk te komen omtrent de bij
dragen, die door de onmiddellijk belanghebbenden
voor het groote werk der Kanalisatie van Wèst-Fries-
land moeten worden opgebracht Van de 57 Ge
meentebesturen die wij hebben opgeroepen, hebben 52
aan onze uitnoodiging gevolg gegeven. Hetzelfde is
geschied door de elf Waterschapsbesturen die allen
zijn opgekomen; terwijl wij ons ook verheugen in
het midden te zien de vertegenwoordigers uit de
Kamers van Koophandel in Hollands Noorderkwar
tier en die in West-Friesland.
Daar deze vergadering een eenigszins vertrouwe
lijk karakter draagt, is het der Commissie niet wen-
schelijk voorgekomen, daarbij toegang te verleenen
aan de Pers, maar zal wel aan de Pers door het lid
en Secretaris der Commissie, Mr. Bosman, een ge
trouw verslag gegeven worden aan allö bladen, die
dit wenschen te ontvangen.
Onze Commissie is nu acht jaar aan het werk. Wij
zijn in 1919 onze eerste vergadering begonnen in het
gebouw de Unie, aan de Koorstraat, en nu vergade
ren wij op het Stadhuis. Daar zien wij als het ware
de lijn der ontwikkeling. Onze Commissie heeft bij
al haar werk voortdurend overleg gepleegd met de
Provinciale Commissie. Onze Ingenieur Ringers heeft
veel werk gedaan. Ten slotte zijn wij met de Provin
ciale Commissie tot algeheele overeenstemming ge
komen. Nu gaat het om de bijdragen door de onmid
dellijk belanghebbenden. Dit is een zeer moeilijke
zaak, die ons veel hoofdbreken heeft gekost Aan
vankelijk was de eisch, dat door deze belanghebben
den een derde gedeelte in de kosten zou worden bij
gedragen; de Provincie was bereid dan eveneens een
derde bij te dragen en het onderhoud voor hare re
kening te nemen, terwijl van het Rijk het ontbre
kende een derde deel zou worden gevraagd. Met
kracht heeft onze Commissie in de vergadering van
de Provinciale Commissie dezen opzet bestreden en
er op aangedrongen, dat, wilde in de praktijk iets
van de kanalen terecht komen, geene hoogere bij
drage van de onmiddellijk belanghebbenden mocht
worden gevorderd dan een zesde deel, dat tot gevolg
had, dat de Provincie de helft van de kosten voor
haar rekening nam. Het is ons gelukt dit standpunt
ingang te doen vinden; Gedeputeerden hebben deze
nadere verdeeling overgenomen en de Staten der
Provincie hebben die bekrachtigd bij het besluit der
vergadering van 2 Februari 1926. Het is du» voor de
Commissie een plicht geweest te zoeken naar een bil
lijke verdeeling van dit een zesde der kosten onder
de onmiddellijke belanghebbenden. Maar de vervul
ling van die plicht was verre van gemakkelijk. Her
haaldelijk en herhaaldelijk zijn vergaderingen ge
houden waarin ontworpen systemen van verdeeling
zijn behandeld en becritiseerd. Na veel moeite e»
overleg is de Commissie tenslotte met algemeenè
stemmen tot de verdeeling gekomen die wij U hebben
voorgelegd. Wij erkennen gaarne, dat in deze verdee
ling en berekening'ook iets willekeurigs ligt Er is
geen objectieve absolute maatstaf te vindon; het is
een begrooten, een afwegen van belangen; wij hebben
dit naar ons beste weten gedaan. Wat natuurlijk niet
wegneemt, dat wij gaarne met de heeren in overleg
willen treden ten aanzien van die bijdragen. Daar
over open ik thans de discussie.
De heer Van Spengler, Burgemeester van Zuidschar-
woude, zou gaarne eenige inlichtingen ontvangen,
speciaal over het verschil van aanslag in de gemeen
ten Noord- en Zuidscharwoude. Het bedrag van de
jaarlijksche bijdrage is door de Commissie voor
Noordscharwoude gesteld op f 1500.— en voor de ge
meente Zuidscharwoude op f 1700.—. Wat is daarvan
de reden?
De heer N. Dekker, Burgemeester van öbdam,
spreekt allereerst zijne waardeering uit voor het
werk der commissie. Hij erkent het groote belang der
Kanalisatie van West-Friesland en brengt hulde e&B
den belangeloozen, toegewijden en bekwamen ar
beid door de Commissie Van Aalst verricht Maar de
techniek van de kanalisatie Rustenburg—Obdam is
voor zijne gemeente teleurstellend, daar het kanaal
niet ver genoeg is doorgetrokken. Geschiedt die ver
dere doortrekking alsnog tot de marktplaat», dan zou
de gemeente wel bereid zijn de gevraagde bijdrage
te verleenen.
De heer Houwing, Burgemeester van Helder, is
eenigszins verbaasd over de uitnoodiging tot zijn ge
meente gericht Bij den opzet van de kanalisatie is
de gemeente Helder niet uitgenoodigd en heeft zij
ook geen afgevaardigden in de Commissie. Het be
lang, dat Helder heeft bij de Kanalisatie is spreker
dan ook niet duidelijk.
De Voorzitter zegt, gij moet de zaak in het licht
van het algemeen belang beschouwen. Als het regent,
drupt het overal. Noordholland gaat een andere toe
komst tegemoet door de kanalisatie; daarin deelt Hel
der ook. Dit is wel in het oog te houden.
De heer Wijdenes Spaans, I^ijkgraaf van het Hoog
heemraadschap Noordhollands Noorderkwartier, zegt
dat hij met genoegen aan den oproep voor de verga-
1*rir*e Ook hij ar>t de Kanalisatie van
Westfriesland een zaak van het allergrootste belang
en als zoodanig staat het Dagelijksch Bestuur van
het Hoogheemraadschap zeer sympathiek tegenover
de plannen der Commissie. Maar het Hoogheemraad
schap acht rich gebonden aan een bepaalde omlijs
ting van de taak, die het te vervullen heeft, n.1. de
bescherming tegen de Noordzee en de Zuiderzee. Dat
is wel in het oog te houden bij de bepaling van de
hoegrootheid der bijdrage, die het Hoogheemraad
schap verleenen kan; het kan z.i. niet verder gaan
dan een bedrag dat vertegenwoordigd wordt door het
rechtstreeks voordeel, dat de kanalen voor het Hooe-
heemraadschap zullen opleveren. Dit bedrag is te
vinden in de kostenbesparing, welke bij de verwer-
king van materialen door de kanalen wordt genoten.
Ëene globale berekening van dit bedrag door den In
genieur van het Hoogheemraadschap bracht geen
hooger cijfer dan f1000.per jaar. Spreker zou er
prijs op stellen, dat de beide technici, de Ingenieur
van het Hoogheemraadschap en de Ingenieur Ringers
nog eens samen aan het rekenen gingen.
De heer Meindersma, Burgemeested van Schermer-
horn, deelt mede, dat het Dagelijksch Bestuur zijner
gemeente van oordeel is, dat die gemeente weinig be
lang heeft bij de Kanalisatie.
De heer Cornelissen, Burgemeester van Schagen,
zegt dat zijn gemeente met beide handen de gele
genheid heeft aangegrepen, om de kanalen te krij
gen en de gevraagde bijdrage alreeds heeft gevoteerd
in hare gisteren gehouden vergadering. (Luid appl.).
Maar de gemeente zou het liefst wenschen, uitgevoerd
te zien het plan van deze Commissie, waaraan zij
de voorkeur geeft boven dat van de Provinciale Com
missie, in de onmiddellijke omgeving van Schagen.
Voorts vraagt de Burgemeester, waarom een annuï
teit genomen is van veertig jaren en niet voor langer
tijd.
Ingenieur Ringers beantwoordt de verschillende
sprekers; maar alvorens daartoe over te gaan,
wenscht hij eerst in het licht te stellen, hoe groot de
moeilijkheden zijn geweest om een goede methode te
vinden voor de berekening van de bijdragen der on
middellijk belanghebbenden. Wij hebben, zegt de In
genieur, van alles geprobeerd en bij de uitwerking
van elk nieuw systeem kwamen wij weer tot nieuwe
bezwaren. Eindelijk hebben wij het 'gemiddelde ge
vonden, wat nu naar onze meening den meest redelij
ken grondslag vormt van eene verdeeling van de
lasten.
Nu is het tijd om de kanalen te maken. De polder
Wieringermeer zal in eenige jaren droog zijn en in
cultuur worden gebracht Zal die polder zich op
Noordholland oriënteeren, of zal die zijn weg moeten
zoeken ovefde Zuiderzee? Het is voor Noordholland
van het grootste belang, dat er goede vaarwegen ko
men in Westfriesland en door Westfriesland met den
nieuwen polder. Toen de Commissie haren arbeid be
gon, leefden we in een anderen tijd. Men zag toen de
dingen wel eens wat groot Maar wij hebben altijd
groote kanalen tegengehouden en wat wij ontworpen
hebben is practisch mogelijk. Maar als de streek
geei> kanalen begeert, waarom zouden wij die dan
maken? Staat én Provincie moeten zich daarvoor zeer
groote offers getroosten; Staat en Provincie doen dit
alleen in het belang van de ontwikkeling van de
streek.
Overgaande tot da beantwoording van de ver
schillende sprekers, zegt de Ingenieur:
Zuidscharwoude is aangeslagen voor f 1700.—, Noord
scharwoude voor f 1500.-. De reden daarvan is dat
beide gemeenten verschillen, zoowel in inwoners aan
tal als in uitgestrektheid.
De Burgemeester van Zuidscharwoude, de heer Van
Spengler interrumpeert en zegt: mijne bedoeling was
ook, dat het belang van de gemeente is betrokken bij
de verbetering van de Zes Wielen. Maar wat is het
belang der gemeente bij de overige kanalen?
De heer Ringers merkt op, dat het bedrag der bij
dragen is gesplitst in twee deel en f 900.— en f 800.—.
Het eerste bedrag vertegenwoordigt het belang der
gemeente bij de boezems, maar de gemeenten hebben
ook belang bij den doorsteek bij den Omval. En
evenzeer bij de andere kanalen.
Tot den heer Dekker zegt de Ingenieur: gij wilt het
kanaal Rustenburg—Obdam doortrekken tot Opmeer.
Ook wij zijn daarvoor. Maar het is de vraag, of wij
dadelijk ook met dit kanaal beginnen moeten. De
Staten dér Provincie zullen daarover een woord heb
ben mee te spreken.
De heer Dekker interrumpeert en betuigt zijn dank
voor de woorden van den Ingenieur, maar zegt dat
Obdam reeds gebaat zou zijn met de doortrekking
van het kanaal 1 kilometer verder. Nu loopt men
vast tegen de spoorbrug en kan de losplaatsen niet
bereiken. Waarop de Ingenieur Ringers antwoordt:
Als het daarop aankomt, moeten wij nog eens praten.
Misschien kunnen wij voor U een electrische overhaal
maken. Voortgaande beantwoordt de Ingenieur Bur
gemeester Houwing van Helder, die gevraagd heeft
naar het economisch belang, dat zijn gemeente bij de
kanalisatie zou hebben. Aanvankelijk, zegt de Inge
nieur, zagen wij dit ook niet in en daarom lieten
wij Den Helder buiten de Commissie. Maar in Den
Helder is een zoogenaamde economische commissie
en deze heeft zich tot ons gewend, juist omdat zij
in de kanalisatie levendig belang stelde. En dit heeft
ons de overtuiging gegeven, dat er wel degelijk een
economisch belang bij de kanalisatie voor Den Helder
gelegen is.
Aan den heer Wijdenes Spaans betuigt de Ingenieur
zijn dank voor den toegezegd en steun. Hij zal gaarne
met den Ingenieur van het Noorderkwartier nog
eens spreken en overleg plegen.
De Burgemeester van Schermerhorn ziet het belang
voor zijne gemeente bij de kanalisatie te gering. Er
zijn secundaire verbeteringen, die van belang zijn;
zoo voor Schermerhorn de aanmerkelijke verbetering
van de Westelijke ringvaart van den Beemster. Het
verheugt ons, zegt spreker, dat Schagen, de bakermat
van de Westfriesche Kanaalvereeniging, de gevraagde
bijdrage reeds heeft verleend. In de plannen kun
nen wij echter geen veranderingen brengen zonder
medewerking van de Provincie. Maar wij zullen wel
steun verleenen. Dit is juist een van de punten, waar
op bij de uitvoering nader terug gekomen kan wor
den.
De heer Houwing deelt mede, dat hij voorzitter is
van de Economische Commissie. Hij hoopt, dat van
de plaats zijner inwoning ook steun zal komen voor
de kanalenplannen.
De heer. Wendelaar merkt op, dat er in deze ver
gadering geluiden vernomen zijn, die er op wijzen,
dat men de kanalen gaarne wil, maar ook, dat men
gaarne de argumenten wil hebben om de zaak in
den Gemeenteraad, of in de Colleges te verdedigen.
Zoo de heer Wijdenes Spaans, die ook gezocht heeft
naar een direct voordeel, dat hij zou kunnen aan-
toonen. Nu loopt het, zegt spreker, tusschen U en
ons over de vraag, of dat directe voordeel iets meer
of iets minder is. Maar er is ook een ander argument
voor het verleenen der bijdrage, dat niet door U is
aangevoerd en dat is de vermeerdering van de grond
waarde tengevolge van de kanalen. Die is ook niet
op wiskunstige wijze aan te geven. Maar die is er
toch inderdaad. Die ia toch meer dan niets. En hoe
weinig behoeft slechts de waarde van den grond te
stijgen, om een meerdere bijdrage te wettigen.
De heer P. Pijper, Dijkgraaf van de Vier Noorder
Koggen, zegt, dat de groote meerderheid van het
College van Hoofdingelanden van oordeel is, dat de
kanalen, gelijk die zijn ontworpen, en die loopen
door het boezemgebied van het Hoogheemraadschap
en alleen beteekenis hebben voor handel en industrie.
Derhalve is met 20 tegen 7 stemmen besloten, geen
bijdrage te vrleenen.
De heer Van Slooten, Burgemeester van Heerhu-
gowaard, merkt op dat deze polder van een behoorlijk
vaarwater voorzien is. Maar dat het algemeerv belang
van de ontworpen kanalisatie zoo groot is, dat de
gemeente met algemeene stemmen besloten heeft de
gevraagde bijdrage te doen. (Appl.)
De heer Cramwinkel, Burgemeester van Purmerend,
deelt mede, dat het Gemeentebestuur van Purme
rend het voordeel van kanalisatie wel inzie, maar ge
zien de lasten, die in Purmerend geheven worden,
is de gevraagde bijdrage wel het hoogste dat ge
geven kan worden. En wat is de eigenlijke bedoeling
van deze bijeenkomst? Wanneer geen vrijwillige bij
drage gegeven wordt, zoü de Provincie die dan op
leggen?
De Voorzitter antwoordt: dwang moet niet worden
gebezigd. Het eenige wat wij doen kunnen is, die ge
bieden, die profiteeren, zonder bijdragen te betalen,
te belasten wat haar goederenvervoer betreft.
De heer Wijnveldt, Burgemeester van Oudkarspel:
Burgemeester en Wethouders staan voor het feit, dat
zij met groote schroom zullen voorstellen de gevraag
de bijdrage te verleenen. Wij zien inderdaad onze ver
binding met den Omval als een belang voor onze ge
meente. Maar aan de rest van de kanalisatie hebben
wij niet veel. Een gemeente als Oudkarspel kan niet
veel betalen. Wij moeten meegaan met onzen tijd,
wij moeten vooruit, dat voelen wij wel, maar het be
talen van de bijdrage valt ons niet gemakkelijk.
De heer Schrooder, Heemraad van Geestmer Am
bacht, is van oordeel, dat dit Ambacht door de ver
legging van de boezems achteruit gaat en levert een
critiek op Schermerboezem.
De heer Kernkamp bestrijdt deze critiek en deelt
mede, dat het Hoogheemraadschap van de Uitwate-
rende Sluizen besloten heeft de bijdrage van f 8450
per jaar te verleenen. (Krachtig applaus.)
Ingenieur Ringers zet uiteen, dat Geestmer Am
bacht uitgaat van een verkeerde veronderstelling.
Wij gaan Schermerboezem zoodanig verbeteren, dat
men daar nooit meer voor peilbemaling zal komen
te staan. Het zal beter worden voor Geestmer Am
bacht, nooit slechter. De heeren vergissen zich be
paald.
De heer Stapel, Wethouder van Enkhuizen, spreekt
een geestdriftig woord voor de aanbeveling der ka
nalen. Hij zegt, dat het een schande zou zijn, tegen
over het nageslacht, als wij thans de kanalen niet
zouden maken, nu de mogelijkheid zich voordoet. Hij
is zeer dankbaar voor den arbeid der Commissie-Van
Aalst. Enkhuizen heeft ingezien van hoe buitenge
woon groot belang in de toekomst is de ontsluiting
van de Streek door een goeden waterweg. De Gemeen
teraad heeft dan ook besloten de gevraagde bijdrage
van f6000.per jaar te verleenen. (Warm applaus.)
De heer Haringhuizen, Burgemeester van Wierin-
gerwaard, zegt dat zijn gemeente meer voorlichting
wil. Hij zou gaarne meer gegevens ontvangen en
meerdere toelichting, waarom zijn gemeente is aan
geslagen voor een bijdrage.
De heer Rutger Kaan, Dijkgraaf van de Wiering^r-
waard deelt mede, dat de zaak van de bijdrage is be
sproken in het Polderbestuur. In principe heeft men
zich met 8 tegen 7 stemmen verklaard vóór de ka
nalen. Maar ook hier zijn meerdere inlichtingen nood
zakelijk. Het speciale belang van den polder zou na
der moeten worden aangetoond. Spreker zou er prijs
op stellen, wanneer dit kon geschieden in de vergade
ring van het Polderbestuur en Gemeentebestuur.
De heer P. Stapel, Wethouder van Hoogkarspel, ver
klaart sympathiek te staan tegenover het kanalen-
plan, maar vraagt eenige inlichtingen omtrent het
belangencijfer van f 1750.per jaar. Daarin is be
grepen een som van f500.voor het kanaal Groote
broek—Andijk. Waarom is het belang van Hoog
karspel bij dat kanaal aldus aangeslagen?
De heer A. Commandeur, Burgemeester van Span
broek, betuigt zijn dank aan de Commissie voor het
door haar geleverde werk. Maar aan dit werk ont:
breekt het kanaal ObdamSpanbroek—Opmeer. Dit
kanaal moet er ook komen. Niet alleen een Kilometer
verder, gelijk de heer Dekker wenscht, moet het ka
naal worden doorgetrokken, maar het moet worden
gemaakt tot Opmeer. Spreker heeft daarover reeds
het een eh ander gezegd in de Statenvergadering.
Maar hij rekent ook op den steun der Commissie voor
dat kanaalplan.
De heer Raat, Burgemeester van Wervershoof,
vraagt inlichtingen over de aansluiting der kanalen
bij Wervershoof.
De heer Meijer, Burgemeester van Oude Niedorp,
betuigt ook zijn sympathie met de kanalenplannen,
maar heeft ook enkele bezwaren tegen de détails.
Sommige deelen van Oude Niedorp zullen daardoor
niet openstaan voor de Scheepvaart.
Ingenieur Ringers beantwoordt de verschillende
sprekers. Hij zegt: De Dijkgraaf van de Vier Noor
der Koggen meent, dat de kanalen alleen belang heb
ben voor den handel. Maar de Burgemeester van
Heerhugowaard heeft het anders berekend. Juist de
Landbouw heeft groote voordeelen van de kanali
satie.
De heer A. Commandeur, Burgemeester van Span
broek vraagt, waarom bijdragen van ons? Wervers
hoof hetzelfde. Welnu, omdat de geprojecteerde ka
nalen om en bij die gemeenten liggen en 4e bestaande
waterwegen daarop aansluiting geven. Wervershoof
kan op het kanaal ZwaagdijkMedemblik aanslui
ting geven. Opmeer en Spanbroek kunnen aanslui
ting vinden bij Obdam, waar zij een veel beteren wa
terweg kunnen gebruiken. En zijn de kanalen er een
maal, dan is aansluiting daarop veel gemakkelijker
te verkrijgen. Als er geen kanalen komen, dan is
alles voor goed onmogelijk. Ingenieur Ringers wil nog
op één punt wijzen en dat is dit: de bijdragen zullen
niet door de Commissie-Van Aalst worden geïnd; deze
is slechts tusschenpersoon. De Provincie zal over die
bijdrage een overeenkomst sluiten met de verschillen
de belanghebbenden. Maar de betaling zal slechts
behoeven te geschieden te fekenen vanaf het besluit,
waarbij die overeenkomst is goedgekeurd en dan ge
durende 40 jaar. Terwijl geen betaling geschieden
zal, wanneer met de uitvoering: geen begin is ge
maakt. Die dus het eerst begint, komt er het beste
af.
Wat de bezwaren betreft van Geestmer Ambacht
omtrent de vermeende verslechtering door de wijzi
ging van de boezems, deze bezwaren zijn ongegrond,
daar door het kanaal over Avenhorn het oosten van
Schermerboezem van het waterbezwaar wordt ont
last. De toestand zal verbeteren inplaats van verslech
ten.
De heer Visser, Burgemeester van Nieuwe Niedorp
vraagt inlichtingen omtrent onderhoud van verschil
lende zaken bij den aanleg der kanalen, met name of
dat onderhoud van de gemeente'op de provincie zal
overgaan. De Ingenieur acht dit waarschijnlijk, maar
geeft den raad inlichtingen te vragen bij den Pro
vincialen Waterstaat
De heer Bisschop, Burgemeester van Hoorn, be
treurt het dat de richting van de kanalen bij Hoorn
niet vaststaat en hij vraagt, of de Commissie dien
aangaande geen beslissing kan krijgen van Gedepu
teerde Staten. De bijdrage van Hoorn is nu geschat
op 10 mille per jaar. Over dit bedrag wil de Burge
meester niet spreken. Hij is overtuigd, dat de billijk
heid bij de vaststelling van dit cijfer zal zijn betracht
Doch hoe staat het met de kwestie van die bijdrage
gedurende 40 jaar? Hij begrijpt dat, wanneer er later
aan het werk begonnen wortd, clan eerst betaald be
hoeft te worden van het oogenblik waarop begonnen
wordt en niet langer dan 40 jaar nó, den datum waarop
de eerste bijdrage is toegezegd en door het Provin
ciaal Bestuur als zoodanig is erkend. Maar wanneer
komt die erkenning door de Provincie? Zal men daar
op niet laten wachten tot het werk begonnen wordt?
De heer Van Heuven, Burgemeester van Ursem
merkt op, dat er een sluis i,s gebouwd te Ri^tenburg,
waarvoor Ursem f 500.per jaar heeft toegezegd. Nu
zal de sluis te Rustenburg door de kanalen vervallen.
Wordt nu die sluis ook door de Provincie overgeno
men?
De heer Slot, Burgemeester van Broek op Langen-
dijk verklaart, dat het Dagelijksch Bestuur van die
gemeente heeft besloten aan den Raad voorstellen te
doen, de gevraagde bijdrage te verleenen. Maar er
worden een massa bezwaren naar voren gebracht en
daarom wil hij een vraag doen. De Commissie-Van
Aalst heeft de zaak duidelijk uiteen gezet, maar zou
het niet gewenscht zijn, in een vlugschrift de voor
deelen van de kanalisatie naar voren te brengen?
Wij hebben ook met het publiek en met de publieke
opinie te doen en de meeste menschen begrijpen niet
veel van de zaak. Het is noodig. -dat er eenige propa
ganda gemaakt wordt om de menschen beter op de
hoogte te stellen. Verder vraagt de spreker, hoe de
Commissie-Van Aalst zich voorstelt de heffingen te
doen op goederen, bestemd voor streken, die geen bij
dragen hebben verleend.
De heer Snel, Wethouder van Medemblik, wil het
woord, door den heer Stapel gesproken, ter aanbeve
ling van de kanaalplannen, nog eens onderstrepen.
Hij heeft veel lof voor de werkzaamheden van de
Commissie-Van Aalst. Hij brengt ook hulde aan den
Burgemeester van Medemblik, voor zijn werk in die
Commissie. Spreker is koopman en heeft met genoe
gen gehoord de woorden van den Voorzitter en van
den heer Stapel. Als men de verschillende gesprek
ken van de menschen beluistert, dan zijn de argu
menten die men hoort bezigen tegen de Kanalisatie,
soms wel zeer zonderling. De totstandkoming van de
lijn HoornMedemblik wordt thans luide geprezen,
in dezelfde gemeente, die zich nu tegen de kanalisatie
verklaart. En vroeger was die gemeente de eenige, die
baar bijdrage weigerdel Het woord van den Dijkgraaf
van de 4 Noorder Koggen verbaast spreker zeer. Als
de heer Pijper zegt, dat het water in de 4 Noorder
Koggen geen verbetering behoeft, dan zal dat wel
juist zijn. Maar hoe zwaar zal het land belast worden
als de kanalen er komen? Wel per H.A. zestig cent.
Dit is toch geen bezwaar, ieder weldenkend mensch
moet dat begrijpen. De waardevermeerdering van het
land door de kanalen moet ook in het oog worden
gehouden. Spreker hoopt nog altijd, dat de menschen
zoo wijs zullen zijn, dat zij hun bijdrage verleenen.
De heer Schreinders, Burgemeester van Groote
broek, vraagt of het belang van die streek niet te
hoog is aangeslagen.
De heer Vijn, Burgemeester van Twisk zegt, dat
het juist is, dat Twisk in 1887 niet heeft willen bij
dragen voor een locaal spoor Medemblik—-Hoorn.
Maar de gemeentenaren hadden veel aandeelen ge-
|>oo: