jhager-Courant
VOOR DE KINDEREN.
ondergang van een Keizerrijk".
WAT" PIM EN PUK OVERKWAM.
Zaterdag 2 Juli 1927.
70ste Jaargang. No. 8075.
Oorspronkelijk verhaal door SIROLF.
Nadruk verboden. Alle rechten voorbehouden.)
generale repetitie van de liefhebberij tooneel-
i: „Achteraffer grasdorp vooruit!" was in vollen
g. De volgende week zou namelijk het vijftigjarig
aan van de tooneelclub te Achteraffergrasdorp ge-
d worden. Daartoe had de literator van het dorp,
aeer Sokdorf, een oorspronkelijk Romeinsch too-
♦.♦1 Ispel geschreven: „De ondergang van een keizer-
'0'jJ". De heer Sokdorf dreef.de eenigste kruideniers-
f/atu uit de gemeente, doch verkocht tevens het Stui-
jblad en de Oprechte Achterafferhooidorp er
uwsbode. Vandaar zijn literaire ontwikkeling, die
en eiken twijfel verheven was. De literator was
;ns regisseur van de tooneelclub en onderscheidde
i daartoe van de lagere dorpsgenooten, door het
gen van een zeer hooge stijve boord, die hem
iwelijks veroorloofde, boven den rand uit te kijken
hem dwong, steeds recht voor zich uit te zien.
•e repetitie vond plaats, gécostumeerd, doch zon-
pruiken, op het erf van boer Bartelsmans. Sok-
f had uitgemaakt, dat de Romeinsche krijgers, die
zijn stuk voorkwamen, in dien ouden tijd altijd
deed gingen in een knievrije witte jurk, met een
3 tuurt je om het middel en een lauwerkrans op
hoofd. Natuurlijk liepen ze in den tijd allemaal
t bloote beenen.
len was juist aan een zeer spannende scène bezig,
lidden op het grasveldje was een ruw houten
ik geplaatst. Dat was de zetel van Cleotala, de ko-
igin, en nu moest do fiero Katanus, een roemrijk
eraanvoerder, afscheid komen nemen, van de
toone Cleotala, die hij in stilte bomindo.
Op je plaatsen!", riep de regisseur met een aard-
tormgipol in zijn keel.'
Httttleotala, die niomand anders was, dan de magero,
Benige smid, die de vrouwonrol vervulde, legde zich
^^®de houten bank noer, gehuld in een zeer lang, wit
nd. Het hoofd steunde hij met de rechterhand. Hij
ld de oogen ten hemel geslagen en schoof onder-
ischen langzaam zijn pruim van de linkerwang
ar de rechter, en omgekeerd.
)aar kwam Katanus bij hot gestoelte van Cleotala
Katanus, uitgebeeld door van Nattum, de her-
.rgier uit het Vosje, beet zenuwachtig op zijn hang-
7r, sloeg een paar waterige oogjes naar boven,
*!o met een vettig klapje zijn linkerhand op zijn
yp* ■•UJende buikje en stak fier de rechter in de
tëgenk terwW WJi °P één dreun afraffelde:
Mtfid. b:
li heft'<*
b vW i
H
Ifte
z6c~
Ik ben met pauw bang:, maar
joch heeft me gasteren een man
trg doen schrikken toen ik hem
wn geld vroeg t_
Dreigde hu met de politie
Nee, hij bood me werk aan 1
„Hei! Cleotala, zij die gane sturreve, ze groete je!"
Cleota/la spuwde even op den grond en zei dan met
een diepe zucht: „Ooooo!"
„Stop!", riep de regisseur, deugt nietl Cleotala moet
haar fijne, leliehlanke handje bouwvallig langs de
bank laten neerhangen. Vooruit, smid, laat je lin
kervlerk zakken".
Cleotala krabde eerst even met de linkerhand over
het kale hoofd, en liet dan met een smak zijn gewel
dige, vereelte smidsvuist over den rand van de bank
zakken.
„Nog eens over!", commandeerde de regisseur.
Katanus stak zijn rechterhand weer in de hoogte
en raffelde af:
„Hei! Cleotala, zij die gaan sturreve, ze groete je!"
„Ooool", zuchtte Cleotala en schoof zijn pruim
naar links.
„Laat mij uw blanke lieve leliehand kussen!", mom
pelde Katanus weer. Metoon liet hij zich op de beide
knieën vallen, greep de vuile eeltige vuist van den
smid en drukte er met zijn hangsnor een kus op.
Cleotala werd kwaad: „Zeg, bê je nou heelemaal
gek, mlt jo flausies, je hoef niet echt te zoene, je
kriebelt me mit je snor, viezerik, pas op, of ik zal je
een opdoffer verkoope!"
De regisseur kwam tusschenbeide. Nou, nou, kallem
nou, manne", suste hij. „Het niot spel, tooneelspel
blijve, nou! Vooruit nou, nog eens over''. Eü het spel
herhaalde zich:
„Hei Cleotala, zij die gaan sturreve, ze groete Je!"
„Ooooo!"
„Laat mij uws lieve blanke leliehand kusso!"
Nu ware het de beurt van de schoone Cleotala ge
weest, om met een diepe zucht te fluisteren: „O, fiere
Katanus, hoe min ik U!" Maar er was nog een toe
schouwer op het terrein gekomen. Een verwaande
zwarte haan, mot trotsch waaiende staart, had het
schouwspel gezien en was met eigendunkelijke pasjes
en knikkende 'lop komen aciarhjppea. Viarroor
hij de vereelte vuist van ClaoUla, die „bouwvallig"
neerhing, aanzag, zal wel altijd onopgehelderd blij
ven. Doch een feit was, dat zij plotseling een venij
nige pik in de vuist gaf, juist toen de fiere Katanus
met de hangsnor had uitgeroepen: Laat mij uws
lieve lelieblanke hand kussen!
Cleotala gaf een schreeuw, sprong wild op en brul
de:
„Verroest, die sallemander hêt me in me vlerk
gehete!"
„Liggen blijven!", riep de regisseur buiten zich
zelve. „Liggen blijve, Cleotala, anders schieten we
ommers nooit op! Toe nou! En Katanus moet veel
harder spreken, je praat veuls te zachies van Nat
tum!"
Cleotaila had zich weer neergevleid, met een pijnlijk
gezicht De regisseur gaf een sein, en daar begon het
spel opnieuw. Katanus, gevoelig voor de wenk van
den regisseur, haalde diep adem, spalkte zijn mond
wijd open en bulkte als een misthoorn:
„Heiiii!!!!! Cleotala, zij die gaon sturreve, ze
groete je!"
Cleotala schrok. Ze werd spierwit opeens, ging
rechtop zitten, staarde met uitpuilende oogen recht
vooruit, slikte een paar maal, kreunde, en rende dan
plotseling, metéén hand voor zijn mond en de andere
op zijn maag, heen.
De schoone Cleotala had van de schrik zijn pruim
ingeslikt!
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U bekend:
dat plantenleven op niet grooter diepte dan 200
meter beneden den zeespiegel kan bestaan?
dat dierlijk leven echter gevonden is op een diep
te van 7000 meter?
dat men in Zweden uit zaagsel suiker maakt?
Dwaze menschen, die voet
ballers. Nu loopen ze al bijna drie
kwartier achter den bal, terwijl
het recent, dat het eiet'
Reiziger: Garandeert u me,
dat er geen vliegen in die kamer
zijn.
Hotelhouder: Positief, me
neer.
Reiziger: Geeft u me een
dubbeltje voor elke vlieg, die ik
er aantref?
Hotelhouder: Meneer denkt
misschien met een millionair te
doen te hebben?
dat men in Berlijn erin geslaagd is, zulke dunde
stalen platen te maken, dat het staal doorzichtig
werd als glas?
dat er onder de 900 leerlingen van een school in
Dundee (Eng.) 14 tweelingen zijn, 18 meisjes en '10
jongens?
dat de bamboe het snelste groeit van alle plan
ten?
dat nieuwe scheuten uitkomen met een snelheid
van 22X c.M. in elke 24 uur, in het regenseizoen?
dat sommige woorden in de Chineesche taal wel
IQ verschillende beteekenissen hebben?
d a t de Chineesche krant, De Peking Gazette zon
der onderbreking gedurende 1400 jaar gepubliceerd
ia?i
d a t de oudste klok in Engeland gevonden wordt
in de Wells Gathedral, waar in het jaar 1304 aan
den bewaarder van „la clokk" de som van zes gulden
per jaar werd betaald?
dj a t de bewegingen van het menschelijk oog ver
oorzaakt worden door zes spieren?
dat de dieren in den Londonscben dierentuin per
jaar 240.000 bananen opeten?
dat de verschillende liefhebbers daar verder per
Jaar 500 pond gedroogde vliegen en 250 pond me el-
wormen consumeeren en,' om nog eon greep te doen,
nog 25.200 eieren?
ïter
soolp
□lipt
>anto
tij!'.:
kil
alle
ook
5V.
73. Aan de andere zijde van de vaart
stond baas Reiger te visschen. Hè, Lang
been, kom eens hier, riep vrachtrijder
Hamster hem toe, er is werk aan den
winkel voor je! Je moet een grooten appel
voor me plukken van een dikken boom.
77. Zoo, zoo, zei meester Rammelaar, ter
wijl hij de booswichten doordringend ian-
zag. Een dagje vrij genomen? Och ja,
waarom niet. Julli bent toch al zulk?
bolleboozen. Je kunt best een beetje on
derwijs missen.
74. Baas Reiger was met een paar for-
sche wiekslagen op de plaats des on-
heils, hij strekte z'n lange hals uil en
maakte met z'n puntige snavel Puk's
rokje los van den boomtak. Nu, ze was
blij hoor, toen ze weer met haar voetjes
op den grond stond.
X
78. Pim nam z'n pet ai en keek achter
zich, of daar wonder wat te zien was.
En Puk keek precies den anderen kant
op. Maar ze zagen er niet één. Wat
moesten ze ook nog zeggen? Ze waren lee-
lijk gesnapt
75. Puk mocht nu naast baas Hamster op
den bok komen zitten. Ze had het er best
naar haar zin, maar capriolen maakte ze
niet meer. Daarvoor was ze te hevig ge
schrokken.
79. Baas Hamster en meester Rammelaar
brachten de booswichten samen thuis. Nu,
dat was een ontmoeting. Vader en Moe
der hadden in vreeselijke angst gezeten.
Ze wisten heusch niet, waar hun peu
ters waren. En ze hadden al voor een on
geluk gevreesd.
76. Toen de kar van baas Hamster Wip
staartendorp binnenreed, zagen Pim en
Puk tot hun schrik meester Rammelaar
aankomen. En juist had baas Hamster ze
verzocht nu maar uit te stappen.
80. Baas Hamster moest binnenko
men, een kop koffie nemen en een sigaar
opsteken en ondertusschen alles vertellen.
Vader en Moeder luisterden toe en ze von
den hun kleine Pim en Puk erg verschrik
kelijk bar ondeugend. Zoo maar weg te
loopen!