Schager Courant
Raad Zijpe.
Tweede Blad.
Gemengd Nieuws.
Woensdag «6 Juli 1927
70ste Jaargang. No. 8077.
Vergadering van <ien Raad van Zijpd. oti Ding
dag 5 Juli 1927. des morgen» half elf.
Alle leden zijn aanwezig-
Voorzitter de heer J. de Moor, burgemeester, se
cretaris de heer J. A. de Boer.
De vergadering wor-dt geopend en het vaststellen
der notulen uitgesteld tot de volgende vergadering.
De aanbesteding van het onderhond der
g em ee nte werken.
De heer D:oorn zegt. dat bij1 de laatst' gehouden
aanbesteding van onderhoud der gemeentewerken
een gedeelte niet is gegund en spr. vraagt nu welke
stagnatie dit veroorzaakt heeft.
Voorzitter deelt mede. dat bij de aanbesteding spr.
niet tegenwoordig was en er ten opzichte van het
timmerwerk een meeningsverschil ontstónd tus-
sclien de beide wethouders en deze toen besflioten de
gunning aan te houden tot spr. aanwezig was. 'Van
middag zal de beslissing hieromtrent vallen. Naar
het schilderwerk werd zoo hoog ingeschreven, dat
gunning niet kon plaats vinden.
■De heer Doorn vraagt of de Voorzitter daar zeker,
van is. dat de inschrijving, naar het schilderwerk
te hoog was.
Voorzitter antwoordt bevestigend.
De heer Doorn merkt op, dat do timmerman, die
't laagst had ingeschreven, een goed vakman is.
De heer Raat -deelt nu mede, dat hem bij de aan
besteding bleek, dat de laagste inschrijver geen pa-
troon was. Spr. kan het niet goedkeuren, dat een.
dergelijke beunhazerij plaats heeft en noemt het een
onbillijke concurrentie als «en knecht op deze wijze
tracht baas te werden.
De heer Doorn is van oordeel, dat het standpunt]
dat de heer Raat inneemt, niet democratisch is. B.,
en W. en de opzichter hebben ervoor te waken, dat
het werk goed uitgevoerd wordt. Spr. wijst erop. dat
hem de laatste jaren wel is gebleken, hoe het werk
wordt afgeleverd, en dat is te wijten aan het toe
zicht. Als men publiek besteedt, dient men dat ook
consequent door te< voeren.
Voorzitter zegt. dat hem wel is gebleken, dat be
doeld persoon al meer voor zich zelf heeft gewerkt.
De heer Van der Sluijs deelde oppervlakkig de,
meening van den heer Raat. omdat ook spr. het
geen eerlijke concurrentie vindt tegen de patroons,
omdat een knecht met minder exploitatiekosten toe
kan. Maar spr. heeft uitsluitend gezien de adverten
tie en de aanbestedingsvoorwaarden, waarbij geen
bepaling was gemaakt, dat de aanbesteding alleen
werd gehouden onder de patroons. Spr. heeft zich
toen de vraag gesteld, is de laagste inschrijver een
solied man. een man berekend voor zijn taak. En
waar spr. op die vraag een bevestigend antwoord
kreeg, wilde spr. het werk aan den laagsten inschrij
ver gunnen.
De heer Doorn vraagt verder, wanneer het adres
van de Miiddenstandsvereeniging naar voren komt.
Het is al eenigen tijd geleden ingediend, en spr.
wil niet beweren, dat het zeker niet in de kraam
van B. en W. te pas komt, maar het dient toch af
gewikkeld te worden.
Voorzitter zegt dat eenige inlichtingen zijn inge
wonnen en één antwoord is laat ingekomen, zoo
dat het adres nog niet in zijn geheel door B. en W.
is behandeld.
De heer Nannis vraagt, nu we aanstonds den tijd
van zwaren ihooibroei -hebben, wanneer de nieuwe
brandspuit kan arriveeren.
Voorzitter zegt. dat zij ieder oogenblik verwacht
kan worden.
Mededeelingen en Ingekomen stukken.
Medegedeeld wordt, dat Ged. Staten hebben goed
gekeurd de wijzigingen in de gemeentebegrooting
dienst 1927.
De heer M. J. Kunnen heeft zijn benoeming tot
lijnwerker aan het G.E.B. aangenomen en de datum
van in functie treden is bepaald op 16 Juli 1927.
De heer M. Roep heeft zijn benoeming tot onder
wijzer te St. Mlaartensbrug aangenomen, doch over
eenkomstig het advies van den Inspecteur van het
B.O. zullen B. en W. hem voorloopig te Burgerbrug
laten, in verband met de daar bestaande vacature
van hoofd der school
Ingekomen is een Staatsblad, vermeldende de af
schaffing van het college van zetters en wel tegen
1 Juli 1927.
Ged. Staten hebben goedgekeurd) de balans en
winst- en verliesrekening van den Keuringsdienst
van Waren te Alkmaar over den dienst 1925. Het
te veel betaalde bedroeg voor deze gemeente f 102.59.
Het verslag Noorder Stoomtramweg zal circulee-
ren. Het dividend is opl 3 pet. bepaald, vorig jaar
3K pet.
Ook zal circuleeren een verslag van het Alk-
maarsch Genootschap tot zedelijke verbetering van
gevangenen.
Ged. Staten maakten enkele bemerkingen van ad
ministratieven aard over de gemeenterekening en
die van het G.-EJB.
Goedgevonden wordt de verlangde wijzigingen-
aan te brengen.
i
Zal de opbrengst der belasting meevallen?
Van den Inspecteur der Directe belastingen kwam
een bericht in. dat de vermoedelijke opbrengst oveï
1927—1923 wel zal bedragen f 56000. Deze raming
blijkt hooger te zijn dan die van B. en W.. want B.
en W. raamden de opjrbengstftl/3 lager dan verleden
jaar en raamden de opbrengst 'bij een vermenigvul-
digingscijfer van 1.4 op f 49000. Als de inspecteur het
goed ziet. zou het vermenigvuldigingscijfer lager be
paald kunnen worden. B. en W. blijven echter van
oordeel, dat het vermenigvuldigingscijfer op 1.4 be
paald dient te blijven.
De heer Appel vindt bet een eigenaardig iets,
vorig maal leek de inspecteur wel een waarschu
wing te zenden. Op deze manier kan men er niet
veel op aan. 4
In handen van B. en W. om advies wordt ge
steld een adres van de stichting R. Kath. Lyceum te
Alkmaar, om een bijdrage van f 150 per jaar voor
iedere leerling uit onze gemeente, die het lyceum
bezoekt.
Ingekomen was een schrijven van de Commissie-
Van Aalst, begeleid door een staat van iaarlijksche
bijdragen voor de kanalisatie, waarbij' den bijdrage
van Zijpe gedurende 40 jaren op f 600 per jaar was
bepaald voor het kanaal StolpenSchagen. Waar
binnenkort nog een adres van de Commissie-Van
Aalst, is te verwachten, met verzoek een beslissing
te nemen, wordt het eerste schrijven aangehouden.
Gister is ingekomen een verzoek om subsidie van
de Vereeniging voor Ziekerhuisverpleging te Bur
gerbrug. Het adres wordt in handen gestold van B.
en W. om advies.
De bezwaren tegen ue samonvoe-
ging vsn Petton bl] de gem. Zijpe.
Hierna komt aan de orde het eenigste punt van de
agenda, de behandeling van het door Gedeputeerde
Staten van .Noordholland opgemaakte ontwerp van
wet tot vereeniging van de gemeenten Zijpe en Pet
ten.
Het uit 11 artikelen b'estaande ontwerp wordt gele
zen en hier en daar door den secretaris nader toe
gelicht Zoo wordt o.a. toegelicht dat de door het
rij-k jaarlijks vastgestelde som ingevolge de wet van
24 Mei 1897, voor Zijpe bedroeg f2.51 per inwoners,
voor Petten daarentegen f4.97%. De uitkeering nu
zal voor de vereenigde gemeente niet dalen beneden
de som van 08 bedragen, die de beide opgeheven ge
meenten over het jaar 1927 tezamen hebben genoten.
Artikel 9 van het ontwerp luidt: in de verordening
tot heffing van opcenten op de -hoofdsom der rijks
inkomstenbelasting of van eene belasting naar het in
komen, kunnen telkens voor niet langer dan één jaar
ien uiterlijk tot 1 Mei 1944, voor verschillende gedeel
ten van de vereenigde gemeente verschillende regels
worden vastgesteld. Deze bepaling geldt in hoofdzaak
om het mogelijk te maken dat de kosten verbonden
aan de wachtgeldregeling verhaald kunnen worden
op de ingezetenen der gemeente Petten.
De heer Van der Sluijs zegt dat blijkens het bege
leidend schrijven eventueele schulden van de ge
meente Petten door de Provincie zullen worden over
genomen, doch dat de kosten der wachtgeldregeling
op de ingezetenen van Petten verhaald kunnen wor
den. Spr. herinnert er aan dat in een vorige verga
dering de Raad heeft gemeend dat Zijpe dé gemeente
Petten zou aanvaarden zonder schulden en wachtgel
den. Nu wordt wel de gemeente Zijpe ontiheven van
het betalen der wachtgelden, maar wordt de gemeente
Petten ermee belast Spr. zou er op willen aandrin
gen, dat de wachtgelden geheel voor rijk en/of provin
cie kwamen.
Een tweede bezwaar voor spr. is dat de op wacht
geld gestelde ambtenaren niet behoeven te betalen in
hun pensioenbijdrage, terwijl toch hun dienstjaren
zullen meetellen. Als die ambtenaren nu een gelijk
waardige betrekking krijgen, zou de gemeente Zijpe
die achterstallige pensioenbijdrage moeten betalen en
spr. zou dan ook de bepaling in de wet willen zien
opgenomen, dat eventueel achterstallige pensioenbij
dragen door het rijk zullen worden betaald.
Als derde bezwaar noemt spr., dat hem van zeer
nabij bekend is, dat de openbare school te Petten niet
voldoet aan de eischen die men aan een openbare
school stelt en het voldoen aan die eisch zal dus met
financieele offers gepaard gaan. Een regeling hier
omtrent komt niet in het wetsontwerp voor en spr.
acht het niet juist als de gemeente Zijpe met deze
kosten belast zou worden, doch acht het niet meer
dan billijk, dat deze kosten komen voor rekening van
het rijk.
De heer Appel is tegen annexatie van de gemeente
Petten, tegen dit wetsontwerp dus, doch in het bij
zonder tegen artikel 9 ervan. Spr. oordeelt dat het
verhalen door de gemeente Zijpe van de wachtgelden
op de ingezetenen van Petten niet mag plaats vin
den, dat zou beteekenen meten met 2 maten en het
kan niet anders, of het zal verbittering wekken. Wat
is de oorzaak dat Petten in de misère is? Dat is niet
door toedoen van henzelf, doch komt door dat Ged.
Staten de salarissen der ambtenaren zoo veihoogd
hebben, dat de rekeningen niet meer sluitend te krij
gen waren. Blijft Petten dus bestaan, dan zal het Rijk
in de tekorten hebben bij te dragen en spr. zal er
absoluut tegen stemmen dat bij annexatie de wacht
geldregeling wordt als wordt voorgesteld.
De heer Raat wijst er op, dat de vereeniging aan
de gemeente Zijpe geen finantieel voordeel zal ople
veren, maar zij toch waarschijnlijk wel tot stand zal
komen. Daarom lijkt het spr. 't meest gewenscht de
manier aan te geven, waarop de vereeniging van
Zijpe het minst kostbaar en het meest gewenscht zal
zijn. Spr. oordeelt ook dat artikel 9 nooit van toepas
sing mag worden, want spr. is het met den heer
Appel eens, dat dit stootend voor de ingezetenen van
Petten zal wezen. Wij dienen dus hiertegen krach
tig te ageeren en spr. zou daartoe het geheele artikel
9 geschrapt willen zien, wat zeer goed mogelijk is, in
dien het eerste gedeelte van art. 6 wordt veranderd,
het gedeelte dat 'bepaalt de vaststelling van de som
door het Rijk jaarlijks ingevolge de wet van 24 Mei
1897, sedert gewijzigd. De uitkeering aan Zijpe was
in 1927 f 2.50 per inwoners, is totaal f 12213, aan Pet
ten f 1780, tezamen ongeveer f 14000. Door ons was
berekend dat de vereeniging van beide gemeenten
voor de Zijpe een nadeel zou opleveren van ongeveer
f 1700. Als nu de hierboven genoemde rijksuitkeering
wordt bepaald voor de nieuwe gemeente op f 3.25, to
taal f 16300, lijkt spr. dit een juiste oplossing, want
spr. denkt, 'dat het niet wei-mogelijk is dat de wacht
gelden door het rijk voor zijn rekening worden ge
nomen, omdat een dergelijke oplossing anders wel in
het ontwerp was opgenomen.
De heer Hooij is het met den heer Appel eens en
\Vil, waar de gemeente Zijpe geen voordeel van de
vereeniging heeft, ter kennis van Ged. Staten brengen,
dat men tegen de samenvoeging is. Spr. deelt de ver
onderstelling van den heer Raat niet dat 't toch niets
geeft, want Géd. Staten verzoeken den Raad toch zijn
stem te laten hooren. Spr. vergelijkt de zaak met
een aanbesteding: eerst de aanbesteding, en daarna
volgt de tariefrekening. We hebben reeds gehoord van
den heer Van der Sluijs, dat de school te Petten in
desolaten toestand verkeert, in den nevenraad van
Petten is de wenschelijkheid uitgesproken, dat Pet
ten eenige faciliteiten zal behouden en spr. maakt
zich sterk dat een dergelijk verzoek zal worden toege
staan en dat zal dus geld kosten. De gemeente Pet
ten is failliet door wat haar van bovenaf werd op
gelegd en thans zouden wij het zaakje krijgen. Als
Petten de zaak niet kloppend kan krijgen, kunnen wij
dat ook niet en zullen de totale hooge lasten voor
Zijpe nog hooger worden. Spr. acht -het beter dat Pet
ten Petten blijft, want in de vereeniging ziet spr. ook
niet anders dan misère voor Petten.
De heer Doorn zegt dat hij vorig maal reeds van 2
kwaden het beste heeft willen kiezen en op dat stand
punt staat. spr. ook nu nog. Maar in geen geval zou
spr. de wachtgelden op de ingezetenen van Pet
ten willen verhalen. Spr. wil even terugkomen op de
woorden door burgemeester Eriks gesproken, toen
deze hoopte dat Zijpe zich op een ruim standpunt zou
plaatsen. Spr. evenwel had verwacht dat burge
meester Eriks zich op een ruimi standpunt had ge
plaatst, een 3-dubbel salaris is hem toegemeten,
een hoop geld is 'door hem in de gemeente Petten ont
vangen en spr. had een betere houding verwacht, te
meer waar hij met f 600 wachtgeld best zou kunnen
volstaan.
De heer Hoedjes ziet ook een schadepost voor 'de
gemeente Zijpe in de overneming, hoewel de inwilli
ging van de 3 punten door den heer Van der Sluijs
genoemd, een tegemoetkoming beteekent.
Spr. wijst er echter op dat er nog meer bezwaren
zijn dan de school en noemt de rioleering, die alles
behalve goed is te Petten. Spr. zou in het rapport wil
len doen uitkomen dat eerst alles goed in orde ge
maakt dient te worden, want doen ze dat niet, dan
kan spr. zich met de vereeniging slecht vereenigen.
Den heer Nannis doet het genoegen dat de Raad
homogeen is waar het betreft de voorwaarde dat de
wachtgelden niet op de ingezetenen moeten worden
verhaald. Mocht onverhoopt die voorwaarde niet ge
accepteerd worden, en de vereeniging toch plaats
vinden, dan geeft spr. in overweging de wachtgelden
onder de vereenigde gemeenten te verdeelen. Verder
wil spr. zich niet. bepalen tot de groote woorden die te
dezer zake worden gesproken.
De heer Van der Sluijs oordeelt dat het tot de be
voegdheid behoort van den nieuw te benoemen raad
'hoe de wachtgelden zullen moeten worden opge
bracht en of daarbij; Petten al dan niet zwaarder be
last zal worden.
De hwerea Nannia en Bellis blijken het niet met
dit oordeel van den heer Vod der Sluijs eens te zijn.
terwijl Voorzitter oordeelt, dat de raad zich niet
moet bepalen tot wat de nieuwe raad behoort te
doen.
De heer Raat zegt dat hij daarom art. 9 geheel wilde
schrappen. Het gaat nu over het ontwerp, straks
wordt de nieuwe wet van kracht voor den nieuwen
raad.
De heer Hooij meent, dat vorig maal besloten is.
dat de schulden) niet voor rekening van Zijpe moch
ten komen en als nu de wachtgelden ten laste der
gemeente mochten komen, besluiten we de vereeni
ging niet te accepteeren.
Voorzitter zegt. dat de zaak uit een practisch oog
punt dienit te worden bekeken. Als de raad zich uit
spreekt tegen annexatie, verwacht spr. dat het Rijk
toch' Petten aan Zijpe zal toevoegen. Als we ons voor
annexatie uitspreken, kunnen we echter eischen
stellen.
De -heer Hooij daarentegen oordeelt dat Ged. Sta
ten het oordeel van den Raad vragen en dus kan de
raad zich uitspreken.
Voorzitter zegt dat in het rapport de bezwaren
naar voren kunnen worden gebracht. Wij moeten
de belangen der gemeente* Zijpe en hare ingezete
nen voor oogen houden, en zooveel mogelijk doen
uitkomen, wat Zijpe kan drukken. Toch moeten we
een ruimer standpunt innemen ten opzichte van
Petten en hare ingezetenen. Als Zijpe de gemeente
Petten krijgt als in het ontwerp wordt omschreven,
zal het voor Petten een groote strop worden.
De heer Hooij: Dan. moet het Rij'k maar bijsprin
gen.
De heer Bellis oordeelt, dat de sprekers niet vol
doende op de hoogte zijn van de toestand in de ge
meente Petten. De school is goed. doch voldoet niet
geheel aan de eischen. Ook de rioleering is goed
en de wegen in Petten zijn best. zoowel de polder
weg van 1200 meter als de weg naar Hazepolder van
500 meter, de eenige wegen die Petten heeft, zijn
heel goed. Spr. gelooft niet. dat de annexatie zoo
veel schade voor Zijpe zal opleveren. Buiten de
wachtgelden heeft Petten zich altijd kunnen bedrui
pen en spr. ziet dan ook nie tin. dat Zijpe er eenig
nadeel van krijgt.
De heer Appel is er zeker van, dat de vereeniging
•voor Zijpe een strop wordt, maar de annexatie zal
wel bekokstoofd zijn. Spr. begrijpt evenwel de hou
ding van den heer Raat niet. Deze is altijd voor be
zuiniging op de salarissen en de vereeniging zal di
rect tot gevolg hebben verhooging van salarissen
van burgemeester en secretaris, door de plaatsing
der gemeente in een hoogere klasse.
Voorzitter zegt, dat hooger salaris voor burge
meester en secretaris bij de vereeniging f1560 zal kos
ten ,maar dat is waarschijnlijk maar voor 2 jaar,
omdat aan de hand van de bevolking Zijpe dan toch
wel iD een hoogere. klasse zou komen. Spr. geeft nog
maals in overweging de voorzichtigheid te betrach
ten en raadt ernstig aan de bezwaren in het rap-
•port te vermelden.
De heer Hooij wil graag gelooven, dat het school
gebouw een goed gebouw is, maar als Petten een
maal bij Zijpe is, verwacht spr. dat hoe goed het
gebouw dan ook is, het aan de gestelde eischen zal
moeten voldoen.
Ged. Staten mogen gerust weten, waarom we tegen
de annexatie zijn. spr. zit hier voor de gemeente
Zijpe alleen en als Petten hulp noodig heeft, moe
ten de menschen hulp verleenen die gezorgd heb
ben, dat Petten in de misère zit.
De heer Bellis: Daar hebben rijk en provincie
voor gezorgd.
De beer Hoogland is het roerend eens met wat de
heer Hooij heeft gezegd, maar we dienen den wijsten
w eg te kiezen. Spr. wil dat B. en W. het rapport
samenstellen en dat de Raad daarna nog eens, ter
bespreking van het rapport 'bij elkaar komt.
Voorzitter zegt dat het rapport vóór 15 Juli bij Ged.
Staten moet worden ingediend en de Raad zich kan
uitspreken tegen annexatie of voor annexatie, doch
met het rapport waarin de verschillende eischen wor
den gesteld.
De heer Appel meent dat de Raad reeds de blun
der heeft gemaakt door eerder zich al uit te spre
ken voor annexatie.
De heer Raat merkt nog op, dat hij zich niet heeft
doen kennen als een voorstander van annexatie. Spr.
heeft zich op het standpunt geplaatst een oordeel uit
te spreken over het ontwerp-wet en zooals het nu
luidt,, is dat voor spr. onaannemelijk.
De heer Doom meent dat de Raad geen blunder
heeft gemaakt, want dat met de annexatie de arbei
dersbevolking geholpen zal zijn, er werkverruiming
door zal ontstaan.
De heer Van der Sluijs merkt op, niet gezegd te
hebben dat de school te Petten in desolaten toestand
verkeert, maar dat ze niet voldoet aan de eischen.
Spr. wijst er op dat de oorspronkelijke exploitatiere
kening opgezet is om na te gaan, welk nadeel voor
Zijpe aan de vereeniging zat, dermate gewijzigd is,
dat. eenig voordeel viel te constateeren. Spr. zou dan
in het rapport willen vastleggen de voorwaarde dat
als de exploitatie een tekort aangeeft, dan de rijks
bijdrage wordt verhoogd.
De heer Raat zegt dat wat de heer Van der Sluijs
en spr. willen, weinig verschil inhoudt, alleen gaat
spr. meer recht op het doel af.
Voorzitter zou beide ideeën in het rapport naar vo
ren willen brengen.
De heer Raat gaat hiermee accoord.
Met 9 tegen 2 stemmen spreekt de Raad zich in
beginsel uit voor vereeniging van de gemeenten Pet
ten en Zijpe en zullen de besproken voorwaarden in
een rapport aan Ged. Staten kenbaar worden ge
maakt. Tegen de samenvoeging verklaarden zich de
heeren Appel en Hooij.
Hierna sluiting.
ZWARE OVERSTROOMINGEN IN NOORWEGEN.
De correspondent dor N.R.Ln. schrijft uit Oslo:
Wat hier reeds lang gevreesd werd, is m/u ein
delijk: gekomen. De reusachtige massa's sneeuw
die dezen wmtor in het voorjiaar gevallen .zijn, en
de voortdurende regens in den laatsten tijd» heb
ben ontzettende watermass's uit het hooggebergte
naar de dalen doen vloeden en op sommige plaatsen
groote overstroomingen veroorzaakt. Het ergst
schijnen op het oogenblik Burkerud: en vooral Tele-
marken te zijn getroffen, waar in de groote salper
terfa.briieken van Rjukaia en Notoddea het water
groote schade heeft aangericht, die op half tot 1
mfillideta' (kr. 'geschat wiordt. In Burkerad zijn klei
ne (beken in wild bruisobende stroomen veranderd;
de Kvegen zijn op ta.1 van plaatsen overstroomd,
en ide Norske Hydrofabrieken staan onder water
terwijl de bevolking im roedbooten haar woningen
bereiken moet. De Tinnef is één kokende, bruisende
watermassa geworden), 300 menschen zijn dakloos
geworden. Van Dinsdagavond tot Woensdagmorgen
steeg de waterstand 2V? meteor en was 1,16 M. hoo
ger dan hij sedert 1860 geiweest was. Een aantal
fabrieken -en winkels langs dé elf zijn overstroomd,
en tal van machines' staan onder water, terwijl
overal g'Tnto massa's hout r-njddrijven. Bij del sal-
E' erfabrieken'(staat het. water 1 meter hooger dan
de groote overstrooming in 1925. In de carbid-
rieken ontstond brand doordien het water in de
carbid voorraden drong. De groote aleotris"he kracht
stations van Tinnelf moeiten stop gezet worden,
waardoor Notodden' van.' eleotrisohe kracht versto
ken) werd.
Even boven dén dam van de Svaelgfos (een wa
terval) lag een dppot van. ca,. 150.090 stukken tim-
•merhout.'waarvan' een; déél losgerukt werd en door
het water naar den dam werd meegesleept. Het
hout zette zich gelukkig bij een vooruitstekende
rotspunt vast, waardoor voorloopig! verhinderd werd
dat net ver den. waterval naar beneden stortte, 't
geen! het daar liggende eleotris he krach's t'on, de
brug' over de Tinnelf en een aantal huizen in No-
todden vernield zou hebben. Ook in Rjukan, dat
N.W'. van Noto-dden ligt. heeft de overshrooming
groote schade aangericht en aardstortingen twn
gevolgé gehad, waarbij huizen vernield werden en
verscheidene menschen het leven moesten laten.
Ook dé spoorwegverbinding naar Rjukan is ver
broken, zoodat deze fabrieksplaats, het centrum
van Noorwegen s salpeterfabrieken, v~m de buiten
wereld is afgesneden.
Ook Valdres, Numedal en de distrieten van Dram
men hebben zwaar geleden. "Bij Kongsberg waar de
zilvermijnen en dé wapenfabrieken gelegen zijn,
was de toestand zeer kritiek: de watermassa's dron
gen de fabrieken binnen, en richtten daar groote
schade aan. Dangs den spoorweg van Numedal had
den versohillendé aardstortingen plaats en hier en
daar werd dé spoorweg verbroken. De rivier die
door Numedal stroomt heeft sedert 1879 niet zulk
-een (hoogen waterstand' bereikt als nu het geval is;
verschillende briiggen bezweken dooi den geweldi
gen druk van het water.
Ook dé rivier Glommen: heeft het te kwaad met
dé ontzettende watermassa's die zij te vervoeren
heeft. (Bij Elvemin werd het maximum met 1900 Mn.
per jseo. bereikt. In^de rivier die door het Gud-
brandsdal«troomt stijgt het water voortdurend; da
waterstand in hét meer Mjosen steeg tot 7,38 M.
én1 Stijgt nog voortdurend. Zoowel in Lillelïammer
als in Ham ar stroomt heb water over de kaden.
Lilleström staat eveneens onder water, en de eel-
lulosefahrieken moesten het werk staken.
Het'ziet er inderdaad naar uit alsof deze groote
overstroomingen! een nationale ramp zullen worden;
de laangerichte schade is zeer aanzienlijk. Het
1 heugt 'mij niet hier zulk een lange regenperiode té
hebben beleefd, als dit jaar, en ,het ziet er nog
niet paar uit, dat heb weer spoedig zal omslaan.
EEN BLOEMENTAPIJT.
Ongeveer honderd vijftig jaar geleden hadden de ge
broeders Archangelo en 'Nicolo Leofreddi, die woon
den te Genzano bij Rome een gelukkige gedachte,
welke het aanschijn heeft gegeven aan een piëteitvol
gebruik, dat nog ten huidige dage door de menschen
van Genzano in eere wordt gehouden.
Zooals overal in het land trok op Sacramentsdag
de processie van het Corpus Domini door de straten
van het stadje en de bewoners strooiden dan van uit
hun vensters bloemen, wanneer het Allerheiligste na
derde.
De.gebroeders Leofreddi waren hiermede niet tevre
den en op Sacramentsdag van het jaar 1778 maakten
ze voor hun huis in de Via Sforza van bloemen een
tapijt, primitief nog en uit een ,enkel soort be
staande.
Hun idee verwierf echter de volle sympathie van de
buren; de heele straat interesseerde zich het jaar
aarna voor het bloementapijt. Er werd zelfs een
unstenaar geraadpleegd voor het ontwerpen, eiken
volgenden Sacramentsdag paste men verbeteringen
toe, vergrootingen, nieuwe patronen en ten slotte
werd de z.g. „infiorata" van de straat overgebracht
van de Via Sforza naar de Via Livia, een breede,
flinke straatt, die van de kerk naar de piazza loopt.
De „infiorata" deed veel volk naar Genzano komen.
Ze werd een attractie, welke ook hooge persoonlijk
heden interesseerde.
In 1843 kwam Paus Gregorius XVI, omringd door
z'n Zwitsersche lijfgarde, het bloementapijt bezichti
gen, waarover de Sacramentsprocessie zou gaan. In
het bloemtapijt was toen een levensgroot portret van
den Paus verwerkt.
In Augustus 1875 de Jijden waren veranderd
werd -tijdens een bezoek van Garibaldi te zijner eere
een speciale „infiorata" georganiseerd. De roodge-
hemde generaal weigerde over het bloementapijt te
loopen, zóó mooi was het....
Ontegenzeggelijk is de „infiorata", zooals die nog
den laatsten Sacramentsdag'werd georganiseerd, vol
gens bezoekers van ongewone schoonheid.
Over een lengte van twee honderd meter strekte het
bloementapijt zich uit in een wonderlijken kleuren
rijkdom. De processie trok des avonds met lantaarns
en kandelaars over deze pracht, terwijl uit de ven
sters hangende tapijten en bloemguirlandes hun tin
ten voegden bij het toch al zoo schoone geheel.
Het regende bloemen op de gansche processie, die
het bloementapijt slechts weinig beschadigde.
DE NOOD IN DEN ENGELSCHEN LANDBOUW.
Van alle zijden worden moties aangenomen, al
dus bericht de Nederf. rijkstuinbouwconsulent te Lon
den, om de regeering te bewegen tot het treffen van
maatregelen om den landbouw bij te staan onder de
moeilijke omstandigheden waarin deze thans verkeert
Nu gebleken is, dat de regeering en de beide huizen
van het parlement niet genegen zijn beschermende
rechten ten gunste van den landbouw te gaan heffen,
sohijnt te stemming in landbouwerskringen min of
meer neerslachtig te zijn, daar men geen uitkomst
kan zien in een ver verschiet. Over het algemeen
meent men, dat de prijzen der landbouwproducten
moeten stijgen, daar men aan de loonen der arbeiders
niet kan tornen. De moeilijkheid is natuurlijk, hoe de
prijzen omhoog te krijgen, en daarbij stuit men tel
kens weer op de scherpe concurrentie van het buiten
land, dat door de groote aanvoeren nog steeds blijk
geeft goedkooper te kunnen leveren. Eigenaardig is,
dat men zich maar steeds (blind staart op deze aan
voeren en men blijkbaar geen systeem ontwikkelt
om door intensiveering en rationaïiseerin'g iets te be
reiken. Aan den anderen kant is daarvoor natuurlijk
geld noodig cn het is niet te verwonderen, dat den
minister vrijwel wekelijks gevraagd wordt, hoever
hij thans gevorderd is met de plannen ter regeling
van het landbouwcrediet op langen termijn, op welke
vragen de minister steeds een ontwijkend antwoord
geeft. Van de banken is niet veel te verwachten, daar
de meeste landbouwers reeds groote debet-rekeningen
hebben.
Het bestuur van de National Farmer's Union heeft
een schrijven gericht aan de regeering en aan den
bond goedgezinde parlementsleden, waarin op haast
wordt aangedrongen en althans met een voorstel voor
den da'g te komen, dat tot verbetering kan leiden.
EEN DORP IN SLOWAKIJE AFGEBRAND.
Het Slowaksche dorp Stuben is geheel door brand
vernield. 250 huisjes zijn door het vuur aangetast en
daarvan zijn er 98, de kerk en het raadhuis inbegre
pen, tot den grond toe afgebrand. De brandweer stond
machteloos. Er zijn 17 zwaargewonden en 3 dooden.
DE PRESIDENT IS JARIG.
Maandag heeft president Coolidge zijn 59en verjaar
dag gevierd. Hoewel de president, die naar men weet
zijn vacantie in de Zwarte Bergen in Zuid-Dakota
doorbrengt, te kennen had gegeven, dat de dag zon
der officieel eerbetoon moest voorbijgaan, 4' Juli
ia immers toch de nationale feestdag, die overal met
groote luidruchtigheid gevierd wordt kon hij niet
beletten, dat hem Zaterdag en Zondag reeds duizen
den brieven en pakjes voor zijn verjaardag bereik
ten.
'De grootste kaart met gelukwenschen kwam van
de gouverneurs van de 48 staten. De kaart was 1 M. 89
bij 1 M. 20 groot en stelde een landkaart voor van
de Ver. Staten. In elke staat stak oen lipje uit, trok
men dit uit, dan kwam de handteekening van den
gouverneur van den betrokken staat te voorschijn.
De kaart was geteekend door gouverneur Weeks van
Vermont en een gedichtje gaf te kennen, dat, al ston
den er slechts 48 handteekeningen op de kaart, on tel
baren te land en ter zee den president op zijn ver
jaardag geluk wenschen.
De president zond eiken gouverneur een telegram
van dank. In totaal had de president Zondag reeds
6801 brieven en honderden pakjes met sigaren, visch-
tuig en andere presenten gekregen.