Schager Courant Raad Zijpe. Tweede Blad. Gemengd Nieuws. Woensdag «6 Juli 1927 70ste Jaargang. No. 8077. Vergadering van <ien Raad van Zijpd. oti Ding dag 5 Juli 1927. des morgen» half elf. Alle leden zijn aanwezig- Voorzitter de heer J. de Moor, burgemeester, se cretaris de heer J. A. de Boer. De vergadering wor-dt geopend en het vaststellen der notulen uitgesteld tot de volgende vergadering. De aanbesteding van het onderhond der g em ee nte werken. De heer D:oorn zegt. dat bij1 de laatst' gehouden aanbesteding van onderhoud der gemeentewerken een gedeelte niet is gegund en spr. vraagt nu welke stagnatie dit veroorzaakt heeft. Voorzitter deelt mede. dat bij de aanbesteding spr. niet tegenwoordig was en er ten opzichte van het timmerwerk een meeningsverschil ontstónd tus- sclien de beide wethouders en deze toen besflioten de gunning aan te houden tot spr. aanwezig was. 'Van middag zal de beslissing hieromtrent vallen. Naar het schilderwerk werd zoo hoog ingeschreven, dat gunning niet kon plaats vinden. ■De heer Doorn vraagt of de Voorzitter daar zeker, van is. dat de inschrijving, naar het schilderwerk te hoog was. Voorzitter antwoordt bevestigend. De heer Doorn merkt op, dat do timmerman, die 't laagst had ingeschreven, een goed vakman is. De heer Raat -deelt nu mede, dat hem bij de aan besteding bleek, dat de laagste inschrijver geen pa- troon was. Spr. kan het niet goedkeuren, dat een. dergelijke beunhazerij plaats heeft en noemt het een onbillijke concurrentie als «en knecht op deze wijze tracht baas te werden. De heer Doorn is van oordeel, dat het standpunt] dat de heer Raat inneemt, niet democratisch is. B., en W. en de opzichter hebben ervoor te waken, dat het werk goed uitgevoerd wordt. Spr. wijst erop. dat hem de laatste jaren wel is gebleken, hoe het werk wordt afgeleverd, en dat is te wijten aan het toe zicht. Als men publiek besteedt, dient men dat ook consequent door te< voeren. Voorzitter zegt. dat hem wel is gebleken, dat be doeld persoon al meer voor zich zelf heeft gewerkt. De heer Van der Sluijs deelde oppervlakkig de, meening van den heer Raat. omdat ook spr. het geen eerlijke concurrentie vindt tegen de patroons, omdat een knecht met minder exploitatiekosten toe kan. Maar spr. heeft uitsluitend gezien de adverten tie en de aanbestedingsvoorwaarden, waarbij geen bepaling was gemaakt, dat de aanbesteding alleen werd gehouden onder de patroons. Spr. heeft zich toen de vraag gesteld, is de laagste inschrijver een solied man. een man berekend voor zijn taak. En waar spr. op die vraag een bevestigend antwoord kreeg, wilde spr. het werk aan den laagsten inschrij ver gunnen. De heer Doorn vraagt verder, wanneer het adres van de Miiddenstandsvereeniging naar voren komt. Het is al eenigen tijd geleden ingediend, en spr. wil niet beweren, dat het zeker niet in de kraam van B. en W. te pas komt, maar het dient toch af gewikkeld te worden. Voorzitter zegt dat eenige inlichtingen zijn inge wonnen en één antwoord is laat ingekomen, zoo dat het adres nog niet in zijn geheel door B. en W. is behandeld. De heer Nannis vraagt, nu we aanstonds den tijd van zwaren ihooibroei -hebben, wanneer de nieuwe brandspuit kan arriveeren. Voorzitter zegt. dat zij ieder oogenblik verwacht kan worden. Mededeelingen en Ingekomen stukken. Medegedeeld wordt, dat Ged. Staten hebben goed gekeurd de wijzigingen in de gemeentebegrooting dienst 1927. De heer M. J. Kunnen heeft zijn benoeming tot lijnwerker aan het G.E.B. aangenomen en de datum van in functie treden is bepaald op 16 Juli 1927. De heer M. Roep heeft zijn benoeming tot onder wijzer te St. Mlaartensbrug aangenomen, doch over eenkomstig het advies van den Inspecteur van het B.O. zullen B. en W. hem voorloopig te Burgerbrug laten, in verband met de daar bestaande vacature van hoofd der school Ingekomen is een Staatsblad, vermeldende de af schaffing van het college van zetters en wel tegen 1 Juli 1927. Ged. Staten hebben goedgekeurd) de balans en winst- en verliesrekening van den Keuringsdienst van Waren te Alkmaar over den dienst 1925. Het te veel betaalde bedroeg voor deze gemeente f 102.59. Het verslag Noorder Stoomtramweg zal circulee- ren. Het dividend is opl 3 pet. bepaald, vorig jaar 3K pet. Ook zal circuleeren een verslag van het Alk- maarsch Genootschap tot zedelijke verbetering van gevangenen. Ged. Staten maakten enkele bemerkingen van ad ministratieven aard over de gemeenterekening en die van het G.-EJB. Goedgevonden wordt de verlangde wijzigingen- aan te brengen. i Zal de opbrengst der belasting meevallen? Van den Inspecteur der Directe belastingen kwam een bericht in. dat de vermoedelijke opbrengst oveï 1927—1923 wel zal bedragen f 56000. Deze raming blijkt hooger te zijn dan die van B. en W.. want B. en W. raamden de opjrbengstftl/3 lager dan verleden jaar en raamden de opbrengst 'bij een vermenigvul- digingscijfer van 1.4 op f 49000. Als de inspecteur het goed ziet. zou het vermenigvuldigingscijfer lager be paald kunnen worden. B. en W. blijven echter van oordeel, dat het vermenigvuldigingscijfer op 1.4 be paald dient te blijven. De heer Appel vindt bet een eigenaardig iets, vorig maal leek de inspecteur wel een waarschu wing te zenden. Op deze manier kan men er niet veel op aan. 4 In handen van B. en W. om advies wordt ge steld een adres van de stichting R. Kath. Lyceum te Alkmaar, om een bijdrage van f 150 per jaar voor iedere leerling uit onze gemeente, die het lyceum bezoekt. Ingekomen was een schrijven van de Commissie- Van Aalst, begeleid door een staat van iaarlijksche bijdragen voor de kanalisatie, waarbij' den bijdrage van Zijpe gedurende 40 jaren op f 600 per jaar was bepaald voor het kanaal StolpenSchagen. Waar binnenkort nog een adres van de Commissie-Van Aalst, is te verwachten, met verzoek een beslissing te nemen, wordt het eerste schrijven aangehouden. Gister is ingekomen een verzoek om subsidie van de Vereeniging voor Ziekerhuisverpleging te Bur gerbrug. Het adres wordt in handen gestold van B. en W. om advies. De bezwaren tegen ue samonvoe- ging vsn Petton bl] de gem. Zijpe. Hierna komt aan de orde het eenigste punt van de agenda, de behandeling van het door Gedeputeerde Staten van .Noordholland opgemaakte ontwerp van wet tot vereeniging van de gemeenten Zijpe en Pet ten. Het uit 11 artikelen b'estaande ontwerp wordt gele zen en hier en daar door den secretaris nader toe gelicht Zoo wordt o.a. toegelicht dat de door het rij-k jaarlijks vastgestelde som ingevolge de wet van 24 Mei 1897, voor Zijpe bedroeg f2.51 per inwoners, voor Petten daarentegen f4.97%. De uitkeering nu zal voor de vereenigde gemeente niet dalen beneden de som van 08 bedragen, die de beide opgeheven ge meenten over het jaar 1927 tezamen hebben genoten. Artikel 9 van het ontwerp luidt: in de verordening tot heffing van opcenten op de -hoofdsom der rijks inkomstenbelasting of van eene belasting naar het in komen, kunnen telkens voor niet langer dan één jaar ien uiterlijk tot 1 Mei 1944, voor verschillende gedeel ten van de vereenigde gemeente verschillende regels worden vastgesteld. Deze bepaling geldt in hoofdzaak om het mogelijk te maken dat de kosten verbonden aan de wachtgeldregeling verhaald kunnen worden op de ingezetenen der gemeente Petten. De heer Van der Sluijs zegt dat blijkens het bege leidend schrijven eventueele schulden van de ge meente Petten door de Provincie zullen worden over genomen, doch dat de kosten der wachtgeldregeling op de ingezetenen van Petten verhaald kunnen wor den. Spr. herinnert er aan dat in een vorige verga dering de Raad heeft gemeend dat Zijpe dé gemeente Petten zou aanvaarden zonder schulden en wachtgel den. Nu wordt wel de gemeente Zijpe ontiheven van het betalen der wachtgelden, maar wordt de gemeente Petten ermee belast Spr. zou er op willen aandrin gen, dat de wachtgelden geheel voor rijk en/of provin cie kwamen. Een tweede bezwaar voor spr. is dat de op wacht geld gestelde ambtenaren niet behoeven te betalen in hun pensioenbijdrage, terwijl toch hun dienstjaren zullen meetellen. Als die ambtenaren nu een gelijk waardige betrekking krijgen, zou de gemeente Zijpe die achterstallige pensioenbijdrage moeten betalen en spr. zou dan ook de bepaling in de wet willen zien opgenomen, dat eventueel achterstallige pensioenbij dragen door het rijk zullen worden betaald. Als derde bezwaar noemt spr., dat hem van zeer nabij bekend is, dat de openbare school te Petten niet voldoet aan de eischen die men aan een openbare school stelt en het voldoen aan die eisch zal dus met financieele offers gepaard gaan. Een regeling hier omtrent komt niet in het wetsontwerp voor en spr. acht het niet juist als de gemeente Zijpe met deze kosten belast zou worden, doch acht het niet meer dan billijk, dat deze kosten komen voor rekening van het rijk. De heer Appel is tegen annexatie van de gemeente Petten, tegen dit wetsontwerp dus, doch in het bij zonder tegen artikel 9 ervan. Spr. oordeelt dat het verhalen door de gemeente Zijpe van de wachtgelden op de ingezetenen van Petten niet mag plaats vin den, dat zou beteekenen meten met 2 maten en het kan niet anders, of het zal verbittering wekken. Wat is de oorzaak dat Petten in de misère is? Dat is niet door toedoen van henzelf, doch komt door dat Ged. Staten de salarissen der ambtenaren zoo veihoogd hebben, dat de rekeningen niet meer sluitend te krij gen waren. Blijft Petten dus bestaan, dan zal het Rijk in de tekorten hebben bij te dragen en spr. zal er absoluut tegen stemmen dat bij annexatie de wacht geldregeling wordt als wordt voorgesteld. De heer Raat wijst er op, dat de vereeniging aan de gemeente Zijpe geen finantieel voordeel zal ople veren, maar zij toch waarschijnlijk wel tot stand zal komen. Daarom lijkt het spr. 't meest gewenscht de manier aan te geven, waarop de vereeniging van Zijpe het minst kostbaar en het meest gewenscht zal zijn. Spr. oordeelt ook dat artikel 9 nooit van toepas sing mag worden, want spr. is het met den heer Appel eens, dat dit stootend voor de ingezetenen van Petten zal wezen. Wij dienen dus hiertegen krach tig te ageeren en spr. zou daartoe het geheele artikel 9 geschrapt willen zien, wat zeer goed mogelijk is, in dien het eerste gedeelte van art. 6 wordt veranderd, het gedeelte dat 'bepaalt de vaststelling van de som door het Rijk jaarlijks ingevolge de wet van 24 Mei 1897, sedert gewijzigd. De uitkeering aan Zijpe was in 1927 f 2.50 per inwoners, is totaal f 12213, aan Pet ten f 1780, tezamen ongeveer f 14000. Door ons was berekend dat de vereeniging van beide gemeenten voor de Zijpe een nadeel zou opleveren van ongeveer f 1700. Als nu de hierboven genoemde rijksuitkeering wordt bepaald voor de nieuwe gemeente op f 3.25, to taal f 16300, lijkt spr. dit een juiste oplossing, want spr. denkt, 'dat het niet wei-mogelijk is dat de wacht gelden door het rijk voor zijn rekening worden ge nomen, omdat een dergelijke oplossing anders wel in het ontwerp was opgenomen. De heer Hooij is het met den heer Appel eens en \Vil, waar de gemeente Zijpe geen voordeel van de vereeniging heeft, ter kennis van Ged. Staten brengen, dat men tegen de samenvoeging is. Spr. deelt de ver onderstelling van den heer Raat niet dat 't toch niets geeft, want Géd. Staten verzoeken den Raad toch zijn stem te laten hooren. Spr. vergelijkt de zaak met een aanbesteding: eerst de aanbesteding, en daarna volgt de tariefrekening. We hebben reeds gehoord van den heer Van der Sluijs, dat de school te Petten in desolaten toestand verkeert, in den nevenraad van Petten is de wenschelijkheid uitgesproken, dat Pet ten eenige faciliteiten zal behouden en spr. maakt zich sterk dat een dergelijk verzoek zal worden toege staan en dat zal dus geld kosten. De gemeente Pet ten is failliet door wat haar van bovenaf werd op gelegd en thans zouden wij het zaakje krijgen. Als Petten de zaak niet kloppend kan krijgen, kunnen wij dat ook niet en zullen de totale hooge lasten voor Zijpe nog hooger worden. Spr. acht -het beter dat Pet ten Petten blijft, want in de vereeniging ziet spr. ook niet anders dan misère voor Petten. De heer Doorn zegt dat hij vorig maal reeds van 2 kwaden het beste heeft willen kiezen en op dat stand punt staat. spr. ook nu nog. Maar in geen geval zou spr. de wachtgelden op de ingezetenen van Pet ten willen verhalen. Spr. wil even terugkomen op de woorden door burgemeester Eriks gesproken, toen deze hoopte dat Zijpe zich op een ruim standpunt zou plaatsen. Spr. evenwel had verwacht dat burge meester Eriks zich op een ruimi standpunt had ge plaatst, een 3-dubbel salaris is hem toegemeten, een hoop geld is 'door hem in de gemeente Petten ont vangen en spr. had een betere houding verwacht, te meer waar hij met f 600 wachtgeld best zou kunnen volstaan. De heer Hoedjes ziet ook een schadepost voor 'de gemeente Zijpe in de overneming, hoewel de inwilli ging van de 3 punten door den heer Van der Sluijs genoemd, een tegemoetkoming beteekent. Spr. wijst er echter op dat er nog meer bezwaren zijn dan de school en noemt de rioleering, die alles behalve goed is te Petten. Spr. zou in het rapport wil len doen uitkomen dat eerst alles goed in orde ge maakt dient te worden, want doen ze dat niet, dan kan spr. zich met de vereeniging slecht vereenigen. Den heer Nannis doet het genoegen dat de Raad homogeen is waar het betreft de voorwaarde dat de wachtgelden niet op de ingezetenen moeten worden verhaald. Mocht onverhoopt die voorwaarde niet ge accepteerd worden, en de vereeniging toch plaats vinden, dan geeft spr. in overweging de wachtgelden onder de vereenigde gemeenten te verdeelen. Verder wil spr. zich niet. bepalen tot de groote woorden die te dezer zake worden gesproken. De heer Van der Sluijs oordeelt dat het tot de be voegdheid behoort van den nieuw te benoemen raad 'hoe de wachtgelden zullen moeten worden opge bracht en of daarbij; Petten al dan niet zwaarder be last zal worden. De hwerea Nannia en Bellis blijken het niet met dit oordeel van den heer Vod der Sluijs eens te zijn. terwijl Voorzitter oordeelt, dat de raad zich niet moet bepalen tot wat de nieuwe raad behoort te doen. De heer Raat zegt dat hij daarom art. 9 geheel wilde schrappen. Het gaat nu over het ontwerp, straks wordt de nieuwe wet van kracht voor den nieuwen raad. De heer Hooij meent, dat vorig maal besloten is. dat de schulden) niet voor rekening van Zijpe moch ten komen en als nu de wachtgelden ten laste der gemeente mochten komen, besluiten we de vereeni ging niet te accepteeren. Voorzitter zegt. dat de zaak uit een practisch oog punt dienit te worden bekeken. Als de raad zich uit spreekt tegen annexatie, verwacht spr. dat het Rijk toch' Petten aan Zijpe zal toevoegen. Als we ons voor annexatie uitspreken, kunnen we echter eischen stellen. De -heer Hooij daarentegen oordeelt dat Ged. Sta ten het oordeel van den Raad vragen en dus kan de raad zich uitspreken. Voorzitter zegt dat in het rapport de bezwaren naar voren kunnen worden gebracht. Wij moeten de belangen der gemeente* Zijpe en hare ingezete nen voor oogen houden, en zooveel mogelijk doen uitkomen, wat Zijpe kan drukken. Toch moeten we een ruimer standpunt innemen ten opzichte van Petten en hare ingezetenen. Als Zijpe de gemeente Petten krijgt als in het ontwerp wordt omschreven, zal het voor Petten een groote strop worden. De heer Hooij: Dan. moet het Rij'k maar bijsprin gen. De heer Bellis oordeelt, dat de sprekers niet vol doende op de hoogte zijn van de toestand in de ge meente Petten. De school is goed. doch voldoet niet geheel aan de eischen. Ook de rioleering is goed en de wegen in Petten zijn best. zoowel de polder weg van 1200 meter als de weg naar Hazepolder van 500 meter, de eenige wegen die Petten heeft, zijn heel goed. Spr. gelooft niet. dat de annexatie zoo veel schade voor Zijpe zal opleveren. Buiten de wachtgelden heeft Petten zich altijd kunnen bedrui pen en spr. ziet dan ook nie tin. dat Zijpe er eenig nadeel van krijgt. De heer Appel is er zeker van, dat de vereeniging •voor Zijpe een strop wordt, maar de annexatie zal wel bekokstoofd zijn. Spr. begrijpt evenwel de hou ding van den heer Raat niet. Deze is altijd voor be zuiniging op de salarissen en de vereeniging zal di rect tot gevolg hebben verhooging van salarissen van burgemeester en secretaris, door de plaatsing der gemeente in een hoogere klasse. Voorzitter zegt, dat hooger salaris voor burge meester en secretaris bij de vereeniging f1560 zal kos ten ,maar dat is waarschijnlijk maar voor 2 jaar, omdat aan de hand van de bevolking Zijpe dan toch wel iD een hoogere. klasse zou komen. Spr. geeft nog maals in overweging de voorzichtigheid te betrach ten en raadt ernstig aan de bezwaren in het rap- •port te vermelden. De heer Hooij wil graag gelooven, dat het school gebouw een goed gebouw is, maar als Petten een maal bij Zijpe is, verwacht spr. dat hoe goed het gebouw dan ook is, het aan de gestelde eischen zal moeten voldoen. Ged. Staten mogen gerust weten, waarom we tegen de annexatie zijn. spr. zit hier voor de gemeente Zijpe alleen en als Petten hulp noodig heeft, moe ten de menschen hulp verleenen die gezorgd heb ben, dat Petten in de misère zit. De heer Bellis: Daar hebben rijk en provincie voor gezorgd. De beer Hoogland is het roerend eens met wat de heer Hooij heeft gezegd, maar we dienen den wijsten w eg te kiezen. Spr. wil dat B. en W. het rapport samenstellen en dat de Raad daarna nog eens, ter bespreking van het rapport 'bij elkaar komt. Voorzitter zegt dat het rapport vóór 15 Juli bij Ged. Staten moet worden ingediend en de Raad zich kan uitspreken tegen annexatie of voor annexatie, doch met het rapport waarin de verschillende eischen wor den gesteld. De heer Appel meent dat de Raad reeds de blun der heeft gemaakt door eerder zich al uit te spre ken voor annexatie. De heer Raat merkt nog op, dat hij zich niet heeft doen kennen als een voorstander van annexatie. Spr. heeft zich op het standpunt geplaatst een oordeel uit te spreken over het ontwerp-wet en zooals het nu luidt,, is dat voor spr. onaannemelijk. De heer Doom meent dat de Raad geen blunder heeft gemaakt, want dat met de annexatie de arbei dersbevolking geholpen zal zijn, er werkverruiming door zal ontstaan. De heer Van der Sluijs merkt op, niet gezegd te hebben dat de school te Petten in desolaten toestand verkeert, maar dat ze niet voldoet aan de eischen. Spr. wijst er op dat de oorspronkelijke exploitatiere kening opgezet is om na te gaan, welk nadeel voor Zijpe aan de vereeniging zat, dermate gewijzigd is, dat. eenig voordeel viel te constateeren. Spr. zou dan in het rapport willen vastleggen de voorwaarde dat als de exploitatie een tekort aangeeft, dan de rijks bijdrage wordt verhoogd. De heer Raat zegt dat wat de heer Van der Sluijs en spr. willen, weinig verschil inhoudt, alleen gaat spr. meer recht op het doel af. Voorzitter zou beide ideeën in het rapport naar vo ren willen brengen. De heer Raat gaat hiermee accoord. Met 9 tegen 2 stemmen spreekt de Raad zich in beginsel uit voor vereeniging van de gemeenten Pet ten en Zijpe en zullen de besproken voorwaarden in een rapport aan Ged. Staten kenbaar worden ge maakt. Tegen de samenvoeging verklaarden zich de heeren Appel en Hooij. Hierna sluiting. ZWARE OVERSTROOMINGEN IN NOORWEGEN. De correspondent dor N.R.Ln. schrijft uit Oslo: Wat hier reeds lang gevreesd werd, is m/u ein delijk: gekomen. De reusachtige massa's sneeuw die dezen wmtor in het voorjiaar gevallen .zijn, en de voortdurende regens in den laatsten tijd» heb ben ontzettende watermass's uit het hooggebergte naar de dalen doen vloeden en op sommige plaatsen groote overstroomingen veroorzaakt. Het ergst schijnen op het oogenblik Burkerud: en vooral Tele- marken te zijn getroffen, waar in de groote salper terfa.briieken van Rjukaia en Notoddea het water groote schade heeft aangericht, die op half tot 1 mfillideta' (kr. 'geschat wiordt. In Burkerad zijn klei ne (beken in wild bruisobende stroomen veranderd; de Kvegen zijn op ta.1 van plaatsen overstroomd, en ide Norske Hydrofabrieken staan onder water terwijl de bevolking im roedbooten haar woningen bereiken moet. De Tinnef is één kokende, bruisende watermassa geworden), 300 menschen zijn dakloos geworden. Van Dinsdagavond tot Woensdagmorgen steeg de waterstand 2V? meteor en was 1,16 M. hoo ger dan hij sedert 1860 geiweest was. Een aantal fabrieken -en winkels langs dé elf zijn overstroomd, en tal van machines' staan onder water, terwijl overal g'Tnto massa's hout r-njddrijven. Bij del sal- E' erfabrieken'(staat het. water 1 meter hooger dan de groote overstrooming in 1925. In de carbid- rieken ontstond brand doordien het water in de carbid voorraden drong. De groote aleotris"he kracht stations van Tinnelf moeiten stop gezet worden, waardoor Notodden' van.' eleotrisohe kracht versto ken) werd. Even boven dén dam van de Svaelgfos (een wa terval) lag een dppot van. ca,. 150.090 stukken tim- •merhout.'waarvan' een; déél losgerukt werd en door het water naar den dam werd meegesleept. Het hout zette zich gelukkig bij een vooruitstekende rotspunt vast, waardoor voorloopig! verhinderd werd dat net ver den. waterval naar beneden stortte, 't geen! het daar liggende eleotris he krach's t'on, de brug' over de Tinnelf en een aantal huizen in No- todden vernield zou hebben. Ook in Rjukan, dat N.W'. van Noto-dden ligt. heeft de overshrooming groote schade aangericht en aardstortingen twn gevolgé gehad, waarbij huizen vernield werden en verscheidene menschen het leven moesten laten. Ook dé spoorwegverbinding naar Rjukan is ver broken, zoodat deze fabrieksplaats, het centrum van Noorwegen s salpeterfabrieken, v~m de buiten wereld is afgesneden. Ook Valdres, Numedal en de distrieten van Dram men hebben zwaar geleden. "Bij Kongsberg waar de zilvermijnen en dé wapenfabrieken gelegen zijn, was de toestand zeer kritiek: de watermassa's dron gen de fabrieken binnen, en richtten daar groote schade aan. Dangs den spoorweg van Numedal had den versohillendé aardstortingen plaats en hier en daar werd dé spoorweg verbroken. De rivier die door Numedal stroomt heeft sedert 1879 niet zulk -een (hoogen waterstand' bereikt als nu het geval is; verschillende briiggen bezweken dooi den geweldi gen druk van het water. Ook dé rivier Glommen: heeft het te kwaad met dé ontzettende watermassa's die zij te vervoeren heeft. (Bij Elvemin werd het maximum met 1900 Mn. per jseo. bereikt. In^de rivier die door het Gud- brandsdal«troomt stijgt het water voortdurend; da waterstand in hét meer Mjosen steeg tot 7,38 M. én1 Stijgt nog voortdurend. Zoowel in Lillelïammer als in Ham ar stroomt heb water over de kaden. Lilleström staat eveneens onder water, en de eel- lulosefahrieken moesten het werk staken. Het'ziet er inderdaad naar uit alsof deze groote overstroomingen! een nationale ramp zullen worden; de laangerichte schade is zeer aanzienlijk. Het 1 heugt 'mij niet hier zulk een lange regenperiode té hebben beleefd, als dit jaar, en ,het ziet er nog niet paar uit, dat heb weer spoedig zal omslaan. EEN BLOEMENTAPIJT. Ongeveer honderd vijftig jaar geleden hadden de ge broeders Archangelo en 'Nicolo Leofreddi, die woon den te Genzano bij Rome een gelukkige gedachte, welke het aanschijn heeft gegeven aan een piëteitvol gebruik, dat nog ten huidige dage door de menschen van Genzano in eere wordt gehouden. Zooals overal in het land trok op Sacramentsdag de processie van het Corpus Domini door de straten van het stadje en de bewoners strooiden dan van uit hun vensters bloemen, wanneer het Allerheiligste na derde. De.gebroeders Leofreddi waren hiermede niet tevre den en op Sacramentsdag van het jaar 1778 maakten ze voor hun huis in de Via Sforza van bloemen een tapijt, primitief nog en uit een ,enkel soort be staande. Hun idee verwierf echter de volle sympathie van de buren; de heele straat interesseerde zich het jaar aarna voor het bloementapijt. Er werd zelfs een unstenaar geraadpleegd voor het ontwerpen, eiken volgenden Sacramentsdag paste men verbeteringen toe, vergrootingen, nieuwe patronen en ten slotte werd de z.g. „infiorata" van de straat overgebracht van de Via Sforza naar de Via Livia, een breede, flinke straatt, die van de kerk naar de piazza loopt. De „infiorata" deed veel volk naar Genzano komen. Ze werd een attractie, welke ook hooge persoonlijk heden interesseerde. In 1843 kwam Paus Gregorius XVI, omringd door z'n Zwitsersche lijfgarde, het bloementapijt bezichti gen, waarover de Sacramentsprocessie zou gaan. In het bloemtapijt was toen een levensgroot portret van den Paus verwerkt. In Augustus 1875 de Jijden waren veranderd werd -tijdens een bezoek van Garibaldi te zijner eere een speciale „infiorata" georganiseerd. De roodge- hemde generaal weigerde over het bloementapijt te loopen, zóó mooi was het.... Ontegenzeggelijk is de „infiorata", zooals die nog den laatsten Sacramentsdag'werd georganiseerd, vol gens bezoekers van ongewone schoonheid. Over een lengte van twee honderd meter strekte het bloementapijt zich uit in een wonderlijken kleuren rijkdom. De processie trok des avonds met lantaarns en kandelaars over deze pracht, terwijl uit de ven sters hangende tapijten en bloemguirlandes hun tin ten voegden bij het toch al zoo schoone geheel. Het regende bloemen op de gansche processie, die het bloementapijt slechts weinig beschadigde. DE NOOD IN DEN ENGELSCHEN LANDBOUW. Van alle zijden worden moties aangenomen, al dus bericht de Nederf. rijkstuinbouwconsulent te Lon den, om de regeering te bewegen tot het treffen van maatregelen om den landbouw bij te staan onder de moeilijke omstandigheden waarin deze thans verkeert Nu gebleken is, dat de regeering en de beide huizen van het parlement niet genegen zijn beschermende rechten ten gunste van den landbouw te gaan heffen, sohijnt te stemming in landbouwerskringen min of meer neerslachtig te zijn, daar men geen uitkomst kan zien in een ver verschiet. Over het algemeen meent men, dat de prijzen der landbouwproducten moeten stijgen, daar men aan de loonen der arbeiders niet kan tornen. De moeilijkheid is natuurlijk, hoe de prijzen omhoog te krijgen, en daarbij stuit men tel kens weer op de scherpe concurrentie van het buiten land, dat door de groote aanvoeren nog steeds blijk geeft goedkooper te kunnen leveren. Eigenaardig is, dat men zich maar steeds (blind staart op deze aan voeren en men blijkbaar geen systeem ontwikkelt om door intensiveering en rationaïiseerin'g iets te be reiken. Aan den anderen kant is daarvoor natuurlijk geld noodig cn het is niet te verwonderen, dat den minister vrijwel wekelijks gevraagd wordt, hoever hij thans gevorderd is met de plannen ter regeling van het landbouwcrediet op langen termijn, op welke vragen de minister steeds een ontwijkend antwoord geeft. Van de banken is niet veel te verwachten, daar de meeste landbouwers reeds groote debet-rekeningen hebben. Het bestuur van de National Farmer's Union heeft een schrijven gericht aan de regeering en aan den bond goedgezinde parlementsleden, waarin op haast wordt aangedrongen en althans met een voorstel voor den da'g te komen, dat tot verbetering kan leiden. EEN DORP IN SLOWAKIJE AFGEBRAND. Het Slowaksche dorp Stuben is geheel door brand vernield. 250 huisjes zijn door het vuur aangetast en daarvan zijn er 98, de kerk en het raadhuis inbegre pen, tot den grond toe afgebrand. De brandweer stond machteloos. Er zijn 17 zwaargewonden en 3 dooden. DE PRESIDENT IS JARIG. Maandag heeft president Coolidge zijn 59en verjaar dag gevierd. Hoewel de president, die naar men weet zijn vacantie in de Zwarte Bergen in Zuid-Dakota doorbrengt, te kennen had gegeven, dat de dag zon der officieel eerbetoon moest voorbijgaan, 4' Juli ia immers toch de nationale feestdag, die overal met groote luidruchtigheid gevierd wordt kon hij niet beletten, dat hem Zaterdag en Zondag reeds duizen den brieven en pakjes voor zijn verjaardag bereik ten. 'De grootste kaart met gelukwenschen kwam van de gouverneurs van de 48 staten. De kaart was 1 M. 89 bij 1 M. 20 groot en stelde een landkaart voor van de Ver. Staten. In elke staat stak oen lipje uit, trok men dit uit, dan kwam de handteekening van den gouverneur van den betrokken staat te voorschijn. De kaart was geteekend door gouverneur Weeks van Vermont en een gedichtje gaf te kennen, dat, al ston den er slechts 48 handteekeningen op de kaart, on tel baren te land en ter zee den president op zijn ver jaardag geluk wenschen. De president zond eiken gouverneur een telegram van dank. In totaal had de president Zondag reeds 6801 brieven en honderden pakjes met sigaren, visch- tuig en andere presenten gekregen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 5