De Witte Muizen.
Brabantsche brieven.
Derde Blad.
Hoe erg het was, in Weenen.
Feuilleton.
Wh B reien de Aller Fijnste Wo..en K ousen
Op Reis
PUROL
Binnenlandsch Nieuws.
Zaterdag 23 Juli 1927.
70ste Jaargang. No. 8087.
Een ooggetuige van de onlusten te Weenen schreef
aan de N. R. Ct. een brief van Maandag. De gebeur
tenissen, die zich Vrijdag hebben afgespeeld, moeten
wel heel vreeselijk geweest zijn.
Verschrikkelijke dagen, die verre de revolutieda
gen van 1918 overtreffen, hebben van Vrijdag 15 tot
Zondag 17 Juli Weenen geteisterd. Ontzettende too-
neelen hebben zich afgespeeld in de straten aan den
schonen hlauen Donau; bloed stroomde breed over
straten en pleinen, breede rookzuilen stegen op bo-
ven brandende gebouwen, waarin door opgehitste
benden de brandende lont was geworpen. Verschrik
king heerschte alom. Wie had, toen hij des Donder
dags te ruste ging, kunnen denken, dat den volgen
den dag de stad het tooneel al dezer verschrikkingen
zou zijn?
Hoe is het tot deze ramp gekomen? Deze is lang
zaam maar zeker voorbereid in het roode, geheel ver
politiekte Weenen, is het gevolg van het onverant
woordelijk gehits van bladen als de „Arbeiterzeitung",
Abend, e.a. doch vooral van de communistische en
socialistische partijleiders die in deze voor elkander
niet willen onderdoen. Voeg daarbij de scherpe actie
der Hakenkruisers en men heeft de situatie, waaruit
alle onheil geboren kon worden. De onmiddellijke
oorzaak was, naar de lezers van dit blad weten, het
vrijsprekend vonnis, dat Donderdagavond geveld
werd in het proces-Schattendorf. Deze vrijspraak
verwekte in het roode Weenen groote opwinding.
Zonder consigne daartoe werd in alle bedrijven Vrij
dagmorgen den aifbeid neergelegd. Spoor, tram. post,
telegraaf, gemeentebedrijven, alles staakte, en werk
willigen werden eenvoudig gedwongen mee te staken.
In optochten trokken groote groepen arbeiders op
naar den Ring, om vopr het Parlement te demonstree-
ren. Van de socialistische partijleiders was niets te
bespeuren, wel van de communistische, die heftig in
woord en geschrift tot gewelddadig optreden aan
spoorden. De directie der politie riep alle politiebe
ambten en trok deze zooveel mogelijk samen rond
de groote paleizen aan den Ring. Daar groeide de
massa demonstranten tot ©enige honderdduizenden
aan, die weldra een dreigende houding aannamen.
Van alle zijden kwamen intusschen sterke afdeelin-
gen van den socialistischen Schutzbund in uniform
aangemarcheerd. Door duizenden aanhangers in de
straten werd zij begroet met den rooden groet
„Freundschaft" terwijl de politie-afdeelingen te paard
en te voet werden uitgefloten en met oorverdoovend
gejoel werden ontvangen. Volksopruiers, lichtschuwe
elementen hadden intusschen met hun hitserij op den
Ring reeds zooveel succes bereikt, dat het volk een
aanval ondernam op het Parlement. Dit was de eerste
botsing. Steenen vlogen door de lucht, barricaden
werden opgericht. De politieruiterij deed herhaalde
lijk bloedige charges. Menig ruiter werd door het volk
van het paard gehaald en zwaar gewond, ©enigen
werden geheel vertrapt, terwijl hun distinctieven en
uniformstukken als tropeeën werden meegevoerd.
Achter het parlement brak1 op een gegeven, oogen
blik de massa door de linies der politie heen. Als
een woeste hord©, stortte zichl de massa naar het
paleis van justitie. Een afdeeling politie verschanste
zich daarin en schoot vanuit de ramen. Gewapend
met ijzeren huizen, 'balken. stalen staken, stukken
van tuinbanken, enz., ondernamen de betoogers een
aanval op het grootsche gebouw en wisten tot in de
nabijheid door te dringen. Jonge opgeschoten ar
beiders kropen door ingeslagen parterreramen naar
binnen en smeten boeken, portretten, stukken van
archieven iaar buiten. Zij vonden in de kelders de
daar opgeslagen brandstoffen alsmede benzine.. Spoe
dig brandde buiten reeds een groote hoop voorwer
pen. waarop voortdurend uit de vensters stukken
der meubileering. enz. bijl geworpen werden.Dan dron
er een man naar voren, en onder den uitroep: „Weg
met de klasse-justitie-" smeet hij een brandend stuk
hout temidden van een archief in het Paleis. Tn een
oogwenk) stond de geheel© benedenverdieping in lich»
telaaie. De brandweer werd gealarmeerd, en rende
met groote uitrusting toe, het volk verjoeg haar
echter. De politie-beainbten in het gebouw klommen
Uit het Amerikaansch van
RICHABD HARDING DA VIS.
Vertaald door Willy H. van dor Tak
(Nadruk verboden)
25.
Inetf bulkte zich' dichtbij het altaar en bleef beslui
teloos om zich heen staan kijken, nadat ze een
waaier en gebedenboek had opgeraapt. Roddy kwam
voorzichtig te voorschijn uit de zijbeuk van achter
de laatste pilaar. Inez liep vlug naar hem toe. De
laatste misdienaren verlieten haastig het altaar en
leten hen alleen, na hen voorbij1 geschuifd te zijn.
Roddy gaf Inez de hand. toen ze samen achter de
groote pilaar stonden, die hen verborg voor allen, die
voor in de kerk waren. De oogen die in zijne keken,
waren ernstig, en berouwvol.
Het spijt me zoo vreeselijk. smeekte ze, kunt
u me vergeven?
U vergeven! fluisterde Roddy. De opgetogen
klank in zijn stem was al antwoord genoeg.
Inez trok' miiet een lichte glimlach haar hand1 terug
en stak hem een klein stukje papier toe, dat ze uit
de binnenkant van haar handschoen haalda.
Ik heb dit voor u meegebracht, zei ze.
Roddy greep het verlangend.
Voor mij?, riep hij verrast uit. Hoe wist u.
dat ïkl hier zou zijn?
Het meisje keek hem' een oogenblikl strak aan.
Toen vloog een blos over haar gezicht en haar
oogen. begonnen te schitteren. Ze glimlachte hem
toe op dezelfde plagende en tegelijk lieflijke manier,
die hem al twee keer eerder getroffen had.
Hoe wist u, dat ik) hier zou zijn?, antwoordde
Xe schaksch daarop. Toen liep ze vlug weg.
Roddy liet haar een poosje den tijd om weg te ko
men en kortte zichzelf den tijd door alle geldstukken
die hij in zijn aakken vond, in het armenbusje te
stoppen, omdat hij dart, voor het oogenblik de meest
voor de hand liggende wijze vond om uiting te geven
aan zijn gevoelens. Van de kerk haast e hij zich naar
een leege bank in De Alameda en opeude het briefje.
Tot zijn verrassing zag hij dat het van Mr. Broughton
de vrouw van den Engelschen consul in Porto
Gabello, ook een Amerikaansche van geboorte en veel
jonger dan haar man. Sinds Roddy in Porto Cabello
was, kwam hij geregeld bij hen aan huis. Hij kon
urenlang met hun kinderen in den tuin spelen, zon
der het noodig te vinden hun vader of moeder mee
snor de hoogsre vwrGSwpfcngwa, feoaCtaa h«t tan laat
ste niet meer uithouden en sprongen uit de ven
sters naar beneden. Hier ving het grauw hen op en
trapten hen dood. Eenige agenten, die het lot hun
ner collega's zagen, ontdeden zich van hun uniform,
en trachtten zoo weg te komen. Zij) werden echter
herkendl en neergeslagen. Seitz, de socialistische
burgemeester van Weenen en eenige socialistische
leiders meenden genoeg autoriteit te hebben om de
brandweer doortocht te verleenen. Zij reden op brand
wagens naar voren. 'Het volk echter joeg hen terug,
wierp hen met steenen, en enkelen hunner kregen
er geducht van langs.
Eerst laat op den dag gelukte het de brandweer
bij (het Paleis van Justitie te komen, het was echter
te laat; het prachtige gebouw stond geheel in brand.
De kostbare archieven, bibliotheek, processen-ver
baal, bronzen standbeeld, alles brandde of smolt
weg. Een schade, die niet te schatten is en die Oos
tenrijk in geen jaren kan herstellen.
Terwijl het paleis van justitie brandde, werd er ge
roepen: „naar de burgerlijke pers!" De ontzinde,
terende menigte stoof af op een politiebureau en
verwoestte diit volkomen, waarbij eenige agenten
werden gedood of verwond. Vandaar ginc- het naar de
bureaus van de Wiener Neueste Nachrichten, die
geheel werden verwoest. Toen kwam de Reichspost
n de iSrtrozzigasse aan de beurt. De politiebewaking
aldaar, te gering wijl er geen beschikbaar was, moest
wijken. In een kwartier tiidi stond het gebouw in lich
telaaie, Redactiebureaux, zetterij en drukkeriji wer
den eerst volkomen verwoest, daarna verbrand.
Rond den middag was de toestand kritiek. De re-
Keering! alarmeerde de rij'ksweer, die alle gebouwen
aan den Ring afzette. De politie werd gewapend! met
infanteriegeweren en het standrecht werd afgekon
digd. overal stonden machinegeweren opgesteld.
Nochtans wilde de mas9a niet van den Ring wijken
en probeerde nog steeds het parlementsgebouw te
overrompelen. Daarop is het schieten begonnen. De
machinegeweren hebben tot diep in den nacht on
ophoudelijk gerateld, honderden en honderden men-
schen, onder wie natuurlijk onschuldigen, stortten?
neer. Velen waren, zonder dat ze het zelf wisten,
tusschen de betoogers gekomen en konden niet meer
weg. Het/ waa verschrikkelijk. Sommige afdeelingen
der politie geleken hun bezinning kwijt, waartoe
zeer zeker het schrikkelijk lot van talrijke collega's
bijdroeg. Afscbuweijk verminkte vrouwen, kinderen;
mannen met ingeslagen schedel; gekwetsten met
buikwonden, het waa een ontzettend) bloedbad. En
nog steeds hitsten ongure typen het volk tot ver
zet op. Het gevolg was, dat het optreden der politie
volkomen onverbiddelijk werd, Tooneelen, die zich
misschien in den/ oorlog niet voordeden, speelden
zich! hier af. Zoo werden verscheidene in een straat
bijelkaar staande personen neergeschoten. Kreunend
wentelden zit zich om1 over de steenen. Mensbhen
snelden toe om te helpen en hen te vervoeren en
teekenden op een zakdoek een rood kruis met bloed
en staken dien omhoog. De geweren knalden ech
ter zonder ophouden en bij een der salvo's werden
de helpers zelve gedood:. Er bestond geen pardon
meer: wie op straat was verkeerde in direct levens
gevaar. In de straten rond de binnenstad, bijzonder
aan den Gürtel, waren de arbeiders meester. Iedere
taxi-auto werd) aangehouden. Het verkeer moest vol
komen stilliggen. Alleen renden onder langgerekt
naargeestig gefluit de ambulance-auto's af en aan.
Zaterdag kwam het in de arbeiderswijken weder
om tot bloedige 'botsingen met de politie. Talrijke
slachtoffers vielen weer aan beide zijden, ook bij
den socialistischen Schutzbund. die. nu het te laat
was, mede de orde wilde herstellen In groote auto's
reed de politie rond, de geweren in den aanslag. Bij
nadering dezer auto's in de straten, vlood het pu
bliek onder angstgeschrei naar alle richtingen. Des
nachts om twaalf uur eindigde de algemeene staking
dwingen.
De stakingi biji post en telegraaf en op di espoorwegan
duurde voort. Men wilde de regeering tot aftreden
Deze echter hield stand en eischte dat de verkecrs-
staking zou worden opgeheven. De socialisten heb
ben heden, Maandagavond moeten toegeven en he
dennacht om 1Ü uw wordt d«taking opgehaven.
D© bladen zelfa ook reeds de Reichspost zijn
eerst heden tegen den middag verschenen. Het hetz-
blad1 .„der Abend" dat heden verscheen, werd ge-
confiskeerd en kon daarna weer met groote witte
vlakken verschijnen, De gebouwen aan den Ring
zijn door sterke cordons rijksweer afgezet, terwijl
.afdeelingen politie te voet en te paard, gewapend
met geladen geweren, surveilleeren. Niemand mag
in de straten blijven staan.
De algemeene toestand; is thans rustig.
UL.VENHOUT. 18 Juli 1927.
Menietr,
Ben nie wisten zwem
men in Scheveningen van
de week. Thuis gebleven.
De wèrmte van verlejen
Zondag, is bij d'n Zondag
gebleven en we zitten weer
in den moesson. En daar
om ek deus week het
sprikwoord toegepast: Oost
West, bij Trui 'be...roerd.
Maar daar kom nog bij as
da wij op den hof gin 'man
konden missen zelfs
mijn nie en laten me
da nouw maar eerlijk be
kennen, as 't zoo druk is
dat d'n baaa mee mot warken, dan la t al heel
erg. Want zoo is het overal dikkels, ge kun
beter veur 't wabk soms d'n baas missen dan den
jongsten bediende, zooaa juilie dienl noemen. Bij
ons biet te koei-schèper. Webben ons mottig ge
sjouwd oipi 't hooi binnen te krijgen, 't Stong te
rotten op 't veld. Gras groeit 'r genogt, maar hooi
kunde 'r nie van gemokt krijgen, 't Wor allemaal
zeegras. Zwart en taai. D'r zullen volgend jaar
weinig lichte sigaren te krijgen zijn....
Ovee zware tabak gesproken, z'-ebben daar in
Osterijfc ok 'n zware pijp gerokt, 'k Denk dat de
Moes er wel'n begin van Nieketine-vergiftigdng van
zal hebben. Want indirekt was 't teugen hem ge
richt. 't Is toevallig, maar al mdjh brieven staan
in het teeken van den Moes. (As Sjarrievarijus,
de letterzifter, dit leest, kan ie weer zeeveren.)
Maar in elk geval, al lot ie nouw nog zooveel por
tretjes van 'm in de kranten zetten mee onheil
spellende oogen, hij kekt altij net of ie geschrok
ken is de Moes horre, nie Sjarrie 'hij' zal toch
in de gaten krijgen, da z'mi over de Italiaansche
grenzen nie lusten, Want da zè'k oew: as ie
gruunten- of melklant van mijn wa9 dan pofte
ik 'm ginnen dag. Want zoo bende gezond en zóó
worde geniekotineerd. En mijnen hof is gin begra
fenis-onderneming; die kan niet draaien van dooie
kliejenteele! Ondertusschen eet de bevolleking van
Weenen apfpèd aangeteekend) tegen een uitspraak
van de Rechtbank. Deus uitspraak was min of meer
veural meer fassisties gekleurd en toen tee-
kende Weenen appèl aan. Ze staken1 de Rechtbank
aan. En mee vrucht. Want d'r is niks anders meer
van over dan de plak waar ze gestaan heet.
Nouw zijn de rechters in Weenen nog slechter af,
dan de (boeven, want die ebben tenminste nog een
dak boven d'r hoofd en 'n goei slot op 'r deur. Vrij
dagavond las ik in de kranten dat de rust in
Weenen weer heelemaal was teruggekeerd. Op klei
nigheden na blijkbaar, want 's Zaterdags vielen
nog negen dooien, maar allee, 'ne mensch mot op
alle slakskens gin zout leggen.
Goed! beschouwd is 't in ons landje nog nie zoo
bekaaid wonen. We meugen dan wel heel 't jaar
verkouwen zijn, (da sla nouw nie op Trui), we
meugen nouw geregeld in regen, kwaai weer en
veul wind zitten; we meugen op d'n duur halve
kikvorschen worren, want we zitten steeds in d'n
modder, we meugen wa keet maken in de etergol-
ven, maar daar vallen gin dooien mee. En wat de
berrie in de etergolven betreft, da zit 'm ok weer
minder in den eter as wel in de drukkers, die
allemaal veur niks de programma's willen drukken.
De grotste ruzie zit 'mi daarin, dat ze 't allemaal
zeer netjes voor U aan. JAAP SNOR, Zuidstraat ld, Helder.
te deelen dat hij op het tooneel aanwezig was en de
Broughtons en hij hadden heel wat avonden in zijn
„patio" gezeten en Amerikaansche tijdschriften gele
zen, zonder dat een van hen een overbodig woord had
gesproken als ze elkaar goeden nacht zeiden. Maar
sedert zijn terugkomst uit Curagao was Roddy teveel
door de gebeurtenissen in beslag genomen om aan
zijn oude vrienden te denken.
Het briefje luidde:
„Beste Mr. Forrester. Mijn man en ik heb
ben u in geen eeuwen gezien en de kinderen
jammeren om Oom Roddy. Wilrt u met mr. de
Peysyter overmorgen komen theedrinken? De
eenige die nog meer komt zal u dit hriefje ge
ven."
De Broujglhtona waren al vijf jaar in1 Port Cabello
en Roddy zag wel in dart het vanzelf sprak dat de
twee Amerikaansche meisjes elkaar goed kenden. Hij
vond zichzelf een ezel dat hij daarop uit zichzelf niet
gekomen was. Maar veel tijd voor dergelijke over
wegingen gunde hij zich niet; hij sprong jubelend
overeind en voerde een solo-dans uit op het grintpad.
Hij scheurde hert briefje in kleine stukjes en gooide
die de lucht in.
Mary Broughton, riep hij verrukt uit, je bent
een schatl
Hij was zoo vervuld van dankbaarheid, dat hij de
eerste de beste banketbakkerswinkel binnenliep en
een paar pond van de geconfyte vruchten aan haar
adres liet bezorgen, waarvoor Venezuela beroemd is.
In dit bijzondere geval strekten zij om de kinderen
Broughton een paar dagen maagpijn te bezorgen.
Dien avond werd de aanval op den tunnel her
nieuwd met een kracht, waaraan geen cement of
roestig ijzer weerstand konden bieden. Roddy zwoeg
de als een kolendrager, geïnspireerd door de gedachte
dat hij den volgenden dag Inez zou zien en dat zij
zelf verlangde hem te zien en bovendien vol verlan
gen om haar verslag uit te brengen over de vorderin
gen van het reddingswerk. Zijn geestdrift vuurde Pe
ter en Mc. Kildrick tort een even groote inspanning
aan. Om negen uur waren de groote keien uit elkaar
gewrikt en een kille, muffe luchtstroom die naar bui
ten woei in den warmen geurenden avond en op de
vermoeide lichamen van de drie mannen, bewees hun
dat het eene einde van de tunnel open was.
VII.
Roddy wilde dadelijk de steenen treden af om de
tunnel te onderzoeken, maar Mc. Kildrick hield hem
tegen.
Je zou het geen minuut uithouden, kerel; het
duurt misschien dagen voordat we veilig naar binnen
kunnen. Dat is vijftig jaar lang een grafkelder ge
weest, waar geen zon en geen frissche lucht zijn
binnengekomen en zich allerlei schadelijke dampen
hebben opgehoopt
En ik ga toch naar binnen, hield Roddy vol.
En ik zeg je dat je niet .gaat, antwoorde Mc.
Kildrick.
Ben ik de gouverneur van deze vesting of ben ik
het niet? Roddy lachte opgewonden.
Dit is m ij n expeditie en als ik spreek hebben
mijn volgelingen tfe gehoorzamen.
Mc. Kildrick merkte dat er toch niet tegen te rede
neeren viel. Hij haalde een touw waarvan hij het eene
einde als een lus onder Roddy's armen doortrok.
Dan moert je het zelf maar weten. Onze eenige
wensch is, zei hij grimmig, dat als je flauw valt, je
het met je hoofd naar ons toe doet. Anders slaan we
je tot mosterd.
Roddy ontstak zijn electrische zaklantaarn en liep
voorzichtig de treden af, als een duiker die in zee
afdaalt. Peter leunde over de opening, terwijl hij het
touw strak hfeld.
Als de slangen en vleermuizen en vampiers je
te pakken krijgen, waarschuwde hij, zul je wen-
schen dart je maar weer tusschen de haaien zat!
Roddy hoorde hem al niet meer. Hij sloeg op
eens zijn handen voor zijn gezicht alsof hij een slag
afweerde en viel toen met een zwaren bons voorover.
Halen!, commandeerde Peter.
(De twee mannen plantten hun hakken in den grond
en trokken aan het touw, tot ze Roddy bij de schou
ders konden pakken. Toen heschen ze hem uit de
opening en legden hem neer.
Toen Roddy bijkwam, stond hij met 'een versuft
gezicht op.
We zullen ons bezoek maar uitstellen tot er
een hetere ventilatie in die gelegenheid is aange
bracht. Maar als een van jullie van plan is me: „Dat
heb ik wel vooruit gezegd", onder den neus te duwen,
zal ik hem mores leeren.
Ze zetten de steenen weer voor de opening, maar zoo
dat er breede openingen bleven, waardoor frissche
lucht en zonlicht konden binnendringen en gingen
toen naar Roddy's huis terug. De openingen tusschen
de steenen hadden ze losjes met wingerdranken be
dekt.
Thuis vonden ze Vicenti op hen wachten, die be
langrijk nieuws bracht. De aanhangers van Kolonel
Vega verzamelden zich in de buurt van Porto Ca
bello en de regeering begreep heel goed dat Vega zich
spoedig bij hen zou voegen om het spelletje tie laten
beginnen. Maar hij was nog niet gevangen genomen,
omdat de regeering hem tegelijk wilde arresteeren
met allen die met hem de stad zouden verlaten. Het
voor nikt willen doen. Ha heb noviw- ok aoo'n radio-
kist staan mee 'ne lout-epleker aan 'n touw, maar
deur dieën lout-spieker van mijn, ik weet nie
of da bij: jouw ok zoo is wordt kollesaal gespiekt.
Telkens komt 'r 'nen heel vriendelijken meneer deur
praten en wenscht me „goeienavond" en „welte
rusten", Ikl laat et nie onder me, en wensch t'm
van harte truig. Maar elk oogenblik vertelt ie wa
z'n giro-nummer is. Wa kan mijn da nouw schillen.
Veur mijn part was zijn giro-numimer No. 100, da
zou nog zoo gek nie zijn, mee die gierderij. Maar
telkens is 't: „Dames en iHeeren." Dan motte Trui
zien. Kek1 ze net of ze zeggen wil: „daar boor ik ok
bij." Ja, dan freet ikl' imj'n bloed op. „U zult wel
denken) Dames en Heeren, daar is ie weer. maar wit
doen alles voor niets, dus we hebben veel geld noo-
digl" Verder komrt ie bij mijn nooit want dan trek
ik 'r den stop1 uit. 't Is misschien nie beleefd, maar
ze motte bij: mijn nie steeds op hetzelfde terugko
men, dan krijg ik 'r 't zuur van. Maar wa 'k zeggen
wou, 't is hier op die eeuwige drupneus na. die
van d'n Nederlander nie weg te slaan is. as ne
klit menier, as 'ne klit zit die drupneus aan oew
vast nog zoo broerd wonen nie.
Ze regeeren ons aanslibsel1 goed, WiJi zijn ommera
aan-komen slibben uit de Noordzee! Vandaar dat 'r
nogal wa kwallen onder zitten heel Maar nie oven
de kwallen, over ons 'Limburg wouw ik 't hebben
gehad.
Ons Koningin eet da zaakje mee di're man en meo
d'r dochterke weer 's handig aangepakt. Die Bel
gische behangers, die zoo nouw en dan heel Lim
burg komen beplakken mee pamfletten, zullen nouw
toch wel snappen, da ze hier gin sjoege (hebben.
Gin sjans. Lekkere jongens daar. Mee d'n oorlog
sloegen ze hier d'r tenten opi; wij1 ebben ze gevoeiërd
mee 't beste da me hadden en nouw zouwen ze uit
pure dankbaarheid ons willen anekseeren. We slib
ben weer net zoo lief trug. We zetten de waterlinie
openen van slib zijn me gemokt en tot slib
keeren me trug. Ozoo.
Da's ne goeien inval gewist van ons Koningin
om d'r eigen in Limburg weer 's te laten zien; 'n
reuze-idée.
As ge mijnen brief et, dan zal Geysendorrever
wel weerom zijn van Batavia denk 'k. Da's 'n reuze
prestasie gewist. Tien keer meer wèèrd dan al da-d-
oceaan-gefladder. En dieën Amerikaan van Lier-
Blek mot. as ie thuis is, tusschen z'n landgenooten,
maar 's vertellen dat die lui in Nederland da
landje waar ze die Fokkers bouwen wel minder
drukte maken van de dingen, maar 't evengoed
lappen! as Lindbergen, Chemiberlijns en hoe die
dollar-lucht-aocrobaten hieten meugen! En al heet
Ekselensie de Geer dan den Gijs nie omhelsd en
'n kuske gegeven zooas Koelitsje in Amerika den
Lind ee gedaan: de Geer en de Gijs hebben 't net
zoo goed gemeend. Wij: Nederlanders zijn nouw een
maal nie zulke omh elzens. Vraag 't maar aan Trui.
Menier, as steeds, de groeten van Trui en gin
haar minder van oewen
toet A voe
DBé.
Ter verzachting en genezing van stuk-
geloopen voeten, zadelpijn, schrijnen en
smetten der huid, miuggebeten en zonne
brand, moet men op reis voorzien zijn van
Doos 30, 60, Tube 80 ct.
HOOG WATER IN TWENTE.
Voor de boeren langs Schipbeek en Bolksbeek ziet
het er dezen zomer slecht uit. Door de doorbraak van
de rechterkade der Bolksbeek is het land weer wijd
en zijd onder water gezet. 1700 H.A. staan blank. Het
vee moest in allerijl gestald worden of in veiligheid
worden gebracht op hooger gelegen terrein bij fami
lie en kennissen. Veel hooi ging verloren. De stroom
nam het mee en wat bleef liggen is zoo goed als
waardeloos geworden, terwijl het ongemaaide gras
diep onder water staat Ook is door den sterken
stroom heel wat gras vernield. En hoe lang kan het
duren voor het water weer wegtrekt. Watermolens,
die het weer op de beken kunnen werpen, ontbreken.
Het moet óf verdampen óf in den grond, die geheel
doorweekt is, wegtrekken. Gerust kan men aannemen,
dat de ondergeloopen gronden voor dit jaar waarde
loos zijn. De schade is ontzaglijk groot.
Zooals we reeds meldden, hebben de boeren zich
telegrafisch tot den minister gewend om hulp. Mo
menteel kan de regeering weinig doen om aan den
noodtoestand een einde te maken. Noodzakelijk is
het, dat de afwatering afdoende verbeterd wordt en
dat kan niet in enkele dagen of weken geschieden.
Voor velen zal directe hulp echter ook noodig zijn.
Een paar varkens zijn bij de doorbraak omgekomen.
Groote troepen wilde eenden komen op het over
stroomde gebied langs Bolksbeek en Schipbeek af.
huis van Vega werd door de politie bewaakt en zijn
gangen werden nauwkeurig nagegaan. Het leek bij
na onmogelijk dat hij zou ontsnappen op het oogen
blik dat de regeering wilde toeslaan.
En tegelijkertijd, vertelde de dokter verder,
zijn wij gereed. Als Vega zijn troepen kan bereiken
en een opmarsch naar de stad zou beginnen, breekt
hier een opstand ten gunste van Rojas uit. Als wij
Rojas konden bevrijden en als het volk he mziet. kan
niets Alvarez meer redden.
Alvarez weet dat net zoo goed als wij. Maar het is
onmogelijk om het fort van San Carlos in handen te
krijgen zonder artillerie. We kunnen de stad inne
men, we kunnen ons van de kazernes, van de douane
meester maken, maar van San Carlos niet. Maar er
is nog een grooter gevaar. Alvarez, die weet dat onze
partij zonder Rojas direct uiteen zou vallen, zal hem
misschien bij het uitbreken van den opstand laten
doodschieten.
Roddy vroeg Vicente, of hij als dokter dacht dat
Rojas sterk genoeg zou zijn om een veldtocht te lei-
leiden.
Neen, verklaarde Vicente, dat kan hij niet,
paar dat hoeft ook niet. Als hij zich maar vertoont,
is er geen veldtocht noodig. Zelfs de regeeringstroe-
pen zouden naar hem overloopen. Maar, voegde hij er
bij met een zucht, waartoe dient het om over het
onmogelijke te praten? De troepen, die San Carlo
verdedigen, zullen Alvarez trouw blijven. Hij heeft
daar alleen mannen van zijn eigen; plantages ge
plaatst; hij heeft ze koninklijk betaald. En ze heb
ben nog andere redenen om liever te sterven dan
zich over te geven. Ze hebben zich in Porto Cabello
schandelijk gedragen, en de mannen uit de stad 'haten
hen even erg, als de vrouwen hen vreezen. Bovendien
kent iedereen hun wreedheid tegen de politieke ge
vangenen en zij begrijpen dat zij niet op genade be
hoeven te rekenen. Zij zullen vechten, niet om San
Carlos te beschermen, maar om hun eigen leven.
Vicente maakte zoo'n betrouwbaren indruk, dat
Roddy hem hun plpi zou hebben verteld, als zoowel
Perter als Mc. Kildrick hem niet op het hart hadden
gedrukt dat niemand het geheim van den' tunnel
mocht weten vóór het laatste oogenblik.
Den volgenden morgen bracht Sam Coldwell, bege
leid door Mc. Kildrick, een officieel bezoek aan den
vuurtoren. Toen hij alles geïnspecteerd had, ging hij
terug naar het stuurhuis je van de sleepboot, die hem
over de haven gebracht had en zond iemand om
Roddy te halen. Roddy kwam bij hem in zijn werk-
kleeren, die bovendien nog geheel bedekt waren met
modder uit de haven. Coldwell, in zijn koele linnen
pak met een keimge Panamahoed op, grinnikte ver
genoegd, toen hij het contrast tusschen hen beide
opmerkte. Hij kon Roddy niet goed uitstaan en