11(11(11 Niens-
Almimiii-1 LiilliivtliL
Vloot=Conferentie.
Eerste Blad.
Sacco en Vanzetti.
Een langdurig proces.
De kraanvogel met het
alluminiumpoot.
Het Indianenvraagstuk
in Zuid-Amerika.
Zaterdag 6 Augustus 1927.
SCHAEER
70ste Jaargang No. 8095.
COIIRUT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, vorden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eersluitkomend nummer geplaatst.
UitgeversN.V. v.h. TRAPMAN tg Co., Schagen.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden fl.05. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TIöN van 1 to^ 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Groote lettors worden naar plaatsruimte borekond.
DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADEN.
Een totale mislukking tengevolge
van de hardnekkigheid der Ameri
kanen,
Nadat reeds eanig-e malen eemi voltallige bi|eem-
komst van de vlooboomferentae te G-anève uafcge-
fk ld was geworden, is deze thans Daaderdag- ge-
botiden, maar ondanks de krachtige pog.ngen, d.e
die laatste dagen waren gedaan, om van da oan:?e)>
remtie nog iets terecht te brengen, of in ieder
geval een in het oog loopend fiasco te vermijden,
is zij op niets uitgeloopen, ja eeni totale mislukking
geworden. Aan wien de schuld van deze misluk
king? Wanneer we het heele verloop> van de oom*
terentie nagaan, dan is het niet moeilijk in te zien,
dat Amerika, met wie de laatste dagen niets was
te beginnen en die zich blijkbaar in heb hoofd had
gezet: „Alles of niets", aan deze mislukking veel
heeft bijgedragen.
Hiet allereerste voorstel, op deze conferentie door
de Amerikanen gedaan, om een opzegbaar ver
drag" te sluiten', is door de anderen!, .Japan en En
geland niet aanvaard geworden.
Wie hebben toen' gekregen, nadJat enkele minder
belangrijke voorstellen de revue waren gepasseerd,
ean voorstel van Japan, waarbij gehoopt werd,
dat Engeland en Japan zich zouden verbinden
om hun programma van scheepsbouw niet meer, aan
te vullen; Amerika echter zou daartoe wel het
recht hebben, tot het Engeland had ingehaald. De
heele regeling zou maar tot 1931 gelden en was
zelfs vcor die periode niet anopzegbaar, maar on
danks dit, voor de Amerikanen zoo tegemoetko
mende voorstel, hebben dezen er niet aan gewild.
Daarop hebben de Engelsohan voorgesteld, de
positieve resultaten der conferentie ton opzichte
van duikbooten en torpedovaartuigen dan ten*
minste vast te leggen1. Het waren onderwerpen,
die best de moeite waard Waren. Men was dan
verder gegaan op den weg, dien men te Washington,
zelf was ingeslagen. Alles behoefde tooh niet in
eens.
Doch dit werd door de Amerikanen geweigerd,
blijkbaar nog altijd gedachtig aan het: „Alles of
«iet. Alles vergeefsch. Zelfs dit laatste denkbeeld
dor Engelschen, bij wijze van demonstratie, liep
volkomen te pletter tegen de hardnekkigheid der
Amerikanen.
En hiermee was het lot van deze conferentie,
'waarop men alle hoop gevestigd had, dat zij voor
goed paal en perk zou stellen, aan da uitbreiding
van oorlogsmateriaal ter zee, beslist. De gehou
den redevoeringen zijn scherp geweest, en men
heeft bij het kenbaar maken van zjj'n meemng er
geen diplomatieke doekjes om gewonden, maar
trots dat heeft men zich niet mab elkander kunnen
verstaan «en bekennen die drie deelnemende
delegaties alle volmondig, dat dia conferentie jam
merlijk mislukt ia.
Het onoverkomelijke struikelblok welke tot deze
mislukking geleid heeft, was wel de kruiserkwesitie,
waardoor de E'ngeliscihe eischen volkomen beheerscht
werden. 'De ^scheiding tussühen de beginselen der
beide betrokken regeeringen, Amerika en Engeland,
is diep en onverzoenlijk. Waar Amerika de voorkeur
geeft aan groote kruisers, daar wil Engeland zijn
kracht zoeken in bet aantal kruisers, welk laatste
zeer natuurlijk is. daar Engeland bijl den wereldoor.
log de ondervinding heeft opgedaan, dat alleen een
groot aantal kruisers Engeland de VQordeelen kan
geven van zijn uitgebreide dominions, die het bezit.
De Amerikaansohe gedelegeerde, Gibson. antwoord
de, dat het Esgelsche beginsel ten volle ini de Ver-
eenigde 'Staten wordt begrepen, maar het Ameri-
kaanscbe volki noch zijn regeering hebben 'begrepen,
waarom op de conferentie te Washington de Engel-
sclfe gedelegeerden 450.000 ton kruisers aannemelijk
en voldoende achtten, en Engeland nu met een mi
nimum van 647.000 als absoluut noodzakelijk is aan
gekomen. Het is beide partijen niet gelukt, elkaar
van eikaars opvatting te overtuigen en daarom is
het het best, nu in vriendschappelijken geest uiteen
te gaan.
De stemming tijdiens de 'laatstgehouden besprekin
gen was verre van opgewekt, aldus de corr. van de
N. R. Crt.
Zelfs toen de officieel© goede wenschen; en weder-
zjjdische vriendelijkheden werden uitgesproken,
merkte men niets van instemming. Een enkele aan
wezige probeerde een applaus te 'beginnen, maar
men liet hem alleen zijn gang gaan. Het was een
rouwplechtigheid, die men bijwoonde, en werkelijk
niet iets orni biji te juichen. Deze opvatting wordt al
gemeen aanvaard. De Japansche delegatie weet later
in een toespraak tot de Japansche journalisten de
mislukking voor een goed gedeelte aan de gebrekkige
voorbereiding van de conferentie. Dit is juist, maar
er waren ook nog andere en ernstiger oorzaken. Ten
eerste de overwegingen, die Amerika er toe hadden
gebracht, de conferentie bijeen te roepen. Men kan
zoo iets piet ondernemen, zonder een standpunt te
r hebben, dat zich met logica laat verdedigen.
Een belangrijk aandeel aan de mislukking echter
heeft ook het volkomen gebrek aan beleid en ma.
noevreervermogen van de Engelsche delegatie. De
logika der heeren, die logika. waarmede ieder wa-
peningsplan te verdedigen is. was in orde. oneindig
veel^ beter dan die van de Amerikanen, maar wij
blijven bij de meeuing. dat hij een meer menschkun.
dig minder opgewonden beleid, toch heel wat rjueer
te bereiken was geweest. Wij hebben de Engelschen
steeds begrepen; bewonderd hebben wij hen fjeen
oogenblik.
In een slotverklaring, wordt er op gewezen, dat de
conferentie is uiteengegaan met een gemeenschap
pelijke verklaring van de drie delegaties, die na een
overzicht van de onderhandelingen verklaren, dat zij
zijn overeengekomen, hun respectieve regeeringen
op het gewenschte te wijzen van overeenstemming
tusschen de onderteekenaars van het verdrag van
Washington, opdat de conferentie, die moet worden
bijeengeroepen, vóór 31 Augustus 1931 zal worden
gehouden. De verklaring eindigt, met te zeggen, dat
de delegaties officieel als hun overtuiging te kennen
willen geven, dat de moeilijkheden, die er zijn ver
rezen. niet moeten worden beschouwd als een einde
te maken aan de pogingen tot het verkrijgen van een
nieuwe bespreking van de wapening ter zee.
Ben nieuwe vlootconferentie in 1923?
Nader wordt uit Rapid City (Dakota) gemeld, dat
President Coolidge en Kellogg van oordeel zijn, dat
het mislukken der vlootconferentie geen definitieve
breuk beteekent. Oficieus wordt nog gemeld, da
Coolidge voornemens zou zijn in 1929 een nieuwe
conferentie te doen bijeenroepen.
Zeven jaar lang met den
oogen.
dood voor
Nog een laatste poging?
Het schijnt dat Sacco en Vanzetti in verzet zijn ge-
komjen b^ji het Opperste Gerechtshof der Ver. Staten.
Waar men al zeven jaar lang over de al of niet
ter dood veroordeeling van Sacco en Vanzetti leest,
zou men welhaast vergeten, waarom of dze bei
de menschen de allerzwaarste straf zal worden toe
gepast. Deze zaak dateert namelijk uit het jaar 1920
en speelde zich af te South Braintee in de Vereenigde
Staten. De beide veroordeelden zijn twee Italiaan-
sche anarchisten, die destijds van moord op en de
berooving van een tweetal fabrieksbeamibten te
South Braintee werden beschuldigd. Nadien hebben
ze zeven jaar lang in de gevangenis opgesloten ge
zeten, in volkomen onzekerheid, steeds met het
vooruitzicht op de voltrekking van het doodvonnis,
dat echter maar nooit definitief werd uitgesproken.
Inmiddels zaten 'hun politieke medestanders niet
stil en werden alle pogingen in het werk gesteld om
de onschuld der beide veroordeelden te bewijzen. Dit
streven vond weldra medewerking in breede krin
gen, waar de aan het licht komende feiten meer en
meer den indruk wekten, dat de behandeling van
deze rechtzaak op zeer onrechtvaardige en zeer par
tijdige wijze was geschied.
Vooraanstaande juristen, geestelijken, particulio-
ren nam aan dezen strijd om het „recht" deel. En
kenmerking zeker wel voor den heerschenden twij
fel is het feit, dat toen ten slotte alle rechtsmidde
len waren uitgeput, in een door niet minder dan
een half millioen namen onderteekende petitie den
gouverneur Fuller van den staat Massachusetts, gra
tie voor de veroordeelden werd gevraagd.
Dit verzoek om gratie ia echter door genoemden
gouverneur geweigerd, vergezeld van de mededoe-
ling, dat hij -na het op zijn last ingestelde onder
zoek geen reden heeft kunnen vinden om aan de
beide ter dood veroordeelden clementie te verleenen.
Zoo zal nil op 11 Augustus het ongeveer zeven
jaren geleden uitgesproken doodvonnis worden
voltrokken.
Hiermede zal dan althans een einde zijn gekomen
aan het lijden van deze beide Italianen, die zelf hun
onschuld steeds hebben volgehouden, aan wier on
schuld talloos velen gelooven, aan wier schuld nog
velen meer ten sterkste twijfelen en die zeven lange
jaren in de gevangenis zuchtten, steeds met den
dood voor oogen, die telkens weer nader kwam als
weer een nieuw rechtsmiddel van hun vrienden en
van de van hun onschuld overtuigden, bleek te fa
len.
Of het doodvonnis ongewenschte gevolgen zou
kunnen hebben? In de week van leven, die de
beide mannen nog van den dood scheidt, kan veel
gebeuren.
Afgescheiden nu van de quaestie, of de beide man
nen inderdaad schuldig zijn aan den moord, waar
voor zij zijn veroordeeld (en daarvan is de gouver
neur van Massachusetts natuurlijk overtuigd, als
mede van het feit, dat de omstandigheden, waar
onder de misdaad was gepleegd, de zwaarste straf
wettigden) zal een deel van het groote publiek ais
een pijnlijke verzwaring van de straf gevoelen, dat
•de beide veroordeelden reeds 'n zeer langdurige ge
vangenschap op hebben met daaraan verbonden on
vermijdelijke psychische kwellingen.
Protesten.
Later wordt gemeld, dat allerwege protesten op
stijgen tegen de voorgenomen terdoodbrenging van
Sacco en Vanzetti. De gemeenteraad van Rio de Ja-
neiro heeft er tegen geprotesteerd, te Rosario is een
sympathiestaking uitgebroken. De arbeiders deden
een aanval op twee kantoorgebouwen, Er dreigt een
algemeene werkstaking uit te breken. Morgen zul
len groote arbeidersdemonstraties plaats hebben,
tegen dit „menschonteerend" vonnis. In Italië heeft
het vonnis tegen de beide Italianen eveneens groo-
ten indruk gemaakt.
Een, zevenjarige oorlog om 83 centimes.
Martial Boyer, de directeur van het cabaret „Les
Noctambules" te Parijs, heeft zijn proces tegen den
fiscus verloren. Het proces begon in den herfst van
het jaar 1920 en beteekende in den beginne niets,
een proces-bacil, die alleen door de microscoop te
herkennen was, een proces om het minimale bedrag
van drie en tachtig centimes. Op het oogen
blik schrijven we 1927, het proces is een dik boek
deel geworden van alle gepasseerde akten, dat reeds
tienduizend francs opgeslokt heeft en als dessert nog
het rechtbewustzijn van den burger Boyer verteren
zal, van een patriot, een belastingbetal er
en deelnemer aan den groeten oorlog, aan; wien
de dankbaarheid van den staat door orde- en eere
teekens voor z'n leven verzekerd is geworden.
De geschiedenis van Martial Boyer is in den grond
de oude strijd om het recht, die door alle eeuwen
heen gestreden moest worden en nog wel vele
eeuwen verder gestreden zal worden. Altijd weer
zijn er menschen,, die zoo dom zijn, het met de dom
heid te willen uitvechten. Maar de domheid is on
overwinlijk. Zij is blijvend in den voortgang van het
menschelijk geslacht. Dat hebben de wijzerb en dich
ters reeds jaren geleden beweerd.
Het proces, -dat onlangs een einde heft genomen,
vrij. 3. Een burger, die zich op zijn recht beroept,
wordt veroordeeld.
Boyer heeft er zich bij! neergelegd en verklaarde dat
hij om zijn familie voortaan zal zwijgen, Anders
komt hij tenslotte nog in de gevangenis terecht, en
daar hij tot nog toe noch Royalist noch Communist
is, zou hij, in dat geval, zooals dat met Daudet ge
beurd is, niet op een snelle bevrijding kunnen hoo-
pen.
De volgende eigenaardigheid doet zich in de dier
gaarde te Leipzig voor. Daar leven zeer vriendschap
pelijk naast elkaar voort twee kraanvogels, waar
van de eene, het wijfje, in een gevecht met een pur
perreiger een oog heeft moeten missen.
Meestal staan ze naast elkaar in een van de vele
vijvers. Maar niet altijd,'want het mannetje is niet
gekortwiekt en daarvan maakt hij dankbaar ge
bruik om zoo af en toe eens rond te vliegen. Zoo
maakt hij regelmatig een rondvlucht over de kin
derspeelplaats, om vervolgens een bezoek te gaan
afleggen bij zijn soortgenooten op den Kickerlings-
berg, het nieuwe gedeelte van den Leipziger Zoo.
Een wondermooi beeld, wanneer hij, roepend, door
den tuin vliegt
Toen hij den vorigen herfst zou worden „einge-
wintert", wist hij, dank zij zijn nog ongekortwiekté
vleugels, aan elke poging om hem te vangen, te ont
snappen. En zoo verraste hem de plotseling
ingevallen koude. Op. een nacht had hij biji 7
er den volgenden morgen weer jacht op hem ge
maakt werd, koos hij de ruimte. Tenslotte kreeg
men hem toch te pakken, doch zijn pooten. waren
zoo goed als bevroren. Vooral 'het weefsel van bet
linkerpoot had sterk geleden en verdween, zoo maar,
zoodat 't gebeente geheel vrij kwam te liggen. On
danks vloog het dier nog onbezorgd door den tuin.
Bij een „landing" op den vijver is echter waarschljin-
lijk het brooze gedeelte van het poot afgebro-.
kenen rust nu op den bodem van den vijver. De
stomp heelde zich spoedig. Daar 't verdere gedeelte
onaangetast was gebleven, drong zich onwillekeu
rig de gedachte van een kunstbeen op. Een Leipzi
ger inrichting ter vervaardiging van kunstledema
ten verklaarde zich bereid een poging te willen wa
gen het dier van een kunstbeen te voorzien, met het
gevolg, dat den kraanvogel een alluminium
poot werd aangezet, waarop hij nu als een „ridder
met bet ijzeren been" trots komt aanstappen. Zijn
oude éénoogige vriendin beeft hij weer tot gezel
schap gekregen, waarmee bij nu als „oorlogsinva
lide" een omheind park op den Kickerlingberg be
woont.
begon daarmee, dat de directeur van de „Noctam-gra(jejl onder nul in de sneeuw gestaan. Toen
bules", Boyer, op een avond een oude wapenbroe-
der met zijn twee dames aan de kassa zag staan.
Deze had drie tóegangsbilletten tegen verlaagden
prijs; op elk van deze billetten moest hij twee
francs bijbetalen. Boyer drukte den krijgsmakker
de hand en zeide tegen hem: „Maak, dat je in het
thater komt; het is reeds begonnen, na afloop zien
we elkaar wel weer!" en betaalde uit eigen zak de
zes franks, die naar zijn meening aan de kassa ver
schuldigd waren. Edoch, de heer die de inkomsten,
die aan de ondersteuningskas ten goede komen,
controleert, maakte er den directeur Boyer op
merkzaam op, dat hij zich vergiste; hij had 83 cen
times te weinig betaal.d Waarom? Zeer eenvou
dig: toen de directeur den verlaagden prijs voor de
billetten zelf aanvulde, veranderde hij door deze
menschlievonde daad de billetten in vrijkaarten
De belasting op vrijkaarten is echter hooger dan de
belasting op billetten tegen verlaagden prijs, pre
cies 83 centimes hooger. Het gevolg was, dat direc
teur Boyer nog 83 centimes aan de ondersteunings
kas, waaraan de belasting ten goede komt, schuldig
is.
Boyer was door het weerzien met den ouden
wapenbroeder en de herinnering aan de saamge-
deelde loopgraven, zeker strijdlustig gestemd. Hij
stoof tenminste tegen den controleur op en zei, dat
de vordering idioot was. De laatste echter, bewust
van zijn onfeilbaarheid, rapporteerde het geval bij
den fiscus, die de zaak verder behandelde, en direc- J
teur Boyer verloor zijn eerste proces. Vijfhonderd
francs boete, omdat de directeur den staat, en nog
eens zooveel ornaat hij de armen bedrogen had! Bui
tendien het vijfvoudige, van de geweigerde 83 centi
mes, maakt 4 francs 15 centimés.
Boyer ging hooger op. Hij beriep zich biet alleen
op het recht, in zijn eigen theater billetten cadeau
te doen, als hem dat beliefde, maar tevens op de in
middels afgekondigde amnestie, idie voor veel
zwaardere misdrijven de straf vrijschol'd. Het hielp
niets. De rechter, wijs als Salomo, concludeerde,
dat de amnestie alleen voor vergrijpen tegen' den
staat gold, maar niet voor die tegen de armen. De
eene helft van de straf bleef dus bestaan.
Nu werd Boyer wild. Hij vond bondgenooten in
zijn strijd tegen de gerechtigheid. De vereeniging
van Parljsche theater-directeuren maakte de zaak
tot de hunne en maakte bezwaar tegen dén aanval
op het voor alle schouwburgdirecteuren geheiligde
recht, vrijbilletten te mogen uitgeven. Dat zou hoe
langer hoe mooier worden! Wanneer oen theater
niet bezet is, zoodat de directeur genoodzaakt is,
aan de bezoekers langs minder kostbaren weg toe
gang te verschaffen, dan zou hij daarvoor nog be
lasting moeten betalen? Op deze wijze zouden spoe-
/ig de schouwburgdirecteuren het „droit des pau-
vres" recht va nde armen voor zich zelf moe
ten opeischen!
Het proces werd dus steeds hoogerop gevoerd; van
Parijs naar Orléans en van Orléans naar Parijs te
rug en tot in laatste instantie uitgevochten. Twee
van de beroemdste advocaten verdedigden de belan
gen van den schouwburgdirecteur en deden al het
mogelijke om het proces te winnen, maar wat ver
mag zelfs de grootste slimheid tegenover den on
zin van het procedeeren, De directeur met zijin advo
caten werden jammerlijk geslagen.
De wet heeft gesproken: 1. Wanneer een direc
teur -toegangskaarten voor zijn theater cadeau doet,
dan moet hij ze betalen, 2. Vrijbilletten zijn niet
Men schrijft aani de MsQx:
Wanneer in Europa sprake is van Indianen, denkt
men gemeenlijk sléchts aan de Indianen vam Noord
Amerika, wier wanhoopsstrijd ons bekend is.
In Noord-Amerika is die Indiaan echter door de
vernietigingskirijig grootendeels uitgeroeid, een kleine
rest is terug gedreven in de bosscheru De laatste
jaren heeft de reeerinjg van Noord-Amerika zich in
gespannen, om dat overschot te behoudien; bun eigen
dom wordt beschermd; scholen op allerlei gebied,
vooral tuin-- en ambachtsscholen, zijn voor de op
levende jeugd gebouwd. De Indianen-stam komt daar
door tot beschaving $et getal der in de Vereenigde
Staten levende Indianen bedraagt nog 1H millioen.
Int Canada werden de Indianen door de Fransche
kolonisten goed behandeld en ziji gingen goed voor
uit, maar toen de Engelsdhen een, deel van het land
veroverden, begon ook daar de vernietigingastrijd.
Geheel'anders is het nog gesteld met het Indianen
vraagstuk in Zuid- en MiddenAmerika. Daar
hebben zich talrijke wilden en half-wi'lden in de
bergen en oerwouden geheel teruggetrokken, maar
bij het tegenwoordige gemak van verkeer dringt
„de witte man", altijd sneller voort in de meer af
gelegen gebieden; de -botsing is onvermijdelijk. Moge
het gebod der menecheLijkheid en der Christelijke
liefde de verhouding regelen tusschen de blanken
en het roo<|e ras.
Hoeveel Indianen zijn er?
Volgens ambtelijke opgave wordt het getal geschat
op 6 milllioen, waarvan 2 millioen nog wilden zijn,
terwijl' 4 millioen als half-wilden staan genoteerd.
In werkelijlkheidi is hun' getal echter veel grooter.
De naam- „roodhuid" is eigenlijk niet goed geko
zen; de stammen hebben de gewoonte 'hun lichamen
met oker of berggeel te beschilderen, daarom zijn -het
echter nog geen roodhuiden.
Men treft in het Oosten van Zuid-Amerika, in
Brazilië, in Peru, bijl de Aracauniërs in Chili wit
gekleurde stammen aan, welke zich naar de gelaats