FISK Kern VS term H< Kern Hai Brabantsche brieven. D IET HAN DE KWALITEIT Gemengd Nieuws. Doo heid J. Doorlo ,A w< Avi op I te putten uit den rijken schat van oude overleve ringen. Op deze wijze werd de fantalse der oorspronkelij ke menschen. die hunne zonnemythen dichtten, om gezet in historische werkelijkheid, welke als zooda nig zou worden aanvahrd tot op dezen dag: En de mensch van de twintigste eeuw, die zijn technische wonderen heeft gewrocht, de mensch van al die ge weldige overwinningen behaald door zijn scheppend genie, toont zich nog een kind naar den geest, een kind, dat zich zoo gaarne de sprookjeswereld als een werkelijke wereld denkt. Ik begrijp, dat er.onder de lezers zullen zijn orthodoxen en roomschen die zich misschien zul len stooten aan het bovenstaande en voor wio iets pijnlijks ligt in de uitspraak vooral, dat Jezus is geweest een onvolmaakt mensch. Misschien zelfs zal menig vrijzinnige dit met een tikje ergernis le zen. Want meer dan men vermoedt, werkt de oude traditie der Jezusvergoding na. Ik ben vrijzinnig op gevoed, maar hoe levendig herinner ik mij, dat ik als kind op de catechisatie niettemin leerde, dat Je zus was geweest d e volmaakte mensch. Nu vind ik die opvatting dwaas. Een volmaakt mensch is onbestaanbaar. En er is buitendien een merkwaardige tekst in het Nieuwe Testament, welke m.i. hier beslissend is. Ik heb op het oog Lucas XVIII 18 „En een zeker overste vraagde Hem, zeg gende: Goede Meester! wat doende zal ik het eeu wige leven beërven? En Jezus zeide tot hem: Wat noemt gij Mij goed? Niemand is goed, dan Een, na melijk God". Deze zelfde tekst wordt gevonden in de evange liën van Mattheus en Marcus. Is nog duidelijker bewijs noodig voor de mensche- lijkheid van Jezus? Wat weten wij van dezen mensch Jezus? Slechts zeer weinig. Ieder, die de evangeliën leest en poogt uit het mengsel van waarheid en verdich ting tot een scherp omlijnd beeld te kunnen komen, zal zich zeer teleurgesteld gevoelen. Wij krijgen alleen den indruk van een persoonlijk heid, die hoog zich heeft verheven boven de massa en wiens weg door deze wereld is geweest een weg van strijd, eindigend in den tragischen marteldood. Historische gegevens missen wij bijna geheel en al. Op naam van deze persoonlijkheid staat menig woord, dat misschien nooit zóó als het is overgele verd, door Jezus i§ gesproken. En daar worden hem allerlei wonderbare daden toegeschreven, welke zon der twijfel nooit door hem zijn verricht. Dit alles behoeft ons niet te verontrusten. Ook. indien onomstöotelijk zeker zou kunnen wor den aangetoond, dat er nooit een mensch Jezus als stichter van den Christelijken godsdienst heeft ge leefd, zouden wij in, werkelijkheid niets van waarde verliezen. Want wat wij hebben is: het evangelie. Eh dit evangelie leert ons een levensopvatting van groote verhevenheid, omdat zij is de erkenning van die waarachtige menschelijke solidariteit, wellft in dit evangelie als liefde wordt gepredikt. Dit evangelie kunnen wij niet lezen, zonder hekoord te worden door de heerlijke ideeën, daarin uitgesproken. Is niet de bergrede vol van sublieme schoonheid en ont roert ons niet menige gelijkenis?. Ik wil in dit artikel over den mensch Jezus niet vergeten de aandacht te vestigen op iets wat m.i. te vaak over het hoofd wordt gezien. Iedereen kent de geboorteverhalen en weet iets van de herders in het veld, van zingende hemelkoren en van de wijzen uit het Oosten. Wanneer wij deze verhalen in verband brengen met bet feit, dat wij van Jezus jeugd, noch van zijn jongelingsjaren iets weten (behalve dan het gebourde in den tempel op 12-jarigen leeftijd), tot welke logische gevolgtrekking moeten wij dan ko men? Tot geen andere dan deze: die geboorteverha len zijn verdichtselen. Immers: a 1 s deze won derbare dingon inderdaad geschied waren, dan zou het njet mogelijk zijn, dat men zoo weinig van het leven van Jezus wist, als inderdaad uit de evangeliën blijkt, want dan zou de algemeene aandacht wel zóó sterk op hom gevestigd zijn geweest, dat men hem voortdurend in zijn ontwikkeling controleerde, dat men om zoo te zeggen stap voor stap hem volgde. Wij moeten ons voorstellen, wat het beteekonen zou, wanneer zoo iets thans gebeurde. Zouden niet aller oogen gericht wezen op het kind wiens ge boorte door zulke teekenen werd begeleid? Zou niet ieder willen weten, hoe zulk een kind zou opgroeien? Hierbij hebben we niet te vergeten, dat Jezus gebo ren werd onder een volk, dat juist in die dagen zeer sterk geloof do in de komst van een Messias, een Ver losser. Meer dan ooit leefde toen do hoop in het hart van het volk, waaruit Jezus gesproten is, dat do tijd aanstaande zou wezen, waarop deze Messias zou ver schijnen. Is het dèn-aannemelijk, dat iets zóó bui tengewoons zou geschieden als vermeld wordt bij de geboorte van Jezus, zonder dat gansch het volk zich ging bezig houden mot dat kleine kind, met dien jongen koning, die immers eens beloofd was volgens het geloof der vaderen. En dan te bedenken, dat ditzelfde kind opgroeit tot dertigjarig man, zonder dat er eenige aandacht aan werd geschonken! Dit is kortaf onaannemelijk. Wio dit alles nuchter onder de oogen ziet, moet m.i. tot deze uitspraak komen: als mensch heeft Jezus geleefd temidden der zijnen en het is volkomen be grijpelijk, dat we van zijn leven vóór zijn openlijk optreden niets weten, want er was niets waardoor op dit leven de bijzondere belangstelling werd gevestigd, eerst als hij zijn werkzaamheid begint, als hij op treedt met zijn prediking, wordt hij tot een open bare persoonlijkheid over wie gesproken en..ge-, fantaseerd wordt. Wie in dezen onzen eigen tijd heeft waargenomen naar de rots en vertrouwd u verder geheel aan mijn leiding' toe. Zet u kalm den eemetru voet voor den andere er kan u werkelijk niets overko men." Zij behandelde hem zoo natuurlijk, zooals ze' ongeveer met een verdwaald kind gehandeld zou hebben. Indien hij' bang was geweest voor de gevaarvolle onderneming!, hetgeen echter absoluut niet het geval was, dan zou de onbezorgde ze-1 serbead van dit merkwaardige jonge meisje stel- lig 2% angst geheel en al hebben doem verdwijnen'. Zjj ging voor hem uit, met haar rug" naar den rotswand en het gelaat naar den afgrond gecrichA waaraan het smalle pad grensde. Mat^ vaste hand hield zij zijn vingers omklemd en zij vermoedde klaarblijkelijdc niet, dat de levendige warmte, die hjj uil haar Mieinje sierlijke hand in zich voelde tmtelan, hem veel meer in verwarring bracht, dan c e g o te gevaren' die aan dezen moeilijken tocht stell 'g verbonden waren. „Nu zün "we op d.e plek, waar u bij eenige terreinkennis wel al een half uur geleden nadj kuiv nen zijn/' zeide zij, terwijl ze zjj!n hand losliet. „Vanaf dit punt gaat bet £or> gemakkelijk veilig bergafwaarts, dat men in geval van nood den weg wied 'blindelings zou kunnen vinden. 'Mem komt nog wel een gevaarlijke plaats tegen, maar die is door een stevige leuning voldoende ban sehermd- Indien wij niet toevallig denzelfden Weg moesten hebben, dan zou ik het overbodig achten n verder te begeleiden." „Dos te .beter voor mijr, dat wij denzelfden weg hebben, juffrouw. Hoe moet ik heb -echter aan-* leggen, om u na.ar bahooren voor uw .hulpvaar digheid te danken?" „U moet mij beelemaal niet bedanken-Het spreekt toch vanzelf, dat in zulk een geval iemand zn'n medemensch hulp verleent. En bovendien is het nu toch achter den rug. H zou hef' onaan genaam vindon, als u daarover nu nog een ^nkel woord verspilde." Eb klonk in deze laatste opmerking een vooav» name afwijzing, die volgens Rudolfs meening met haar gedrag tot nu toe sleohtf overeenkwam, doen Er hangt róóveel af van de kwaliteit Uwer auto banden, dat gij bi; de keuze ervan wel zeer nauwkeurig moogt wezen. Een autoband behoort te zijn: veerkrachtig, sterk en bovendien weten schappelijk vervaardigd, Daardoor worden comfort en lange levensduur ver kregen. de band, die minder kost dan h(j moest kosten. N.V. „R. A. M. I." leeuwarden i Ruiterikwarticr 37-45 - Telef. 232 amsterdam i N.Z. Voorburgwal 75-77 - Tol 35397 Depót te Alkmaar: Jac. Slotemaker, VerL Stuartstraat - Telefoon 1113. iiiiliiliBiim hoe gemakkelijk de fantasie der massa zich meester maakt van groote, imponeerende personen, om wie zij hare legenden weeft, die zal zich niet meer ver wonderen over wat die fantasie in het verleden wist, te vertellen van den timmermanszoon van Nazareth. Op grond van al het voorafgaande komen wij min of meer weifelend te staan tegenover de traditio- neele gewoonte om Jezus als het grootevoorbeeld den menschen van thans voor oogen te stellen. Om dit te kunnen doen zouden wij veel meer van hem moeten weten. Beteekent dit alles verlies voor ons? Kinderlijke zielen zullen ongetwijfeld geneigd zijn het als verlies te beschouwen niet, meer als voor heen met rustgevende zekerheid te kunnen geloo- ven in Christus als Verlosser. Met welk een innig heid sprak ik als kind mijn avondgebedje uit, waar in de woorden „dat Jezus' bloed mijn schuld bedek- ke, Zijn trouw mij doe ten hemel gaan!" niet de minst beteekenende waren. Hoe hield ik van dien goeden kindervriend, mij afgeschilderd als een en al zachtheid en vergevensgezindheid en ik zag hem in gedachten voor mijl in zijn lang gewaad, rondgaande onder zijn volk, ik hoorde zijn melodieuse stem en- ik plaatsto hem onbewust buiten den sfeer van het menschelijke. O! stellig, daar ligt iets weemoedigs in het prijsge ven van kinderlijke voorstellingen, in het verlaten van de wereld der fantasie, waarin we ons in onze vroegste jeugd zoo heerlijk-gelukkig weten. Maar eens komt de tijd waarop wij van kind tot mensch, dat is tot denkend redelijk wezen zijn op gegroeid. En we ervaren dit niet als verlies, maar als winst. Want als winst is te beschouwen elke 3chrede, welke wij vorderen op den weg der waar heid. Qaarom aanvaarden wij het feit, dat wij van een historischen Jezus toch eigenlijk maar een bitter beetje weten. Want de persoon is b ij z a a k, wat bij aan levens wijsheid heeft geschonken is hoofdzaak. ASTOR. De Aller Beste Wollen Oarens Verkoopen Wij. JAAP SNOR, Zuidstraat 15, Helder. ondanks dit hem in 't geheel niet onaardig ge leek. Reeds bój den eersten aanblik had iuj' heb zekere gevoel gehad, dat zij' een jonge dame van goeden buize moest zijn, en hoewel de bijna jon gensachtige vrijheid van haar geheele doen en laten hem daaraan eerst wel. wat in twijfeling! had gebracht, voelde hij dat zijn eerste indruk de juiste was geweest. Hij1 hield het dan ook vocwr geraden zijn eigen houding daarnaar te regalen- „De eigenaardige omstandigheden, waaronder onze kennismaking hieeft plaats gehad," zei bij, „mogen tot mijn verontschuldiging dienen' dat ik mij nog niet aan u heb voorgesteld. Ik bon ad vocaat Rudolf Imfcergi uit R. en ik zou het ais een groote gunst beschouwen, indien u mij' mede deelde, wie ik in den vervolge als mijn levens* redster mag vereeren en hoogachten." De Veg was nu 'breed genoeg, dat zijl haast elkander konden loopen en Rudolf bemerkte, dat zij naar aanleiding van zijn laatsba woorden hem eenige oogen blikken uitvorschend aankeek, alvo nan zij hoewel aarzelend antwoordde: ,Jk heet Lili van Ramten. Op vereering maak ik ech,- ter absoluut geen aanspraak, omdat ik npj nietl bewust ben dat ik deze verdient hiefoi." Deze naam klonk hem1 in de ooren, alsof hij hem niet voor de eerste m'aal hoorde, ©n| opnieuw, zooals het bij; haar eersten aanblik reeds hetj geval geweest was, voelde hij een somber vermoeden in zich oprijzen, dat hij dit bekoorlijke jonge meisje dat zoo gemakkelijk naast *heml voort trippelde, piet voor de eerste maal in zijn leven ontmbet(o. Hij brak zich het hJoofd, waar hiji haar eender gezien kon hebben, maar hij; kwam' spoedig tot de over tuiging dat leen of andere toevallige gelijkenis ham in die war bracht, want zijn omgang met dames uiy de koogere kringen beperkte zioh tot oenig© zoo sporadische gevallen, dat hij het zich stellig her innerd .zou hebben, indien juffrouw van Ranten onder die dames geweest zou zijn. Hum gesprek was na de wedorzijdsche voor-» stelling minder vlot van stapel gelaopem. De lief tallige gids Was het, die het eerst! helt stilzwijgen! verbrak, terwijl zaj' op een plaats, waar het krome Ulvenhout, 22 Aug. 1927. Menier, Wa zegde van da weer? Is '1 nie om kruisdol te worden? D'r is nergens verschil meer in. De zo mer lijkt net op d'n win ter as de mannek es op de wefkes mee de teugeswoo- riige mode. Verdaaid! 't Is. overal eender, 'k Was de verleejen week in den Reis en sprak daar m'n ke ieega's ok 'n paar fik- sche boeren Pierre en Lewie. „Awel Dré", zee Lewie, 't is 'nen kwaaien tijd! 't Is freet, maar d'r dugt niks, zunne. De petatten (aardappelen), staan te bedarven in d'n èrde en 't is allemaal zóó nat, zóó vuehtig, aja pódomme, as da de koeien nie melleken, maar waetren". Toen 'k uitgelachen was gaf 'k 'n rondje bok. „Ollee, Karson, drei bokskes en 'n bietje viet asteblief", riep Lewie, die, ondanks, .de vudhtig- heid altij 'ne brandenden dorst heet As ge die Relze kameraden van me ziet drinken, Amico, dan krijgde dorst teugen wil en .dank. En ze gaan pas op 'r ge mak zitten na de eerste 10 pintjes, om dan pas 'n lekker pintje te vatten. Zijn ze zoover dan mot de Regeering het kennen. Alles is de schuld van de Regeering. „Kwaai weer, ah!, da motte aan den me niester zeggen: 'ne sjieske tiep zunne, maar lot 'm luupen (loopen), dat ziede van ier, anders kunde in d'n amigo (gevangenis) geraken." „Karson, viet! gift 'r nog 's drei; allee, santjes Dré, Pierre, Lewie as da me n'm nog lank mengen emmen". As 'n poes lekken ze dan d're snor af van 't schuim en zetten d'n pint weer leeg neer. „En de frangen? Nikske nie wérd zunne. Gapperij. Groote dieverij en da meugde nie zegge nie; a-neeë, dan -eddet 'r naast gedaan Dré! Karson, drei! 't Zijn schoone mannen zunne en dan motte lezen wat de Gazèt (krant) 'r van schraaift. Zottepraat Dré, zottepraat. Zot zijn z'alle- maal. Maar ga ze da d'is in Brussel zeggen, of ier op de prefectuur. Ze steken oew in d'n bak Dré, zoo serieus as wij ier zitten te klappen. Aja, 't is freet, 't is onplassant zunne. Karson!!" „Schoone maskes (meisjes na-luupen 'n badkestuumeke aanschie ten in d'n Ostènd en dan de mesjeu speulen, aja, da's kunstig zunne. Baaigot 't zijn me de manne hier baai ons aan 't goeverment. En belasting betalen om te schreeuewen Dré. Wie hadt daar vóór d'n oor log ooit ang in. Waai ebben 'ne veul te langen sabel aan en 'n veul te zware fusiel aan den schouwer en ikik, ik zegt oew Dré, we geraken d'r mee van de been (we vallen). En as de Duts ier weer binnen valt, hij frit ons op, mee huid en haar. Karson, viet! Ik, ik eb 'n goei gedacht ikke. As t'er weer oorlog uitbrikt, awel, dan motte die manne mee d'r schoone medammekes in d'r zwembruuk maar naar d'n front, wa gaai? Karson!" En zoo wordt de Bolze politiek •mee bier bespeelt da g'op 't lest alleen nog maar bier ziet, voelt, pruuft, ademt. Maar aarig is 't in d'n Bels. Heel gezellig. As ge maar niks serieus opnimt, ze meenen d'r niks van. Maar waar d'r redeneering op slot van zaken wel op uitlopt, dat is, dat er zoo weinig goed is vandaag aan d'n dag. Dat de tijen nie .gunstiger worren, ok al kan hier menister Kan 't nie gebeteren dat 't zu'lk slecht weer is! In Moskou is 't zoo veul te meer zomer. Daar is 't op d'n oogenblik 122 graden van Fahrenheit wèrm. 't Broeit daar altij. Zooiank as ik leef: daar is nouw nog nooit één goei bericht vandaan gekomen! Da was onder den Czaar, da is onder de Bolsjes. Onder beide regeeringen werd er steeds min of meer, nouw 's minder, dan weer 's meer, ge-cksekuteerd. As z'ocw daar betrappen da ge fietst zonder belasting- plotje, leggen z'oew in de kist mee oew gezicht bij oew teenen. En as in Amerika oew gezicht nie bevalt aan de Jenkies, dan betichten z'oew van 't een of ander roofmoord je, die ebben ze daar Zgt, en ze bieden oew heel beleefd 'ne leuningstoel aan, voorzien van alle gemakken en electriek. Lest las ik daar 'n zwaarwich tig artkiel over, waaruit bleek dat het doodgaan op d'n electrieken stoel 'n praohtdood was. Ge gaat zit ten, ze drukken op 'n knopske en vóór da ze drukken zijn oew hersens al verschrommeld zoo da ge den pijnprikkel nie voelt. Mee andere woorden, ge ben al dood vóór ge overleden bent. Da's vanweges die verschrompelde hersens ziede! Nouw is mijn onder vinding dat alle 'lui nog niet in zoo'n electriek afu- tuiltje gezeten emmen die zich verheugen in het be zit van verschrompelde hersens. Bosjes verschrom pelde hersens ken ik die nog gin eens afweten van 't bestaan van electrisch-den-geest-geven. Maar wa-d'is nouw 't verschil van Rusland mee Amerika, want daar gag-et om? In Rusland knijpte uit op grond van het rijen-zonder-lióht. In Amerika op grond van 'nen roofmoord die ge nie gedaan hebt „Wa-d-is nouw gezonder", vraag ik!... En in kelende piad weetr smaller Werd', op een ruw1 gé*- timmerde houten leuning! aan den rechterkant! wees. „Kijkt u hier eens naar omlaag. Dit xs de zo cv genaamde adelaarsprotswand, een bijna loodrechte afgrond. Als het nu al niet zoo donker was, zou u hier kunnen lezen, dat er vier jaar geleden een jonge schilder naar beneden' is gevallen en op de plaats dood is gebleven. Natuurlijk heeft men pas na dit ongeluk de beschermende leuning aange bracht." Rudolf had aan haar wesch gevolg gegeven en was vlak bij de uit jonge boomstammen samen gestelde borstwering, gaan staan. Somber en zwart) als de nacht gaapte de pedllooze diepte aan zijn voeten hem tegen. „U vertoeft vermoedelijk reeds sedert langen tijd hïler in de bergen, Juffrouw van RaWbem.V zei hö, „omdat u zoo met alles op de hoogte is." „Hec is de derde zomer, dien ik hier door breng. Maar ik ken toch geen anderen1 weg zoo goed als juist dezen. Ik kom hier bjilna 'daglef liiks,_ want deze weg leidt naar mijn lievelinj „Heeft dit lievelingsplekje ook aan naam, waaiv door het mogelijk zou zijlni, dat ook andere sterc velingen het zouden kunnen ontdekken?" „Neen. Ik heb hetheel alleen- opgespoord' en ik zal mij er wel voor hoeden het geheim te verraden. Het zou dan immers waarschnnlijk gauw met mijn zalige beigeenzaamheden gedaan zQn. /Maakt uw familie zich dan niet ongerust, als u zoo moederziel alleen daar boven vertoeft, juf,-* frouw van Ranten? Ik voor mijl heb natuurlijk alle reden' om toij1 daarover te verheugen, maaxt ik zou stellig vneeselik over u in angst zitten, in;-» dien ik thans als uw broeder of uw'vader beoret- den in het dal op uW thuiskomst zou jnoattën wachten." „Over mi? maakt memand ach ongerust, zei zie zoo rustig en eenvoudig, alsof het de natuur» Ijjkste zaak van de wereld gold. „Een broer heb ik niet en mijh vader is niet hier. De oude dlajme echter, aan wier zorgen ik .zoogenaamd ben toev Rusland Is 't d'n heilstaat, de-hemel-op-aarde en in Amerika staat een vrijheidsbeeld voor de haven veur ge binnenkomt en da beeld ia zóó groot, dat 'r een schuit tusschon z'n beenen kan varen! Maar.... het vrijheidbeeld staat met d'n rug naar Amerika en mee z'n gezicht d'n kant op van waar gekomt en da-d-is op z'n minst genomen: 'n veeg teelten! Daarom, de Bolsjes en de Jenkies: zo kunnen me allebei ^gesto len worren: ik houw 't mee da Ulvenhouters! En ge kim bij ons wel doodgaan aan griep, maar nie aan 'n touw of aan overdaad van electriek! Ge kun d'hier zoo oud worren as ge wilt en zooiank asemen ok as ge wilt as ge maar lang wacht mee oewen lesten asem en as ge nie in den Gooiscben stoomtram gaat zitten! Da's ook zeer ongezond! Ilt gaai d'r nie in zitten voorloopig; ik loop 'r nie zoo gauw in. AI zoude denken as g'm ziet dieën tram dat 't 'ne nechten tram is, mijn vangen zc nie mee die lijk- stasei. Zoo lien ik verlejen week op Ulvenhout tc wan delen mee d'n kleinen Dré en daar koom ik onzen veldwachter teugen. „Maar Dré", zeet, ie, wat 'n schoon boske van 'ne jongen! Wa d'n mooie oogen en wat 'n schrander kopje eo me da jong! Hij lijkt precies ojouw! O, ja, da's waar ok, kunde me even 'ne gulden leenen...." Ik zee: „neeë, dat spet mee, da kan ik nie.... 't is 'n kind van m'ne zeun. nie van mijn." Of ik dieën detektief in dat gaten had! Amico, 'k schei d'r af. De lucht is aan 't kléren, ik kan weer naar buiten. As altij, de groeten van Trui en gin haar minder van oewen toet voe Dró. ENTR )P 21 iedur DUUR PROTESTEEREN. Uit Sy-dney in Australië wordt aan de „Times" ge meld, dat meer dan duizend arbeiders der stcdolijke spoorwegwerfkplaatsen zijn ontslagen, omdat zij Dinsdag zonder vergunning van hun werk zijn weg gebleven om te protesteeren tegen de executie van Sacco en Vanzetti. Hun is medegedeeld, dat zij zich voor hun wedertewericstelling kunnen aanmelden bij het Arbeidsbureau. De arbeiders hebben thans de be middeling van den minister ingeroepen voor hun wederindienststelling. Verder hebben zevenhonderd arbeiders van een in aanbouw zijnde electrische cen trale te Bunnerong, die Dinsdag var het werk weg bleven, officieel mededeeling gekregen, dat zij niet meer aan het werk zouden kunnen gaan, tenzij zij een aannemelijke reden konden opgeven voor hun wegblijven. NO.ODWEER IN TIROL. Uit geheel Tirol komen berichten omtrent onweers- stormen, die in den nacht hebben gewoed. Gistermor gen waren de bergen tot aan de boomgrens met nieu we sneeuw bedekt. Het water van de Inn en do Sill staat hoog. TOONEELSPEL BIJ LUCIFERS. Tijdens een hevigen storm geraakte Woensdagmid dag het electrische 'licht in het 'Hippodrome te Lon den defect, terwijl tooneelspelers bezig waren met do opvoering van een stuk. De regisseur had onmiddel lijk een oplossing bij de hand om do netelige positie te redden; hij haalde ergens drie doosjes lucifers vandaan en gaf aan elk der drie voornaamste spe lers een, die met spelen doorgingen bij het licht van deze lucifers. Telkens als een lucifer uitdoofde, sta ken zij een nieuwe op. Verklaard wordt, dat hot pu- blicfk geweldig plezier had in het geval en dat het gespeelde stuk nog nooit zoo'n suecces had. SPOOR WE OONGELUK. Do oorzaak van het spoorwegongeluk bij Seven Oaks is nog niet vastgesteld, doch gemeend wordt dat het het gevolg is van de dezer dagen gevallen zware regens, die het tracé hebben verzwakt. De trein reed met een snelheid van zestig mijl per uur, toen de locomotief uit de rails liep en naar een zijde om viel, terwijl de wagons tegen het metselwerk van een brug optornden. Het zoeken naar eventueele slachtoffers werd den geheelen nacht voortgezet. De ontsporing van den trein DealFolkestone geschiedde een half uur na het vertrek uit Londen. Alle waggons werden vernield, behalve de drie ach terste, de Pullmancar werd tegen den dijk geworpen, de locomotief drong met de voorste wielen in den dijlk. Toen het ongeluk gebeurde, hoorde men bijna geen geschreeuw en zeer weinig geraas. Alle overlevenden waren als verlamd van schrik. De ambulance was spoedig ter plaatse. Naar verluidt, werd de meeste scbade veroorzaakt doordat een der wagens tegen de brug opliep. De ma chinist en de stoker hadden beiden gebróken armen. Tot laat in den nacht was inen bezig met het red dingswerk. De boottreinen voor het continent onder vonden eenige vertraging. He taantal personen, dat bij het spoorwegongeluk bij Seven Oalcs het leven 'heeft gelaten, bedraagt thans vijftien. DE BRAND TE STAMBOEL. Bij den brand in voorstad Skoetari van Stamboel zijn 400 huizen verbrand. Er zijn geen menschenle- vens te betreuren. 4, 5 Muziel Maai (oude ti fa Entrés Plaatsbe ïi, i; Bezi Si g edu Of jpvoeri Entre Aanv Plaati Aanvar pè lux Enti Ruim* van ScIj (alle* t Een 2de pi bij de* der I. Bovi ran h DEN ter ge staan Ai jVerpli Baar vertrouwd, heeft! zioh. derweiijka d'waashddieri reeds lang afgewond vcor haar g-'gen bestwil, want ik vermoed, dat zij anders wel voortdurend in angst zou moeten zitten/' Haar laatste woorden gingen weer gepaard met dat schalkSehe lachje, dat Rudolf al eerder zoo betooverenid had gevonden. Hoe gering de vertrouwelijkheid ook mocht zijn dile zij hem door haar m'ededèelingen bewees, toch! verschafte zij hem een1 zeer levendig rerma-ak en hij zou zioh dan ook nu met allen ijver er op hebben toegelegd het gesprek nog een tijdlang! vcort te zefctjan, indien juffrouw Lili deze goede bedoeling tot aün groote teleurstelling! niet ver ijdeld had. Zü bleet weer plotseling Staan en .zei: „Hier slaat de weg af 'naar villa DouiSe en dat is m'ijh weg. Om' in het dorp of in de pensions te komen, behoeft u deze zelfde richting maar te houdon. Verdwalen is thans totaal uitgesloten. Goeden nacht." Om zijd wedergroet scheen zy" zioh niet te be kommeren, want zij; snelde schielijk weg, dat zij hem wel nauwelijks neg zou kunnen' hoorcai. Rudolf voelde een oogenblik een groote ver leiding haar te volgen', hoeweil zij ^kem duidelijk genoeg gezegd had, dat dit niet zijn wieg, Was; maar hij bedacht zioli nog jnist bijtijds, da-ti hij daarmee ©en groote ongepastheid zou begaan en hij vervolgde aan ook zijn weg. Zijn gedachten echter konden zich niet leven diger tot z;im nieuwe kennis bepalen dan wanneer zij nog in levende lijve naast hem voortgewandeld zou hebben. Ja, hij' bemerkte nu pas, wolk een diepen indruk zij' met haar sierlijk" bekoorlijkheid, haar roekeloosheid, met haar lieftalligheiid en opigefWektheid van haar geheele wezen op hem had gemaakt. Van gansoher harte was hij. heb toeval dankbaar voor d© gunst, die het hem had bewe- 1NJ zen, en het stond bij hem ouoiusbootplijk vast, dat} j^ar deze eerste ontmoeting niet! Lili van Ranten niöv ook de eenige mocht blijven. Wordt vervolgd. Loti Bonds A.anv£ BokeD ting. Aan tigde 1 cretar Schag Te S hei cl t Har hoer t do Wi Bezi welke Schag daar rei kei Toe Ni

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 6