VAN DIT EN VAN DAT EN VAN ALLES WAT DAMRUBRIEK De klacht der tijden. Ook dat ging niet A*0 Hoe men zich in den vreemde de Nederlandsche kleederdrachten voorstelt. Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 10 September 1927. No. 8115 We klagen o zoo vaak in deze dagen, En uit den grond des harten wel oprecht: De levenszorgen zijn zoo zwaar te dragen, Het loopt verkeerd, de tijden zijn zoo slecht! Er ligt geen toekomst in mijn daag'dijk&ch werken, De maatschappij ontneemt me, wat ze geeft, Ik blijf met alles binnen zeek're perken, Waarin een mensch te weinig ruimte heeft! Ik zie m'n levenspad voor lange jaren, Van week tot week in stukjes afgedeeld, Er valt niets voor m'n huisgezin' te sparen, Omdat de schatkist eischende beveelt! Wat baat het, dat we buiten oorlog bleven, De gave gulden bracht ons niets vooruit, We sukk'len toch bekrompen door het leven, Als tobbers met een donker eindbesluit! De goede, oude tijd krijgt warme hulde Voor zijn goedgeefsche eenvoud, enzoovoort, Toen deed je meer nog met. een lossen gulden Als nu met vijf, maar dan van 't vaste soort, Toen was er nog 't voldoen aan mooie wenschen, Je was in «heel veel doen en laten vrij, Het geld zat ruimer onder alle menschen, En 't rolde vlotter door de maatschappij!! Er schuilt een grond van waarheid in die klachten, Die daag'lijks drukken op ons werkbestaan, Waardoor we weinig van de toekomst wachten, Waaraan dé energie zal onder gaan! Is 't niet gebrek aan liefde, die verhindert, Heeft eigen sèhuld niet ons geluk besnoeid, Is aller arbeidslust niet wat verminderd, Zijn aller eischen niet te sterk gegroeid? 1 Is daar geen strijd haast tus9chen alle standen, En eiken dag steeds fellere critie*k Op 't moeizaam streven van de eigen landen Door 't ontevreden vaderlandsch publiek? We zien niet, wat we klagend voorbereiden: Der tijden schuld? Zoo pleiten we ons vrij! Wie ging ten oorlog om zich te „bevrijden"? Wat zijn de tijden? Dat zijn Immers wij!! De spanning zal niet van de wereld wijken, Omdat we „vechten" voor het aardsch geluk, We willen met de machtsidee bereiken, Wat slechts bereikbaar is bij hóogen druk! Neen! Heft de hoofden naar het 'blijde leven, Trekt niet „ten strijde" voor een eisch, een grief, Geeft van de 'liefde, ook aan U gegeven, En hebt den arbeid om den arbeidi Hef!! RADIO. (Alle rechten voorbehouden.) September 1927. KROES. Je zult een nieuwen vlie genvanger moeten koopen. Weineen, op die daar is nog1 plaats genoeg11 Bij een der doktoren van Venetië kwam eens op een keer een flink gebouwd man, die zich beschaafd uitdrukte, maar wiens gelaat diepe sporen van droefgeestigheid vertoonde, Hij klaagde erover aan een kwaal te lijden, die men tot nu toe vergeefs had bestreden. Ik lijd, zei hij, aan een diepe droefgeestigheid, die mij maar niet wil verlaten. Dan, antwoordde de dokter, zal het beste zijn, dat u een flinke hoeveelheid wijn koopt en die met mate drinkt. Ik heb de beste wijnen van de wereld. Ze hel pen niets. Ga dan reizen. Gedurende tien jaar reis ik al. Mijn ziekte ver dwijnt niet. Integendeel. De oorzaak zit dieper dan ik dach.tr Als u eens mooie muziek ging hooïén. Ik hoor het iederen dag. Dan weet Ik nog maar een middel, zei de dok tor ten einde raad, dat is, dat u vanavond eens naar den beroemden komiek Vetulli gaat hooren. Helaas dokter, dat gaat niet. Ik ben Vetulli zelf. De aansluiting van het toestal op het galijkstroomnet. Reeds eenige imaJon werd) er door ons op gewezen, dat eerst dan het'ideaal van dien luisteraar let wel, niet van den amateur verwezenlijkt zou zijn, wanneer er voor hem (of haar) een toestel verkrijgbaar zal zijn, dat onmiddellijk aan het licht- net aan te dhiliten en bovendien uiterst eenvoudig af te stemmen is. I Het aantal ras-echte Radio-amateurs is in ver houding tot de muziekJuisteraars heell klein. Is bet dan een wonder, dat de toestelbouwers, die be lust zijn op een grooten omzet en wie zou dat niet zijn naar een dergelijk toestel zoeken? E enigen tijld! geleden toeschreven wij een apparaat dat den wisselstroom) volkomen gelijkrichtte en dit met behullp van thermo-'edementen. Deze vinding was van Engelsche afkomst. Nu wordt ons een ge heel andere schakeling voorgelegd,^ van Dudtsche zijde, en wel voor aansluiting aan het in Holland ook nog voorkomende gelijkstroomnet c *0 Rij deze schakeling is de afstepamethiode geheel weggelaten. De bedoeling van dit schema is alléén, de beschikbare gelijkstroom nog eens extra te zui veren van do mogelijke wisselstroompjes (gelijk stroom is nooit geheel afgevlakt, tenzij deze door een accu of dergelijke geleverd wordt) en tot de gewenschte spanning af te regelen. De klemmen 1 en 2 worden aan het net aangesloten, terwijl het toestel aan de klemmen 3 en 4 verbonden wordt. In het voorschakeltoeatel zijn dan in de eerste plaats weer tWee smoorspoelen opgenomen (5 en 6); deze smoorspoelen hetbhen zoo als bekend mag worden verondersteld, een groote weerstand voot den wisselstroom. Parallel aan deze beide weer. standen zijn twee condensatoren aangesloten (7 en 8) die juist aan den wisselstroom geen weerstand bieden, maar daarentegen voor den gelijkstroom een grooten weerstand vormen, Zoodoende krijgt men aan de klemmen 3 en 4 zuivere gelijkstroom'. Voor een olgeheele wegwerkdng van den „machi ne-toon1" dient ten slotte nog de hoog-obmige weerstand) 9. die tusschen de klemmen 3 en 4 wordt geschakeld. Voor regeling van de spanning aan de klemmen 3 en 4 is een regelweerstand 10 aanwezig, die door schakelaar 11' bediend kan worden. Dit wat betreft deel Al van schema 88. Over deel B zullen wij in een volgend! artikel nog hét een en ander opmerken. Dat men in het buitenland ten aanzien van onze wijze van kleeding niet bepaald een juiste voorstel ling heeft, dat weten we nu zoo langzamerhand al lemaal wel. Zoo bijvoorbeeld in Amerika waar men zich een Hollander niet anders kan- voorstellen dan in een wijden broek en met klompen aan. Hoe of ze aan die voorstelling komen? Heelemaal onbegrijpe lijk is dat niet, wanneer men bedenkt, dat een Hol lander, die bijvoorbeeld in het buitenland optreed! of een reis om de wereld maakt, veelal in die wijd? broek gekleed gaat En voor den overdreven Ameri kaan is er dan maar weinig toe noodig om te den ken, dat ze -hier in- Holland allemaal zoo gekleed loopen. Klinkt het daarom zoo ongelooflijk, dat, toen de Amerikaansche Miss Oliva 0'Connought van Pater- son House, New Reading, Mass. U.S.A., een zomer reis naar Europa maakte en na Parijs, Montreux, Stresa, Lido en Monaco, ook in Nederland kxvam, zeer verwonderd keek, dat zij nergens iemand op klompen en met een wijde broek aan zag, toen zij te Rotterdam op het vliegveld Waalhaven uit den Fokker stapte? Daar hamjt een portret van me als ruiter. Een moment-opname, ze ker? r Waarom? Omdat >e op het paard x*n rug zit! Ze reed naar haar hotel ln de stad en verbaasde er zich over dat zij nóg geen klompen zag. Dat viel 'haar tegen. Tot nu toe had Europa voor haar al datgene tentoongespreid, wat de reclames in Amerika vermeldden. L'art et la vie! was er van Parijs gezegd. Welnu, zij bad er ook kunst en leven gevonden. En wat een kunst! Wat een leven! Montreux, situé au bord du lac Léman! Inderdaad had miss O'Connough opgemerkt dat Montreux aan den oever van het meer van Genève ligt. Zelfs de attractieve mJededeeling, dat men vandaar den Dent du Midi kan zien, bleek waar te zijn, Stresa, le paradis terrestre, d'un climat superbe. En'waarlijk, Stresa was een aardsch paradijs, 't Was er juist overheerlijk weer, zoodat miss O'Connough kreeg wat zij verwachtte. Lido, the suburb of the bewitched city, surroun- ded partly by the blue Adriatic and partly by the green waters of the „la gune". Ook dat klopte als een bus, want miss O'Connough zag dat Lido do voor stad was van de tooverstad Venetië, deels omgeven door het groene water van de lagune, en deels door de blauwe Adriatische zee. Tenslotte Monaco, wonderful place of interest to those liking to see nature combined with fashion. Zeer zeker bleek Monaco een ideaal te wezen voor hen, die natuur gaarne gecombineerd wilden zien met mode, enz. En de platen die miss O'Connough gezien had van de paleizen te Monaco en in Monte Carlo bleken zeer natuurgetrouw t.e zijn. Daarom viel Nederland tegen. Come and see Holland, its picturesque costumes. Waar bleven de klompen, de witte mutsjes, de wij de broeken'en dé wijde rokken? Niets te zien dan drukke straten, heel veel fietsers, hier en daar een hoog huls. En verder wat telegraafdraden, tramrails en bruggen. In haar hotel beschreef miss Olivia O'Connough al de teleurstellingen die Nederland haar gebracht had in den korten tijd dat zij hier vertoefde. Uit de lucht had ze nog gedacht dat het er -interessant was met al die watervlakten en kleine huiskes. ZIJ werd gestoord door den portier, die haar een brief overhandigde De brief droeg het stempel Stresa Een lichte blos óvertoog Olivla'e wangen. Zij dacht aan den heer die met haar over het meer had, ge varen. -h Liefste schoone, schreef hij in 't Engelsch. Het is mij onhoudbaar u niet langer te schrijven. Zonder u hebben de dagen geen beteekenis voor mij. Ge zijt mijn koningin, mijn zon. Nog altijd denk ik aan de vaart over het meer. Ik besefte dadelijk dat ik, och laat het mij zeggen, geliefde, dat ik van u houden ging. Ik smeek u, kom terug in Stresa.—. Olivia dachit drie uur na Toen stond ze op, begaf zich ter ruste en vertrok don volgenden dag paar Italië. Maar in Arnhem bod ze oponthoud. Ze ging naar de wachtkamer 1ste klasse en vond daar een' reclame plaat „Besucht Holland mit seinen malerischen Kleidertrachten: Marken und Volendam, leicht zu er reichen von Amsterdam." Met opengesperde oogen keek miss Olivia O'Con nough naar het biljet. Marken en Volendam, daar was het. D&ar kon j« de kleederdrachten zien, waar ze zoo naar verlangd ha<t*Het was voor het eerst, dat ze nu wist dat niet heel Holland, moor slechts een klein stukje ervan gecostumeerd is. Ze schreef een kort doch vriendelijk briefje naar Stresa en reisde terug naar Amsterdam, waar zij zich den volgenden dag inscheepte naar Marken. Zij bezocht Marken en Volendam, en het Rijksmuseum in Amsterdam, en Artis en Haarlem, Lelden, Delft, Den Haag, BrieMe, Dordt en Geertruidenberg, Leeu warden, Bolsward en Giethoorn en 'Middelburg.... Zij vergat Stresa en de liefde, reisde naar Amerika terug en schreef een boek over „De Gevolgen van den Tachtigjarigen Oorlog", reisschetsen uit Holland. In een van de Néw Readingsche bladen stond ge schreven: „Het ij» een zeer waarheidslievcnd boek. Dat dé „costuums" alleen in Marken en Volendam gedragen wórden is, volgens de schrijfster, een gevolg van den Tachtigjarigen Oorlog. Napoleon, die altijd erg bang is geweest voor kleine eilandjes, dorst Marken niet te naderen en évenmdn Volendam, anders had hij d'aar zeker ook de kleederdrachten verboden, zooals ln Rotterdam en Amsterdam. Dat deze bewering juist is, bewijst wel het feit, dat ook in Zeeland im mers een eilandenrijk nog costuums gedragen wor den!"..... - TJ hebt mii bedrogen met tien dwergpincher; het beest groeit met den dag. Ta, maar het is 'n reuze- dwergoincher 1 Onder redactie van GEO VAN DAM, Heemskercklaan no. 4, te Baarn. Alle brieven, deze rubriek' betreffende, gelieve men te zenden aan bovenstaand adres of via het bureau van ons blad). WEDSTRUDwPROBLEEM Na 34 van D. KUREN, Winkel, Zwart: 12. -I Wit: 13. De diagrajmtand la cijfera behoort te rijn: Zwart 12 sch. op 2 7—9 11 13 14 17—19 26 en 36. WH 13 sch. op 22 24 27 29 30 33 34 37 38 40 43 47 en 48. Wit speelt en winti OPLOSSING PROBLEEM Na 33. fan PIEIRIRI0 LEYGUES, Honen. De diagTamstand in cijfers was. Zwart 9 sch. op 1 9 11 12 15 17 19 28 29. Wit 9 sch. op 28 29 30 31 34 37-39 en 47. Wit 31—2711 (A), iw. 13-18 B, wit 38—33! rw. 19— 23 C, wit 28X19 (17—22), 37—311 '(26X37). 27—2111 (15-20 D), 3024 <9-14), 19X10! (4X16). 24—19 en zwart moet minstens twee schijVen' offeren, waarna wit wint. Dit groote strategisch overwicht is op! werkelijk! schitterende wijze afgedwongen. Varianten: 'A. Men zou) "zoo oppervlakkig gezien meenen, dat 3127 niet gaat door 1218. Deze stille zet is dan ook een goniale vondst enmaakte het vraagstuk zéér moeilijk, op to lossen, B. 31-271! (12—18?), 28-22 (17X28). 27-21. (2<?X 17). 29-23 (18X40). 37-32! (25X43), 32X3 (43X82) en 3X8. Mooi en afdoend. Er zijn nog verschillende andere slagzetten mo gelijk bij eenigszins afwijkende spelgangen van wit. Deze voeren dan echter geen van allen tot winst. Door deze vele schijn-oplossiingen lijkt het probleem1 dat er zoo eenvoudig uitziet, nog ingewikkelder! C. Gedwongen, indien zwart niet reeds direct een schijf wil verliezen. D. 27-21!! (4 «10?), 19-18 (9-14), 39-24 (18X9). 24X19 (14X23). 29X7 en wint! Eigenaardig is de volgende misleidende afwikke ling, waarover enkele oplossers zijn gestruikeld: Wit 31—27 (zwart 13-18). 28-33 Cl&—23). 28X19 '17-22). 37-32? (22X81), 33—28 (12-17). 19—13 (18-22??!). 28-23 (9-18;, 23X21 (26X17). 32—27 en wintschijnbaar, want is plaats van 18—22 na wit's 9—13 kan zwArt veel beter 17—21, 31—37, 21— 27 en 26X46! spelen. Echt werk van den héér Leygues, die met zijn vele brlllante «tudiee ln Frankrijk naam maakte.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 13