ONS HOEKJE. Mollie en de Bijen. srwa-ïMaBrts 1 VOORONZE JEUGD 'J. oofd BIJ de deur keek ze nog even om. JQc ben blij heüsch waar!" lachte ze. Toen, met haar tasch zwaaiend, holde ze de school uit» Nel aohterna a EL DE BRUIN—LóON, der vorige nummers hta ik, dat tante j mij wilde vragen, ieta voor een wed- Op te geven. Vinden jullie dit zoo prettig? &r dan eenfl bij onderstaand plaatje een terhaaltje of een hoogstens z e s re- rersjö te schrijven. t de antwoorden In een afzonderlijke >ppe dus n i e t bij Je briefje waarop )o ilantwoorden staan en schrijft met (jke letters: Wedstrijd op het couvert, k; Jt a n tante L e n n i e", dan wordt k« netjes thuis gestuurd naar Arnhem, t maar goed naar het plaatje! TANTE LENNIBL Van SchooL zat met de handen in het haar. Ou haar op het oogenbllk weinig schelen de „golr uit haar krullend page-kopje laar vingers woelden door de blonde ha- trommelden nu een stormpas op de tafeL lendlge „proef'-sommen ook vlak voor Soto vacantio werd Jo daarop getractcord, tu 1 er aoo vreaselijk op aan kwam. Het pport moest den doorslag geven en se i ze wist hot ze kón or niet ko- Nederlandsche taal zwak en rekenen oendo bij do laatste repetitie dan wist 'el het zou „zitten" blijven zijn dat I van te voren al op Je vingers natellen, lou *t er öok niet beter op worden. Anders Nel haar wel e»M, maar die kans was ften. Toen ze na het eten bij haar opliep de kamer was getrokken, had Nel to eldlge nieuwe Jurk met haar rondga- en gelachen: i trek JIJ een oorwurmen geziohtl JKun er niet voort? Schaap, Ik zou je graag I, maar deze week heb lk geen mi- drie verjaardagen en vanavond moet espeleü je weet wel ba dat leuke too- akja." fel was een knapperd, een reuzenbol. Die b met het werk en goochelde met de ommetjes om jaloersch van te worden. Ze Itljd het eerst klaar en zat altijd No. 1. en meer dan landerige bul was Puk akt* en zat nu thuis voor de tafel met 1 een berg geleordheid, waar ze niet kon.... Zal in hemelsnaam maar wat opk rebbe- lichtte ze, haar tasch losmakend om een fletjo to zoekon. was dat?? Hoe kwam dat groene schrift flohen haar boeken? Zou ze bij vergis- bloed vloog naar haar hoofd. Warempell or van Nel! Ze Je welde sommen uit- kt mi wel! Ineens begreep ze. Bij 1 op- m van haar eigen boeken was *t er bij on- tnsschen gekomen en had ze 1 meege- "n baftl Jèeufel! ze aou ze gauw over- Wen en dan straks bij Nel aanbellen en het I vragen of ze even een boek, dat ze en had, van de kamer mocht halen. Het t kon ze makkelijk genoeg weer neerleg- fatuurHjk had Ncfl het niet gemist die fcel te veed haast gemaakt om weg te ko- Qeen baan die er mar kraaide, at *b kijkenvijf sommen! Wacht ze zou er drie net zoo overschrijven ós twee andere een foirtje m^ken, anders wt te veed ki de gaten..., kreeg ze vast een 6 of een 7O!.... 6i het^oricht wam JuJtoouw Kenter, ie wel meisje, dai Je wel kunt?" en Bon» (te oogen reoiat te <te bare: _0f ben ripen??" o aaraodde me.^De pen roods gedoopt eohoof se (ten stoel aobterott. ft (teè 1 niet ternntaete «00 1 aal xe haadop en eetecfc wan beer eten.... te later etend «e op straat Wigendon dag, na vieren, riep Jnffronw Naar het Engelsch van H. BROADBENT. Vrij bewerkt door 0. E. DE LILLE-HOGERWAARU Het waz een heerlijke dag In het voorjaar en de boomgaard van Boer Smith zat vol dikke knoppen. Onder de appelboomen stond een rij houten bijenkasten. Uit die bijenkasten nu klonk zoo'n gegons an gezoem, dat ieder begreep, dat er iets gewich tigs ophanden was. Koningin Zoem vloog vertoornd heen en weer. Zij was zeer opgewonden. „Het is een schande," zei zij tegen haaT eer sten minister Buza. „Denk eens aan al die ja ren, dat wij hier heel nauwgezet onzen plicht gedaan hebben en nu zoo veronachtzaamd te worden! En zoo'n gewichtig nieuws van de klaver-bijen te moeten hooren!" „Heelema&l veronachtzaamd worden wfj toch niet. Uwe Majesteit," waagde Buzz het te zeg gen. „Zie maar eens, hoe vol de statistiek-boe ken over ons staan." „Dat ia het juist," ging de Koningin voort; „maar nu worden wij veronachtzaamd. Ze moe ten maar eens een goede les hebben. Ik beveel een algemeeDen zwerm." „Och, doet u dat tooh alsjeblieft niot, Uwe Majesteltl* pleitte mevrouw Bruin-Geel, één der hofdames. „Denkt U eens aan al die lieve- rose-en-witte appelbloesems, die op ons zitten te wachten 1 En vergeet U Mollle's heerlijke dahlia's toch alsjeblieft niet Wat waren die verleden jaar prachtig. Zulke fluweelachtige bloemblaadjes en zulk mooi gouden stuif meel „Stil!" gebood Koningin Zoem. Jk zeg. dat we gaan zwermen en dus gaan we zwermen." Niemand durfde nu een woord meer tegen spreken. „En morgen vroeg," voegde de Koningin er nog aan toe. Daarna trek zij zich in haar parti culiere vertrekken terug. In een hoekje, geheel onongemerkt, stond Bruin, een klein bijtje. Het was haar plicht voor één der Koninklijke babies de lucht koel I t« houden door voortdurend met haar vleugel- tjes te waaien. „We zullen n-iet wegzwermen uit dezen heerlijken, ouden boomgaard ten minste als lk er iets aan doen kan. Ik weet ze ker, dat de Koningin het diep tn Haar hart ook liever niet wil," dacht zij. En toen zij eenlgen tijd later door een ander bijtje afgelost werd en dus vrij was, gtng zij naar de boerderij dm Mollle te zoeken, die bij een bloembed stond. ZIJ zoemde nu: i een o heb fit het toch met ie! Je zoo aan den sukkel het reke- bent den onvoldoende. Ik heb je vader bij ihad, die begon ook al bang te worden niet zou overgaan. Hij vroeg of ik je nog ctra zon willen helpen...zullen we sk- boet doen. Puk? Ie, haar oogen schitterden, ft begin te gelooven dat je neg gfc»- de welspre- goen sikke- a teuwfao W w» te komen. i Juffrouw Kanter keken zoo recht Zo herinnerden haar aan glste- Lief meisje, aardig meisje, Ga alsjeblieft niet weg, Maar hoor nu toch eens even Naar %geen Ik tot je zeg. „Hé," riep Mollie plotseling uit; „daar is een feetjel Ik hoorde zoo'n Hef, zacht stemmetje." Ik ben geen fee, klein meisje, Maar slechts een bruine bij. Blijf even staan, toe Mollle, En luister dan naar mijl „Natuurlijk wil fk naar je luisteren," ant woordde Mollie. „Het is eigenlijk nog veel leu ker dan wanneer je werkelijk een feetje was, wast Je komt misschien nooit oen iee tégen, maar je kunt altijd mooie, bruine bijtjes zien. Ik wist eigenlijk niet, dat bijen konden pra ten, juffrouw Bruin," voegde zij ex lachend aan toe. „WIJ zijn te verstandig om veel te praten," antwoordde Bruin nu „Dat weet ik," knikte het kleine meisje. „De oude Esther noemt Jullie „kleine schepselen vol wijsheid". Ik begrijp wel niet goed, wat ze daarmee eigenlijk bedoelt, maar het klinkt toch als een mooie naam." „Wel lieve Mollie, zou je iets voor ons wil len doen?" zoemde Bruin nu weer. „Kan lk dan wat voor Je doen?" vroeg Mollie gratig. „Je zou de bijenkasten morgen tooh niet graag leeg willen zien, is het welt" ging Bruin voort „Je bot dan geen gouden honing meer op je boterham hebben." „Maar daet zou vreeselijk zijn," zei MoHfe ver schrikt. „En het zou ook heel Jammer zijn, als de bijen mij nooit meer onder de appelboomen hl slaap zoemden.'* bijen wilde tellen. Ik lachte, maar zij schuddo het hoofd en zei: „Er rust geen zogen op don appeloogst, als je niet alles aan de bijen ver telt, Mollie." „Zij heeft groot gelijk. Weet je ook iets te vertellen, dat onlangs gebeurd is iets be langrijks, bedoel ik? vroeg Bruin. „Laat eens zien wij nebben een massa lieve, kleine kuikentjes en golo eendjes en ook jonge kalveren." „Vertel hun dat allemaal en alles, wat je verder nog bedenken kunt," zoemde Bruin gü zij vloog weg. „Ik zal het Esther dadelijk gaan vragen zij weet altijd alles," dacht Mollie en zij ging naar de keuken, waar zij de oude vrouw vond. Haar moeder vertelde Esther steeds allee. Dat wist Mollie. Intusschen kwam Bruin veilig thuis en maak te zij Buzz-wuzz, den Oppercoremoniemeester. heel boos. door haar reismandje voor den vol genden morgen niet te willen pakken. „Als we gaan, ben ik klaar," zei zij, terwijl zij den deftigen Buzz-wuzz verontwaardigd achterliet „Zoo'n klein, brutaal ding, om het beter te willen weten dan ik!" mompelde hij. „Esther, wat hooren de bijen graag vertel len?" vroeg Mollie, zoodra zij de oude dienst bode in de keuken gevonden had. Esther zat bij het vuur, want zelfs In den zo mer deed de kachelwarmte haar goed. „De bijen, lieve kind; ja, die hooren graag alles. En als niemand hun wat vertelt, gaan zij zwermen." „Dat weet fk," stemde Mollie In. „Zal lk zs van de kuikens vertellen en van de eendjes en de kalveren? Weet Jij soms nog iets andera, Esther!" „Kom eens vlak naast me zitten, Hefje," fluisterde de oude Esther nu geheimzinnig. „Je weet van het stuk land, dat je vader al zoo lang heeft willen koopen? Nu, dat zal morgen gebeuren. Hij spreekt er niet over, omdat hij bang U, dat de buurman er van hoort en deze hem eens vóór mooht zijn." Mollie lachte vroolifk. Zij wist, dat do grond van hun buurman aan den anderen kant aan het bewuste stuk land grensde en begreep, dat ook hij het van den graaf zou willen koopen. En rij lachte opnieuw, toen zij even vóór zoneondergang naar de bijenkasten liep. „Hoe grappig, dat ze zouden gaan zwermen, als Ik hun dat nieuws niet vertelde," dacht «u en ie klopte aan de eerste bijenkast en iel: Bijtje» goel en bijtje» bruto, n* appelbloesem» «wollen. Luister toch, o, luister tooh. te Kom Jo wei vertellen. Het kleine, bruine bijtje wa» In de laatste kast en glimlachte tn zichzelf, roo blij wae bet, dat Mollle haar belofte nakwam en het nieuw» van de boerderij vertelde. Den volgenden morgen vtel er heel wat nlt te pakken en de deftige Buzi-wmt» echeen tel ken», al» hff de kletne Bruin «ag, let» aan den anderen kant te ontdekken, dat ploteeltog rijn aandacht trok. Mollle noch de oudste Esther waren ook maar eentgszins verbaasd, toen boer Smlth Ia- ter in het jaar zet, dat hij nog nooit zóóveel ap pels en zóóveel honing gehad had. Hij voegde er nog aan too, dat de aankoop van het stuk land het wijste was, dat hij In Jaren gedaan had En Moeder, die In het geheim genomen waa, ging met de oude Esther en Mollle naar da bijen, om haar alle» te vertellen, wat de boer geoogd had Maar Je kunt volle bijenkasten en een massa honing hebben, als je vanavond vóór scmaoB- dotgang maar aan eBte btjenkaet Hopt sa neflfc Bijtjes geel en bijtje» bruin, D' appelbloesems zwellen. Luister toch. o, luister tooh, te Kom le wat vertellen. I .wn Je dat doen, lieve MoIHet" En er sprak angst uit Brnln'i stem. „Natuurlijk wil Ik dat en wat nog meerl" .verder vertel je hun van alles wat er op de boerderij gebeurt. Esfaer deed dtt vroeger al tijd én haar moeder vóór haar. Vergeet het vooral niet, Mollle." „Hu herinner ik mij op eene, dal de oude Bafhsr vandaag tn riohweH mopperde, omdat haar rheumatiek hear in hut» hield. Ze zei: „Wie zal nu de bijen vertellen?" Ik verstond baai niet goed en dacht eigenlijk, dal rij d« Het houden van dieren. Br zijn versaheiden dieren, die wij roJfz fn een kleinen tuin kunnen houden en die, mits wjj ze goed verzongen, ons veei genoegen kunnen ver schaffen. De volgende (beren heb ft ta mijn tuin gehad: sohildpaoden, een egel, padden en in een aquarium Jonge kikvoreohen, versohUlende viasohen, als goudvisechen die tot de familie der karpers bo- n ooren en wworvan hmveerd wordt, dat ze uit China komen stekelbaarsjes, waterslangetjes en hagedissen. Ik wil Jullie eenige bijzonderheden en gewoon ten van deze dieren vertellen. Laten we m«t de gohlidpad beginnen. Hoewel haar bewegingen onz al heel langzaam voorkomen, vertelt het verhaal tooh, dat *ij den wedstrijd met den haas won. Er zullen mleeohien heel wat menschen en kin deren zijn, die schildpadden volstrekt pen aar dige dieren vinden om er op na te houden. Hier- mede ben ik het echter niet eens en ik raad ieder, die een tuin heeft aan, een schildpad te koopen. Duur zijn ia niet. Weer anderen meenen ,dat sohildpadden inzeo- ten eten, maar ik geloof niet, dat dit zoo is. Op het oogenbllk heb ik twee schildpadden.; bij geen dezer beide dieren heb ük edhtor ooit de minste neiging opgemerkt om dJertijk voecbel te ver orberen. Integendeel: efl leven beide streng vege tarisch. Zij eten uit de hand en zijn heel taan. ZJJ voeden zich hoofdzakelijk met slabladeren, on kruid, paarden bloemen en wat zij verder tussobea het gras vinden. Ook zijn zij doi op vruchten. De aardbeien zijn dan ook niet veilig voor hen. Zij hebben eigenlijk geen tanden, msaT bard tand- vleeech, waarmee zij hun voedneJ kauwen. De schildpad Is afkomstig mn de kn«t lengw de Middelland«cHa Zee. Vele norer worden heel owt Overdag loepen zij over h«t gros of in den moes tuin en tegen het vallen van 'den avond maken zJJ een gat in een bloemperk om daar te overnaohtetL Zij overwinteren in huie of In een schuur, daar zij niet in leven blijven, als zij zich buiten ingraven. Als je er niet reed® een egel op na houdt. Is het eigenlijk niet de moeite waani or een to koopen, want je hebt veel kana, dot hij ntet lang te je tuin blijft. Een paar maanden geleden had fk or een in mijn tuin gezet, maar 0c heb hom na dien dog niet meer geilen. Een vorig Jaar kwam er *s avonds na den eten altijd eentje «leb Ie gwd doen aan het eten voor de poos, dat wQ op alen tijd op de plaats netten. Egels worden gewoonlijk heel tam en kunnen gedurende de wintermaanden binnenshuis blijven, waar zij zloh nuttig maken door kevers en torren te vangen. Wanneer je dus last van deze dieren hebt, moet Je een egel nemen en dien ln huis dulden. Egels kunnen van een groofe hoogte vallen, ton der zdch daarbij ook maar eenigssiira te bezéeren. Hun pennen breken den vaL VeeJ mensrhen en kindeten hebben een afkeer van padden en kikvorschen, maar fa hot niet een alleraardigst gezicht een aantal van deze dieren tussohen de steenen te «len springen, terwijl zij zich een oogenbllk tater zóó onoewegeMk houden, dat zij dood schijnen! Ze zijn veerbazend vlug, bo vendien nuttig in een tuin, daar rij van slakken, wormen en arterie! schadelijke insecten leven. Jaren geleden had ft eens een pad ln mijn tuin. Het was een droge romer en ik moest bijna eiken avond mijn planten gieten. Mijn pad zat den on- dor een struik of andere plairt, keek mij met haar heldere oogjes aan en wist aJlttjd zóó te springen, dat ze mij een klein efndje vóórNeef. Met den in houd van miin gieter wenrohtó zij blijkbaar geen kennis tA mak au. Jullie weet, dat kfkvorachen het feven beginnen afe larven, nadat ze uit de eitjes frlkkerarn) go- komen zijn. Eerst krijgen zij dan achter- daarna voorpoot-en. Hun staart, neemt langmmerhand af om eindelijk geheel te verdwijnen. Het is zeer in teressant de ontwikkeling dezer dieren gede te slaan. Men onderscheidt groene water- en bruine land- Wkwoirschen. De mooie goudvissohen kun Je fn menlgen vfj- Ver zien; ze zijn overbekend. Je moet vooral niel. verauimen, er een paar in je aquarium te houden. Ze kosten slechte een kleinigheid en leven van mieren-eieren, kledne stukjes gekookt vleesch, wor men «ns. Geef ze vooral niet veel te eten. want SLAKKENGANG. Fik kijk! iQn bcodéooogen «ft Bi| snapt maar niet, wat het Dednkft Want iroof rijn hens, Hgt op den mond, Ben heel vreemd ding, hall plat, ban rood En kijk— het dhrn schuilt landnaam voort-. Bet is eea beestr dankt F& verstoon^ t loopt hol niet «oo tIoa oan boohoi op rijn rag) TANTE LENNIR KondriBschcn rijn I den ri] verdragen 1 doonittt «H ridi <m KAT KM HUIS. Als H nog Kotrt Is na hoi eten, spelen wij graag met elkaar op het veld, ginds bij den molen* H is nog stil en nwüg daan Oeon gejaag van aoto's, fletaen, jtoort on»( i la ook vlak bij hnft du» als vspodm roept, dan rijn we to een wipie dok weer «mis. lraïnan allen to aan kring? daaraan meodoon èen óónig «poll Korte was de rnnte? EriWonijB van den bakker was de kat* o, wat moesten allen lsobeti, Jorte te «oo vlug als wAi Telkens kroop bij door de gsatjee ta den kring en weer er nlt fin Kathrien kon hem riet pakkaag ft d!o Joste te snobs gratt-l Veel te vroeg, kwaal Uoee ans wepeot Slemand won nog naar bed "-••feil' mt UÜ '10060 1 1 mot dè j/mumiL bijrooder guhrigt zij eten meof kunnen en gaan dikwijls dood, overeten hobbcn. Stekelbaarsjes vonmm een aardig contrast me4 de donkerder guftJoarric bcwonere Tan het anuf* shrm. Zij schieten door hot water ais zilveren v lob- jee en zijn heel ving. Je kunt se gemakkelijk var*, gen met wn netje, waarvan de meroa ntet to groot zijn. Wwterelangetjos houden het gtoe Van het aqw* rtura schoon. Zij helpen het sfijra wegnomen en zuiveren daardoor het water. Zoo komen wy cao do famJHe der hagedissen. Ik geloof, dat dit de meeet interessante bewoners van het aquarium zijn. Ik had teugen tijd een hagedis, ft ving haar bij toeval bij het visschen, nam haar mee en zette haar in den vfeohvijver. ZIJ dook telkens tot op den bodem, kwam weer boven eu zat zioh dan op een stuk bout, dat Ör in het water gelegd had, beeï tevreden te koeeteren in de zon. Het wne grappig, haar acrobatische toeren gade te sii zoowel haar duiken als op het hout klimmen. Verder moet ik nog één ding zeggen: Zoig ca voor, dat je een paar planten in je aquarium nobt Ze zijn goed voor de bewonere en houden het w**- ter zuiver. Indien mogelijk moet het water dag en nacht strooanen. Gaat dit niet, dan moet het geregeld voorbracht wonien. Pronkstertje. Twee kersen aan éón stooltje houdt Mnedor-llol omhoog; kleln-Rlet)o grijpt «e stralend, een schat Is ln haar oog. Ze hangt xe om haar oortje, en vindt rich o, too lijn! voorriohtig draait ie "t hoofdje dat pronkend kindje-klein. Ban teder wfl se t wijseft toe moed se nu wol tot (joon panden en robijnen gaan Doven keisjes-trisoh. Twee kersen aan óón steeltje «- dat "s Rietje1» fraaist kleinood n beng'len langs haar die keesjes HERMANNA. DE VUttRMUR, Bons wrad es een strijd gevoerd hrasehen do vogels en de voervoeögo dieren. Do vleermuis sohaardo rioh eerst aan do rijde der vogel», toon echter later de krijgskans gunstig word voor do viervoetige dieren, vorandorde rij van bont en vocht met de andore porti) mee. Tongevolgo van "t beleid en den moed van den arend toerde do kan» echter voorgoed aan de vogola De rloermul» vluchtte toen om niet to de bandon van haar vijanden, die rij eoret -remden had, té vallen en «oo oen schande- HJko dood te sterven. Sedert dien dag houdt ris rioh vorsoholon in holle boomen, «pleten en JJfiten SB komt aHoen hl de schemering te vooraobijD alle vogels «tapen hHesinnrien door BARDUnll'r't M Jaai.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 17