Schager Courant De wedvlucht met den dood. Haar voorbeeld. Vierde Blad. Binnenlandsch Nieuws. DE TWUIJVERWEG. Zaterdag 15 October 1927 70ste Jaargang. No. 8135. - WARMBNHUIZEN. Naar wij vernemen, zal door B. en W. aan den Raad «en voorstel worden gedaan om over te gaan tot het stichten van een z.g. demonstratiebedrijf voor glas- cudtuur. Het bedrijf zal bestaan uit 4 druivenserre's, een warenhuis van 1000 ramen en een woning voor den bedrijfsleider en zal worden gesticht op een per ceel van de gemeente, gelegen aan de Oudewal. ZUIDSCHARWOUDE. De af deeling Zuidscbarwoude, Broek op Langendijk, van den Bond voor Staatspensionneering, zal trach ten weer een tweetal propaganda-vergaderingen te houden, n.1. in Zuidscharwoude cn in Broek. Mocht (het niet mogelijk blijken, dat de tooneelvereeniging weer haar gewaardeerde medewerking verleent, dan zal getracht worden met eigen krachten of anderszins ideze bijeenkomsten aantrekkelijk te maken. - NOORDSCHARWOUDE. Alhier is het openbaar vervolgonderwijs begonnen met 15 leerlingen, voor een plattelandsgemeente, waar bovendien nog 2 bijzondere scholen zijn, een mooi aantal. Tn vroegere jaren is het zelfs wel minder ge weest- Het is dan ook gelukkig, dat 'het voorstel van B. en W. in de laatste raadsvergadering, om het ver volgonderwijs op te heffen, is verworpen, en de Bur gemeester, die het in verband met het op-komst-zijn van hot 7de leerjaar wilde opdoeken, zijn zin niet ireeg. 'Misschien wordt nu in 't vervolg, als er weer eens een onderwijsbelang te behartigen is, wel over leg gepleegd met het onderwijzend personeel i.c. het 1 hoofd der school. Den burgemeester bleef dan met zijn wethouders een echec gespaard en gewichtige zaken l kwamen niet in 't gedrang. f - WARMENHUIZEN. Heden, 15 October, gaat zuster M. W. -ter Burg, of- j ficieel de Wijkverpleging in de gemeente Warmenhui- j zen verlaten; zij gaat de volgende week Donderdag 20 October huwen met den heer W. Heman, en zij heeft gemeend dat er een onvereenigbaarheid bestaat tusschen een huwelijksstaat en het werken als Wijk verpleegster. Dat moot dus aanvaard worden, en als van zelf komen wij tot het volgende punt der agenda: het uitluiden van de zuster. Maar dit is nu zoo maar geen gewoon werkj'e, wat je op den een of anderen middag klaar speelt; daarvoor heeft zuster ter Burg te diep ingegrepen in de harten onzer inwoners. En dat aantal harten is zeer groot, daar kunnen inge wijden over mee praten. Onze zuster was in elk ge zin welkom; het was zelfs voor velen vreemd als zij zuster in langen tijd bij haar geregelde bezoeken als enquêtrice bij de bestrijding der tuberculose, niet ge zien hadden. Zuster wist weer eens levensmoed, le- vensvreugde te brengen in de zielen der 'lijders en i üj'deresseri aan deze meestal langdurige ziekte, en hoe handig was het dan van haar gezien juist in deze ge moedelijke onderhoudjes zoo af en toe een opmerking te maken omtrent huisvesting, ligging, ventilatie, enz., enz., welke volgens haar -verbetering behoef den. Doch in haar ware element kwam zij pas als het gold de verpleging der zwaar zieke patiënten; daar kon zij zich zoo geheel, met al de eigenschappen eener schoons menschenziel geven. Men had haar niet te vragen in den loop van den dag nog eens even te willen terugkomen om te zien of de patiënt(e) nog eenigen bijstand behoefde, neen, men kon zuster 4, 5, 6 keer per dag zoo'n woning zien binnenstappen om hulp te bieden waar zij die noodig achtte. En afstanden bestonden dan voor haar niet; haar fietsje bracht haar overal, al ging dit niet altijd, in dit open klimaat, zonder eenige inspanning. Geen wonder dat wij, Warmenhuizers, voelen, wat wij gaan verliezen; en als uiting van dit gevoel span den spontaan velen der onzen zich in om zuster een officieel afscheid te bereiden, waar haar uit naam van alle ingezetenen een huwelijksgeschenk als bewijs van onze dankbaarheid zal worden aangeboden. Deze plechtigheid nu zal plaats hebben a.s. Woens dag 19 October, des nariiiddags 4 uur, in de groote zaal van het Gemeentehuis; daar wordt Zuster dan uitge luid en een ieder is daar welkom. Wij houen vele getrouwen daar te ontmoeten. j WIERINGEN. 1 Voor hot in het a.s. winterseizoen te houden Vak onderwijs vanwege onzo afdeeling van de Vereent- Kina: ter bevordering van het Vakonderwijs in West Friesland hebben zich te Hippolytushoef 30 leer lingen en te Den Oever 6 leerlingen aangemeld, die allen zijn aangenomen. Voor Hippolytushoef is als leeraar aangesteld de heer J. L. Schut, technisch ambtenaar bij den Rijkswaterstaat en voor Den Oever de heer C. P. Poel. gemeente-opzichter, bei den alhier. Met het oog op de geringe deelname to Den Oetver staat het nog niet vast of de cursus al daar zal doorgaan. —WIERINGEN. Bij het verrichten van werkzaamheden bij de Zuiderzeewerken te Den Oever, alhier, geraakte de arbeider H. de Boer van Helder tusschen twee kip- karren bekneld waarbij hij' zich ernstig verwondde. Uit direct ingeroepen geneeskundige hulp van Dr. Piccardt bleek, dat de ongolukkige man zijp borst kas was ingedrukt. Na door Dr. Piccardt verbon den te zijp, werd hij' onmiddellijk naar 't hospitaal te Helder per auto vervoerd. Langendijk. De 'kans op een spoedige oplos sing van de Twuijverweg-kwestie schijnt er nog steeds niet gunstiger voor te staan. Wel ls deze weg| in het provinciaal wegenplan opgenomen, doch het i schijnt, dat een definitieve regeling afhankelijk wordt gesteld van een financieele medewerking van belanghebbende gemeenten, waaronder dan, met Alkmaar en St. Pancras.de Langendijker gemeenten worden bedoeld. Daar er geen aanwijzingen zijn, welke op een veranderde zienswijze bij die gemeen-1 tebesturen doelen, is het niet onmogelijk, of ook dezen winter zal in den bestaainden toestand geen l verandering komen. Er wordt ook voorspeld, dat, i nu de nood het hoogst is, de redding 'het meest nabij kan worden geacht. Iedereen is het er iuimid- j middels over eens, dat nu maar eens heel spoedig! een eind' moest komen aan dit drama, dat nog slechts op een deus ex machina wacht die de ooit knooping brengt Voor den Kantonrechter te Alkmaar. Zitting van 14 October. TEGEN HET SCHTPPERSREGLEMENT GEZON- DIGD, Een binnenschipper te Zuidscharwoude, had zijn vaartuig door een motorboot laten slepen, echter niet achter, doch aan de zijde van de sleep-motor- ,Sboot. Deze manier is echter verboden en al bleef! de schipper zich vasthouden aan de uitvlucht, dat hij de bevelen van de sleepbootkapitein moest op volgen, het hielp hem geen steek, hij werd tot f 4 j boete of 4 dagen veroordeeld. HIJ WEET ZICH AL'IIJD TE REDDEN. Een 59-jarige scharenslijper uit Hoorn, een bij zonder intieme bekende van justitie en politie, daar zijn strafregister met niet minder dan 29 ver oordeel ingen prijkt, was op 22 Augustus in een 3de klas wagon der N. S. M. op het traject Noortischar- woude aangetroffen met een plaatsbewijs gedateerd op 20 Augustus, dus een verloopen kaartje. Voor dit feit stond hij heden terecht en daar hij uit anderen hoofde is gedetineerd, werd hij met de noodige egards door een rijksveldwachter voor den kanton rechter gebracht. Onze viend Andries. die absoluut niet zenuwachtig is op het zien van de somber ge- costumeerde priester van Themis, beweerde .ijskoud dat hij zijn eigen kaartje had verloren en door een welwillende medereiziger van het ongeldige kaart je was voorzien. Hij maakte voorts geen bedenkin gen tegen de opgelegde straf van f 5 boete of 5 da gen. Zoo'n bagatelletje zit hij desnoods uit op de( punt van een stopnaald. DE „AMERICAN OIRL" TERECHT. Door een Nederlandsch stoomschip gered. Het vliegtuig „American Girl" van de Ameri- kaansche aviatrice, Miss Ruth Elder, die Woensdag voor een vlucht over den Oceaan op bet Roosevelt- vliegveld te New-York was gestart en over wie men zich ernstig ongerust maakte, is door het Ne- derlandsche stoomschip „Darondrecht", dat den 8sten October met bestemming naar Key West in Florida, uit Roterdam was vertrokken, op 650 kilo meter van de eilandengroep de Azoren verwijderd, uit zee opgepikt. Het radiogram, dat in New-York ontvangen word, was afkomstig' van het stoomschip „Olym- pic", dat het bericht weer doorgezonden had na het draadloos van de „Leviathan" te hebben ont vangen. Gemeld wordt nog, dat een gebroken olieleiding een machinedefect had veroorzaakt, waardoor de „American Girl" in zee terecht kwam. Beiden, zoo wel miss Elder als de piloot Haldeman, zijn onge deerd. Eenige bijzonderheden. Zooals reeds gemeld, had de „American Girl" Donderdagmogren het doel van haar tocht Parijs bereikt moeten hebben. Reeds vroeg had men dien morgen op hot vliegveld van Le Bourget gehoopt de machine aan den horizon te zien verschijnen, doch de uren gingen voorbij en men wachtte tevergeefs. Het aanvankelijk optimisme verdween en daarvoor in de plaats kwam de vrees, dat ook deze moedige poging, evenals zoo vele andere, gefaald zou kun nen zijn, en andermaal een paar slachtoffers in „de wedvlucht met den dood" waren gevallen. Om tien uur. toen het zicht nog verre van goed was. stegen eenige machines op, om don omtrek af te zoeken, maar van de „American Girl" werd' geen spoor gevonden.... Totdat eensklaps de verheugde tijding binnen komt. dat op 650 kilometer ten N.O. van de Azoren dus na reeds meer dan de helft van het traject was afgelegd, het vliegtuig door een Nederlandsch stoomschip was opgepikt. Onmiddellijk daarop werd door Miss Elder draad loos naar New-York geseind, dat ze tengevolge van een gebroken vliegtuig genoodzaakt waren gewor den om op zee te dalen en door het stoomschip JBa- rendrecht" waren opgepikt. Ben nader bericht uit New-York meldde, dat bot Ruth Elder gelukt was. om in de onmiddellijke na bijheid van de „Barendrecht" op het water neer te komen. De zee was echter zoo woelig, dat bij de pogingen om na de beide vliegers, ook' de machine te bergen, de motor was ontploft, en het geheele vliegtuig verbrandde. Slechts enkele instrumenten, die de vliegers zelf direct-hadden meegenomen, zijn. behouden. Wat andere vliegers van deze vluoht zeggen. Ervaren vliegers schudden over dezen tocht bet hoofd omdat hij niets nieuws kan brengen, sinds de mogelijkheid om den Oceaan over te vliegen, is ge bleken en de vliegerij integendeel door deze blij ken van drieste ijdelheid bij het publiek slechts In discrediet kan raken. Wat da kapitein van de „Borendrecht" nog meedeelde. Kapitein Goob van het s.s. „Boremlrecht" heeft draadloos nog de volgende bijzonderheden medege deeld ovor de redding van Rjuith Eilder en kapitein Haldeman. De „American Giriu/streek Donderdag om 10.30 v.m. langszij van de „Barcndrecht" neer, de roden voor deze daling was, dat de oliedruk in de machine gedurende de afgeloopen vijf uur niet in orde was geweest. De vliegers hadden van Woens dag 7 uur n.m. tot Donderdagmorgen twee uur met een bovigen storm te kampen gehad, waardoor zij uit den koers werden geslagen. De twee vliegers waren zeer vermoeid, toen zij door de „Barendrecht" werden opgepikt. De machine was niet beschadigd, toen zij neerstreek, doch toen zij aan boord gebracht zou worden ontplofte de tank. De machine vloog in brand en er kon niete van gered worden. De vreugde in Amerika is groot. De vreugde in Amerika over de redding van de beide vliegers is zeer groot. In Lakeiand (Florida) waar de familie van Haldeman woont, werd een op tocht met muziek georganiseerd, terwijl groepen stu denten dansen uitvoerden. De bladen wijzen er even wol in weerwil van de vreugde over do gelukkige redding op, dat er voor de vliegers feitelijk geen reden bestond om de vlucht nu te ondernemen. De echtgenoot van Ruth Elder, Lyle Womack heeft aan de United Press gevraagd aan zijn vrouw te seinen: „Telegram.ontvangen, alle liefde van de wereld voor het dappersto meisje ter wereld, wacht je terugkomst mot spanning af. Toch een record? De M&tln leidt naar de Parlj.iche correspondent der N.R.Crt. meldt uit de berichten omtrent den tocht van de American Girl af, dat indien de op gegeven plaats van daling op het water juist ia het vliegtuig toch nog een record op zijn naarn zou hebben gebracht, nl. den afstand van 4400 K.M. bo ven zea Volgens de Matin, is in ieder geval het record ge klopt van Maitlond en Hegersbergen, die op den tocht San Francisco^—Honoloeloe het' tot een tra ject van 8900 K.M. boven zee hadden gebracht. De „American Girl" heeft een route ge volgd, die onder de routes van Lindbergh en Nungesser ligt, doch boven die, welke het groote Duitsche luchtschip, de Z R III gevolgd heeft. De zwarte stip, rechts boven de eilandengroep de Azoren, geeft bij benadering de plaats aan, waar Miss Elder en haar metgezel door „de Baren drecht" werden opgepikt. Op het natte plaveisel stond een schamel-gek'lee de jongeman en zag naar een stapeltje meubelen, welke zooeven op straat gezet waren, De lucht was kil een natte mist drong door tot op merg en been en deed de gaslantaarn dof schijnen met blauwe en oranjekringen. Bij ditschijnsel leken de lippen van den man nog blauwer, scheen zijn blik nog staren der. Die had geen werk meer, dacht hij half-luid, „do vrouw uit werken de kinderen ziek de man ziek de heele boel verhongerd en eindelijk uit huis gezet. Dank je wel daar wacht ik niet op. Hij staarde naar het gebroken ledikant en stroo- matras, een een rieten stoeL Z&jh, gezicht verstrakte zijn vuisten balden zich in z'n zakken. Een hevige angst, de angst, welke hem nu al een half jaar ver volgde, scheen hem te verstikken. Daar wacht ik niet op, herhaalde hij woest en met onvasten tred liep hij naar den overkant, waar een pandjeshuis was, duwde de deur open en. ging naar binnen. Op heeschen toon vroeg hij: Ik moet ;een revolver hebben, maar goedkoop. De pandjesbaas keek hem eens even aan, haalde de schouders op, opende een la en kreeg er een klein pistooltje uit. „Hoe vindt U dat?" De jongeman pakte het beet zijn hart klopte hoorbaar. Zou de baas vragen wat hij ermee doen moest. Hoeveel? - Een rijksdaalder. Hij baalde een gele envelop uit zijn zak, scheur de die aan één kant open, nam er een rijksdaalder uit en legde die op de toonbank - toen stak hij het listooitje in zijn zak. De baas floot zachtjes en, de man. schoof de winkel uit. Langzaam wandelde hij verder, tot hij in een ar moedige straat kwam; alles scheen hier even dood en naar te zijn, de muren hoog, de vensters zwart en smerig. Voor een van de deuren bleef hij stil staan, draaide de knop om en ging naar binnen. In de kleine keuken zat een jonge vrouw en wieg- 3 een kindje op haar schoot. De man zag naar hen, in dikke prop kwami in zijn keel op en plotseling kreunde hij, alsof hij zich niet langer kon onhouden. Z'n vrouw keek op, verschrika en doodsbleek. „Piet, dep zij, j© bent toch niet ziek?" Z'n lippen bewogen zich hijl deed een stap vooruit, sloeg zijn armen om haar en het kind en snikte: Antje, Antje, Antjel Ze drukte het kind vaster aam het hart en fluis terde: Piet, je héb geen werk meer? Hij verborg ^zicht in de handen en kreunde weer. Einde was bet er, het vreeselijke oogen- olik. Duidelijk was op hun gelaat de vrees gteekend, de groote vrees voor werkeloosheid. De armoede, ^velke het gelaat een uitdrukking geeft als die van ""m opgejaagd beest, Wacht, fluisterde ïtfj vrouw, eerst mioet het kind slapen. Ze ging naar de achterkamer en legde het kind in de wieg. Wat hadden ze gedacht, dat zij zoo moesten lijden? Ze waren toch eerlijk. Groote God, ze waren eerlijk. Ze zwoegden xen verdienden een hard stuk brood. Toen zij weer binnenkwam, legde ziji haar hand op z'n schouder en zei: Vertel me eens, hoe 't gebeurd is- Met zijn gebalde vuist sloeg hij op de tafel en begon: Vervloekt, de baas heeft vanavond de laat- sten gegeven zei dat het hem speet, maar dat het een slechte tijd was. Is dat mijn schuld? We zijn sla ven slaven. Als ze niet oppassen danWie heeft de tijd zoo gemaakt? Ik? Ben ik een goed werkman of niet? Ben ik te lui om mijn handen uit te steken? Zij en Antje wist, dat hij de rijkelui bedoelde zij hebben hun auto's en hun booten en hun huizen en hun lakeien, slechte tijd of geen slechte tijd. Wij zijn de slaven. Nee, spreek me niet tegen ik zeg slaven. Vrij? Wat vrij? Vrij om te verhongeren, en te bedelen en te sterven dat is alles. Zij hebben de centen, nietwaar? Nou, wij wor den door ze gevoerd en als zif geen zin hebben om ons te vreten te geven, wat dan, hè? 'Ze viel hem in de rede: Met die praatjes kun nen wij' de buur niet betalen. Hou je mond en ga werk zoeken. Woedend keek hij haar aan en met een harden slag op de tafel: In de heele stad is in mijn vak geen werk meer te vinden. Ze rilde en dn stilte zaten ze in de donkere kè/- mer, tot Antje eindelijk zei: Hoeveel ge>ld heb je? Hier! Hij haalde de gele envelop uit zijn zak en gaf die aan h aar. God, Piet gescheurd. Ja. mompelde hij. Pet, er ds maar tien gulden in er moet zijn. Ik heb een rijksdaalder er uit genomen. Voor wat? Hij' kon het niet verdragen en snauwde haar toe: Het gaat je niet aan, hou je mond! en toen strom pelde hij de achterkamer in. En daar, voor de wieg van z'n zoontje huilde hij als een klein kind. Ik wou, dat je noodt geboren was! snikte hij. Dé armen van zijin vrouw omklemden hem en. haar stem beproefde hem te troosten. „Neen, is dat een wereld voor een klein kind. Piet, we moeten strijden om er te komen» maar dat zullen we? We zijn niet bang. wel? Neen, Aintje, we zullen ons best doen. Den volgenden morgen begon de jacht de jacht om werk, een jacht, waarbij de jager eigenlijk het wild is. dat gejaagd wordt. Op sommige fabrieken probeerde hij' het met beleefdheid, op andere met vrijpostigheid, eindelijk met: Ik heb vrouiw en kind.. Iedere weigering wierp hem weer opnieuw op straat en ontroofde hem een stuk van zijn zelf vertrouwen. Nergens werk; overal, „met noodig". En zoo gingen de dagen voorbij Antje deed wonderen met het geld, dat zij stuiver voor stuiver opaten en toch was er na drie weken niets meer over Piet was eiken morgen voor dag en dauw op om de advertenties na te loepen, maar voor één plaats waren er honderd werkeloozen. Ten laatste •scheen zijn ellende hém hard en ongevoelig te maken het kwam er niet meer op aan, hoe hij er uitzag en waar hij heendreef en Antjes vrees werd grooter» mu zij hem dag cn dag zoo verhard en el lendig en in-zicb-zeif-gekeerd zag thuiskomen.. Het eenig-overgeblevene in huis hun liefde liep nu ook gevaai van verstikt te worden. Eindelijk, op een stormachtigen. avond' kwam de crisis. Den ge- heelen middag had hij over twee uitersten loopen nadenken of z'n vrouw en kind in den steek te i lat enen vluchten, vèr, de stad uit of gebruik maken van het koude stuk ij'zer in z'n zak, dan was hij er meteen uit. Moe en uitgeput was hij thuisge komen overal ellende de keuken was zwakjes j verlicht; een woeste storm deed stroomen regen tegen de ruiten kleteren, gierde door de gangen en loeg de deuren dicht. Een korst- brood was al wat zij' nog hadden, Vergeefs beproefde Antje, mager, hol-oogig en verwaarloosd het door te krijgen, ter wijl Piet zijn hoofd op de handen liet rusten norsch in zichzelven gekeerd. Hij dacht aan den. dood. Wat hield hem terug het scheen alles zoo gewoon, zoo algemeen, zoo onvermijdelijk en on doorgrondelijk. Het groote mysterie van z'n eigen leven overstelpte hem. Zooals bij daar zat, elke ze nuw van zijn lichaam gespannen, z'n hersens uit geput van 't denken, z'n handen handen bewegend, z'n hart kloppend, wat zou er van hem worden, als hij het stuk staal uit zijn zak haalde en er een einde aan maakte? Er was toch maar een heele dunne film tusschen deze wereld en de volgende, Wat kwam het er op aan of hij het ding weerstond of dat er een einde aan kwam, nu of een paar jaar later? Was het, per slot van rekening, toch niet hetzelfde? De wereld had hem- niet noodig waar om zou hiji de wereld noodig hohben? Zo moesten •mekaar maar kwijt zijn. Deze gedaohtenloop werd gestoord door de stem van z'n vrouw. Peter. i Ja. Wat wii fe? Piet! Plotseling liet zij het hoofd! zinken ze kon niet 'meer en Snikte hevig. Stom zag hij haar aan. Waarom huilde ze toch, als hert einde toch hetzelfde was? Ze hief het gelaat naar hem op vertrokken van het huilen. Piet, je moet niet me spreken, 't moet ophouden. Je zult me nog gek maken. In de stilte daarna snikte zij nog heviger ze waren dn den idiepsten afgrond van een wereld vol ellende. Piet schoof onrustig op z'n stoel heen en weer on mompelde met nauw-h.oorbaro stem: Wel, wel.... Nooit had hij zijn vrouw zoo gozien weer hief zij het hoofd op en scherp en woest stootte zij haar woor den uit: Ik kan het niet verdragen, ik kan niet, ik kan niet! Je bent veranderd, Piet je houdt niet meer van mij en van het kind. Wat is er toch? Wil je je van kant maken. Wil je ons in den steek laten. Wat hebben wij je gedaan? Heb ik niet m'n best ge daan je een klein beetje te helpen. Hij beet zich op de lippen en werktuigelijk stak hij de hand in z'n zak en greep het stuk staal vast Z'n vrouw bedekte haar gelaat met beide handen en sprak kreunend: O, wat hebben wij gedaan, dat we zoo moeten lijden? En hot arme kind, dat zal ziek worden, en misschien sterven. En jij jij bent z'n vader, jij bont 'n man. Waarom gedraag je je niet als een man? Woedend barstte hij los: Heb ik geprobeerd werk te krijgen of niet Zie dan zelf wat te krijgen, maar het is gemakkelijk om to praten. Zo zag hem verschrikt aan een nieuw licht scheen voor haar op te gaan en strak keek ze hem in ide oogen. Dat zal ik doen, Piet JÜj JU, wat zal jij doen? Ik zal werk zoeken en krijgen ook wer.k genoeg voor werkvrouwen. Ik z a 1 werk krijgen. Kom ik ben moe, ik ga naar bed. En zij kroop op haar plaats bij het kind.... Nog uren daarna zat Piet te suffen mot een vage, nieuwe angst en nog zwaarder gevoel van ellende en ruïne, alsof de geheele wereld op z'n kop stond en alsof iets heiligs uit zijn leven verdwenen was. En de storm blies nog steeds om de huurkazerne den doo- denmarsch voor menschelijk© zielen in ellende. Om vijf uur den volgenden morgen werd de sla pende iman door zijn vrouw gewekt Met een nik kwam hij overeind en zag Antje in het gr&uwsche- merldcht staan met het kind in haar armen. Piet, vlug, wordt wakker, ik wil het je wijzen. Ze legdo het kind op bed en wees hem, hoe hij het moest aan- en uitkleeden. Ze sloeg geen acht op zijn sombere lusteloosheid, maar sprak door on gaf hem eindeloozc aanwijzingen omtrent do flesch, het uit gaan en het slapen gaan van het kind, dat op bod lag te keuvelen en met zijn vootjes speelde. Plotseling wendde Antje zich van het kind af, greop Piet bij z'n polsen, on %oek hem vlak in z'n oogen. Piet, ik vortrouw Je hot beste wat ik ik heb toe, alles wat we hebben, ons vloesch en bloed en... Ze hield op. Beloof mij dat jo niets overijlds zult doen dat je ei wen kan je oen man zult zijn Piet, dat ik je vortrou- Hij gaf gocn antwoord, maar hield zijn oogen op het kind goriclil Piet, schroouwdo zij, beloof het mo! Nou, dat ^al Ik ie wol bolooven, mompelde hij. Ze bukte zich en ifcusto hem op den mond; een traan viel op zijn hand neer. Toen pakte zij haar kind nog eens en nog eens en ging do deur uit. Piet voelde zich ollendig, alsof hij in tranen moest uitbarsten, toch was hot, alsof iets hards en taais en onverschilligs, dat als een knoest om zijn hart scheen gogrooid, begon los to raken. Maar hij kroop uit zijn bed. legde hot kind woor weg en kleedde zich aan. Toen kreeg hij het druk. Hij voelde zich vreese- 1 ijk zwak en leeg een leogo bast, war do kern uit was.Dat was nu honger, kou on ziekte en do groote vrees. En er was ook nog hot nieuwe gevoel, alsof er iets heiligs uit zijn leven gegaan was. Én hij begon z'n

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 13