Schager Courant
De wedvlucht met den dood.
Haar voorbeeld.
Vierde Blad.
Binnenlandsch Nieuws.
DE TWUIJVERWEG.
Zaterdag 15 October 1927
70ste Jaargang. No. 8135.
- WARMBNHUIZEN.
Naar wij vernemen, zal door B. en W. aan den Raad
«en voorstel worden gedaan om over te gaan tot het
stichten van een z.g. demonstratiebedrijf voor glas-
cudtuur. Het bedrijf zal bestaan uit 4 druivenserre's,
een warenhuis van 1000 ramen en een woning voor
den bedrijfsleider en zal worden gesticht op een per
ceel van de gemeente, gelegen aan de Oudewal.
ZUIDSCHARWOUDE.
De af deeling Zuidscbarwoude, Broek op Langendijk,
van den Bond voor Staatspensionneering, zal trach
ten weer een tweetal propaganda-vergaderingen te
houden, n.1. in Zuidscharwoude cn in Broek. Mocht
(het niet mogelijk blijken, dat de tooneelvereeniging
weer haar gewaardeerde medewerking verleent, dan
zal getracht worden met eigen krachten of anderszins
ideze bijeenkomsten aantrekkelijk te maken.
- NOORDSCHARWOUDE.
Alhier is het openbaar vervolgonderwijs begonnen
met 15 leerlingen, voor een plattelandsgemeente, waar
bovendien nog 2 bijzondere scholen zijn, een mooi
aantal. Tn vroegere jaren is het zelfs wel minder ge
weest- Het is dan ook gelukkig, dat 'het voorstel van
B. en W. in de laatste raadsvergadering, om het ver
volgonderwijs op te heffen, is verworpen, en de Bur
gemeester, die het in verband met het op-komst-zijn
van hot 7de leerjaar wilde opdoeken, zijn zin niet
ireeg. 'Misschien wordt nu in 't vervolg, als er weer
eens een onderwijsbelang te behartigen is, wel over
leg gepleegd met het onderwijzend personeel i.c. het
1 hoofd der school. Den burgemeester bleef dan met zijn
wethouders een echec gespaard en gewichtige zaken
l kwamen niet in 't gedrang.
f - WARMENHUIZEN.
Heden, 15 October, gaat zuster M. W. -ter Burg, of-
j ficieel de Wijkverpleging in de gemeente Warmenhui-
j zen verlaten; zij gaat de volgende week Donderdag
20 October huwen met den heer W. Heman, en zij
heeft gemeend dat er een onvereenigbaarheid bestaat
tusschen een huwelijksstaat en het werken als Wijk
verpleegster. Dat moot dus aanvaard worden, en als
van zelf komen wij tot het volgende punt der agenda:
het uitluiden van de zuster. Maar dit is nu zoo maar
geen gewoon werkj'e, wat je op den een of anderen
middag klaar speelt; daarvoor heeft zuster ter Burg
te diep ingegrepen in de harten onzer inwoners. En
dat aantal harten is zeer groot, daar kunnen inge
wijden over mee praten. Onze zuster was in elk ge
zin welkom; het was zelfs voor velen vreemd als zij
zuster in langen tijd bij haar geregelde bezoeken als
enquêtrice bij de bestrijding der tuberculose, niet ge
zien hadden. Zuster wist weer eens levensmoed, le-
vensvreugde te brengen in de zielen der 'lijders en
i üj'deresseri aan deze meestal langdurige ziekte, en hoe
handig was het dan van haar gezien juist in deze ge
moedelijke onderhoudjes zoo af en toe een opmerking
te maken omtrent huisvesting, ligging, ventilatie,
enz., enz., welke volgens haar -verbetering behoef
den. Doch in haar ware element kwam zij pas als
het gold de verpleging der zwaar zieke patiënten;
daar kon zij zich zoo geheel, met al de eigenschappen
eener schoons menschenziel geven. Men had haar
niet te vragen in den loop van den dag nog eens even
te willen terugkomen om te zien of de patiënt(e) nog
eenigen bijstand behoefde, neen, men kon zuster 4,
5, 6 keer per dag zoo'n woning zien binnenstappen
om hulp te bieden waar zij die noodig achtte. En
afstanden bestonden dan voor haar niet; haar fietsje
bracht haar overal, al ging dit niet altijd, in dit open
klimaat, zonder eenige inspanning.
Geen wonder dat wij, Warmenhuizers, voelen, wat
wij gaan verliezen; en als uiting van dit gevoel span
den spontaan velen der onzen zich in om zuster een
officieel afscheid te bereiden, waar haar uit naam van
alle ingezetenen een huwelijksgeschenk als bewijs
van onze dankbaarheid zal worden aangeboden.
Deze plechtigheid nu zal plaats hebben a.s. Woens
dag 19 October, des nariiiddags 4 uur, in de groote zaal
van het Gemeentehuis; daar wordt Zuster dan uitge
luid en een ieder is daar welkom.
Wij houen vele getrouwen daar te ontmoeten.
j WIERINGEN.
1 Voor hot in het a.s. winterseizoen te houden Vak
onderwijs vanwege onzo afdeeling van de Vereent-
Kina: ter bevordering van het Vakonderwijs in West
Friesland hebben zich te Hippolytushoef 30 leer
lingen en te Den Oever 6 leerlingen aangemeld, die
allen zijn aangenomen. Voor Hippolytushoef is als
leeraar aangesteld de heer J. L. Schut, technisch
ambtenaar bij den Rijkswaterstaat en voor Den
Oever de heer C. P. Poel. gemeente-opzichter, bei
den alhier. Met het oog op de geringe deelname to
Den Oetver staat het nog niet vast of de cursus al
daar zal doorgaan.
—WIERINGEN.
Bij het verrichten van werkzaamheden bij de
Zuiderzeewerken te Den Oever, alhier, geraakte de
arbeider H. de Boer van Helder tusschen twee kip-
karren bekneld waarbij hij' zich ernstig verwondde.
Uit direct ingeroepen geneeskundige hulp van Dr.
Piccardt bleek, dat de ongolukkige man zijp borst
kas was ingedrukt. Na door Dr. Piccardt verbon
den te zijp, werd hij' onmiddellijk naar 't hospitaal
te Helder per auto vervoerd.
Langendijk. De 'kans op een spoedige oplos
sing van de Twuijverweg-kwestie schijnt er nog
steeds niet gunstiger voor te staan. Wel ls deze weg|
in het provinciaal wegenplan opgenomen, doch het i
schijnt, dat een definitieve regeling afhankelijk
wordt gesteld van een financieele medewerking van
belanghebbende gemeenten, waaronder dan, met
Alkmaar en St. Pancras.de Langendijker gemeenten
worden bedoeld. Daar er geen aanwijzingen zijn,
welke op een veranderde zienswijze bij die gemeen-1
tebesturen doelen, is het niet onmogelijk, of ook
dezen winter zal in den bestaainden toestand geen l
verandering komen. Er wordt ook voorspeld, dat, i
nu de nood het hoogst is, de redding 'het meest
nabij kan worden geacht. Iedereen is het er iuimid- j
middels over eens, dat nu maar eens heel spoedig!
een eind' moest komen aan dit drama, dat nog
slechts op een deus ex machina wacht die de ooit
knooping brengt
Voor den Kantonrechter
te Alkmaar.
Zitting van 14 October.
TEGEN HET SCHTPPERSREGLEMENT GEZON-
DIGD,
Een binnenschipper te Zuidscharwoude, had zijn
vaartuig door een motorboot laten slepen, echter
niet achter, doch aan de zijde van de sleep-motor-
,Sboot. Deze manier is echter verboden en al bleef!
de schipper zich vasthouden aan de uitvlucht, dat
hij de bevelen van de sleepbootkapitein moest op
volgen, het hielp hem geen steek, hij werd tot f 4 j
boete of 4 dagen veroordeeld.
HIJ WEET ZICH AL'IIJD TE REDDEN.
Een 59-jarige scharenslijper uit Hoorn, een bij
zonder intieme bekende van justitie en politie,
daar zijn strafregister met niet minder dan 29 ver
oordeel ingen prijkt, was op 22 Augustus in een 3de
klas wagon der N. S. M. op het traject Noortischar-
woude aangetroffen met een plaatsbewijs gedateerd
op 20 Augustus, dus een verloopen kaartje. Voor dit
feit stond hij heden terecht en daar hij uit anderen
hoofde is gedetineerd, werd hij met de noodige
egards door een rijksveldwachter voor den kanton
rechter gebracht. Onze viend Andries. die absoluut
niet zenuwachtig is op het zien van de somber ge-
costumeerde priester van Themis, beweerde .ijskoud
dat hij zijn eigen kaartje had verloren en door een
welwillende medereiziger van het ongeldige kaart
je was voorzien. Hij maakte voorts geen bedenkin
gen tegen de opgelegde straf van f 5 boete of 5 da
gen. Zoo'n bagatelletje zit hij desnoods uit op de(
punt van een stopnaald.
DE „AMERICAN OIRL" TERECHT.
Door een Nederlandsch stoomschip gered.
Het vliegtuig „American Girl" van de Ameri-
kaansche aviatrice, Miss Ruth Elder, die Woensdag
voor een vlucht over den Oceaan op bet Roosevelt-
vliegveld te New-York was gestart en over wie
men zich ernstig ongerust maakte, is door het Ne-
derlandsche stoomschip „Darondrecht", dat den
8sten October met bestemming naar Key West in
Florida, uit Roterdam was vertrokken, op 650 kilo
meter van de eilandengroep de Azoren verwijderd,
uit zee opgepikt.
Het radiogram, dat in New-York ontvangen
word, was afkomstig' van het stoomschip „Olym-
pic", dat het bericht weer doorgezonden had na
het draadloos van de „Leviathan" te hebben ont
vangen.
Gemeld wordt nog, dat een gebroken olieleiding
een machinedefect had veroorzaakt, waardoor de
„American Girl" in zee terecht kwam. Beiden, zoo
wel miss Elder als de piloot Haldeman, zijn onge
deerd.
Eenige bijzonderheden.
Zooals reeds gemeld, had de „American Girl"
Donderdagmogren het doel van haar tocht Parijs
bereikt moeten hebben. Reeds vroeg had men dien
morgen op hot vliegveld van Le Bourget gehoopt de
machine aan den horizon te zien verschijnen, doch
de uren gingen voorbij en men wachtte tevergeefs.
Het aanvankelijk optimisme verdween en daarvoor
in de plaats kwam de vrees, dat ook deze moedige
poging, evenals zoo vele andere, gefaald zou kun
nen zijn, en andermaal een paar slachtoffers in
„de wedvlucht met den dood" waren gevallen. Om
tien uur. toen het zicht nog verre van goed was.
stegen eenige machines op, om don omtrek af te
zoeken, maar van de „American Girl" werd' geen
spoor gevonden....
Totdat eensklaps de verheugde tijding binnen
komt. dat op 650 kilometer ten N.O. van de Azoren
dus na reeds meer dan de helft van het traject
was afgelegd, het vliegtuig door een Nederlandsch
stoomschip was opgepikt.
Onmiddellijk daarop werd door Miss Elder draad
loos naar New-York geseind, dat ze tengevolge van
een gebroken vliegtuig genoodzaakt waren gewor
den om op zee te dalen en door het stoomschip JBa-
rendrecht" waren opgepikt.
Ben nader bericht uit New-York meldde, dat bot
Ruth Elder gelukt was. om in de onmiddellijke na
bijheid van de „Barendrecht" op het water neer
te komen. De zee was echter zoo woelig, dat bij de
pogingen om na de beide vliegers, ook' de machine
te bergen, de motor was ontploft, en het geheele
vliegtuig verbrandde. Slechts enkele instrumenten,
die de vliegers zelf direct-hadden meegenomen, zijn.
behouden.
Wat andere vliegers van deze vluoht zeggen.
Ervaren vliegers schudden over dezen tocht bet
hoofd omdat hij niets nieuws kan brengen, sinds de
mogelijkheid om den Oceaan over te vliegen, is ge
bleken en de vliegerij integendeel door deze blij
ken van drieste ijdelheid bij het publiek slechts In
discrediet kan raken.
Wat da kapitein van de „Borendrecht"
nog meedeelde.
Kapitein Goob van het s.s. „Boremlrecht" heeft
draadloos nog de volgende bijzonderheden medege
deeld ovor de redding van Rjuith Eilder en kapitein
Haldeman. De „American Giriu/streek Donderdag
om 10.30 v.m. langszij van de „Barcndrecht" neer, de
roden voor deze daling was, dat de oliedruk in de
machine gedurende de afgeloopen vijf uur niet in
orde was geweest. De vliegers hadden van Woens
dag 7 uur n.m. tot Donderdagmorgen twee uur met
een bovigen storm te kampen gehad, waardoor zij
uit den koers werden geslagen.
De twee vliegers waren zeer vermoeid, toen zij
door de „Barendrecht" werden opgepikt. De machine
was niet beschadigd, toen zij neerstreek, doch toen
zij aan boord gebracht zou worden ontplofte de
tank. De machine vloog in brand en er kon niete
van gered worden.
De vreugde in Amerika is groot.
De vreugde in Amerika over de redding van de
beide vliegers is zeer groot. In Lakeiand (Florida)
waar de familie van Haldeman woont, werd een op
tocht met muziek georganiseerd, terwijl groepen stu
denten dansen uitvoerden. De bladen wijzen er even
wol in weerwil van de vreugde over do gelukkige
redding op, dat er voor de vliegers feitelijk geen
reden bestond om de vlucht nu te ondernemen.
De echtgenoot van Ruth Elder, Lyle Womack
heeft aan de United Press gevraagd aan zijn vrouw
te seinen: „Telegram.ontvangen, alle liefde van de
wereld voor het dappersto meisje ter wereld, wacht
je terugkomst mot spanning af.
Toch een record?
De M&tln leidt naar de Parlj.iche correspondent
der N.R.Crt. meldt uit de berichten omtrent den
tocht van de American Girl af, dat indien de op
gegeven plaats van daling op het water juist ia
het vliegtuig toch nog een record op zijn naarn zou
hebben gebracht, nl. den afstand van 4400 K.M. bo
ven zea
Volgens de Matin, is in ieder geval het record ge
klopt van Maitlond en Hegersbergen, die op den
tocht San Francisco^—Honoloeloe het' tot een tra
ject van 8900 K.M. boven zee hadden gebracht.
De „American Girl" heeft een route ge
volgd, die onder de routes van Lindbergh
en Nungesser ligt, doch boven die, welke
het groote Duitsche luchtschip, de Z R III
gevolgd heeft. De zwarte stip, rechts
boven de eilandengroep de Azoren, geeft
bij benadering de plaats aan, waar Miss
Elder en haar metgezel door „de Baren
drecht" werden opgepikt.
Op het natte plaveisel stond een schamel-gek'lee
de jongeman en zag naar een stapeltje meubelen,
welke zooeven op straat gezet waren, De lucht was
kil een natte mist drong door tot op merg en been
en deed de gaslantaarn dof schijnen met blauwe en
oranjekringen. Bij ditschijnsel leken de lippen van
den man nog blauwer, scheen zijn blik nog staren
der. Die had geen werk meer, dacht hij half-luid,
„do vrouw uit werken de kinderen ziek de man
ziek de heele boel verhongerd en eindelijk uit
huis gezet. Dank je wel daar wacht ik niet op.
Hij staarde naar het gebroken ledikant en stroo-
matras, een een rieten stoeL Z&jh, gezicht verstrakte
zijn vuisten balden zich in z'n zakken. Een hevige
angst, de angst, welke hem nu al een half jaar ver
volgde, scheen hem te verstikken.
Daar wacht ik niet op, herhaalde hij woest en
met onvasten tred liep hij naar den overkant, waar
een pandjeshuis was, duwde de deur open en. ging
naar binnen. Op heeschen toon vroeg hij: Ik moet
;een revolver hebben, maar goedkoop.
De pandjesbaas keek hem eens even aan, haalde
de schouders op, opende een la en kreeg er een klein
pistooltje uit. „Hoe vindt U dat?"
De jongeman pakte het beet zijn hart klopte
hoorbaar. Zou de baas vragen wat hij ermee doen
moest.
Hoeveel?
- Een rijksdaalder.
Hij baalde een gele envelop uit zijn zak, scheur
de die aan één kant open, nam er een rijksdaalder
uit en legde die op de toonbank - toen stak hij het
listooitje in zijn zak. De baas floot zachtjes en, de
man. schoof de winkel uit.
Langzaam wandelde hij verder, tot hij in een ar
moedige straat kwam; alles scheen hier even dood
en naar te zijn, de muren hoog, de vensters zwart
en smerig. Voor een van de deuren bleef hij stil
staan, draaide de knop om en ging naar binnen.
In de kleine keuken zat een jonge vrouw en wieg-
3 een kindje op haar schoot. De man zag naar hen,
in dikke prop kwami in zijn keel op en plotseling
kreunde hij, alsof hij zich niet langer kon onhouden.
Z'n vrouw keek op, verschrika en doodsbleek. „Piet,
dep zij, j© bent toch niet ziek?"
Z'n lippen bewogen zich hijl deed een stap vooruit,
sloeg zijn armen om haar en het kind en snikte:
Antje, Antje, Antjel
Ze drukte het kind vaster aam het hart en fluis
terde: Piet, je héb geen werk meer?
Hij verborg ^zicht in de handen en kreunde
weer. Einde was bet er, het vreeselijke oogen-
olik. Duidelijk was op hun gelaat de vrees gteekend,
de groote vrees voor werkeloosheid. De armoede,
^velke het gelaat een uitdrukking geeft als die van
""m opgejaagd beest,
Wacht, fluisterde ïtfj vrouw, eerst mioet het kind
slapen. Ze ging naar de achterkamer en legde het
kind in de wieg. Wat hadden ze gedacht, dat zij zoo
moesten lijden? Ze waren toch eerlijk. Groote God,
ze waren eerlijk. Ze zwoegden xen verdienden een
hard stuk brood. Toen zij weer binnenkwam, legde
ziji haar hand op z'n schouder en zei: Vertel me
eens, hoe 't gebeurd is-
Met zijn gebalde vuist sloeg hij op de tafel en
begon: Vervloekt, de baas heeft vanavond de laat-
sten gegeven zei dat het hem speet, maar dat het
een slechte tijd was. Is dat mijn schuld? We zijn sla
ven slaven. Als ze niet oppassen danWie
heeft de tijd zoo gemaakt? Ik? Ben ik een goed
werkman of niet? Ben ik te lui om mijn handen
uit te steken? Zij en Antje wist, dat hij de rijkelui
bedoelde zij hebben hun auto's en hun booten en
hun huizen en hun lakeien, slechte tijd of geen
slechte tijd. Wij zijn de slaven. Nee, spreek me niet
tegen ik zeg slaven. Vrij? Wat vrij? Vrij om te
verhongeren, en te bedelen en te sterven dat is
alles. Zij hebben de centen, nietwaar? Nou, wij wor
den door ze gevoerd en als zif geen zin hebben om
ons te vreten te geven, wat dan, hè?
'Ze viel hem in de rede: Met die praatjes kun
nen wij' de buur niet betalen. Hou je mond en ga
werk zoeken.
Woedend keek hij haar aan en met een harden
slag op de tafel: In de heele stad is in mijn vak
geen werk meer te vinden.
Ze rilde en dn stilte zaten ze in de donkere kè/-
mer, tot Antje eindelijk zei:
Hoeveel ge>ld heb je?
Hier!
Hij haalde de gele envelop uit zijn zak en gaf die
aan h aar.
God, Piet gescheurd.
Ja. mompelde hij.
Pet, er ds maar tien gulden in er moet
zijn.
Ik heb een rijksdaalder er uit genomen.
Voor wat?
Hij' kon het niet verdragen en snauwde haar toe:
Het gaat je niet aan, hou je mond! en toen strom
pelde hij de achterkamer in. En daar, voor de
wieg van z'n zoontje huilde hij als een klein kind.
Ik wou, dat je noodt geboren was! snikte hij.
Dé armen van zijin vrouw omklemden hem en.
haar stem beproefde hem te troosten. „Neen, is dat
een wereld voor een klein kind.
Piet, we moeten strijden om er te komen» maar
dat zullen we? We zijn niet bang. wel?
Neen, Aintje, we zullen ons best doen.
Den volgenden morgen begon de jacht de jacht
om werk, een jacht, waarbij de jager eigenlijk het
wild is. dat gejaagd wordt. Op sommige fabrieken
probeerde hij' het met beleefdheid, op andere met
vrijpostigheid, eindelijk met: Ik heb vrouiw en
kind.. Iedere weigering wierp hem weer opnieuw
op straat en ontroofde hem een stuk van zijn zelf
vertrouwen.
Nergens werk; overal, „met noodig".
En zoo gingen de dagen voorbij Antje deed
wonderen met het geld, dat zij stuiver voor stuiver
opaten en toch was er na drie weken niets meer
over Piet was eiken morgen voor dag en dauw
op om de advertenties na te loepen, maar voor één
plaats waren er honderd werkeloozen. Ten laatste
•scheen zijn ellende hém hard en ongevoelig te
maken het kwam er niet meer op aan, hoe hij er
uitzag en waar hij heendreef en Antjes vrees werd
grooter» mu zij hem dag cn dag zoo verhard en el
lendig en in-zicb-zeif-gekeerd zag thuiskomen.. Het
eenig-overgeblevene in huis hun liefde liep nu
ook gevaai van verstikt te worden. Eindelijk, op
een stormachtigen. avond' kwam de crisis. Den ge-
heelen middag had hij over twee uitersten loopen
nadenken of z'n vrouw en kind in den steek te
i lat enen vluchten, vèr, de stad uit of gebruik
maken van het koude stuk ij'zer in z'n zak, dan was
hij er meteen uit. Moe en uitgeput was hij thuisge
komen overal ellende de keuken was zwakjes
j verlicht; een woeste storm deed stroomen regen
tegen de ruiten kleteren, gierde door de gangen en
loeg de deuren dicht. Een korst- brood was al wat
zij' nog hadden, Vergeefs beproefde Antje, mager,
hol-oogig en verwaarloosd het door te krijgen, ter
wijl Piet zijn hoofd op de handen liet rusten
norsch in zichzelven gekeerd. Hij dacht aan den.
dood. Wat hield hem terug het scheen alles zoo
gewoon, zoo algemeen, zoo onvermijdelijk en on
doorgrondelijk. Het groote mysterie van z'n eigen
leven overstelpte hem. Zooals bij daar zat, elke ze
nuw van zijn lichaam gespannen, z'n hersens uit
geput van 't denken, z'n handen handen bewegend,
z'n hart kloppend, wat zou er van hem worden,
als hij het stuk staal uit zijn zak haalde en er een
einde aan maakte? Er was toch maar een heele
dunne film tusschen deze wereld en de volgende,
Wat kwam het er op aan of hij het ding weerstond
of dat er een einde aan kwam, nu of een paar jaar
later? Was het, per slot van rekening, toch niet
hetzelfde? De wereld had hem- niet noodig waar
om zou hiji de wereld noodig hohben? Zo moesten
•mekaar maar kwijt zijn. Deze gedaohtenloop werd
gestoord door de stem van z'n vrouw.
Peter. i
Ja.
Wat wii fe?
Piet! Plotseling liet zij het hoofd! zinken
ze kon niet 'meer en Snikte hevig.
Stom zag hij haar aan. Waarom huilde ze toch, als
hert einde toch hetzelfde was?
Ze hief het gelaat naar hem op vertrokken van
het huilen. Piet, je moet niet me spreken, 't moet
ophouden. Je zult me nog gek maken.
In de stilte daarna snikte zij nog heviger ze
waren dn den idiepsten afgrond van een wereld vol
ellende.
Piet schoof onrustig op z'n stoel heen en weer on
mompelde met nauw-h.oorbaro stem: Wel, wel....
Nooit had hij zijn vrouw zoo gozien weer hief zij
het hoofd op en scherp en woest stootte zij haar woor
den uit: Ik kan het niet verdragen, ik kan niet, ik
kan niet! Je bent veranderd, Piet je houdt niet
meer van mij en van het kind. Wat is er toch? Wil
je je van kant maken. Wil je ons in den steek laten.
Wat hebben wij je gedaan? Heb ik niet m'n best ge
daan je een klein beetje te helpen. Hij beet zich op
de lippen en werktuigelijk stak hij de hand in z'n zak
en greep het stuk staal vast Z'n vrouw bedekte haar
gelaat met beide handen en sprak kreunend:
O, wat hebben wij gedaan, dat we zoo moeten
lijden? En hot arme kind, dat zal ziek worden, en
misschien sterven. En jij jij bent z'n vader, jij
bont 'n man. Waarom gedraag je je niet als een man?
Woedend barstte hij los: Heb ik geprobeerd werk te
krijgen of niet Zie dan zelf wat te krijgen, maar het
is gemakkelijk om to praten.
Zo zag hem verschrikt aan een nieuw licht
scheen voor haar op te gaan en strak keek ze hem
in ide oogen.
Dat zal ik doen, Piet
JÜj JU, wat zal jij doen?
Ik zal werk zoeken en krijgen ook wer.k
genoeg voor werkvrouwen. Ik z a 1 werk krijgen. Kom
ik ben moe, ik ga naar bed.
En zij kroop op haar plaats bij het kind....
Nog uren daarna zat Piet te suffen mot een vage,
nieuwe angst en nog zwaarder gevoel van ellende
en ruïne, alsof de geheele wereld op z'n kop stond en
alsof iets heiligs uit zijn leven verdwenen was. En
de storm blies nog steeds om de huurkazerne den doo-
denmarsch voor menschelijk© zielen in ellende.
Om vijf uur den volgenden morgen werd de sla
pende iman door zijn vrouw gewekt Met een nik
kwam hij overeind en zag Antje in het gr&uwsche-
merldcht staan met het kind in haar armen.
Piet, vlug, wordt wakker, ik wil het je wijzen.
Ze legdo het kind op bed en wees hem, hoe hij het
moest aan- en uitkleeden. Ze sloeg geen acht op zijn
sombere lusteloosheid, maar sprak door on gaf hem
eindeloozc aanwijzingen omtrent do flesch, het uit
gaan en het slapen gaan van het kind, dat op bod lag
te keuvelen en met zijn vootjes speelde.
Plotseling wendde Antje zich van het kind af,
greop Piet bij z'n polsen, on %oek hem vlak in z'n
oogen.
Piet, ik vortrouw Je hot beste wat ik ik heb toe,
alles wat we hebben, ons vloesch en bloed en... Ze
hield op. Beloof mij dat jo niets overijlds zult doen
dat je ei
wen kan
je oen man zult zijn Piet, dat ik je vortrou-
Hij gaf gocn antwoord, maar hield zijn oogen op
het kind goriclil
Piet, schroouwdo zij, beloof het mo!
Nou, dat ^al Ik ie wol bolooven, mompelde hij.
Ze bukte zich en ifcusto hem op den mond; een
traan viel op zijn hand neer. Toen pakte zij haar
kind nog eens en nog eens en ging do deur uit.
Piet voelde zich ollendig, alsof hij in tranen moest
uitbarsten, toch was hot, alsof iets hards en taais
en onverschilligs, dat als een knoest om zijn hart
scheen gogrooid, begon los to raken. Maar hij kroop
uit zijn bed. legde hot kind woor weg en kleedde zich
aan. Toen kreeg hij het druk. Hij voelde zich vreese-
1 ijk zwak en leeg een leogo bast, war do kern uit
was.Dat was nu honger, kou on ziekte en do groote
vrees. En er was ook nog hot nieuwe gevoel, alsof er
iets heiligs uit zijn leven gegaan was. Én hij begon z'n