Uitlui Nitrn-
ilrattmii-1 Lainillil
GOUDEN KETENEN
Donderdag 20 October 1927.
70sfe Jaargang No. 8138.
Eerste Blad.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Feuilleton.
Gevatte Koude
Reclames^
SGHAGER
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eersiuitkomend nummer geplaatst.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN <5 Co., Schagen. I per "T,4ei\ "f* nummara a eont adverten-
m% TIüN van 1 tot 5 resolfl r 1.10, iodero rogal moor 20 cont (bowljsno,
I inbogropon). Groote lettors «orden naar plaatsrulmto berekend.
POSTREKENING No. 23330.
INT. TELEF. No. 20.
DIT NUMKER BESTAAT ÜIT TWEE BLADEN.
NIEUWE ZAKEN.
VERDUISTERING VAN VRACHTGOEDEREN.
De 41-jarige schipper J&cob: B. en de 31-jarige
schippersknecht Klaas S., beiden wonende te Ouden
dijk, staan terecht ter zake verduistering van mais en
gerst ten nadeele van de coöperatieve vereeniging te
Berkhout, welke goederen zij'1 -ten behoeve van deze
coöperatie moesten vervoeren. Deze feiten zijn ge
pleegd in het najaar 1926 en voorjaar 1027. Het ver
duisterde mais en gerst hebben zij ten eigen bate
f4 per zak verkocht um den viascher Hartog te
DsRifp.
In deze zaak fungeert mr. Judel als raadsman en
verdediger. Verdachten erkennen hetgeen hen is ten
laste gelegd. Van elke partij die zij naar Berkhout
moesten vervoeren, hebben zij een gedeelte achterge
houden. Als motief voor deze delicten geven de ver
dachten op: geldzorgen.
De officier releveert, dat wij hier te doen hebben
met een geheel complex diefstallen en verduistering
in dit en in het arrondissement Amsterdam. Spr.
acht het een zeer ernstig f eit en vordert tegen ieder
der verdachten 3 maanden gev,
Mr. Judel bespreekt het absoluut gemis aan con
trole, die dergelijke misdrijven in de hand werken.
Pleiter citeert v. Alptheni: Aan een boom zoo yoI ge
laden, mist men 5—6 pruimpjes niet.
Voorts noemt pleiter verdachten als vallend onder
de rubriek slachtoffers van de met zoet gefluit lok
kende helers een opkoopers. Verd. hébben 'n gunstig
verleden en staan good bekend. Tenslotte dringt plei
ter met klem aan op een voorwaardelijke inplaata
van een definitieve straf door den heer Officier ge
vraagd, wat betreft eersten- verdachte' en vrijspraak
voor verdachte Sp., omdat deze niet verantwoordelijk
was.
Ré- en dupliek blijft, natuurlijk niet uit, doch de
respectieve meeningen van Officier en pleiter worden
door deze discussie niet gewijzigd.
EEN VOORDEELTREKKER.
De 47-jarige visscher Willem H. te De Rijp, die van
vorige verdachten heeft gekocht de verduisterde mais
en gerst van de Coöperatieve gebruiksvereeniging te
Berkhout, staat thans terecht als verdacht van heling.
1 Mr. v. Gigh uit Amsterdam staat dezen verdachte
j als raadsman en verdediger.
Uit het verhoor van schipper B., verdacht in de vo
rige zaak, blijkt voorts dat verdachte f 4 betaalde per
rak Verdachte begreep niet dat er een luchtje aan
dien overhandel zat, docsh hij dacht wel eens dat het
wat erg werd.
De predikant der Doopsgezinde gemeente te De
Rijp legt eenige verklaringen af omtrent de zedelijke
vaarde van verdachte. Hij is meer dam dan gemeen.
Ook in deze zaak is de Officier overtuigd van de
schuld van verdachte en acht het bewijs geleverd. De
heler is gevaarlijker dan de dief en daarom vordert
het O. M. 4 maanden gevangenisstraf.
Mr. van Gigh oefent criti'ek uit op de -litteraire
samenstelling van de dagvaarding. Pleiter wijst er
voorts op dat deze verdachte in elk geval niet is een
beroepsheler. Pleiter stelt ook nog in het licht, dat het
van dezen handel niet is uitgegaan van werdach-
door E. PHILIPS OPPENHEIM,
Schrijver van: „Rijk en geen Geld,
Millionair tegen wil en dank", e.a.
Geautoriseerde vertaling d. DICKY WAFELBAKKER.
23.
De heer Sarsby en zijn nichtje liepen langzaam de
straat door, welke naar het strand voerde. Sarsby die
tot op zekere hoogte een gedeelte van de teleurstelling
van zijn nicht voelde, vond- een soort compensatie in
de gedachte, dat hij spoedig naar Rakney kon terug-
keeren.
„Ik vrees, Ruby, dat het een groote slag voor je is,
en het komt mij voor, dat wij de reiskosten naar Lon
den geheel hebben weggegooid. Er is niets aan te
doen. Wij moeten trachten ons er in te schikken en
dadel ijk teruggaan. Ik zie niet in, waaorm wü niet
len trein van drie uur -zouden nemen. Ik kan dian
norgenoohtend toch in elk geval mijn match mei ko-
~öel Forsitt spelen."
»U kunt uw match gaan spelen, als U dat wenscht,"
antwoordde het meisje. ,Ik blijf evenwel in Londen."
«Blijf jij in Londen," herhaalde de heer Sarsby.
«Ik meen het," zei Ruby. „Ik verkies niet me te
laten bestelen. Ik ben van plan hier te blijven en uit
te vinden, waarom die Rowan met mijn oom twistte
wat mijn oom bedoelde, toen hij me oveï een for
ten schreef. Gaat U maar terug, als U dat wilt,"
voegde zjj er aan toe. „Geef me vijf pond om hier te
olyen en wanneer ik de waarheid' heb uitgevonden,
zal ik terugkomen."
Mijnheer Sarsby stond' als aan den grond genageld
2» schrik en verbazing. Hij keek rijn nichtje met
i vlo opengesperde oogen aan. Wat scheelde ze, dat ze
dergelijk bedrag als vijf pond' zoo lichtzinnig kon
«Bs zal niets van dat alles doem," antwoordde -hij
t63^ r»en evenmin toestaan, dat jij hier alleen in
achterblijft. Het is eenvoudig niet behoorlek
moe^ J® 2®^ °°k begrijpen. Ik noem het iets
getoords. Wij gaan naar het hotel, zullen omze re-
ening betalen, lunchen in een AB.C.-restaurant e .t ne-
men den trein van drie uur."
v."A!s <h© vijf pond niet wilt geven, ook al
zei Ruby kalm. „Adieu."
wendde zich met ©en ruk óm en verdween in de
te, doch van schipper B., die zulks ook aan de politie
heeft erkend.
Ten slotte concludeert pleiter vrijspraak uit bewijs-
gebrek.
De Officier verzuimt niet te repliceeren, waarop
ook de verdediger natuurlijk het antwoord niet schul
dig blijft
NOGMAALS VERDUISTERING VAN VRACHT
GOEDEREN.
De binnenschippers H. de V. en Jacobi v. d. St, bei
den te De Rijp, staan ter zake verduistering van een
hoeveelheid grondnotenkoeken, -ten nadeele van de
maatschappij De Eendracht te Zaandam en den fou-
rageihandel-aar A. v. Duin te Akersloot.
Verdachten hebben een gedeelte van die koeken,
pl.m. 200 kilogram, achtergehouden en verkocht aan
den getuige Joh. 'Beumer te De Rijp. Volgens ver
klaring van verdachten zou getuige Beumer hen heb
ben gevraagd of zij nog koekenstof te koop hadden
V. d. St heeft 30 gulden ontvangen en er f 15 gege
ven aan zijn medeverdachte..
De Officier refereert zich aan de vorige zaken en
vordert tegen ieder der verdachten 3 maanden.
Mr. Heil erna, advocaat van verdachten, pleit cle
mentie en wijst op het aandeel dat getuige Beumer
ir( deze zaak heeft gehad. Ook brengt pleiter ter
sprake het totaal gemis aan controle en de noncha
lance aan de zijde der ontvangers De grootste schul
digen zijn hier de afzenders en de ontvangers Ver
dachten willen alles doen om de schade te vergoe
den. Voorts overlegt pleiter tal van gunstige getui
genissen omtrent verdachten.
Op grond van het door pleiter aangevoerde, vraagt
hij een voorw. veroordeeling.
Volgt ook hier eenig debat over voorw. veroordee
ling enz., door het O. M. en de verdediging.
HELING VAN DE DOOR VERDACHTEN UIT DE
VORIGE ZAAK VERDUISTERDE GRONDNOTEN
KOEKEN.
De 47-jarige verdachte Joh. B. te De Rijp, staat als-
n-u terecht ter zake voordeel trekken uit de door de
verdachten -in de vorige zaak verduisterde grondno
tenkoeken. Zij hebben een zak of 89 van deze -koeken
aan verdachte verkocht In deze zaak opponneert pnr.
Kustera ais raadsman en verdediger.
Verdachte ontkent de wetenschap omtrent de af
komst van het verduisterde. Hij betaalde aan v. d.
St, verdachte van de voorgaande zaak f6 per 100
pond.
De officier beroept zich op de buitengerechtelijke
erkentenis van verdachte ook al ia 't proces-verbaal
van dit verhoor niet geteekend en vordert <4 maanden
gevangenisstraf.
Mr. Kusters verdeelt zijn uitvoerig pleidooi in drie
deelem, waarbij hij in de eerste plaats de aandacht
vestigt op het verschil in tijd.
Men kan niet voor heling veroordeeld worden voor
voorwerpen die men in Juni heeft gekocht, maar die
eerst dn October daaraanvolgend zijn gestolen.
Pleiter memoreert voorts dat er niet een tekort is
geconstateerd van grondnotenkoeken, doch dat er
zelfs een hoeveelheid te veel werd gevonden.
Pleiter bestrijdt voorts de waarde van verdachtes
erkentenis voor de politie, de .te laste -legging dat hij
de brokken grondnotenkoek beneden de waarde zou
hebben gekocht. Het was afval, waarop de schippers
recht hebben om te mogen verkoopen. Pleiter ontkent
ten stelligste, dat het initiatief van verdachte is uit
gegaan. Ten slotte verzoekt pleiter vrijspraak, sub
sidiair een reclasseeringsrapport
De Officier requiireert nadeT een verder onderzoek,
waarbij Pleiter zich aansluit
VERDUISTERING VAN KUNSTMEST.
Voor dit misdrijf staan terecht schipper Klaas O.,
menigte, terwijl ze liep in de richting van dien over
kant van de straat Haar oom volgde haar, zoodra hij
een veilige opening in het vehkeer zag, en vond haar
toen ze op het punt stond een klein restaurant binnen
te gaan.
„Mijn beste Ruby," riep hij op scherpen toon uit,
„ben je krankzinnig geworden? Hoe durf je het te
wagen, zoo maar van mij weg te loopen."
Ze haalde haar schouders op. „Ik was krankzinnig om
dè laatste jaren dat afschuwelijke leven in Rakney mee
te maken. Ik heb er meer dan genoeg van, oom. Ik ben
hier en zal hier blijven. Als ik niet slaag in hetgeen ik
ga ondernemen, dan zal ik zien wat werk te vinden."
Mijnheer Sarsby was een en al verbazing. Het was
een geheel onverwachte opstand. „Je wilt dus zeggen,
dat je niet mee naar tante teruggaat?"
„Als het eenigszins mogelijk is, hoop ik Rakney nooit
meer in mijn leven te zien," antwoordde het jonge
meisje. „Ik haat die plaats en het leven daar. Ik heb
meer dan genoeg van dat alles." Toen vervolgde ze
op hartstochtelijken toon. „Bc blijf liever een- paar we
ken hier wonen en spring daarna in de Thames dan
er langer mee door te gaan. Als U me die vijf pond
niet wilt geven," vervolgde ze, „heb ik genoeg sie
raden bij me, welke dat bedrag zullen opbrengen.
Dat geld beteekent alleen, dat ik het een paar weken
langer kan volhouden."
„Maar waar wilde je gaan wonen?" riep hij uit.
„Wat ben je van plan te dioen?"
„Dat is mijn zaak," antwoordde Ruby eenvoudig.
,;Het eerst van alles echter zou ik naar mijnheer Deane
gaan en hem om hulp vragen. Ieder mensch die een
normaal verstand bezit zal het met mij eens zijn, dat
mijn oom bestolen werd."
„En je tante dan?" riep de heer Sarsby uit.
„Mijn tante kan het uitstekend buiten mij stellen,"
verklaarde het jonge meisje.
Haar oom voelde thans dat een toestand was ont
staan, welken hij onmogelijk zou kunnen beheerschen.
Het eenige, wat hij wist te doen was te trachten tijd
te winnen. „Je zult in elk geval mee terug moeten
gaan naar het hotel," zei hij, „om je bagage te halen.
Onderweg daarheen kunnen wij alles nog eens bepra
ten."
„Zooals U wilt," antwoordde het meisje onverschil
lig. „Wat mij betreft heb ik evenwél verder bitter wei
nig te zeggen."
Mijnheer Sarsby riep een bus aan, wélke hen kort
daarop op eenige meters afstand van een klein, par
ticulier hoW in Montague Street bracht. Het was een
van die inrichtingen, welke vanaf een klein pension
gegroeid was tot een hotel en alle uiterlijke teekenen
oud 51 jaar en zijn 20-jarige knecht Gerrit V., hel
den te De Rijp, die dn den winter 1925—1926 hebben
verduisterd 10 zakken 'kunstmest, die zij aan boord
van hun. motorboot hadden ten vervoer van den heer
'Haytema te Alkmaar. Verdachten hehben die kunst
mest verkocht aan den getuige D. de Reus.
Ook in deze zaak opponeert imr. Hellema, Singel
303, Amsterdam.
De Reus zegt 10 balen kunstmest van schipper O
en 2 van. verdachte Gerrit V. te hebben gekochtNiet
waar, Gerrit, zegt hij amicaal tot tweeden verdachte.
Deze verklaart de baaltjes ten verkoop te hébben
gepresenteerd! aan De Reus.
Schipper O zegt dat hij de baaltjes te veel had ge
laden in Alkmaar. Er waren 25 zakken te veel, waar
van hij er 15 heeft verantwoord.
De Officier eischt ook in deze zaak tegen ieder der
verdachten 3 maanden gevangenisstraf.
Mr. Hellema pleit als hierboven is gerelateerd en
verzoekt een voorw. straf. Wat betreft verdachte V.,
merkt -pleiter op, dat het feit verjaard is.
De Officier wijzigt in zijn repliek zijn requisitoir
tegen Gerrit V. en vordert tegen hem 1% maand gev.
HELING VAN MAIS.
De 39-jarige schipper KI. V. en zijn 35-jarige knecht
Jouke de W., beiden te De Rijp, hebben in den win
ter 19251926 een partij mais, die zij ter vervoer aan
boord hadden, met bestemming aan Simon Nat, heb
ben verduisterd en verkocht aan den getuige W. Har
tog te De Rijp, dezelfde die ook gerst en mais kocht
van de schippers B. en S., die 's morgens terecht ston
den.
Hartog heeft f 4 voor dé zak betaald, doch Hartog
zelf beweert f 5 te hebben betaald.
Eisch ook dn deze zaak tegen ieder 8 maanden ge
vangenisstraf.
Pleiter mr. Hellema concludeert als in vorige zaken.
Ook deze verdachten betalen van hun weekloon de
schade af.
VERDUISTERING VAN VRACHTGOEDEREN.
De 35-jarige schipper Cornelis Z., eveneens In
dienst van de expeditie Visser -te De Rijp, heeft 'zich
wederrechtelijk 'n hoeveelheid veevoeder, dn casu lijn-
-koefcenstof toegeëigend en verkocht aan denzelfden
Willem Hartog, uit de vorige zaken. Ook heeft Har
tog nog een aantal ongebroken lijnkoeken gekocht
Deze koeken behoorden -aan de lading die geleverd
moest worden aan Nat, Met en Meijer.
Eisch 3 maanden.
Verdediger mr. Hellema refereert zich aan vorige
pleidooien.
VERDUISTERING VAN TWEE ZAKKEN WITTE
BOONEN.
Ook staat terecht de 33-jarige schipper J.dv.d St,
te De Rijp, die 2 zak witte boonen in Maart 1927 zich
heeft toegeëigend en deze heeft verkocht aan W. Har
tog voor f 4 per zak.
De witte boon en maakten deel uit van een partij
door deni heer W. Holzmuller te Alkmaar afgeleverd,
en verzonden per expeditie Visser te De Rijp en welke
45 balen bestemd waren voor Halfweg.
Eisch 2 maanden gev.
Mr. Hellema pleit een voorw. straf, wijst op de
strafveihouding met betrekking tot den heler, tegen
en Rheumatische Pijnen verdrijft men
spoedig door de genezende Mijnhardt's
Sanapirin-tabletten
(Wettig beschermd tegen vervalschlng).
Bij Apoth. en Drog. Buisje 75, 40 en 2£S ct.
vertoonde van de meer voorspoedige concurreerende ge
legenheden. Er was een hall, benevens een ontvangka
mer en voor den ingang stonden twiee reuzen met lan
ge beenen in een licht blauwe uniform gestoken, die
elke taal, behalve hun eigen spraken. De menschen,
die dit hotel bezochten, waren of Amerikanen of in
woners van afgelegen provinciesteden, zooals de heer
Sarsby en zijn nichtje.
„Ik zal niets bepraten, voordat ik iets te eten heb
gehad," gaf het jonge meisje te kennen. „Wij behoe
ven niet uit te gaan want de lunch kost hier maar
achttien penny. Dat kunt U wel -bekostigen, vooral nu
U binnenkort voor altijd van me af zult zijn."
Haar oom fronste het voorhoofd. „Wij zullen hier
lunchen als je dat liever wilt," zei hij. „Ik ben mij
er echter niet van bewust, dat ik geaarzeld heb eenige
onkosten te maken."
Het jonge meisje lachte op eenigszins Spottende wij
ze, naar het den heer Sarsby voorkwam. Hij overhan
digde zijn zeer veel gedragen hoed aan een jongen in
uniform met koperen knoopen, trok zijn ouderwefcsehe
das recht voor een spiegel, welken zij passeerden en
ging het meisje voor naar de eetzaal. De uitgestrekt
heid van het vertrek, het aantal kelners, het onbe
schrijflijk gevoel van in een groote stad te zijn, het
welk op hem gedrukt had vanaf het oogenblik, dat de
trein het eindstation binnenroldei, deed nogmaals zijn
invloed op hem gelden. Hij was er zeker van-, dat zijn
nicht niets begreep van hetgeen ze thans beweerde.
Hij dronk een flesch bier bij zijn lunch en kreeg spoe
dig den moed het gesprek te heropenen.
„Hert was een uitstekend idee van je, mijn. beste'
Ruby, om -hier te willen lunchen," zei hij. „Voor dat
geld is het zeer zeker een bijzonder goedö maaltijd."
Ze mompelde iets, wat evengoed niets kon beteeke-
nen. Als hij niet zoo beslist geweten had, dat zjj nim
mer aan weelde gewoon was geweest, zou hij veron
dersteld hebben, dat ze daarmede een zekere minach
ting wilde uiten over de wijze, waarop zjj onthaald
was geworden.
„En laten wij nu eens ernstig praten," vervolgde hij.
De zinspeling, dat er iets niet ernstigs geweest zou
zijn in de manier, waarop de heer Sardby den weg
wilde aangeven, werkte op haar gevoel voor humor.
Haar lippen openden zich en voor een kort oogenblik
klaarde haar ontevreden gezichtje een weinig op.
„Goed," zei ze, „laten wij ernstig zijn. Begint TJ
maar en vertelt U me, wat U te zeggen heeft."
„Wat ik je wil mededeelen, komt in het kort hierop
neer," verklaarde hij. „Je begrijpt blijkbaar het on
mogelijke niet, dat een meisje van jouw leeftijd
nauwelijks twintig jaarmet jouwhij kuchte
Puistjes, een ruwe huid en uitsla» zijn onooglijk.
Bevrijd u ervan door aanwending van Fosteris Zalt
Deze geeft spoedig haat. Foster'a Zalf wordt ook
aanbevolen tegen eczeem, psoriasis en alle jeukende
hui da&ndoeningen,
Foster's Zalf is aloam verkrijgbaar s I £.76 J5eB
doos, f 1.— ipe® tube.
wien slechts 4 maanden werd gevorderd.
Ook de Officier acht achteraf 4 maanden tegen Hhr
tog te weinig, doch kan nu dit requisitoir niet meer
wijzigen,
VERDUISTERING VAN LIJNKOEKEN.
De schippers Willem D. en Jac. M. te Dè ÏUjp heb
ben iri bet voorjaar van 1928 «en aantal lijnkoeken
verkocht aan Joh. Beumer, verdachte in een der vo
rige zaken,
Bedoelde lijnkoeken waren bestemd voor den beer
G. -Met te Beemster, firma Meijer en Met
Het verduisterde bedroeg 300 pond lijnkoeken, ver
pakt in 3 rakken, die tegen 16 per xak aan Beumer
werden verkocht
Eisch tegen ieder 3 maanden gev.
Mr. Hellema maakt Juridische bedenkingen tegen de
tenlaste gelegde vereeniging, die hij later moet laten
vervallen. Overigens concludeert hij ook hier een
voorw. stral De onvoldoende controle gaf ook bier
aanleiding.
PASPOORTVERVALSCHING.
De niet verschenen verdachte Jan te Den HridflE
heeft in Juli 1927 een paspoort vormlodht
Eisch f 60 boete of 60 dagen.
HOOGER BEROEPZAAK
De fotograaf C de E, te Alkmaar, dia door den
Kantonrechter werd veroordeeld «ter rake veihoden
uitoefening van zijn bedrijf op het zeestrand te Ber
gen aan Zee. Hij is van dit vonnis in (hooger beroep
gekomen. Zijn verweer is, dat bedoeld strand niet
resorteert onder de gemeente Bergen. Dit strand ba*
hoort aan het Rijk. Mr. Eecen door opposant uitga-
noodigd rijn belangen té behartigen, U niet verscho
nen.
De Officier vordert bevestiging van het vonnis.
MISHANDELING MET EEN FIETSSLEUTEL
De 21-jarige Cornelis K, tuinbouwer te Noordschaf»
woude, (heeft in den nacht van 24 op 25 Juli te Dirkfi-
horn den 18-jarigen Dirk v. d. Bel, te St Maarten*
zoodanig met een fietssleutel óp het hoofd heeft ge
slagen, dat hij bloedend werd verwond. V. d. Bel werd
aangevallen in de Dorpsstraat te Dirkshora. Hjj (kwam
van de kermis en wilde zijn rijwiel halen.
Verdachte en zijn vrienden bewaren dat V. ÉL Bel
aanleiding gaf.
Edseh f 30 boste of 30 dagen.
Sluiting.
(Meervoudige Strafkamer) L
Zitting van Dinsdag 18 October.
Uitspraken van 11 Ootober.
A. de J., zwervend, ten uitvoerlegging voorw. strai
Tij ka St, Alkmaar, hoogerberoepzaak, vrijgespro
ken.
J. G. A. L, gedetineerd* diefstal, 4 maanden geff.
voorw. met 3 proefjaren.
Popke B., gedetineerd, zedenmisdrijf, nnderfl te-
structde.
Jacob K. te Alkmaar, verduistering, 2 mnd. gev.
Dirk Alkmaar, hooger beroepzaak, f5 boete
5 dagen.
Jan K, Enkhuizen, poging tot zware mtwhfitnléHftBt
f 40 boete of 40 dagen.
Cornelis v. D., Noordscharwoude, redcaaak, 8 mnd.
gev.
even, „uiterlijke aantrekkelijkheden, hier alleen in Lon
den wordt achtergelaten. Natuurlijk is het erg. moei
lijk voor me precies te kunnen uitleggen wat ik ba-
doel."
„Dat behoeft U ook niet te doen," viel Ruby hem
minachtend in de rede. Denkt U soms, dat ik een
idioot ben? Ik weet heusch alles van die zoogenaamde
gevaren af, waarover menschen met ingehouden adem
spréken, en ik zou willen, dat U wist, dat ik volko
men in staat ben voor mezelf te zorgen. Ik ben niet
bang, dus ik zou niet weten, waarom iemand zich over
mij beangst zou maken."
Mijnheer Sarsby keek haar aan en vroeg zich af hoe
het mogelijk was, dat zü temiddén van de landelijke
omgeving van zijn eenzame woning die wijsheid had
opgedaan, waarover zij thans zoo kleineerend sprak.
Had .zij daar ook geleerd die gemakkelijke en zelfl>e-
wustë houding aan te nemen, waarmede zij zich sinds
hun aankomst in Londen had bewogen en welke hij
vergeefs getracht had van haar over te nemen? Hij
begreep op dat oogenblik, dat elk verder argumentee
ren vruchteloos zou zijn. Niettemin ging hij voort met
zijn geweten gerust te stellen.
„Je moogt misschien heel wat weten," zei hQ, ,/of
dit althans veronderstellen de meisjes van den to-
genwoorddgen tijd spreken over de meest wonderlijke
dingen maar Londen is geen veilige plaats vooir
een jong meisje. Het kan me niet schelen, wat je ook
zegt, doch dit is eenvoudig zoo, en vooral voor een
meisje dat geen geld heeft óm van te kunnen leven."
„Ik vermoeid, dat Rakney een veilige plaats i«," zéi
ze, terwijl ze hem uitlachte. „Nu ik heb heb gedu
rende vele jaren geprobeerd en heb er meer dan ge
noeg van. U behoeft niet bang te zijn," ging e© voort,
„dat ik naar Rankey terug zal komen als de „verloren
dochter". Wanneer ik er niet in slaag Richard Sin-
clair's fortuin te ontdekken, dan zal ik wel iets anders
te doen vinden. Indien U mij de vijf pond welke ik U
vraag, geeft, zullen die het natuurlijk gemakkelijker
voor mij maken. Zoo niet, dan zal ik er zonder dat be
drag ook wel komen."
Hij voelde dat hij zwak optrad Zelfs zijn geweten
zei hem, dat een grootere strengheid noodig was. En
toch zag hij iets in het optreden van het meisje, dat
hem er beslist op wees, dat elk protest hopeloos zou
zijn. Ze scheen een soort verborgen kracht te bezitten,
welke haar tante en hij niet kenden, en dit was iets
wat hen van haar scheidde......Hierdoor geloofde hij
ook niettegenstaande alles, dat zij zou volbrengen wat
ze zich had voorgenomen te doen.
„Wij moeten tenminste weten, waar je gaat wonen,"
merkte hij op.