WARE WOORDEN.
HET TJAP DJIKI-SPEL
0n
IETS OVER HET KRIJT.
Het paard tegen wolven en beren.
WETENSWAARDIGHEDEN.
Ik ben onlangs zeer ongelukkig: geweest in de liefde.
Heeft zii je aanbod van de hand gewezen?
Integendeel, we zijn getrouwd
Wie rijk is, zorge er voor zijn
schatten te kunnen beveiligen; dat
geldt zoowel voor natiën als voor
individuen.
Laat waar het mogelijk is het
kind zelf handelen en zelf de ver
antwoordelijkheid van zijn daden
dragen.
Wie klein is doet goed te heden-
ken, hoe dikwijls grooten het hoofd
stooten.
Luisteren, stil zijn, ons hart on
derzoeken! Want daarin spreekt de
geest te allen tijde, al is 't niet met
het geweld van een fel gedreven
wind.
Lon tersluiks weggepinkte traan
ts vaak welstprekender en werkt
meer uit dan schreien.
Naar 't geluk Ioopen geen snel
treinen, maar zwaar heiaden goe
derentreinen, vol zorg en arbeid,
offers en strijd, waken* dulden en
lijden, smart en wee, zuchten en
tranen.
Zij, die vertrouwen hebben vaker
gelijk, dan zij die wantrouwen.
Laat echter uw vertrouwen wel
volkomen, doch niet blind zijn.
Trouwen zonder werkelijke lief
de is tegenwoordig eenvoudig een
toekomstig verzoek om echtschei
ding indienen.
Zoo juist is een vrouw overreden door een' leege autobui
Ze was op slag gedood.
Nog gelukkig, dat er niemand in de bus zatl
heeft. Dit kon bijvoorbeeld plaats hebben, doordat
ijsnaalden uit hoogere gewesten in de wolk door
dringen. Daar door temperatuurswisseling de kor
rels zich op elkaar vastzetten, terwijl de hagelsteen
op zijn val door den vochtigen dampkring ook nog
in grootte toeneemt, kunnen er gemakelijk hoekige
•korrels ontstaan. Dit alles kan in weinige secon
den geschieden.
De vraag blijft echter over, hoe de lagere tem
peratuur in de onweerswolken ontstaat. De oorzaak
daarvan kan gezocht worden in de aanzienlijke
hoogte waarop de bovenste lagen van de wolken
(10 kilometer en hooger) zich soms kunnen bevin
den. hetgeen uit de vliegerproeven meermalen is
geconstateerd. Bij' die proeven is eveneens geble
ken, dat de afname der warmte met de hoogte,
juist in hoogere dampkringslagen, veel sneller gaat
dan men vroeger aannam. In de bovenste deelen
der onweerswolk kunnen dus ijskristallen in de
lagere waterdroppels zweven van een. temperatuur
onder 0 graden, zoodat deze zich als ijslagen om
de ijskristallen leggen, als de laatste omlaag vallen.
EEN CHINEESCH DOBBELSPEL.
|nder de vele dobbelspelen, welke de Chinee-
sche wereld kent, is het Tjap-djiki-epel wel
datgene, dat het meeste onheil sticht Over dit be
ruchte spel lezen we in een Indisch blad het volgen
de:
Op zich zelf verschilt 'het niet veel van andere ha
zardspelen. Het wordt gespeeld met 12 kaarten: 6
roode en 6 zwarte, waarvan elk een anderen naam
heeft. De spelers zetten ieder op een willekeurige
kaart, 'die zij zelf kiezen. Evenals bij roulette, ban
ken, enz., is er een bankhouder. Deze ziet niet welke
•kaarten door de spelers gekozen worden, na het
„rien ne va plus" kiest hij echter zelf een der twaalf
kaarten uit De spelers die nu dezelfde kaart getrok
ken hebben, krijgen tien maal hun inzet uitbetaald.
De bankhouder wint bijna altijd er zijn elf verlie
zende kaarten op slechts één winnende. Als men
nu aanneemt dat op elke kaart evenveel gezet is, dan
behoudt de bankhouder den inzet van 2 kaarten
hij betaalt immers 10 X 'den inzet der winnende 'kaart
uit als winst
Natuurlijk heeft hij wel eens een strop doordat hij
de kaart Mest waarop het meest is ingezet maar even-
groot is de kans dat hij de kaart waarop het ininst
gezet is keert. Dooreen genomen echter legt zijn baan
tje hem geen windeieren.
Dit spel nu wordt in iedere Chineesche sociëteit
gespeeld. Iedere tafel waaraan gespeeld wordt is ver
pacht aan een man achter de schermen; deze ver
pacht haar weer tegen een zeker percentage van de
opbrengst aan den bankhouder.
Hoewel een en ander natuurlijk strafbaar is (men
weet dat het uitoefenen van het 'hazardspel of het
gelegenheid geven daartoe, als beroep verboden as)
is het 'dikwijls zeer moeilijk tegen de bankhouders
en de pachters op te treden, omdat het bewijs vaak
niet te leveren is.
Toch worden er talrijke 'beroepsdobbelaars gestraft
den laatsten tijd, maar dit helpt niet veel: voor een
gevangen bankhouder duiken direct tien anderen op
Bleef het spel nu -maar binnen de muren van de
sociteiten, dan zou het kwaad niet zulke groote af
metingen aannemen als thans het geval is.
Want niet tevreden met het plukken der leden van
de sociëteiten hebben zij die het Tjap-Djikd-spel als
bedrijf uitoefepen er iets op gevonden om de geheele
bevolking, althans ieder die daartoe te vinden is, in
de zegeningen er van te doen deelen.
Daartoe werden „makelaars" aangesteld, die lid
van de sooitait dienden te zijn. Zij 'hebben tot taak in
zetten van 'do kampongbevol'king te incasseeren en
met deze inzetten in de soos te komen spelen.
Per dag keert de bankhouder zes kaarten uit
sluitend voor de „makelaars", 's morgens 'drie en
's middags drie.
De makelaar bepaalt zelf op welke drie kaarten hij
zetten wil; de „galerij-spelers" uit de kampong doen
niets anders dan 'hem het geld verschaffen om te spe
len.
De kansen zijn zeer aanlokkelijk; wint de makelaar
met zijn eerste kaart dan krijgt hij tienmaal den In
zet; wint ook zijn tweede dan krijgt hij daarvoor nog
eens honderd maal den inzet; wint ook zijn derde
•kaart, dan betaalt de bankhouder hem niet minder
iri.iii7.Anii maal den Inzet daarvoor uitl
Op die wijze kunnen drie onnoozele dubbeltjes f 111
opbrengen.
't Spreekt van zelf dat tegen zooveel verleidelijks
de kampongbevolkdng niet bestand is.
Zij wordt dan ook overal waar deze vorm van het
Tjap-Djiki-spelen den kop opsteekt, spoedig een prooi
der promotors.
Het duurt niet lang of het is in de omgeving van de
makelaars meestal waronghouders eeri gewoon
te geworden om dagelijks een penningske aan den
Tjap-djiki duivel te offeren. Dat de galerijspelers
men denke niet, dat 'het uitsluitend inlanders en
Ghineezen zijn! niet veel van hun geld terugzien,
ligt voor de hand.
Immers er bestaat voortdurend contact tusschen de
makelaars, de pachters en wie verder nog tot de kong
sie behoort en op die wijze valt het niet moeilijk er
voor te zorgen, dat de kongsie steeds aan de winnen
de 'hand blijft
Het ia duidelijk dat deze vorm van het Tjap-Djiki-
spel de voortdurende aandacht der overheid eischt.
Want allerlei ellende ontstond onder de aan het
tjapniikL&pel verslaafde bevolking: misdaden bleven
niet uit
Was het bijv. bekend geworden, dat iemand een
belangrijk bedrag gewonnen had, dan waren de ram-
pokkers uit de kampong er als de Mppen bij om hun
deel der winst op te eischen.
Men herinnert zich nog wel de kort geleden in de
benedenstad plaats gehad hebbende berooving; wel
nu, de 600 gulden die het slachtoffer daarvan bij zich
droeg, waren gewonnen bij het Tjap-Djikispell
De Bataviasche politie is den laatsten tijd met
kracht tegen de dobbelparasieten opgetreden, met 't
gelukkig gevolg dat in het einde der vorige maand
de sociëteiten „de Eendracht" en „de Vooruitgang"
gesloten konden worden.
Daar deze beide sociëteiten de eenige daar te stede
waren, waarin de „makelaars" konden spelen dit
geschiedde in afspraak met de andere sociëteiten om
de zaak, lees: de knoeierijen, beter in de 'hand te heb
ben is hiermede het Tjap-Djikispel te Batavia bui
ten de vereenigingslokaien voorloopig den kop inge
drukt
Maar het zal niet lang duren of in een of meer
der andere societedten begint het weer opnieuw; het
•bloed kruipt waar het niet gaan kan.
de hoeveelheid onverdunde azijn of in zoutzuur te
doen, om een heftig opborrelen te zien, hetwelk door
het koolzuur veroorzaakt wordt en daar azijn en zout-
zuurkalk volkomen oplossen, zal men tenslotte niets
anders overhouden dan een vocht, dat even helder is
als te voren. Men vindt verschillende soorten van
krijt, die 'hun naam aan het uiterlijk, de bijmengsels
of de vindplaatsen ontleenen. Zoo onderscheiden we
o.a.: glaukonietkrijt, tufkrijt, zeekrijt, diepzee-krijt en
meelkrijt. Het witte krijt komt als ruw gesteente in
den handel en wordt verwerkt in soda- en chloor
kalk- en andere chemische fabriejcen. Technisch fijn
verdeeld krijt of geslempd krijt wordt voor aller
lei doeleinden gebruikt, o.a. als bijmengsel voor po
litoeren, als poetsmateriaal van metalen, tot het ver
krijgen van koolzuur, tot verdikking van verfstoffen,
enz. Een groote toepassing ook vindt het krijt in de
scholen om er mee op het zwarte bord te schrijven.
Zijn samenstelling, gebruik en de
vindplaatsen.
Krijt as een wit of geelachtige, fijnkorrelige en
wit afgevende kalksteensoort. Het is niets
anders dan een verbinding van koolzuur en kalk,
hetgeen men door een eenvoudige proef zeer gemak
kelijk zelf kan constateeren. Men behoeft n.1. maar
•een stuk krijt goed fijn te wrijven en het in een goe-
Het leven dat u hoort is van
gindsche ijzergieterij. Over drie
dagen is u er al aan gewend 1
Dan zal ik over drie dagen
terug komen I
Voor het ongewapende oog ziet het krijt er uit als
een heel -losse soort steen, vol kleine gaatjes. Be-
iziet men het door een microscoop dan ziet men,
dat dit bestaat uit zeer kleine korreltjes, waartus-
schen weer andere lichaampjes van zeer regelma
tige vorm en constructie liggen bedolven, die gemid
deld een middellijn hebben van niet meer dan een
honderdsten centimeter. Een kubieke centimeter van
sommige 'krijtsoorten bevat duizenden van die
lichaampjes, samengevat uit tallooze korreltjes.
De vindplaatsen.
Als men op zonnige plaatsen een diepen put graaft,
komt men spoedig in oen witte stof, die te week is,
om steen genoemd te worden, waaraan men in het
algemeen den naam krijt geeft en waaruit door
branden, bijtende of ongebluschte kalk ontstaat.
Vooral in Engeland, b.v. in het geheele graafschap
Norfolk, kan men honderden voeten diep dn het krijt
graven en aan de zeekusten, waar de golven het zand
hebben weggespoeld, zijn 'de steile rotswanden ge
heel uit krijt gevormd. Aan de kusten van Kent vindt
men de lange rij witte klippen, waaraan Engeland
den naam Albion te danken 'heeft.
Waar de dunne laag grond, die de krijtlagen be
dekt, door een of andere oorzaak ia verwijderd, kan
men dwars door Engeland, over een lengte van 280
mijlen, van Dorset tot Yorkshire, een kronkelend lint
van wit krijt zien, dat zich bier breeder, daar smal
ler vertoont en op sommige plaatsen een -dikte (heeft
van meer dan 1000 voet.
Niet alleen dn Engeland vindt men krijt in groote
hoeveelheden, ook in het Noord-Westen van Ierland,
en een groot gedeelte van Frankrijk het krijt dat
men onder Parijs vindt, is eigenlijk niets anders dan
een voortzetting van het Engelsche verder in Bel
gië, Denemarken, Midden-Europa, Rusland en Zuid
waarts Egypte, de Krim, Arabië en Syrië en zelfs nog
aan het meer Aral in Midden-Azië en op de eerbied
waardigste van alle bergketens: den Libanon vindt
men krijt.
Wanneer men alle streken, waar krijt gevonden
wordt kon aaneenpassen, zou men een oppervlakte
verkrijgen zoo groot als Europa. Hieruit blijkt, dat
het krijt een gewichtig bestanddeel van een groot
gedeelte van de aardkorst uitmaakt.
Wanneer we de hierboven bedoelde lichaampjes,
waaruit de krijtsoorten zijn samengesteld, eens nader
•beschouwen, dan merken we op, iclatl elk dier
lichaampjes uit een prachtig samengesteld gebouw
bestaat, waarin men een aantal kamers vindt, die
met elkaar in gemeenschap zijn, terwijl die gehouwen
allerlei vormen 'hebben. Een van de meest voorkomen
de vormen is ongeveer gelijk aan een framboos en
bestaat uit een aantal bolvormige vertrekken van ver
schillende grootte, die met elkaar in gemeenschap
staan. En het merkwaardigst is nu, dat men dezelfde
lichaampjes heeft aangetroffen op den bodem van
den oceaan, waar ze nog heden ten dage ge
vormd worden door levende diertjes, die men er in
menigte aantreft, letterlijk nog talloozer dan de zand
korrels aan den oever van de zee. De modder van den
oceaan bevat naast de lovende diertjes, ook do leven-
looze overblijfselen daarvan; dikwerf zijn de kamer
tjes nog gevuld met een zachte zelfstandigheid, dat
vroeger het levende dierlijke lichaam was. Dit diertje
is van de eenvoudigst mogelijke samenstelling; een
stukje levende gelei met vezelachtige sprieten, die als
armen en boenen dienen en uit alle deelen van zijn
kogelrond lichaam steken. Het dier leeft en sterft op
den bodem van den Oceaan, want het is te zwaar,
om aan 'de oppervlakte van de zee te leven.
Deze diertjes zijn do bouwmeesters van de kalkrot
sen en -beddingen en het is dus duidelijk, dat het ge
heele krijtgebied zeer langen tijd ongetwijfeld
tienduizenden jaren door een diepe zee is bedekt
geweest, waaruit het door vulkanische 'krachten is
opgeheven.
Dat het krijt op den bodem van een zee werd ge
vormd, blijkt ook uit het feit, dat in die zelfstandig
heid de overblijfselen van meer dan drieduizend ver
schillende dieren gevonden zijn, die men tegenwoor
dig ook nog in den Atlantischen Oceaan aantreft:
o.a. koralen, zee-egels, nautilus, stervisschen, enz.
Men verwondert zich in de Noorderlanden 'dikwijls,
hoe dapper de paarden zich tegen de wolven en be
ren verdedigen. Wanneer een hengst, die merriën of
veulens bij zich heeft, een beer gewaar wordt, zoo
doet hij zijnen stoet achter zich gaan en schroomt
niet den beer met zijne voorpooten aan te vallen, die
'hij als een paar trommelstokken gebruikt, behouden
de dus gemeenlijk op dit roofdier de overhand, 't Is
eens gebeurd, wanneer men zulks aan 't 'Deensche
hof niet gelooven wilde, dat een der ambtenaren van
Koning Frederik den IV, op Frederiksburg, een zij
ner karos-paarden daar aan waagde, 't welk oogen-
blikkelijk een losgelaten beer aangreep, zonder eenig
lijfsgevaar. Somwijlen echter behoud 'de beer, door
zijne meer dan tweevoudige sterkte, op het paard de
overhand, inzonderheid wanneer het zelve hem den
rug toekeert, en hem met de achterpooten schoppen
wil, want de beer springt dan het paard op den rug,
en houdt zich met muii en klauwen daar op vast,
hoe snel het dier ook tracht te rennen, totdat het
eindelijk dn onmacht nedervalt.
lid
Alijfl
idwtónl
jtid zijn
«•dl moe
i ja mee
DE NI
kr Dli
is, had
ilaats
ens oe
ir moe
r bij I
en zijr
ou hel
D inke
wagen
d!« va
lurdi]
onden
ml
maar s
iderete
Een.
d
won, v
eeld, di
zou g
hoet d'
Haaftc
van d
mors,"
rzoo'n
rlijkl d
ok aan
of h
iheer 1
in. E
loiar.
ig eens,
mal? Zoo
f Af me
tia had
h niet t
ft hij o
itop
heelen
weer.
J had
iet er j
niet. A
bak.
on de
ene
Ultorl
irwijz
paar
ll den!
ier8 1
uitzioi
llmm
,*t nie
iljdng,
herhi
waa d
k ah
irdedij
wa
verwa(
Nl haa
PP mijt
daar
kt ..di
tijk
•lonzl;
«Ut V
tobt"
(der br
W'
Wordt die visch ook gevonden in kot riviertje, waarin ik
attjd ga visschen?
Is 'het U bekend:
d a t de langste tunnel ter wereld
is de Shandaken Water Tunnel te
New York, die 18y% mijl lang is? 1
i
dat een olifant op ongeveer 12-
jarigen leeftijd begint te werken?
i
dat hij 15.000 KG. kan voort
trekken, 500 KG. kan oplichten
met zijn slurf en 3000 K.G. op zijn
rug kan dragen?
dat, Indien de energie van een
bliksemschicht kon opgevangen
en bewaard worden, deze voldoende
zou zijn om een electrischen auto
over een afstand van 10 KM. voort
te bewegen?
dat er naar schatting ruim een
half millioen verschillende soorten
insecten zijn?
dat walvisschenvleesch in de
15- en 16e eeuw in Engeland gege
ten werd en, aan het spit gebra
den of gekookt, met erwten genut
tigd werd?
d at er op het eiland IJsland 29
vulkanen zijn, waarvan er 7 nog
in werking zijn?
dat gemiddeld ieder inwoner
van ons land 14 lucifers per dag
gebruikt?
dat, indien men alle straten en
lanen en boulevards van Londen
door zou willen loopen, men eiken
dag 18 kilometer gedurende 9 jaar
zou moeten afleggen?
dat van de acht en dertig sul
tans, die het Ottomaansche rijk re
geerden, sinds de verovering van
Konstantinopel door de Turken,
er 24 een gewelddadigen dood stier
ven?
Ik zegr iede dood is 't wreedst voor hen, die bBiyen.
Dat zee ie goed: voor hen, die achter de
blij ven J
och
kerkhof*»**1 Ljjto
Wijk
k>e