SchagerCourant
HET CADEAU DAT
VERDWEEN.
VOOR DE KINDEREN.
JW
WAT PIM EN PUK OVERKWAM.
nw
mee
ed
er et
ook
Zo
rtiscb
ren i
een
i
ai
der
un«p«
oud i
Van
taraci
Lou<3a
3, W8
•e1 k
iena
de i
?el
Lieia
KUÏ
esti
slee
van
aved
niet 1
i
Rd
t éei -v
ran i
de t
men
5linii
eleec
aJ o!
brui
rOOi
een'
:1
WM
oer,
TOüd
i dfl
kond'
U
■i-aaJ,
een l
An»
5 OP
l
pro!
als
geB
ren.
pa
nee
fl
n
rin
bes
Zaterdag 22 October 1927.
70ste Jaargang. Nd. 8139.
Oorspronkelijk verhaal door SIROLF.
(Nadruk verboden Alle rechten voorbehouden.)
i
Nee, ze mochten hem niet, dien Puffers, den nacht
redacteur. Hij was ouder dan de meeste van hen,
dagredacteuren van het dagblad „De Oprechte
Koerier". Want Puffers was een dikke dertiger,
liep tegen de veertig. En de dagredacteuren waren
meest nog jongelui, van in de twintig. Eigenlijk
gezegd vonden ze dien Puffers, die altijd in de
nachtdienst zat, die zich nooit bijna overdag liet
zien. 'n droge, dorre kerel. Die ongevoelig was voor
een grap en altijd zoo verduiveld ernstig keek,
met zijn kippige oogen achter zijn dikke brillegla-
zen. Nee, nee. van dien ouden Puffers moesten ze
niks hebben. Daarom hadden ze hem er dan ook
heelemaal buiten gelaten, toen ze onder elkaar
geld bijeen brachten, om een cadeau te koopen
voor den hoofdredacteur, meneer Bork, die morgen
zijn tvvaalf-en-een-half-jari'g huwelijksfeest zou
vieren. Ze hadden allemaal een paar gulden gelapt
en zoo was het nog een aardig bedrag geworden.
F.n ten slotte was hun keuze gevallen op een Ra-
dio-apparaat-met-luidspreker. Daar zou de „baas"
zeker wel mee in zijn schik zijn. Demonstratief
werd er een keurige kaart bij' gecalligrafeerd, waar
op stond: .Hartelijke gelukwenschen met Uw 12M-
jarig feest, van de „dag"-redactie van De Oprechte
Koerier". ZJiezoo, dan wist de baas meteen, dat het
cadeau van de dag"-redactie kwam. Dat die Puf
fers er niet aan mee gedaan had. Het toestel met
het luidspreker-apparaat werd in stevig bruin pak
papier ingepakt, met een touw eromheen. En daar
aan werd de kaart bevestigd. Zoo werd het cadeau
zoolang boven dn de kleerenkast gelegd, op de
plank. Daar kwam de. baas toch vanmiddag niet
meer in. Hij' hing zijn jas immers altijd in een
apart kastje, in den gang?
En den volgenden morgen zou de overhandiging
van het cadeau plaats hebben....
Puffers kwam dien avond om negen- uur, naden
kend er dan ooit op het stille redactiebureau. De
nachtportier, slaperig in zijn stoel aan het tafeltje
in de gang weggezakt, had hem oudergewoonte
«goeden avond" gewenscht en net als al die schier
ontelbare avonden, was Puffers naar zijn bureau ge
gaan, had even vluchtig de kranten en brieven
en telegrammen doorgezien, die de avondpost voor
hem gebracht had, en die hij! zoo dadelijk in de
Dat is toch wel wat dl te
erg. Te zegt, dat ie twee jaar in
een Tehuis voor Drankzuchtigen
bent geweest en ik hoor, dat ie
gedurende dien tiid in de gevan
genis hebt gezeten I
Nou 1 Dacht ie soms, dat
ik daar wat te drinken heb ge-
krpp-ptl
stille uren van den avond en den nacht, zou ver
werken tot nette telegrammetjes, artikeltjes en en
trefilets. Daarna had hiji zijtn jas uitgedaan en het
pakje brood uit zijn jaszak gewurmd. Zijn jas
hing hij- op in de kleerenkast en zijn brood legde
hij, als altijd, op de plank, hoven-in. Ten minste,
dat wilde hij' doen. Miaar tot zijn groote verbazing
was dat plaatsje geneel bezet door een groot, bruin
pak. Wat wös dt nu? Hoe kwam dat daar? Wat
moest dat beteekenen?
Nieuwsgierig haalde Puffers het zwarte pak van
de plank af en zette het op zijn bureau n«er, om te-
kijken, wat het was. Daar viel zijn oog op een
groot wit couvert, dat met een ijzerdraadje, aan het
touw om het pak. bevestigd was. De enveloppe was
open. Puffers haalde er een kaart uit te voorschijn
Een keurig geschreven kaart waarop stond: „Har
telijke gelukwenschen met Uw 12H-jarig feest
van de dagredactie van De Oprechte Koerier".
„Allemachtig aardig van die jongens," mompel
de Puffers in zich zelf, en de tranen schoten hem
warempel in zijn oogen. Allemachtig aardig.maar
hoe wisten ze het? Zeker van den administrateur.
Jaja, vandaag was het twaalf en &en half jaar ge
leden, dat hij hier aan De Oprechte Koerier was
gekomen, als nachtredacteur. Twaalf en een half
jaarnachtdienstaan één stuk door. altijd
maar door.... nachtdienstmet alleen de vacan-
tie, veertien dagen in een jaar, ertusschen. Daar
had hijl nu Juist aan loopen denken, toen hij' daar
straks naar de redactie kwam. Twaalf en een half
jaar geleden.... nooit een avond thuis geweest, nu
ja, behalve dan de Zondag. Net als het thuis ge
zellig werd, na het eten, en. de vrouw klaar was
m«it afruimen van de etensboel, moest hij1 weg,
naar de krant. Al die jaren was dat nu al geweest..
Zoo had hij nu loopen piekeren. Maar geen gedach
te erop, dat die jongens van de dagredactie er ook
maar een oogenblik aam zouden denken. Die grap-
ponmnkors.hartelijke Jongens waren het toch1..
Maar wat zou er in zitten?
Ilij maakte het touw los, trok het papier weg.,
zag met een waas voor zljfo oogon naar het prach
tige cadeau., een compleet Radio-toestel met luid
spreker.. hoe hadden die Jongons hot zóó kunnen
raden, dat hij dat juist zoo graag had willen héb
ben.... nee, niet voor zich zelf, maar voor zijn
vrouw., die altijd die lange avonden alleen thuis
zat., om haar wat gezelligheid te geven, die- ze zoo
miste. Dat. voelde hij wel, al klaagde ze nooit. Miaar
het was hem te duur geweest, veel te duur., en nu
zoo in óéns, zoomaar cadeau gekregen, van de
jongens van de dagredactie.... Hoe hadden ze het
zoo kunnen raden..
Zijn hand beefde wat, toen hij een velletje koptjl-
papier nam en een hartelijke bedankbrief aan de
Jongend van de dog-redactie schreef. Die luidde o.
m.: Waarde collega's. Ik weet niet, hoe ik jullie be
danken moet voor bet prachtige cadeau, dat jelui
mij gegeven hebt, ter gelegenheid van mijn twaalf-
en-eon-haJlfljarig jubileum alfs nachtredacteur van
de Oprechte Koerier. Het is prachtig en ik hen er
heel erkentelijk voor. Vooral namens mijn vrouw
moet ik jelui heel hartelijk bedanken, want haar
zal hetzeker buitengewoon veel genoegen doen. Ik
had er allang zin in, zie je, maar het was me veel
to duur, Ik had het mijn vrouw graag gegeven, om
dat ze altijd 's avonds alleen zit, al twaalf en een
half jaar lang, zie je. Maar het was er niet van ge
komen, er komt immers zooveel kijken- in een huis
houden. Daarom waardeeren wij jelui schitterende
cadeau nog meer. Met vriendelijke groeten, je col
lega: Puffers.
Dien nacht verliet Puffers de redactie met een
groot bruin pak onder zijn arm. Op de plaats, waar
het pak in de kast gelegen had, lag, in het couvert,
waarin de kaart had gezeten, het briefje van Puf
fers.
HiiDenk ie, dat behalve iii
iemand iets van onze geheime
verloving afweet?
Zij: Ta
Hij: Te drommel 1 Wie?
ZiiTii
Heer: Uit welke plaats ben
lij afkomstig?
Tongen: Half uit Amsterdam
eri half uit Rotterdam.
Heer: Hoe bedoel ie dat?
Tongen: Toen ik uit Am
sterdam vertrok, woog ik veer
tig pond en nu we uit Rotterdam
weggaan, weeg ik er bijna tach
tig!
Do dagredactie van De Oprechte Koerier kwam
den volgenden dag wat vroeger ^jp bureau dan ge
woonlijk, met het oog op de aanbieding van het ca
deau aan den „baas", Toen ze de kast openden,
om het pak er uit te 'halen, gaven ze een schreeuw
van verbazing. Het pak was verdwenen.... Ze voel
den op den bovensten plank., en jawel, daar kwam
het couvert te voorschijn. Haastige vingers scheur
den het gesloten couvert open, het briefje kwam te
voorschijn, werd opengevouwen, en toen zagen ze,
de een over den ander heen gebogen.... het briefje
van Puffera
Toen ze het gelezen hadden, sprak geen van allen
een woord. Hun gezichten stonden allemaal ernstig.
De een voor den ander probeerde zich een houding
te geven. Eindelijk zei de oudste van de dagredac
teuren aarzelend: Him, ik wist niet, dat ie al zoo
lang in de „nacht" zat.ikke, hm, ik geloof, dat we
eigenlijk gezegd altijd vervloekt onhartelijk voor
hem geweest zijn....
De anderen knikten, 't Moet allemachtig verve
lend voor zijn vrouw zijn geweest, altijd) 's avonds
alleen thuis, al die 12% jaar lang.., zei een ander.
Hij 'moet 't houden!, riep een derde dagredacteur
luit. Hij heeft het waarachtig wel verdiend, die
ouwe Puffers.maar, wat doen we nu omet den
„baas"?
Ik' zal even den bloemist opbellen, dat hij dade
lijk een bloemstuk bezorgt en dan Happen we daar
voor nog even, afgesproken? stelde de oudste re»-
'dacteur voor.
Zoo werd er voor de tweede keer „gelapt". Eb. de
oaas kreeg een bloemstuk van de „Nacht- en dag
redactie van de Oprechte Koerier".
201. Als Opoe hoort, dat Pim dit onge
luk op zijn booze geweten heeft, dan
zendt ze hem onmiddellijk van tafel
weg. Ga maar in den tuin, rakkerd,
zegt ze, stoute konijnen verdienen
geen lekkere pannekoeken. Je kunt ér
naar fluiten, vriendje.
302. Pim slentert naar Opoe's tuintje,
maar hij gaat er heelemaal niet zitten
fluiten. Wel zingt hij een droevig lied
op een treurige wijs tegen de mooie ge
raniums in het bloemperk. Km vindt
dat hem vreeselijk onrecht geschied is,
vooral door zijn dierbare zusje.
203. Ik zal het Puk1 betaald zetten,
peinst de verongelijkte Pim. Ze is nog
eigenwijzer dan ze groot is, het verve
lende nest. Maar ik zal ze wel krijgen..
Als ik maar wist hoe!
204. (Daar ziet Pfm een hoop zand],
waarmee de straatmakers hebben ge
werkt, Ze zijn nu naar huis om te schaf
ten. In de zandhoop staat een flinke
groote schop. Hoera! juicht Pim.
Nu weet ik wat ik deen zal.
205. Pim trekt Ijverig aan 't werk. 't Is
of hij aan zijn staartsommen bezig is.
Kijk he<m maar eens ploeteren. Hij gaat
een mooie valkuil maken. Al» Puk
dan atraks komt, vraagt hij1: Zeg,
willen we wat in het zand gaan spelen.
206, F>n als ze dan naar do zandhoop
komt dan brengt Pim ze ongemerkt
naar de kuil. En dan., nou dan hooft ze
haar verdiende loon, denkt haar lieve
broer. Hij hoeft wat takjes over de kuil
gelegd' en spreidt daarover een paar
oude kranten uit.
207. Netjes wordt de kuil nu met zand
toogedokt.. Want je mag natuurlijk niet
zien, dat Pim julat daar aan 't werk is
goweest, Puk is óók niet onnoozel on als
ze wat in do gaten krijgt past ze wel
goed op.
208. Daar komt Puk al aanloopen.
Pim, roept ze, hoor eens even, Nou
wat is or? zegt Pim, zoo onverschillig
mogelijk. Daar ligt een fijne hoop zand,
zeg. Ga Je mee bakkertje spelen? Dan
zal ik bakken en j ij mag ver koopen.