ichagarCourant AR •d, Doorliggen ng KANTONGERECHT SCHAGEN. n, cien GOUDEN KETENEN Kloosterbalsem Tweede Blad. t. Feuilleton. Vo Yo Zaterdag 22 October 1927 70ste Jaargang. No. 8139. Zitting van Donderdag 20 October 1927. UITSPRAKEN minderjarigen. Wegens minderjarigheid werden met gesloten deu- Jren behandeld: G. B., overtr. Motor- en Rijwielregle- Üment, f2*50 of 1 week tuchtschool; D. S., idem, f4 oi i Veek tuchtschool; v. d. M., idem' f2.50 of 1 wee]£ tuchtschool; P. de Gr., idem f3 of 1 week pjucfctaohool; v. T., overtr. Trekhondenwet, f4 of 1 pv-eelt tuchtschool. afslul- .chtdijk, Polder brug te eeft tot dan emd, itter. ING ER. dat di rt m ett perweg, K)r het EEN RECALCITRANTE WERKGEVER. Voortgezette zaak. Als eerste krijgen we nu de voortgezette zaak te gen Joh. KL, arbeider in de Zijpe. terzake van over treding der Invaliditeitswet; geen zegeltjes geplakt. Verdachte blijft beweren, nooit een rentekaart te hebben gehad. Als getuige wordt nu gehoord de voorzitter van id 'enR. v. A. te Alkmaar, de heer M. J. Th. Vaz Dias, 'die dit absoluut .tegenspreekt, daar toch bijl den ar beidervan verdachte de kaart in beslag genomen is: Verder voert get. aan, dat hij herhaalde malen waar schuwingen heeft rondgezonden en ook in de Scba- ger Courant gewaarschuwd heeft, dat de zoogenaam de navordering was komen te vervallen, dus dat nu elke werkgever verplicht was om te plakken. Ge tuige doet nu een boekje open van verdachte, waar in hij deze als een onverschillige, recalcitrante man êdotsij van wien hij al veel last heeft ondervon den Ofschoon hij hem reeds voor 5 overtredingen gewaarschuwd had, was de houding tegenover den ambtenaar tenslotte' van dien aard geworden, dat deze tegen hem proces-verbaal had opgemaakt. Vaniftöhte zegt, dat hij niet kan begrijpen, dat de Is wonitter van den R. v. A. hem zoo zwart kan ma- j ien, waar hij toch altijd zijn geld heetf opgestuurd en dus aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Hij m voelt zich daarom zoo onschuldig als wat. Kantonrechter: Maar ik heb U de vorige maal al ezegd, dat het met de navordering gedaan is: U toet plakken! Verdachte: Maar ik had geen „plakkaart" en de nd'igin? fwerkman had er geen een, dus hoe moest ik nu plakken? De kaart kwam eerst 14 dagen later in nijn bezit. De ambtenaar bij den R. v. A., de heer Sjoertsma, zegt, wel degelijk de kaart in beslag te hebben ge- aomlen bij de vrouw van den werkman van ver lachte. Deze vrouw had hem onmiddellijk de kaart .fgegeven, waarop geen enkele zegel geplakt was. De Ambt. van het O. M. acht het bewijs wettig en overtuigend bewezen en eischt 5 X f2.—' boete of 5 naai 2 dagen thechenis, tegen welk vonnis verdach te, ofschoon het hem erg tegenvalt, wordt veroor- leeld. HET VERKEER IN GEVAAR GEBRACHT, DAT iR NIET WAS. Nog een voortgezette zaak iq tweede voortgezette zaak tegen de veehouder A. tan Burgerbrug. komt nu aan de orde. Deze had Rn paard aan de teugels geleid, terwijl hij zelf op !e fiets zat. Het paard stapte voor hem uit. Door rijksveldwachter van Petten, Visser, was ver achte een proces-verbaal aangedaan, terzake, dat ij het verkeer in gevaar had gebracht. Dit laatste nu is voor den kantonrechter aanlei- ing geweest, om de zaak aan te houden. Hij vraagt aarom den verbalisant, of deze op den eenzamen eg, waarop het een en ander voorviel, inderdaad iconstateerd heeft, of het verkeer in gevaar werd pbracht, wijl er toch in het geheel geen verkeer dat de in de oemden aaf. itaris. san snn a.s„ eer I. 's mor- rijksveldwachter zegt, dat volgens zijn beschei- len meening het verkeer wel in gevaar was, daar och verdachte niet kon zien of er soms vanuit een ijweg, die dicht in de nabijheid was, iets aan kwam |den, terwijl er langs de Grootesloot door automo- listen met een vaart van 60 en 70 K.M. - gereden wordt en in zoo'n geval zou verdachte zijn paard nooit machtig geweest zijn. Kantonrechter: Ja, maar dan brengen die automo bilisten het verkeer in gevaar. Verdachte zegt, nooit secuurder te hebben gereden als dien dag. Een los paard voor een driewieldo k*r is z.i. veel gevaarlijker dan een paard voor de fiets, terwijl de zijweg, waarover get. Visser sprak, reeds vanuit de verte overzien kon worden. De Ambt. van het O. M. is echter wel van mee ning, dat het verkeer in gevaar was en eischte f 10 boete of 10 dagen hechtenis. Verdachte kan met deze zienswijze niet accoord gaan. De uitspraak tegen hem luidt f 4 boete of 4 dagen hechtenis. HET KANTONGERECHT IS GEEN KRUIDE NIERSWINKEL. De 47-jarige landbouwer Lourens W. te Winkel was den 27sten Juni te Schagen op Marktdag, ko mende vanuit de Hoep door de Molenstraat gereden, hetgeen daar door middel van een zeer duidelijk(?) bord wordt verboden. Hij werd toen door den brigadier Kantonrech ter: Flapper bedoelt U aangehouden. Maar hij wist het eerlijk niet en het zal hem nu ook niet meer overkomen. De Ambt, van bet O. M. eischt f2 boete of 2 da gen hechtenis. Verdachte vraagt, of het niet voor fl.kan. Kantonrechter: Het is hier geen kruidenierswin kel, doch uitspraak doende, vraagt hij fl boete of 1 dag hechtenis. SOMS OM EEN „KNECHIE" UIT TE SPAREN. De 59-jarige landbouwer Jan H. te Schagen had op zijn land in den Valkkooger polder op Zondag arbeid verricht, was dus in overtreding bij de Zon dagswet. Zijn knecht was ziek, dus toen er een Zon dag was, dat het zonnetje mooi scheen, was hij zijn hooi gaan keeren, dat op het land lag te rotten. Kantonrechter: Het was toch zeker niet om een „knechie" uit te sparen, hè?, wat verdachte echter sterk ontkent. De Ambt. van het O. M. eischt f4 boete of 4 da gen hechtenis. De uitspraak is f 3 of 3 dagen. GAAT HET ALLEMAAL ZOO? Staat vervolgens terecht Hendrik Willem P. te Zuidscharwoude, vroeger te Oudkarspe'l, terzake van grasdiefstal. bij zijn vroegeren buurman Jb. Hart Het gras was gelegen aan den overkant van het water, waaraan verdachte woonde. Hij zegt dat het allemaal zoo ging, maar omdat Hart een hekel aan hem had, was hij er in gevlogen- Op grond, dat verdachte het hem ten laste gelegde bekend, eischt de AmJbt. van het O. M. 18 'boete of 8 dagen hechtenis tegen hem. De kantonrechter verwijst de zaak echter naar de arrondissemenits rechtbank te Alkmaar. HET LAMPJE WILDE NIET BRANDEN. De 21-jarige Afra D. te St. Maartensbrug keerde van het feestvieren te Schagen op haar fiets naar huis terug, terwijl haar lantaarntje niet den weg waarlangs zij ging, verlichtte, zooals dat bij de wet geboden wordt. Deswege was ze op de bon gezet en Btond heden terecht. Of ze nu al zei, dat een defect aan het brandertje oorzaak was, dat de lantaarn niet wilde branden, het hielp niets, voor f 3 boete of 3 dagen hechtenis moest zij dit nachtelijk tochtje bekoopen. HOE DE „GROENTJES" TE BOEK STAAN. De 23-jarige visschersknecht uit Den Helder, Leen- dert Gr., werd den Men Augustus in het duin te Callantsoog aangetroffen, terwijl hij een hond bijl zich had. Het is verboden op de plaats waar hij was, In het duin rond te loopen, zoadat de koddebeier tegen hem proces-verbaal apmJaakte. Verdachte zegt, dat hij van Egmond kwam met zijn broer achter op de fiets en dat ze toen in t duin een boterham waren gaan eten. De hond die bij hem was, was niet van hem, maar was achter hen aan komen loopen. Kantonrechter: Maar jij bent anders ook een™ Verdachte: Ja, ja, dat weten we wel Kantonrechter: Maar die verhalen van de groen tjes kan ik moeilijk gelooven. Verdachte: Ja, dat die hond liep te snuffelen, dat moest hij weten, die lustte misschien wel een „knijntje". Kiantonrechter: Ja, en jij ook wel! Conform den eisch wordt verdachte tot f10 boete of 10 dagen hechtenis veroordeeld. VAN WIEN IS DE WEG? De 45-jarige veehouder, Jan Sm. te Barsingerhorn, was den 7-den Aug. met zijn motor met zijspan op nv eg naar Callantsoog. Bij de vlotbrug werd 'hij ach terop gereden door den heer Abr. Prins mlet zijn 4Uto uit Schagen, die zegt herhaalde malen te ken nen te hebben gegeven, dat -hij Sm. wilde passeeren, Deze had daaraan geen gevolg gegeven, eensdeels, zooals deze zegt, de signalen niet te hebben ge- 24 weD ziel ïeautori veehafr g» eren door E. PHILIPS OPPENHEIM, Schrijver van: „Rijk en geen Geld, Millionair tegen wil en dank", s.a. iseerde vertaling d. DICKY WAFELBAKKER. BOEK H. HOOFDSTUK I. Vry om te sterven. Tegen ongeveer kwart over tienen in den morgen, ond een nog betrekkelijk jonge man, met een doods teek gezicht, holle wangen en diep ingezonken oogen, P den rand van het trottoir voor een groot somber 1 itziend gebouw. Een met ijzer beslagen deur was geopend geworden en weer achter hem geslo- - De portier, die de uniform van een gevangenisbs- arder droeg, leunde nieuwsgierig voorover om hem te kijken, toen hij met onzekere voetstappen naar Wrten wankelde. De gevangenisdokter bevond' zich aan zijde en riep een taxi aan. «Weet je zeker, dat je ergens heen kunt gaan, Ro- Wa&r vroeg hij. nHeel zeker, dokter," antwoordde die bleeke man. li ^iiïïoud den moed erin, kerel," voegde de dokter er 1 toe. „Als je vrienden het kunnen bekostigen, ga i dadelijk naar zee naar het Zuiden. Je zult je beter gevoelen. Oh, hier hebben we een taxi. Je wat geld, is het niet?" ^"Genoeg, dank U dokter," antwoordde Rowan. „U neel goed voor me geweest," voegde hij er aan toe, U wél." ,,Ik kon niet veel voor je doen," antwoordde de Jre.r> terwijl hij hem in een taxi hielp. „Het eenige Ret mij'n stond was je hiervandaan te krij- ^eiuet nu zooveel mogelijk van den tijd, welke L ^st. Het beste er mee." reed' weg. Nadat de eerste oogenblikken van I tpSu^ ingevolge van het ongewone gedoe voor- ef k ïen' ^eun^e Rowan ee^ weinig voorover en kcfk hongerige, verdrietige oogen naar die drukke 6tra- ®Q pleinen, welke hij ternauwernood gehoopt had terug te zullen zien. De zon scheen en het leek Kta'j gewend was geraaid aan de bleeke trekken mannen, die hij gedurende zijn dagelijksch be- ISièiL 1k1 gevangenis-ziekenhuis had ge~ 9» a.sof iedereen er even blij en opgewekt uitzag. Deze wereld, waarin hij thans weer gekomen was en die hij spoedig weer zou verlaten, sctheen vol vreug de en geluk te zijn. Het was hard te moeten beden ken, dat hij vrij was en hem niets anders overbleef dan weg te kruipen in den een of anderen hoek, waar hij zou kunnen sterven.. De taxi hield eindelijk stil voor een gebouw met kantoren in een zijstraat van de stad. Rowan stapte eenigszins aarzelend uit en betrad het gebouw. Hij ging een draaideur door en liep op het portiershoekje toe. Een kleine jongen stak zijn hoofd naar buiten. „Kimt U mij ook zeggen, of juffrouw Rowan hier werkt?" vroeg Rowan. „Ja, doch U kunt haar nu niet spreken," antwoordde de jongen. „Zij is op het oogenblik binnen bij den baas." Rowan aarzelde. „Misschien wilt U zoo goed zijn, zoodra ze vrij is haar te zeggen, dat haar broer hier is en haar graag een oogenblik zou willen spreken." De jongste bediende trok zijn hoofd terug en scheen een weinig onzeker te zijn, wat hij doen zou. Rowan ging op een harde bank, tegen den muur geplaatst, zitten. Op een tafeltje voor hem bevond zich inktl pen, papier en een exemplaar van een handelstijdlschrift Rowan bladerde hierin lusteloos eenige momenten en het duurde meer dan een half uur voordat de deur te genover hem open ging en Winifred Rowan verscheen. Ze keek haar broer in stomme veibazing aan. Ze was bleeker dan ooit en er lagen diepe, zwarte kringen on der haar wijd opengesperde oogen. Ze staarde naar hem, alsof hij het een of andere vreemdsoortige mon ster was geweest. „Basil," bracht ze fluisterend uit. „Jij kunt het toch niet zijnEn tochBasil!" „Ja, ik ben1 het," antwoordde hij. „Vrij riep ze uit. Hij lachte eenigszina bitter. „Ze hebben me vrij la ten gaan om te sterven," antwoordde hij. „i)e dokter teekende vandaag een certificaat, waarin vermeld stond dat er weinig kans bestaat dat ik nog langer heb te leven dan een maand. Dus nu ben ik hier en vrij, Winifred, als jij het tenminste vrij zijn noemt." Ze ging naast hem op de bank zitten. Op dat mo ment zou het moeilijk geweest zijn te oordeelen naar hun uiterlijk, om ie kunnen zeggen, wie dichter bij den dood stond. „Wanneer wsrd je vrij gelaten?" vroeg ze. „Een half uur geleden," antwoordde hij. „Ik kwam regelrecht hierheen. Ik vraag me af, of jij een maand vacantie kunt krijgen om met mij ergens naar het Zuiden te gaan. Den eersten tijd hebben wij voldoen de geld." „Als ze rus met willen laten gaan," gaf ze te ken nen, „dan neem ik mijn ontslag. Dat spreekt toch van zelf. Wij hebben genoeg geld, Basil. Wij kunnen van- hoord, anderdeels omdat hij meende dat Prins sig naal gaf voor passeerende fietsers, Dit bleef zoo tot Callantsoog aan toe. De kantonrechter meent, dat hier het oude be grip van den boer, dat de heel weg voor hem alleen is, weer eens sterk naar voren treedt, maar dat hij 49 dat nu wel eens zal afleeren. De Ambt. van het O. M. eischt f 10 boete of 10 dagen hechtenis. De uitspraak is f8 of 8 dagen. een DUUR „tochie". De 42-jarige Berend Sin., arbeider te Wieringer- waard, was met zijn paard en wagen op den 31sten Juli niet genoeg uitgeweken, toen hij dien dag uit plezierrijden was, en im de Noord-Zijpe de 25-jarige Cornelia Heerschap uit de Wormer op de fiets tegen kwam. Het gevolg was, dat laatstgenoemde werd aangereden en in den walkant van de sloot terecht kwam, terwijl haar rijwiel onder het rijtuig ge raakte. Zij zélf kwam er met een paar schrammen op haar beenen af, doch haar rijwiel was ernstig be schadigd. De schade van f7.95 wensoht zij vergoed •te hebben. Kantonrechter tegen verdachte: Zeker met de „spullen" van je baas aan het rijden, hè? Dat zal een duur „tochie" worden, man! De huisvrouw van Van der Berg had hei ongeluk gezien en daarbij ook dat Sm. niet ver genoeg uit haalde. Overeenkomstig de eisch wordt verdachte tot f25 boete of 15 dagen hechtenis veroordeeld en tevens tot 'betaling van de geleden schade ad 17-95. HEER EN MELKRIJDERS. De volgende verdachte, Matthijs R.. is niet ver schenen. Hij moet terect staan wegens onbesuisd rijden met zijn melkauto en het in gevaat brengen van het verkeer. Den veertienden Augustus namelijk kwam de Het langdurige ziekbed Een van de verschrikke lijkste bijverschijnselen van een ziekbed is het zoo gevreesde doorliggen. Men kan het lijden van den patiënt echter aanmerkelijk ver lichten door de doorgelegen plaat- Ben met Akker*s Kloosterbalsem In te smeren. Maar beter nog is het. het doorliggen te voorkomen door den zieke, voor wien men een lang ziekbed verwacht, dade lijk bij het bedlegerig worden op geregelde tijden met Akkers Kloosterbalsem te smeren. De geneeskrachtige balsem houdt dan de huid gezond en sterk. AKKER'. Groote pot 50 et Zeer groote pot f 1 „Geen Goud zoo goed" middag al vertrekken." Hij sdhudde met het hoofd. „Eerst moet ik iemand spreken," zei hij. „Wie?" vroeg ze. „Een vriend," antwoordde hij, „iemand die wellicht genegen zal zijn iets voor mij te doenniet zoo zeer met het oog op mezelf," voegde hij er haastig aan toe, „dat is natuurlijk bespottelijk. Ik denk aan jouwat „Ik zal me 'heusch wel redden, Basil," zei ze. „Wij hebben nog een paar honderd pond over, moet je niet vergeten." „Dat is niet genoeg," antwoordde hij beslist. „Wi nifred, wil je een boodschap voor mij doen?" „Waarheen?" vroeg ze plotseling angstig. „Naar een man, wiens adres ik je zal geveneen rijk en groot man. Ik geloof, dat hij bereid zal zijn iets voor ons te doen. Zijn naam is Stirling Deane. Ik zal zijn adres voor je opschrijven." „Mijnheer Deane," herhaalde ze. „Ik ben al meer bij hem geweest, Basil. Ik ging, voordat jij in vrij heid gesteld werd." „Oh, ja, dat is ook zoo. Ik was dat heelemaal ver geten. Nu, ik zou graag hebben, dat je nu naar hem toeging. Ik wil hem spreken, maar kan niet op zijn kantoor verschijnen. Waar woon je, Winifred?" „In een pension voor vrouwen," zei ze. „Jij kunt daar niet komen, beste jongen." „Dan moeten wij onzen intrek in een hotel nemen," zei hij. „Het lijkt een beetje dwaas kleeren te koopen, maar ik heb het een en ander noodig. Morgen zullen wij naar het Zuiden vertrekken." Zij wierp een blik op de klok. ,Jk zal eens zien, of ik weg kan komen", zei ze. Ze verdween en keerde een paar minuten later met haar hoed op terug. „Kom mee," zei ze. Hij bracht haar naar de taxi buiten. „Wij zullen naar een hotel rijden," gaf hij te kennen. „Nadat wij kamers besproken hebben, kun jij naar mijnheer Deane gaan. Ik geloof stellig, dat hij 'bij mij zal komen, als je hem zegt, dat ik vrij bendat ik nog slechts drie weken te leven heb en hem graag spreken wilde." „Goed," antwoordde zij. Ze stapten in de taxi. „Zeg den chauffeur ons naar een van de groote hotels te brengen," zei Rowan, „het komt er niet op aan welk, zoolang het maar niet de Universal is." Ze rilde, terwijl ze de order gaf. Ook zij had herin neringen aan de Universal, waarvan haar broer niets afwist. Langzaam reden ze in westelijke richting. Het meisje hield zijn hand in de hare geklemd. „Het is heerlijk je weer te zien, Basil." „Het is heel prettig weer hier te zijn," antwoordde hij, in de wereld terug te keeren, zelfs al is het alleen maar om te sterven. Ik veronderstel, dat de autoritei ten inderdaad goedertierend voor me zijn geweest. heer De Reuw van Winkel met zijn auto en naast zich gezeten zijn schoonvader R'ooker, uit Kolhorn terug. Op de Westfriesche Dijk, ter hoogte, waar een scherpe S-bocht ln den dijk ls. reden ze een karretje achterop, dat ze nochtans niet direct pas seerden, maar er zoo lang achterbleven, totdat de weg breed genoeg was om elkaar te passeeren. Toen» De R. daartoe het oogenblik gekomen achtte, en hij aanstalten maakte om er langs te gaan. kwam op-- eens in crazende vaart een melkauto naast hem, die nog vóór hem het wagentje passeerde, maar niet voor en aleer hij: de auto van De R!. (had aan gereden, zoodat diens vóór-spatscherm voor het grootste gedeelte werd afgerukt, en de deksels van de bussen, die op den wagen stonden, er af vlogen. Wel een bewijs, hoe ongehoord hard het ging. De schade die er voor De Rw uit voortvloeide, ds in middels door verdachte R. vergoed. Dé Aimbt. van bet O. M. meent, dat aan dat on besuisde rijden van „beeren melkrijders" maar eens een eind moet komen en eischt tegen verdachte f 30 boete of 20 dagen hechtenis. In aanmerking nemende, dat verdachte de schade reeds vergoed heeft, veroordeelt de kantonrechter verdachte tot f 20 boete of 10 dagen hechtenis. I IDE BOOMEN NIET GESLOTEN. Dienstorder is dienstorder. EQizaheth de V.. spoorwegwachteres aan den ZiJ- perdijk, staat terecht terzake, dat zij op den 17 Augustus de spoorwegboomen niet zou hebben ge sloten, toen de eerste trein uit Den Helder om 6.34 passeerde. De machinist Hof verklaart, dat hij, ziende, dat de hoornen niet gesloten waren, gefloten heeft. Ver keer was er op dat oogenblik echter niet. Dloor verdachte wordt nu, daarin bijgestaan door baar onan, het een en ander omtrent de door de Ned. Spoorwegen aan haar verstrekte dienstroos ter, toegelicht. Daaruit blijkt, dat gedurende de maanden Juli en Augustus dezelfde trein, die an ders 6.34 passeert, dan vroeger vertrekt. Van die verandering is echter nooit kennis gegeven, zoodat verdachte zich voor hetgeen voor haar uur van in diensttreding geschiedt, niet verantwoordelijk stelt. De behandeling van deze zaak wordt tot den 17den November geschorst om de hooge spoorweg autoriteiten hierover hun meening te hooren uiten- WAPEN OPGEROOKTE PALING! Elen inóéngeknoopte gummislang, waarin aan het einde een propje hout, welk wapen bijster veel weg heeft van een gerookte paling, meent de kanton rechter, gaat de volgende zaak vooraf. Met dit wapen heeft de 24-jarige arbeider André Louis v. G. op de kermis te Barsingerhorn rond- geloopen, totdat de politie hem ln het café van den heer Rossen snapte. Verdachte zegt, dat hij: achter volgd werd door 6 kerels, die het op hem gemunt hadden. Een meisje was er de oorzaak van. Kantonrechter: Ja, ja, de vrouw natuurt ijk weer in het spel, de rest weet ik nu wel EP nu moest je jezelf natuurlijk verdedigen. En als ze je aanvielen, dan had; je ze zeker willen uitnoodigen op: een stukje gerookte paling? De eisch van den Aimbt. van het O. M. van I 8 boete of 8 dagen hechtenis, vond verdachte een beetje veel. Ja, dat dacht ik wel, meende de kan tonrechter en veroordeelt hein tot f 4 boete of 4 dagen hechtenis. Het wapen wordt verbeurd verklaard {sic). EENMAAL MOKT HET DE EERSTE KEER ZIJN. Die volgende verdachte maakt den indruk van nog jong, te zijn, waarom de kantonrechter hem naar zijn leeftijd vraagt, waaruit nochtans blijkt, dat hij reeds den 18-jarigen leeftijd: bereikt heeft en de 18-jarige Gornelis KI., afkomstig uit HeUevoet- jsluis, thans schoolgaande te Dén Helder, is. De jongeling had zonder licht gereden en waar het de eerste keer is, dat hij met het gerecht ken nis maakt, meende hij dat de eisch van den amb tenaar, f 4 boete of 4 dagen hechtenis wel wat veel was. Doch eenmaal moet het de eerste keer zijn en de kantonrechter veroordeelt hem tot f 250 boete of 3 dagen hechtenis. EEN KOE VOOR BARNUM EN BAHJY. De volgende verdachte, Paulus V., te Callantsoog, is niet verschenen,. Hij had een koe, een echte hek- kespringer, die de tuin van zijp buurman, bakker Bart, nog al eens met een bezoek vereerde, waar deze als van zelf sprekend minder op gesteld was. Het was een koe, die over alle heggen en sloten heen sprong, vertelde buurvrouw Langereis. die meerdere malen het beest uit den tuin van Bart ge laagd had. Ja, ja, een echte hekkenspringer, meende de kan tonrechter, hij moet haar verkoopen aan het cir cus van Bamum en Baily. De Ambt. van het O. M. eischt f 0 boete of 6 dagen hechtenis, doch de kantonrechter verandert dit in f 10 boete of 10 dagen hechtenis met toewij1- zing van, de civiele vordering ad f 10, die Bart tegen verdachte wenscht in te stellen. Het is meer, dan men 'had, bunnen verwachten. En toch Winifred, zou ik willen hebben, dat je nooit vergat, dat de twist tusschen Sinclair en mij door hem gezocht werd. De slag, welke ik hem toebracht, was er een uit zelfverdediging. Ik was een goed bokser, hij niet, anders zou hij me zeker dien bewusten avond gedood hebben." „Ik weet het," zei ze zachtjes, „praat er niet meer over." Hij ging echter voort, alsof hij haar niet gehoord •had. „Hij kwam met gebalde vuisten o mij af en ik sloeg hem onder zijn kin. Ik moest dat doen, anders had hij mij gedood, als hij er kans toe gezien had. Hij was heel sterk en had zooveel gedronken, dat hij half gek was. Het was niet mijn schuld, Winifred." „Oh, ik weet het," zei ze. „Probeer het nu te ver geten. Het was een afschuwelijk ongeluk." „Het leven is ellendig genoeg voor jou en mij ge weest in den laatsten tijd," antwoordde hij zuchtend. „Je ziet er slecht uit, kindje. Ik geloof dat het door dat vermoeide tyen komt. Wij moeten daaraan een nu een einde maken." Ze schudde met het hoofd. „Ik moet mijn brood ver dienen, beste jongen," zei ze. „Maak je echter niet ongerust over mij, want ik zal me werkelijk wel red den. Kijk, de chauffeur houdt stil. Dit moetja, het is het Grand HoteL Vindt je dit igoed Hij knikte. „Best." Hij betaalde den chauffeur en aan het bureau het een of andter excuus makende over bagage, die ge bracht zou worden, reserveerde hij een paar kamers. Daarna bracht 'hij Winifredi weer naar een taxi en schreef Deane's adres voor haar op, hoewel ze het kende. ,3reng hem, als het mogelijk is, met je mee terug," vroeg hij. „Laat hem hier bomen. Ik zal in de lees zaal om den hoek rechts wachten." Ze aarzelde. „Je ziet er zoo vreemd uit, Basil, dat ik niet zéker weet, of ik wel goed doe met je alleen te laten." „Ik zal een glas melk met cognac neme*," ant woordde hij. ,Jk ga daar 'ginds in dat hoekje zitten. Je weet dus waar je me kunt vinden. Haast je nu, kindje. Ik kan geen rust vinden, voordat ik Deane gespro ken heb." HOOFDSTUK II. Het geheugen, dat niet voldoende werkte. Deane zat voor zijn lessenaar en was wederom ge heel verdiept in de belangen van zijn groote zaak. Zijn gezicht was gebruind door de zon en den warmen heidewind. Zijn oogen stonden helder en glansden. Alle sporen van de onzekerheid der vorige zenuwachtige

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 5