Aliiitti Kiens-
Almtniit- LeUoifRlsL
Eerste Blad.
Binnenlandsch Nieuws.
Feuilleton.
GOUDEN KETENEN
*g%a|
iheid
Woensdag 2 November 1927.
tliCEK
de
Dm te
'en di
irra&d
'dt d&|
lattelii
ngcn
ti
enst.
meer
>rden -
P on* „i
'-/.ie:
bü i M
raad
'V
kuni piT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
vi
iöld t
xarn*
lier ei
iistel
dan
70ste Jaargang No. 8145.
COURANT.
blad verschijnt viermaal por week; Dinsdag, Woensdag, Donder
en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
intlën nog zooveel mogelijk in het eorstuitkomend nummer geplaatst.
UitgeversN.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 0 cont. ADVERTEN-
TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bowijsno,
inbegrepen). Groote lettors worden naar plaatsruimte borekond.
LUTJEWINKEL.
Afscheid van den heer J. Porte, Hoofd
der school aldaar.
inken
ïu vr<
soek
het
Bm
m
ervind
aken,
zeer ti
Omstreeks 10 uur in den voormiddag verzamel
beat] en zich in de school het dagelijksoh bestuur der
plai emeente met de leden van den Raad, voorzoover
in ij daarvoor gelegenheid' konden vinden, de com-
hij1 di pissie van toezicht op het Lager Onderwijs, een
een i commissie van oudleerlingen, vertegenwoordiging
cmop an de afd. Schagen van het N.O.G., de familie van
heer Porte en nog meerdere belangstellenden,
isters lokaal was getooid met groen en nloe-
en er heerschte een 3temming, anders als op
ine schooldagen, een stemming welke deed ver
ten, dat er wat op komst was. Zoo troffen we
leerlingen aan, en terecht, niet enkele jaren, niet
schoolgeslacht, neen vaders en moeders en oude-
'imilie spraken al van meester, die ook 'hun
iter was geweest. Lutjewinkel zonder meester
kenden de meesten niet en nu was het de
ite dag, de allerlaatste dag dat meester, meester
i, gekomen aan de laatste bladzijde van dat boek,
zijn leven in de school. En door de school, een
riendelijk aanzijn te geven, hadden ze willen trach-
dat afscheid gemakkelijker te maken en de
ite herinnering te doen zijn, een herinnering
een vriendelijk lokaal niet dankbare kinderen.
[Allereerst is het woord aan den Burgemeester, die
aens de gemeente een woord tot afscheid spreekt
het oogenblik dat de 'heer Porte, die een lange
ks van jareni zijn beste krachten heeft gegeven
an het onderwijs der kinderen en hen mJede te ge-
ea wat noodig is voor de toekomst,
n dl 1 Juli 1882- deed de heer Porte zijn intrede in de
den s chool te Grijpskerk, alzoo 45 jaar geleden, een reeks
an arbeidsjaren als weinigen bereiken. Waar ac'h-
y pari er den heer Porte een tijdvak ligt waarop met lust
mental m ijver is getracht jonge mensohen bij te brengen
a "vcfdatgeiie wat zij voor latere toekomst noodig hebben,
als fcaarom dacht het gemeentebestuur en do Raad niet
Itor te kunnen doen dan bij deze laatste les tegen-
«TO®>rdig te zijn. Het is inderdaad een groot belang
ïor een gemeente de beschikking te hebben over
ma ilke eminente leerkrachten. In 1894 deed de heer
et dirt brte zijn intrede in de gemeente Winkel als on-
rwijzer te Winkel, destijds op een salaris van f700
s dit 1 et 2 maal f 50 verhooging. In 1900 volgde de benoe-
ider di ing tot Hoofd der school te Lutjewinkel op een
invangsjaarwedde van f900. Gelukkig is in de on-
fn irwijzerstoestanden verbetering gekomen, al is
'met a/r een zware, doch gerechtvaardigde strijd voor
4 odig geweest en thans bedraagt het salaris f3949.
dan' elangstellend in hetgeen in de omgeving gebeurde,
en i is het dat spreker al vroeger méérmalen den
i&m van den heer Porte las in verband met be-
tdhawi ngrijke onderwijsaangelegenheden. Bij de Ver
iet 6 I miging voor Volksonderwijs zien we den heer
Vin orte als eerlijk en flink strijder voor het openbaar
iderwijs en zijn voorbeeld hebben we te volgen
is we zien wat er al gebeurd op dit gebied, ieder
p de wijze, waarop hfj in de gelegenheid is. Voort3
«eft de heer Porte zich lange jaren belast gezien
het geven van landbouwonderwijs en nog voor
vertrek heeft hiji bereikt een cursus bijeen te
Ten. In deze omgeving zullen zeker vele jon-
door E. PHILIPS OPPENHEIM,
Schrijver van: „Rijk en geen Geld,
Millionair tegen wil en dank", e.a.
Ta» eaut°"seerde vertaling d. DICKY WAFELBAKKER.
Erp D 3o
ipewM mei?ie ZUfddte. Ze had zich een weinig van hem
Willed ^f^okken. „Geloof jij dan, dat Deane dat docli-
niet s hee*t?" vroe£ ze.
uihaui -a' heeft het in zijn bezit, of vernietigde dit
antwoordde Hefferom, „Dolch bekommer je
«r niet om. Of dat stuk nog bestaat of niet, wij we-
honti ei.m ^eva^ genoeg om het hem die moeite waard te
ion ho i60. °?ls koopen, al moet het hem ook zijn hal-
f da or^11 kosten."
rfnfl "ktusschen wil je zeker wel de biljetten nemen?" zei
«meisje. „De trein komt al over een paar minuten."
Mi i!rom mee> zei 'hij wantrouwend. „Denk er om: wij
1r'Ttf ]\com^gnons."
«33 Hl dat is volkomen waar," antwoordde ze, ter-
vis .,ze. opstond en hem naar buiten volgde. „Je be-
Mf1 'bang? z^n' dat J'e los zal laten. Op het
genblik ben je alles, wat er tussdhen mü en een te-
irokefll a *iaar Rakney staat."
0p den weg naar Londen begon hij luchtkasteelen te
was optimistisch en vol vertrouwen. Het
'JV ®1SJ® luisterde (kalm toe. Haar metgezel begon haar
«al r6 jnd te ve*velen. H\j was slecht gekleed, zijn lin-
er Smoezelig uit en zijn imitatie sieraden
?6n afschuwelijk. Hij zat tegenover haar in den
JlnAdi !In en e.T bonden dingen op zijn gezicht te lezen,
®at j, PTf11terugschrok. Ze voelde zidi heel diankbaar,
t?9 n.lefc aheen waren.
wf '}7en j® raoeJ of is er iets anders?" vroeg hij ten-
otte eenigszins onverwacht. „Ik heb het je zeker dui-
...x - genoog uitgelegd? Je twijfelt er t-och niet aan,
taat n it er geld voor ons inzit?"
r'vind ich at 200 möeten gaf ze laconiek toe. „En
öf ,£n toch wat?"
n ^eane vroeger al eens ontmoet," zei ze aar-
iiii' keb een paar maal met hem gesproken. Ün-
x v i:ee!.Leuri? deak ik er aan, dat als het tot een strijd
i to O- sschen jou en hem mocht komen
IaSP kaar met een zelfbewusten glimlach in de
ELnhai» ""w. „Je vermoedt, dat ik niet tegen hem op zal fcun-
geren en ouderen met dankbaarheid gedenken het
onderwijs van den heer Porte ontvangen.
Spreker eindigt met den wensch, dat het den heer
Porte en de zijnen in zijn nieuwe woonplaats wel
moge gaan, doch hoopt, hem nog weer wel eens deze
gemeente te zien bezoeken om nog eens in ons mid
den te vertoeven.
De heer Schoorl, als vertegenwoordiger der afd.
Schagen van het N.O.G., huldigt den heer Porte als
strijder voor het N.O.G., de mooiste vereeniging
welke op onderwijsgebied bestaat, geschoeid op de
meest democratischen leest. Spreker geeft weer hoe
de heer Porte als oprichter der afd. Schagen de
voorzitter was, die volkomen op de hoogte was met
toestanden op onderwijsgebied en daarvoor streed.
Jaren is hij lid van het Hoofdbestuur geweest, en
als waardeering zijner verdiensten benoemd als
eere-lid, iets dat maar weinigen te beurt valt. Spre
ker en miet hem de afdeeling N.O.G. wenschen den
heer Porte en de zijnen nog vele jaren van welver
diende rust en veel goeds voor de toekomst.
Het Hoofd der school te Winkel, de heer Span,
spreekt namiens het onderwijzend personeel van de
school te Winkel, een woord van afscheid aan hun
collega. Spreker schetst hoe het grootste deel van
den heer Porte's leven is geweid geweest aan de
school, hetgeen het scheiden daarvan moeilijk zal
maken en heel wat anders is dan het overstappen
van de eene betrekking in de andere en het zal
leeg zijn als het niet meer noodig is naar de school
te moeten. Die overgang is echter gekomen en mede
namens het onderwijzend personeel te Winkel,
hoopt spreker, dat de heer Porte en de zijnen zich
daarbij zullen kunnen aanpassen en genieten van
een rust, verdiend na een zeer langdurigen, en
moeilijken, maar mooien arbeid hier volbracht. Het
werk is mooi, moge het rente dragen en hebben ge
geven het zuiver gevoel van een plicht volbracht to
hebben, waarvan de rust welverdiend is. Spreker
wenscht dat de heer Porte en de zijnen zich bij den
veranderden toestand zullen kunnen aanpassen.
Veel zal er anders zijn, moge het mooi zijn. Voorts
worden mevrouw Porte bloemen aangeboden., tenein
de in hare nieuwe woning nog enkele dagen de her
innering te hebben, aan het verlaten harer oude
woning.
Namiens de Commüssie van Toezicht op het L. O.
bracht de heer Span, wegens verhindering van den
voorzitter, den heer Porte woorden van dank voor
hetgeen hij als lid dier commissie heeft verricht,
en wenscht hem nog vele jaren van zijn welver
diende rust te mogen genieten.
De heer P. Honing, herinnert er aan hoe hij 30
jaar geleden als leerling kwam in de klas van den
heer Porte en bij hem zijn steun vond, die hij als
van buiten komend leerling zoo noodig hacL Spre
ker heeft thans zelf twee zoons die het landbouw
onderwijs van den heer Porte gevolgd hebben. Sbre-
ker brengt den heer Porte dank voor wat hij voor
hen is geweest en hoopt nog vele jaren te kunnen
gadeslaan dat het den heer Porte goed gaal
De heer D. Brugman Jbz., spreekt als oudleerling
een woord van dank tot den heer Porte. 't Is al 25
jaar geleden dat spreker school ging, maar nog dik-
wijrfs is het hean tot nut in zijn verder leven. 'Er ic
zoo juist gezegd, wij als onderwijzers moeten geven
en trachten de kinderen iets mede te geven voor
hun verder leven, spreker meent, dat de heer Porte
daarin is geslaagd voor zoover hem zelf betreft en
hoopt dat dit ook het geval zal zijn met de tegen
woordige leerlingen. Spreker wenscht den scheiden
den meester en de zijnen nog vele jaren van rust
toe.
De heer Porte dankt allen uit het diepst van zijn
hart voor hun tegenwoordigheid, voor de gesproken
woorden en voor de vele geschenken in de laatste
nen. Nu, dat zul je eens zien. Öet maakt een enorm
verschil, wanneer men alle troeven in handen heeft.
Dat schijn je totaal te vergeten."
„Je hebt de acte niet in je bezit," gaf ze ;Wlim te
kennen.
„Die heb ik niet noodig," antwoordde hij. „Ik ben
niet bang voor Stirling Deane. Ik heb hem heel wat
jaren meegemaakt en hij kent mij ook. Wij staan nu
tegenover elkaar en jij moogt je zijn kansen voorstel
len, maar ik sta met mijn! rug gedekt tegen den muur.
Hij moet in het open veld vechten. Ik heb hem te pak-
'fcenik zeg je, dat ik hem in mijn 'handen heb."
Ze sloot half haar oogen. Dit was niet de manier,
waarop zij gehoopt had haar fortuin te maken. In haar
hart kon ze geen woord gelooven van alles, wat hij
zei. Deane was een man van karakter en ze had nu
reeds ontdekt, dat Hef f erom een pocher en een zwakt-
kei ing was. Als het tot een duel tusschen die twee
kwam, was het heel gemakkelijk zich voor te stellen,
dat Hefferom de verliezer zou zijn.
Aan het King's Cross Station gingen ze van elkaar.
Hefferom legde zich er een weinig gemelijk bü neer,
dat hij weggezonden,1 werd en vertrok met de helft van
het weinigje geld, dat nog over was.
„Je kunt gaan waarheen je wenscht," zei ze. „Je
moogt me vergezellen naar mevrouw Towsley als je
wilt, maar ik zeg je eerlijk, dat ik het beter vind, dat
we niet samen zijn, tenzij dit voor zaken noodig is."
„Ik zie niet in, waarom," mopperde hij.
„Om maar één ding te noemen," zei ze. „Men zou
ons voor avonturiers kunnen houden. Ik weet niet veel
van de wetten af, maar het komt mij voor, dat wan
neer jij je onderhandelingen met Deane begint, je er
niet ver vanaf zult zijn, daartegen te zondigen."
„Ik zal wel op mezelf passen," antwoordde hij ruw.
„Ik mag toch zeker wel tot aan het huis van de oude
dame met je meegaan?"
„Nee," antwoordde ze. „Ik ga liever alleen."
„Kom, laten wij op den 'goeden afloop in de koffieka
mer nog een glaasje drinken," vroeg hij.
Ze iging^ met hem" naar binnen en gebruikte een kopje
koffie. Hij bestelde twee likeurtjes en zou meer geno
men hebben, als ze hem niet had meegetroond.
„Denk er om," wi ze, „dat ik niets meer bezit, dat
ik verpanden Van. Die paar shilling is alles, wat er
over is. Als mijnheer Deane verscheidene dagen weg
blijft, moeten wij vertrekken."
„Deane zal gauw genoeg terug zijn," zei hij met een
zelfbewusten glimlach. ,Jk heb hem vandaag toegege
ven, maar hij weet precies, hoever het staat. Let op
mijn woo.rc\-», dat hij morgenochtend op zijn kantoor
is om mij te verwachten."
dagen ontvangen, een dank, namens zichzelf, maar
ook namens zijn vrouw en kinderen.
Tot den burgemeester van Winkel zegt spreker,
van zijn 65 jaar er 33 te Winkel geweest te zijn en
dus het grootste deel van zijn leven hier heeft doqr-
gebracht. Voor 2 jaren, bij zijn 25-jarig ambtsjubi
leum, heeft spreker het wijlen den toenmaligen Bur
gemeester gezegd: Onze zon is in het westen, voor
hem is de zon ondergegaan. Spreker kan daar aan
toevoegen: ons eerste conflict moet nog komen. Het
is niet meer gekomen, maar ook met de andere be
stuurders niet. Spreker heeft altijd met genoegen
samengewerkt. Speaker hoopt, dat Burgemeester,
raadsleden en secretaris nog lang zoo voort mogen
gaan, voorts dat zijn oud-leerlingen hem niet zullen
beschamen, doch zullen voortgaan op den ingesla
gen weg en het onderwijs zullen voorstaan.
Als landbouwonderwijzer behoort spreker tot de
eersten en met dankbaarheid herinnert spreker zich
drie leden die nooit op de laatste les ontbraken en
tot hun dood getrouw zijn gebleven, nl. de heeren
W. C. Visser, N. Mulder en J. van der Stok.
Tot den heer Schoorl zegt spreker dank voor de
belangstelling van het N.O.G. Spreker denkt gaarne
terug aan den strijd voor de openbare school, in ver
schillende vereenigingen gestreden en betreurt het,
dat in die vereenigingen scheuringen zijn ontstaan.
De collega's van de school te Winkel zegt spreker
dank en herdenkt ook die collega's, die met hem
hebben samengewerkt. Aan zijn school te Lutjewin-
key heeft spreker maar weinig leerkrachten gekend,
nl. mejuffrouw Kluijver en mejuffrouw Heitlager,
uie beiden door hun toewijding en plichtsbetrachting
hem het werk gemakkelijk hebben gemaakt. Voor
zijn opvolger hoopt spreker, dat die ook te Lutje
winkel vinden zal wat spreker er gevonden heeft
Spreker hoopt zijn plicht gedaan te hebben en
roept dit ook zijn collega's toe, ook dan, als er tij
den van mindere waardeering komen. Zorgt er voor
dat de school voor U een tempel blijft, een midden
weg is er niet is het geen tempel, dan is het een hol
waarin niet te leven is.
Aan de plaatselijke commissie van toezicht zegt
spreker gejuicht te hebben toen deze commissie
werd ingesteld en dankt haar, in hare tegenwoordige
en in haar vroegere samenstelling, voor wat zij ge
daan heeft orni zijn school in het ware licht ite
plaatsen.
Tot de oudleerlingen zegt spreker dank voor hun
woorden. Voor spreker is thans het oogenblik, dat
zijn zon onder gaat. Men zal vragen, valt U dat niet
zwaar en als spreker nagaat te gaan verlaten de
plaats waar zijn levenstaak lag en vele dingen tot
stand heeft helpen brengen, dan zegt hij ja, doch
reeds lang te hebben gevoeld dat alles wat we heb
ben, slechts van tijdelijken aard en bruikleen is.
Spreker 'betreurt niet wat hij verliest, maar ver
heugt zich over veel, dat hij: heeft mogen behou
den. Het gevoel met zijn bescheiden talenten te heb
ben gewoekerd, moet spreker's rust zijn. Samenge
groeid met de inwoners, geslachten ver, heeft waar
deering voor elkander doen ontstaan en spreker i3
daar dankbaar voor en mocht iemand meenen door
hem onrecht te zijn aangedaan, dan is het geweest
tegen wil en dank en hem zelf het meest zal hebben
getroffen, vergeef het hem en dan ten slotte dat het
allen welgaat.
Intusschen werden de kinderen getracteerd, voor
hen ook een belangrijke attractie, al waren er ook
onder die meer de ernst van het geval hebben ge
voeld en miet betraande oogjes hebben begrepen,
wat al die groote, meestal voor hen vreemlde man
nen, hadden te zeggen tot hun meester, die thans
gaat vertrekken!. Em dlan is het einde en sfcÜ verlaten
zij het lokaal, meester en diens vrouw nog een hand
gevend, ter bevestiging van wat hen bond.
HOOFDSTUK VUL
Een brutale zet
Hefferom was vol zelfvertrouwen, Het had drie da-
gen geduurd, alvorens hij Stirling Deane te spreken
kon krijgen. Gedurende dien tijd' had hij geleefd van
de paar shilling, die hij nog had en werden deze hoofdh
zakelijk besteed aan drank. Hjj stapte Deane's kan
toor binnen en zag er buitengewoon slordig en ongun
stig uit.
Z\jn pogingen om op zijn gemak te schijnen, waren
bijna belachelijk.
„Dit verschilt nog al wat met New Valley," merkte
hij op, terwijl hij zonder op een uitnoodiging te wach
ten ging zitten. „Het schijnt je goed gegaan te zijn,
Deane. Chique (kantoren heb je en het ruikt hier als
het ware naar geld. Dat herinnert mij ineens «a.n het
feit, waarom ik hierheen kwam."
„Je komt zeker om geld, niet waar?" vroeg Deane.
„Nu dat zal ik niet zoo precies zeggen. Ik weet niet,
hoe jij het bekijkt, maar het komt mij voor, dat je me
wat schuldig bent. Ik moet misschien eerst beginnen
met je er op attent te maken, dat ik zoowel voor de
belangen van juffrouw Sinclair als voor de mijne op
kom."
„Richard Sdnclairis nicht?" vroeg Deane.
„Precies. Zij is de erfgename van alles, wat de oude
heer bezat en ik was zijn deelgenoot in de Kleine Anna
Goudmijn."
„In wat?" vroeg Deane.
„In de Kleine Anna Goudmijn," herhaald© Hefferom
duidelijk.
'Deane leunde achterover in zijn stoel. „Ik moet je
vragen je nader te verklaren," ziei 'hij. „De Kleine Anna
Goudmijn behoort aan de maatschappij waarvan ik di
recteur ben."
„Dat klinkt allemaal heel prachtig," zei Hefferom,
„maar je hebt je toch wel een beetje al te gemakkelijk
van Sinclair ontdaan."
v „Van hem ontdaan?"
„Oh, ik spreek niet van de laatsten keer," viel Heffe
rom hem met een ruwen lach in de rede. ,Jk denk aan
den tijd, toen hij je op de mijn opmerkzaam maakte
en j\j er bezit van nam."
'„Het was zuiver wettelijk," merkte Deane op.
„Misschien welmisschien niet," gaf Hefferom te
kennen. „In elk geval weet ik zeer goed', en waarschijn
lijk is het jou ook bekend!, dat Sindlair zes maanden
geleden Zuid-Afrika verliet met het officieele eigen
domsbewijs van de Kleine Anna Goudmijn in zijn zak.
Ik schoot hem het geld voor om hierheen te komen en
hg maakte mü tot deelgenoot."
Bewogen gaat dit stille afscheid aan de aanwezi
gen voorbij en dan volgen zij en hun handdruk zegt
hen één wensch voor de toekomst, het ga U weL
WEERINGEN.
Algemeene vergadering der visschervereeniging
„D.E.T.V., op j.L Zondagmiddag 2 uur, in 't lokaal van
den hèer D. D. Lont, te Hippolytushoef, en wel op ver
zoek van eenige visschers.
De voorzitter, den heer J. J. Tijsen, opent de verga
dering met eem hartelijk woord van welkom aan de 61
opgekomen leden, en het doet hem groot genoegen dat
de visschers deze vergadering wenschten, omdat an
ders op een vergadering de leden door afwezigheid uit
blinken. De voorzitter vraagt dan wie het woord wenscht
en waarvoor deze vergadering is moeten gehouden.
Dan vraagt de heer L. Wigbout 't woord, en vraagt,
de aandacht der vergadering voor zijne redevoering.
Aldus den heer L. Wigbout: zou het wenschelijik! zijn
voor de vereeniging om zidh af te scheiden van het
centraal comité, om dat nu al reeds 9 jaar is gewerkt
om schadevergoeding voor de gedupeerde visschers bü
de drooglegging der Zuiderzee, en nog niets is uitbe
taald. En dan verder op zichzelf staand te trachten ver
goeding te krijgen voor schuiten en vischwant, vooral
voor de visschers van het westdeel van Wieringen.
mers, nu men bezig is opnieuw een cüjk te leggen,
vanaf Anna Paulowna naar Wieringen, zullen de vis
schers van Westerland binnen korten tijd niet meer
kunnen uitvaren. En daar de schepen van hen te klein
zü'n om aan den Oever te visschen, en binnen te loo-
pen, zullen zaj weldra voor waardeloos liggen en de
visscherman zelf is dan broodeloos. Wanneer nu die
visschers van Westerland gelyk gesteld worden bü even-
tueele schadevergoeding, dan komen zajj een stuk ten
achter bü de overige visschers, om de eenvoudige re
den, dat die dan toch altijd nog eenig vischwater over
hebben.
De vergadering ia het ten zeerste met den heer L.
Wigbout eens, wat betreft dat de Westerlander vloot
er het slechtst voor staat, maar, waarom, vraagt de
heer M. Kooij, moeten wü ons dan van de centrale com
missie tot schadevergoeding der Zuiderzeevisscher» los
maken?
De heer Jb. Smit denkt dan verder te komen om zelf
standig argumenten te verzamelen, en deze door den
burgemeester te laten teekenen, en zoo noodig nog meer
vooraanstaande personen te laten teekenen, en deze op
te sturen aan den Minister of aan de generale com
missie voor schaderegelingen.
De voorzitter is van meening (en brengt die ook
steeds naar voren) dat het het beste in om aan heit
centraal comité vast te houden en tevens met gegronde
redenen, op papier in te zenden, den besten weg is om
verder te komen.
Het is toch veel beter, volgens J. J. Tü'sen, 'om met
alle Zuiderzeevisschers samen te weiken. Het wetsont
werp voor vergoeding is al reeds aangenomen, maar is
nog niet in werking. Dus alles wat nu te doen, is, er
op aan te dringen, voor uitvoering der wet. En als die
uitvoering er is, dan met hand en tand aan 't werk om
rechtmatigheid, en dan komt, volgens voorzitter, dit
de Westerlander vloot het eerste toe.
Dan zü'n er verschillende aanwezigen, die van mee
ning zijn, dat als Wieringen zelfstandig om schade
vergoeding vraagt, dit eerder zal worden gegeven, als
gezamenlijk met de visschers om de Zuid vandaan,
omrede ze daar vooreerst nog geen last hebben van de
droogmaking.
De vergadering is echter na lang heen en weer pra
ten besloten om toch aan te blijven bü het centraal
comité, en dan tevens zooveel mogelijk argumenten te
verzamelen en deze in request aan den1 Minister te
zenden, en tevens aan de generale commissie.
De heer P. Kaleveld vraagt dan, of het niet wensche-
lijk is om onzen burgemeester bü het bestuur te vra
gen, om ook zijn meeningen er in vast te leggen.
„Het zijn verrassende dingen, die je daar vertelt,"
zei Deane. „Mag ik je eens vragen, waar dat wonder
lijke document is?"
„Dat mag je doen'," antwoordde Heffeircwn," doch niet
aan mij. Ga liever naar Rowan. Hij weet het, alhoewel
hÜ zyn mond stijf dicht houdt. Het is hem bekend en
jou ookMaar dat komt er niet op aan. Je wilt geen
rechtzaakevenmin als wü."
„Wie zün „wij"?" vroeg Deane.
„Juffrouw Sinclair en ik," zei Hefferom. „Wü zü11
compagnons in deze zaak. Ik kom eens redelük met je
praten. Sinclair stapte in dit land aan wal met het
eigendomsbewijs van de mijn, welke jü altü'd als de
jouwe hebt beschouwd. Vandaag is hü dood en zyn pa
pieren zü'n verdwenen. Hij werd vermoord door Rowan,
wien jü nu vriendschap bewijst. Dit is pracht-copie voor
de nieuwsbladenmeer dan de gewone berichten,
Deane."
„Begrijp ik goed?" vroeg Deane bedaard.
„Je kunt er uit op maken, wat je wilt. Ik verlang mün
geld terug met hooge rente. En' dan is het meisje er
ook nog. Zij zou op dit oogenblik in jou echoenen moe
ten staan. De helft van de Kleine Anna Goudmijn komt
haar rechtens toe. Het staat aan jou om te zeggen, wat
het waard is deze zaak uit de wereld te helpen."
„Nu praat je verstandig," merkte Deane zoetsappig
op. „Maar ik zou toch graag willen weten, waar dit
wonderlijke document zich bevindt."
i,yOch, loop naar den duivel. Ik veronderstel, dat het
natuurlijk verbrand is," riep Hefferom. „Jü en hü weten
het maar al te goed. Rowan is jouw man en hü her-
boort tot het soort, dat liever sterft, dan een mond
open te doen. Hij vermoordde Sinclair echter niet voor
niets. Ek zou wel willen wedden, dat dit document ver
brand is, maar zelfs dan nog weet ik een beetje te
veel, niet waar?"
Deane haalde zü'n schouders op. „Je weet te veel,"
zei hü- „Moet ik dan ten slotte aannemen, dat je wenscht
dat ik je stilzwijgendheid koop?"
„Beschouw het zooals je wilt," antwoordde Hefferom.
„Alleen waarschuw ik je, dat ik me niet ophoud met
kinderspel. Het betreft hief een groote zaalk, die heel
belangrijk voor mü' is en eveneens voor het meisje. Zü
moet haar deel hebben en ik het myne."
„En het bedrag?"
„Honderd duizend pond. Denk er aan, dat -het ver
deeld moet worden."
„Met andere woorden, ik moet je stilzwijgendheid koo-
pen omtrent die 'kwestie, waarover je sprak, voor de
somma van honderd duizend pond,"
Wordt vervolgd.