Geestelijk Leven.
u
DE MODERNE DANS
DE ONTSNAPPING.
Zaterdag 19 November 1927.
70ste Jaargang. No. 8155
Derde Blad.
laai
Ned. Hi
Niedorp
ïuren ti
de
f
ten m
soliede
van
SANTOS CAS ANI.
„The Teacher ol Toachors",
HOOFDSTUK VI:
HEERSCHT DB FOX TROT ALMACHTIG7
Treedt binnen, in welke balzaal ge maar wilt, ga
iar een dancing, let op Uw vrienden wanneer er
Jtfs een dansje geïmproviseerd wordt, en gij zult
,ln ren; dat de Fox Trot het gemakkelijk wint van alle
J elll| ndere dansen. Maar de Fox Trot. dien ge dan ziet
g wel een heel verschillende van de ruwe jazz-
_®s, die in 1914 te Londen zijn intrede deed en een
JËDorme opschudding te weeg bracht onder de dan-
roet 29 #rs der oude school, en dat, naar mijn tmeening,
Presidei net reden. Want de Fox Trot was toen inderdaad
GROOT jog niet „fashionable", cnet zijn in passen en mu-
inlicjiek te opvallend negerelement. Van jaar op jaar
jerminderden deze symptomen echter, en in 1924
de Fox Trot officieel op concoursen erkend als
itandaarddans.
Tegenwoordig bezit de Fox Trot een aantal hei-
ra" andere dansen! met hetzelfde rhythme,
Daar verschillende figuren, als de Charleston, in
ifcindere mate de Black Bottoon en de Yale Blues,
nbaj En ofschoon deze nakomelingen, die vaak gemakke-
ter te interpreteeren zijti dan de Fox Trot zelf, hun
itamvader wel eens verdringen, heerscht deze laat-
toch almachtig. Dit is vooral bet geval bij1 dan-
sers. wie de jaren minder geneigd1 maken tot inge-
Verk weelde figuren maar die houden van de geimak-
'iijke rhythme van den oorspronkelijken Fox Trot.
[Dit brengt mijl op een punt van groot gewicht,
voor anderhalf jaar werd de Fox Trot gedanst
een tempo van 48 maten per minuut en hierdoor
len de dansers de gelegenheid de passen zuiver
ie voeren en nauwkeurig te letten op elk onder-
der bewegingen. Maar in den laatsten tijd schil
de bands het noodig zijn gaan achten de Fox
sneller te gaan spelen, waarvan het resultaat
een Fox-galop is. Dit is verkeerd voor den
zelf en voor degenen die hem uitvoeren; de
ite dansers vermijden echter de moeilijkheid
>r te gaan oharlestonnen, ais de bands te snel
pelen. Af entoe echter ik geef toe dat het zeer
aklen gebeurt vertragen de bands hun tempo,
u dan meestal in die mate, dat bet te langzaam
rordt voor den Fox Trot, maar waarvoor in de
bats dan weer de Black Bottom met succes kan
orden uitgevoerd.
Zij, die zich belasten mert het organiseeren van
danspartij, betzijl voor het publiek of in he
loten kring j moeten wel bedenken, dat het dan-
endj publiek niet alleen uit jonge menscben bes
laat. Integendeel, het meerendeei van imijta eigen
lerlingen, vooral die der sterke sekse, zijn de eer-
Door J. Morton Lewis.
(Nadruk verboden.)
Haar aankomst veroorzaakte groote sensatie in' Land-
rook. Ze was een pittig, opgewekt vrouwtje, uitne-
iend gekleed en ze had een bijzonder onderhouden-
s en aantrekkelijke conversatie, in een woord, het
jpe van een Francaise.
Landbrook ontleent zijn bekendheid uitsluitend aan
>t feit dat er een van de grootste gevangenissen van
hgeland is, waar gedetineerden die tot langdurige
taffen zijn veroordeeld, gehuisvest zijn. Verder zijn
f een paar groote landgoederen in de bnurt, terwijl
et meerendel der bevolking in zijn onderbond voor
iet door landarbeid.
Een van die groote landhuizen had Mrs. Monsane
emeubeld en gehuurd en in een paar weken was ze
i favoriet van het stadje geworden. Zelfs kolonel La
aide, de commandant van de gevangenis, een erkend
nrawenhater, sprak over haar als een van de char-
ttnfcste dames die hij ooit ontmoet had.
„groote wereld" van Landbrook -beschouwde de
die zich zienderoogen tusschen den gestrengen
lonel en het aardige mevrouwtje aan het ontwikke-
a was, met geamuseerende blikken, maar tegelijk
ït groote spanning omtrent den afloop 1
'ïevrouw Monsane maakte haar dagelyksdhen wan-
<&it op haar kastanjebruine merrie en niet ver van
kr huis haalde zij den kolonel in.
- Goeden middag, kolonel! riep- ze opgewekt.
De hoofdofficier draaide zich halverwege in het za
al om en zei op een toon van aangename verrassing:
- Ah, madame!
- In gedachten verzonken? ging ze vroo-lijk voort.
-Zeker aan het peinzen over uw ware beroepsplich
ten! Ze keek naar de grijze muren van de gevange-
ds die zich een eind verder somber verhieven.Maar
Ito n er wel aan, kolonel, dat u mij beloofd hebt
mij uw inrichting eens zou laten zien? Het in-
fetesseert me buitengewoon!
j Br was een vreemde glans in haar oogen, toen ze
51 zei, maar die ontging haren bewonderaar ten eenen-
ga
Het zal me een bijzonder genoegen zijn om u
ted te leiden, madame. Zegt u maar wanneer het u
«best schikt.
I Kunt u morgenmiddag? vroeg mrs. Monsane.
V- Uitstekend. Rijdt u dan maar tot de pooit; dan
Sik u daar opwachten.
Wouw Monsane scheen zich op het bezoek aan de
feigenis te verheugen alsof ze daar het joligste blij-
spe/ter wereld zou zien! En dan gaat n na afloop
N mij naar huis een kopje thee drinken, kolonel
te' ze lief.
J Dat zal me hij zonder aangenaam zjjn, antwoordde
Cerberus op veelbeteekenenden toon.
Den volgenden middag voerde de kolonel zijn uitver
korene, langs sombere witgekalkte gangen, waarop
JWare deuren met sterke sloten uitkwamen. Ze liepen
de eene gang in, de andere uit; het was als een helle
aart. Een enkele maal opende hij een deur met een
elk slot passende looper en gunde haar een vluch-
°gen blik in een cel.
- Zit er hier geen enkele erg-beruchte misdadiger?
zij opeens in een blijkbare, echt-vrouwelijke nei-
tot griezelen.
- Ja, zeker, antwoordde de kolonel gedienstig.
•Wij zijn direct bij ztfn cel. Een van de beruchtste
te brutaalste juweelendieven, waar ik ooit van gehoord
vl ^toine Gebrielle heet hij. Hü heeft vijftien jaar
feegen voor zijn laatste berooving.
.Madame rilde. Stel je voor dat zoo'n gevaarly'-
kerel ontsnapt! Ec zou geen ns^Iit meer rustig kon
ten slapen.
Dat is in een inrichting onder mijn commando
Mstrekt buitengesloten!
iw kolonel zette wc hoogen borst toen hij deze ge-
teïteteUeuae v^rcekering gaf.
ete jeugd reeds gepasseerd ext raar hen Wedt het
snelle dansen geen enkel genoegen. De FoxTrot met
zijn verschillende variaties is voor menschen van
middelbaren leeftijd de ideale dans, en wat de jeugd
ook zegt, voor hen alleen zou het tempo reeds ge
matigd moeten worden.
Met zijn uitgesproken beweging in voorwaartsche
richting, zijn gemakkelijken gang en een rhythme,
dat zelfs den heftigsteni tegenstander der moderne
dansen in de verleiding brengt, zich op den vloer
te wegen, Is het geen wonder, dat. de Fox Trot fa
voriet is bij de minder ambitieus© dansers aan den
oenen kant -en bit degenen, die zijn variaties willen
uitvoeren aan den anderen kant,
!Dé Fox Trot is niet moeilijk te interpreteeren,
ofschoon hij' in dit opzicht nog overtroffen wordt
door don Charleston; er is leven en beweging in; hi|i
stélt geen zware eisohen aan do beenspieren, omdat
hij gedanst wordt op den hal van den voet, zooals
alle moderne dansen trouwens, en tegelijkertijd
biedt hij! don goeden danser de gelegenheid zijn of
haar bedrevenheid in het correct uitvoeren van oen
eonvoudigen dans te toonen.
Volgende aflevering.:
WAARDOOR SLAAGT OF MISLUKT EEN BAL?
De trouwe lezers van de Schager Courant hebben
ongetwijfeld, evenals ik, met belangstelling kennis
genomen van hetgeen in het nummer van 10 Novem
ber j.1. door Eta Fles in haar brieven uit Rome werd
geschreven.
Dit artikel geeft mij stof voor een „geestelijk le
ven".
Onmiddellijk nd lezing kwam de gedachte om daar
over te schrijven, bij mij op, omdat ik in dit artikel
de uiting zag van zeer opmerkelijke algemeen-men-
söhelijke neiging.
Men herinnert zich, dat het geschrevene gewijd
was aan de bespreking van het nu vijfjarige fas
cistische systeem in Italië. Want op den 28sten Octo-
ber 1922 trok Mussolini met zijn zwarthemden' op
naar Rome en daar nam hij de regeering in handen.
Eta Fles wijst op het vele goede door het fascisme
aan Italië gebracht. Ik voel daarin hare bewondering
voor het fascisme en achter die bewondering bespeur
i'k haar eerbied voor den sterken man in wien het
fascisme is belichaamd.
Mijn plan is niet om een oordeel uit te spreken over
het fascisme, nóch een man als Benito Mussolini te
karakteriseeren. Ik wil dus geenszins een krietiek le
veren op wat Eta Fles heeft geschreven en de keer
zijde van de fascistische medaille laten zien. Ik laat
volkomen buiten bespreking de beteekenis van het
fascisme voor Europa. Wanneer ik daarover ging
schrijven, zou ik de grenzen van het gebied waarbin
nen ik mij met mijn „geestelijke levens" beweeg, over
schrijden.
Wat mij evenwel trof, was iets, wat ik terstond aan
voelde als het algemeen-menschelijke bij Eta Fles,
n.1. de groote bewondering voor het
sterke, het krach ti g-d urv ende.
En dit ziet zij in Mussolini, hij is een kérel, een
krachtmensch. En daarin heeft zij volkomen gelijk!
Niet zoo heel lang geleden hoorde ik twee jonge
dames vol enthousiasme over Mussolini spreken. Dat
was een .deaal-man en de jeugdige Eva's putten zich
uit in het geven van mooie namen aan hun vereer
den held.
Daar la iets, dat sympathiek aandoet Ca die tocht-
vereering.
fEenige stappen verder Schoof dé kolonel één luikje
in een celdeur op zjj. Hier zit Antoine Gabrielle.
Mevrouw Monsane gluurde naar binnen door den
nauwen spleet. Wat ziet die man er intelligent uit>
zei ze zacht tot haar begeleider.
Ja, het is een slimme kerel. Jammer, dat er niets
beters uit hem gegroeid is!
Hij sloot het luikje weer met een enkele handbe
weging.
Antoine Gabrielle sprong overeind én raapte een bij
na onzichtbaar klein stukje papier van den vloer van
zijn cel op. Hij las de woorden die op het papiertje
gekrabbeld waren en een nieuw licht van hoop rees
in zijn ziel. Hij wreef het papiertje tot een klein bal
letje, niet grooter dan een pil, en slikte het door,
Eenige meters van de deur van Antoine's cel bevond
zich een zwaren deur die uit het binnenste gevangenis
complex onmiddellijk naar de buiten-terreinen voerde.
De kolonel opende deze deur met een betrekkelijk klei
nen sleutel, die aan een bos zat, die hij in zijn zak
droeg. Mevrouw Monsane zag dat deze sleutel, door
zijn eigenaardig model goed van de anderen te on
derscheiden was.
Hebt u altijd zoo'n hoop sleutels bij u? vroeg
Madame met kinderlijke verbaasdheid.
Altijd! Ze verlaten me nooit; dag noch nacht.
Toen zij buiten kwamen begon de avond te vallen
en een dikke mist steeg op. - U had het daarnet
over ontsnappen, schertste de gevangenis-directeur,
i maar zoo'n avond zou er geknipt voor zijn. Hü
klopte met bravour op de sleutels in zijn zak: Maar
die zitten hier veilig hoor. Maak u maar niet ongerust.
Die hier bij mij zitten komen er niet uit voor hun
tü'd om is!
Mevrouw Monsane had haar gast verzocht zich even
te amuseeren met de boeken en tijdschriften op tafel,
terwyl rij zich boven verkleedde.
Boven in haar kamer wachtte Celeste, haar dienst
meisje.
Is hü meegekomen, madame? fluisterde Céleste.
Mevrouw Monsane knikte bevestigend.
Als alles in orde is, Céleste, hoe lang heb je
dan noodig?
Hoogstens vyf minuten, madame.
De kolonel keek verstrooid op van de plaatjes van
een tijdschrift, toen zü'n gastvrouw weer binnenkwam.
Tk hoop dat ik u niet te lang heb laten wachten,
zei ze op haar meest innemenden toon. Maar nu
krijgt u ook direét een kopje thee. De smacht erzelf
ook naar!
Ze dronken thee aan een kleinen tafel vlak bü den
haard en madame keuvelde allergezelligst over wat
ze dien middag gezien had en over honderd andere
dingen. Nadat de theetafel was opgeruimd schoven
gastvrouw en bezoeker hun gemakfkelüke stoelen dich
ter bü de haard en mevrouw Monsane zag dat de ko
lonel er moe en onloochenbaar-slaperig uitzag.
De warmte hier in de kamer maakt my slaperig,
excuseerde hü zich.
Geneer u niet en doe 'n dutje, antwoordde ze
vrooly'k. Het is hier „vrijheid, blyheid", mü'n gas
ten moeten maar doen en laten, waar ze plezier in
hebben.
Madame had een passie voor muziek. Ze zette zich
aan de piano en de lieflüke melodieen van Beetho-
ven's „Sonate Pathétique" parelden door de kamer.
Toen de laatste tonen verklonken waren ontdekte ze
met een glimlach, dat de kolonel rijn oogen gesloten
had en dat rijn hoofd op zyn borst was gezonken.
Zy'n regelmatige ademhaling bewees dat hjj vast in
slaap was.
Snel opende ze de deur, waar achter Céleste reeds in
afwachting stond.
De beide vrouwen naderden den slapenden man en
met een voor zoo'n deftige dame als madame Monsane
minstgenomen verdachte handigheid haalde laatstge
noemde de sleutelbos uit zy'n zak. Ze herkende direct
de twee die rij noodig had. den looper om een cel
deur te openen en den eigenaardig-gevormden sleutel
van de achter-uitgang. i
- Dos toree syn het, Céleste... maar schiet een
I En wij hebben allen ongetwijfeld groote bewonde
ring voor den mensch met durf.
Moed heeft altijd iets imponeerends.
Zelfs de zwakkeling en dé lafaard heeft diep in
zich daarvoor een geheimen eerbied, welke gepaard
gaat met zelfcritiek, die hij zorgvuldig verbergt. Deze
bewondering voor durvende kracht wortelt zonder
twyfel in het verleden én hangt samen met het leven
in dat verleden. Wanneer wij. ons den mensch den
ken in de tyden, die ver achter ons liggen, dan zien
wij hem den zwaren strijd voeren tegen de moch
ten, die zijn bestaan bedreigen. In dezen strijd gaat
do zwakke onherroepelijk te gronde; de vreesachtige
moot wijken voor den brutale, voor den op-zich-zelf-
vertrouwendo óf.... hij zoekt bij hein zijn toevlucht en
smeekt om diens bescherming; hij koopt deze be
scherming met zijn vrijheid, hij wordt de slaaf, de
onderdaan van den brutale; hij wordt als een hond,
die zich laat trappen door den meester en dankbaar
kwispelt mot de staart, wanneer deze meester zich
verwaardigt een vriendelijk woordje tot hem to spre
ken of hem een kluifje toe te werpen.
Tot op dezen tijd is bewondering van het groote en
sterke en krachtige een weaenlijk kenmerk van den
mensch.
Daarnaast evenwel moeten wij opmerken, dat die
zelfde mensch in den 'gang der tijden een gansche
ontwikkeling heeft doorloopen, ten gevolge waarvan
de richting, waarin zijne bewondering ging, zich heeft
gewijzigd.
Oorspronkelijk geldt zijn bewondering de kracht,
welke zich openbaart in den wil om te heerschen,
om groot, sterk, machtig te zijn; gaandeweg ontwaakt
daarnaast de bewondering voor 'n andere kracht,
welke zich al de wil om goed, om zedelyk-sterk te
zijn, doet kennen en deze bewondering is te grooter
naarmate deze wil tot daad wordt.
De eerste kracht stelt in laatste instantie haar ver
trouwen in stevige spieren en scherpe wape
nen.
De tweede kracht zetelt in de sterke ziel eh in
den f ij n e n geest.
En nu zien wij het merkwaardige verschijnsel, dat
er een typisch conflict in den mensch ontstaat. Het
is de stryd om den voorrang welken men zal toe
kennen aan een dezer beide krachten. Het is de kamp
tusschen den natuurlijken en den wordenden, geeste
lijken mensch,
Wij bespeuren hierin zeer duidelijk, hoe bij iederen
mensch te constateeren is, een onverbrekelijk ver
band met den oermensch, die nog geheel natuurlijk
was.
De ontwikkeling van den geestelijken mensch heeft
als gevolg, dat ook onze bewondering in een andere
richting gaat
Wiji blijven wel de kracht bewonderem;' maar deze
kracht wordt van anderen aard.
Laat ik naast Mussolini eens een anderen Italiaan
plaatsen: Giordano 'Bruno. (1548—1600.)
Deze Bruno treedt in 1563 in de Dominicaner orde.
In hem ontwaakt twijfel aan de door de roomsche
kerk geleerde dogma's. Hij moet vluchten en geeft
het kloosterleven in 1876 op. Hij zwerft als een door
de kerk vervolgde door Europa. Overal wordt hem
't leven moeielijk gemaakt vanwege de door hem ge
predikte ideeën. Hij wordt ten laatste aangeklaagd
bij de inquisitie en naar Rome vervoerd. Daar wordt
hij zeven jaar gevangen gehouden, maar hij wei
gert zijn „dwalingen" te herroepen. En hij kiest
den vuurdood 17 Febr.( 1600) bóven de verloochening
zijner overtuiging. Als martelaar voor zijn beginsel
gaat hij den dood in.
Voor wien is onze bewondering sterker, SöoJd mus
solini of voor Bruno®
Wie komt nader aan vni voor bns, Bét fifóo&Z Kon
menschelijke grootheid is?
beetje öp, de slaappoeder tal heel lang hiefi méér
werkeu.
Madame zétte zich io «en stoel en had geen oog
van den slapenden man. Na «en minuut of wat kwam
het meisje terug.
Zyn de afdrukken Maa^T vroeg Mevrouw.
Het is in orde.
Prachtig! Madame Monsane liet de sleutel !fl Öe
zak van den kolonel terugglyden.
Toen deze na een poosje ontwaakte, stamelde hy
verwarde excuses, maar madame praatte zoo lief en
begrypend, over zyn zwaren dienst en de plotselinge
warmte na den rit door de koude mist, dat de goede
man zich al gauw weer op zyn gemak roeide en hy
voelde zyn bewondering en waardeering voor zy'n ver
gevensgezinde en gemoedely'ke gastvrouw nog toene
men. En rij zette de kroon op haar goedheid door hem
uit te noodigen den volgenden Maandag-avond bü haar
te komen doorbrengen; er kwamen vrienden htm week
end" bij haar passeeren en ze zou het zeer op prijs
stellen haar vriend den kolonel aan hen voor te stel
len.
Er was een Franschè geestelijke naar Landbrook
gekomen, die mededeelde, dat hü dé vroegere ziéle-
verzorger van den gevangene Antoine Gabrielle was.
Er bestond niet de minste reden om aan dé waarheid
van deze mediedeeling to twijfelen en de commfau-
dant maakte dan ook geen bezwaar om den braven
Franschen priester, die zich zoo sterk geroepen voel
de om de ziel van het afgedwaalde schaap zy'ner kudde
te behouden, toegang tot de cel van den Franschen
juweeldief te geven. Tüdens het gesprek liep ibuiten
een bewaarder op de gang 'heen en weer, die voortdu
rend door den openstaanden spleet in de cel naar bin
nen keek. Juist toen hü weer roorbÜ gestapt was, stak
de „priester" den gevangene snel een klein pakje toe.
Gabrielle nam ylmgs een gedeelte van een poot van
zün houten bed weg, waardoor een ruw-weg-gesneden,
kleine holte openkwam. Het pakje verdween in die
holte en toen de wachter weer naar binnen keek, zag
hy' niets dan een ernstig-vermanenden priester en een
ootmoedigen luisteraar.
Er was een opgewekt gezelschap van Fransche lo
gees en Landbrooksche notabelen waaronder kolo
nel Lakeside natuurly'k niet ontbrak by" een in de
salons van het buiten van Madame Monsane. De char
mante, pittige gastvrouw was het middelpunt van de
conversatie en niemand zou gezegd hebben dat er op
dat oogenblik maar een ding haar gespannen belang
stelling hadde klok.
Er was nog iemand die zyn volle attentie by den
voortschrijdenden tijd had. Dat was Antoine Gabrielle,
juweelendief en valsche munter, die geduldig in zy'n
cel wachtte tot hy de dorpsklok adht uur hoorde slaan
...Toen stond hy langzaam van zyn bed op, haalde
het pakje, dat hü by het bezoek van den priester ge
kregen had, uit de poot van zü'n bed. Hy pakte hef
uit en vond de twee sleutels die hü verwacht had.
Toen ging hy naar de celdeur .en luisterde. Om acht
uur had' juist een bewaker zy'n ronde geëindigd en voor
half negen zou er geen weerkomen. Gabrielle opende
'behoedzaam de celdeur en gluurde zorgvuldig-spiedend
de gang af. Déze was volkomen verlaten. Antoine
sloop uit de cel en sloot de deur van 'buiten voorzichtig
weer af. Aan het eind van de corridor was de deur,
die naar het buitenterrein voerde en waarvan hü even
eens een sleutel had. Nauwelüks een sccjondo was ver-
stereken toen Antoine Gabrielle weer in de mistige
avondlucht stond. Hü ademde diep. Hü was vry'I In
de verte zag hy' vaag het ü'z©ren toegangshek en het
verlichte portiershuisje.. Dien kant moest hü niet uit!
Hy' kroop naar een plaats bü den. buitenmuur waar
een hoopje struikgewas stond. Hü floot zacht... geen
seconde later werd een touwladder over den hoogen
muur geworpen en nog weer een moment later stond
hy aan den anderen kant.
Vooruit, mon ami, zei een stem,
Ah. begroette Antoine zyn redder. Ja hebt
voor deze gelegenheid je priestergewaad maar uitge
laten, hè? spotte hy.
Tien minuten later was de vluchteling in het huis
van Kjjn vrouw.*, van Madame Monsane, zoo als be in
De ovengroote meerdertnadd zal het, naar ik ver
moed, met mij eens zijn, wanneer Ik zeg dat Bruno
de meerdere is van Mussolini, omdat Bruno's kracht
alleen geestelijk was; hü had geen leger noodig, hij
vertrouwde slechts op de macht der waarheid en voor
wat naar zün bewustzijn de waarheid was, durfde
hü op te komen en te lijden.
Er valt hierbü op iets zéér opmerkelijks te wijzen.
De zedelijke kraacht wordt 'gewaardeerd en bewon
derd, maar tegelük ook gevreesd. Daardoor is het te
verklaren dat, waar de hoerah's opklinken voor do
sterken van het type Mussolini, de zedelük sterken
worden vervolgd en gehoond in den tijd waarin zü
leven.
Want de zedelijk-krachtigen zün gemeenlük in op
positie met het bestaande; zü zün 'baanbrekers van
nieuwe levensinzichten, vragers van afwekende mee-
ningen, waardoor zü van het gangbare en algemeen
erkende afwü'ken. Daarom vinden deze krachtmenschen
in den regel een verholen waardeoring tydens hun
leven en worden ze pas ten volle bewonderd na, soms
zeer lang na hun dood.
Een man als Socrates, die den moed züner overtui
ging bezat, wordt als sterk mensch pas geëerd, wan
neer hü eerst gestorven is nê den giftbeker te hebben
geledigd.
Een figuur als Jezus van Nazareth wordt gesmaad
en geminacht in zijne dagen. Wanneer hü ri'n droe
vig einde heeft gevonden op Golgotha, gaat liet besef
doordringen van zijn grootheid en straks komt de tüd,
dat men hem gaat vergoedelyken om de schoonheid
welke men in hem bewonderde, en deze was zede-
1 y k e schoonheid en zyn kracht was zedelyke
kracht.
Dat een verandering in het waardeeringsoordeel der
menschheid zich bezig is te voltrekken moet m.i, voor
iederen waarnemer duidelyk zyn.
De gaven van den geest worden méér bewonderd in
onzen) tüd dan b.v. een' paar eeuwen geleden. Wie
schonk toen aandacht aan wetenschappelyke grootheid?
Er was immers maar een zeer kleine kring van be
langstellenden, terwyl de groote massa nog leefde in
de half-barbaarschheid, waarby de lichaamskracht in
hooge eere stond.
Voor den beschaafden mensch heeft thans evenwel
de krachtpatser afgedaan en het gezwets van den
vechtersbaas klinkt belachelük in onze dagen.
De wetenschappelyke grootheid treedt echter nooit
zoo sterk op den voorgrond. Want zü gaat gepaard
met -bescheidenheid. Hoe vele duizenden Nederlanders
zullen er niet wezen, die misschien zelfs de namen
niet kennen van mannen als Lorentz, van 't Hof, Ent
hoven? Daarom is voor hen dan ook niet de massale
bewondering. Dit moet ook hieruit worden verklaard,
dat vooral de groote pers er steeds naar streeft om
zooveel mogely'k juist de aandacht der menschen te
vestigen op de grootheid k la Mussolini en omdat deze
grootheid sterker spreekt tot de verbeelding der massa.
Maar het is een groote vooruitgang, dat er in dit
opzicht een kentering intreedt.
Nog steeds worden we geïmponeerd door het sterke
van de heerschers, door het physiek-krachtige, maar
we gevoelen daarnaast dat er iets is wat daar vèr bo
ven uit sty'gt.
De mensch der liefde in al zy'n nederigheid overtreft
voor ons den mensch wiens grootheid rust op vertrou
wen in physieke kracht en geweld.
Hieruit alleen ook is te verklaren de stille bewonde
ring, welke gansch de wereld gevoelt voor Christus,
cüe voor haar oprijst als het symbool der zelfverloo-
chende liefde.
En in deze bewondering ligt een belofte voor dé
toekomst der menschheid; zü ié de waarborg voor de
eenmaal komende triomf over héb barbaarsdie, dat
net tjsjgk atadra plaatst boven haft goestolyk-zedelijk-
sterké.
ASTOR,
Landbrook heette.
JJf .gf* !lem verslag van haar pogingen om
nern by zün ontvluchting behulpzaam te zün.
Ik begreep dat je wat van plan waa, toen ik
je met dien vervloekten kolonel eamenzag, Jlario, rei
hfl.
T Paa óp, Antoine, Schertste ze, - die „vervloek
te kolonel zit beneden in de salon! Daarop verteldé
ze hem hoe 'de man aan de vermeende jonge weduwe
het hof had gemaakt en gaf hem vervolgens instruc
ties voor zy'n verdere gedragslyn.
-— Ik geef op het oogenblik een avondpartij, die niet
eerder dan tegen den morgen eindigt. Dan ga je met
mün andere Fransche gasten per auto naar Londen
terug. Ik heb een heel stelletje van de oude kennis
sen op bezoek! Je verkleedt je nu als dame en mengt
je gewoon onder de visite beneden, maar blyf een
beetje uit de buurt van den kolonel. Dien zal ik wel
voor mün rekening nemen.
Een half uur later werd een ParÜsché vriendin van
mevrouw Monsane, die plotseling was gearriveerd, aan
de gasten voorgesteld, maar op hetzelfde moment kwam
een gevangenisbewaarder aanrennen, die dringend don
.kolonel te spreken vroeg.
Na even met den man gepraat to hebben, kwam dé
kolonel bü de gastvrouw.
Madame, het spyt me ontzettend, maar ik Imoet
onmiddellük heengaan. Er ia helaas tüdens myn af
wezigheid een gevaarlijke gevangene ontsnapt!
*-77 Ik dacht dat dat onder uw commando een onmo-
gelükheid waa, kon de kittige francaise niet nalaten
te vragen.
Er is een soort brutaliteit waar zelfs ik niet té
gen ben opgewassen, antwoordde de geweldige grim
mig, en hy wiat zelf niet hoe dicht hy bij de waar
heid was.
Den volgenden morgen vroeg kwam de kolonel om
van zyn medegasten afscheid te nemen. Hy moest tot
zyn kennelijke teleurstelling bekennen dat de vluchte
ling nog niet gepakt was, maardat was, meende hy,
toch maar een kwestie van enkele uren. Toen de Fran
sche logees in de auto's stapten die hen naar Londen
zouden terugbrengen, stond Lakeside naast zyn gast
vrouw op de stoep en met een zwierige buiging nam
hij afscheid vanj een knappe slanke Francaise, de
zelfde die gisteravond gekomen was en die hy toen
maar vluchtig had kunnen begroeten.
Madame, zei de kolonel, toen de auto's uit het
gezicht waren verdwenen, ik moet weer tot myn
plichten terugkeeren 1helaas geen aangename plich
ten vandaag. Maar ik moet u nog even geluk wenschen
met uw feest. Het was in één woord een succes en
het speet me innig dat ik er zoo weinig van heb kun
nen genieten.
Het doet me genoegen, kolonel, uit uw mond te
hooren, dat mün bescheiden pogingen een succos zyn
geworden, waa het charmante antwoord.
Eenige dagen later begon het flauw tot het broin
van den kolonel door to dringen, hoe de vork eigenlük
in de steel zat. En hü begaf zich, begeleid door een
paar gendarmen naar ae gastvrüe woning van madame
Monsane, echter met minder hooggestemde bcdoelin-
pn dan bü zü'n vorige bezoeken. De kooi was echter
leeg; de vogel was gevlogen! De gendarmen forceer
den de deur en toen hü de welbekende ontvangkamer
binnentrad, zag de kolonel een enveloppe liggen, die
zy'n naam droeg. Ze bevatte een klein briefje met den
volgenden inhoud:
Waarde kolonel Lakeside,
Ik geloof vast dat u thans nog sterker dan een
paar dagen geleden, overtuigd zult zün, dat myn
„week-end'-party'tje van Maandagavond een succes is
geweest. Ik hoop dat u mij zult willen vergeven dat
ik een beetje meer notitie hebt genomen, dan u vol
gens uw charmes verdient Maar bent u daar zelf niet
verbaasd over geweest?
Met vriendelü'ke groeten,
Uw
Marie Gabrielle,
(alias Madame Monsane)
De gestrenge kolonel briesdhte
4