Geestelijk Leven. u DE MODERNE DANS DE ONTSNAPPING. Zaterdag 19 November 1927. 70ste Jaargang. No. 8155 Derde Blad. laai Ned. Hi Niedorp ïuren ti de f ten m soliede van SANTOS CAS ANI. „The Teacher ol Toachors", HOOFDSTUK VI: HEERSCHT DB FOX TROT ALMACHTIG7 Treedt binnen, in welke balzaal ge maar wilt, ga iar een dancing, let op Uw vrienden wanneer er Jtfs een dansje geïmproviseerd wordt, en gij zult ,ln ren; dat de Fox Trot het gemakkelijk wint van alle J elll| ndere dansen. Maar de Fox Trot. dien ge dan ziet g wel een heel verschillende van de ruwe jazz- _®s, die in 1914 te Londen zijn intrede deed en een JËDorme opschudding te weeg bracht onder de dan- roet 29 #rs der oude school, en dat, naar mijn tmeening, Presidei net reden. Want de Fox Trot was toen inderdaad GROOT jog niet „fashionable", cnet zijn in passen en mu- inlicjiek te opvallend negerelement. Van jaar op jaar jerminderden deze symptomen echter, en in 1924 de Fox Trot officieel op concoursen erkend als itandaarddans. Tegenwoordig bezit de Fox Trot een aantal hei- ra" andere dansen! met hetzelfde rhythme, Daar verschillende figuren, als de Charleston, in ifcindere mate de Black Bottoon en de Yale Blues, nbaj En ofschoon deze nakomelingen, die vaak gemakke- ter te interpreteeren zijti dan de Fox Trot zelf, hun itamvader wel eens verdringen, heerscht deze laat- toch almachtig. Dit is vooral bet geval bij1 dan- sers. wie de jaren minder geneigd1 maken tot inge- Verk weelde figuren maar die houden van de geimak- 'iijke rhythme van den oorspronkelijken Fox Trot. [Dit brengt mijl op een punt van groot gewicht, voor anderhalf jaar werd de Fox Trot gedanst een tempo van 48 maten per minuut en hierdoor len de dansers de gelegenheid de passen zuiver ie voeren en nauwkeurig te letten op elk onder- der bewegingen. Maar in den laatsten tijd schil de bands het noodig zijn gaan achten de Fox sneller te gaan spelen, waarvan het resultaat een Fox-galop is. Dit is verkeerd voor den zelf en voor degenen die hem uitvoeren; de ite dansers vermijden echter de moeilijkheid >r te gaan oharlestonnen, ais de bands te snel pelen. Af entoe echter ik geef toe dat het zeer aklen gebeurt vertragen de bands hun tempo, u dan meestal in die mate, dat bet te langzaam rordt voor den Fox Trot, maar waarvoor in de bats dan weer de Black Bottom met succes kan orden uitgevoerd. Zij, die zich belasten mert het organiseeren van danspartij, betzijl voor het publiek of in he loten kring j moeten wel bedenken, dat het dan- endj publiek niet alleen uit jonge menscben bes laat. Integendeel, het meerendeei van imijta eigen lerlingen, vooral die der sterke sekse, zijn de eer- Door J. Morton Lewis. (Nadruk verboden.) Haar aankomst veroorzaakte groote sensatie in' Land- rook. Ze was een pittig, opgewekt vrouwtje, uitne- iend gekleed en ze had een bijzonder onderhouden- s en aantrekkelijke conversatie, in een woord, het jpe van een Francaise. Landbrook ontleent zijn bekendheid uitsluitend aan >t feit dat er een van de grootste gevangenissen van hgeland is, waar gedetineerden die tot langdurige taffen zijn veroordeeld, gehuisvest zijn. Verder zijn f een paar groote landgoederen in de bnurt, terwijl et meerendel der bevolking in zijn onderbond voor iet door landarbeid. Een van die groote landhuizen had Mrs. Monsane emeubeld en gehuurd en in een paar weken was ze i favoriet van het stadje geworden. Zelfs kolonel La aide, de commandant van de gevangenis, een erkend nrawenhater, sprak over haar als een van de char- ttnfcste dames die hij ooit ontmoet had. „groote wereld" van Landbrook -beschouwde de die zich zienderoogen tusschen den gestrengen lonel en het aardige mevrouwtje aan het ontwikke- a was, met geamuseerende blikken, maar tegelijk ït groote spanning omtrent den afloop 1 'ïevrouw Monsane maakte haar dagelyksdhen wan- <&it op haar kastanjebruine merrie en niet ver van kr huis haalde zij den kolonel in. - Goeden middag, kolonel! riep- ze opgewekt. De hoofdofficier draaide zich halverwege in het za al om en zei op een toon van aangename verrassing: - Ah, madame! - In gedachten verzonken? ging ze vroo-lijk voort. -Zeker aan het peinzen over uw ware beroepsplich ten! Ze keek naar de grijze muren van de gevange- ds die zich een eind verder somber verhieven.Maar Ito n er wel aan, kolonel, dat u mij beloofd hebt mij uw inrichting eens zou laten zien? Het in- fetesseert me buitengewoon! j Br was een vreemde glans in haar oogen, toen ze 51 zei, maar die ontging haren bewonderaar ten eenen- ga Het zal me een bijzonder genoegen zijn om u ted te leiden, madame. Zegt u maar wanneer het u «best schikt. I Kunt u morgenmiddag? vroeg mrs. Monsane. V- Uitstekend. Rijdt u dan maar tot de pooit; dan Sik u daar opwachten. Wouw Monsane scheen zich op het bezoek aan de feigenis te verheugen alsof ze daar het joligste blij- spe/ter wereld zou zien! En dan gaat n na afloop N mij naar huis een kopje thee drinken, kolonel te' ze lief. J Dat zal me hij zonder aangenaam zjjn, antwoordde Cerberus op veelbeteekenenden toon. Den volgenden middag voerde de kolonel zijn uitver korene, langs sombere witgekalkte gangen, waarop JWare deuren met sterke sloten uitkwamen. Ze liepen de eene gang in, de andere uit; het was als een helle aart. Een enkele maal opende hij een deur met een elk slot passende looper en gunde haar een vluch- °gen blik in een cel. - Zit er hier geen enkele erg-beruchte misdadiger? zij opeens in een blijkbare, echt-vrouwelijke nei- tot griezelen. - Ja, zeker, antwoordde de kolonel gedienstig. •Wij zijn direct bij ztfn cel. Een van de beruchtste te brutaalste juweelendieven, waar ik ooit van gehoord vl ^toine Gebrielle heet hij. Hü heeft vijftien jaar feegen voor zijn laatste berooving. .Madame rilde. Stel je voor dat zoo'n gevaarly'- kerel ontsnapt! Ec zou geen ns^Iit meer rustig kon ten slapen. Dat is in een inrichting onder mijn commando Mstrekt buitengesloten! iw kolonel zette wc hoogen borst toen hij deze ge- teïteteUeuae v^rcekering gaf. ete jeugd reeds gepasseerd ext raar hen Wedt het snelle dansen geen enkel genoegen. De FoxTrot met zijn verschillende variaties is voor menschen van middelbaren leeftijd de ideale dans, en wat de jeugd ook zegt, voor hen alleen zou het tempo reeds ge matigd moeten worden. Met zijn uitgesproken beweging in voorwaartsche richting, zijn gemakkelijken gang en een rhythme, dat zelfs den heftigsteni tegenstander der moderne dansen in de verleiding brengt, zich op den vloer te wegen, Is het geen wonder, dat. de Fox Trot fa voriet is bij de minder ambitieus© dansers aan den oenen kant -en bit degenen, die zijn variaties willen uitvoeren aan den anderen kant, !Dé Fox Trot is niet moeilijk te interpreteeren, ofschoon hij' in dit opzicht nog overtroffen wordt door don Charleston; er is leven en beweging in; hi|i stélt geen zware eisohen aan do beenspieren, omdat hij gedanst wordt op den hal van den voet, zooals alle moderne dansen trouwens, en tegelijkertijd biedt hij! don goeden danser de gelegenheid zijn of haar bedrevenheid in het correct uitvoeren van oen eonvoudigen dans te toonen. Volgende aflevering.: WAARDOOR SLAAGT OF MISLUKT EEN BAL? De trouwe lezers van de Schager Courant hebben ongetwijfeld, evenals ik, met belangstelling kennis genomen van hetgeen in het nummer van 10 Novem ber j.1. door Eta Fles in haar brieven uit Rome werd geschreven. Dit artikel geeft mij stof voor een „geestelijk le ven". Onmiddellijk nd lezing kwam de gedachte om daar over te schrijven, bij mij op, omdat ik in dit artikel de uiting zag van zeer opmerkelijke algemeen-men- söhelijke neiging. Men herinnert zich, dat het geschrevene gewijd was aan de bespreking van het nu vijfjarige fas cistische systeem in Italië. Want op den 28sten Octo- ber 1922 trok Mussolini met zijn zwarthemden' op naar Rome en daar nam hij de regeering in handen. Eta Fles wijst op het vele goede door het fascisme aan Italië gebracht. Ik voel daarin hare bewondering voor het fascisme en achter die bewondering bespeur i'k haar eerbied voor den sterken man in wien het fascisme is belichaamd. Mijn plan is niet om een oordeel uit te spreken over het fascisme, nóch een man als Benito Mussolini te karakteriseeren. Ik wil dus geenszins een krietiek le veren op wat Eta Fles heeft geschreven en de keer zijde van de fascistische medaille laten zien. Ik laat volkomen buiten bespreking de beteekenis van het fascisme voor Europa. Wanneer ik daarover ging schrijven, zou ik de grenzen van het gebied waarbin nen ik mij met mijn „geestelijke levens" beweeg, over schrijden. Wat mij evenwel trof, was iets, wat ik terstond aan voelde als het algemeen-menschelijke bij Eta Fles, n.1. de groote bewondering voor het sterke, het krach ti g-d urv ende. En dit ziet zij in Mussolini, hij is een kérel, een krachtmensch. En daarin heeft zij volkomen gelijk! Niet zoo heel lang geleden hoorde ik twee jonge dames vol enthousiasme over Mussolini spreken. Dat was een .deaal-man en de jeugdige Eva's putten zich uit in het geven van mooie namen aan hun vereer den held. Daar la iets, dat sympathiek aandoet Ca die tocht- vereering. fEenige stappen verder Schoof dé kolonel één luikje in een celdeur op zjj. Hier zit Antoine Gabrielle. Mevrouw Monsane gluurde naar binnen door den nauwen spleet. Wat ziet die man er intelligent uit> zei ze zacht tot haar begeleider. Ja, het is een slimme kerel. Jammer, dat er niets beters uit hem gegroeid is! Hij sloot het luikje weer met een enkele handbe weging. Antoine Gabrielle sprong overeind én raapte een bij na onzichtbaar klein stukje papier van den vloer van zijn cel op. Hij las de woorden die op het papiertje gekrabbeld waren en een nieuw licht van hoop rees in zijn ziel. Hij wreef het papiertje tot een klein bal letje, niet grooter dan een pil, en slikte het door, Eenige meters van de deur van Antoine's cel bevond zich een zwaren deur die uit het binnenste gevangenis complex onmiddellijk naar de buiten-terreinen voerde. De kolonel opende deze deur met een betrekkelijk klei nen sleutel, die aan een bos zat, die hij in zijn zak droeg. Mevrouw Monsane zag dat deze sleutel, door zijn eigenaardig model goed van de anderen te on derscheiden was. Hebt u altijd zoo'n hoop sleutels bij u? vroeg Madame met kinderlijke verbaasdheid. Altijd! Ze verlaten me nooit; dag noch nacht. Toen zij buiten kwamen begon de avond te vallen en een dikke mist steeg op. - U had het daarnet over ontsnappen, schertste de gevangenis-directeur, i maar zoo'n avond zou er geknipt voor zijn. Hü klopte met bravour op de sleutels in zijn zak: Maar die zitten hier veilig hoor. Maak u maar niet ongerust. Die hier bij mij zitten komen er niet uit voor hun tü'd om is! Mevrouw Monsane had haar gast verzocht zich even te amuseeren met de boeken en tijdschriften op tafel, terwyl rij zich boven verkleedde. Boven in haar kamer wachtte Celeste, haar dienst meisje. Is hü meegekomen, madame? fluisterde Céleste. Mevrouw Monsane knikte bevestigend. Als alles in orde is, Céleste, hoe lang heb je dan noodig? Hoogstens vyf minuten, madame. De kolonel keek verstrooid op van de plaatjes van een tijdschrift, toen zü'n gastvrouw weer binnenkwam. Tk hoop dat ik u niet te lang heb laten wachten, zei ze op haar meest innemenden toon. Maar nu krijgt u ook direét een kopje thee. De smacht erzelf ook naar! Ze dronken thee aan een kleinen tafel vlak bü den haard en madame keuvelde allergezelligst over wat ze dien middag gezien had en over honderd andere dingen. Nadat de theetafel was opgeruimd schoven gastvrouw en bezoeker hun gemakfkelüke stoelen dich ter bü de haard en mevrouw Monsane zag dat de ko lonel er moe en onloochenbaar-slaperig uitzag. De warmte hier in de kamer maakt my slaperig, excuseerde hü zich. Geneer u niet en doe 'n dutje, antwoordde ze vrooly'k. Het is hier „vrijheid, blyheid", mü'n gas ten moeten maar doen en laten, waar ze plezier in hebben. Madame had een passie voor muziek. Ze zette zich aan de piano en de lieflüke melodieen van Beetho- ven's „Sonate Pathétique" parelden door de kamer. Toen de laatste tonen verklonken waren ontdekte ze met een glimlach, dat de kolonel rijn oogen gesloten had en dat rijn hoofd op zyn borst was gezonken. Zy'n regelmatige ademhaling bewees dat hjj vast in slaap was. Snel opende ze de deur, waar achter Céleste reeds in afwachting stond. De beide vrouwen naderden den slapenden man en met een voor zoo'n deftige dame als madame Monsane minstgenomen verdachte handigheid haalde laatstge noemde de sleutelbos uit zy'n zak. Ze herkende direct de twee die rij noodig had. den looper om een cel deur te openen en den eigenaardig-gevormden sleutel van de achter-uitgang. i - Dos toree syn het, Céleste... maar schiet een I En wij hebben allen ongetwijfeld groote bewonde ring voor den mensch met durf. Moed heeft altijd iets imponeerends. Zelfs de zwakkeling en dé lafaard heeft diep in zich daarvoor een geheimen eerbied, welke gepaard gaat met zelfcritiek, die hij zorgvuldig verbergt. Deze bewondering voor durvende kracht wortelt zonder twyfel in het verleden én hangt samen met het leven in dat verleden. Wanneer wij. ons den mensch den ken in de tyden, die ver achter ons liggen, dan zien wij hem den zwaren strijd voeren tegen de moch ten, die zijn bestaan bedreigen. In dezen strijd gaat do zwakke onherroepelijk te gronde; de vreesachtige moot wijken voor den brutale, voor den op-zich-zelf- vertrouwendo óf.... hij zoekt bij hein zijn toevlucht en smeekt om diens bescherming; hij koopt deze be scherming met zijn vrijheid, hij wordt de slaaf, de onderdaan van den brutale; hij wordt als een hond, die zich laat trappen door den meester en dankbaar kwispelt mot de staart, wanneer deze meester zich verwaardigt een vriendelijk woordje tot hem to spre ken of hem een kluifje toe te werpen. Tot op dezen tijd is bewondering van het groote en sterke en krachtige een weaenlijk kenmerk van den mensch. Daarnaast evenwel moeten wij opmerken, dat die zelfde mensch in den 'gang der tijden een gansche ontwikkeling heeft doorloopen, ten gevolge waarvan de richting, waarin zijne bewondering ging, zich heeft gewijzigd. Oorspronkelijk geldt zijn bewondering de kracht, welke zich openbaart in den wil om te heerschen, om groot, sterk, machtig te zijn; gaandeweg ontwaakt daarnaast de bewondering voor 'n andere kracht, welke zich al de wil om goed, om zedelyk-sterk te zijn, doet kennen en deze bewondering is te grooter naarmate deze wil tot daad wordt. De eerste kracht stelt in laatste instantie haar ver trouwen in stevige spieren en scherpe wape nen. De tweede kracht zetelt in de sterke ziel eh in den f ij n e n geest. En nu zien wij het merkwaardige verschijnsel, dat er een typisch conflict in den mensch ontstaat. Het is de stryd om den voorrang welken men zal toe kennen aan een dezer beide krachten. Het is de kamp tusschen den natuurlijken en den wordenden, geeste lijken mensch, Wij bespeuren hierin zeer duidelijk, hoe bij iederen mensch te constateeren is, een onverbrekelijk ver band met den oermensch, die nog geheel natuurlijk was. De ontwikkeling van den geestelijken mensch heeft als gevolg, dat ook onze bewondering in een andere richting gaat Wiji blijven wel de kracht bewonderem;' maar deze kracht wordt van anderen aard. Laat ik naast Mussolini eens een anderen Italiaan plaatsen: Giordano 'Bruno. (1548—1600.) Deze Bruno treedt in 1563 in de Dominicaner orde. In hem ontwaakt twijfel aan de door de roomsche kerk geleerde dogma's. Hij moet vluchten en geeft het kloosterleven in 1876 op. Hij zwerft als een door de kerk vervolgde door Europa. Overal wordt hem 't leven moeielijk gemaakt vanwege de door hem ge predikte ideeën. Hij wordt ten laatste aangeklaagd bij de inquisitie en naar Rome vervoerd. Daar wordt hij zeven jaar gevangen gehouden, maar hij wei gert zijn „dwalingen" te herroepen. En hij kiest den vuurdood 17 Febr.( 1600) bóven de verloochening zijner overtuiging. Als martelaar voor zijn beginsel gaat hij den dood in. Voor wien is onze bewondering sterker, SöoJd mus solini of voor Bruno® Wie komt nader aan vni voor bns, Bét fifóo&Z Kon menschelijke grootheid is? beetje öp, de slaappoeder tal heel lang hiefi méér werkeu. Madame zétte zich io «en stoel en had geen oog van den slapenden man. Na «en minuut of wat kwam het meisje terug. Zyn de afdrukken Maa^T vroeg Mevrouw. Het is in orde. Prachtig! Madame Monsane liet de sleutel !fl Öe zak van den kolonel terugglyden. Toen deze na een poosje ontwaakte, stamelde hy verwarde excuses, maar madame praatte zoo lief en begrypend, over zyn zwaren dienst en de plotselinge warmte na den rit door de koude mist, dat de goede man zich al gauw weer op zyn gemak roeide en hy voelde zyn bewondering en waardeering voor zy'n ver gevensgezinde en gemoedely'ke gastvrouw nog toene men. En rij zette de kroon op haar goedheid door hem uit te noodigen den volgenden Maandag-avond bü haar te komen doorbrengen; er kwamen vrienden htm week end" bij haar passeeren en ze zou het zeer op prijs stellen haar vriend den kolonel aan hen voor te stel len. Er was een Franschè geestelijke naar Landbrook gekomen, die mededeelde, dat hü dé vroegere ziéle- verzorger van den gevangene Antoine Gabrielle was. Er bestond niet de minste reden om aan dé waarheid van deze mediedeeling to twijfelen en de commfau- dant maakte dan ook geen bezwaar om den braven Franschen priester, die zich zoo sterk geroepen voel de om de ziel van het afgedwaalde schaap zy'ner kudde te behouden, toegang tot de cel van den Franschen juweeldief te geven. Tüdens het gesprek liep ibuiten een bewaarder op de gang 'heen en weer, die voortdu rend door den openstaanden spleet in de cel naar bin nen keek. Juist toen hü weer roorbÜ gestapt was, stak de „priester" den gevangene snel een klein pakje toe. Gabrielle nam ylmgs een gedeelte van een poot van zün houten bed weg, waardoor een ruw-weg-gesneden, kleine holte openkwam. Het pakje verdween in die holte en toen de wachter weer naar binnen keek, zag hy' niets dan een ernstig-vermanenden priester en een ootmoedigen luisteraar. Er was een opgewekt gezelschap van Fransche lo gees en Landbrooksche notabelen waaronder kolo nel Lakeside natuurly'k niet ontbrak by" een in de salons van het buiten van Madame Monsane. De char mante, pittige gastvrouw was het middelpunt van de conversatie en niemand zou gezegd hebben dat er op dat oogenblik maar een ding haar gespannen belang stelling hadde klok. Er was nog iemand die zyn volle attentie by den voortschrijdenden tijd had. Dat was Antoine Gabrielle, juweelendief en valsche munter, die geduldig in zy'n cel wachtte tot hy de dorpsklok adht uur hoorde slaan ...Toen stond hy langzaam van zyn bed op, haalde het pakje, dat hü by het bezoek van den priester ge kregen had, uit de poot van zü'n bed. Hy pakte hef uit en vond de twee sleutels die hü verwacht had. Toen ging hy naar de celdeur .en luisterde. Om acht uur had' juist een bewaker zy'n ronde geëindigd en voor half negen zou er geen weerkomen. Gabrielle opende 'behoedzaam de celdeur en gluurde zorgvuldig-spiedend de gang af. Déze was volkomen verlaten. Antoine sloop uit de cel en sloot de deur van 'buiten voorzichtig weer af. Aan het eind van de corridor was de deur, die naar het buitenterrein voerde en waarvan hü even eens een sleutel had. Nauwelüks een sccjondo was ver- stereken toen Antoine Gabrielle weer in de mistige avondlucht stond. Hü ademde diep. Hü was vry'I In de verte zag hy' vaag het ü'z©ren toegangshek en het verlichte portiershuisje.. Dien kant moest hü niet uit! Hy' kroop naar een plaats bü den. buitenmuur waar een hoopje struikgewas stond. Hü floot zacht... geen seconde later werd een touwladder over den hoogen muur geworpen en nog weer een moment later stond hy aan den anderen kant. Vooruit, mon ami, zei een stem, Ah. begroette Antoine zyn redder. Ja hebt voor deze gelegenheid je priestergewaad maar uitge laten, hè? spotte hy. Tien minuten later was de vluchteling in het huis van Kjjn vrouw.*, van Madame Monsane, zoo als be in De ovengroote meerdertnadd zal het, naar ik ver moed, met mij eens zijn, wanneer Ik zeg dat Bruno de meerdere is van Mussolini, omdat Bruno's kracht alleen geestelijk was; hü had geen leger noodig, hij vertrouwde slechts op de macht der waarheid en voor wat naar zün bewustzijn de waarheid was, durfde hü op te komen en te lijden. Er valt hierbü op iets zéér opmerkelijks te wijzen. De zedelijke kraacht wordt 'gewaardeerd en bewon derd, maar tegelük ook gevreesd. Daardoor is het te verklaren dat, waar de hoerah's opklinken voor do sterken van het type Mussolini, de zedelük sterken worden vervolgd en gehoond in den tijd waarin zü leven. Want de zedelijk-krachtigen zün gemeenlük in op positie met het bestaande; zü zün 'baanbrekers van nieuwe levensinzichten, vragers van afwekende mee- ningen, waardoor zü van het gangbare en algemeen erkende afwü'ken. Daarom vinden deze krachtmenschen in den regel een verholen waardeoring tydens hun leven en worden ze pas ten volle bewonderd na, soms zeer lang na hun dood. Een man als Socrates, die den moed züner overtui ging bezat, wordt als sterk mensch pas geëerd, wan neer hü eerst gestorven is nê den giftbeker te hebben geledigd. Een figuur als Jezus van Nazareth wordt gesmaad en geminacht in zijne dagen. Wanneer hü ri'n droe vig einde heeft gevonden op Golgotha, gaat liet besef doordringen van zijn grootheid en straks komt de tüd, dat men hem gaat vergoedelyken om de schoonheid welke men in hem bewonderde, en deze was zede- 1 y k e schoonheid en zyn kracht was zedelyke kracht. Dat een verandering in het waardeeringsoordeel der menschheid zich bezig is te voltrekken moet m.i, voor iederen waarnemer duidelyk zyn. De gaven van den geest worden méér bewonderd in onzen) tüd dan b.v. een' paar eeuwen geleden. Wie schonk toen aandacht aan wetenschappelyke grootheid? Er was immers maar een zeer kleine kring van be langstellenden, terwyl de groote massa nog leefde in de half-barbaarschheid, waarby de lichaamskracht in hooge eere stond. Voor den beschaafden mensch heeft thans evenwel de krachtpatser afgedaan en het gezwets van den vechtersbaas klinkt belachelük in onze dagen. De wetenschappelyke grootheid treedt echter nooit zoo sterk op den voorgrond. Want zü gaat gepaard met -bescheidenheid. Hoe vele duizenden Nederlanders zullen er niet wezen, die misschien zelfs de namen niet kennen van mannen als Lorentz, van 't Hof, Ent hoven? Daarom is voor hen dan ook niet de massale bewondering. Dit moet ook hieruit worden verklaard, dat vooral de groote pers er steeds naar streeft om zooveel mogely'k juist de aandacht der menschen te vestigen op de grootheid k la Mussolini en omdat deze grootheid sterker spreekt tot de verbeelding der massa. Maar het is een groote vooruitgang, dat er in dit opzicht een kentering intreedt. Nog steeds worden we geïmponeerd door het sterke van de heerschers, door het physiek-krachtige, maar we gevoelen daarnaast dat er iets is wat daar vèr bo ven uit sty'gt. De mensch der liefde in al zy'n nederigheid overtreft voor ons den mensch wiens grootheid rust op vertrou wen in physieke kracht en geweld. Hieruit alleen ook is te verklaren de stille bewonde ring, welke gansch de wereld gevoelt voor Christus, cüe voor haar oprijst als het symbool der zelfverloo- chende liefde. En in deze bewondering ligt een belofte voor dé toekomst der menschheid; zü ié de waarborg voor de eenmaal komende triomf over héb barbaarsdie, dat net tjsjgk atadra plaatst boven haft goestolyk-zedelijk- sterké. ASTOR, Landbrook heette. JJf .gf* !lem verslag van haar pogingen om nern by zün ontvluchting behulpzaam te zün. Ik begreep dat je wat van plan waa, toen ik je met dien vervloekten kolonel eamenzag, Jlario, rei hfl. T Paa óp, Antoine, Schertste ze, - die „vervloek te kolonel zit beneden in de salon! Daarop verteldé ze hem hoe 'de man aan de vermeende jonge weduwe het hof had gemaakt en gaf hem vervolgens instruc ties voor zy'n verdere gedragslyn. -— Ik geef op het oogenblik een avondpartij, die niet eerder dan tegen den morgen eindigt. Dan ga je met mün andere Fransche gasten per auto naar Londen terug. Ik heb een heel stelletje van de oude kennis sen op bezoek! Je verkleedt je nu als dame en mengt je gewoon onder de visite beneden, maar blyf een beetje uit de buurt van den kolonel. Dien zal ik wel voor mün rekening nemen. Een half uur later werd een ParÜsché vriendin van mevrouw Monsane, die plotseling was gearriveerd, aan de gasten voorgesteld, maar op hetzelfde moment kwam een gevangenisbewaarder aanrennen, die dringend don .kolonel te spreken vroeg. Na even met den man gepraat to hebben, kwam dé kolonel bü de gastvrouw. Madame, het spyt me ontzettend, maar ik Imoet onmiddellük heengaan. Er ia helaas tüdens myn af wezigheid een gevaarlijke gevangene ontsnapt! *-77 Ik dacht dat dat onder uw commando een onmo- gelükheid waa, kon de kittige francaise niet nalaten te vragen. Er is een soort brutaliteit waar zelfs ik niet té gen ben opgewassen, antwoordde de geweldige grim mig, en hy wiat zelf niet hoe dicht hy bij de waar heid was. Den volgenden morgen vroeg kwam de kolonel om van zyn medegasten afscheid te nemen. Hy moest tot zyn kennelijke teleurstelling bekennen dat de vluchte ling nog niet gepakt was, maardat was, meende hy, toch maar een kwestie van enkele uren. Toen de Fran sche logees in de auto's stapten die hen naar Londen zouden terugbrengen, stond Lakeside naast zyn gast vrouw op de stoep en met een zwierige buiging nam hij afscheid vanj een knappe slanke Francaise, de zelfde die gisteravond gekomen was en die hy toen maar vluchtig had kunnen begroeten. Madame, zei de kolonel, toen de auto's uit het gezicht waren verdwenen, ik moet weer tot myn plichten terugkeeren 1helaas geen aangename plich ten vandaag. Maar ik moet u nog even geluk wenschen met uw feest. Het was in één woord een succes en het speet me innig dat ik er zoo weinig van heb kun nen genieten. Het doet me genoegen, kolonel, uit uw mond te hooren, dat mün bescheiden pogingen een succos zyn geworden, waa het charmante antwoord. Eenige dagen later begon het flauw tot het broin van den kolonel door to dringen, hoe de vork eigenlük in de steel zat. En hü begaf zich, begeleid door een paar gendarmen naar ae gastvrüe woning van madame Monsane, echter met minder hooggestemde bcdoelin- pn dan bü zü'n vorige bezoeken. De kooi was echter leeg; de vogel was gevlogen! De gendarmen forceer den de deur en toen hü de welbekende ontvangkamer binnentrad, zag de kolonel een enveloppe liggen, die zy'n naam droeg. Ze bevatte een klein briefje met den volgenden inhoud: Waarde kolonel Lakeside, Ik geloof vast dat u thans nog sterker dan een paar dagen geleden, overtuigd zult zün, dat myn „week-end'-party'tje van Maandagavond een succes is geweest. Ik hoop dat u mij zult willen vergeven dat ik een beetje meer notitie hebt genomen, dan u vol gens uw charmes verdient Maar bent u daar zelf niet verbaasd over geweest? Met vriendelü'ke groeten, Uw Marie Gabrielle, (alias Madame Monsane) De gestrenge kolonel briesdhte 4

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 9