Schager Courant
EEN BEJAARDE VROUW STAAT TERECHT WEGENS
POGING TOT MOORD OP HAAR ECHTGENOOT.
Vijfde Blad.
Tweede Kamer.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Gemengd Nieuws.
De dood van Roemenië's
Minister-President
Zaterdag 26 November 1927
70ste Jaargang. No. 8159.
DB BEGROOTINO VAN BINNENLANDBCHE
ZAKEN AANGENOMEN.
(Bij de voortgezette behandeling van de begrooting
•voor Binneniandsche Zaken en Landbouw zette
minister Kan zijn afgebroken rede van Woensdag
avond voort, waarbij bij: het eerst sprak over het ont
werp tot wettelijke regeling van de pacht, welk ont
werp in voorbereiding ia en zijn weg gevonden heeft
naar het departement van Justitie. De minister
merkte hiebiji op, dat men echter niet te hooge ver
wachtingen moest hebben van het ingrijpen van den
wetgever. Economische vraagstukken laten' zich niet
dwingen. Wat den invoer van planten in Amerika
betreft, reeds bij' de interpellatie-Lovink waren in-
terpellant en regeering het er volmaakt over eens,
dat Amerika tegenover ons niet „sportief" handelde.
Sinds hebben we de conferentie van Genève ge
kregen, die heeft geleid tot de conventie inzake de
in- en uitvoerverboden. Reeds zijn er teekenen die
wijzen op kentering in Amerika. De Amerikaansche
minister van buitenlandsche zaken heeft er reeds
bij. zijn ambtgenoot van landbouw op aangedrongen
geen maatregelen tegen den' invoer van planten te
nemen zonder hem erin te kennen. Spr. heeft inder
tijd den minister van landbouw geschreven hem
mede te doelen, wanneer er planten besmet in Ame
rika waren ingekomen. In Februari heeft de mi
nister hem geantwoord, dat slechts in twee zendin
gen narciesenbollen larven waren aangetroffen van
«chadelijke insecten. Spr. heeft toen aangedrongen
op vrijen1 invoer van narcissenbollen, die hier de
warmwaterbehandeling, hadden ondergaan. Daarop
jvolgde echter een afwijzend antwoord. Vrees voor
[besmetting kan dus de reden van -het verbod niet
MJn. Spr. zal onmiddellijk met den minister van
luitenlandsche zaken overleg piefeen om opnieuw 'n
ingend vertoog tot de regeering te richten. Het
genblik i® daarvoor thans zeer gunstig.
Voor een landbouwraad' voelde de minister niet
veel, doch wèl wilde bij een onderzoek laten instel
len naar de werking van de landbouwraden in het
buitenland-
Zooveel mogelijk zal de regeering doen wat in
haar vermogen ligt om de moeilijkheden van den
landbouw tot oplossing te brengen. Er zijn evenwel
eenige voor den landbouw gunstige verschijnselen,
o.a. de vermeerderde uitvoer van landbouwproduc
ten (in 1927 voo-r 85 imillioen méér dan in 1926) en
de omstandigheid' dat de veestapel vrij is van mond-
;en klauwzeer.
Het landbouwonderwijs wordt zooveel mogelijk uit
gebreid. De minister zegde voorts nog overweging,
van verschillende wenschen toe; o.a. naar de moge-
lijkheid van oprichting van een stikstoffabriek. Om
de grenzen van de landarbeiderswet te verruimen
gaat moeilijk.
Biji de artikelsgewij'ze behandeling worden door
verschillende afgevaardigden vragen en voorstellen
gedaan, om tot verbetering in den toestand van het
landbouwbedrijf te komen, zooals de aanstelling
Jvan een tweeden pluimveeconsulent, waartoe de
minister gaarne, zooals hij zeide, over zou gaan, in
dien het eenigszins mogelijk was. Hij; waarschuwde
echter tegen het denkbeeld om in verband met het
gevaar voor onzen veestapel, den invoer van buiten-
la,nd®c'h vleesch te verbieden. Met een dergelijk in
voerverbod moet men uiterst voorzichtig zijn, aldus
de minister, want wanneer het noodig is vleesch
uit het buitenland te weren, dan mag dit alleen
eschieden op geen andere gronden dan dat het
smet zou zijn. Anders zou men ons kunnen ver
in wat wij' Amerika ter zake van de bollen-
invoerbelemmeringen doen.
De heer Weitkamp. van wien het denkbeeld was
Uitgegaan, wijst er nog op, dat bet Argentijnscho
vleesch een' permanent gevaar voor onzen veestapel
is. Het gaat om onzen veestapel en niet om het
rtectionisme.
Op een desbetreffende opmerking, des heeren
Van Rappard (vb.) zeide de Minister te zullen
overwegen of de regeering 'het initiatief kan nemen
tot bijeenroeping van een conferentie tot int. bestriji-
ding van het mond»- en 'klauwzeer.
Vervolgens koenen de visscherijen in bespreking,
waarbij aangedrongen wordt op maatregelen tot ver
siering van den toestand der Zuiderzeevisschers,
die bijna ondragelijk is. zooala de beer Van der
pit (r.k.) zich uitdrukte, volgens wien de minister
>ze visschers te hulp moet komen, door hun toe-
te gaven op de besomming, of op andere wijze,
aarop de minister wil beloven, te overwegen of er
/oor de Zuiderzéevisschers in den overgangstijd, het
?en en ander kan worden ged'aan.
De begrooting van Binneniandsche Zaken en
'ndbouw werd' daarna z. 'h .s. aangenomen even-
sis de begrooting voor 1928 van de Landsdrukkerij»
VOORTZETTING ARBEIDSBEGROOTINGL
Nadat de voorzitter den leden er op gewezen had,
om in hun beschouwingen zooveel mogelijk beknopt
heid te betrachten, cxmdat de Kamer met haar be-
tingsarbeid niet onbelangrijk bij verleden jaar
i ten achter is, terwijl het de bedoeling is vóór Kerst-
mis niet alleen de begrooting, maar ook nog andere
iderwerpen af te doen, werdi met behandeling van
J Aïbeidsbegrooting voortgegaan.
Door verschillende afgevaardigden wervï uitbrei
ding van de Arbeidswet bepleit,
j' Zoo moet volgens de meening van den heer Ver
wit (r.k.) het 'beschermende karakter in de Kamer
•oor de Arbeidswet gehandhaafd blijven, welke so
ciale arbeid echter verder moet worden ontwik-
ieki, waarbijl een verzoening moet plaats hebben
tosschen de eiscben van de werkgevers en die van
do arbeiders. Spr. vraagt den minister, hoe hij zich
de verdere ontwikkeling, van de arbeidswetgeving
denkt. Ia ook de (minister van oordeel, dat men
daarbij moet uitgaan van de verzoeningsgedachte?
Vaststaat, dat er iets gedaan moet worden, want in
den teg,en.woorddgien toestand mag niet worden be
rust.
Mevrouw Bakker—Nort (v.d.) pleit voor arbeide-
regeling voor het verplegend personeel en de on-
menschelijk lange werktijden voor kellners en ander
personeel in hotels, restaurants en lunchrooms. Ver
der dringt zij aan op een' wekelijkschen rustdag voor
de musici en drukt zij' haar spijt uit over de afzon-
derlijke regeling welke in het land- en tuinbouw
bedrijf getroffen is voor vrouwen en jeugdige persoe
nen.
De heer Stenhuis (s.di.) noemt het een schande,
ïooals in sommige Nederlandsche bedrijven de ar
beiders „geëxploiteerd" worden en verwijt den mi
nister en de Kamer, dat ze hieraan meewerken,
j voorts zegt spr., dat'hij den rijksbemiddelaar mr.
"e des niet geschikt acht voor zijn taak. waarbij
tor. melding maakt van twee gevallen, in welke de
J beer De Vries op z.i. zeer verkeerde wijze is op>-
letreden. De heer De Vries handalt stuntelig en
onbeholpen en weer) dasst# mOS. alet, vrat gfr
is. Het vertrouwen bij de partijen beeft dese be
middelaar dan ook gebeel verloren.
De heer Joekes (v.d.) merkt op, dat de minister
niet opschiet met de gewenschte noodlge regelingen
en op 'het oogentolik wordt nog met spanning ge
wacht op, afdoening van verschillende urgente zaken
Door den heer Brautigam' (s.d.) worden in hoofd
zaak cle lange arbeidstijden in het transportbedrijf
behandeld, welke naar sprekers meening ontzettend
lang zijn.
Eicn felle critiek op het beleid van den minister
wordt daarna uitgeoefend door de beide socialisti
sche afgevaardigden, de heer Schaper en mejuffr.
Groeneweg.
De minister van Arbeid, Handel en Nijverheid,
de heer Slotemaker de Bruine, zegt. dat hij het met
den heer Veraart eens is, dat bij de verdere ontwik
keling van de sociale wetgeving uitgegaan moet
worden van de gedachte van verzoening tusschen
beide partijen.
Ten aanzien van de chauffeurs zegt spr., gaarne eons
met zijn ambtgenoot van waterstaat te willen gaan
praten of een oplossing mogelijk is in den zin zoo
als de heer Brautigam' verlangt.
Ten opzichte van 'het instituut der rijksbemidde
laars verwijst spr. naar een artikel in het Centrum
een blad waaraan een der bemiddelaars nauw ver
bonden is. In dat artikel wordt gezegd, dat het in
stituut uitstekend werkt. Spreker wil niet ingaan
o-p de opmerkingen over de persoon .van een der
bemiddelaars, mede omdat hij! van oordeel is. dat
dergelijke zaken niet in het openbaar moeten wor
den behandeld'.
Verder zegt spr., dat er bij hem geen bezwaar
bestaat om op 1' Januari 1929 de kwestie van het
verplegend personeel te effectueeren. Aan dezen da
tum wil spr. vasthouden.
Ten aanzien van de arbeidswet, zegt spr. nog, dat
hij niet bereid is, deze wet te suapendeeren voor be
paalde groepen. Daarvoor zou noodig zijn dat er bij
het Nederlandsche volk een meerderheid is, die er
van overtuigd is. dat men met de arbeidswet op den
verkeerden weg, is gegaan. De kwestie der rusttijden
voor het winkelpersoneel wenscht de minister sa
men met de winkelsluitingswet af te doen.
Naar aanleiding van de opmerkingen over den ar
beid in het landbouwbedrijf ontkent spr. dat hij niet
op de hoogte zou zijn van de toestanden in dat be
drijf. Ook spr. hoopt, dat de partijen spoedig tot
ekaar zullen komen.
BUITENLANDSCHE ZAKEN.
Vrijdagmiddag kwam in behandeling de begroo
ting van Buitenlandsche Zaken, waarvan de alge-
zdmom b&sobeuvrtBgKa vran&aa Ingeleid door dep touw la op h«t dorp vewutoedelijk niet te lcrijgtn.
heer M&rch&nt (v^L) met te beepreken de verhouding
■van ons land ten opzichte van België. Spr. meende
dat men zich los moest maken van het standpunt,
dat Nederland in zake de regeling met België tot
prestaties verplicht zou zijn en waarschuwde
tegen onderlinge garantieverdragen, die tegen het
beginsel van den Volkenbond ingaan en ontwape
ning tegenhouden. Spr. huldigde verder minister
Beelaerts voor diens werk, te Genève verricht, een
huldiging, waarbij de anti-revolutionnaire leider, do
heer Heemskerk, zich gaarne aansloot, waarbij hij
toch echter nog eenige critische opmerkingen laat
hooren in verband met oorlogsmogelijkheden, ^aar-
bij wijzende op het groote gevaar van oorlog door de
ondergrondsche revolutionnaire actie van Moskoud.
Door den heer Vliegen (s.d.) wordt nog altijd de
verwerping van het Ned.-Belgische verdrag betreurd,
dat zeer zeker de moeilijkheden, welke tusschen ons
land en België bestaan, had opgelost. Van deze op
lossing zal nu wel niet veel meer komen, zegt spr.,
nu bij de laatste kabinetswisseling in België de prin-
cipieele ontwapenaar Vandervelde vervangen is
door den man van de Linuburgsche circulaire van
1919. Spr. waarschuwt tenslotte tegen het aannemen
van een te lange afwachtende houding in verband
met bet groote gevaar van inmenging van derden.
De heer Knottenbelt (v.b.) meent o.m., dat de on
derhandelingen met Duitschland over vergoeding
van zeeoorlogsschade nu al lang genoeg geduurd
hebben, zoodat de tijd gekomen schijnt, een onpar
tijdig oordeel in te roepen.
De heer Cramer (s.d!) pleitte voor de opneming
van België als zelfstandig lid van den Volkenbond,
terwijl de heer Bierema (v.b.) er op aandrong, dat
ons land handelsverdragonderhandelingen met
Spanje aanknoopte.
De heer Rijckevorsel (r.k.) zegt, dat de katholieken
den minister geluk wensrhen met het succes dat deze
in het belang van de ontwapening te Genève be
haald beeft. Spr. wil er echter op wijzen, dat aan
het streven naar veiligheid bezwaren verbonden
zijn, en hij hoopte, dat de Nederlandsche delegatie
waakzaam zal blijven en zich niet zal laten drijven
tot besluiten in 9trijd met Nederlandsche belangen.
De heer Schokking (c.h.) meende, 'dat pogingen
tot vermindering der bewapening zonder meer zijn
en blijven kunstmatig, want veiligheid en arbitrage
zijn de wegen, om. tot deze vermindering te geraken.
De heer Hermans (r.k.) hoopte o.a., dat de regee
ring met kracht zal optreden, opdat aan de Neder
landsche belangen door Duitschland de onrechtma
tig tijdens den oorlog toegebrachte schade zal wor
den vergoed, terwijl mevrouw Bakker—Nort (v.d.)
o.m. nog aandrong rekening te houden met de na
tionaliteit van de vrouw op de a.s. conferentie in
zake de codificatie van het volkenrecht.
BUITENGEWONE ZITTING. DER MEERVOUDIGE STRAFKAMER, OP VRIJDAG 25 NOVEMBER 1927.
Onder groote belangstelling wordt heden de ge
ruchtmakende zaak uit Het Veld, gemeente Oude
Niedorp, door de meervoudige strafkamer, bestaande
uit Mr. Ledeboer, fung. president, Mrs. Muller en
Ubbens, bijzittende rechters, mr. v. ds. Feen de Lillik,
officier en mr. Couvee, griffier, behandeld.
De verdachte Maria Petronella N., oud 59 jaar, zon
der beroep, staat terecht ter zake poging tot moord,
doodslag, zware of gewone mishandeling, gepleegd in
den nacht van 83 op 24 Sept. op haren echtge
noot P. Jansen, met gebruikmaking van een t cheer-
mes.
Verdachte, een lange vrouw, die er nog tamelijk
goed geconserveerd uitziet, ontkent hetgeen haar is
ten laste gelegd. Zij heeft geen mes in de handen ge
had. Zij sliep niet altijd bij haar echtgenoot De ver-
standhouding was niet al te best, zegt verdachte. Er
bestond tusschen het echtpaar kwestie over een spaar-
bankboèkje. Dien Vrijdag is er geen scène tusschen
hen geweest
Omstreeks half 10 is de vrouw naar bed gegaan,
eerst sliep ze alleen, maar omdat het zulk ongunstig
weer was, is zij met toestemming van hem bij hem
gekropen. Zij is toen tweemaal uit bed gegaan, om
te voldoen aan een natuurlijke behoefte.
Eensklaps is haar man opgesprongen en riep; Jij
heb me gestoken. Verdachte zei toen: ik heb je niet
gestoken, dat moet 'dan een ander zijn geweest.
Haar man hield haar steeds vast, terwijl ze beiden
uit het bed waren gesprongen. Zij was vreeselijk ge
schrokken. Zij heeft niets van een ander persoon ge
merkt. Wel was het haar toegeschenen of er iets over
haar heen ging.
Verdachte en haar man zijn al worstelend naar de
gang en naar buiten geraakt. Er stond een raam open,
want het was dien nacht nogal warm.
De man had wonden in de keel, arah, rug, en buik.
De echtgenoot
Als eerste getuige wordt gehoord de echtgenoot
Petrus Jansen, oud 52 jaar, timmerman te Het Veld,
gem. Oude Niedorp. Hij maakt geen bezwaar den eed
af te leggen. Hij is op 29 Juni van dit jaar met ver
dachte gehuwd. Zij was geen goede vrouw, hoewel ge
tuige haar graag mocht Zij kon niet met geld om
gaan. Op 19 September is er ruzie geweest over geld
zaken. Getuige wilde het beheer, want zoo kon er
niks van komen. Getuige was op den dag nooit thuis
en zijn vrouw maakte hem alles wijs.
Zij kreeg f 25 per week huishoudgeld en 's Zondags
tevoren was er f 180 in de kast, toen heeft getuige
daarvan f 150 zelf onder zijn berusting genomen.
Getuige is op 23 September bij zijn dorpsgenoot Jong
geweest en heeft met hem over zijn huiselijke omstan
digheden gesproken. Hij moet hebben gezegd, dat zijn
vrouw het geld zóó maar uitgaf en dat zij nu be
loofd had het geld, dat zij nog op een spaarbank
boekje had staan, op getuige te doen overschrijven.
Getuige toont een spaarbankboekje met f500, dat
het eigendom is van zijn vrouw. Dit geld moet echter,
volgens verdachte, het eigendom zijn van zekere me
vrouw Smit Verdachte zegt, niet genegen te zijn ge
weest het geld op naam van P. Jansen te» laten zetten.
Voorts verklaart hij, dat hij eens per week bij ver-
wezig, ter demonstratie uitgepakt.
De vingers die getuige betastten, waren die van zijn
vrouw en niet die van 'n ander.
De verdachte zegt, dat zij haar man niet heeft be
tast
Getuige heeft opeens een snede gevoeld in zijn hals
en hij schreeuwde, overeind vliegend, Groote God,
vrouw, wat wil je? Hij bloedde hevig 'en is uit hetdhr aan
bed gesprongen en kreeg ook nog 'n snede in den i
Het scheermes heen Kooiman buiten gevonden, ln
dén modder. Er zaten bloedvlekken op. Het touw lag
in een half geopende lade van een kast.
De president vestigt de aandacht van verdachte
op deze verzwarende omstandigheden.
Verdachte zegt, de lade te hebben geopend, tenein
de er een paar kousen uit te halen. Verdachte heeft
bij den gem.-veldwachter geinformeerd naar den
toestand van haar man. Zij zeide toen, dat zij het
zelf niet had gedaan, doch er was te kort bloed
gevloeid.
Verdachte zegt, niet te weten, dat te hebben gezegd.
Voorts verklaart getuige, dat Jansen niet ongun
stig bekend staat. Hij is geen dronkaard. Hij moet
met kennis 'dronken zijn geweest, doch dit heeft ge
tuige niet gezien. Hij was toen met zijn vrouw te
kermis. De vrouw schijnt ook boven haar thee te
zijn geweest, doch zij zegt, dat dit kwam omdat men
ongemerkt jenever in het bier had gemengd. Over
't algemeen is de opinie van den veldwachter over
Jansen niet ongunstig.
Verdediger acht deze verklaring te vaag en stelt
getuige daaromtrent meerdere vragen. Ook omtrent
uen verkoop van het huisje. Een scheermesdoos is
gevonden op zolder door den gem.-veldwachter. Bij-
het eerste onderzoek in loco is dit voorwerp aan do
aandacht van den veldwachter ontsnapt.
Getuige Jan Jansen, is schoonbroeder van ver
dachte. Deze is in den nacht van 23 op 24 Sept. ge
wekt door luide stemmen. Het bleek zijn broeder te
zijn met zijn vrouw. De broer riep, dat zijn vrouw
hem wou vermoorden, ri5caar de vrouw zeide: „Man,
hoe kan jij dat zeggen, er was toch 'n man in huis,
die over mij heenreikte. Get. heeft verzoek' van
Admiraal, waar hij thuis is, de politie gehaald.
Getuige Neeltje Jansen, huisvr. J. Admiraal, is de
zuster van de H.H. Gebroeders Jansen. Zij heeft een
scheermes gevonden en aan veldwachter Kooiman
aangewezen. Meer kon [het vrouwtje niet verklaren.
Haar broer is een doetje.
Daarna wordt gehoord getuige J. Admiraal,. Hij I's
getrouwd met de zuster van den man van ver
dachte. Hij heeft dien nacht in zijn woning aan
getroffen het echtpaar Jansen. De man beschuldig
de zijn vrouw een moordenares te zijn. De vrouw
zeide dat een vreemde* man het had gedaan.
Ten slotte verschijnt de heer Lietse v. d. Loon,
Hoofdinspecteur te Alkmaar, die verklaringen geeft
omtrent de bloedvlekken op het scheermes-lemmer.
Requisitoir.
De Officier van Justitie, requisitoir nemende, geeft
eene korte beschrijving van het gebeurde in de
bedstede en stelt daarna de volgende verklaringen
omtrent de oorzaak der verwondingen. Spreker acht
uitgesloten de mogelijkheid van zelfverwonding Hij
zou gek geweest zijn om in bed liggende, kami en
rustig zichzelf met een scheermes zoo te verwonden.
Voorts acht de Officier het zeer onwaarschijnlijk
dat een derde persoon de verwonding zou hebben
toegebracht. Niemand heeft er iets van gemerkt of
gezien. Deze mogelijkheden verwerpt derhalve het
O.M. Blijft over de schuld van verdachte.
Spreker wijst in dit verband op de onrust, die
verdachte reeds dien avond ten toon spreidde. ZJij
moest eenige malen het bed uit en ook de uitroep:
God. ben je wakker, Piet, doelden daarop. Voorts
memoreert spreker de betastingen door de vrouw
om de halsboord van Jansen1 los te maken, direct
daarop gevolgd door de zagende bewegingen met
een scherp voorwerp. Ook nadat beiden het bed zijn
uitgevlogen, heeft de vrouw Jansen nog verschillen
de verwondingen toegebracht. Spreker brengt nog
eenige waardevolle punten voor zijn meening naar
voren en komt ten slotte tot de overtuiging dat ver
dachte zich heeft schuldig gemaakt aan de haar
ten laste gelegde poging tot moord, of de subsidi
aire tenlasteleggingen. De Officier acht haar schuï-
poging tot moord en vordert 3 jaar
rechterschouder. Zij zijn beiden in den gang terecht
gekomen en daar heeft hij van de vrouw stompen
gehad en steken gevoeld in rug en buik.
Getuige is op bloote beenen de straat opgevlucht
naar zijn familie.
Dr. Maats is ontboden en deze heeft getuige ver
bonden.
gevangenisstraf.
Verdachte zegt onschuldig, te zijn.
Daarop krijgt Mr. Leesberg het woord, tot het
houden van zijn pleidooi. Deze ontwikkelt uitvoerig
zijn verdedigingssysteem tegenover het requisitoir
van den Officier van Justitie. Pleiter acht de ver
klaring van een getuige niet voldoende.
1 .x 'Wat 6r Köheurd is in dat huis, zal altijd wel een
hnd ili nonderkleeren worden uitge- geheim blijven pleiter is er a priori al van overtuigd
Dptp k a'Tr j dat de rechtbank uit deze behandeling, deze stuk-
luSrr «nliSÏ «n indruk van d«e ken niet de overtuiging van schuld zal kunnen vin-
óvfïhILd vm haar man" P m h6t 1 den' Voor,s is p!eiter vftn meenln* dat *<"n v®>-
uTnTtdb«itTewedM dekten ^^3 I ZfZ
dachte «eweest van den eersten man van ver i eenvoudige mishandeling. Ook in dit opzicht is ver-
Verd'achte reef dat ,msn Hit i dedi*er het niet met den Officier eens, zooals 'hij
kan hebben g j nader ^toont. Pleit* is van meenin*. dat niet
Om het hecht van het mes is gewikkeld een hoe
veelheid touw, teneinde te beletten dat het lemmet
dicht zou slaan.
Verdachte zegt, dat zij 360 gulden heeft betaald, de
onkosten van het trouwen en het feest ook.
de vrouw maar de man zelf de dader is. Het l®
van hem een poging, om van die vrouw af te komen.
Pleiter brengt in 'herinnering den zelfmoord van
vrouw Boes te Schagen, om. aan te toonen, hoe on
waarschijnlijk de opgaaf is van Jansen, die zeide,
dat zijn vrouw hem met een scheermes over zijn
Getuige ontkent dit.
Ook ontkent getuige meubels te hebben verkocht.
Getuige heeft den boedel voor f3000 verzekerd, wat
verdediger vreeselijk hoog vindt.
Getuige ontkent gezegd te hebben dat hij, als het
onweerde, hij den boedel in brand zou steken.
Voorts noemt hij leugen, dat hij meermalen dron
ken thuis kwam.
Zijn vrouw, die zegt, dat hij de stoelen wilde ver-
koopen, zegt hij: Je liegt het, mensch!
Hij heeft direct gezegd, dat het scheermes was van
zijn vrouw en niet alleen bij het laatste verhoor.
Getuige kan zich niet herinneren in het bed in zijn
nek te zijn gesneden.
Was het uw bedoeling, vraagt verdediger, om van
die vrouw af te komen?
Getuige antwoordt ontkennend.
Getuige is pas drie October weer in het huis terug
gekeerd»
Verdachte die wil scheiden, zegt dat haar man een
'bedrieger was.
Getuige ontkent voorts, zich zelf de wónden te heb
ben toegebracht.
Aan een juffrouw met wie zij uit de kerk kwam,
heeft verdachte gezegd, dat haar man zoo goed was.
Verdachte zegt dat kan gebeurd zijn in de eerste
veertien dagen, toen gedroeg hij zich goed.
Haar man was een groot zwijn, zegt verdachte.
T j -v a" r Dr. P. Maats uit Nieuwe Medorp, getuige-deskun-
dachte sliep. In den bewusten nacht onweerde het dige, heeft Jansen behandeld en deelt daaromtrent
Verdediger mr. Leesberg, vraagt aan getuige, of hij .*1Jn v^0UT^_"em' mei een scheermes over zijn
Maandags niet tegen de vrouw heeft gezegd: als Je No? meerdere feiten worden door
mij het geld niet geeft, dan zal ik je wuigenl pleiter gereleveerd om duidelijk te maken, dat de
/»-...• .1 imnri rvr» ci.llo Tn oriio /Ia vmivtir ...i 1A t~. «ïiv*
traan op alle manieren de vrouw kwijt wilde zijn.
Met betrekking tot de aanwijzingen beweert plei
ter dat het niet is uitgesloten, datde man de ver
wondingen zich zelf heeft toegebracht.
Pleiter concludeert ten slotte ontslag van' 'rechts
vervolging en vrijspraak voor de eenvoudige mishan-
1 deling, alsmede verzoekt pleiter onmiddellijke Jn-
vrijheids stellino.
In zijn rerriek acht de Officier het element van
het opzet voldoende omschreven. Ook wat aanbe
langt de zelfverwonding van den man. Hij had dan
iederen avond wel met een scheermes naar bed
moeten gaan. De Officier persisteert ten slotte bij
ziin requisitoir en verzet zich tegen de invrijheids-
stelling van verdachte.
Pleiter dupliceert en acht zijn systeem van ver
dediging d'oor de repliek niet aangetast. Pleiter is
overtuigd, dat de rechtbank zich zal moeten onthou
den eeni oordeel uiit te spreken. Pleiter handhaaft
ten slotte zijn conclusiën.
InvrijiheidsstelJing wordt geweigerd.
WÊÊfÊÊ
Hij vond het ongepast dat zijn vrouw nooit bij hem
sliep.
De president zegt daarop, dat gehuwde menschon.
bij elkaar behooren te slapen.
Ook beweert getuige, dat zijn vrouw nimmer bij.
hem in bed kwam.
De vrouw zegt, dat zij moeilijk kon slapen met z'n
beiden.
Zij gelooft, dat zij in de 7 weken dat zij getrouwd
waren, 4 a 5 maal in de bedstee bij haar man heeft
geslapen.
Getuige Jansen is om 9 uur naar bed gegaan in
den bewusten moordnacht en om 10 uur is zijn vrouw
•bij hem gekomen. Zij was bang, omdat het ruw weer
was, doch het onweerde niet.
Omstreeks 1 uur is de vrouw uit bed gegaan en
toen zij getuige: Ben je d'r uit? Zij heeft toen aan
een natuurlijke behoefte voldaan. Toen is zij weer in
bed gekomen en de vrouw zeide: Ga nu maar gauw
'slapen. Zij ging toen op haar rug liggen en pakte
getuige bij zijn hals.
i Op last van den president wordt het pak onder
goed van getuige, als stukken van overtuiging aan
zijn bevinding mede. Getuige Jansen bevond zich ten
huize van de familie Admiraal en vertoonde verschil
lende snijwonden, niet diep. Die wonden kunnen met
een scheermes zijn toegebracht. De wond in den rug
was 30 c.M. lang, Al deze wonden zijn normaal gene
zen. De wonden achter in den hals kunnen door ge
tuide Jansen niet zelf zijn toegebracht
Verdediger meent, dat men de snede over den rug
wel zelf kan toebrengen.
De getuige deskundige geeft voorts grif toe, dat de
andere wonden door getuige zelf kunnen worden
toegebracht
Getuige Kooiman, veldwachter te Oude Niedorp,
heeft in den nacht van, 23 op 24 September een be
zoek gebracht in de woning van Jansen en daar een
onderzoek ingesteld. Hij heeft niets verdachts 'ge
vonden. Do hor stond in het raam, In de deur was
oen ruit stuk. Hij heoft het huis gesloten. In de
keuken lag een glaasje kapot Het bed van de vrouw
boven was beslapen geweest In de bedstede bene
den was het beddegoed omgewoeld. In het laken
bevonden zich sneden, Voorts heeft de veldwachter
gevonden en in beslag genomen 'n hoeveelheid
VAN GROOTE BETEEKENIS VAN, 'S LANDS
TOESTAND,
f
Donderdagmorgen ia éón van Rbomonië*s meest
vooraanstaande mannen^ zoo niet de allerhoogste,
in den lande, heengoga&n. Het la Joon Bratianu, de
minister-president, die tengevolge van een keelope
ratie is gestorven. Welke gevolgen het heengaan,
van Bratianu voor Roemenië zal hebben, is nog niet
te overzien, maar zij kunnen geweldig zijn. want
Bratianu was in zijn land een machtig man. die
op de Roemecnsche politiek van de laatste 18 jaren
zij-n stempel heeft gedrukt-
Zijn overlijden, zegt de N.R.Crt. o.m., heeft grooter
beteekenis dan die van het heengaan van het hoofd!
van een1 regeering en een meerderheidspartij dat
spoedig door een ander vervangen kan worden. In
de verwarde Roemecnsche partij-politiek spelen de
personen die de partijen lelden, een voel gooter rol
dan de partijprogramma's en de partijbeginselen en.
in Bratianu'» handen liepen op dit oogenblik de
krachtig aangetrokken teugels van een autocratisch
bewind samen dat met straffe maatregelen werkte
touw; dergelijk touw e&t ook om het mee. Dergelijk om het land ln lijn geest te besturen. De ceneuur