Schager Courant EEN BEJAARDE VROUW STAAT TERECHT WEGENS POGING TOT MOORD OP HAAR ECHTGENOOT. Vijfde Blad. Tweede Kamer. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Gemengd Nieuws. De dood van Roemenië's Minister-President Zaterdag 26 November 1927 70ste Jaargang. No. 8159. DB BEGROOTINO VAN BINNENLANDBCHE ZAKEN AANGENOMEN. (Bij de voortgezette behandeling van de begrooting •voor Binneniandsche Zaken en Landbouw zette minister Kan zijn afgebroken rede van Woensdag avond voort, waarbij bij: het eerst sprak over het ont werp tot wettelijke regeling van de pacht, welk ont werp in voorbereiding ia en zijn weg gevonden heeft naar het departement van Justitie. De minister merkte hiebiji op, dat men echter niet te hooge ver wachtingen moest hebben van het ingrijpen van den wetgever. Economische vraagstukken laten' zich niet dwingen. Wat den invoer van planten in Amerika betreft, reeds bij' de interpellatie-Lovink waren in- terpellant en regeering het er volmaakt over eens, dat Amerika tegenover ons niet „sportief" handelde. Sinds hebben we de conferentie van Genève ge kregen, die heeft geleid tot de conventie inzake de in- en uitvoerverboden. Reeds zijn er teekenen die wijzen op kentering in Amerika. De Amerikaansche minister van buitenlandsche zaken heeft er reeds bij. zijn ambtgenoot van landbouw op aangedrongen geen maatregelen tegen den' invoer van planten te nemen zonder hem erin te kennen. Spr. heeft inder tijd den minister van landbouw geschreven hem mede te doelen, wanneer er planten besmet in Ame rika waren ingekomen. In Februari heeft de mi nister hem geantwoord, dat slechts in twee zendin gen narciesenbollen larven waren aangetroffen van «chadelijke insecten. Spr. heeft toen aangedrongen op vrijen1 invoer van narcissenbollen, die hier de warmwaterbehandeling, hadden ondergaan. Daarop jvolgde echter een afwijzend antwoord. Vrees voor [besmetting kan dus de reden van -het verbod niet MJn. Spr. zal onmiddellijk met den minister van luitenlandsche zaken overleg piefeen om opnieuw 'n ingend vertoog tot de regeering te richten. Het genblik i® daarvoor thans zeer gunstig. Voor een landbouwraad' voelde de minister niet veel, doch wèl wilde bij een onderzoek laten instel len naar de werking van de landbouwraden in het buitenland- Zooveel mogelijk zal de regeering doen wat in haar vermogen ligt om de moeilijkheden van den landbouw tot oplossing te brengen. Er zijn evenwel eenige voor den landbouw gunstige verschijnselen, o.a. de vermeerderde uitvoer van landbouwproduc ten (in 1927 voo-r 85 imillioen méér dan in 1926) en de omstandigheid' dat de veestapel vrij is van mond- ;en klauwzeer. Het landbouwonderwijs wordt zooveel mogelijk uit gebreid. De minister zegde voorts nog overweging, van verschillende wenschen toe; o.a. naar de moge- lijkheid van oprichting van een stikstoffabriek. Om de grenzen van de landarbeiderswet te verruimen gaat moeilijk. Biji de artikelsgewij'ze behandeling worden door verschillende afgevaardigden vragen en voorstellen gedaan, om tot verbetering in den toestand van het landbouwbedrijf te komen, zooals de aanstelling Jvan een tweeden pluimveeconsulent, waartoe de minister gaarne, zooals hij zeide, over zou gaan, in dien het eenigszins mogelijk was. Hij; waarschuwde echter tegen het denkbeeld om in verband met het gevaar voor onzen veestapel, den invoer van buiten- la,nd®c'h vleesch te verbieden. Met een dergelijk in voerverbod moet men uiterst voorzichtig zijn, aldus de minister, want wanneer het noodig is vleesch uit het buitenland te weren, dan mag dit alleen eschieden op geen andere gronden dan dat het smet zou zijn. Anders zou men ons kunnen ver in wat wij' Amerika ter zake van de bollen- invoerbelemmeringen doen. De heer Weitkamp. van wien het denkbeeld was Uitgegaan, wijst er nog op, dat bet Argentijnscho vleesch een' permanent gevaar voor onzen veestapel is. Het gaat om onzen veestapel en niet om het rtectionisme. Op een desbetreffende opmerking, des heeren Van Rappard (vb.) zeide de Minister te zullen overwegen of de regeering 'het initiatief kan nemen tot bijeenroeping van een conferentie tot int. bestriji- ding van het mond»- en 'klauwzeer. Vervolgens koenen de visscherijen in bespreking, waarbij aangedrongen wordt op maatregelen tot ver siering van den toestand der Zuiderzeevisschers, die bijna ondragelijk is. zooala de beer Van der pit (r.k.) zich uitdrukte, volgens wien de minister >ze visschers te hulp moet komen, door hun toe- te gaven op de besomming, of op andere wijze, aarop de minister wil beloven, te overwegen of er /oor de Zuiderzéevisschers in den overgangstijd, het ?en en ander kan worden ged'aan. De begrooting van Binneniandsche Zaken en 'ndbouw werd' daarna z. 'h .s. aangenomen even- sis de begrooting voor 1928 van de Landsdrukkerij» VOORTZETTING ARBEIDSBEGROOTINGL Nadat de voorzitter den leden er op gewezen had, om in hun beschouwingen zooveel mogelijk beknopt heid te betrachten, cxmdat de Kamer met haar be- tingsarbeid niet onbelangrijk bij verleden jaar i ten achter is, terwijl het de bedoeling is vóór Kerst- mis niet alleen de begrooting, maar ook nog andere iderwerpen af te doen, werdi met behandeling van J Aïbeidsbegrooting voortgegaan. Door verschillende afgevaardigden wervï uitbrei ding van de Arbeidswet bepleit, j' Zoo moet volgens de meening van den heer Ver wit (r.k.) het 'beschermende karakter in de Kamer •oor de Arbeidswet gehandhaafd blijven, welke so ciale arbeid echter verder moet worden ontwik- ieki, waarbijl een verzoening moet plaats hebben tosschen de eiscben van de werkgevers en die van do arbeiders. Spr. vraagt den minister, hoe hij zich de verdere ontwikkeling, van de arbeidswetgeving denkt. Ia ook de (minister van oordeel, dat men daarbij moet uitgaan van de verzoeningsgedachte? Vaststaat, dat er iets gedaan moet worden, want in den teg,en.woorddgien toestand mag niet worden be rust. Mevrouw Bakker—Nort (v.d.) pleit voor arbeide- regeling voor het verplegend personeel en de on- menschelijk lange werktijden voor kellners en ander personeel in hotels, restaurants en lunchrooms. Ver der dringt zij aan op een' wekelijkschen rustdag voor de musici en drukt zij' haar spijt uit over de afzon- derlijke regeling welke in het land- en tuinbouw bedrijf getroffen is voor vrouwen en jeugdige persoe nen. De heer Stenhuis (s.di.) noemt het een schande, ïooals in sommige Nederlandsche bedrijven de ar beiders „geëxploiteerd" worden en verwijt den mi nister en de Kamer, dat ze hieraan meewerken, j voorts zegt spr., dat'hij den rijksbemiddelaar mr. "e des niet geschikt acht voor zijn taak. waarbij tor. melding maakt van twee gevallen, in welke de J beer De Vries op z.i. zeer verkeerde wijze is op>- letreden. De heer De Vries handalt stuntelig en onbeholpen en weer) dasst# mOS. alet, vrat gfr is. Het vertrouwen bij de partijen beeft dese be middelaar dan ook gebeel verloren. De heer Joekes (v.d.) merkt op, dat de minister niet opschiet met de gewenschte noodlge regelingen en op 'het oogentolik wordt nog met spanning ge wacht op, afdoening van verschillende urgente zaken Door den heer Brautigam' (s.d.) worden in hoofd zaak cle lange arbeidstijden in het transportbedrijf behandeld, welke naar sprekers meening ontzettend lang zijn. Eicn felle critiek op het beleid van den minister wordt daarna uitgeoefend door de beide socialisti sche afgevaardigden, de heer Schaper en mejuffr. Groeneweg. De minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, de heer Slotemaker de Bruine, zegt. dat hij het met den heer Veraart eens is, dat bij de verdere ontwik keling van de sociale wetgeving uitgegaan moet worden van de gedachte van verzoening tusschen beide partijen. Ten aanzien van de chauffeurs zegt spr., gaarne eons met zijn ambtgenoot van waterstaat te willen gaan praten of een oplossing mogelijk is in den zin zoo als de heer Brautigam' verlangt. Ten opzichte van 'het instituut der rijksbemidde laars verwijst spr. naar een artikel in het Centrum een blad waaraan een der bemiddelaars nauw ver bonden is. In dat artikel wordt gezegd, dat het in stituut uitstekend werkt. Spreker wil niet ingaan o-p de opmerkingen over de persoon .van een der bemiddelaars, mede omdat hij! van oordeel is. dat dergelijke zaken niet in het openbaar moeten wor den behandeld'. Verder zegt spr., dat er bij hem geen bezwaar bestaat om op 1' Januari 1929 de kwestie van het verplegend personeel te effectueeren. Aan dezen da tum wil spr. vasthouden. Ten aanzien van de arbeidswet, zegt spr. nog, dat hij niet bereid is, deze wet te suapendeeren voor be paalde groepen. Daarvoor zou noodig zijn dat er bij het Nederlandsche volk een meerderheid is, die er van overtuigd is. dat men met de arbeidswet op den verkeerden weg, is gegaan. De kwestie der rusttijden voor het winkelpersoneel wenscht de minister sa men met de winkelsluitingswet af te doen. Naar aanleiding van de opmerkingen over den ar beid in het landbouwbedrijf ontkent spr. dat hij niet op de hoogte zou zijn van de toestanden in dat be drijf. Ook spr. hoopt, dat de partijen spoedig tot ekaar zullen komen. BUITENLANDSCHE ZAKEN. Vrijdagmiddag kwam in behandeling de begroo ting van Buitenlandsche Zaken, waarvan de alge- zdmom b&sobeuvrtBgKa vran&aa Ingeleid door dep touw la op h«t dorp vewutoedelijk niet te lcrijgtn. heer M&rch&nt (v^L) met te beepreken de verhouding ■van ons land ten opzichte van België. Spr. meende dat men zich los moest maken van het standpunt, dat Nederland in zake de regeling met België tot prestaties verplicht zou zijn en waarschuwde tegen onderlinge garantieverdragen, die tegen het beginsel van den Volkenbond ingaan en ontwape ning tegenhouden. Spr. huldigde verder minister Beelaerts voor diens werk, te Genève verricht, een huldiging, waarbij de anti-revolutionnaire leider, do heer Heemskerk, zich gaarne aansloot, waarbij hij toch echter nog eenige critische opmerkingen laat hooren in verband met oorlogsmogelijkheden, ^aar- bij wijzende op het groote gevaar van oorlog door de ondergrondsche revolutionnaire actie van Moskoud. Door den heer Vliegen (s.d.) wordt nog altijd de verwerping van het Ned.-Belgische verdrag betreurd, dat zeer zeker de moeilijkheden, welke tusschen ons land en België bestaan, had opgelost. Van deze op lossing zal nu wel niet veel meer komen, zegt spr., nu bij de laatste kabinetswisseling in België de prin- cipieele ontwapenaar Vandervelde vervangen is door den man van de Linuburgsche circulaire van 1919. Spr. waarschuwt tenslotte tegen het aannemen van een te lange afwachtende houding in verband met bet groote gevaar van inmenging van derden. De heer Knottenbelt (v.b.) meent o.m., dat de on derhandelingen met Duitschland over vergoeding van zeeoorlogsschade nu al lang genoeg geduurd hebben, zoodat de tijd gekomen schijnt, een onpar tijdig oordeel in te roepen. De heer Cramer (s.d!) pleitte voor de opneming van België als zelfstandig lid van den Volkenbond, terwijl de heer Bierema (v.b.) er op aandrong, dat ons land handelsverdragonderhandelingen met Spanje aanknoopte. De heer Rijckevorsel (r.k.) zegt, dat de katholieken den minister geluk wensrhen met het succes dat deze in het belang van de ontwapening te Genève be haald beeft. Spr. wil er echter op wijzen, dat aan het streven naar veiligheid bezwaren verbonden zijn, en hij hoopte, dat de Nederlandsche delegatie waakzaam zal blijven en zich niet zal laten drijven tot besluiten in 9trijd met Nederlandsche belangen. De heer Schokking (c.h.) meende, 'dat pogingen tot vermindering der bewapening zonder meer zijn en blijven kunstmatig, want veiligheid en arbitrage zijn de wegen, om. tot deze vermindering te geraken. De heer Hermans (r.k.) hoopte o.a., dat de regee ring met kracht zal optreden, opdat aan de Neder landsche belangen door Duitschland de onrechtma tig tijdens den oorlog toegebrachte schade zal wor den vergoed, terwijl mevrouw Bakker—Nort (v.d.) o.m. nog aandrong rekening te houden met de na tionaliteit van de vrouw op de a.s. conferentie in zake de codificatie van het volkenrecht. BUITENGEWONE ZITTING. DER MEERVOUDIGE STRAFKAMER, OP VRIJDAG 25 NOVEMBER 1927. Onder groote belangstelling wordt heden de ge ruchtmakende zaak uit Het Veld, gemeente Oude Niedorp, door de meervoudige strafkamer, bestaande uit Mr. Ledeboer, fung. president, Mrs. Muller en Ubbens, bijzittende rechters, mr. v. ds. Feen de Lillik, officier en mr. Couvee, griffier, behandeld. De verdachte Maria Petronella N., oud 59 jaar, zon der beroep, staat terecht ter zake poging tot moord, doodslag, zware of gewone mishandeling, gepleegd in den nacht van 83 op 24 Sept. op haren echtge noot P. Jansen, met gebruikmaking van een t cheer- mes. Verdachte, een lange vrouw, die er nog tamelijk goed geconserveerd uitziet, ontkent hetgeen haar is ten laste gelegd. Zij heeft geen mes in de handen ge had. Zij sliep niet altijd bij haar echtgenoot De ver- standhouding was niet al te best, zegt verdachte. Er bestond tusschen het echtpaar kwestie over een spaar- bankboèkje. Dien Vrijdag is er geen scène tusschen hen geweest Omstreeks half 10 is de vrouw naar bed gegaan, eerst sliep ze alleen, maar omdat het zulk ongunstig weer was, is zij met toestemming van hem bij hem gekropen. Zij is toen tweemaal uit bed gegaan, om te voldoen aan een natuurlijke behoefte. Eensklaps is haar man opgesprongen en riep; Jij heb me gestoken. Verdachte zei toen: ik heb je niet gestoken, dat moet 'dan een ander zijn geweest. Haar man hield haar steeds vast, terwijl ze beiden uit het bed waren gesprongen. Zij was vreeselijk ge schrokken. Zij heeft niets van een ander persoon ge merkt. Wel was het haar toegeschenen of er iets over haar heen ging. Verdachte en haar man zijn al worstelend naar de gang en naar buiten geraakt. Er stond een raam open, want het was dien nacht nogal warm. De man had wonden in de keel, arah, rug, en buik. De echtgenoot Als eerste getuige wordt gehoord de echtgenoot Petrus Jansen, oud 52 jaar, timmerman te Het Veld, gem. Oude Niedorp. Hij maakt geen bezwaar den eed af te leggen. Hij is op 29 Juni van dit jaar met ver dachte gehuwd. Zij was geen goede vrouw, hoewel ge tuige haar graag mocht Zij kon niet met geld om gaan. Op 19 September is er ruzie geweest over geld zaken. Getuige wilde het beheer, want zoo kon er niks van komen. Getuige was op den dag nooit thuis en zijn vrouw maakte hem alles wijs. Zij kreeg f 25 per week huishoudgeld en 's Zondags tevoren was er f 180 in de kast, toen heeft getuige daarvan f 150 zelf onder zijn berusting genomen. Getuige is op 23 September bij zijn dorpsgenoot Jong geweest en heeft met hem over zijn huiselijke omstan digheden gesproken. Hij moet hebben gezegd, dat zijn vrouw het geld zóó maar uitgaf en dat zij nu be loofd had het geld, dat zij nog op een spaarbank boekje had staan, op getuige te doen overschrijven. Getuige toont een spaarbankboekje met f500, dat het eigendom is van zijn vrouw. Dit geld moet echter, volgens verdachte, het eigendom zijn van zekere me vrouw Smit Verdachte zegt, niet genegen te zijn ge weest het geld op naam van P. Jansen te» laten zetten. Voorts verklaart hij, dat hij eens per week bij ver- wezig, ter demonstratie uitgepakt. De vingers die getuige betastten, waren die van zijn vrouw en niet die van 'n ander. De verdachte zegt, dat zij haar man niet heeft be tast Getuige heeft opeens een snede gevoeld in zijn hals en hij schreeuwde, overeind vliegend, Groote God, vrouw, wat wil je? Hij bloedde hevig 'en is uit hetdhr aan bed gesprongen en kreeg ook nog 'n snede in den i Het scheermes heen Kooiman buiten gevonden, ln dén modder. Er zaten bloedvlekken op. Het touw lag in een half geopende lade van een kast. De president vestigt de aandacht van verdachte op deze verzwarende omstandigheden. Verdachte zegt, de lade te hebben geopend, tenein de er een paar kousen uit te halen. Verdachte heeft bij den gem.-veldwachter geinformeerd naar den toestand van haar man. Zij zeide toen, dat zij het zelf niet had gedaan, doch er was te kort bloed gevloeid. Verdachte zegt, niet te weten, dat te hebben gezegd. Voorts verklaart getuige, dat Jansen niet ongun stig bekend staat. Hij is geen dronkaard. Hij moet met kennis 'dronken zijn geweest, doch dit heeft ge tuige niet gezien. Hij was toen met zijn vrouw te kermis. De vrouw schijnt ook boven haar thee te zijn geweest, doch zij zegt, dat dit kwam omdat men ongemerkt jenever in het bier had gemengd. Over 't algemeen is de opinie van den veldwachter over Jansen niet ongunstig. Verdediger acht deze verklaring te vaag en stelt getuige daaromtrent meerdere vragen. Ook omtrent uen verkoop van het huisje. Een scheermesdoos is gevonden op zolder door den gem.-veldwachter. Bij- het eerste onderzoek in loco is dit voorwerp aan do aandacht van den veldwachter ontsnapt. Getuige Jan Jansen, is schoonbroeder van ver dachte. Deze is in den nacht van 23 op 24 Sept. ge wekt door luide stemmen. Het bleek zijn broeder te zijn met zijn vrouw. De broer riep, dat zijn vrouw hem wou vermoorden, ri5caar de vrouw zeide: „Man, hoe kan jij dat zeggen, er was toch 'n man in huis, die over mij heenreikte. Get. heeft verzoek' van Admiraal, waar hij thuis is, de politie gehaald. Getuige Neeltje Jansen, huisvr. J. Admiraal, is de zuster van de H.H. Gebroeders Jansen. Zij heeft een scheermes gevonden en aan veldwachter Kooiman aangewezen. Meer kon [het vrouwtje niet verklaren. Haar broer is een doetje. Daarna wordt gehoord getuige J. Admiraal,. Hij I's getrouwd met de zuster van den man van ver dachte. Hij heeft dien nacht in zijn woning aan getroffen het echtpaar Jansen. De man beschuldig de zijn vrouw een moordenares te zijn. De vrouw zeide dat een vreemde* man het had gedaan. Ten slotte verschijnt de heer Lietse v. d. Loon, Hoofdinspecteur te Alkmaar, die verklaringen geeft omtrent de bloedvlekken op het scheermes-lemmer. Requisitoir. De Officier van Justitie, requisitoir nemende, geeft eene korte beschrijving van het gebeurde in de bedstede en stelt daarna de volgende verklaringen omtrent de oorzaak der verwondingen. Spreker acht uitgesloten de mogelijkheid van zelfverwonding Hij zou gek geweest zijn om in bed liggende, kami en rustig zichzelf met een scheermes zoo te verwonden. Voorts acht de Officier het zeer onwaarschijnlijk dat een derde persoon de verwonding zou hebben toegebracht. Niemand heeft er iets van gemerkt of gezien. Deze mogelijkheden verwerpt derhalve het O.M. Blijft over de schuld van verdachte. Spreker wijst in dit verband op de onrust, die verdachte reeds dien avond ten toon spreidde. ZJij moest eenige malen het bed uit en ook de uitroep: God. ben je wakker, Piet, doelden daarop. Voorts memoreert spreker de betastingen door de vrouw om de halsboord van Jansen1 los te maken, direct daarop gevolgd door de zagende bewegingen met een scherp voorwerp. Ook nadat beiden het bed zijn uitgevlogen, heeft de vrouw Jansen nog verschillen de verwondingen toegebracht. Spreker brengt nog eenige waardevolle punten voor zijn meening naar voren en komt ten slotte tot de overtuiging dat ver dachte zich heeft schuldig gemaakt aan de haar ten laste gelegde poging tot moord, of de subsidi aire tenlasteleggingen. De Officier acht haar schuï- poging tot moord en vordert 3 jaar rechterschouder. Zij zijn beiden in den gang terecht gekomen en daar heeft hij van de vrouw stompen gehad en steken gevoeld in rug en buik. Getuige is op bloote beenen de straat opgevlucht naar zijn familie. Dr. Maats is ontboden en deze heeft getuige ver bonden. gevangenisstraf. Verdachte zegt onschuldig, te zijn. Daarop krijgt Mr. Leesberg het woord, tot het houden van zijn pleidooi. Deze ontwikkelt uitvoerig zijn verdedigingssysteem tegenover het requisitoir van den Officier van Justitie. Pleiter acht de ver klaring van een getuige niet voldoende. 1 .x 'Wat 6r Köheurd is in dat huis, zal altijd wel een hnd ili nonderkleeren worden uitge- geheim blijven pleiter is er a priori al van overtuigd Dptp k a'Tr j dat de rechtbank uit deze behandeling, deze stuk- luSrr «nliSÏ «n indruk van d«e ken niet de overtuiging van schuld zal kunnen vin- óvfïhILd vm haar man" P m h6t 1 den' Voor,s is p!eiter vftn meenln* dat *<"n v®>- uTnTtdb«itTewedM dekten ^^3 I ZfZ dachte «eweest van den eersten man van ver i eenvoudige mishandeling. Ook in dit opzicht is ver- Verd'achte reef dat ,msn Hit i dedi*er het niet met den Officier eens, zooals 'hij kan hebben g j nader ^toont. Pleit* is van meenin*. dat niet Om het hecht van het mes is gewikkeld een hoe veelheid touw, teneinde te beletten dat het lemmet dicht zou slaan. Verdachte zegt, dat zij 360 gulden heeft betaald, de onkosten van het trouwen en het feest ook. de vrouw maar de man zelf de dader is. Het l® van hem een poging, om van die vrouw af te komen. Pleiter brengt in 'herinnering den zelfmoord van vrouw Boes te Schagen, om. aan te toonen, hoe on waarschijnlijk de opgaaf is van Jansen, die zeide, dat zijn vrouw hem met een scheermes over zijn Getuige ontkent dit. Ook ontkent getuige meubels te hebben verkocht. Getuige heeft den boedel voor f3000 verzekerd, wat verdediger vreeselijk hoog vindt. Getuige ontkent gezegd te hebben dat hij, als het onweerde, hij den boedel in brand zou steken. Voorts noemt hij leugen, dat hij meermalen dron ken thuis kwam. Zijn vrouw, die zegt, dat hij de stoelen wilde ver- koopen, zegt hij: Je liegt het, mensch! Hij heeft direct gezegd, dat het scheermes was van zijn vrouw en niet alleen bij het laatste verhoor. Getuige kan zich niet herinneren in het bed in zijn nek te zijn gesneden. Was het uw bedoeling, vraagt verdediger, om van die vrouw af te komen? Getuige antwoordt ontkennend. Getuige is pas drie October weer in het huis terug gekeerd» Verdachte die wil scheiden, zegt dat haar man een 'bedrieger was. Getuige ontkent voorts, zich zelf de wónden te heb ben toegebracht. Aan een juffrouw met wie zij uit de kerk kwam, heeft verdachte gezegd, dat haar man zoo goed was. Verdachte zegt dat kan gebeurd zijn in de eerste veertien dagen, toen gedroeg hij zich goed. Haar man was een groot zwijn, zegt verdachte. T j -v a" r Dr. P. Maats uit Nieuwe Medorp, getuige-deskun- dachte sliep. In den bewusten nacht onweerde het dige, heeft Jansen behandeld en deelt daaromtrent Verdediger mr. Leesberg, vraagt aan getuige, of hij .*1Jn v^0UT^_"em' mei een scheermes over zijn Maandags niet tegen de vrouw heeft gezegd: als Je No? meerdere feiten worden door mij het geld niet geeft, dan zal ik je wuigenl pleiter gereleveerd om duidelijk te maken, dat de /»-...• .1 imnri rvr» ci.llo Tn oriio /Ia vmivtir ...i 1A t~. «ïiv* traan op alle manieren de vrouw kwijt wilde zijn. Met betrekking tot de aanwijzingen beweert plei ter dat het niet is uitgesloten, datde man de ver wondingen zich zelf heeft toegebracht. Pleiter concludeert ten slotte ontslag van' 'rechts vervolging en vrijspraak voor de eenvoudige mishan- 1 deling, alsmede verzoekt pleiter onmiddellijke Jn- vrijheids stellino. In zijn rerriek acht de Officier het element van het opzet voldoende omschreven. Ook wat aanbe langt de zelfverwonding van den man. Hij had dan iederen avond wel met een scheermes naar bed moeten gaan. De Officier persisteert ten slotte bij ziin requisitoir en verzet zich tegen de invrijheids- stelling van verdachte. Pleiter dupliceert en acht zijn systeem van ver dediging d'oor de repliek niet aangetast. Pleiter is overtuigd, dat de rechtbank zich zal moeten onthou den eeni oordeel uiit te spreken. Pleiter handhaaft ten slotte zijn conclusiën. InvrijiheidsstelJing wordt geweigerd. WÊÊfÊÊ Hij vond het ongepast dat zijn vrouw nooit bij hem sliep. De president zegt daarop, dat gehuwde menschon. bij elkaar behooren te slapen. Ook beweert getuige, dat zijn vrouw nimmer bij. hem in bed kwam. De vrouw zegt, dat zij moeilijk kon slapen met z'n beiden. Zij gelooft, dat zij in de 7 weken dat zij getrouwd waren, 4 a 5 maal in de bedstee bij haar man heeft geslapen. Getuige Jansen is om 9 uur naar bed gegaan in den bewusten moordnacht en om 10 uur is zijn vrouw •bij hem gekomen. Zij was bang, omdat het ruw weer was, doch het onweerde niet. Omstreeks 1 uur is de vrouw uit bed gegaan en toen zij getuige: Ben je d'r uit? Zij heeft toen aan een natuurlijke behoefte voldaan. Toen is zij weer in bed gekomen en de vrouw zeide: Ga nu maar gauw 'slapen. Zij ging toen op haar rug liggen en pakte getuige bij zijn hals. i Op last van den president wordt het pak onder goed van getuige, als stukken van overtuiging aan zijn bevinding mede. Getuige Jansen bevond zich ten huize van de familie Admiraal en vertoonde verschil lende snijwonden, niet diep. Die wonden kunnen met een scheermes zijn toegebracht. De wond in den rug was 30 c.M. lang, Al deze wonden zijn normaal gene zen. De wonden achter in den hals kunnen door ge tuide Jansen niet zelf zijn toegebracht Verdediger meent, dat men de snede over den rug wel zelf kan toebrengen. De getuige deskundige geeft voorts grif toe, dat de andere wonden door getuige zelf kunnen worden toegebracht Getuige Kooiman, veldwachter te Oude Niedorp, heeft in den nacht van, 23 op 24 September een be zoek gebracht in de woning van Jansen en daar een onderzoek ingesteld. Hij heeft niets verdachts 'ge vonden. Do hor stond in het raam, In de deur was oen ruit stuk. Hij heoft het huis gesloten. In de keuken lag een glaasje kapot Het bed van de vrouw boven was beslapen geweest In de bedstede bene den was het beddegoed omgewoeld. In het laken bevonden zich sneden, Voorts heeft de veldwachter gevonden en in beslag genomen 'n hoeveelheid VAN GROOTE BETEEKENIS VAN, 'S LANDS TOESTAND, f Donderdagmorgen ia éón van Rbomonië*s meest vooraanstaande mannen^ zoo niet de allerhoogste, in den lande, heengoga&n. Het la Joon Bratianu, de minister-president, die tengevolge van een keelope ratie is gestorven. Welke gevolgen het heengaan, van Bratianu voor Roemenië zal hebben, is nog niet te overzien, maar zij kunnen geweldig zijn. want Bratianu was in zijn land een machtig man. die op de Roemecnsche politiek van de laatste 18 jaren zij-n stempel heeft gedrukt- Zijn overlijden, zegt de N.R.Crt. o.m., heeft grooter beteekenis dan die van het heengaan van het hoofd! van een1 regeering en een meerderheidspartij dat spoedig door een ander vervangen kan worden. In de verwarde Roemecnsche partij-politiek spelen de personen die de partijen lelden, een voel gooter rol dan de partijprogramma's en de partijbeginselen en. in Bratianu'» handen liepen op dit oogenblik de krachtig aangetrokken teugels van een autocratisch bewind samen dat met straffe maatregelen werkte touw; dergelijk touw e&t ook om het mee. Dergelijk om het land ln lijn geest te besturen. De ceneuur

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 17