Ichager Courant APENSTILSTAND. VOOR DE KINDEREN. ^A Vóór en na het huwelijk. wJ WAT PIM EN PUK OVERKWAM. Zaterdag 10 December 1927. 70ste Jaargang. No. 8167 Oorspronkelijk vertelling door SIRIOLF, uk verboden. Alle rechten voorbehouden). Het was of plotseling! het ontzaggelijk verkeer tn de reuzenstad Londen verstarde, in den ijzigen iept van een reuzenhand. De dichte menigte rond Cenotaph, het monument voor den onbekenden unmie, bleef eensklaps doodstil staan, met ont- (oote hoofden, staarde in gedachten naar den Ceno- en de kransen, die er zoo juist waren neer- jlegd, of strak naar omhoog, in de grauwe No- imherlucht. Of wel, ze keken heelemaal niet, her- -chten met gesloten oogen, de een met weemoed, ander met een gebed, onuitgesproken. En weer deren met een Vloek, of in ieder geval, een ge- loedstoestand, die daarop leek. Maar hoe dan ook, ten dachten aan dien dag, die al langzamerhand egdoezelde in een verduisterend verleden, dien van den elfden Nov. van de elfde maaxd, elf uur iea morgens, toen de wapenstilstand werd geteekend Dicht opeengepakt stond de menigte, schouder ,n schouder, net als tien jaren geleden, toen ze »k' schouder aan schouder hadden gestaan, ginds, Vlaanderen en Noord-Frankrijk- En daar tus- hen die menigte stond Jimmie Rogers. Hoe hij laar zoo terecht was gekomen, wist hij zelf niet. Hijl lad er niet eens aan gedacht, dat het vandaag wa- wnstilstandsdag was. Wapen stllstandsdag.... dacht lij met galgenhumor, nee, die was er voor hem niet. let leven gunde hem geen dag en geen uur wapen- I fctilstand. Hij vocht nu immers al acht, neg,en jaren I ang, aan één stuk door, met het leven. Den strijd jm het bestaan, t Was immers één en al misère ge- pueeê.t, vanaf het oogenblik, dat hij' zijn khahi-pak bad uitgetrokken, nadat een waanzinnig uitgelaten r-enigte hem en zijn kameraden bijl hun terugkomst het vncan het front als overwinnaars, had bejubeld, met gen V» doemen bestrooid, gefuifd en onthaald. Maar de i*80 wereld- h°d snel vergeten. En toen de strijd in frankrijk was afgeloopen, was voor hem de strijd met het leven begonnen. Van het eene baantje was - bij in bet andere gesukkeld, Met da&rtusschon pa- HODEI «oden van een duister werkloozenbestaan. Kijk, nu stond hij' daar zoo ineens tusschen die menigte, die e vlini bijeengekomen was, om bijl het graf van den iar de onbekenden soldaat, gedurende 2 minuten don we itjes penstilstand te herdenken. I négli Jimmie Rogers was een van degenen, die daar 3hoori(uBtonden, met een vloek in hum gedachten. Een der nik is in erg id sen sj m spl ar of aal is s. verbitterden, Maar onwillekeurig dwaalden zijn gedachten te rug naar die Jaren van dollen strijd aan het West front. En opeens schoot hem een merkwaardige ge- Is hij werkelijk niet te ver trouwen? Heelemaal niet Ais hij ge boren was met een zilveren le pel in zijn mond, zouden daar zijn eigen initialen niet opge staan hebben! beurtenis te binnen. Een ontzettend tafereel stond, hem eensklaps scherp voor oogen. 'Het was vlak na oen heftige bomaanval van den vijand geweest. Vlak vóór hun loopgraven waren diepe trochtors in den grond geslagen. Een hol van vuur en moordend ijzer was het minutenlang geweest. En tegen den wand van hun aaxdholen gedrukt, zich zooveel mo gelijk dekkend, hadden ze daar staan te wachten het geweer omklemd. Tot opeens een fluitsignaal weerklonk en ze als duivels udt hun holen te voor schijn kropen en sprongsgewijze, onder een plotse ling fel oplaaiend vijandelijk/ mitrailleurvuur, voor uit drongen, den vijand tegemoet. Weer zag hij, hoe die kleine luitenant Battleby, vlak voor hem, zich eensklaps op zijln zij wierp en met heide handen naar zijn borst greep. Getroffen.... Plat langs don grond kruipend, was hij naar hem toegegnan, con- timeter voor centimeter, terwijl over hem heen, de mitrailleurs hun doodelijke regen deden sissen. En hij had hem bereikt, den kleinen, kranigen lult', had 'm meegesleept weer terug, naar achteren, naar de betrekkelijke veiligheid der loopgraven. Daar had, hij even zijn moede oogen opgeslagen en goflulsterd: „Dank ja...., sergeant Rogors. Dadelijk daarop was hij voor de1 tweede keer uit zijn loopgraaf gekropen, don kleinen gewonden lui tenant in handen van de jongens van het Roede Kruis achterlatend. Een hevig vuurgevecht was Juist aan den gang. iDe eenste handgranaten waren in de vijandelijke linies geworpen. Hoor, daar gingen de kameraden onder een helsch geschreeuw, terwijl oen heftig geweervuur knetterde, tot den stormaanval over. Jimmie had oen schreeuw gegeven, zich half opgericht, toen hij een zware slag tegen zijn schou der voelde.... getroffen! Daarop verloor bijl het bewustzijn. Toon hij weer bijkwam, lag hij in een hospitaal, ver achter het front. Hoorde hij1, dat het afgeloopen was. De wapenstilstand was geteekend. Een paar weken later ging hij naar huis. Wat er toch," van dien kleinen luitenant Battleby geworden was? Zou hij hersteld zijn? Nooit had hij meer let* van hem gehoord. Hoor. daar begonnen «Irenen te loeien, bet straat- god rui*ch begon aanstond* machtig op te bruisen, taxi'» begonnen te toetoren claxone gilden,... het w as voorbij, de plechtigheid. Langzaam zette de menigte zich in beweging, om zich te gaan ver spreiden. Willoos lJet Jimmie zich meedringen, toen er eensklaps een hand op zijp arm werd gelegd. Jimmie wendde zich om en keek in het gelaat van een klein, deftig heertttfe. Hij staarde den man ver bijsterd aan en mompelde: „U vergist U zeker, meneer?" „Om den drommel niet, sergeant Jimmie Rogiers, want dat bent U toch?" „Was ik", zei Jimmie met een grimmig lachje. „Maar dat is al zoo lang geileden, maar, we is U.... ik herinner me niet....?" „Herken Je me niet, Jimmie, ik ben.... de kleine luit' van het 88e linieregiment, weet je niet meer, le bat tal jon. tweede compie? Weet je nu1, wie ik ben? Luitenant Battleby....?" Het was of Jimmie een brok in zijn keel kreog^ Al die jaren van vreeselijken strijd in de loopgra ven, met de jongens en met dien kleinen 'luit', die woelige dagen van strijd, trouwe kameraadschap en galgenhumor, van modder en bloed, schouder aan schouder, kwamen in zijn herinnering terug. En daar stond nu die kleine luit', die hij: halfdood van tusschen de draadversperringen had weggesleept. Twee handen grepen elkaar, krachtig en warm, zooals mannen doen, die samen den dood In het gelaat hebben gezien, zomen geleden en gestreden. Het kleine heertje trok Jimmie uit de menigte mee, naar een rustiger straat, ging een lunchroom met hem binnen. En daar kwamen zo los. Werden oude herinneringen opgehaald, on lotgevallen van na den oorlog verteld. Al die Jaren had de keine luit' naar Jimmie gazocht. Elk Jaar, op wapenstil- Btandsdug was hij daar geweest, bij1 den Cenotaph, omdat hljt wist, dat daar alle Londanaars, die uit Wanneer denk ie, dat dokter alleen te spreken is 2 Onder het spreekuur! Ml ttt f Met kaartspelen verlies ik den eenen dag en win den ande ren. Waarom speel je dan niet om den andersten dag? den strijld levend teruggekomen waren, zeker zou den komen. Efk jaar had hij daar in de menigte gezocht, naar het gezicht van dien sergeant Jimmie Rogers, van den onbekenden held, die hem het le ven redde. Eu die daarvoor geen Victoria Kruis had gekregen, geen eervolle vermelding,. En toen Jimmie zijn droeve verhaal van na den oorlog had gedaan,'zei het kleine heertje: „Alles komt nu in orde, Jimmie. Ik heb een vrij groote fabriek, en al: gaat het niet zoo erg best, we houden bet hoofd boven water. Daar is voor Jou ook. oen plaat*. Ik kan nog best een opzichtor gebruiken, kerel. Nee, nee, bedank me nu niet, we zijn Imimeni net quitte? JIJ) redde mijl gewond uit don strijd, wel nu la het mijtn beurt, om Jou, gewond als Je bent in den levensstrijd, er uit te halen, Jizn. Nou is het wapenstilstandadaig.voor Joul Kom mee, ik heb nog verschillende van onzo ouwe kameraden op mijn fabriek. Weet je nog, Buck, de kleine korporaal, zooals we hem noemden? Hij1 is nog al tijd zes voet lang. En Billis Bagpipe is er ook, al heeft ie nog maar één arm, on Pat on Jack on nog een hoeleboet anderen. Ik heb ze allemaal opgepikt. Kom mee, JimmJo, wat zullen de jongelui ophoeren, als ze je terugzien. Aangenomen? En zoo kwam de wapenstilstand voor Jimimle Rogers. Zij was getrouwd mot een man, wiens toewijding nooit verslapte, dio nooit zijn zelfbeheersching ver loor on nooit op haar knorde, wat or ook gebeurde. Ongelukkigerwijze had zij oen humeur, dat voel weg had van buskruit Nog orgor, van dynamiotl Na één van haar aanvallen sprak hij: Vertel mo toch eens, lieveling, hoe hot komt, dat ik tijdons onze verloving nooit die zwakheid, wat Jo humeur aangaat, bij Je ontdekte? De vrouw aarzelde even, voor zo die rochtstreekscho vraag beantwoordde. Dan legde «e, bitter schreiend haar hoofd op zijn schoudor en snikte: Ik g-g-ging dan altijd m-n-naar boven on b-b-beet stukjes uit den poot van mijn oikonhouton kleeronkastl" r, voo kte b< rfeke a&rne sd bij ien w komen oeder tooi ert $en a 0j> en va groot den De a bijn ■d me 3B van armtx a *D a derbk antill nvari Aan oase* ook« 257. Tot groote verbazing van tal van vreemde konijnen kuierde de ballon vreedzaam door het stadje. Het anker sleepte over de straat Nu en dan maakte het eens een luchtsprong als de ballon even opwoei 258. Daar haakte het anker zich weer vast, ditmaal aan één der wielen van een petroleumkarretje. Een ruk en het karre tje lag onderste boven. Zouden Pim en Puk dan nooit behouden op den grond komen? 259. Boml Pats!. Rinkoldekink... Het an ker verbrijzelde een ruit van een groote speelgoedwinkel en ging op roof uit in de etalage. Pim en Puk hielden hun hart jes vast Zooveel vornielingeu hadden zo nog nooit aangericht 260. Daar kwam het anker alweer van zijn rooftocht terug. En het had werke lijk wat gekaapt: oen poppenstoeltje. In stomme verbazing keken de konijnonkin- dertjes het na. Wat moest daarvan te recht komen? [en. VO# 00*? X#* i a d®B 'ji«« 98l H en /l jveer an troon nvraj £61. Een rukwind voerde do ballon weer omhoog op oen groot plein. Het anker bot ste togen een dikke tak van oen kastanje, sloeg het poppestooltje aan kachelhoutjes «n.... greep de tak vast 262. Pim on Puk kwamon met ballon en al op hot dak van oen hoog huis terecht Evon waren zo nog bang, dat hot anker los zou laten. Maar dat gebeurde niet. En zoo konden ze probeoren om uit de mand te komen. 268. Eindelijk kunnon P!m on Puk hun govangenls verlaten. Rn daar staan zo op 't dak van 'n hoog huls. Hoe mooton zo nu naar henoden komen? Springen gaat niet Daarvoor 1* de afstand te groot 264. Intusschon sncllon do konijnen van Robbitown naar hot plein cn trokken mot voroondo krachton do ballon omlaag. Dat do luchtreiziger» er al uit zijn, zo woton er niet* van. Ze verwachten vaat oen mo- daiile voor hun kranige redding.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 17