VAN DIT EN VAN DAT
EN VAN ALLES WAT
fieestes-Sport en Hersen-Gymnastiek
V
Ni
euwjaar.
VOOR ONZE DAMMERS.
-
m
in
ui
VOOR ONZE SCHAKERS.
jjjf 2
m
1
u
ÉI
H
EVENTJES DENKEN.
c
Vraagstuk no. 43,
mw
•"3:
M
pp
m
s m
M
Hl
m
Hf
Vraagstuk no. 44,
m
i 1 ISjj
WM. mm.
Vraagstuk no. 45,
Vraagstuk no. 46.
De slanke lijn voor de edele
danskunst onontbeerlijk.
Sylvester-avond.
De twaalf nachten.
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 31 December 1927. No. 8178
i
onder leiding van GEO VAN DAM.
EEN AARDIGE LOKZET.
In een partijtje van den heer J. P. Koning te
Meppel ontstond de volgende stand: Wit 11 schijven
op 16 30 33 34 37—39 41 43 44 en 48. Zwart 11 schij
ven o.p 7—9 12 13 15 17—19 22 en 28. Wit speelde
als bkzet 37—31!, zwart gelegenheid gevende dam
te halen met 17—21, wit 16X27, 18—23, 27X29, 12—
18 (33X22) en 18X47. Zwart vloog inderdaad in den
val en wit won toen op verrassende wijze door 29—
24 (47X49), 30-251 (49X20) en 25X1!
van G. L. Gortmans, te Londen.
•Zwart: 10.
rm
Wm
Mm j
Wit: 10.
De diagramstand in cijfers behoort te luiden:
Zwart 10 schijven op 11 12 15 17—20 22 24 en 26.
Wit 10 schijven op 21 28 29 3336 38 45 en 48. De
vraag ls: Mag zwart, die aan den zet is, hier 2631
spelen?
o
OPLOSSING VAN PROBLEEM No. 34.
van Geo van Dam, Baarn.
De diagramstand in cijfers was: Zwart 11 schij
ven o 7 8 10 14 18 20 21 23 25 26 en 40. Wit 11
schijven op 30—32 35 37—39 42-44 en 50. Wit speelt
en wint door 32—28! (23X41), 39—34! (26X39), 44X
33!! '0X29), 33X4! (25X34, nu mag zwart pas deze
schijf slaan!),, 4X46 en wint!
van H. Bolton.
Zwart: 1.
ÉllfllliP
HIP
wék
4?
HÜP
jji
abc
d
Wit:
e f
4.
g h
De diagramstand moet zijn: Wit Kf4, Tc8, Pd8,
en pion c2 Zwart Kd4. Wit speelt en forceert mat
zeven zetten.
OPLOSSING VAN PROBLEEM NO. 35.
van John Drown.
De diagramstand was: Wit Ka6, De3, Le4 en Pe2.
vv.Mt Kc4, Lb4, Pb2 en twee pionnen op c5 en g4.
v:t speelt als sleutelzet De3—g3ü Op zwart's Ld2
0 vo' rt nu Db8, en op La5, wit's Ka6Xa5 enz.,
s'.eeds met. mat op den derden zet! Een compositie
met sub*-ïele, klaar uitgekristalliseerde fijne trekjes!
EEN FRAAI EINDSPEL.
I
Wit iKd2, Da8, en Lg2. Zwart Kf5 en Dg3. Ziedaar
weef een van die leerzame studie'a van Rinck! Wit
speelt als volgt:
le izet 2de zet Sde zet 4de zet
Lg2h3f Da8b8f Dh8-h7t Db7—c7f
Kf5—14
5e zet
Dc7c6f
Kf4—f3
6e zet
Dc6d6f
Kf3—f4
Kf4—f3
7e zet
Dd6—d5+ en wint
Kf3f4 Kf4—f3
Op 1. Zwart Kföf6 volgt: Da8—f8f (Kf6g5),
DfS—g7t (Kgö—f4) en Dg7—c7 enz.
Op 1. Zwart Kf5g5 volgt: Da8—g8f (Kg5—h4),
Dg8h7t (Kh4—g5), en Dh7—g7 eniz.
I
„DE GEVONDEN SCHAT".
Een Ier en een Schot, die samen aan het graven
waren op een veld, vonden eenige gouden munt
stukken. Toen zij ze zouden verdeelen, bedacht de
Schot, die gierig van aard was, een plannetje om
den Ier te verschalken en de geheele vondst voor
zich te houden.
Hiji stelde den Ier daarom voor, dat indien hij,
zonder eenige vragen te stellen, het juiste aantal
munten kon raden, hij alles zou mogen behouden;
faalde hij, dan zou de gevonden schat den ander
ten deel vallen. De Ier stemde dadelijk toe, en telde
het geld, er voor zorgend, dat de Schot niet kon zien
hoeveel er was. „Tel er nou's 666 bijl op," zèide de
Schot, ,,'t Is gedaan," antwoordde de Ier. „Trek het
geheel nou af van 999." „Ook alweer klaar," hernam
de Ier, „maar je bent er nog, lang niet, hoor!"
„Wacht nog maar even!" zei de Schot." „Trek het
nu nog van 333 af en daarmee klaar; nou heb je
het juiste getal!" „Wel, bewaar me!" riep de Ier
uit, „dat moet iemand je gezegd hebben", en dé
Schot wandelde weg met zijn schatten.
Hoe kon de Schot dit zoo goed raden?
„HET EI EN DE VOETBAL."
Men laat een ei zien en een voetbal, waarbij men
een geleerde redevoering houdt over de buitenge
wone kracht van een zuiveren, boog. Ja, gij zegt
zelfs overtuigd te zijn,*dat weinig menschen besef
fen hoe sterk een eierschaal is, al9 deze maar in
den goeden stand geplaatst is!! Daarom neemt ge
op U om het ei zóódanig in een vierkante kamer,
die ongemeubileerd, dus geheel ledig is, op den
vloer neer te leggen, zonder het eenigszins te be-
bedekken of andere voorwerpen tot bescherming
erbij te gebruiken, dat niemand' het met den
voetbal kan breken.
Hoe dit te doen? (Het is duidelijk, dat deze puzzle
als „kunststukje" gebruikt kan worden.)
OPLOSSINGEN DER PUZLES
alt ons voorlaatste nummer.
No. 38 „HET VIJF-VIERKANTEN-GEHEIM."
Wanneer men het vierkant teekent en de verdee
ling door lijnen daarin aanbrengt, zooals wij hier
onder omschrijven dan ziet men de oplossing voor
zich. Men teekent een vierkant en trekt van uit
lederen hoek een lijn naar het midden der tegenover
liggende zijde, met dien verstande, dat de lijn uit
den linker-bovenhoek loopt naar het midden der
onderste zijd, en de lijn uit den rechter-beneden-
hoek naar het midden der bovenste zijde. Voorts
de lijn uit den rechter-bovenhoek naar het midden
der linker-zijde en. de lijn uit den linker-beneden-
hoek naar het midden der rechterzijde van het vier
kant. In het midden blijkt nu één onverdeeld vier
kantje te liggen, terwijl de vier overigen vierkantjes
elk in twee gedeelten zijn gesplitst.
De oplossing van de vraagstukken 37 en 38 uit
hetzelfde nummer namelijk van 17 December
de volgende week, tegelijk met de andere.
De klokken luiden over 't nieuwe jaar,
Tot frissche daden, nieuwen moed geboren,
Waarin we met een energiek gebaar
Herwinnen willen wat er werd verloren,
Of verder trekken langs 't beproefde spoor,
Vol van beloften, sterke idealen,
Die niet verbleeken, zelden gaan teloor,
Omdat ze nimmer in hun grootheid falen!
Weer ligt voor ons de groote taak gereed,
De rijke taak van 't wisselende leven,
Dat vreugde schenkt, naast raadselachtig leed,
En straks opnieuw een jaarbalans zal geven!
Die 't allerbeste van ons kunnen vraagt,
Van dag tot dag, ook als verlies gaat dreigen,
Die 't lot der menschen door de tijden draagt
Vol van beloften tot de jaren neigen!
We blijven even bij een mijlpaal staan
Temidden van een schare welgezinden,
We drukken, vóór we dapper verder gaan,
De trouwe handen van de goede vrinden!
De jaarkring wisselt, dit is 't nieuwe jaar,
We heffen 't glas bij d' eerste klokkeslagen,
Vaak met een lied, een hartelijk gebaar,
En wachten wenschend op de nieuwe dagen!
Dan streeft weer ieder naar zijn eigen doel,
'Met eigen deugden, eigen levenszonden
Door grondbeginsels, innerlijk gevoel
In hoofdmotieven wisselend verbonden.
Vaak draagt de zelfzucht een vervaarlijk deel
Van het succes, dat anderen behaalden,
Terwijl die and'ren meestal veel te veel
In geestkracht voor hun resultaat betaalden!
Wel hem, die eerlijk in het nieuwe jaar
Zijn taak aanvaardt met tintelende oogen,
Zijn moed bewust in d' ure van gevaar,
In tijd van voorspoed dapper bij zijn pogen!
Die bij het streven naar een ideaal
In 't levensboek de teekens weet te lezen,
En bij zijn gang naar 's levens offerschaal
Vraagt om hernieuwing van zijn eigen wezen!
(Nadruk verboden.)
P.F. 1928.
KROES.
Mammie, zijn dat zwarte
beesten met witte streeper. of
witte beesten met zwarte stree-
pen?
EEN DANSERES MAG NIET OP EEN „OLIFANTS
VEULEN" GELIJKEN.
Een 16-jarig danseresje had anderhalf jaar gele
den te Berlijn met een balletmeesteres een contract
gesloten voor twee jaar. Zijl woog toen 90 pond en
volgens de leidster is dat het hoogste gewicht dat
een bekoorlijk dansmeisje mag hebben.'' Het juffer
tje was echter in anderhalf jaar een dikkerd ge
worden, die gemakkelijk de 150 pond haalde en
daarom wees de balletmeesteres, die de slanke lijn
voor haar personeel als conditio sine qua non stel
de, haar de deur.
Met deze zaak had het Berlijnsche arbeidsgerecht
zich dezer dagen bezig te houden. Het meisje toch
eischte nakoming van het contract of uitbetaling
van nog een half jaar gage.
Verontwaardigd verklaarde de gedaagde dat zij
het meisje als danseres had aangenomen en niet
om als „olifantsveulen" in een dierentuin op te
treden. Zij; kon toch onmogelijk iemand van bij de
200 pond in een kort rokje op de planken zetten.
De rechter scheen, volgens den Lokal Anzeiger,
wel iets voor dit argument te voelen, maar toch
niet genoeg om den eisch af te wijzen. De gedaagde
had zich z. i. kunnen verzekeren tegen de vetzucht
Professor: Toch maar ge
lukkig, dat ze in den winkel mijn
nieuwe parapluie zoo goed inge
pakt hebbenl
van de eischeres door een in het dansvak blijkbaar
gebruikelijke „gewichtsclausule" in het contract op
te nemen. Nu zij dit verzuimd had, moest zij ziek
óf aan het contract houden, óf het meisje nog xe*
maanden gage uitbetalen.
I
Sylvester-avoDd placht men den avond van den
laats'en dag dea Jaara te noemen, maar de reden
daarvoor werd verschillend opgegeven. Volgens den
een, omdat paus Sylvester I op den laatsten dag van
het jaar 335 overleed; volgens den ander ter ge
dachtenis aan St. Sylvester, den bisschop, die vol
gens de traditie keizerin' Helena en haar zoon Con
stanten den Groote tot het Christendom bekeerde.
De nacht van 't oude op 't nieuwe was de Moeder
nacht, de moeder van de 365 dagen, die stonden te
volgen. Naar oude, vrome zede trok oud en jong
aan den vooravond van dat nieuwe jaar naar de
kerken; ook lieden, die anders niet kerksch waren.
Ze kwamen er om een toepasselijke preek aan te
hooren en toepasselijke kerkgezangen aan te heffen,
in de eerste plaats het „Uren, dagen, maanden, ja
ren". Maar somtijds was die Oudejaarsavond getuige
van groote en tragische gebeurtenissen, zooals in
1572, toen Haarlem door de Spanjaarden belegerd
werd. De burgers hadden van 't oude in 't nieuwe
gehouden door een wakkeren uitval buiten de Zijl
poort vanwaar zij. terugkeerden met eenige krijgs
gevangenen en een zoetelaarswagen als bult. En
nooit werd in de Spaarnestad een preek onder tref
fender omstandigheden gehouden, dan toen ds. Si-
monsz in de Groote Kerk zijn rede hield onder den
donder van het geschut op de wallen.
Het gezang was onafscheidelijk van het oudejaar.
De vromen zongen er hun Psalmen bij, de jonge
lieden sloegen er hun liederboekjes bij op. En de
Rederijkers volgden de aloude gewoonte om met het
oudejaar Jaarsliederen te dichten, waarin een re
trospectieve blik op het afgeloopen jaar werd ge
slagen. Zij schonken den titel van factor aan den-
gene onder de leden der Kamer, die een lief vers
wist te maken. Het jaardicht werd in kwarto ge
drukt, met het oude Kamerblazoen in houtsnede
daarboven en aan de leden uitgedeeld; een gewoon
te, die de rederijkerij zelve overleven zou en te
Haarlem door de sociëteit „Trou moet blijeken", tot
den huidigen dag gehuldigd wordt.
DE TIJD TUSSCHEN KERSTMIS EN
DRIEKONINGEN.
In heel Midden-, West- en Noordwest-Europa kent
men de „twaalf nachten", n.1. die, welke Kerstmis
van Driekoningen in het Engelsch, zooals men
weet: Twelfth Night scheiden én die in zich moe
ten weerspiegelen in het weer van het nieuwe jaar;
Laat twee varkenspootjes
bii me thuis brengenzonder
schoenen aan!