VAN DIT EN VAN DAT
ÉN VAN ALLES WAT S
M'n groote Liefde.
DAMRUBRIEK
Rommelkruid.
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 12 Februari 1927, No. 7998.
P A|N,T O MIM E.
MMli
iiiiBnim
mmmtst
iiigl
m
V v
,V:
RADIO
i
wê
ÉlH
s
5
6
s
B
lp!
10
11
ii
B
15
16
üf
s
n
B
20
21
H
IS
25
26
Jtl
S
30
31
35
m
m
9
a
m
9
9a
m
n
1
H
fiH
tff
S
i#
'9
Hf
S
9,
iü
9
fit
f§
m
9;
m
if
H§
0
m
m
H
wê
Kf
it
JU
9
8
iü
Él
m
m
w
Oorspronkelijk verhaal uit het leven van den
schrijver, door SIROLF.
(Nadruk verboden.)
Misschien heb ik u vroeger al eens over mijn
eugdliefden verteld. Maar het is zeker de eerste keer,
at ik den sluier van het verleden geheel oplicht en
U over mijn „groote liefde" spreek. 'En uit dat wa
zige, wonderzoete verleden, doemen rozige beelden
op,... van mijn jeugd. Nietwaar? Wij allen hebben
eens bemind, toen we jong en overmoedig waren, een
vrouw, die we meer liefhebben dan ons leven.
Soms zijn we met haar getrouwd. Soms niet.
Ik ook 'niet.
Maar ik bewaar de herinnering aan haar, als mijn
dierste kleinood. Het is zoo zoet, een vrouw te be
minnen als men jong is.
Ze heette Pleuntje.
0. zeg nu niet, dat dit gansch geen romantische
naam was. Zei Shakespeare al niet, dat een naam
er immers niets toe deed? Welnu, zij heette Pleuntje.
En ik beminde haar. Vanaf het eerst oogenblik, dat
ik haar zag. O, die eerste ontmoeting...
Zij zong een lied. Een schoon lied was het. Ach,
klinkt niet ieder lied schoon, als het gezongen wo.rdt
door de karmijnen lippen van de vrouw die men be
mint?
Ik geloof, dat het lied heette: In een groen, groen,
groen, groen knollen, knollenland, daar zaten twee
haasjes heel parmant....
Ik stond daar in de gang en zij, zij stond binnen,
niet wetend, dat ik haar beluisterde. De oude ge
schiedenis van de Lorelei herhaalde zich. Vair de
schoone jonkvrouw, die met gouden stem zong en
zong, en den jonkman betooverde. In de geschiede
nis van de Lorelei, is die jonkman een schipper, die
door de betoovering niet op zijn schip let en op een
klip vaart.. Ook ik voer op een klip. Namelijk op een
figuurlijke klip. Want dit gebeurde er. Ik stond in
bewondering verzonken én zag niets dan haar. Ik
staarde naar haar oogen en Vroeg mij in stomme ver-
ling af, hoe iemand zóó scheel kon kijken. Ik staar
de naar haar haren, die als een geel dun sprietje, in
een strengelt je op haar rug neerhingen. Ik staarde
naar haar wangen, waarop ontelbare zomersproe-
elkaar wangunstig een plaatsje betwistten. Kort
om, ik w.i s t plotseling, dat ik die vrouw beminde,
met al het vuur van mijn jonge hart. Om haar dat te
toonen, stak ik lang en nadrukkelijk mijn tong uit.
Maar op datzelfde oogenblik was daar de klip. Ik
bedoel, een hand daalde met forsche kracht op mijn
wang neer en een stem bulderde: Dekselsche kwa
jongen, wil je wel eens als de weerga maken, dat je
in je klas komt!
Dc onderwijzer van mijn klas, verontrust door mijn
lange wegblijven, was mij gaan zoeken en had mij
betrapt
Maar gij begrijpt, dat mijn ontwaakte liefde zich
niet liet dooden, door een oorveeg van een bruut.
Toen ik dien middag naar huis ging was de Hemei
mij goedgunstig. Want wij verlieten toevallig gelijk
tijdig het gebouw. Ik keek haar aan. Zij bloosde.
Toen schraapte ik al mijn moed bijeen en vatte al
mijn diépe bewondering voor dit bijzondere wezen
tje samen, in dit kleine mijn eerste! compli
ment: „Wat ken jij reuzefijn scheel kijken!"
Zij bloosde. Toen zei ik en de woorden kwamen
mij diep uit het hart „Ik wou, dat ik ook scheel
was".
Zij keek mij aan, of keek zij wellicht naar een
vriendin die aan den overkant liep? en antwoordde
slechts met een wedervraag: Hou jij ook zooveel van
koekjes?
Wat een heerlijke, veelzeggende, dubbelzinnige
vraag! Want lag daar niet in opgesloten, dat ze wist,
dat ik veel van koekjes hield? En ook, dat zij er
ook veel van hield? En was ik niet de zoon van een
banketbakker, die de heerlijkste koekjes uit de stad
bakte? Was ik dus niet de aangewezen persoon*, om
die vrouw te beminnen, omdat ik immers aan haar
hartstocht "voor koekjes zou kunnen voldoen? En
moet ik u nog zeggen, dat van dat oogenblik af, mijn
hart haar toebehoorde, alsmede de voorraad koekjes,
die ik altoos mee naar school placht te nemen?
0, hoe beminden wij elkaar. Zij leerde mij schoei
alen. Ik leschte haar dorst naar koek. Ondortusschen
hielden wij toedere gesprekken, zooals gelieven ple-
Bcn te doen. Zoo bijvoorbeeld:
uWij zijn rijk!"
^Hoeveel geld heb jouw vader dan wol?" vroeg
..Wol honderd millioen guldes", zeide Pleuntje.
0, da's niks, antwoordde ik, mijn vader heeft wel
duizend guldes!
Tja, willen we niet allemaal groot schijnen, in de
oogen van de beminde vrouw?
Maar daarmeo was ik niet tevreden. Ik gaf hoog
°P van mezelf en verklaarde: Als ik groot "ben, wordt
ik 'noofdgeneraal! En dan ga ik varen op een groot
oorlogsschip.
Zij scheen diep onder den indruk, want zij vroeg
zacht: „Heb je nog zoo'n lekkere met sjem en van
die rose suiker d'r op?"
O, hoe gelukkig waren wij.
En als ik bedenk, hoe aan deze groote liefde een
einde kwam, door het wreede noodlot'. Dat noodlot
was mijn vader. Op een goeden dag zeide hij tegen
mij: Kom eens hier, ik moet jou eens wat zeggen,
over dat wegnomen van die koekjes.
Pil
C'.P J
NACHTGELUIDEN,
De ontzettende angst, als ze hooren piepenklaar wakkerverschrikte gezichtendab
moeten muizen zijn.... en de opluchting, als het lechts het piepen van de deur is en vader komt
kijken of de hengels al slapen.... f
Ik kwam. En hij zeide ook wat tegen'mij. Maar
niet met zijn mond. Hij sprak hard tegen «mij, met
zijn vlakke hand, die hij meedoogenloos op mijn
broek, en de daaronder verstoken licbaamsdeelon,
liet neerdalen.
Dien middag stond ik met leegehanden voor mijn
geliefde. Zij keek mij met haar eene oog aan en
zag met het andere naar het dak, stak haar tong
uit en haar kin in de hoogte, draaide zich met een
ruk om en zei over haar schouder: Ga weg, akelig
joch, ik loop niet meer met jou! Ik ga met Hein
tje Prik, die heeft van die fijne zoute droppies!
Heintje Prik's vader had namelijk een snoepwinkel.
Dat was m'n eerste groote liefde. Maar de sla
gen van het wreede noodlot, hadden ook mijn ge
moed verhard. En het liep tegen Koninginnedag. En
op dien dag, nietwaar, moet elke jongeman vuurwerk
hebben, ai waren het sléchts enkele voetzoekers.
Dies zocht ik de gunsten te verwerven, van en an
dere schoone uitd ezelfde klas, waarin Pleuntje zat*
Zij heette Truitje Vis. Maar haar vader had een
feestartikelenwinkel. En verkocht vuurwerk.
Zoo verkocht ik mijn liefde.... voor voetzoekers,
en rotjes
Maar dat alles, het ware nooit 'geschied, wanneer
mijn Groote Liefde mij niet snood bedrogen had. w
Het was alles jouw schuld, beminde vrouw....
^trouwelooze Pluntje.
Korte goli-ontvangst.
Ontvangen en uitzenden op de „korte golf' be-
hooren tot die begrippen, welke een rasecht Radio
amateur in vuur kunnen brengen. Te begrijpen!- De
„ontvangst" van die korte golfjes is op zich
zelf reeds een kunst; bet is heel wat moeilijker dan
de „normale" teleionie-ontvangst, waaronder dan
verstaan moet worden, het ontvangen in Holland
bijv. van llilversum of Daventry, met hun golf
lengten vanJ '100, resp. 1600 M. Zoodoende is dus
ieder,-werkelijk goed ontvangen kort golfstation (on
der de 600 M.), Voor den amateur een overwinning.
En dan het zenden, dat verboden is. Ook in Hol
land. Tenzij hiervoor een officieele zendvergunning
verstrekt is. Maar juist die zendvergunningis niet
te verkrijgen door een particulier, alleen vereeni-
gingen of speciale instellingen kunnen die meestal
bekomen, waardoor zij tevens gebonden zijn aan sein
'ijden en een bepaalde golflengte, terWijl het ver
mogen van den zender ook al zeer beperkt is. Dat
de golflengte vastgelegd wordt is overigens geen
bezwaar. aangezien het anders een janboel in den
eather zou worden. Een amateur, die dus toch wil
zenden, moet dat in het geheim doen. En dat geeft
natuurlijk aan het geheel een romantisch tintje; het
wordt een soort sport. Zij zenden meestal op de zeer
korte golf, d.i. met een golflengte onder de 100 M.
Ter opfrissching van het geheugen diene dit: De
electrische golven planten zich met een snelheid van
300.000 K.M. per seconde voort. Heeft de in de an
tenne opgewekte slingering een frequentie- van
3 000.000, waaruit valt af te -leiden, dat elke golf een
lengte dioeft van 300 000.000 M. 3000.000= 10O M.
Elke golf "heeft dus 100 M. afgelegd, voordat de vol
•*endo golf wordt uitgezonden.
Voor het zenden op deze korte golven is maar
zeer weinig energie hoodig om zelfs heele afstanden
bijv. tusschen twee werelddelen, te overbruggen.
Vele amateurs kunnen dan ook op belangrijke re
sultaten bogen. Gewetenloze wetsovertreders, die
ze zijn! Ook van Rijkswege is een dergelijke zender
in Holland (in Meyendal) opgesteld, die in verbin
ding staat met Ned.-Indiö en met een Indisch sta
tion telegrammen wisselt. De resultaten 'hiervan zou
den zelfs belangrijk beter zijn, dan die, bereikt met
het groote Nederlandsche krachtstation, opgesteld
te Kootwijk (Veluwe).
Vanzelfsprekend worden aan de „korte golf'-ont-
vangst speciale eischen gesteld. Opmerkelijk is bijv.
dat de ontvangst overdag zwakker zoo niet ge
heel onmogelijk is, 's-avonds en "s nachts daarentegen
beduidend beter is. Dit zelfde geldt wel in het bij
zonder van de golven onder de 100 M.
Voor golflengten van 600 tot 250 meter zal een
normaal luisteraartoestel niet zelden moeilijkheden
opleveren. Ontvangst beneden de 100 M. is wel
uitgesloten. Men maakt daarom wel speciale korte-
grfit/^nt vangers; deze toestellen 'hebben meestal
slechts een detector- en één l.f. lamp. Bij den
bouw van een korte-golf-toastel moet in het bijzon
der gelet worden op de kwaliteit van de gebruikte
onderdeelen, iets wat evenwel niet alleen voor deze
toestellen -geldt. Met zorg moeten de onderdeelen ge
plaatst worden; opdat men korte verbindingsdraden
verkrijgt. De amateur, die een dergelijk toestel wil
bouwen, moet het klappen van den zweep kennen,
daar het niet voldoendo is, een beproefd schema toe
te passen.
Een korte buitenantenne, korte invoerleidingen.
Toepassen van speciale spoelen niet een uiterst ge
ringe eigen capaciteit, waarbij zoo min mogelijk iso
latiemateriaal is toegepast. Het, aantal draadwin
dingen van deze spoelen, is zeer beperkt. Ze zijn
in den handel verkrijgbaar.
onder redactie van GEO VAN DAM.
„DE NIEUWE SPEELWIJZE".
Hot lijkt ons interessant mot het volgend voor-
ueold eens na te gaan in hoeverre een voordeel, dat
met groote moeite verkregen werd en dat een bui
tengewone mate van dam-kennis vereischt, er recht
op heeft tot winst te leiden, zooals thans in de N. S,
het geval is. Daarin geeft immers schijfwinst bij se-
- ieus spel bijna wiskundig zeker partij-winst 1
Deze studie werd indertijd door ons aan Herin.
Hoogland Jz. opgedragen, die er echter niet in
slaagde de auteurs-oplossing te vinden zoodat er
^anaf moest worden gezien, dit analyse-vraagstuk
te laten gelden voor - den oplosserswedstrijd in het
nu pas uitgekomen boekje over de N. S. (dat wij in
een vorige rubriek uitvoerig bespraken) nu de ont
werper zelf deze niet kon vindon. Het gewoon te pu-
bliceeren imet een volledige oplossing zou daare**-
'etron echter weer te veel plaatsruimte hebben ge-
r*ht zoodat het thans langs den weg der perio-
artikelen wo'dt gelanceerd.
COMBINATIE-STUDIE IN DE N.S.
(gevolgd door positie-spel)
van GEO J. A. VAN DAM te Baarn.
Zwart: 17.
Am
üf
Üf
1
1
te
|ji|p
36
40
41
4»
46
50
Wit: 17.
De diagramstand in cijfers moet zijn: Zwart, 17
schijven, op 1 5—7 9 10 12—15 17 19 21 23 2a 26 en
Wit, 17 schijven op, 16 25 27 28 30 32 34 35 36 39
40 41 43 45 46 48 en 49.
Er wordt gevraagd: „Geef een analyse van den
stand in den ultgebreidsten zin des woordsl In een
der volgende (rubrieken geven wij een complete uit
werking der ontleding. Men bestudeere nu al vast
eens deze zeer natuurlijke partijstelling, waardoor
een juister inzicht. w<?rdt verkregen.
WEDSTRIJD-PROBLEEM No. 9.
van GEO VAN DAM, te Baarn.
Zwart: 8
Wif: S.
De diagramstand in cijfers moet zijn: Zwart, 8
schijVen op 16 18 19 22 23 25 29 ep 32. Wit, 8 schij
ven, op 26 SQ 31 39 41 42 48 ep 49. Wit speelt ep
wint!
Iedereen kan ten allen tijde gaan deelnemen aan
onze altijddurende wedstrijden in hete oplossen van
problemen door het uiterlijk binnen 12 dagen inzen
den der desbetreffende oplossinigep aan den hee*
Geo van Dam, Huize „De Zonnestraal",, Heems*
kercklaan 4, te Baarn, óf wel aan het bureau van
dit blad. Voor iedere goede oplossing wordt één punt
toegekend.
Door de Directie worden doorloopend de volgende
prijzen beschikbaar gesteld:
A, Een prijs van f 2.50 voor IEDER, die ACH-
TERElENlVOLGENS 20 goede oplossingen inzendt.
Hierbij! is onderbreking dus niet toegestaan. Mist
men een oplossing danv moet aan de vorming van
een nieuw 20-tal worden begonnen. De reeds be- -
haaide punten, wordon nu geldig voor den volgenden
groep en zijn dus niet waardeloos.
B. Een prijs van f 2.50 voor IEDER, die IN TO
TAAL 50 goede oplossingen inzendt. In dit geval is
onderbreking zelfs van onbepaalden duur dus wèl
geoorloofd. Daar de punten van A, voor zoover daar
mede géén prijs werd gewonnen, altijd geldig blij
ven voor B, is prijswinnen dus wiskundig zeker voor
leder deelneemster en deelnemer. De snelheid waar
mede dit zal geschieden, hangt nu slechts af van
ieders persoonlijke oploskracht. De uitspraak der
redactie is onpartijdig en geldt als hoogste beslis
sing. Correspondentie wordt alleen gevoerd indien
postzegel' voor antwoord is bijgevoegd'. Officieel spel-
reglement van den Ned. Dambond wordt toegezon
den na ontvangst van 12 ets. in postzegels. Hand
leiding voor beginners 50 ct. plus 2 ct. porto, voor
meer gevorderden f 1.25 plus 0.08 ct. porto.
HET SPROOKJE VAN DE SCHOONE INGRID.
Er was eens een boer in Halland in Zweden, die
een zeer schoone dochter had, die Ingrid heette.
Maar omdat de ouders van Ingrid arm waren,
mioest zij spoedig als dienstmaagd onder vreemde
menschen yerkeeren. Zoo belandde ze ook in de
hoofdstad van het land, waar zij de gasten van ten
idyllisch gelegen hotel buiten de stad bediende'. Op
eenmaal kwam daar ook een Engelsche lord zijn
intrek nemen, die al heel gauw de schoone Ingrid
opmerkte en haar nadien niet meer kor, verg -ten.
Hij ging naar haar ouders en vroeg hen om, de