Te lang gewerkt De broodjager. Laten ze een Jazz-band vormen! Het onding in de Motor- en Rijwiel f Overtreding van de Arbeidswet m tober van h»t vorige laar, in vereenlglng met den Zt- jarigen landbouwer J. W. Franeen uit Warmenhul- *en, per auto op den Duinweg te Callantsoog ge* laagd had, altham verboden vuurwapenen bij sich iiad, De brlgadlor bij de Rijksveldwacht te ZUpe, Ho- lema, die verdachte heeft ingerekend, geeft het vol gende verhaal van dezen nachtelijken strooptocht. In den bewusten nacht was hij in de nabijheid van den Zijperdijk, toen hij plotseling hoorde schieten Noch tans zag hij geen schutter, maar na even gewacht te hebben, kwam er oen auto in zijn richting aanrij den, welke hij. aanhield. In den wagen zat den hem welbekenden strooper Str., van wien hij wist, dat hij er met de auto op uittrok, om te stroopen, maar dien hij nooit te voren had kunnen betrappen. Zijn eerste gedachte waren dus, dat deze de schoten, door hem pas gehoord, moest hebben gelost. Een leeggeschoten huls op den bodem van de auto ver sterkte hom in zijn verdenking. Hoe hij echter ook zocht, een geweer was nergons te vinden, terwijl ver dachte ontkende, dat hij de schutter geweest was. Een poging van Holema, om verdachte aan den lijve te onderzoeken teneinde na te gaan of dezo nog meer patronen bij zich had, werd door verdachte zoo veel mogelijk bemoeilijkt. Toch had Holema bomerkt, dat verdachte echter in zijn rechter-jaszak nog meer patronen had, hetgeen wel bleek, toen deze lator in een onbewaakt oogonblik de patronen uit zijn zak in den wagen aichter het zitkussen trachtte te werken. Toen vordachte later in zijn boosheid zijn jas en vest op den grond slingerde, kwam daar niettemin nog een geladen patroon uit te voorschijn. Brigadier Ho lema heeft ze toen laten gaan en op aandringen van Fransen, diens auto niet in beslag tenomen. Daarna is hij met v. d. Meulen, de rijksveldwachter uit Cal lantsoog, die inmiddels op de plaats was aangekomen, in de omgeving aan het zoeken gegaan, met het ge volg, dat ze op 25 meter afstand van de plek en op den weg, d;en de auto gepasseerd was. een geladen geweer hadden gevonden, waarin precies dezelfde patronen zaten, als door brig. Holema in beslag ge nomen waren. Kr was nu verder geen twijfel xaeur aan, of Str. waa degene geweeet, die de schoten ga- loet had. Getuige Fransen, die vervolgens wordt gehoord, legt een gelijkluidende getuigenis al. De Ambt van het O. M brengt in de allereerste plaats hulde aan brigadier Holema, voor diens kor date optreden, waardoor bet mogelijk werd de hand te leggen op dezen beruchten strooper,die zich altijd heel moeiliik had laten vangen. De ambt. wil deze ge legenheid niet laten voorbijgaan en eischt een geld boete van f 125.te vervangen door 100 dagen hech tenis, met verbeurverklaring van het in beslag ge nomen geweer. De uitspraak luidt 140 of 20 dagen, met verbeurd verklaring en een waarschuwing aan Fransen, dat hij beter doet, zijn wagen in het vervolg voor der gelijke doeleinden niet meer te bestemmen. DURE PRONKJES. Aaltje D., huisvrouw van A. de B., winkelier te St. Maartensvlotbrug, heeft do IJkwet overtreden en staat deswege terecht. In haar winkel werden ver schillende tinnen inhoudsmaten gevonden, die van het afkeuringsmerk voorzi enwaren. Ja ziet u. zegt verdachte tegen, den kantonrechter, als ik geen bril op heb dan kan iik het niet zien, en die maten die stonden daar zoo'n beetje voor de pronk. Deze pronkstukjes, die naar voor hen meer geschik te oorden verhuisd zijn, dreigen echter zeer kostbaar te worden. De Ambt. van het O. M. vordert n.1. drie maal f 6 boete of driomaal 6 dagen hechtenis. De uitspraak is driemaal f4 of driomaal 3 dagen, met verbeurdverklaring van de in beslag genomen maten. NOG EEN OVERTREDER VAN DE IJKWET. Bakker H. R. te Anna Paulowna, had ook gewich ten in huis, waarop óf het rijksgoedkeuringsmerk ontbrak óf waarop het afkeuringsmerk prijkte. De verdediging van verdachte, dat zo alleen in de bak kerij werden gebruikt en dat ze in geen 22 jaar ge controleerd waren, verandert niet veel aan de zaak. Conform de eisch, wordt verdachte tot zeven maal f 4 boete of 7 maal 4 dagen hechtenisen 12 boete of 2 dagen hechtenis veroordeeld. TROF HET SLECHT. Den lsten November van het vorige jaar, de dag dus, waarop de nieuwe Motor- en Rijwielwet inging, werd de 45-jarige melkventer J. Sch. te Schagen, be keurd terzake, dat hij geen licht op had en tevens geen reflector, die een rood licht uitstraalde. Hij tvas dus vrijwel de eerste dus... je trof het slecht meende de kantonrechter. Sch. wordt tot f 3 boete of 8 dtftn hochtvüi? *n f 0.50 boete of 1 dag hechtenis veroordeeld. DE ARBEIDSINSPECTIE VAN HET KASTJE NAAR DEN MUUR GESTUURD. Staat vervolgens terecht Bastiaan Fr., controleur van de Bredasche Betonmaatschappij, waarvan een filiaal te Gioningen gevestigd, is. en die het beton werk aan den watertoren te Wieringerwaard uitvoert Door den inspecteur van den Arbeid, Rus, was ver baal tegen den uitvoerder opgemaakt, omdat deze zijn arbeiders te lang liet werken, althans langer dan 8V2 uur per dag. Een en ander was geschied in de maand Juli van het vorige jaar en wordt door een tweetal arbeiders bevestigd. Ook verdachte orkent, dat het zoo is, doch betwijfelt, of hij wel verantwoor delijk voor deze overtreding kan worden gesteld, om dat hij slechts controleur en niet aan het hoofd van het werk staat. De inspecteur, die naar hot een en ander onderzoek gedaan heeft, hierover gehoord, zegt, dat de arbeidinspectie dan weer hierheen en dan weer daarheen werd gestuurd, zoodat tenslot te werd aangenomen, dat verdachte Fr. verantwoor delijk gesteld- moest 'worden voor de regeling dor werktijden op het werk te Wieringerwaard. Na aldus een overzicht van de zaak* te hebben ge kregen, zegt de Ambt. van hot O. M., ook wel de overtuiging te hebben, dat het er hier om te doen was steeds weer de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven. Hij acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen en eischt II mail f A— boete of 81 maal i dagen heehtenis. CONCURRENTIE TUSSCHEN DE JACHTGERECH- I TIGDKN VAN KWANKWATKR KN WILDRIJK? 1 Alt verdachte treedt Ia de volgende Baak op Jacob Gr. te 9t. Maartenhrug, van beroep kaaemaaer, te vens broodjager. Ale verdediger van zijn zaak heeft deze verdachte gekozen Mr. Eecen van Oudkarspel. Aan verdachte wordt ten laste gelegd, dat hij den eersten November, 's morgens om ongeveer kwart over zessen, dus nog ruim een half uur vóór zons opgang, op een haas zou hebben geschoten. Verdachte, die maar liever dadelük het woord aan zijn verdedi ger had willen geven, antwoordt op een desvetref- tende vraag van den kantonrechter, dat hij zich dien morgen in het land bevond omstreeks genoemd uur. Kantonrechter: Zoo, en wat deed je daar; de natuur bewonderen? Op 1 November 's morgens zes uur? Verdachte: En op mijn horloge gekeken. Kantonrechter: Niets anders als op je horloge gekeken? Kan jij' aoms met je horloge schieten? Je dacht zeker aan je meisje, hè? Vervolgens wordt gehoord Joh. v. Honschoten, jachtopziener te Callantsoog. Deze vertelt, dat hij. tevoron gezien bad, dat verda-chte in een kuil van een „duim" een nol midden in het land was gaan liggen. Even later had hij een schot kooren vallen en daarbij gezien, dat verdachte in lage rich ting had aangelegd. Op dat oogenblik vlogen er geen wilde eenden over de plek. Het kon dus niet andera of verdachte had op een haas gevuurd en getuige verdacht Gr., er sterk van, dat hij 'a morgens de hazen lag af te wachten. Kantonrechter: Dat ziet er slecht voor Je uit man, Het horloge zal nog een geweer worden. De Ambt. van het O. M. ia overtuigd van de schuld. van verdachte. Juist waar v e:dachte een acte heeft om te jagen, vindt de ambt., dat hU zich aan dergelijke dingen niet mag schuldig maken. Hij noemt he meen jager van den kouden grond en eischt f 20 boeje of 10 dagen hechtenis met ver beurdverklaring van het in beslag genomen geweer. Alvorens zijn eigenlijke verdediging nan te van gen, begint mr. Eecen een uiteenzetting te geven van do iachttoestanden van het Zwanenwater. Jhr. v. d. Poll, aan den eenon kant en die van het Wild rijk, G:aaf Bontinck, aan don anderen kant. Vol gens mr. Eecen bestaat er tusschen deze twee steeds wrijving, waarvan dc verdachte, die thans terecht staat. tenslotte het slachtoffer is geworden. De jachtopziener van V. d. Poll Honschoten. loert na melijk op de jagers van het Wildrijk, om te zien ot' ze ook wild schieten, dat aan het jachtterrein van De Aller Beste Wollen Oarens Verkoopen Wij. JAAP SNOR, Zuidstraat 15, Helder. woordde haar niet in woorden; slechts nam hij na een oogenblik haar hand en schoof de mouw om hoog, als zocht hij naar iets. Een paar seconden bleef zij leidclijk liggen, hem aanziende. Toen gaf «ij zich eensklaps, blindelings rekenschap wat het was waarnaar hij zocht. ZIJ maakte een snelle, werktuigelijke beweging om zijn verder onderzoek te stuiten. Zijn hand knelde zich onmiddellijk om de hare; hij wees naar een klein pl6kje aan de binnenzijde van haar arm. „Hoe kom je daaraan?" was zijn vraag. Zijn oogen zagen recht in de hare. Er lag iets mee- doogenloos, iets bijna hardvochtigs in hun blik. On danks zichzelve deinsde zij terug en sloeg haar oogen neer. „Geef mij antwoord!" beval hij. Zij voelde zich den heeten bloedstroom van het schuldbesef naar bet gelaat stijgen. „Het was slechts één keer", stamelde zij, „Ik had zulk een behoefte aan slaap, en hij wilde niet komen". „Kieff heeft het je toegediend", hield hij op den zelfden strengen toon aan. Zij knikte. „Ja. Hij bedoelde het goed. Hij zag, dat ik dood en dood op was.' 'Burke bewaarde een oogenblik het zwijgen; hij bleef haar hand vasthouden. Haar slapen hamerden geweldig, doch zij wilde het hoofd in zijn bijzijn niet weder op het kussen leggen. Zij voelde zich bij na als een gevangene wien zijn vonnis zal worden medegedeeld. „Gaf hij het je tegen je wil?" vroeg hij eindelijk. „Niet geheel". 'Haar stem was bijna tot een fluiste ren gedaald. Haar hart klopte met snelle, ongelijke slagert. Zij voelde zich misselijk en flauw. Burke maakte een plotselinge beweging en liet haar hand vrij. Hij stond op met die bizondere vast beradenheid, die een kenmerk van hem was en liep door de kamer. Zij hoorde het gieten van water in een kom, en vervolgens kwam hij bij haar terug. Als ware zij een kind geweest, liet hij haar tegen zich aanleunen en begon bedaard haar gelaat en hoofd met ijskoud water te bevochtigen. Zij kromp ineen zoo koud als het was, doch hij hield niet op, en weldra begon zij zich verfrischt te gevoelen. „Dank je", kon zij eindelijk zeggen. „Ik ben nu veel beter. Ik wil opstaan". „Je deed beter nog wat te blijven liggen", zeide thiju „Later zal ik je wat eten laten brengen." Zijn toon klonk vermanend. Zij kon hem niet in het gelaat zien. Doch toen hij deed alsof hij weder wilde opstaan, werd zij door een ingeving gedrongen, een weerhoudende hand op zijn arm te leggen. „Wacht nog één minuut!" verzocht zij. Hij wachtte, en na een oogenblik, ging zij met moeite voort: „Burke, ik heb verkeerd gehandeld, dat weet ik. Het spijt mij. Wees asjeblieft niet boos op mij! Dat kan ik niet verdragen." Haar stem klonk gebroken, zonder dat zij het had kunnen verhinderen. Zij koesterde een smachtend verlangen haar gelaat aan zijn schouder to verber gen en daar uit te weenen. Doch iet» een inn«r- lijk», dringende woArtchuwing hield haar terug. het ZJwanenwater toebehoort. Vervolgen» komt ver dediger op tegen den tijd van 6.15 die in de dag- vaaidlng genoemd wordt. Om 6.23 zou de jacht op wilde eenden geopend zijn, en dat verzchil is zóó klein, dat het onmogelijk de bedoeling van don wetgever geweest kan zijn, om daarop iemand te veroordeelen. Verder merkt »pt. op. dat neigen» een haa» waa te vinden, en waar van verdachte als broodjager, worden verwacht, dat hiji van zeer nabij met een dubbel schot toch zeker zijn doel niet zal missen, komt het srpr. zeer twijfelachtig voor, dat hier op oen haas geschoten is. Tenslotte komt spr. op tegen het optreden van v. Honschoten, wien hiji toevoegt, dat deze met do hecren jagers van het Zwanenwater ook wel eens een uur vóór den tijd met jagen bezig is. Spr. acht het ten laste celegde niet bewezen en concludeert vrijspraak subsidair vei oordeeling zonder oplegging van stra'. Na repliek van den ambt. die bij zijn gehouden requisitoir persisteert, terwijil verdachte blijft ont kennen. op een haas to hebben geschoten, wordt de uitspraak in deze zaak bopaald op heden over 14 dagen. EEN VERGISSING. Mir. P. C. E., advocaat on procureur te Oudkarspel, staat terecht terzake van overiieding van de Ar beidswet. Verdachte zou een volgens de wet te jonge i werkkracht in zijn dienst hebben, althans werk hebben doen verrichten. Verdachte zegt. dat hier een vergissing in het spel is. De bewuste jong ste bediende is niet bü hem in dienst, maar bij de N.Vs Holl. Btawdwaarborgmaatzchappij. waar hij alleen aandeelhouder van ia De maatschappij, waar hij echter directeur van i». heeft in hetzelfde ge bouw haar kantoren zoodat een vergissing moge lijk is. Nochtans zal eerst nog de directeur van ge noemde maatschappij worden gehoord, alvorens in deze zaak uitspraak zal worden gedaan. V NIET BEHOORLIJK UITGEHAALD. Da v«a-auto tan Jan Jb. P. had d«n 8»t«n Doe. ni«t béhoorlijk uitgehaald toen Dr. Van der flluü* uil Schagen hei haaide malen te kennen gegeven had, dat hij met zijn auto wilde pazseeren, iets wat door getuige Quax gezien wai Verdachte P. wordt conform den eisch tot f 20 boete of 20 dagen hech tenis veroordeeld. ER ZIJN WEL GOEOKOOPERE DEURKLEMMEN! De 31-jarlge slager Gerard. Wilhelm. H. uit de Zijpe bleek in zijn slachtplaats twee gewichten, voorzien van het rijksafkeuringsmerk te h'ebben. toen de controle vanwege de .IJkwet plaats had. Verdachte zegt. dat hij ze gebruikte om er do deur mee dicht te houden, maar voor dat doel zijn or misschien wel goedkoopere toestellen te krijgen In ieder geval komt hem dit stelletje, waarvan hij in middels ontlast is. ze zijn namelijk verbeurver- klaard, op 2 X f 6 boete of 2 X 3 dagen hechtenis te staan. EEN MUZIKAAL VIERTAL UIT ANNA PAULOWNA. Om te beginnen een edel drietal, waaraan later een vierde als meer ontwikkeld gedeelte op muzi- I kaal gebied, wordt toegevoegd, verschijnt thans I voor de groene tafel. Het drietal is genaamd Pau- lus W., Anton H.. on Hendricus Marcus R,. resp. winkelbediende, arbeider en bloembollenkweeker te 1 Anna Paulowna Hun wordt ten laste gelegd, dat -zij in den avond van den 8sten November den winge- lior Petrus Lambertus Lammers uit zijn zoete nacht- rust. waarin hiji nog geen 10 minuten verzonken waa geweest, hadden opgeschrikt, door een ware roffel op diens vensterluiken en blikken reclameborden i te slaan, die den „slagwerker" van een jazz-band jaloersch zouden hebben gemaakt. 'Maar Lammers is geen slagwerker, dus werd hij ook niet jaloersch. maar veeleer op kookpunt gebracht, zoo zelfs, dat 1 hij de deur uitstoof on de belhamels te pakken nam. I Twee van de drie bekennen eerlijk. zich aan deze mudkale uitingen te buiten te hebben gegaan, maar de derde in het ..rosé' Jasle. zooals de kanton- rechter opmerkt, blijkt eerst nog wat halsstarrig al vorens hij tot de va-leren komt en eveneens bekent het zijne aan deze nachtelijke serenade te hebben bijgedragen. Het meer prozaische slot van deze ge schiedenis is dat ze elk tot f 6 boete of 3 dagen hechtenis worden veroordeeld. De eisch was f 10 of 10 dagen. Nu de vierde man in dit muzikale kwartet mor naam 1» Hendrlcu» W. en eveneen» winkelt^ 'baal te Anna Paulowna. Bij derzelfde gelegenheid oPK1 boven geschilderd, heeft hU, zooal» reed» edt. voor het meer rauaikalo gedeelte gezorgd, Hij en 1 namolijk do lokkende toonen vun zijn viool g» word aan het schel in den stillen nacht opklinkende teed werk van zijn medeleden daarmee trachtende i er 0 welluidender klankje aan te geven. dui Kantonrechter tot verdachte: Ben je violist l, d* Verdachte: Neen edelachtbare, maar ik k» En wel op spelen. We kwamen terug van een rispo jaarapartlltje. 'deZ0 Kantonrechter: Nu. ik vind dat zoo erg nii irel hebt zeker een zachte aria gestreken, hè? Dit gen. verdachte. t( Dat het slagwerk al te domineerend was, j f 4 wel hieruit, dat Lammers van deze zachts dg- niets gehoord heeft. fuitfi Deze man krijgt voor zijn medewerking 4 waarmee -hij natuurlijk erg blij waa. lgena 4 0! Slager Geerlig. G. te Oudeslula had in Schl X eon ve.baal opgeloopen terzake het niet het; p- van een plaatje in zijn auto, waarop verschil gegevens omtrent den wagen en den eigenau v. d hooren te staan. EVen van te voren waren dg- dacht» nog enkele opmerkingen door den brli van de Rijk»v«ldwacht te Zijpe gemaakt, geenszin» op hst niet aanwezigs plaatje. Kantonrechter: Ja. in Schagen maken ze du eenmaal speciaal werk van. Mij i» het overig»JJ altijd, niet duidelijk waarvoor dat plaatje maar de nieuwe Motor- en Rijwielwet zegt 1 schoon het in de oude ook reeds opgenomen] maar vroeger werd er niet naar gekeken. Ook de ambtenaar van het O.M. is nog steedJ doordrongen van het nut van dit plaatj», maj w«t mo«t gehandhaafd worden en hij «leekt halve f 2 boete of 3 dagen heehtenle Uitspraak f 1 of 1 dag. WATER IN ZIJN .LAMPEPITJE". De bakkersknecht Nlcolaaa N. te Schagen 's morgena op uit getrokken om „buitenom' fwa gaan venten en voor den terugreis een goed geifinat carbidlantaarn meegenomen. Toen hij 's zi echter zijn lamp wilde aansteken, bleek er in zijn pitje te zijn gekomen, zoodat er van I niets kwam, maar wel kwam de politie, die-] I een proces-veibaal aandeed, j Het wordt echter al laat op den middag schijnt op de vergevensgezindheid van dee bei rechters te werken, want veidachte komt or| eon boete van f 2 of 2 dagen hechtenis af. MOTOR EISCHT EEN ACHTER-„LICHT". Verdachte Jb. W., landbouwer te Dirksorn, ^Vl keerde in de meening, dat hij op tzijn motoi belf volstaan kon met een reflector inplaats van 'J een rood achter-„licht". Thans weet hij betre. straf bestaat in f 2 boete of 2 dagen hechtenis verloien dag van 11 uur 'a morgens tot 3 uu 7 middags. urm De DE ARBEIDSINSPECTIE BETRACHT DE [kr GROOTST MOGELIJKE SOEPELHEID Moet zich vervolgens wederom iemand vetf— woorden inzake overtreding van de Arbeid» Verdachte Co:n D. KI., aannomer te AmsterÉfl heeft op verschillende dagen in de rnaand MeiiU het vorige jaar zijn arbeiders op het werk e» Paulowna, zijnde een wogonverbetering, to lang ten werken. Zij zouden 10 uur. althans meer 8y2 uur per dag hebben gewerkt. Tevens was op werk geen arbeidslijst en ook geen axbeldsfégi *rk aanwezig. -Het betrof voornamelijk het lossen JJ schepen, waarvoor veidachte 'meende ongovra rv werkverruiming te kunnen krijgen. Dan stond J werk volgens zijn zeggen in nauw verband met JJ Zuiderzee wei ken. Daarna wordt gehoord del Rus. inspecteur der Arbeidswet, die tegon veixiat proces-verbaal heeft opgemaakt, erop wtjizende, deze geen onbekende is bij de Arbeidsinspectie daarvoor reeds vele malen werd gewaarschuwd.' tuige geeft nu een omstandige uiteenzetting van toepassing der Arbeidswet en verzekert, en dot t jj Burke zat doodstil. Er was een zweem van stug heid in zijn houding. „Best", zeide hij eindelijk. „Ik ben niet boos op jou." Haar vingers knepen hem in zijn arm. „Maak er asjeblieft geen kwestie over met dokter Kieff!" riep zij zenuwachtig. „Het zal niet weder gebeuren". Bij deze woorden voelde zij hoe hij stugger werd. „Dat «al het zeker niet", verzekerde hij haar. „Zeg me eens, heb je iets van dat vervloekte goedje in je bezit?" Door zijn vraag getroffen, zag zij hem aan. „Na tuurlijk heb ik dat niet", antwoordde zij. Zijn oogen hadden een bijna beestachtigen glans aangenomen. Zij nam haar hand van zijn arm als ontving zij een electrischen schok. Hij rees dadelijk op. „Uitstekend. Thans ral ik Je alleen laten. Je doet het beste, nog wat te blijven liggen." „Eerst moet ik Guy zien", verweerde zij zich. „Guy wordt opgepast door mij", antwoordde hij. Dit deed haa»' de schellen van de oogen vallen.. Zij was opgesprongen, zag hem aan, een diepen twijfel in haar hart. Burke! Jij'! Waar is dokter Kieff?" Hij stiet een soort van dof gebrul uit, wat haar deed sidderen. „Hij is op zijn terugweg naar Ritzen Brennerstadt. Hij zeide niet waarheen". „O!" Zij vouwde haar armen over haar boezem. „Wat wat heb je hem gedaan?" vroeg zij hijgen de. Burke was opgerezen. „Ik heb hem een eind op weg geholpen, dat is alles", zeide hij. Zij probeerde op te staan, doch in het oogenblik waarin zij den grond raakte wankelde zij. Hij ving haar op en hield haar vast tegen zich aan. Zijn oogen glinsterden met den glans van gesmolten me taal. „Zou je denken", zeide hij diep ademhalend, „dat ik duld dat die vervloekte schavuit mijn vrouw, mijn vrouw in dien poel der ellende dompelde?" Zij beefde van het hoofd tot de voeten; haar knieën knikten, doch hij behoedde haar voor vallen. De nauwelijks ingehouden woede van zijn stem was ook merkbaar in de kracht waarmee hij haar onder steunde. Zij had geen macht zich daartegen te ver zetten. „Doch hoe moet het dan met Gey?" vroeg zij nau welijks hoorbaar. „Hij zal sterven!" „Guy!" hiep hij uit, en in dat enkele woord lag onuitsprekelijke bitterheid. „Kan hij tegenover jou in de weegschaal geworpen worden?" Zij beschikte niet over voldoende krachten met hem te redetwisten, en misschien was het zoo voor haar het beste, want hij was niet in een stemming tegenspraak te verdragen. Zijn toorn scheen als een stormwind om haar heen te woeden. Doch hij bleef haar ondersteunen en toen hij weldra zag hoe zwak zij was, bedaarde hij eenigszins. „Nu! Ga weer liggen!" zeide hij en liet haar op het bed zakken. „Ik zal naar Guy omzien. Maar denk er aan" hiji boog zich over haar en in haar over spanning leek zijn gestalte haar die van een reus „wanneer Je dat goedje ooit weer aanraakt, is mijn vertrouwen in je verloren. En waar geen vertrou wen bectaat, mag men geen achting verwach ten". Do woorden schonen door haar hoen to dringen, doch het volgende oogenblik had hij zich opgericht en was verdwenen. Toen de deur achter hem gesloten werd. bedekte «11 het gelaat met haar handen. Zij voelde zich als had zij inderdaad een nieuw tijdperk betreden, en het pad dat voor haar lag werd door haar met een onge- schrijflijken angst ingeslagen. HOOFDSTUK II. IN HET STRIJDGEWOEL. Toen Sylvia Guy terugzag, verwelkomde hij haar met een raadselachtige uitdrukking in de oogen, die half grappig, half verwachtend was. Door kussens gesteund lag hij bij het geopende venster, een sigaret en een doosje lucifers naast zich. „Hallo! Sylvia!" relde htj. „Kom gerust binnen. De groote „baas" heeft orde ln zijn huls geschapen en Is uitgegaan." De stralen van de vroege morgenzon schenen over zijn bed. Zij vond dat hij er merkwaardig goed uitzag en was over deze verandering verrast. Hij glimlachte toen zij nader kwam. „Ja, Ik ben ge reinigd en gespijzigd en over het algemeen ln fatsoen lijken toestand gebracht Ik dank den hemel dat dat beest van een Kieff de laan uit is! Ik zou hem niet lang meer verdragen hebben. Wat voor kwaad heeft hij ge stookt? Heeft hij jou het hof gemaakt? Of iets an ders?" „Mij het hof gemaakt? Natuurlijk niet"! Een hevige blos van verontwaardiging steeg Sylvia bij deze veron derstelling naar de wangen. Guy lachte. Hij scheen in de beste luim. „Dat zou ik hem ook niet raden, wat? Doch de groote „baas" is woe dend op hem, dat kan ik je meedeelen, en ik geloof, niet, dat dit mijn schuld ls. Ik ben onschadelijk genoeg dat weet de hemel." Toen zij naast hem stond stak hij een hand uit en nam de hare, die hij bleef vasthouden. „Je bent een beste meid, Sylvia," zeide hij. „Reeds het zien van je doet mij goed. Spijt het je niet, dat Kieff weg is?" „Spijten! Neen!" Zij zag op hem neer met twijfel ln haar oogen. „Maar wij zullen hem erg missen, be denk dat. Hij heeft Je leven gered." „Och kom!" zei Guy luchthartig. „Maak daarover niet zoo'n drukte, liefste. Hij zou het niet gedaan hebben indien hij er niet voor in de stemming geweest was. Hij doet in alles precies zooals hem goeddunkt. Doch ik zou zijn uittocht gisterenavond wel eens hebben willen zien. Ik vermoed, dat de voldoening van Burke daarbij grooter was dan de zijne. Hij Burke kwam terug met die tijgerachtig grimmige uitdrukking van hem op het gezicht. Je moet die ook kennen, zou ik zeggen. Zij was gisteravond niet van zijn gezicht af." Sylvia onderdrukte een plotselinge rilling. „O, Guy! Wat denk je dat er gebeurd is?" Hij schudde haar hand plotseling heen en weer, „Niots om Je ongerust over te maken, dat verzeker ik je. Hij is een duivel wanneer rijn woede eenmaal ls opgewekt, vind Je niet? Doch zoover ik weet heeft hij nog BMtt IwM «iiluwniW. O» alttOT, n Uit Al ons samen een sigaret opsteken! Ik mag er va ééntje hebben als een belooning voor onberli gedrag." „En zul Je je zoo blijven gedragen?" vroeg Sylvia. Guy kneep één oog dicht. „O, vandaag ben Ik CpM, top een heilige. Ik heb beloofd zoo goed als k n meer stout te zijn. Weet Je dat Burke glsterenni f hier op den grond geslapen heeft? Keurig van hem, i je niet?" L Zij keek snel om zich heen. „Sliep hij hier? Hoe gemakkelijk voor hem. Dat mag hij niet weer dol „Hij voelde er niets van." verzekerde Guy haar.,n was voel te veel met zichzelven Ingenomen. Dat stel - luist zoo in hem op prijs, weet je. Hij bezit een ver- derlijk vermogen zich hoe zal ik het noemen? t 1 geestelijk los te maken? Of lichamelijk? In leder gt hij weet hoe hij het meeste pleizier van zijn aandoei gen kan hebben, van welken aard deze ook zijn, en I zich daarbij door geen enkel persoonlijk ongemak "T deren," Hij eindigde met een zorgeloozpn lach waaruit l bitterheid geweken was, en kort daarna kwam Syi naast hem zitten. Zijn geheele houding dien moij bracht haar in de grootste verbazing. Een toovenni scheen aan het werk te zijn geweest De diepgevot ellende van de laatste weken was als een wolk 1! dreven. Dit was haar eigen Guy, die tot haar teruj keerd was, rein, gezond, met het jongensachtige huw in zich waarvan zij altijd zooveel gehouden had, en ouden, vluchtigen lach van begrijpen en medegevc in zijn oogen. Hij sloeg haar glimlachend gade. „Steek jij ook eens op? Kom, doe het maar. Het zal je stemming' f beteren." S Zij zag hem aan. ,Js het niet beter, dat Je het rooi >e nalaat?" vroeg zij. „Zou het Je hoest niet prikkelen? 1 Hij maakte een eigenzinnig gebaar met zijn ééne h(. „Ik zal er niet van dood gaan. Waarom kijk je mei aan?" „Als wat?" vroeg zij. „Alsof ik uit den doode was opgestaan." Zijn gelu l trekken werden plotseling strakker, ofschoon zijn oo| bleven lachen. „Wil je het wel eens laten!" zeide bij. H Zij lachte tot antwoord en stak de hand naar l n doosje lucifers uit. Het was van zilver en droeg t g voorletters. 1 „Ja," zeide Guy: „ik ben er al die jaren erg rei op geweest niet? Het ls al dien tijd mijn mascotte d weest Dei Zij nam een lucifer en streek deze aan zonder te >P Br ken. Er lag iets drukkends in hun stilzwijgen. Zij weder in het park van haar vader, op een donk» winterdag, dicht tegen het hart van Guy gedrukt, r* verzocht hem met gebroken stem, dit kleine afscb«ll geschenk van haar te gebruiken en dan aan hearj denken, wanneer meer dan de halve wereld tussclj hen zou liggen. Guy had zijn cigaret In zijn mond-l boog zich voorover, om deze aan te steken. Haaf beefde. In een oogwenk had hij zich opgericht, 1 hand licht gestreeld, en nam haar den lucifer vanJ schen de vingers. Deze daad zeide meer dan woofj Het was als had hij bedaard eon bladzijde ln hot 0» des levens omgeslagen en verzocht hU haar geen terug te werpen. Wordt vervol#»™

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 12