VAN DIT EN
EN VAN ALL)
Geestes-Sport en Hersen-Gymnastiek
VOOR ONZE DAMMERS.
Él
SP
n
n
m
11
s
1!
H
3,
m
11
m
Hf
m
n
VOO
R ONZE SCHAKERS.
EVENTJES DENKEN.
MOEDER.
iiM™i!ll«*niEE*IEHiro
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 21 Januari 1928. No. 8190
Vraagstuk no. 56,
m
wk
m
W'A
$8^1
M
m
m
m\
m
\:S
fl
'/J&&
mm
M
Vraagstuk no. 57,
Vraagstuk no. 58.
Vraagstuk no. 59.
Het steekspel uit vroeger dagen.
onder leiding van GEO VAN DAM.
van Ph. J. Battefeld, Amsterdam.
Zwart: ,18.
46
WW?
50
Wit: 18.
De diagramstand in cijfers behoort te zijn: Zwart
I schijven op 3 5-10 10—14 16—21 23 en 26. Wit:
j schijven op 25 27—29 32—39 4244 en 4749. Wit
ipeelt en winti
Men watertandt
Bij zulk een stand!
Kom, neem een zit
En win met w it.
OPLOSSING PROBLEEM No. 48.
(voorlaatste nummer),
van J. Lammers, Winterswijk.
De diagramstand in cijfers was: Zwart 17 ■schijf-
ren op 2 3 6 8—12 14—16 18—21 23 en 26. Wit 17
chijven op 25 27 28 31—40 42 43 45 en 48. Wit speelt
14—30, zwart 20—24?, wit 27—22, zwart 18X22, wit
HX22. In dezen stand wint een schijf of de partij,
want op:
A 11-17 volgt 22X11, 6X17, 37—31, 26X37, 32X
ill, 23X32, 38X16.
B. 12-17 volgt 22—18, 23X12, 25—20, 14X34 40X
25X24, 28—22, 17X28, 32X5.
C. 2—7 volgt 22—18, 23—29, 1813, 9X18, 28X23,
JX28, 33X2.
IX. 8 of 9-13 volgt 25-20, 14X34, 40X7.
B. 23—29 volgt 39-34.
F. 15—20 volgt 40—34. Niet 22—18, want dan redt
wart zich door 2631! Vele oploss(t)ers hebben
iich hier vergist. Het loont de moeite, dezen zet
'tfder uit te werken. Op alle andere zetten volgt
"Middellijk verlies.
van J. A. W. Hun ter.
Zwart:' .10.
Tgl, Thl, Lh5 en een pion op g6. Mat in twee
zetten volgt bier op wit's sleutel-zet Dd3—dl. Op
ieder antwoord van zwart komt nu de imatzet,
EEN INTERESSANT PAT.
van Hl-enri Rinck.
Zwart: 5.
c d e f g h
(Wit: a
De diagr^mstand behoort te zijn: Wit Ka6, Dbl,
ft?, Td2, Lg4, Lg7, Pdl, Ph3 en een pion op a5.
wart Ke4, Tel, Tfl, Ld3, Pd8 en. 5 pionnen op c4,
Qo> f4, g5 en h6. Wit speelt en geeft mat in twee
tetten.
OPLOSSING PROBLEEM No. 40.
(voorlaatste nummer),
van Dr. L. N. de Jong.
fe diagramstand waa: Wit Ka8, DdS, Tg4, La4,
PO
en twee pionnen op ea g5. Zwart KhS,
In bovenstaande positie forceert wit, die in de
minderheid is op de volgende fraaie en leerzame
wijze pat: Wit La4c6, (zw. Lf3Xc6, opi b7Xcö? 2.
Tc2b2l). Wit 2. Tc2—d2 (zw. DdlXd2). Wit 3. a6X
b7f (zw. Lc6Xb7).
No- BI. FAMILIE-RELATIES,
De partiji bestond uit drie kinderen (twee meisje»
en een jongen), verder uit vader en moeder en groot
vader en grootmoeder. Als men natelt zal men zien,
dat al de opgegeven betrekkingen aanwezig zijp.
De vader is, in verhouding! tot zijn vader meteen
een zoon, en zoo verder.
Vragen en oplossingen, deze rubriek betreffend,
op te zenden aan Geo van Dam, Heemskerek-
laan 4, Raam.
*EEN TO O VERRUIT."
Er wordt gevraagd de cijfers 2 4 6 en 8 zoodanig
in de rijen van onderstaand vierkant, dat onder
verdeeld is in 16 kleinere, even groote vierkantjes,
te plaatsen, dat de som van de horizontale, verticale
zoowel als van de beide diagonale rijen steeds 20 is.
2
4
6
8
2
4
6
8
2
4
6
8
2
4
6
8
„MOGELIJK OF ONMOGELIJK?"
In het stadje A. wordt een hotelletje ter gelegen
heid van bet bezoek van onze Vorstinne overstroomd
van gasten. De hotelier weet haast geen raad meer.
Hoe zal hij} al die ménsehen aan een goede slaap*-
gelegenheid helpen? Daar krijgt hij' echter een ge-
lukige inval. Hij; zal de elf personen, die een bed
wenschen, toch ieder aan een bed helpen, niettegen
staande bijl maar tien- bedden tot zijn beschikking
heeft. Hij, zal dan twee gasten in het eerste bed
stoppen met de toezegging, dat no. 2 na een kort
poosje een bed voor zich alleen krijgt, evengoed als
de overige gasten. Daarna zal hij no. 3 het tweede
bed geven, no. 4 het derde bed en izoo vervolgens,
zoodat dus no. 10 het negende bed krijgt. Op deze
manier kan hij een bed overhouden, dat de elfde
man, die met eien ander zou samenslapen in het
eerste bed, dan nog in beslag kan nemen.
'Het is duidelijk, <iat de hotelier zich moet vergis
sen. Wie 'helpt hem nog bijtijds uit zijn dwaling?
OPLOSSINGEN DER PUZZLES
uit ons voorlaatste nummer.
No. 5a VIJF EN VEERTIG.
Het eerste der gevraagde getallen is 8 (+2=10).
'Het tweede is 12 (12—2=10).
Het derde is 5 (5X2=10).
Het vierde is 20 (20:2=10).
Bij de proef, die we op de som nemen blijkt dit
juist te zijn, want 8+12-1-5+20=45.
Als groot bent, zul ie een
gentleman zijn I
Dat is niet noodig, vader. Ik
wil precies zoo worden als u l
In haar wrakke kinderwagen
Reed ze wat negotie rond,
Steeds dezelfde stille glimlach,
Om haar ouden rimpel'mond.
Kammetjes en snuisterijen,
Veters, spiegeltjes en hand,
Lagen voor het daagTijksch broodje
In haar kleine rommelmand.
Aan de huizen kwam ze vragen,
Of men van haar koopen wou,
's Zomers in de felle hitte,
'e Winters in de barre kou,
Dwars door weer en wind en regen
Liep ze trouw haar klanten af,
Omdat niemand haar te ©ten,
Of een onderkomen gaf!
Altijd was ze onderdanig,
Want dat hoorde bij d'r vak,
's Avonds kocht ze in de slaapstee
Koffie en een onderdak.
Jaren liep ze al met handel,
Schuchter, zielig en berooid,
Ook al werden vaak de deuren
Vóór haar vragen dichtgegooid!
Niemand wist, hoe of ze heette,
Niemand wist vanwaar ze kwam,
Niemand wist, hoe of ze leefde
Van d'r schrale boterham!
Ze was langzaam aan vergeten,
Zonder aanspraak, zonder loon,
Zonder steun opzij geschoven,
En ze werd er aan gewoon 1
Daarom gaat ze met dien wagen,
Als een harde levensplicht,
Met een aangeleerde glimlach
Op haar rimpelig gezicht.
Eenzaam sloft ze langs de wegen
V-oor d'r dagelijkschen brood
In dienzelfden kinderwagen
Bracht ze eens haar jongens groot!
Wat heb jij dan wel misdreven,
Dat het leven je vergat,
Oude, afgeleefde moeder,
Met je eindloos bede-l-pad,
Dat je in gebogen houding
Als een wrak van straat tot straat v
Langs de velevele huizen
Van de and're moeders "gaat!!
Januari 1928. KROES.
Alle rechten voorbehouden!
gehouden zijn. In onze geschiedenis spreekt men
van een steekspel te Luik, waaraan Graaf Dirk V,
gestorven in 1049, deelnam. In 1066 verzameldede
Fransche ridder de Reuilley tournooiwetten, die
toen in Frankrijk bestonden en later ook in andere
landen werden toegepast.
D'e tournooien. hadden het karakter van wapen
oefeningen in vredestijd, dus dienden ze om de ge
oefendheid van den adel in den wapenstilstand te
toonen. Aanvankelijk gaf de vorst of een voorname
ridder bij plechtige gelegenheden en voor eigen re
kening tzulk een steekspel. Bijzondere herauten zon
den de uitnoodigingen ertoe rond. Tevens kon iedere
ridder er komen, als hij! aan de gestelde voorwaar
den voldeed. In den aanvang eischte men daartoe
alleen onbesproken gedrag en levenswandel Late(r
werden vereenigingen gevormd, die op gezette tij
den een tournooi gaven. Alleen adellijken (met een
reeks van zulke voorouders) konden er lid van
worden. De herauten onderzochten de bevoegdheid
der ridders. Daartoe werden vóór het openen van
een tournooi de helmen en wapenschilden tentoon
gesteld. De herauten en kamprechters riepen daar
op de bevoegdheid van eiken ridder uit. Vervolgens
maakten ziji de wetten van het tournooi bekend en
onderzochten tevens de wapenen der toegelatenen.
D'e plaats der spelen heette tornooiveld, de eigen
lijke kampplaats, die door een heining omgeven
was, 'het krijt. D:e kamprechters namen nog de na
men der deelnemenden op en plaatsten ze op- de
tornooirol. Ook Dij. de helmdeieling, of het vormen
van twee partijen bij de deelnemers, moesten de
kamprechters aanwezig zijn. In het z.g. tournooi-
gericht hadden ze met den tournooiraad het voor
zitterschap leidden alle onderzoek en bekrachtig
den het gevelde oordeel. Gedurende den strijd
handhaafden zij de tornooiwotten en na den afloop
reikten ziji dei ridders den tornooihrief uit. D'e krijit-
waarders of -wachters hadden lange staven hun'
knechts korte. Zij moesten de staven in het krijt
werpen als de strijd te hevig werd, de kampioenen
de orde verstoorden, of tegen de kampwetten han
delden. Op dit teeken waren de kampioenen ver
plicht, de lansen of zwaarden op te steken. De
strijd had met gesloten helmvizier plaats en man
tegen man, wat men lansrennen of joeste noemde,
of in twee partijen, kohorde, d.i. tweekamp, gehee-
ten. Het doel hij! het eerste was, zijn tegenstander
uit het zadel te lichten. Men mocht de stompe lans
alleen op hoofd of borst richten. Zoo een strijder
'zijn vizier opende, was de strijd in het' voordeel
'.van den ander geëindigd.
Bijl het z.g.n. gemengde gevecht werd het stompe
zwaard gebezigd, en streed men te voet en te paard
Om bet strijdperk waren tribunes voor aanzienlijke
edelvrouwen, niet strijdende ridders en verdere toe
schouwers. Eén der edelvrouwen, soms door een
winnaar zelf gekozen, deelde gewoonlijk de prijzen
•uit. In ons land, waar de tornooien hofhoudingen
heetten, hadden de meeste plaats te Geertruiden-
berg, Utrecht (op de 'Nieude), 's-Gravenbage (op
het Tornooiveld) en Haarlem. In laatstgenoemde
stad werden door Graaf Willem' III in 1307 gedu
rende drie dagen tornooien en feesten gegeven, die
alle andere verre overtroffen. Als men de lijst leest,
die bet daar verorberde opsomt, staat men ver
steld!
Later, toen scherpe lansen en zwaarden bij de tour
nooien werden toegelaten, gaf dit aanleiding tot het
beslechten van veeten, waarbij zeer vele ridders den
dood vonden. Na die ontaarding der steekspelen ver
boden wereldlijke en geestelijke vorsten ze ten slotte.
Paus Innocentius ging zelfs zóó ver, dat hij! den
daarbij omgekomen ridders een kerkelijke begrafe
nis weigerde. Lang waren die maatregelen evenwel
te vergeefsch. Het zou nog eenige eeuwen moeten
duren, eer de tournooien door caroussels of rij spe
len vervangen werden! Onder de slachtoffers der
steekspelen moeten vooral genoemd worden: Dirk V
(1049), Floris IV (1235), zijn broeder Willem (1238),
Floris de Voogd (1258) en Hendrik II (1559), koning
van Frankrijk. Dirk V wondde op een steekspel te
Luik den broeder van den Keulschen bisschop doo-
delijk. De Keulenaars deden toen hetzelfde met,
ZIJN GESCHIEDENIS EN VERMOEDELIJKE)
OORSPRONG.
De oorsprong van het tournooi of steekspel, dat
in vroeger dagen, vooral in den riddertijd zeer
sterk beoefend werd, ligt in het duister. Men ver
moedt, dat het reeds bij de oude Grieken en Ro
meinen in zwang was. De Franschen en Duitschers
betwistten elkaar de eer, het tournooi voor het
eerst in Europa vertoond te hebben. Het eerste
Dhitsche tournooi imoet in 1C06 te Maagdenburg
Mevrotrw: - Wil 9c ie eens
wat zeggen Vandaag: is het der
tig: iaar geleden dat we ons ver
loofden.
Mijnheer: (natouripk profes
sor) Waarom heb Je me dat
met eens eerder gezegd? Het
wordt hoog tijd dat we dan gaan
trouwen!