RADIO-RUBRIEK. LL EEN GOEIE MOP. VOOR DEN TOESTELBOUWER Vereenvoudigde bediening: De Bodemweerstanden. Bon repas! M Onbeantwoorde diensten. Waarom zoo somber Er zijn toch wel meer vrouwen op le wereld, dan die eene, die je aanzoek van de hand heeft ge vezen Jawel, maar er zijn ook nog: mannen! WETENSWAARDIGHEDEN. Is hst U bekend dat Osmlum keer zoo zwaar als water weegt en heit zwaarste bekende metaal is? dat het tot dezelfde metaal- groep behoort als platina? dat er elk jaar in Hollywood iets meer dan 200.000 mijl films ge produceerd worden? dat er in Amerika 27.000.000 ge zinnen zijn, waarvan er 6.500.000 een radio-toestel hebben en 11.000.000 een gramofoon? dat er lh Amerika op elke 100 inwoners 15 telefoons zijn, in Ca nada 13, in Denemarken 9 en in Engeland 3? d a t 96 van alle betalingen in Amerika door middel van chèques geschieden? dat sr in Palestina nu drie er kende talen zijn, Engelsch, He- breeuwsch en Arabisch? Dat He- breeuwsch in de scholen geleerd wordt en ook gebruikt wordt in de kranten en de theaters? dat arbeiders van allerlei soort in Amerika elk jaar 10 milliard meer verdienen, dan ze noodig hebben om van te leven? dat twintig van de mooiste meisjes van het dorp Perry in Cklahama den directeur-generaal van den Oklahamaspoorweg ge kust hebben, om hem te bedanken vcor een nieuw station dat hij in haar geboorteplaats liet bouwen. dat eerst omstreeks het jaar 1410 men de speld leerde kennen. Zij verdrong de tot dien tijd gebrui kelijke doornen der armen en de zilveren en gouden stifjes, waar mee de rijken en de aanzienlijken hun kleederen vastmaakten. Dokter: Die pijn aan uw rechtervoet is mtsi uitend een rolg van uw hoogren leeftijd. Patiënt: Onzin, dokter miin Enkervoet ie evea ond die mankeert niets. enigen uit Dirks gevolg, o.a. met twee familieleden •an den graaf, en deze kon zich ternauwernood door le vlucht van den dood redden. Hij wreekte echter ijn haat daarover aan de onsch ldige Luiksche en Ceulsche schippers, door hun bij elk bezoek aan )ordrecht een zeer hoogen tol op te leggen. Geen vonder was het dan ook, dat hij te Dordrecht door -en Keulenaar met oen vergiftigen pijl werd dood- reschoten (1049). Floris IV, een groot beminnaar van iet tournooi, nam deel aan een zoodanig spel bij len ouden Graaf van Clermont, en werd door dezen ermoord, omdat hij de jonge, schoone vrouw van len Graaf te vriendelijk toesprak. Wat Koning Hen- Irik II betreft, hij dwong op een groot steekspel te 3arijs den Graaf de Montgommery, bevelhebber van le Schotsche lijfgarde, tegen hem in het krijt te tre- len. Deze bracht echter den vorst bij ongeluk een loodelijke hoofdwond toe. Montgommery vluchtte laar Engeland, werd later Hugenoot en kwam in frankrijk terug, waar hij (1574) gevangen genomen verd. Op bevel van Catharina de Medicis, weduwe an Hendrik II, werd hij wegens hoogverraad ter lood veroordeeld en onthoofd. In vele werken van beroemde schrijvers komen als :pisoden voorstellingen voor van tornooien of tor- vieren. Onder hen moeten vooral Sir Walter Scott n Ainsworth worden genoemd. De eerste deed dat n zijn bekenden boeienden roman „Ivanhoeve"; de laatste gaf in één zijner mooiste hoeken, „De Ster renkamer" geheeten, een uitvoerige beschrijving van een steekspel, waarbij Lord Mounchencey den z.g. ridder de Mompesson, een werktuig van de beruchte Sterren kamer, op gevoelige wijze zandruiter maakte. In het dagelijksche leven bezigt men nog vaak uit drukkingen, die aan de tornooigebruiken zijn ont leend. Hier laat ik er eenige van volgen. Iemand den handschoen toewerpen. Hem uit het zadel lichten. Zandruiter worden. Tegen een persoon in het krijt treden of komen. Iemand in het zand of stof doen bijten. Hem den staf toewerpen. Met open vizier (helmschuif of helmklep) strijden. De zwaarden kruisen. Met scherpe wapenen strijden. Dat kon z'n moeder ook. De klas bezocht het Rijksmuseum en de onderwij zeres vertelde over Remhrandt: „Deze beroemde schilder kon met één veeg een lachend gezicht in een huilend veranderen." „Dat kan me moeder ook", mompelde een jon getje en wreef instinctief met zijn hand over zijn oor. Ondanks het feit, dat de gloeidraadweerstanden itceds minder toegepast worden, terecht of ten ■nrechte willen wijl toch hier de aandacht vesti- cen op een type weerstand, dat zich van de ande en door ton speciale uitvoering onderscheidt, n.1. le bodemweerstanden. De vraag naar „vereenvoudigde bediening", waar mee gepaard gaat een vereenvoudiging van de frontplaatmontage, is, naar het ons toeschijnt, mede oorzaak, dat men thans zoovele toestellen zonder gloeidraadweerstanden uitrust. Als men echter ge bruik maakt van bodemweerstanden, voldoet nifn aan deze beide eischen, zonder een noodelooze over belasting van den gloeidraad te veroorzaken. M'« u heeft dus slechts ééns den weerstand juist in te stel ten, om dan later aan den stand van den contact arm niets meer te veranderen. Wij noemen dan van deze weerstanden de vol gende soorten: De Variofix (fig. 48 AL Deze heeit een uitwisselbaar weerstandselement, dat draadgewik keld is en vereischt slechts weinig ruimte. De „peerless' semi-fixed Resistor (fig. 48 B) even eens uitgerust met verwisselbare draadgewikkeld»- weerstandselementen. Door zijn langwerpigen vorm en overigens kleine afmetingen buitengewoon ge schikt om naast het lampvoetje gemontterd te wor den. Dan vertoont de teekendng nog een afbeelding van den „Varistor" (fig. 48 C). Dit weerstandje is meer speciaal ontworpen voor montage aan de ach terzijde van de frontplaat (z.g. baseboard montageb De afbeeldingen spreken overigens voor zichzelf en verdere toelichting lijkt ons overbodig. Wij hebben geen afbeelding van den „Lissen" - weerstand voor bodemmontage kunnen bemachti gen; deze is echter in uitvoering nagenoeg gelijk aan den normalen Lissen-weerstand, echter zonder knop en schaal. Ten slotte nog deze opmerking: bij toepassing van weerstanden voor bodemmontage is het natuurlijk noodzakelijk, dat men bij het inwendige van het toestal kan komen; een opklapbaar deksel moet dus aanwezig zijn. Bovendien is bet alleen dan handig, als men tevens een toestel gaat boven, met inge bouwde lampen. Een uitvoering, die zich al een be langrijke plaats veroverd beeft. Net als vader. Het nieuwe dienstmeisje, kersversch van buiten, bracht mevrouw voor het eerst thee boven, op bed. Maar ze bracht een kopje, zonder schoteltje. Toen mevrouw haar hierop wees, zei ze: „O, U ia pre cies as me vader, die drinkt ook altijd uit z'n scho telt! elT Dan znl je hard moeten loopen. Een oogenblikje zeg waar ga je heen? Spijt me, 'k heb geen tijd, zeg, ik moet den trein van 9 uur 15 halen! Dan zul je hard moeten loopen, want die heb ik net gemist! Visscherslatijn. „Ja," zei de visscher, „Het was de grootste visch, die ik nog ooit aan me haak kreeg, en voordat ik wist, wat er gebeurde, had hij me uit de boot ge trokken!" Dan zult U wel erg nat geworden zijn? Heelemaad niet! Ik viel boven op hem! Zoo'n slimmerd. De dorpsveldwachter stelde een ernstig onderzoek in naar het geval van den gebroken ruit. In den tuin staande, mat hij het gat en noteerde de maat in zijn notitieboekje. Dan ging hij het huis binnen, en keek In de kamer, aan den anderen kant van den ruit „Sapperloot!" riep hij uit, „Dat is erger dan ik dacht Die ruit is aan alle twee de kanten gebro ken!" Vandaag vacantie! Als net weer mooi is, ga ik op de sofa liggen, en als het slecht is, ga ik naar bed..! „SMAKELIJK ETEN". Het gebeurde gedurende de invasie der Franschen in ons land (1672—1674), dat een troepje der afdee- ling, die in het Oosten van het tegenwoordige Zuid- Hblland opereerde, van de hoofdmacht gescheiden en verdwaald raakte. Deze verdwaalden belandden, na lang her- en derwaarts gedoold te hebben, ein delijk in een buurt van Lange-ruige-weide, een dorp je dat ten Zuid-Westen van Woerden ligt. De uitgehongerde soldaten kwamen daar daar-als ze en gansje; want de bewoners der bedoelde buurt zouden juist aan het middagmaal gaan. Daarom verdeelden de Franschen zich onmiddellijk in groep jes, die de huizen onder een herhaaldelijk en hof. felijk „Bon repas!" betraden. Aan tegenstand der buurtbewoners was natuur- lijik geen denken. Ze zetten zich heel gemoedelijk laan tafel en begonnen de spijzen, als bepaald voor hen bestemd, met groote graagte te verorberen. Da bewoners hadden intusschen bij alles, wat de Franschen deden, alleen het toekijken u# M i de jde: oudt de i jid hij Ik ben diep ongelukkig. Mijn man lijdt aan kleptomanie. Arme kerel I Doet 't - veel pijn Men begrijpt wel, dat zo volstrekt niet ingenomen waren met de komst van de schadelijke en ongo- noode gasten. Ze keken dan ook in het geheel niet vriendelijk, vooral toen ze hun eigen maal in de magen der vreemdelingen zagen verdwijnen en voegden hun allerlei, doch. geen vrome wenschexy toe. De soldaten, die daarvan evenwel niets ver stonden, beantwoordden alles met een opgewekt Bon repasl Bon repas!" Zeer in hun schik, gingen ze maar voort met schransen, Nu eens wierpen ze daarbij spottende blikken op de bewoners, evenals spreeuwen, die in een kerse- of besseboom hun maal gebruiken; dan weer klonk het op den duur tartende „Bon repas!!" Na even overvloedig als smakelijk geconsumeerd te hebben verlieten de Franschen de menschen, gelukkig ongemoeid. Wel licht heeft van hun kant den lieden ïie een harte lijk en herhaald „Merci bien pour lo bon repos!" in de ooren geklonken. gel; 2' nes F m wdi H int si lier 81? 1 D dat ik Een boer in Connecticut werd gevraagd, om 'teel te nemen bi| de begrafenis van de derde vrouw van zijn buurman, en daar hij ook tegenwoordig wsii geweest bij de begrafenis van de twee anderen, was zijn vrouw verbaasd toen hij voor de uitnoodiging bedankte. Zij wilde met alle geweld weten waar om hij bedankte en na eenige aarzeling zeide hij: Zie je, Mary, je krijgt een beetje een vw-legen gevoel, als je altijd een andermans beleefdheden mot annemen, terwijl je nooit in de gelegenheid ben iets van dien aard terug te doen." Feiten waarover ik altijd verbaasd sta: Wanneer een kellner een fooi weigert. Wanneer mijn vrouw mijn uitvluchten aanneemt Wanneer mijn buurvrouw niet valsch zingt. Wanneer ik 's Maandags lust heb in werken. Wanneer ik 's Vrijdagsavonds nog geld in mijn zak heb. Wanneer de zon schijnt op mijn vrijen dag. Wanneer mijn huisheer vergeet om de huur te vragen. Wanneer mijn vriend er „eentje" weigert. "7.Ik keb genoeg: van de vrouwen. Ik raakte verliefd op *"n meisje, kreeg- een medeminnaar sn terwille van diens knuisten gaf ik haar óp. De kerel trouwt met haar, gisteren komt-ie me tegen en opnieuw heb ik een pak slaag té pakken! WARE WOORDEN. 't Is loflijk vrij te zijn van lichaam en gemoed. Maar hij is 't geen van bei, die slaaf is van zijn goed. Evenals op goede gedachten goe de dagen volgen, zoo volgt de ernst des levens op de spelen der kinds heid. -o— De mensch is wijs, zoolang hij naar wijsheid zoekt; maar zoodra hij meent ze gevonden te hebben, begint de dwaasheid. Wie in zijn zaken altijd doet wat hij wil, doet zelden wat hij moet. Och, wij werken te veel op het schuld erkennen van anderen. Hebben we er wel eens aan gedacht dat schuld belijden van, onszelf veeleer de harten verteedert? Weinigen weten, hoeveel men weten moet om te weten hoe wei nig men weet o Het verstand gaat zeer spoedig de beminnelijkheid halverwege te gemoet; maar daar staat het stil en het hart alleen komt tot het doeL Wanneer het water stille staet Wanneer de miensche ledig gaet Wanneer het ijser rus+en moet Niet een van drie en blijft er goet Ja, de tijden zijn heel slecht. Je kunt haast geen goede kofffcl meer zetten, behalve als je geen bezoek hebt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 18