LANDBOUWKUNDIGE BETEEKENIS VAN DE
LUITING EN DROOGMAKING DER ZUIDERZEE.
REDE van den Heer Ir. Smeding
te Schagen per radio uitgezonden
roote belangen staan voor Nederland*op het spel. Het betreft
hier een werk, dat zoowel technisch als ook landbouw
kundig alleen met de uiterste krachtsinspanning tot een
goed einde kan worden gebracht, doch waarvan
het nationaal belang ook onze allerbeste
krachten waard Is.
Over dan tomta&d van den landbouw In
het algemeen.
Geachte toehoorders;
mij aangenaam van het K.N.L.C. een uit
te mogen ontvangen u een en ander om-
andbouwkundige beteekenis van de Z.Z.W.
Hen, want bij herhaling blijkt, dat zoovelen
jven niet kennen, welke de Regeering heeft
iluiten over te gaan tot de uitvoering van deze
rijke en kostbare werken,
igg van voldoende bekendheid worden ge
it de finamiëelê resultaten in den landbouw
de de laatste reeks van jaren alles behalve
end zijn. De opbrengsten, in geld uitgedrukt
hooge productiekosten in aanmerking ge-
?ht-
niet in overeenstemming met de hooge pad
pprijzen, welke geboden moeten worden, om
I* pd te komen. Er is een wanverhouding ont-
jpschen vraag naar en aanbod van grond, of
ezegd, er is gebrek aan land, waar-
geheele landbouw gebukt gaat, waarvan
li-ge gevolgen op andere bedrijfstakken,
p onze geheele samenleving niet kunnen
Het doel der Z.Z.W. nu is, om eenigerxnate
m „landhonger" tegemoet te komen,
jre bestudeering van den omvang van dit
ijkt evenwel overtuigend, dat hiernaast nog
re wijze getracht moet worden zooveel mo-
in de even genoemde w a nverhouding tego-
komen, zoodat bevordering van ontgin-
er daarvoor in aanmerking komende woeste
betere ontwatering van groote
en landerijen, de ruilverkaveling,
de emigratie, als dringend noodzakelijk
Worden beschouwd. Ter nadere motiveering
noodzakelijkheid van al de hier genoemde
elon, dient nog gewezen to worden op oen
nsel, waarop de CommissieLovin-k in haar
uitgebracht rapport vooral de aandacht heef'
1, n.1. op do te Vérgaande splitsing
_e drijven. De intensiveering van de land
drijven heeft het mogelijk gemaakt de toe-
i landbouwende bevolking plaatsing en een
te geven, waarmee splitsing tot kleinere be-
hand in hand is gegaan. Thans is evenwel
nd kunnen worden, dat duizenden
edrijven, sinds 1.910 ontstaan door splitsing
tere, een gemiddelde grootte hebben verkre-
roor een rationeele uitoefening van akker- en
ïw als ongewenscht -moet worden beschouwd.
Wat In de laatste eeuw aan da be staande
oppervlakte van Nederland door Inpol
dering en ontginning werd toegevoegd.
ijkt uit 'de ter beschikking staande gegevens,
ie laatste eeuw niet minder dan pl.m. 400.000
nd door inpoldering en ontginning beschik-
gekomen, terwijl door de Zuiderzeewerken in
Rechts" 225.000 H.A. land aan de bestaande
akte zal worden toegevoegd. Dezelfde sta-
leert evenwel, dat er in de periode van 1910
door uitbreiding van bebouwde eigendommen,
wegen, tuinen, kanalen, havens enz. niet
dan 24.000 H.A. aan den landbouw is ont
d.w.z. meer dan de geheele Wieringermeer
veren (pl.m. 20.000 H.A.). Hoewel er dus door
ing en ontginning aanzienlijke oppervlakten
landbouw beschikbaar zijn gekomen, is toch
van de gehouden fc e r o e p a t e 1-
gebleken, dat de landbouw, in tegenstel-
handel en industrie, de normale bevolkings-
sinds 1910 bij lange na niet plaatsing heeft
bieden. Enkele getallen mogen dit nader
Van 1910 tót 1921 is de bevolking in Ne-
toegenomen met pl.m. 17 Het aantal
a werkzaam in den 1 andbouw steeg in
evenwel met slechts 1,4 bij „handel
eer" met ruim 27 in de industriebedrijven
t minder dan 33 Hieruit blijkt dus wel,
dit opzicht in den landbouw van verza-
l kan worden gesproken; velen moeten nood-
jen het bedrijf, waarin zc zijn opgegroeid, ver-
1 een ander beroep te kiezen, of moeten emi-
Desondanks 'heeft er sinds 1910 een split-
bedrijven plaats gehad ten koste van de
sche draagkracht der bevolking. De groote be-
cultuurgrond moge dus ook hieruit over-
zijn bewezen.
u allen ongetwijfeld bekend is, zullen er
groote nieuwe polders worden gemaakt,
een afsluitdijk worden gelegd van
naar Friesland, als gevolg waarvan
nevenyoordeelen verkregen zullen wor-
ke hier niet geheel onbesproken mogen blij-
de afsluiting zal het z.g. IJ s s e 1 m e e r
dat na verloop van eenige jaren geen zout
eer zal bevatten, doch door den voortduren-
van rivier- en regenwater geleidelijk in
ivatermeer zal zijn veranderd. Dit meer nu,
zal hebben van ongeveer 115.000 H.A..
tijden voor den landbouw van de omlig-
ovinciën van groote beteekenis kunnen wor-
waaruit zoet water kan worden be-
iroor drinkwater van het vee en eventueel ook
van de plant. Uit den aard der zaak zal
alleen daar mogelijk zijn, waar de onder-
ildoende doorlatend is, om het ingelaten of
zoete water met voldoende snelheid tot de
te doen doordingen.
overige voordeelen, als gevolg van het
an den evengenoemden afsluitdijk, dient
'orden vermeld, dat de kans op overstroo-
zooals ons die van 1916 nog versch in het
liggen, aanzienlijk' geringer is geworden,
lan de hier genoemd?. nevenvoordeelen nog
en ander zou "zijn toe te voegen, mëen ik
gezien de beperkte tijd mij! ter beschik-
te moeten volstaan.
Thans over de eigenlijke droogmaking
der Zuiderzee.
een en ander over de werken als zoodanig.
bekend zijn, dat reeds een aanvang is ge
let den afsluitdijk, evenals ook met den
de Wieringermeer. Tevens, dat het
van de Directie der Z.Z.W, ligt alle
noodig voor het droogmaken van
lier (boezem meer dijk bij de v. Ewijckslul»,
naar Aartswoud rast sluizen, enz.)
t dan WUringarmeerdijk xoe» mogelijk reeds
aan het eind Van het volgend jaar gereed te hebben.
In dat geval zou dus reeds in 1930 een. oppervlak
van pl.m. 20.000 H.A. voor den landbouw beschik
baar komen.
Wat echter niet algemeen bekend zal zijn is dit,
lat van alle droog te maken Zuiderzeegronden de
Wieringermeergronden de grootste moeilijkheden
zullen bieden bij het in cultuur brengen.
Bij de bestudeering van de baten, welke van de af
sluiting en droogmaking der Z.Z. zijn te verwachten,
liooft de Commissie-Lövink door monsterneming ge
vonden, dat de hoeveelheid kc-ukenzout, aanwezig
in de bovenste grondlaag, verband houdende met
de concentratie van het zich daar boven bevindende
zeewater, in de Wieringermeer gemiddeld 2 be
draagt, in het Hoornsche Hop en Zuidelijke bekken
der Z.Z. 1—% in den N.Ö.-polder (tegen de Frie-
sche en Overijselsche kust) daarentegen slechts
En het is juist het zout, dat in de droog te maken
gronden veranderingen bewerkt, waarvan in de eer
ste jaren groote moeilijkheden bij de cultuur zijn te
verwachten.
Hiet is dus in zooverre wel te betreuren, dat juist
met dien polder is aangevangen, waar de moeilijkhe
den met de bebouwing gedurende een reeks van ja-
ren het grootst zullen zijn. Andere omstandigheden
hebben evenwel gemaakt, dat hiertoe tenslotte he
laas wel moest worden nesloten.
Het valt niet te ontkennen, dat over het in cul
tuur brengen van de Zuiderzeegronden veelal te ge
makkelijk is gedacht, waarvan de verklaring hier
in is gelegen, dat men gemeend heeft overeenkom
stige cultuurrosultaten te mogen verwachten, als op
do ingedijkte Groningache cn Zeeuwsche kwelders.
Vergoten werd, dat die humusrljke, door kreeken
reeds meer of minder ontwaterde gronden, dank zij
grooten voedselrljkdom en rijke bacteriënflora oen
'natuurlijke geschiktheid voor do cultuur bezitten,
waarmee de aanvankelijk steriele en zoute Zuider
zeebodem niet vergeleken mag worden. Waar niet
temin in 1920 tot krachtige voortzetting dor Zuider
zeewerken is besloten, mag worden, aangenomen,
dat men overtuigend is een oppervlakte grond voor
ten landbouw boschikbaar to kunnen stollen, waar
van binnen afzionbaren tijd gunstige resultaten met
de cultuur zijn to verwachten. Inderdaad mag dit
naar onzo meening dan ook worden aangenomen.
Om U dit duidelijk te maken zal thans eerst een en
an-der worden, meegedeeld over het omvangrijke
grondonderzoek, dat, heeft plaats gehad en verder do
maatregelen worden besproken, welke worden ge
troffen, om de in cultuurbrenging zooveel mogelijk
In goede banen te leiden.
Wat onze voorvaderen voor ons deden.
Ome voorvaderen waren geboren laudaanwin-
ners; de zeoprbvinciën van, ons land dragon daar
van niet alleen de duidelijke kenteekenen, maar
heel Nederland profiteert daarvan nog dagelijks,
Denkt U zich eens in welke b.v. de beteekenis van
de provincie Noordholland zou zijn zonder de vol
gende gebieden, welke toch alle door harden arbeid,
slechts ondersteund door gebrekkige hulpmiddelen,
sinds pl.m. 1600 voor de productie werden beschik
baar gesteld; het zijn:
Koegras, Zijpe, Wieringerwaard, Anna Paulowna,
Waard en Groet, Hugowaard, Schermer, Beemster,
Purmer, Worm er, IJpolders, Haarlemmermeer, daar
bij nog de polders op Texel en die op Wieringen, om
nog maar niet eens te spreken van de tallooze klei
nere moeren, die sindsdien tevens werden droogge
maakt. Het landaanwinnen is ons du» wel aange
boren en het wordt, gezien do U zooeven geschetste
toestand in den landbouw, dus ook meer dan tijd,
dat daarvan, in het algemeen belang, opnieuw de
bewijzen worden afgelegd. Hierbij dient evenwel ge
tracht te worden gebruik te maken van de vele er
varingen, welke destijds zijn opgedaan. Het is even
wel ten zeerste te betreuren, dat hiervan in het al
gemeen zoo weinig is vastgelegd, wat ons, gezien de
omstandigheden, in 't bijzonder do gebrekkige ont
wikkeling van do plattelandsbevolking, niet be
hoeft te verwonderen, maar wat wij zoo gaarne an
ders hadden geizien.
Wat wij helaas echter in de oude verslagen meer
malen opgeteekend vinden is dit, dat er te voren on
voldoende zorg was besteed aan het onderzoek van
de droog te maken gronden, zoodat deze in kwaliteit
meermalen niet aan de veelal hoog gespannen ver
wachtingen bleken te beantwoorden.
Wat aan het plan tot droogmaking van
de Zuiderzee voorafging.
Het spreekt wel van zelf, dat wij ons afvragen,
wat er dan wel gedaan is, om het groote werk, dat
thans staat te gebeuren, in dit opzicht voldoende
voor te bereiden.
Blijkens de langzamerhand zeer omvangrijk ge
worden Zuiderzeeliteratuur zijn de eerste boringen
reeds gedaan in 1866 en herhaald in 1874 en '75,
waarop m 1880 het bekende Wieringermeer onder
zoek van Prof. v. Bemmelen is gevolgd, in 1889 door
de Z.Z. vereeniging aangevuld wat betreft het overi
ge deel van de Z.Z. Gedurende dié jaren zijn 1049
plaatsen aangeboord, dikwijls tot op een paar
Vleter diepte, waardoor in totaal eenige dui
zenden monsters beschikbaar zijn gekomen, welke
na onderzoek de gegevens hebben verschaft voor
een geologische kaart van den Z.Z.-bodem. De con
clusie waartoe Prof. v. Bemmelen aan de hand van
vergelijkende onderzoekingen van de te Anna Pan-,
lowna, Waard- en Groet, en de IJpolders genomen
monsters is gekomen, luidt aldus, dat minstens
3A van de gronden der toekomstige Z.Z.-
polders bouwgrond zal zijn van groote
waarde en slechts een ondergeschikt
deel van geen onmiddellijke waarde.
Mot dit laatste worden de zandige gronden be-
loold, waarmede dank zij zoetwaterinlating
en kunstmestgebruik blijkens de thans reeds
lange jaren in het N. van Noordholland opgedane
ervaring, aanzienlijk betere cultuurrosultaten kun
nen worden verkregen, dan destijds bokend was.
U'it het voorafgaan do moge blijken, dat aan hot
grondonderzoek destijds alle zorg is besteed. Toch
zullen ook. hier de verra»slngen wol niet uitblijven.
Het, spreekt wel van zelf, dat het aantal monster»
onvoldoende 1» geweest, om een nauwkeurig beeld
van de werkelijke geaardheid vim den Z.Z.-bodvco
te mogen verwachten, zoodat de evtngenoenule geo-
logischs kaart dan ook wal ssnlgs hsrsisnlng
zal behoeven. Temeer ook, omdat het onder water
nemen van de grondmonsters op zee, dus op veelal
schommelende vaartuigen, ten aanzien van de dikte
en opeenvolging der grondlagen, voor den landbouw
van zooveel belang, niet anders dan een meer of
minder nauwkeurige benadering van de werkelijk
heid kan geven.
Dit neemt niet weg, dat de geaardheid van de
droog te maken gronden toch zeker in ruwe trekken
als bekend mag worden verondersteld.
Wat moet voor de ba gebruikers ge
daan worden?
Stellen wij ons thans de vraag, wat gedaan kan
worden, om de landbouwers t.z.t zooveel mogelijk
van voorlichting te dienen bij de niet gemakkelijke
taak den Z.Z.-bodem in cultuurgrond te veranderen.
Ook hier moet en kan weer wijsheid worden geput
uit het oude verleden, al wordt ons dit niet gemak
kelijk gemaakt, want de vele destijds in onze zee
polders in de eerste cultuurjaren opgedane ervarin
gen zijn slechts spaarzaam aangeteekend en met
voel mloelte is het ons mogen gelukken hiervan nog
een deel uit familiepapieren en polderarchieven te
achterhalen. Hoewel de oogst grooter had kunnen
zijn, toch is ze het binnenhalen ten volle waard ge
weest en künnen wij niet dankbaar genoeg zijn voor
den arbeid van die enkelen, welke onder veelal
hoogst ongunstige omstandigheden zich toch geroe
pen gevoeld hebben de eigen teleurstellingen even
r—\ mogelijk gsgsrtns, sis soovsl# smrfagskstsa-
schap veilig opgeborgen bij de practici, bijeen te za
melen en te verwerken met de ervaringen, verkregen
op andere zoute gronden.
Want ook hiervan zijn al meer bunders aanwezig
dan velen thans bekend is. Eerstens zijn er door de
Z.Z.W. gemaakt nieuwe dijken (BalgzancL en afsluit
dijk) en verder nog den Balgzandpolder, een in 1925
met zouten grond opgespoten terrein, enkele K.M. ten
Z. van den Helder. Aangezien de dijken ingezaaid
moeten worden met gras en klaver, en 'het beklee-
dingsmateriaal in zee was opgebaggerd, zijn door ons
verschillende gras- en klaversoorten bij wijze van
proef afzonderlijk en strooksgewijze op den dijk uit
gezaaid en heeft de ontwikkeling hiervan zeer be
langrijke gegevens verschaft voor het uit te zaaien
mengsel. De aanslag op de beide vorige jaren inge
zaaide dijkgedeelten (een oppervlakte van in totaal
pl.m. 20 H.A. is'geheel naar wensch geweest, even
als ook de verdere ontwikkeling, wat zeer bemoe
digend is, aangezien het in grasland leggen van de
jonge poldergronden om velerlei redenen als een aan
gewezen methode van in cultuur brengen moet wor
den beschouwd. Ook de resultaten op de nog zeer
zoute gronden van den Balgzandpolder in 1927 ver
kregen, wettigen de hoop, dat de cultuurresultaten in
de eerste jaren niet zóó teleurstellend behoeven te
ziin, als meermalen wordt gedacht. Ook hier heeft het
inzaaien met gras- en klaverzaad, dus het aanleggen
van blijvend grasland, zoch als zeer doeltreffend be-
toond, zoodat hiertoe in! dit voorjaar dan ook op
zoovele bakens in zee tè doen zijn voor hen, die een® groote schaal zal worden overgegaan. Verrassend zijn
pioniersarbeid in. onze nieuwe polders zullen heb- de resultaten in. dezen polder en op de dijken met.
ben te verrichten. oplosbare kunstmeststoffen verkregen; ook bij kla-
De historische gegevens wijzen alle op de nood
zakelijkheid van de ontwaterd ing van de jonge
zoute gronden de alleruiterste zorg te besteden. On
getwijfeld zal dan ook gezorgd worden, dat de ba-
maling van de toekomstige Z.Z.-polders aain
hooge eisc'nen voldoet, maar hiermee zal een doel
matig systeem van drainage der gronden hand in
hand moeten gaan. En hiermede zijn we nu op het
punt gekomen, waarvan het welslagen der cultuur
in zoo hooge mate afhankelijk zal zijn: op welke
wijze kan gedurende de eerste reeks
van jaren zoo ®nel mogelijke ontwate
ring en daarmede ontzilting van de
Z.Z.-gronden warden verkregen. Moeten
de historische diepe open greppels, zonder welke
men vroeger meende geen zoute gronden in cul
tuur te kunnen brengen, weer worden aanbevolen,
r.4 rrnl J1
ver werd hiermede, zonder eenige enting, een ontwik
keling bereikt, welke in éón woord schitterend was te
noemen.
Het spreekt van zelf, dat vroeger in onze polders
alleen stalmest, aanvankelijk veelal zelfs in onvol
doende mate, voorhanden was. Waar de structuur van
de uit zeewater verkregen gronden echter spoedig
zeer veel te wenschen overlaat, zijn de voorwaarden
voor da omzetting van de natuurlijke meststoffen,
evenwel zeer ongunstig, terwijl deze toch onmisbaar
is voor het in oplosbaren vorm overvoeren van het
daarin aanwezige plantenvoedsel. In het bijzonder
voor de aanvankelijke zoute en na de ontzilting zoo
uiterst stugge en ondoorlatende gronden, zullen de
direct oplosbare kunstmeststoffen dan ook van bui
tengewone beteekenis blijken te zijn. Deze
zullen plantengroei, zij het ook ten deele mee va»
of zal, het mogelijk zijn een minder kostbare, voor onkruiden, veel spoediger mogelijk maken en het zijn
ae bebouwing van de gronden minder hinderlijke I juist de planten, die door middel van hun wor-
en zich aan het gebruik van de moderne landbouw- telstelsel in staat zijn den grond poreuzer en beter
werktuigen beter aanpassende ontwateringsmetho-doorlatend te maken, die de van nature aanwezige
de te vinden, waarmee even gunstige resultaten zul- koolzure kalk in oplossing brengen en daardoor het
len worden verkregen. Ziehier een vraag, waarop proces inleiden, dat noodig is om zeebodem in
zoo spoedig mogelijk een bevredigend antwoord vruchtbaren cultuurgrond to veranderen. Het is
moet wordon gegeven, aangezien het hiervan zal daarom, dat wij mét zoo groote voldoening de
afhangen, hoe over enkele jaren de 20.000 H.A. Wie- voorspoedige ontwikkeling hebben gadegeslagen van
ringermeergronden zullen worden aangepakt. do od de zoute en stugge klei der nieuwe dijkon ge
lul van andere ervaringen van do pioniers uit onze
do op de zoute en stugge klei der nieuwe dijken ge-
lï,"pi""»!»» uii/ vü/.e i zaaide grassen en klavers, evenals ook dlo van de
thans zoo vruchtbare polders zullen ongetwijfeld be-tarwe, haver, gerst, bieten, mosterd en klaver in
lint /imnan ,1...... ,ii i. -J.
nut kunnen worden door do eerste gebruikers van de
Zuiderzeegronden; do bosprekingh iervan zou mij
thans evenwel to ver voeren.
don Balgzandpolder, terwijl nergens ook maar een
kruimel stalmest was gegeven voor aan
voer van do voor don plantengroei toch onmisbare
lagere organismen, en waar mot enkel kunstmest
kh a Van open vraB®n* De proefpolder resultaten zijn verkregen, welke onze verwachtingen
n n b" Andijk. v>orre hebben overtroffen.
Doch hiernaast zijn er tal van open vragen,
waarvan de beantwoording voor oen oordeelkundig J Waarvan de oude verslagen getuigden,
grondgebruik m de eerste reeks van jaren van het i De directie van den Landbouw wacht een
grootste belang moet wordon geacht. Overweging hier moeilijke taak.
van heeft do meergenoemde CommissieLovink er Ik zou mij bijna laten verleiden u nog moor te ver
toe gebracht 111 haar rapport aan de Begeering voor tellen over hot vele interessante, dat over dn cul-
to stollen ln een proefpolder al deze proble- tuur van rlo jonge zoute gronden is mee to doelen. De
men op een zoodanige wijze aan do praktijk to toot- tijd laat dit echter thans niet toe, maar wel 'hoop ik
clat hiervan bij het in cultuur brongen van de nog eens in de gelegenheid te worden gestold u
puiderzeegronaen profijt kan wordon getrokken. Het (b.v. over een paar jaar) eens iets nadors mee te dee*
is voor deze Commissie een groote voldoening, te len over wat do proefpolder ons leert, en wat in
hebben mogen ervaren, dat aan haar advies gevolg andere zoute polders verzameld cn onderzocht is kun-
1S gogeven, dat er Augustus 1927 een proefpolder van non worden, waarvan gebruik gemaakt kan worden
pl.m. 40 H.A. nabij Andijk (eenige K.M. ton O. van om de Zuiderzeegronden in cultuurgrond to verande-
'Moaemblik) gereod is gekomen en dat aan rlo daar- ren. Dat deze studie nuttig en noodig is, daarvan ge-
toe ingestelde Comipissio van Advies de tuigen de oude verslagen, dio in sobore bcwoordln-
middelen ter beschikking worden gestold om er zoo- gen spreken vn.n de tallooze bitter t.oleurstellingen,
wol practisch, alsook wetenschappelijk werk te ver- waaraan, zoovele van onze eerste poldorbowoners fi-
richton, dat voor de Zuiderzeegronden van groote bo-nantiëol, soms ook moreel, te gronde zijn gogaa.n.
teekenis kan zijn. De historische methodes en erva- Daarvan getuigt ook de volksmond, door to zoggen,
ringen, aangevuld met wat de moderne landbouwwe- dat hot eerste geslacht van ellcen jon-
tenschap biedt, zullen daar worden getoetst aan de gen polder gedoomd is om straatarm
praktijk. Reeds vorigen herfst is het gelukt do ka- to wordon.
velslooton (volgens het vorkavelingsplan van do Wie- Uit 't voorafgaande moge u duidelijk zijn geworden,
ringermeer om de 250. M.) aan to brongen, zoodat do dat niet» wordt nagelaten, om te voorkomen, dat
hoofdontwatering nog vóór den winter gereed is ge- dio sombere voorspelling opnieuw bewaardhnld lou
komen. Bij wijze van proef zijn op kleine schaal worden. Groot waren de teleurstellingen vroeger
reeds koolzaad, tarwe, rogge, gerst, gras en klaver ondervonden, maar groot en fundamenteel
gezuttid, waarvan de aanslag en verdere ont,wikke- waren ook de gemnukte fouten. Ervaring en studie
iing, de omstandighoden in aanmerking genomen, bo- hebben sindsdien veel duidelijk gemaakt, waarvan
ven verwachting is geweest. Het koolzaad is in do thans geprofiteerd kan worden. En bovenal mootjiiet.
landbouwbladen reeds eenige malen dood verklaard, vergeten worden, dat de Staat oigenanr is, en naRr
maar ondanks de herhaalde vorst, waaraan hot'bloot- gehoopt mag wordon gedurende do eerste reeks jaren
gesteld 48 geweest, ondanks ook do verschillende over- ook oigonnar zal blijven van do Jonge gronden
lijdonaberichten, is ook de stand van dit gewa3 thans cn zijn eigen belangen niet beter kan behartigen, dan
nog zeer bevredigend. Aan den bouw van boerderij door de huurders zoo goed mogelijk in de gologonheid
en laboratorium wordt druk gewerkt, beide zullen dit te stellen deze gronden in cultuur te brengen,
voorjaar in gebruik kunnen worden genomen. Een Het algemeen belang vraagt dus de gronden, waar
groot aantal monsters, in dit poldertje genomen, is aan zoozeer behoefte bestaat, zoo spoedig mogelijk
reeds onderzocht en is gebleken, dat met uitzonde- hare, naar verwacht mag worden groote natuurlijke
ring van een zandige strook langs den ouden dijk, vruchtbaarheid te geven on het is over maatregelen
een groot gedeélte van het proefterrein uit zeer zwa- welke hiertoe worden getroffen, dat ik gemeend heb
ren grond bestaat. Waar het toenemend kleigehalte de U een en ander mee te moeten deelen. Maar tal
moeilijkheden van het in cultuur brengen evenredig van andere aangelegenheden, van belang om oor-
grooter worden, zal dus de gelegenheid niet ontbre- deelkundlg leiding te geven aan het bevolken,
ken hierop onze krachten te beproeven. '[bewoonbaar maken en verder inrichten
van onze nieuwe polders, vragen ernstige bestudee-
Wanneer zal de Wieringermeer droog ring. Thans is het nog tijd voor studie, om binnen
ttu u z^n? korte jaren in staat te zijn doelbewust te hande-
uit net zooeven reeds medegedeelde zal u gebleken len. Onze Directie van den Landbouw wacht een
zijn, dat in het gunstigste geval de Wieringermeer- belangrijke taak, aan de voorbereiding waarvan,
gronden reeds in 1930 droog zullen komen te vallen, in samenwerking met het Dep. van Waterstaat
Mochten hiervoor noodige werken door omstandig- spoedig za'1 moeten worden begonnen,
hen b.v. een jaar worden vertraagd, zoo kunt u zich
overtuigd houden, dat bij dit bericht in den proef
polder de vlag wordt uitgestoken, want het behoeft
geen nader betoog, dat er eenige jaren noodig zullen
zijn, alvorens het mogelijk is een oordeel uit te spre-
Na tientallen Jaren eindelijk dijken tn°
plaats van plannen en begrootingen.
Aan het maken van steeds weer nieuwe plannen,
met steeds weer nieuwe begrootingen, is reeds tien-
ken over ontwateringsproeven en dergelijke. Terloops tallen van jaren gewerkt. Eindelijk is dit stopgezet
zij hier meegedeeld, dat 'het voor korte jaren steeds en maakt men dijken, en weldra zal de grond er
in de bedoeling heeft gelegen den Wieringermeerdijk j zijn, waaraan de landbouw zoo zeer behoefte heeft,
ongeveer gelijktijdig gereed te hebben met den af- Of.de begroot ing van dit werk zal sluiten?
sluitdijk naar Friesland (naar schatting dus in 1935 i Wij weten het niet. Maar wel weten we, dat de land-
of 1936), in welk geval volop tijd beschikbaar zou bouw ge-bukt gaat onder te boogie pachten, dat tal
zijn -geweest voor rustig onderzoek. Thans is dus de van -bedrijven noodgedwongen kleiner zijn gewor-.
hoop nog gevestigd op een niet te snel tempo bij 'het I den dan economisch wenschelijk moet worden ge-
maken van Wieringermeerdijk en bijkomende werken, I acht, en dat zich vorig jaar 600 sollicitanten op zoek
b.v. gelijk dat, waarmee vorig jaar aan den proefpol-naar een bestaan hebben aangemeld om bedrijfsboer
derdijk werd gewerkt. in den proefpolder te worden. Ook weten we, dat het
Is dus hi-ermede een' organisatie voor onderzoek cultuuroppervlak in Nederland met 10 zal toe
van zoute gronden gesticht, het is geenszins de bo- j nemen, waardoor de waarde van den uitvoer aan-
doeling het onderzoek uitsluitend tot den proefpolder zienlijk grooter zal worden, zonder dat de invoer
te bepalen. Ook bestudeering van de ln de laatste ja- naar verhouding zal behoeven te stijgen, als gevolg
ren ingedijkte Groningsche en Zeeuwsche kwelder- waarvan de Nederl. handelsbalans gunstig zal wor-
polders (zooals de C.C.-, Juliana-, KreekrakJ Dijk- den beïnvloed. Verder dient te worden bedacht, dat
meesterpolder, enz.) loont alleszins de moeite, zoodatde Z.Z,W. als zoodanig, alsmede het in cultuur
ook hieraan de noodige aandacht zal worden geschon-1 brengen, waaronder hot maken van kanalen, sloot,en,
ken. Van de vroeger drooggemaakte polders (laat ik bruggen en wegen en het bewoonbaar maken van
om dicht bij huis te blijven noemen: Anna Paulowna,
Waard en Groet, Waard Nieuwland enz.) verschenen
destijds keurige rapporten in de door de Mij. v. Nij
verheid uitgegeven Jaarverslagen.
225.000 H.A. land 12 ilaarlemm'ermeerpoldere)
werkgelegenheid zal geven aan duizenden Neder
landers uit allerlei beroepen, en dat zich naast de
landbouwende bevolking alle soorten von nering-
doenden zullen vestigen, waarbij ook handel en
Gegevens vooi de droog te leggen eul- industrie zich een arbeidsveld rullen scheppen.
'ïu,ir0^onde,,* Thans moot ik eindigen. Ik hoop er in geslaagd te
amns er in Nederland evenwel een goed georgnni- rijn Ui te overtuigen, welke gri/Oto bolangcn voor
soerde land-bouwvoorlichtingsdienet aanwezig is, blij- Nodorland op het spel staan; dat het hiér een werk
von de verslagen van onze jonge polders achterwege, 1 betreft, dat zoowel technisch al» ook landbouwkun-
on zijn in de officieel door de Dir. v. d. Landbouw óig alleen, met de uiterste k r a c h t si n s p a fl.'
uitgegeven verslagen van den Landbouw hieromtrent n i ti g tot oen goed einde kan worden gébracht,
geen gegevens te vinden. Dit is wel zeer to heireii- doch waarvan het nationale belang ook onze a'tor*
ren en getracht zal dan ook worden thans nog zoo- beste krachten waard i».