Donderdag 9 Februari 1928.
71site Jaargang No. 8201.
Uitgevers: N.V. vJl TRAPMAN &Co, Schagen.
Eerste Blad.
rondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Feuilleton.
HET KASTEEL
VAN GRANIET
ïs
MSS
eeriphifnG
$)un£pji
Sand
KORTE BERICHTEN,
SCHA6ER
llnuii Ritus-
COURANT.
nuntii- Lnnloniiilal
blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder-
Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
fji nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 8 maanden fl.05. Losse nummers 0 cent ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 6 regels fl.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
ff NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 7 Februari.
'ARE O.VJERIDtRlAGHT VAN EEN GERiE&HTEL
BESLAG.
oor dit feit moet ziehi verantwoorden de niet
schenen Corn. v, T-, wonende OestslootsUaat,
Ider. Do deurwaarder der Dir. belastingen Bak-
bad. pp 29 Augustus een gerechtelijk beslag ge-
op een motorrijwiel, ter zake een achterst^lige
istfngschuM, Do verdachte werd aangestelcf als
aarder. daoh toen Bakker zich op 4 Sept. ft>ij
voegde, bleek de moten verdwenen. Verdacht©
bedoeld motorrijwiel verkocht aan een op'kooper
iora. De Officier wil afwijken van de door de
©stelde eisch tot gevangenisstraf en vordiert
>oete sbua 40 dagen.
pSTCIDEQUE-VERiVlAI^aHINIG.
huipbesteller Cora. B., oud 27 jaar, wonende te
ifc op Langendijk, is veroordeeld wegens het op-
;en en doen gebruiken van een vervalscht stor-
sbewijs d-er postcheque en girodienst. Deze ver-
chte cheque (moest dienst doen om een helasting-
ild te voidoen,. De bij, verstek veroordeelde is
dit vonnis in verzet gekomen. Verdachte erkent
feit te hebben gepleegd.
lader blijkt ons. dat deze zaak niet betreft een
iet, doch dat de zaak bij, tusschenvoimis is ge
torst, ten einde een onderzoek te doen instellen
ir, de levensomstandigheden van den verdadhte.
a'reclasse eringsrapport is uitgebracht en geadvi-
ird wordt een voorw. veroordeeling. Verdachte
ft bet toegebrachte nadeel inmiddels vergoed.
Ie Officier, die de vorige (maal 7 maanden gev,
Oreerde, wijzigt thans zijn eisch en vordert 1 jaar
voorwaardelijk mot 3 proefjaren.
mWAlSCUING VAiN EEIN HUURICONnrRAJOT-
De boodbakker .Hendrik H. te Zijpe staat terecht
zak© vervalsching van een huurcontract, dat
eigenmachtig met de namen van een paar por
iën als borgen had versierd. Verdachte, die het
t erkent, wordt verdedigd door mr. A. Prins 'Ir.
)e heer.; Dapper heeft ten behoeve van de wed.
rnnen de bakkeriji aan verdachte verhuurd, doch
moesten borgen zijn. De huurder heeft tot dusver
geen cent huur 'betaald. ElvenimfLn heeft hiji het
ceel verlaten.
Hoe zit d'at?, vraagt de president aan verdachte.
Ken geen andere woning krij&en, knerpt ver
te met een benauwd' stemmetje,
tuige Anne Heida, vader van verdachte, *o Tl1
;e beroeplooze uit Wolvega, verklaart zich' niet
izijn zoon als borg gesteld te hebben, nochi het
itract te hebbent geteekend. Voorts is daar de
%e Piet Bakker, een 40-jarige veehouder en zwa-
v&ni Hei da, die ook het stuk 'niet heeft geteekend'.
'Eisch 8 maanden gev. tegen verdachte, die reeds
totee malen veroordeeld is.
M?. Prins bestrijdt de persoonlijke appreciatie van
DOOR ETHEL M. DELL
Bewerkt door Jhr. R. H. G. NAHUYS.
Ue beweginglooze zwarte oogen van Kleff namen
satirieke minachting op. Hij zou een man als
ütH noo.l'; *n ziin vertrouwen genomen hebben,
het-met zU'n oogmerken strookte. Alvorens te ant-
iden, liet hij eenige oogenblikken in beschouwing
Jbygaari. „Het is je vermoedelijk bekend," sprak hij
elÜk, „dat mevrouw Hanger naar Brennerstadt op
Is eegaan is?"
.Wat zeg je?" vroeg Kelly,
erf herbaalde zijn woorden niet Hij wachtte slechts
zij waren doorgedrongen. Een flauw, zonderling
2.fweefde hem daarbij om de lippen. Het bleek
elU", dat hij dit nieuws allerminst in een tragisch
wt beschouwde.
•Naar Brennerstadt!" bracht Kelly eindelijk uit „Maar
voor den drommel heeft zij daar te verrichten? Ik.
er morgen zelf heen gegaan zijn. Dan had ze met
BJ kunnen medegaan."
•Waarschijnlijk gaf zij er de voorkeur aan, in haar
ie te gaan," merkte Kleff op.
at zeg je?" zeide Kelly nogmaals, „Man» sta je me
'at voor te liegen!"
F» moeite niet waard om er voor te liegen," hernam
F ijskoud, „wanneer er niets bij te winnen is. Me-
Pad/i v1?61" is vIa •Ri^zen vertrokken naar Brenner-
1ef\r u &ezelscbap van Guy Ranger. Als Je het aan
Dl r+ vragen wilt, zul Je hetzelfde vernemen.
is»ftv i m10rsen ook naar Brennerstadt, en ik met hem»
ion-in611 bunnen w5J gedrieën reizen. Wanneer wij flink
lh en' halen wij het verliefde paartje gemakkelijk
^nn^eru °°£enscbUnlijk een beweging te maken, ver-
inhoi^ z^n lach. bij het zien hoe Kelly van versla^
'nneid vuurrood werd.
8 BchUnt je over iets te verwonderen," merkte hij
'w "Dag verdoemd zijn indien ik er een woord van
telen''» verzekerde Kelly met nadruk. „Jij hebt ze niet
Mh„Zag Ze beWen." Kleff, steeds lachende. „Plet
om zag hen ook. Doch de dame scheen groote
hebben, zoodat wij er niet aan dachten hen te-
aoudea- Op het oogenblik zijn zij waarschijnlijk
den Officier voor den persoon van verdachte en
dringt aan op een nader reclasaeeringsonderzoek,
om: tot een voorwaardelijke veroordeeling te komen.
De Officier verzet zich daartegen. Verdachte (komt
hiervoor niet in aanmerking. Hiji leeft in concu
binaat met zijn vrouw, waarbij hij 3 a 4 ongewet
tigde kinderen heeft. Iemand die een dergelijk onze
delijk leven heeft, ia een voorw. veroorbeeling on
waardig.
EERROOF.
De verdachte Cornelis EL, landbouwer te Hoorn,
staat terecht wegens het aanranden van den oud-
politieagent Scholten, over wien hij; zich tegenover
anderen minder welwillend had overgelaten. Vol
gens verdachte zou Scholten in den distributietiid
oneerlijke handelingen hebben gepleegd. Den heer
Scholten, inmiddels gepensdonneerd, zijn deze praat
jes ter oore gekomen en hiji heeft een klacht inge
diend'.
De verdachte zegt nooit tegen den keurmeester Leijen
hebben gezegd; dat hij' Scholtens met een flapje
van f 100 zou hebben omgekocht.
De heer Dedjen houdt evenwel1 staande, dat ver
dachte zulks wel heeft gezegd.
Dat is gelogen, vent, buldert verdachte, 'n klein,
mager, maar verbazend levendig manneke.
De keurmeester Beets is bij het gesprek tegen
woordig geweest en verklaart gelijkluidend als zijn
collega.
Hiji liegt allesl zegt de vurige verdachte, ik ben
uitgelokt, 't benne schooiers, brult verdachte en
wordt meteen de izaal uitgezet.
Elisch f 60 boete of 30 dagen.
Verdachte, met water gekalmeerd, komt weer
binnen en zegt het verschrikkelijk te pinden.
OVERTREDING ART» 15 OUDE MOTOR- EN RIJ-
WIELWET.
D'e 38-jarige tapper Hendrik B. te Helder is door
deszelfs kantonrechter veroordeeld, omdat hiji in den
laten, avond van 13 September aldaar, 'heeft gereden
onder de gemeente Helder met te groote snelheid,
slingerend en isignaalloos, zoodat hiji summa
summarum de veiligheid des verkeers in ge
vaar heeft gebracht. In hooger beroep worden ge
hooid! in de eerste plaats de agent Tiessen, die een
en ander heeft geconstateerd) en procesverbaal heeft
opgemaakt. De appellant reduceert, de snelheid tot
17-meter, doch Tiessen houdt pertinent vol, dat deze
snelheid veel grooter was. Ook omtrent het slin
geren en het ontbreken van signalen, loopen de
meeningen van verdachte en getuige beslist ver uit
een en blijven dit tot het niet zeer tragische eind,
toen de Officier opnieuw veroordeeling tot f 10 boete
of 5 dagen repuireerde.
HOOGEH BEROEP VERKEERSOVERTREDING
TE BIEHGEINl
De koopman J. C. W. T. te Amsterdam, die onlangs
door den Kantonrechter te Alkmaar is veroordeeld
ter zake het in gevaar brengen van de verkeersvei
ligheid bij: de stoep van den heer B. J. Paping te
Bergen, is van dit vonnis in hooger beroep gekomen.
D'e appellant wordt verdedigd) door mr. Korthals
Altes, advocaat te Amsterdam. Vijf getuigen'wor
den in deze zaak gehoord. Verdachte had tusschen
de hoornen doorgereden, tot schrik van een aldaar
wandelende, dame, die zich' onverwijld in veilig
heid moest 'Stellen. De heer Paping. de eerste getuige
verklaart dat de auto van verdachte over izijn stoep
ging en geeft op een situatiekaart aan, wat hij! zijn
stoep noemt. De heer Roggeveen, gemeenteopzich
ter van Bergen, geeft hderbiji nadere explicatie.
Na (het volledig verhoor der getuigen, eischt de Of
ficier, na een meer uitvoerig requisitoir, vrijspraak
van den appellant.
Verdediger, mr. Korthals Altes, sluit zich na het
maken van eenigie opmerkingen gaarne bijl 'dit re
quisitoir aan.
IHOOGER BEROEP VEROOtRD'EELING OPENBA
RE. DRONKENSCHAP.
De werkman Jan B. te Alkmaar is veroordeeld ter
zake openbare dronkenschap bij: recidive tot 3 dagen
hechtenis en 3 maanden opzending naar een rijks
werkinrichting. Van dit vonnis is appellant in hoo-
ger beroep gekomen. Verdachte zegt, dat hiji thans
tot geheelonthouding is besloten. Hij' is aangesloten
en een trouwe bezoeker van het Leger.
De Officier requireert bevestiging van het vonnis.
DIEFSTAL MET INKLIMMING'.
De voormalige 29-jarige lichtwachter Jan RL te
Helder, thans gedetineerd, staat terecht wegens dief
stal van' f 319 en een bierglas uit d'e woning van den
getuige Fred. Corn. ZL, caféhouder te Helder, terwijfl
hij' zich toegang tot de woning had verschaft door
openschuiving van een 'keukenraam. Het feit is ge
pleegd1 op 3 Januari in het cafó van Zwart, gelo
gen in de Nieuwstraat. De verdachte ontkent het
misdrijf. Hij! zegt het bierglas gekregen te hebben
van Piet Belderbeek, die eveneens in deize zaak als
getuige wordt gehoord. Verdachte kwam veel in het
café van getuige Zwart. Piet Selderbeek kwam er
nooit. J. R. zegt niet bekend' te zijn met het feit,
dat Zwart zijtn geld in de achterkamer, geborgen in
een kastjg, bewaard©.
De ipriesidenlt, srit*. Muller, Haait verdediger, mul.
Elecen, niet toe den agent Beukers vragen te stellen,
omtrent de reputatie van getuige Piet Sedderbeek.
De los werkman Pi-eter S'edde»beek heeft bezwaren
tegen den eed, teekent de verklaring en volstaat
met de belofte. Hiji is op 3 Januari met Rieuwers in
contact geweest en heeft met hem gepraat. Hcij! heelt
Rieuwers geen geld gegeven).
Vërdaohte R. verklaart namelijk dat Selidehbeek de
dief is en hiji zelf op den uitkijk heeft gestaan.
'Selderbeek zegt, dat Rieuwers dat dan maar moet
aantoonen.
K. zegt, dat Selderbeek staat te liegen. HUI heeft
het 'kraakje aangewezen en ten uitvoer gebracht. R.
heeft op den uitkijk gestaan. Jn een steeg heeft
Selderbeek hem 'het glas vod dubbeltjes en kwartjes
gegeven. Het glas heeft RL op raad van Belderbeek
stuk gegooid'. De heeren beschuldigen elkander thans
wederkeerig, leugens te debiteeren. Jiji bent de dief,
gemeene kerel, zegt Rieuwers woedend. De veld
wachter stelt zich' tusschen verdachte en getuige.
Dharop wordt gehoord de laatste getuige, de Boer.
Was Rieuwetrsi een raste kilanfc biji Zwart, vraagt de
president aan dezen getuige.
Nou, 'n vaste klant niet. zegt de Boer, het waren
allemaal losse arbeiders, ziet Ui
De Officier gaat het gebeurde nog een® in extenso
na Hulde brengt de Officier aan getuige meji.
Arend®, die zich buitengewoon actief in d'eze zaak
heeft gediragen en de politie bracht op het spoor
van dezen verdachte.
Spreker 'acht niet Seldetbeek, doch' 'Jan R. de
schuldige, en eischt tegen hemj 10 maanden gev.
Mr. Eecen stelt in het licht, dat verdachte R. nog
nimmer voor een vermogensdelict veroordeeld is. Hij
zweert dan ook bij! hoog en laag, dat R niet den.
dader, doch slechts medeplichtige 1®. Uit verschil
lende omstandigheden .concludeert pleiter, dat ver
dachte zich niet aan het hem ten laste gelegde
heeft schuldig gemaakt en vraagt hiji vrijspraak.
Verdachte betuigt nogmaals zijn berouw.
VERKRIJGBAAR BIJ
ALLE ERKENDE
RIJWIELHANDELAREN
tv*
te Ritzen, zoo niet verder."
„Wel vervloekt," klonk Jiet kernachtig uit den mond
van Kelly.
De glimlach van Kieff verdween langzaam. Zijn oogen
namen een steenkouden, afgetrokken blik aan als keur
de hij do zaak niet langer zijn aandacht waardig. En
terwijl Kelly In machtelooze woede in de kamer heen
en weer stapte, leunde hij met zijn schouders tegen den
muur en tuurde in het ledige.
„Het doet me werkelijk genoegen dat ik je hier tref,"
sprak hij eindelijk. „Kun je me niet een paar inlichtin
gen geven omtrent dien diamant van Wilbraham? Je
weet tot het einde toe op een tiende van een penning'
precies wat hij waard is geloof ik."
Kelly stond stil om verstrooid een blik op hem te
werpen. „Och, loop naar de weerga, met je diamant!"
gaf hij te kennen. „Op het oogenblik zijn mijn gedachten
bij mevrouw Ranger."
De lippen van Kleff krulden zich minachtend. „Een
vrouw!" smaalde hij, en knipte met zijn vingers. „Een
vrouw die gekocht en weer verkocht kan worden
voor minder dan de helft van zijn waarde! Mijn beste
Kelly! Spreek je in ernst?"
Kelly stampte verontwaardigd met zijn voet „Jou
helsche, koudbloedige Kaffer!" bulderde hij.„Ik ben een
mensch In Ieder geval, en dat is meer dan1 van jou ge
zegd kan worden!"
Kieff lachte nog verachtelijker. Het was het voorrecht
van Kelly steeds te mogen zeggen wat hem voor den
mond lag en het gaf niemand aanstoot hoe buitenspo
rig hij zich ook uitte. „Is hier niets voor ons te drin
ken?" stelde hij voor op een sussende toon, als sprak hij
tot een kind dat tot rede gebracht moet worden.
„Drinken met jou?" raasde Kelly.
Kieff lachte wederom. „Natuurlijk zul je met me drin
ken. Het is een veel te goede gelegenheid om te verzui
men. Wat mankeert je? Er ligt toch zeker niets onge
woons in het feit dat mevrouw Ranger behoefte gevoelt
aan een kleine verstrooing!"
Kelly kreunde luid. „Ik moet gaan om het aan Burke
te vertellen. Dat is het beroerdste er van. Waarachtig,
ik zou al het geld willen geven waarover ik beschik,
indien ik dat karweitje kon overdoen aan een ander."
„Je maakt je er veel te druk over," merkte Kieff op,
tusschen zijn bloedelooze lippen twee rijen glinsterende
tanden vertoonende. „Hij zal dit veel minder erg vin
den dan een ziekte onder zijn vee of een mislukte oogst.
Zij waren niet voor elkander en konden dat ook nooit
worden. Zij en Guy Ranger zijn ten allen tijde op el
kander verliefd geweest."
„Zoo, komaan! Maar dan weet ik beter!" bracht Kelly
daartegen in. „Hij aanbidt haar van de kruin van haar
hoofd tot de zolen van haar voeten. HU is in Btaat voor
dit feit aan Guy een moord te begaan. Bü alle heiligen,
ik zelf zou hem daarvoor den nek kunnen omdraaien!"
„Dat is niet noodlg!" merkte Kieff smadelijk op. „En
Burke behoeft het evenmin. Wat de vrouw betreft,"
hij klapte weer met zijn vingers „die komt terug als
een tortelduifje, als hij maar wat geduld heeft."
Kelly begon weer afgrijselijk te vloeken. „O, waar
om heb ik mij er ooit toe geleend een handje te hel
pen, om Guy bij Hoffstein weg te halen? Alleen een
volslagen gek kan verwachten iets anders dan verdor
venheid te voorschijn te brengen uit dien poel van on
gerechtigheid. Het was op Burke's eigen aandringen,
doch ik was stapelgek ik was een driedubbele gek
mU daartoe te laten overhalen."
„Waar is de waardige Burke?' vroeg Kieff.
„Ginds bij Merston verricht hij het werk van den
barmhartigen Samaritaan; heeft hij zich den geheelen
dag afgesloofd als een nikker. En nu!" Er klonken let
terlijk tranen in de stem van Kelly. „Ik zou mijn rech
terhand geven," beloofde hij aangedaan, „ik zou er mijn
ziel voor over hebben zooals zjj is indien ik van
dit karweitje ontslagen werd."
„Je moet een flinken slok nemen,' raadde Kleff aan.
Kelly snoof met zijn neus en begon op goed geluk af
naar iets drinkbaars te zoeken.
Kleff was hem daarbij vriendelijk behulpzaam. Toen
de drank eindelijk gevonden was, was hij degene die
inschonk, en zelfs Kelly, die heel wat kon verdragen,
sperde zijn oogen wijd open, toen hij zag welk een stei>
ken dronk Kieff gereed maakte voor zich.
„Schoon water!" merkte Kieff onder het inschenken
op. „Je gaat toch zeker vanavond niet meer naar Mers
ton terug, wel?"
„Moet," antwoordde Kelly lakoniek.
„Waarom niet gewacht tot morgen?" stelde Kleff voor
„Dan moet ik zelf dien kant uit. Wij gaan dan samen.
Wederom verscheen die glans ln zijn zwarte oogen,
die Kelly dwong hem onderzoekend aan te zien. „En
waarom zoü je weuschen ook daar te zijn?" vroeg hij
wantrouwend. „Is één brenger van slecht nieuws niet
voldoende?"
Kieff glimlachte. „Ik ben benieuwd, of de dame een
boodschap achtergelaten heeft," lichtte hij toe. „Mis
schien heeft zij een briefje geschreven ter opheldering
van haar afwezigheid. 'Hoe lang had debrave Burke
zich voorgesteld bij Merston te blijven?"
„Twee of drie nachten op zijn hoogst. Doch hij keert
nu morgen reeds terug." Een plotseling denkbeeld schoot
Kelly door het hoofd. „Ha, misschien hoopt zij terug
te zijn vóór hem! Misschien zit er meer achter dan wij
kunnen denken! Ik ga er niet heen. Ik blijf hier wach
ten. Zij kan morgenochtend terugkomen, zij, en de jon
ge Guy ook. Zij zijn oude vrienden. Misschien maken zij
niets anders dan een pleizierreisje."
De lach van Kieff klonk als het sleepen van een steen
over den grond van een beslijkten kelder. „Je komt altijd
op die uitstekende denkbeelden," liet hij zich hooren.
„Doch zij kunnen bezwaarlijk reeds morgenochtend uit
Brennerstadt terug zijn. Kun Je niets verzinnen om Bur-
KT VOORSPEL VAN DEN OORLOG.
Opzienbare verklaring van prins Ltefe*
now8ky.
In een brief aan de Neue Freie Presse te Weenen
schrijft, volgens Havas, prins Lichnowsky, oud-gezant
van Duitschland te Londen, dat als hij in 1914 de leiding
gehad had van het departement van buitenlandsche za
ken te Berlijn de Europeesche oorlog niet uitgebroken
zou zijn. Hij komt op tegen recente beweringen, dat de
centrale mogendheden den oorlog niet gewild zouden
hebben en herinnert eraan dat te Berlijn evengoed als
te Weenen de eenige mogelijheld, die de staatslieden
deed huiveren, was een volledige aanvaarding door Ser
vië van het Oostenrijksche ultimatium.
BRAND.
V$f paarden omgekomen.
Te St. Anna ter Muiden, gemeente Sluis, is de vee
schuur van S. de Bruijne geheel afgebrand. Vtjf paar
den kwamen in de vlammen om.
AANRIJDING.
Te Aalsmeer is een wielrijder door een motorrijwiel
aangereden. Met een ernstige hoofdwonde werd hij op
genomen. Z0n toestand is levensgevaarlijk.
OVER BOORD GESLAGEN EN VERDRONKEN.
Te Sliedrecht is de 57-jarige vrouw V. van het klip
perschip „Maria" te Roosendaal, over boord gevallen en
verdronken. Haar lijk is later te Papendrecht opgevischt
ke over te halen, dat hij zijn bezoek zoo lang rekt als
hij oorspronkelijk van plan was? In dat geval is het
tweetal misschien bijtijds thuis."
Kelly keek hem doorborend aan. De lach van Kleff
had hem afschuwelijk in de ooren geklonken. „Hoe ook,"
zeide hij, „ik wil nu gaan. En ik ga alleen. Jij hebt het
jouwe gedaan, en ik zal niet van je vergen mij een
handje te helpen."
Kieff keerde zich om tot vertrekken. „Je plichtsge
voel heeft altijd mijn bewondering opgewekt, Donovan,"
zeide hij. „L&at ons hopen dat het je brengt waar Je
wezen wilt en je vrienden, de Rangers met je.'
Onder het uiten van deze woorden was hij gegaan,
glijdend en stil als een schaduw op den muur, en Kelly
bleef om zich verwonderd af te vragen waarom hij den
brenger van slecht nieuws niet bij den kraag gevat en
dien onheil spellend en lach niet uit hem geranseld had.
„Waarachtig, ik doe het zoodra ik te Brennerstadt
ben!" kwam hij wraakgierig met zichzelven overeen.
„Doch vrienden gaan voor, wat jij, Burke, mijn beste-
kerel? O zoo, Burke, kerel, mijn vrienden eerst!'
HOOFDSTUK XL
HET KRITIEKE OOGENBLIK.
Was het slechts weinige maanden geleden sedert zij
het laatst over het naakte „veldt" haar blikken had la
ten weiden toen zij bij Ritzen in den spoortrein zat?
Het scheen Sylvia een half menschenleven.
In de schemering van den vroegen morgen zat zij in
den trein naar het Zuiden op weg naar Brennerstadt en
trachtte zich haar eerste indrukken in het geheugen
terug te roepen. Daar, onder die lantaren had hij ge
staan om haar af te wachten de man. dien zij aan
gezien had voor Guy. Zij zag zich hem tegëmoet snel
len met een innig welkom op de lippen en een snel
groeienden twijfel in haar hart. Wat was hij goed voor
haar geweest! Die gedachte dreef boven alle andere en
vaagde de herinnering aan haar eerste grievende te
leurstelling weg. Hij had zich over haar ontfermd met
een zorg, even ridderlijk als één van haar vrienden uit
haar vroeger leven zou hebben tentoongespreid. Hij had
haar tegen die vreesaanjagende eenzaamheid in zijn
hoede-genomen en haar beschermd tegen de wereld aan
welker onbarmhartigheid zij zoo volkomen overgeleverd
was. Het had er niets op geleken, dat hij haar zijn wel
daden had opgedrongen, doch zij besefte thans hoe zijn
goedheid bij iedere gelegenheid was gebleken, hoe zijn
kracht haar had beschut. Hij wilde niet, dat zij de ver
plichting die zij aan hem had, voelde. Hij bad haar zui
ver behandeld als een vriend in den nood. HU had haar
uit vrijen wil het allerbeste geboden dat een man aan
te bieden heeft, en had het gedaan op een wijze, die het
aannemen gemakkelijk, het afwijzen onmogelijk maakt
Wordt vervolgd.