Donderdag 9 Februari 1928. 71site Jaargang No. 8201. Uitgevers: N.V. vJl TRAPMAN &Co, Schagen. Eerste Blad. rondissements Rechtbank te Alkmaar. Feuilleton. HET KASTEEL VAN GRANIET ïs MSS eeriphifnG $)un£pji Sand KORTE BERICHTEN, SCHA6ER llnuii Ritus- COURANT. nuntii- Lnnloniiilal blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder- Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- fji nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 8 maanden fl.05. Losse nummers 0 cent ADVERTEN- TlëN van 1 tot 6 regels fl.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. ff NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 7 Februari. 'ARE O.VJERIDtRlAGHT VAN EEN GERiE&HTEL BESLAG. oor dit feit moet ziehi verantwoorden de niet schenen Corn. v, T-, wonende OestslootsUaat, Ider. Do deurwaarder der Dir. belastingen Bak- bad. pp 29 Augustus een gerechtelijk beslag ge- op een motorrijwiel, ter zake een achterst^lige istfngschuM, Do verdachte werd aangestelcf als aarder. daoh toen Bakker zich op 4 Sept. ft>ij voegde, bleek de moten verdwenen. Verdacht© bedoeld motorrijwiel verkocht aan een op'kooper iora. De Officier wil afwijken van de door de ©stelde eisch tot gevangenisstraf en vordiert >oete sbua 40 dagen. pSTCIDEQUE-VERiVlAI^aHINIG. huipbesteller Cora. B., oud 27 jaar, wonende te ifc op Langendijk, is veroordeeld wegens het op- ;en en doen gebruiken van een vervalscht stor- sbewijs d-er postcheque en girodienst. Deze ver- chte cheque (moest dienst doen om een helasting- ild te voidoen,. De bij, verstek veroordeelde is dit vonnis in verzet gekomen. Verdachte erkent feit te hebben gepleegd. lader blijkt ons. dat deze zaak niet betreft een iet, doch dat de zaak bij, tusschenvoimis is ge torst, ten einde een onderzoek te doen instellen ir, de levensomstandigheden van den verdadhte. a'reclasse eringsrapport is uitgebracht en geadvi- ird wordt een voorw. veroordeeling. Verdachte ft bet toegebrachte nadeel inmiddels vergoed. Ie Officier, die de vorige (maal 7 maanden gev, Oreerde, wijzigt thans zijn eisch en vordert 1 jaar voorwaardelijk mot 3 proefjaren. mWAlSCUING VAiN EEIN HUURICONnrRAJOT- De boodbakker .Hendrik H. te Zijpe staat terecht zak© vervalsching van een huurcontract, dat eigenmachtig met de namen van een paar por iën als borgen had versierd. Verdachte, die het t erkent, wordt verdedigd door mr. A. Prins 'Ir. )e heer.; Dapper heeft ten behoeve van de wed. rnnen de bakkeriji aan verdachte verhuurd, doch moesten borgen zijn. De huurder heeft tot dusver geen cent huur 'betaald. ElvenimfLn heeft hiji het ceel verlaten. Hoe zit d'at?, vraagt de president aan verdachte. Ken geen andere woning krij&en, knerpt ver te met een benauwd' stemmetje, tuige Anne Heida, vader van verdachte, *o Tl1 ;e beroeplooze uit Wolvega, verklaart zich' niet izijn zoon als borg gesteld te hebben, nochi het itract te hebbent geteekend. Voorts is daar de %e Piet Bakker, een 40-jarige veehouder en zwa- v&ni Hei da, die ook het stuk 'niet heeft geteekend'. 'Eisch 8 maanden gev. tegen verdachte, die reeds totee malen veroordeeld is. M?. Prins bestrijdt de persoonlijke appreciatie van DOOR ETHEL M. DELL Bewerkt door Jhr. R. H. G. NAHUYS. Ue beweginglooze zwarte oogen van Kleff namen satirieke minachting op. Hij zou een man als ütH noo.l'; *n ziin vertrouwen genomen hebben, het-met zU'n oogmerken strookte. Alvorens te ant- iden, liet hij eenige oogenblikken in beschouwing Jbygaari. „Het is je vermoedelijk bekend," sprak hij elÜk, „dat mevrouw Hanger naar Brennerstadt op Is eegaan is?" .Wat zeg je?" vroeg Kelly, erf herbaalde zijn woorden niet Hij wachtte slechts zij waren doorgedrongen. Een flauw, zonderling 2.fweefde hem daarbij om de lippen. Het bleek elU", dat hij dit nieuws allerminst in een tragisch wt beschouwde. •Naar Brennerstadt!" bracht Kelly eindelijk uit „Maar voor den drommel heeft zij daar te verrichten? Ik. er morgen zelf heen gegaan zijn. Dan had ze met BJ kunnen medegaan." •Waarschijnlijk gaf zij er de voorkeur aan, in haar ie te gaan," merkte Kleff op. at zeg je?" zeide Kelly nogmaals, „Man» sta je me 'at voor te liegen!" F» moeite niet waard om er voor te liegen," hernam F ijskoud, „wanneer er niets bij te winnen is. Me- Pad/i v1?61" is vIa •Ri^zen vertrokken naar Brenner- 1ef\r u &ezelscbap van Guy Ranger. Als Je het aan Dl r+ vragen wilt, zul Je hetzelfde vernemen. is»ftv i m10rsen ook naar Brennerstadt, en ik met hem» ion-in611 bunnen w5J gedrieën reizen. Wanneer wij flink lh en' halen wij het verliefde paartje gemakkelijk ^nn^eru °°£enscbUnlijk een beweging te maken, ver- inhoi^ z^n lach. bij het zien hoe Kelly van versla^ 'nneid vuurrood werd. 8 BchUnt je over iets te verwonderen," merkte hij 'w "Dag verdoemd zijn indien ik er een woord van telen''» verzekerde Kelly met nadruk. „Jij hebt ze niet Mh„Zag Ze beWen." Kleff, steeds lachende. „Plet om zag hen ook. Doch de dame scheen groote hebben, zoodat wij er niet aan dachten hen te- aoudea- Op het oogenblik zijn zij waarschijnlijk den Officier voor den persoon van verdachte en dringt aan op een nader reclasaeeringsonderzoek, om: tot een voorwaardelijke veroordeeling te komen. De Officier verzet zich daartegen. Verdachte (komt hiervoor niet in aanmerking. Hiji leeft in concu binaat met zijn vrouw, waarbij hij 3 a 4 ongewet tigde kinderen heeft. Iemand die een dergelijk onze delijk leven heeft, ia een voorw. veroorbeeling on waardig. EERROOF. De verdachte Cornelis EL, landbouwer te Hoorn, staat terecht wegens het aanranden van den oud- politieagent Scholten, over wien hij; zich tegenover anderen minder welwillend had overgelaten. Vol gens verdachte zou Scholten in den distributietiid oneerlijke handelingen hebben gepleegd. Den heer Scholten, inmiddels gepensdonneerd, zijn deze praat jes ter oore gekomen en hiji heeft een klacht inge diend'. De verdachte zegt nooit tegen den keurmeester Leijen hebben gezegd; dat hij' Scholtens met een flapje van f 100 zou hebben omgekocht. De heer Dedjen houdt evenwel1 staande, dat ver dachte zulks wel heeft gezegd. Dat is gelogen, vent, buldert verdachte, 'n klein, mager, maar verbazend levendig manneke. De keurmeester Beets is bij het gesprek tegen woordig geweest en verklaart gelijkluidend als zijn collega. Hiji liegt allesl zegt de vurige verdachte, ik ben uitgelokt, 't benne schooiers, brult verdachte en wordt meteen de izaal uitgezet. Elisch f 60 boete of 30 dagen. Verdachte, met water gekalmeerd, komt weer binnen en zegt het verschrikkelijk te pinden. OVERTREDING ART» 15 OUDE MOTOR- EN RIJ- WIELWET. D'e 38-jarige tapper Hendrik B. te Helder is door deszelfs kantonrechter veroordeeld, omdat hiji in den laten, avond van 13 September aldaar, 'heeft gereden onder de gemeente Helder met te groote snelheid, slingerend en isignaalloos, zoodat hiji summa summarum de veiligheid des verkeers in ge vaar heeft gebracht. In hooger beroep worden ge hooid! in de eerste plaats de agent Tiessen, die een en ander heeft geconstateerd) en procesverbaal heeft opgemaakt. De appellant reduceert, de snelheid tot 17-meter, doch Tiessen houdt pertinent vol, dat deze snelheid veel grooter was. Ook omtrent het slin geren en het ontbreken van signalen, loopen de meeningen van verdachte en getuige beslist ver uit een en blijven dit tot het niet zeer tragische eind, toen de Officier opnieuw veroordeeling tot f 10 boete of 5 dagen repuireerde. HOOGEH BEROEP VERKEERSOVERTREDING TE BIEHGEINl De koopman J. C. W. T. te Amsterdam, die onlangs door den Kantonrechter te Alkmaar is veroordeeld ter zake het in gevaar brengen van de verkeersvei ligheid bij: de stoep van den heer B. J. Paping te Bergen, is van dit vonnis in hooger beroep gekomen. D'e appellant wordt verdedigd) door mr. Korthals Altes, advocaat te Amsterdam. Vijf getuigen'wor den in deze zaak gehoord. Verdachte had tusschen de hoornen doorgereden, tot schrik van een aldaar wandelende, dame, die zich' onverwijld in veilig heid moest 'Stellen. De heer Paping. de eerste getuige verklaart dat de auto van verdachte over izijn stoep ging en geeft op een situatiekaart aan, wat hij! zijn stoep noemt. De heer Roggeveen, gemeenteopzich ter van Bergen, geeft hderbiji nadere explicatie. Na (het volledig verhoor der getuigen, eischt de Of ficier, na een meer uitvoerig requisitoir, vrijspraak van den appellant. Verdediger, mr. Korthals Altes, sluit zich na het maken van eenigie opmerkingen gaarne bijl 'dit re quisitoir aan. IHOOGER BEROEP VEROOtRD'EELING OPENBA RE. DRONKENSCHAP. De werkman Jan B. te Alkmaar is veroordeeld ter zake openbare dronkenschap bij: recidive tot 3 dagen hechtenis en 3 maanden opzending naar een rijks werkinrichting. Van dit vonnis is appellant in hoo- ger beroep gekomen. Verdachte zegt, dat hiji thans tot geheelonthouding is besloten. Hij' is aangesloten en een trouwe bezoeker van het Leger. De Officier requireert bevestiging van het vonnis. DIEFSTAL MET INKLIMMING'. De voormalige 29-jarige lichtwachter Jan RL te Helder, thans gedetineerd, staat terecht wegens dief stal van' f 319 en een bierglas uit d'e woning van den getuige Fred. Corn. ZL, caféhouder te Helder, terwijfl hij' zich toegang tot de woning had verschaft door openschuiving van een 'keukenraam. Het feit is ge pleegd1 op 3 Januari in het cafó van Zwart, gelo gen in de Nieuwstraat. De verdachte ontkent het misdrijf. Hij! zegt het bierglas gekregen te hebben van Piet Belderbeek, die eveneens in deize zaak als getuige wordt gehoord. Verdachte kwam veel in het café van getuige Zwart. Piet Selderbeek kwam er nooit. J. R. zegt niet bekend' te zijn met het feit, dat Zwart zijtn geld in de achterkamer, geborgen in een kastjg, bewaard©. De ipriesidenlt, srit*. Muller, Haait verdediger, mul. Elecen, niet toe den agent Beukers vragen te stellen, omtrent de reputatie van getuige Piet Sedderbeek. De los werkman Pi-eter S'edde»beek heeft bezwaren tegen den eed, teekent de verklaring en volstaat met de belofte. Hiji is op 3 Januari met Rieuwers in contact geweest en heeft met hem gepraat. Hcij! heelt Rieuwers geen geld gegeven). Vërdaohte R. verklaart namelijk dat Selidehbeek de dief is en hiji zelf op den uitkijk heeft gestaan. 'Selderbeek zegt, dat Rieuwers dat dan maar moet aantoonen. K. zegt, dat Selderbeek staat te liegen. HUI heeft het 'kraakje aangewezen en ten uitvoer gebracht. R. heeft op den uitkijk gestaan. Jn een steeg heeft Selderbeek hem 'het glas vod dubbeltjes en kwartjes gegeven. Het glas heeft RL op raad van Belderbeek stuk gegooid'. De heeren beschuldigen elkander thans wederkeerig, leugens te debiteeren. Jiji bent de dief, gemeene kerel, zegt Rieuwers woedend. De veld wachter stelt zich' tusschen verdachte en getuige. Dharop wordt gehoord de laatste getuige, de Boer. Was Rieuwetrsi een raste kilanfc biji Zwart, vraagt de president aan dezen getuige. Nou, 'n vaste klant niet. zegt de Boer, het waren allemaal losse arbeiders, ziet Ui De Officier gaat het gebeurde nog een® in extenso na Hulde brengt de Officier aan getuige meji. Arend®, die zich buitengewoon actief in d'eze zaak heeft gediragen en de politie bracht op het spoor van dezen verdachte. Spreker 'acht niet Seldetbeek, doch' 'Jan R. de schuldige, en eischt tegen hemj 10 maanden gev. Mr. Eecen stelt in het licht, dat verdachte R. nog nimmer voor een vermogensdelict veroordeeld is. Hij zweert dan ook bij! hoog en laag, dat R niet den. dader, doch slechts medeplichtige 1®. Uit verschil lende omstandigheden .concludeert pleiter, dat ver dachte zich niet aan het hem ten laste gelegde heeft schuldig gemaakt en vraagt hiji vrijspraak. Verdachte betuigt nogmaals zijn berouw. VERKRIJGBAAR BIJ ALLE ERKENDE RIJWIELHANDELAREN tv* te Ritzen, zoo niet verder." „Wel vervloekt," klonk Jiet kernachtig uit den mond van Kelly. De glimlach van Kieff verdween langzaam. Zijn oogen namen een steenkouden, afgetrokken blik aan als keur de hij do zaak niet langer zijn aandacht waardig. En terwijl Kelly In machtelooze woede in de kamer heen en weer stapte, leunde hij met zijn schouders tegen den muur en tuurde in het ledige. „Het doet me werkelijk genoegen dat ik je hier tref," sprak hij eindelijk. „Kun je me niet een paar inlichtin gen geven omtrent dien diamant van Wilbraham? Je weet tot het einde toe op een tiende van een penning' precies wat hij waard is geloof ik." Kelly stond stil om verstrooid een blik op hem te werpen. „Och, loop naar de weerga, met je diamant!" gaf hij te kennen. „Op het oogenblik zijn mijn gedachten bij mevrouw Ranger." De lippen van Kleff krulden zich minachtend. „Een vrouw!" smaalde hij, en knipte met zijn vingers. „Een vrouw die gekocht en weer verkocht kan worden voor minder dan de helft van zijn waarde! Mijn beste Kelly! Spreek je in ernst?" Kelly stampte verontwaardigd met zijn voet „Jou helsche, koudbloedige Kaffer!" bulderde hij.„Ik ben een mensch In Ieder geval, en dat is meer dan1 van jou ge zegd kan worden!" Kieff lachte nog verachtelijker. Het was het voorrecht van Kelly steeds te mogen zeggen wat hem voor den mond lag en het gaf niemand aanstoot hoe buitenspo rig hij zich ook uitte. „Is hier niets voor ons te drin ken?" stelde hij voor op een sussende toon, als sprak hij tot een kind dat tot rede gebracht moet worden. „Drinken met jou?" raasde Kelly. Kieff lachte wederom. „Natuurlijk zul je met me drin ken. Het is een veel te goede gelegenheid om te verzui men. Wat mankeert je? Er ligt toch zeker niets onge woons in het feit dat mevrouw Ranger behoefte gevoelt aan een kleine verstrooing!" Kelly kreunde luid. „Ik moet gaan om het aan Burke te vertellen. Dat is het beroerdste er van. Waarachtig, ik zou al het geld willen geven waarover ik beschik, indien ik dat karweitje kon overdoen aan een ander." „Je maakt je er veel te druk over," merkte Kieff op, tusschen zijn bloedelooze lippen twee rijen glinsterende tanden vertoonende. „Hij zal dit veel minder erg vin den dan een ziekte onder zijn vee of een mislukte oogst. Zij waren niet voor elkander en konden dat ook nooit worden. Zij en Guy Ranger zijn ten allen tijde op el kander verliefd geweest." „Zoo, komaan! Maar dan weet ik beter!" bracht Kelly daartegen in. „Hij aanbidt haar van de kruin van haar hoofd tot de zolen van haar voeten. HU is in Btaat voor dit feit aan Guy een moord te begaan. Bü alle heiligen, ik zelf zou hem daarvoor den nek kunnen omdraaien!" „Dat is niet noodlg!" merkte Kieff smadelijk op. „En Burke behoeft het evenmin. Wat de vrouw betreft," hij klapte weer met zijn vingers „die komt terug als een tortelduifje, als hij maar wat geduld heeft." Kelly begon weer afgrijselijk te vloeken. „O, waar om heb ik mij er ooit toe geleend een handje te hel pen, om Guy bij Hoffstein weg te halen? Alleen een volslagen gek kan verwachten iets anders dan verdor venheid te voorschijn te brengen uit dien poel van on gerechtigheid. Het was op Burke's eigen aandringen, doch ik was stapelgek ik was een driedubbele gek mU daartoe te laten overhalen." „Waar is de waardige Burke?' vroeg Kieff. „Ginds bij Merston verricht hij het werk van den barmhartigen Samaritaan; heeft hij zich den geheelen dag afgesloofd als een nikker. En nu!" Er klonken let terlijk tranen in de stem van Kelly. „Ik zou mijn rech terhand geven," beloofde hij aangedaan, „ik zou er mijn ziel voor over hebben zooals zjj is indien ik van dit karweitje ontslagen werd." „Je moet een flinken slok nemen,' raadde Kleff aan. Kelly snoof met zijn neus en begon op goed geluk af naar iets drinkbaars te zoeken. Kleff was hem daarbij vriendelijk behulpzaam. Toen de drank eindelijk gevonden was, was hij degene die inschonk, en zelfs Kelly, die heel wat kon verdragen, sperde zijn oogen wijd open, toen hij zag welk een stei> ken dronk Kieff gereed maakte voor zich. „Schoon water!" merkte Kieff onder het inschenken op. „Je gaat toch zeker vanavond niet meer naar Mers ton terug, wel?" „Moet," antwoordde Kelly lakoniek. „Waarom niet gewacht tot morgen?" stelde Kleff voor „Dan moet ik zelf dien kant uit. Wij gaan dan samen. Wederom verscheen die glans ln zijn zwarte oogen, die Kelly dwong hem onderzoekend aan te zien. „En waarom zoü je weuschen ook daar te zijn?" vroeg hij wantrouwend. „Is één brenger van slecht nieuws niet voldoende?" Kieff glimlachte. „Ik ben benieuwd, of de dame een boodschap achtergelaten heeft," lichtte hij toe. „Mis schien heeft zij een briefje geschreven ter opheldering van haar afwezigheid. 'Hoe lang had debrave Burke zich voorgesteld bij Merston te blijven?" „Twee of drie nachten op zijn hoogst. Doch hij keert nu morgen reeds terug." Een plotseling denkbeeld schoot Kelly door het hoofd. „Ha, misschien hoopt zij terug te zijn vóór hem! Misschien zit er meer achter dan wij kunnen denken! Ik ga er niet heen. Ik blijf hier wach ten. Zij kan morgenochtend terugkomen, zij, en de jon ge Guy ook. Zij zijn oude vrienden. Misschien maken zij niets anders dan een pleizierreisje." De lach van Kieff klonk als het sleepen van een steen over den grond van een beslijkten kelder. „Je komt altijd op die uitstekende denkbeelden," liet hij zich hooren. „Doch zij kunnen bezwaarlijk reeds morgenochtend uit Brennerstadt terug zijn. Kun Je niets verzinnen om Bur- KT VOORSPEL VAN DEN OORLOG. Opzienbare verklaring van prins Ltefe* now8ky. In een brief aan de Neue Freie Presse te Weenen schrijft, volgens Havas, prins Lichnowsky, oud-gezant van Duitschland te Londen, dat als hij in 1914 de leiding gehad had van het departement van buitenlandsche za ken te Berlijn de Europeesche oorlog niet uitgebroken zou zijn. Hij komt op tegen recente beweringen, dat de centrale mogendheden den oorlog niet gewild zouden hebben en herinnert eraan dat te Berlijn evengoed als te Weenen de eenige mogelijheld, die de staatslieden deed huiveren, was een volledige aanvaarding door Ser vië van het Oostenrijksche ultimatium. BRAND. V$f paarden omgekomen. Te St. Anna ter Muiden, gemeente Sluis, is de vee schuur van S. de Bruijne geheel afgebrand. Vtjf paar den kwamen in de vlammen om. AANRIJDING. Te Aalsmeer is een wielrijder door een motorrijwiel aangereden. Met een ernstige hoofdwonde werd hij op genomen. Z0n toestand is levensgevaarlijk. OVER BOORD GESLAGEN EN VERDRONKEN. Te Sliedrecht is de 57-jarige vrouw V. van het klip perschip „Maria" te Roosendaal, over boord gevallen en verdronken. Haar lijk is later te Papendrecht opgevischt ke over te halen, dat hij zijn bezoek zoo lang rekt als hij oorspronkelijk van plan was? In dat geval is het tweetal misschien bijtijds thuis." Kelly keek hem doorborend aan. De lach van Kleff had hem afschuwelijk in de ooren geklonken. „Hoe ook," zeide hij, „ik wil nu gaan. En ik ga alleen. Jij hebt het jouwe gedaan, en ik zal niet van je vergen mij een handje te helpen." Kieff keerde zich om tot vertrekken. „Je plichtsge voel heeft altijd mijn bewondering opgewekt, Donovan," zeide hij. „L&at ons hopen dat het je brengt waar Je wezen wilt en je vrienden, de Rangers met je.' Onder het uiten van deze woorden was hij gegaan, glijdend en stil als een schaduw op den muur, en Kelly bleef om zich verwonderd af te vragen waarom hij den brenger van slecht nieuws niet bij den kraag gevat en dien onheil spellend en lach niet uit hem geranseld had. „Waarachtig, ik doe het zoodra ik te Brennerstadt ben!" kwam hij wraakgierig met zichzelven overeen. „Doch vrienden gaan voor, wat jij, Burke, mijn beste- kerel? O zoo, Burke, kerel, mijn vrienden eerst!' HOOFDSTUK XL HET KRITIEKE OOGENBLIK. Was het slechts weinige maanden geleden sedert zij het laatst over het naakte „veldt" haar blikken had la ten weiden toen zij bij Ritzen in den spoortrein zat? Het scheen Sylvia een half menschenleven. In de schemering van den vroegen morgen zat zij in den trein naar het Zuiden op weg naar Brennerstadt en trachtte zich haar eerste indrukken in het geheugen terug te roepen. Daar, onder die lantaren had hij ge staan om haar af te wachten de man. dien zij aan gezien had voor Guy. Zij zag zich hem tegëmoet snel len met een innig welkom op de lippen en een snel groeienden twijfel in haar hart. Wat was hij goed voor haar geweest! Die gedachte dreef boven alle andere en vaagde de herinnering aan haar eerste grievende te leurstelling weg. Hij had zich over haar ontfermd met een zorg, even ridderlijk als één van haar vrienden uit haar vroeger leven zou hebben tentoongespreid. Hij had haar tegen die vreesaanjagende eenzaamheid in zijn hoede-genomen en haar beschermd tegen de wereld aan welker onbarmhartigheid zij zoo volkomen overgeleverd was. Het had er niets op geleken, dat hij haar zijn wel daden had opgedrongen, doch zij besefte thans hoe zijn goedheid bij iedere gelegenheid was gebleken, hoe zijn kracht haar had beschut. Hij wilde niet, dat zij de ver plichting die zij aan hem had, voelde. Hij bad haar zui ver behandeld als een vriend in den nood. HU had haar uit vrijen wil het allerbeste geboden dat een man aan te bieden heeft, en had het gedaan op een wijze, die het aannemen gemakkelijk, het afwijzen onmogelijk maakt Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 1