illitiiirNicm- HET KASTEEL VAN GRANIET i 71ste Jaargang No. 8209. Uitgevers: N.V. ?Jl TRAPMAN &Co., Schagen. Eerste Blad. rrondissements Rechtbank te Alkmaar. Feuilleton. Wij breien en repereeren alle soorten wollen kleeding, kousen en sokken, ook de allerfijnste. fi.4.59 eenphirrux toLnton, êand Donderdag 23 Februari 1928. SCBACER COURANT. Mintit- Lnünillil ilad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- u nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 8 maanden fl.05. Losse nummers 8 cent ADVERTEN- TlëN van 1 tot B regels 11.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno, inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend nummer bestaat uit twee bladen. MESEEIVn strafkamer. Zitting van Dinsdag 21 Fefor. Uitspraken. t>. T., Helder, onttrekking! beslag, t 25 boete of ogen. j. J. M. S., Alkmaar, Persdelict, f 50 boete of gen. rn. B., Broek op Langendijk, valsohlheid in ge- j!l&, maanden gev. voorw. met 2 proe^daren. ndrik. H., Zijpe, als voren, 6 maanden «©v, m. H., Hoorn, smaad, f boete of 25 dagen, ndrik. B., Helder, hoog er beroepzaak, oproeping verklaarde C, W,. T., Amsterdam, ail» voren, vrijgesproken, i B., Alkmaar, hooger beroepnaak, 3 dagen hech- en 3 maanden opoending voorwaardelijk. Nieuwe Zinken. S-VERVAlfilCHilNG. W-jarige reiziger Leonaxd N., geboren en wo- e te Amsterdam, thans gedetineerd, heeift een lijnen name staande reiapas op Dauitsohlandi ver- jht, door den naam te venanideren .Enkel voor rap, zegt hij, Het feit is gepleegd in 1026. deze zaak treedt anr. de Groot op als raadsman erdödiiger, Deze zaak is door den politierechter ezen naar de meervoudige strafkamer. 'Ver te ia gedetineerd ter zake verduistering. Officier meent, dat al is de reispas verioopen, locument zijn waarde niet verliest. Offlj acht dus fervalsching bewezen en strafbaar en vordert aarai' gev. Groot ontkent onder aanvoering van argu- ten, de geldigheid van de reispas. Voorts acht ediger het opzet van de reispas als edht en on- stdscM te gebmdken, niet 'bewezen. Oip grond' van t en ander vraagt pleiter vrijspraak, subsidiair! een Iboet©:, die trouwens dóór dien Officier reed® bijl eerate behandeling werd gevraagd, «a dupliek als «teibruikelijik. WGER BEROEP VRIJSPRAAK WEGENIS AAN- m*. hooger beroep staat terecht mr. C p. ad at te Oudka,repel, die door den kantonrechter was esproken ter zake roekeloos rijdien en onvoi- ide uitwijken naar rechtsch, tengevolge waarvan ijwiel van een te Oudorp wonende juffrouw werd ïadigd, welk feit is gepleegd' op 8 Sept. ,te Alk- f op het kruispunt Houtil—Langestraat. b ambtenaar, mr. de. Bruy® Tack, is tegen deze ipraag in hooger beroep gekomen- t de eerste plaats wordt gehoord' al® getuige it Wijnberg, die rijproeven hééft genomen en daar [verslag geeft. Er bestaat mogelijkheid, dat men ïoutil met een groote wagen kan inrijden,zonder [verkeer in gevaar te brengen door de' Chryigler vami verdacht® aangereden puw dient ook hier een eisch tot achadevergoe- t voor de beschadigde fiets. Zijl reed die Hou- jt'de verdachte reed) niet hard, doch gaf geen en" Verdachte zegt, zacht te hebben gereden. water onze oi huls DOOR ETHEL M. DELL Bewerkt door Jhr. R. H. G. NAHUYS. ranselde Kleff al ranselde hem af met alle eiijke kracht waarover hij beschikte, dwong hem en weer te strompelen over de open ruimte, die Qeï® gruwelijke afstraffing gemaakt was, maakte openlijk tot schande, hoonde hem tegenover ieder net nooren wildo, als een kruipend, verachtelijk we- uat niemand zou willen beschouwen als zijn vriend, was «en afzichtelijke kastijding, doodelijk gemaakt oen haat, die er aan ten grondslag lag. Kleff kromp ®n 1Wro^g rich nu hier, dan daar, doch geen en- maal ontsnapte hij aan de striemende slagen. ZIJ n meedoogenloos op hem neer des te meedoo- wr, omdat hij trachtte ze te ontwijken. Zijn Jas wm aan flarden aan het lijf. En steeds ging Burke «1 ?®08®len' 2,in 8®laat verwrongen en verschrlk- m 8,®n» *ijn opgen flikkerend en met bloed h.iu? "7 als d® oogen van een moordenaar, «ïyk struikelde Kleff en viel hij voorover op zijn art**®n weerloos voor zich uitgespreid. Het skterlstiek van den man, dat hij geen geluid had iIuLÏto#n d® hand van Burke ophield, werd •mnaling als een piepend gefluit in de beklem- tute hoorbaar. Het was alsof een gewond dier Mm' uSV8id Was' Z1^n gelaat was aschgrauw. n j m e®nJ8® oogenbllkken in deze houding La-., ®n wlerP bij de rijzweep weg en hem met bel- hnnM aan^rÖP®nde, lichtte hij hem van den grond, f i Van Kleff was voorover gezonken. Het leek rtcs w b®™«m®n. Doch onverbiddelijk plaatste w o i ?p vo®t«n, en sleepte hem mede, tot oor Sylvla stond. «elnnf teg,en Kel*y geleund en had de handen voor k» ,i»v feslagen- Onvermurwbaar liet de stem van £e ach hooren. K«n!*nü'. ïeld® barsch, „zul je mijn vrouw ver- si nmv, v5en dat i®'baar hebt beleedigd." iEï band«n van het gelaat weg en hief het «Wfoywlteprekelttk afgrijzen in haar oogen te 8urk*1" »®We wtj. ,jaat hem «ua!" Die gietud«ie maakte een ftiwJJIMachtigen, eemiwacht- tifrpeii indruk- Toen ide aanrijdiiutf, pJaata bad, badJ veir- dachte r©ed» gestopt. De volgende getuige ,Van Vedhlfcen, zegt, diat mr. E. krap omihaaJde en zeer »terk retrnda. De juffrouw is door verdachte aangereden en niet omgekeerd. Mr. E. brengt tegen deze verklaringen zijn beden kingen en stelt geltuige een vraag. Getuige M. Uitenbosch legt een verklaring af, met die van Viam Vechten overeenkomende. De Officier verschilt met dien Kantonrechter, dat de hoek LangestraaltHbutii geen bocht zoui zijn. Voort® blijft tu&schen auto en tjottoijbenid nog wel een meter ruimte over. Ook is de officier van meenimg, dat vrijspraak en niet ontslag had moeten worden uitgesproken. Doch ook vrijspraak acht de Officier bier niet juist en vordert hij wegens het nemen van -de bocht te veel linkisch, f 20 boete of 20 dagen. Mr. E. voert hierop aan de bereid® gereleveer de gronden,, dienaar zijn meenimg tot vrijspraak moeten leiden. TEIN UnrVOERLEOGING VOORW. VEROORDEE LING. Deze izaaik betreft C. J., koopman te Alkmaar, in dertijd voprw. veroordeeld ter zake diefstal en wordt met gesloten deuren behandeld. Uitspraak over 8 dagen. SCHULDMTSDtRIJF. De visscher en jager Dirk K .te die Rljlp staat te recht wegens het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan den tuinder Kromhout, die hij', op 23 Nov., terwijl hij' een schot loste op een houtsnip, door een hagelkorrel aan het oog, heeft getroffen, tengevolge waarvan bedoelde tuinder vermoedelijk het gebruik van het rechter oog grootendeels zal moeten missen. Het oog, ie hiji practiisch kwijt. De hagelkorrel is niet verwijderd! kunnen worden. Van deze zaak hebben wij voor eenigen tijd onder kantongerechtzaken reeds melding gemaakt. Toen stond K. terecht wegens het jagen op eenst- anders grond, zonder vergunning, en het was bij die gelegenheid, dat Kromhout door een verdwaalden hagelkorrel werd getroffen. In deze zaak wordt ook gehoond als getiuge de rechte,r-commi asari» mr. Ledeboer, zulks op verzoek van verdediger. Deze ver klaart dat verdachte hem bij de intsructie beeft ver klaard, dat hiji alvorens te schieten niet heeft geke ken of er zich iemand' ini zijn schietveld bevond. De rechter-commissaris beeft echter niet den in druk gekregen, dat verdachte heeft erkend een fout te hebben ««maakt. De Officier is van meening, dat hier wel degelijk grove schuld aanwezig is, omdat hiji vooraf niet be hoorlijk beeft uitgekeken. Spreker zegt voorts, dat het geheele schot i» gelost in de richting van ge tuige Kromhout. Deize heeft nu zélf verklaard, dat hij in den loop van 'het jachtgeweer keek. È'isch f1 200 boete of 2 maanden hechtenis. Mr. Leesberg acht het een moeilijk zaakje. (Ver dachte, een ronde jager, liegt niet. Pleiter merkt voorts op, dat zakelijk verband' in deze dagvaarding ontbreekt, zooals pleiter nader tracht aan te too- nen. Volgens pleiter is het niet met zekehheid aan te toornen-, of men hier te doen heeft met een nood lottig toeval of grove schuld. Er is slecht» één ge- JAAP SNOR Zuidstraat IS, Helder. (Let Toorel op den gelen winkel). „Je zult vergiffenis vragen," zelde Burke nogmaals, met niet te miskennen aandrang en onverbiddelijke duidelijkheid. Er ontstond een drukkende stilte. De adem van Kleff was niet langer zoo fluitend, doch kwam en ging stok kend en pijnlijk. Zijn lippen vertrokken zich stuiptrek kend. Zij schenen klanken te willen voortbrengen, doch niet te kunnen. Burke wachtte; verscheidene Seconden verliepen. Toen kwam de juffrouw van het kantoor, die Sylvia den vorigen avond te woord gestaan had, eensklaps door de kantoordeur naderbij, een glas in de hand. „Zie eens hier," begon zij te spreken, „geef hem dit!" Er lag afschuw nog medelijden in haar blik. Haar oogen namen Burke met ongeveinsde bewondering op. „Ditmaal heeft u hem terdege onderhanden genomen", merkte zij op. „Zijn welverdiende loon die smerige hond! Ik hoop dat anderen er een lesje aan zullen ne men," en zij wierp een veelbeteekenenden blik in de richting waar Piet Vreiboom stond. Met een minachtend gebaar hield zij het glas voor de lippen van Kleff, en zoodra deze gedronken had, smeet zij den verderen inhoud van het glas over den vloer en stevende naar het kantoor terug. Vooruit," zelde Burke nomaals, „vraag vergiffenis." En aldus maakte Saul Kieff, voor wiens smadelijken hoon alle vrouwen als voor den steek van een schorpi oen ineenkrompen, met nauwelijks hoorbare stem, zijn diepste verontschuldigingen tegenover het -meisj®, dat zich had voorgenomen te gronde te richten. Op bevel van Burke trok hij de vuige lastering welke hij haar naar het hoofd geslingerd had, terug, en gaf hij zijn formeele spijt te kenne, zich uit kwaadaardigheid zoo ver te hebben laten lelden. Toen Burke hem eindelijk liet gaan, stak niemand een hand uit om hem te helpen. Er was waarschijnlijk geen man aanwezig, van wien hij hulp zou aangenomen heb ben. Hij sloop heen als een gewond dier, waggelend, doch onmiskenbaar met haasi van de plek weg te ko men, en de schemering van den avond ontving hem in haar armen. Een gemompel van verlichting doorliep den kring van achtergebleven toeschouwers, en In een oogwenk, als vanzelf sprekend, werd aller aandacht op Sylvia geves tigd. Zij liet zich nog steeds tegen Kelly leunen, het doodsbleeke gelaat strak en verwrongen. Zij hield de oogen gesloten. Burke trad op haar toe. „Kom," zei hij. „Laat ons naar boven gaan." Haar oogen openden zich. Zij zag hem recht aan, nie mand anders ziende. „Heb je Guy ook zoo behandeld?" vroeg zij. tuigie en een verdacht* dia ontkent. Rem paar gerou>- tineerde deskundigen, die pleiter beeft gesproken, hebben dé mogelijkheid van «en noodlottig toeval niet buitengesloten. Pleiter concludeert dan vrij>- spraak, maar verzoekt in geval van veroordeeling, geen geldboete die verdachte onmogelijk in staat ia te voldoen. De Officier repliceert en wordt door verde diger beantwoord. Verdachte kan geen zwaar werk 'verrichten, hij heeift een neusoperatie Ondergaan en verdient nu pl.m. 15 per week' eis barbier, vis scher en jager. 'Hierna pauze tot 2 uuJr. ONJUISTE BELASTTNGAJANGIFI1EL De 76-jarige veehouder Teuni» B. te Uitgeest, vtaat terecht ter zake onjuiste opgave voor d'e vermogens belasting. Verdachte heeft als vermogen aangegeven f 14.389.63 en aan vorderingen f 5900, welke 'laatste opgaaif volgens den inspecteur onjuist was. Het schijnt, dat dit bedrag inoest izijln f 29.000. Hij' heeft deze onjuiste opgave reed» een aantal jaren gedaan en ooki de renten niét verantwoord voor de inkom stenbelasting. De oude heer zegt in de meening verkeerd te hebben, dat deze gelden niet belastbaar waren. De heer P. Hartkamp, inspecteur Directe belastin gen zegt, dat verdachte steeds de vragen op het aan giftebiljet nauwkeurig heeft beantwoord. Daaruit kan de gevolgtrekking worden gemaakt, dat verdachte de beteekenis der vragen zich zeer wel bewust was. De heer Eiber®, werkzaam' op de gemeente-secre tarie te Uitgeest, heeft volgens opgaaf van Tennis B het aangiftebiljet ingevuld, gedurende de Jaren 1926—'27. Daarop worden gehoord de debiteuren van verdachte, wier vorderingen iniet op het biljet zijn aangegeven. De Officier is van meening, dat verdachte doel bewust de onjuiste opgaven heeft gedaan en vordert het o-pizet bewetzen achtende, f 6000 boete of 8 maan den hechtenis. QMIr. de Groot, opponeerende voor veTdachte al» "/I VERKRIJGBAAR B» ALLE ERKENDE RIJWIELHANDELAREN Hij legde een zware hand op haar achouder, „Kom", herhaalde hij. Zij maakte een beweging als om hem te ontwijken, doch plotseling wankelde zij. Haar oogen werden groo- ter en verduisterden zich. Met een tastend gebaar strek te zij de harden uit, als was zij eensklaps blind ge worden, en viel voorover tegen den grond. Burke ving haar op; hield haar een oogenblik Vast; toen zij daarna in zijn armen Zonk, nam hij haar op en droeg haar weg. hoofdstuk iv. HET BOOZE OOG. Toen Sylvia de oogen weder opende lag zij in den stoel bij het venster waar zij den vorigen avond zoo lang gewacht had. Haar eerste Indruk was dat zij zich alleen bevond, tot zij met een soort van pijnlijken schrik de aanwezigheid van Burke gewaar werd. Hij stond iets achter haar, opdat de frlssche lucht haar zou toewaaien, doch leunde voorover en sloeg haar aandachtig gade. Met een flauwen uitroep zag zij hem In de oogen. Hij legde terstond een hand op haar schouder en stel de haar gerust. „Het is goed zoo," zelde hij. „Het ls goed zoo." Zoowel toon als aanraking waren volkomen teeder, doch zij deinsde voor hem terug, gehoor gevende aan een zenuwachtigen afkeer, waarvoor zij geen verkla ring wist te vinden. Hij nam zijn hand weg en, keerde zich zijdelings af. Toen sprak zij met haastige gejaagde stem. „Ga niet heen! Ga alsjeblieft niet heen!" Hij keerde terug en plaatste zich voor haar. Zij merkte op, dat zijn gelaat strak stond. „Wat heb Je?" vroeg hij. „Je bent toch zeker niet van streek omdat een slang als die kerel, voor eenmaal zijn verdiende loon krijgt!" Het kostte haar moeite hem aan te zien. „O dat ls het niet niet dat!" antwoordde zij. „Wat dan? Hindert het je dat ik de rol van beul op mij genomen heb?" Zijn toon was kort en hij sprak door lippen, die door een flauw cynisch lachje gekruld werden. Zij kon hem niet terstond antwoorden, doch na eeni- ge oogenbllkken richtte zij zich op en liet haar armen op de leuning van den stoel rusten. „Vergeef mij indien ik mij dwaas aanstel!" verzocht zij. „Ik je maakte mij een weinig aan het schrikken. Ik heb je vroeger nooit in zulk een toestand gezien. Ik voelde mij het was een vreeselljk gevoel alsof je een vreemde raadsman «p verdediger, 1» van oordeel, dat de Offi cier niet beeft aangetoond dia kwade trouw bij ver dachte. Deze, dia geïsoleerd van de beschaafde wereld! op een eenzame boerderiji leeft, heeft zich op het standpunt giesteldi, dat dit bezit niet belastbaar wat,. Pleiter heeft van hoogstaande lieden informatie» omtrent verdachte, die pleiter aan dé rechtbank overlegt. Die informatie® zijn hoogst gunstig] en «even een, beeld van zijn betrouwbaarheid. Plei ter concludeert ten «lotte vrijspraak. In hun re- en dupliek handhaven de debaters, officier en verdediger, hun respectieve rneeningen. HOOGER1 BEROEP VONNIS1 KANTONGERECHT TE HOORN. De heer H. v. <L K„ automobielagent te R'ijlswijki, Ls d!oor den Kantonrechter te Hoom veroordeeld ter zake het roekeloos rijdien in een wegibocht onder Berkhout, waardoor een zich aan dén weg bevindendl persoon werd1 aangereden. Welk feit is gepleegd op 13 November 1927. Veroordeelde is van dit vonnis in hooger beroep gekomen en wordt verdedigd door (mr. Buiskool uit Schagen, die izelf 'een schetskaart van de situatie heeft vervaardigd;. Verdachte erkent, een persoon te hebben aangereden en idaarna tegen een boom te zijn terecht gekomen. Getuige Petrus iBesseling. landbouwer te Ursem, reed dien avond! met zijn echtgenoot© per rijwiel. Uit vrees voor de «nélrijdJende auto is het «chtpaaai afgestapt en op den berm van den weg igaan staan. Desondanks is getuige tegen den grond gereden door de snelrijdende auto, die geen licht voerde of sig nalen, gaf. Getuige is met zijn fiets op den onder kant getuimeld, Getuige reclameert f 30 voor geleden schade. Verdachte zegt. driemaal geremd te hebben en niet te hebben kunnen verhinderen, dat het riji- wiel van Besselingi door het voorapatsciheirm werd geraakt. Verdachte ontkent 100 KM. te hebben ge reden. Hij dénkt niet meer dan 70 K.ML M!r. BUiskool vraagt Beaseling of hiji link»" joifl rechts afgestapt. Dit kan getuige niet zeggen. 'MejBesseliing verklaart overeenkomstig het relaa# van haar echtgenoot. Dé vrouw i® niet eng vriji op de fiets, maar kan haar behoorlijk redden. De schade bedraagt f 30, f 0 voor de Jas en de rest voor het rije wiel. De Officier releveert dat verdachte is veroor deeld tot f 150 boete of 50 dagón en 6 maanden ver lies van rijbevoegdheid, welk vonnis de Officier juist gewezen acht, redien waarom hij bevestiging vordert. 'Mr. Buiskool spijt het, dat de Officier bevestiging van het vonnis vraagt. Pleiter heeft van deze zaak een anderen indiruk! gekregen. Pleiter wijst op' hei nadeel van de fietsers voor de automobilist. Door pleiter i® zelf een onderzoek' in loco ingesteld, waar van hi.1 het resultaat uiteenzet, voorts poogt pleiter aan te toonen, dat de snelheid niet zoo buitensporig was. Het verbaast pleiter voorts, dat getuige Bease ling niet van dé wegglooüng is afgesmakt, ais de ®chok zóó groot was. Pleiter merkt voort® op, dat verdachte reed® 11 jaar rijdt en nooit ia geverbali seerd wegens overtredingen der rijwiel"- en motor- wet. Verdachte héelft zich) reed® geméld) op heli Commdigsariaafc te Rijswijk), toen hiji vernam, dal tegen hem proces-verbaal was opgemaakt. Voor een bedrag van f 25 had verdachte kunnen tramsigeepen* doch daar hij: (meende geen schuld te hebben, heeft verdacht© geweigerd. Pleiter concludeert tot Vrij- «ptraak, subsidiair een meer billijke straf èn althans dé intrekking van het rijbéwijls niét te handhaven". I DE VEILIGHEID VAN HET VERKEER IN GW- VAAR' GEBRACHT. De verdachte Geert B. te Helder, heeft voor het Kantongerecht terecht gestaan op grond van het voor mij was. Maar natuurlijk JJJ bent jij «teede dezelfde. Je bent werkelijk jij," Zij struikelde over haar woorden; ajjn blik was aoo streng, zoo weinig toeschietelijk. Zij scheen zichzelve to willen overtuigen tegen haar eigen oordeel lm Zijn oogen ontmoetten zonder mededoogen Se hare, „Ja, ik ben ik en niemand ^nders", zelde hij. „Be verbeeld mij dat je nooit vermoed heb, hoe Ik ln wer kelijkheid ben. Misschien heb je met opzet dé oogen daarvoor gesloten gehouden. Doch nu ken je me, «n het is misschien niet kwaad dat zulks het geval ia. Het ia de eenige manier elkander ten «lotte te begrij pen." Zij week even terug, ondank» zichzelve. „En vroe ger heb Jij jij Guy ook eena afgeranseld" zeide zij met halfluide stem die zij bijna tot een gefluister liet dalen. „Gebeurde dat op dezelfde manier?" Hij keerde zich snel om als lag er in die vraag iets dat hij niet verdragen kon. Hij liep naar het venster en vatte daar zwijgend post. En het mocht zeer vreemd heeten, dat zij zich Juist op dat oogenblik de verzekering* van Kelly herinnerde, dat Burke veel van Guy gehou den had. Gelooven deed zij het niet, maar toch oefende het op het oogenblik invloed op haar uit Het verleende haar kracht Zij stond op en begaf zich tot hem. „Burke," ving zij met beverige stem aan, „beloof me asjeblieft dat Je zooiets nooit weer zult doen!" Hij schonk haar een korten, doorborenden blik. „Wan neer hij mij uit den weg blijft, zal ik hem niet achterna loopen," zelde hij. „Neen neen! Ook al doet hij dat niet" Zij wrong de handen. „Burke, zelfs al doet hij dat niet en zelfs al heeft hij Je teleurgesteld Je verongelijkt ach, ken Je geen medelijden? Kun je met geen mogelijkheid vergeven?" Hij keerde zich eensklaps om en zag haar aan. „Hem vergeven, jou met verliefde praatjes te zijn lastig ge vallen?" zeide hij .„Is dat hetgeen Je bedoelt?" Bij die vraag rilde zij. „Zul je hem tenminste niet straffen als zooeven wat hij ook gedaan moge hebben?" Hij liet zijn vollen blik op haar rusten. „Wil je dat ik dat beloven zal?" vroeg Jiij- „Ja, ach, ja". Zeer ernstig gaf zij hem antwoord, hoe wel zijn oogen geleken op punten staal, die haar ln be dwang hielden. „Ik weet, dat je een gegeven belofte zult nakomen. Ach beloof, mij dat." „Jawel," antwoordde hij droogjes. „Mijn beloften kom ik na. Daarvan kan hij overtuigen. En jij ook. Doch in dien ik je dat beloof, moet jij me ook iets beloven." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 1